Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan bestemmingsplan Castellum te Oudheusden

Transcriptie

1 Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan bestemmingsplan Castellum te Oudheusden Het college van Heusden bereidt het bestemmingsplan Castellum te Oudheusden voor. Het plangebied is circa 1 hectare groot, gelegen in de bebouwde kom van Oudheusden. Het betreft de volgende straten: Adrianus Loeffstraat, de Cornelis Verolmestraat, de Robrechtstraat en de Suitbertusstraat. Het bestemmingsplan heeft tot doel de bouw van grondgebonden woningen, maisonnettes, ouderenwoningen en een appartementengebouw mogelijk te maken. Ook zullen er straten en parkeerplaatsen worden toegevoegd en vindt er een herinrichting van het openbaar gebied plaats. Het ontwerpbestemmingsplan lag in de periode van 17 augustus 2007 tot en met 28 september 2007 voor een ieder ter inzage. Gedurende zes weken kon een ieder schriftelijk en/of mondeling zijn zienswijze bekend maken bij de gemeente. In het kader van de inspraak ontvingen wij twee schriftelijke zienswijzen. In de onderhavige notitie, die een bijlage vormt bij het raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan Castellum te Oudheusden, beschreven wij de ingekomen zienswijzen en voorzagen deze van commentaar. De ingediende zienswijzen vatten wij hieronder samen. Dit betekent niet, dat die onderdelen van de reacties, die niet expliciet worden genoemd niet bij onze beoordeling zouden worden betrokken. De reacties beoordeelden wij in zijn geheel. Beantwoording van zienswijzen 1. De heer R. van Uden Robrechtstraat 19, 5256 GN Oudheusden Zienswijze: De zienswijze bestaat uit een opsomming van bezwaren die wij hieronder afzonderlijk toelichten. 1. Ondergetekende kan zich met het plan niet verenigen. De wijzigingen in het plan zijn, vergeleken met de vorige versie, klein, zo niet significant, omdat de hoogte, breedte en diepte van het te bouwen pand niet gewijzigd zijn, en evenmin andere belangrijke aspecten zijn overwogen. In het voortraject van het bestemmingsplan, bij het opstellen van de stedenbouwkundige visie en het inrichtingsplan is meerdere malen overlegd met omwonende/bewoners en standpunten afgewogen. Alle voor het bestemmingsplan noodzakelijke aspecten lieten wij onderzoeken. De hoogte, breedte en diepte van de bebouwing is in eerder stadium in het kader van de wijkvisie en stedenbouwkundige visie afgewogen. Het inrichtingsplan is meerdere malen met de omwonenden/bewoners besproken. Het stedenbouwkundige plan is ter kennis gebracht aan de gemeenteraad op 14 februari 2006 en door het college vervolgens vastgesteld op 7 maart De welstandscommissie gaf op 12 juni 2006 een positief advies over het plan. Het plan is uitvoerig besproken en alle aspecten zijn veelvuldig en in voldoende mate

