Bachelorscriptie. Universiteit Leiden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelorscriptie. Universiteit Leiden"

Transcriptie

1 Universiteit Leiden Bachelorscriptie De gevolgen van de invoering van het wetsvoorstel Herijking wettelijke strafmaxima voor de kwalificatie en afbakening van culpose delicten. Naam: Nanda Ros Studierichting: Rechtsgeleerdheid Datum: 25 mei 2007 Naam begeleider: Mw. Mr. drs. P.M. Schuyt Aantal pagina s: 17 pagina s Aantal woorden: 4990 woorden

2 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave blz Inleiding blz Kwalificatie en afbakening van het begrip culpa blz Kwalificatie vormen culpa. blz Afbakening culpa en opzet. blz Wat is de invloed van de wetswijziging geweest op het begrip culpa? blz Wat is de invloed geweest van de wetswijziging op het verschil tussen culpose en doleuze delicten? blz Conclusie blz Literatuurlijst blz. 16 2

3 2. Inleiding In het strafrecht kennen wij twee verschillende soorten misdrijven; culpose delicten en doleuze delicten. Het is bekend dat tussen opzet en culpa een dunne scheidingslijn ligt. Echter, in de straftoemeting zaten er voorheen grote verschillen tussen deze twee vormen van misdrijven. Dood door schuld (culpoos delict) bijvoorbeeld, kende in art. 307 Sr een strafmaximum van 9 maanden, terwijl op doodslag (doleus delict) maximaal 15 jaar staat. Dit terwijl er tussen voorwaardelijk opzet en bewuste schuld (bestaande uit roekeloosheid) in bepaalde gevallen minimale verschillen zijn te constateren. Dit grote verschil tussen de strafbedreigingen van culpose en doleuze delicten werd door de wetgever als onbevredigend ervaren. Met de invoering van het wetsvoorstel Herijking wettelijke strafmaxima werd getracht dit probleem te verhelpen, door de strafmaxima van culpose delicten te verhogen. In de Memorie van Toelichting staat dat een herijking van de strafmaxima twee aanmerkbare verbeteringen ten gevolge heeft ten opzichte van de huidige systematiek. In de eerste plaats kan bij roekeloze verkeersgedragingen waarbij in ernstige mate te hard of onder invloed is gereden, een passend strafrechtelijk verwijt worden gemaakt. Zo kan onder omstandigheden bijvoorbeeld ook het niet-verlenen van voorrang, spookrijden of rijden in een zeer ondeugdelijk voertuig leiden tot het oordeel dat sprake is van roekeloosheid. In de tweede plaats worden de hoogste strafmaxima zo duidelijk gereserveerd voor de gevallen waarvoor zij zijn bedoeld, namelijk die waarin sprake is van roekeloosheid. 1 Sinds 1 februari 2006 is het wetsvoorstel Herijking wettelijke strafmaxima ingevoerd. In deze scriptie wil ik onderzoeken wat deze wetswijziging in feite teweeg heeft gebracht en dan voornamelijk voor de kwalificatie en de straftoemeting van culpose delicten. Aan de hand van een aantal deelvragen probeer ik tot een conclusie te komen met betrekking tot dit vraagstuk. Daarbij komen onder andere de kwalificatie en de afbakening van het begrip culpa, de invloed die de wetswijziging heeft gehad op de verschillende vormen van culpa en op de verschillen tussen culpose en doleuze delicten aan de orde. 1 Tweede Kamer (2002), wijziging van het wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994; Memorie van Toelichting herijking van een aantal wettelijke strafmaxima, kamerstuk , 28484, no. 3, Den Haag, pag