2 overwogen. Het bestemmingsplan behoeft daarom geen verdere aanpassing. 2. Het is niet begrijpelijk waarom gemeente Heusden het plan niet in 2004 verworp vanwege de grote tegenstand uit de wijk. Uit de inventarisaties onder de bewoners is geconcludeerd dat er meer ruimte in de wijk moest komen voor groen en parkeren. Bovendien werd de wijk als erg stenig ervaren, met relatief veel woningen op een klein oppervlak. Tegenwoordig hebben mensen veel meer auto s dan op het moment dat de huizen zijn gebouwd. Hiermee hield men vroeger geen rekening. Om dit probleem te kunnen oplossen is een visie opgesteld, waarin men afwijkt van de oostwest-orientatie om de wijk zo meer licht, lucht en ruimte te geven. Daarnaast worden er tegenwoordig andere eisen aan woonkwaliteit gesteld. Het deel van Oudheusden waar de wijkvisie betrekking op heeft kent 4 verschillende woningtypen. Bij woningrenovatie verandert de opzet van de woningen niet. Geredeneerd vanuit de huidige woonwensen, zijn de woningen erg krap. Ook zijn ze nauwelijks op huidige gewenste kwaliteitsniveau te brengen. Hier komt nog bij dat woningrenovatie ook altijd een huurverhoging tot gevolg zal hebben. Woonveste en gemeente vinden het noodzakelijk de visie uit te voeren. Pas dan kan een wezelijke oplossing worden geboden voor de gesignaleerde knelpunten. Indien de wijk nu niet wordt aangepakt zal de kwaliteit verder achteruit gaan en ontstaat er in de toekomst leegstand. De wijk gaat dus verpauperen. Het inrichtingsplan is meerdere malen met de omwonenden/bewoners besproken. De wijkvisie is voor het plangebied uitgewerkt in een stedenbouwkundig plan. Het stedenbouwkundig plan is ter kennis gebracht aan de gemeenteraad op 14 februari 2006 en door het college vastgesteld op 7 maart De bouwplannen voor de woningen zijn door de welstandscommissie beoordeelt. Hierbij is tevens de stedenbouwkundige setting op tafel gekomen waarin de woningen zijn gesitueerd. De welstandscommissie heeft op 12 juni 2006 positief geadviseerd over het plan. 3. Beperkte vraag naar appartementen onder doorstromers tot 55 jaar. Allereerst heeft het marktonderzoek appartementensector vooral betrekking op de kernen Vlijmen en Drunen. Vraag en aanbod van appartementen in de overige (kleinere) kernen in gemeente Heusden is niet expliciet onderzocht. Zoals wij in de toelichting van het bestemmingsplan aangaven bleek uit het behoefte onderzoek dat er in gemeente Heusden een vraag bestaat naar 180 appartementen per jaar. Hieraan is toegevoegd dat in de praktijk een vraag naar 80 appartementen realistischer is. Gemeente Heusden realiseert gemiddeld 72 appartementen per jaar, hoofdzakelijk in de kernen Drunen en Vlijmen.

3 In de overige kernen zijn er nauwelijks appartementen gerealiseerd, terwijl daarnaar wel vraag is. Zo ook in de kern Oudheusden. Hier is er geen tot zeer weinig aanbod. Het realiseren van 17 appartementen, van variërend van m2 BVO, in Oudheusden zorgt voor een meer gedifferentieerd woningaanbod in deze kern, wat ook een sociaalmaatschappelijk gewenste ontwikkeling is. Hiermee voldoen wij aan de eindconclusie van het marktonderzoek waarin staat differentieer naar koop/huur en prijsklasse binnen één project of binnen meerdere locaties. Dit was ook het uiteindelijke doel van de wijkvisie Oudheusden, wat de start vormde voor het latere stedenbouwkundige plan. Wij concluderen daarom dat het plan Castellum aansluit bij de conclusies van het onderzoek. 4. Bezonningsstudie. Om een goed beeld te krijgen van de daadwerkelijke bezonningssituatie na realisatie van de voorgenomen bebouwing is een bezonningsstudie uitgevoerd. De bezonningsstudie geeft in zeer beperkte mate een schaduwwerking aan voor de bestaande omliggende bebouwing. Zoals wij in het bestemmingsplan aangaven blijkt uit de studie dat er op diverse tijdstippen en jaargetijden geen onevenredige nadelen en/of effecten voor de omgeving optreden in de ochtend en avond. Daarmee is een goede woonkwaliteit waar het bezonning betreft gegarandeerd. Het plan behoeft ten aanzien van schaduwwerking als gevolg van de nieuwbouw dan ook geen aanpassing. 2. Duiker Onteigeningen Namens de heer en mevrouw A.M.A. van Hooft, Robrechtstraat 21 te Heusden en namens de heer R.H.B. van Uden, Robrechtstraat 19 te Heusden. Zienswijze: De zienswijze van de heer R.H.B. van Uden is gelijk aan de inspraakreactie door de heer R.H.B. van Uden zelf ingediend. Hiervoor verwijzen wij naar de bovenstaande beantwoording onder punt 1. De zienswijze van de heer en mevrouw A.M.A. van Hooft betreft een herhaling van de inspraakreactie van 12 januari. 1. De toename van de bebouwingsmogelijkheden leidt tot een toename van het aantal bewoners in het gebied en daarmee tot een toename van verkeersintensiteit. Voor het gebied zijn 37 woningen gepland, dat aantal is gelijk aan het huidige aantal woningen. We verwachten daarom geen sterke toename van verkeer en het aantal bewoners. Daarnaast treffen wij in overleg met de omwonenden passende maatregelen voor de verkeerssituatie in de nieuwe situatie. 2. Door het bouwplan ontstaat een afname van lichtinval en vermindering privacy Het uitgangspunt voor het ontwerp was meer licht, lucht en ruimte in de buurt. Door het

4 bouwplan is er juist een toename van open ruimte in het gebied en daarmee lichtinval in de wijk. De bezonningsstudie verschaft inzicht in de gevolgen van het plan voor het omliggende terrein qua bezonning, of zo men wil beschaduwing is. Om inzicht te verschaffen is voor vier verschillenden dagen, waaronder de kortste en de langste dag van het jaar, op verschillende tijdsstippen de schaduwwerking van de geprojecteerde bebouwing in beeld gebracht. In het kader van dit bestemmingsplan is daarmee voldoende aangetoond dat uitgezonderd de winter periode, als er dan al sprake is van zon, de omwonenden niet of nauwelijks hinder zullen ondervinden van de schaduwwerking van de gebouwen. De bezonningsstudie lag met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Daarnaast stuurden wij de bezonningsstudie toe aan diegene die daar om verzochten. Indien er sprake is van aantasting van het woongenot, zoals afname van lichtinval of vermindering van privacy, ten gevolge van het bouwplan, dan kunt u na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan daartoe een aanvraag voor planschadevergoeding in dienen. 3. Het huidige rioleringsnetwerk is sterk verouderd en dient voor heel Oud Heusden vernieuwd te worden om het fors toenemende aantal bewoners aan te kunnen. De huidige situatie is daarom milieutechnisch onaanvaardbaar. In het in 2002 opgestelde rioleringsplan hielden wij rekening met een nieuwe ontwikkelingslocatie in Oudheusden. Met de geplande uitbreidingen voldoet het rioleringsstelsel nog steeds aan de milieueisen. 4. De opstallen wijken af van het bestaande karakter van de wijk en bestaande bebouwing Een van de conclusies uit de inventarisaties onder de bewoners is dat er meer ruimte in de wijk moest komen voor groen en parkeren. Bovendien ervaarden men de wijk als erg stenig, met relatief veel woningen op een klein oppervlak. Tegenwoordig hebben mensen veel meer auto s dan op het moment dat de huizen zijn gebouwd. Daarnaast stelt men tegenwoordig andere eisen aan woonkwaliteit. Om het bovengenoemde probleem op te lossen is een visie opgesteld, waarin men afwijkt van de oostwest-orientatie om de wijk zo meer licht, lucht en ruimte te geven. Daarnaast kent het deel van Oudheusden, waar de wijkvisie betrekking op heeft, 4 verschillende woningtypen. Woonveste en gemeente vinden het noodzakelijk de visie uit te voeren. Pas dan kunnen zij een wezenlijke oplossing bieden voor de gesignaleerde knelpunten. Indien de wijk nu niet wordt aangepakt zal de kwaliteit verder achteruit gaan en ontstaat er in de toekomst leegstand. De wijk gaat dus verpauperen. 5. Door de nieuwbouw wordt het schaarse groen (tuinen) in de wijk aangetast. In de huidige situatie is sprake van weinig (openbaar) groen. Als gevolg van de nieuwe invulling van het plangebied komt er juist meer (openbaar) groen. Er is daarmee eerder sprake van verrijking dan van aantasting van het wijkgroen. Daarnaast hebben de te realiseren grondgebonden woningen ruimte voor de aanleg van een tuin. De tuinen van de omliggende bestaande bebouwing worden door de nieuwbouw niet aangetast.

5 6. Onduidelijk of althans onvoldoende gemotiveerd is wat de gevolgen zijn van de realisatie van nieuwere bouwwerken voor de archeologische waarden in het gebied. Zoals in het bestemmingsplan aangegeven heeft het plangebied, zowel onder- als bovengronds, geen cultuurhistorische waarde. Het gebied is niet aangewezen als gebied met hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Wij verwachten dan ook geen gevolgen voor de archeologische waarden van het gebied als gevolg van de nieuwbouw. Conclusie De zienswijze diende men binnen de wettelijke termijn in. De ingebrachte zienswijzen kunnen ontvankelijk en ongegrond worden verklaard. 8 oktober 2007