4 3. Kwalificatie en afbakening van het begrip culpa Voordat ik aan de inhoudelijke behandeling van de wetswijziging begin, lijkt het mij noodzakelijk een duidelijk beeld te krijgen van het begrip culpa. Daarbij duid ik niet alleen op de kwalificatie van de verschillende vormen van culpa, maar ook op de afbakening met opzet. Hieronder worden eerst de verschillende vormen van culpa behandeld, waarna ik verder zal gaan met de afbakening van culpose delicten ten opzichte van doleuze delicten. 3.1 Kwalificatie van de verschillende vormen van culpa Culpa wordt gedefinieerd in de Memorie van Toelichting als een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Het begrip culpa bestaat uit normatieve en psychologische elementen. Het normatieve element van culpa uit zich in de vermijdbaarheid en de verwijtbaarheid, de objectieve en de subjectieve kant van culpa. Het gaat in het kort gezegd om de mogelijkheid tot het anders moeten of kunnen handelen. Het gevolg is aan het onvoorzichtige gedrag te wijten omdat het gedrag in strijd was met de geschreven of ongeschreven normen en omdat van deze verdachte anders mocht worden verwacht. 2 Naast het normatieve component vind je in culpa ook een psychisch component; de onbewuste en de bewuste schuld. Wanneer de dader niet op de hoogte was van de mogelijke gevaren, wordt er gesproken van onbewuste schuld, van onoplettendheid. In het kort wordt hier ook vaak gesproken van niet-weten en niet-willen. Van bewuste schuld is sprake als de dader de gevolgen wel had voorzien, maar er tegelijkertijd van uitgaat dat de gevolgen niet zullen intreden, oftewel het weten maar niet-willen. Hieronder vallen onder andere roekeloos handelen en het nalaten van voorzorgsmaatregelen treffen. Onbewuste schuld wordt door velen beschouwd als de ondergrens van het begrip culpa. Toch is dit niet altijd het geval. Ook bij onbewuste schuld kan er een onderscheid worden gemaakt met betrekking tot de mate van schuld. Het kan zijn dat iemand onbewust heeft gehandeld maar dat daarbij een grote mate van onverschilligheid kan worden geconstateerd. Zo kan onbewuste schuld onder omstandigheden wijzen op een dermate grote onverschilligheid jegens de medemens 2 J. de Hullu,

5 dat zij als ernstiger is aan te merken dan bepaalde vormen van bewuste schuld. 3 Hier wordt dus gesproken van een onbewuste/zwaardere schuld. Daar komt bij dat je naast een zwaardere gradatie van schuld ook in een aantal gevallen kan spreken van lichte schuld. Hier is sprake van als iemand in lichte mate onvoorzichtig heeft gehandeld. Een goed voorbeeld van lichte schuld is het Verpleegster-arrest. 4 In deze zaak ging het om een verpleegster die aan het einde van haar werkdag nog werd gevraagd te assisteren bij een spoedoperatie. Er werd haar gevraagd een flesje uit de medicijnenkast te pakken, om deze vervolgens aan te reiken aan de hoofdzuster, die de vloeistof zou injecteren in de patiënt. Op de plek waar normaal gesproken het juiste flesje had moeten staan, stond een ander flesje met daarin een andere vloeistof. De verpleegster keek geheel volgens de regels op het etiket, maar mede door de chaos die er op dat moment heerste in de operatiekamer en het feit dat in strijd met de regels van het ziekenhuis niet werd gecontroleerd of zij het juiste flesje had gepakt, werd de patiënt met de verkeerde vloeistof geïnjecteerd, waardoor de patiënt overleed. Ondanks het feit dat de verpleegster werd veroordeeld voor dood door schuld kreeg zij slechts 1 dag hechtenis opgelegd. De rechtbank nam daarbij de emoties van de verpleegster na het ongeluk en de inlichtingen die de rechtbank had gekregen rond haar werk en persoon mee in zijn overweging. Hier werd door de rechter een licht mate van schuld geconstateerd en dit was dan ook terug te zien in het vonnis met betrekking tot de hoogte van de straf. Het feit dat binnen onbewuste schuld zwaardere vormen kan aannemen, neemt de grote verschillen tussen onbewuste en bewuste schuld nog niet weg. Roekeloosheid enerzijds en onoplettendheid anderzijds, zijn naar mijn mening moeilijk te verenigen onder dezelfde noemer, in dit geval culpa. De verschillen in de psyche van de dader zijn daar mijns inziens te groot voor. Dat het oude systeem als onbevredigend werd ervaren kan ik begrijpen, aangezien in de strafmaxima de grote verschillen tussen de verschillende vormen niet terug waren te vinden. De enige uitzondering hierop was te vinden in de Wegenverkeerswet 1994, waar roekeloos handelen, in de vorm van met alcohol achter het stuur zitten en/of te hard rijden, als strafverzwarende grond diende. Of de wetswijziging een verbetering teweeg heeft gebracht op dit gebied, zal ik verderop in mijn scriptie beoordelen. 3 D.H. de Jong, 1999, pag HR 19 februari 1963, NJ 1963,

6 3.2 Afbakening culpa en opzet Tussen de begrippen culpa en opzet zijn minimale verschillen te constateren. Er is dan ook veel aandacht besteed in de literatuur en de rechtspraak aan deze problematiek. Vooral het Porsche-arrest 5 kan op dit gebied worden gezien als een geruchtmakend arrest. Het ging hier om een dronken bestuurder van een Porsche die de maximum snelheid ruim overschreed, tot tweemaal toe een rood licht negeerde en verscheidene inhaalpogingen deed, waarbij hij regelmatig te dicht op zijn voorganger zat. Na drie mislukte inhaalpogingen waarbij de bestuurder abrupt naar links uitweek om vervolgens weer direct naar zijn eigen rijbaan terug te keren, ging het bij de vierde inhaalpoging fout. Er volgde een aanrijding met een tegemoet rijdende Volvo en Audi, waarbij vijf mensen het leven lieten. De bestuurder van de Porsche werd primair doodslag (in de vorm van voorwaardelijk opzet) en secundair dood door schuld (in de vorm van roekeloosheid) tenlastegelegd. In deze zaak heeft de Hoge Raad omstandigheden vastgesteld, wanneer er sprake is van voorwaardelijk opzet. Ten eerste is hiervoor het kenniselement vereist: de dader moet zich van de mogelijkheid bewust zijn geweest dat een bepaald gevolg kan intreden. Hierbij is het bewust horen te zijn of het redelijkerwijs kunnen begrijpen niet voldoende. Als tweede vereiste voor voorwaardelijk opzet wordt het wilsvereiste genoemd: de dader moet de kans dat het gevolg zou intreden willens en wetens hebben aanvaard, voor lief hebben genomen, op de koop toe hebben genomen. Het gaat, zoals A.A.G. Peters aangeeft in zijn boek Opzet en schuld in het Strafrecht, om de mentaliteit van de dader. "Voorwaardelijk opzet verwijst dus duidelijk naar de in de daad tot uiting komende (schuldige) mentaliteit die dan mede de betekenis van de daad (als doodslag, diefstal etc.) bepaalt." 6 Maar hoe moet voorwaardelijk opzet worden afgescheiden van bewuste schuld? Het werkelijke onderscheid met culpa zit hem in de psychologische overwegingen van de dader, in het wilsvereiste. Het is daarbij aan de rechter om te beslissen of aan de dader het voor lief nemen (voorwaardelijk opzet) of lichtzinnigheid (culpa) kan worden toegerekend. Een niet al te gemakkelijke opgave voor de rechter. Hoewel de rechter duidelijk heeft geprobeerd een scheidingslijn aan te geven tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid is dit mijns inziens niet echt gelukt. De Hoge Raad geeft aan dat er slechts sprake kan zijn van voorwaardelijk opzet, als de verdachte willens en wetens bewust de 5 HR 15 oktober 1996, NJ 1997, A.A.G. Peters,

7 aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het gevolg zou intreden, oftewel het gevolg op de koop heeft toegenomen. Op deze uitleg als zodanig heb ik weinig commentaar, mijn bezwaar gaat voornamelijk uit naar wat de Hoge Raad onder deze kwalificatie verstaat. Het valt op dat de aandacht verschuift van de psychische component van opzet, naar de normatieve component; wanneer kan de dader voorwaardelijk opzet worden toegerekend? 7 Deze ontwikkeling in de rechtspaak komt helaas de consistentie van de Hoge Raad niet ten goede. Nu de Hoge Raad heeft bepaald dat er aan sommige situaties algemeen bekende risico s zijn verbonden en wanneer iemand deze risico s heeft aanvaard, de dader voorwaardelijk opzet kan worden toegerekend 8, moet ik toch stellen dat ik mijn twijfels heb over de juistheid van de beslissing van de Hoge Raad in het Porsche-arrest. Dat de Hoge Raad in dit arrest de psychische component sterk naar voren brengt, is niet verenigbaar met de lijn die de Hoge Raad over het algemeen volgt. In de uitspraak in het Porsche-arrest is in overweging genomen, dat niet kon worden bewezen dat de dader ook zijn eigen dood op de koop toe had genomen, waardoor er geen sprake kon zijn van voorwaardelijk opzet. Of dit een correcte redenering, is betwijfel ik. Nu algemeen bekend is dat het onder invloed van alcohol rijden bepaalde risico s met zich mee brengt, acht ik het bewezen dat op het moment dat een persoon onder invloed achter het stuur kruipt, hij deze risico s aanvaard. Daar komt bij dat ik mij geheel aansluit bij de opvatting van de heer De Jong die stelt dat het niet echt overtuigend is om juist bij de hier vertoonde ernstige vorm van wegpiraterij geen voorwaardelijk opzet aan te nemen. 9 Maar hierover meer verderop in deze scriptie. Kort gezegd onderscheidt culpa zich van opzet op het gebied van de wil van de dader. Bij culpa ontbreekt de gerichte wil, terwijl deze bij opzet wordt geacht aanwezig te zijn. Dit verschil in de wil van de dader wordt vaak gebaseerd op een enkele handeling 10, waardoor kan worden geconstateerd dat dit verschil in bepaalde 7 D.H. de Jong, 1999, pag Een voorbeeld hiervan is het arrest HR 25 november 1986, NJ 1987, 493. Hierin overwoog de Hoge Raad het volgende: Uitgaande van de algemene ervaringsregel dat de bestuurder, tevens enige inzittende, van een hem toebehorende personenauto, waarin zich een niet onaanzienlijke hoeveelheid heroïne bevindt, met de aanwezigheid van die heroïne bekend pleegt te zijn, heeft het Hof het bewezenverklaarde uit de gebezigde bewijsmiddelen kunnen afleiden, met name ook dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld. 9 D.H. de Jong, 1999, pag In het Porsche-arrest was er sprake van drie eerdere mislukte inhaalpogingen waarbij de bestuurder abrupt naar links uitweek om vervolgens weer direct naar zijn eigen weghelft terug te keren indien hij zak dat er een tegenligger aankwam. De vierde inhaalpoging keerde hij niet terug naar zijn eigen weghelft waardoor hij botste op zijn tegenligger. Gezien het feit dat de bestuurder bij de eerste drie 7

8 gevallen minimaal is. Toch bestond er, voor de wetswijziging een grote discrepantie in de strafmaxima tussen deze twee delictsvormen. Dood door schuld (culpoos delict) bijvoorbeeld, kende in art. 307 Sr een strafmaximum van 9 maanden, terwijl op doodslag (doleus delict) maximaal 15 jaar staat. De vooronderstelling luidt dat de maxima van de vrijheidsstraffen in hun onderlinge verhouding de waardering van de ernst van de verschillende delicten tot uitdrukking brengen merken de Hullu, de Roos, Koopmans terecht op. 11 Hiermee wordt onder andere gezinspeeld op de ernst van het feit als een van de ijkpunten voor de vaststelling van de strafmaxima. Vooral de subjectieve ernst van het feit is voor het onderscheid tussen culpose en doleuze delicten van belang. De Hullu, de Roos, Koopmans merken op dat dit ijkpunt in ieder geval impliciet invloed op de strafmaxima uitoefent doordat de fundamentele onderscheiding tussen doleuze delicten, culpose delicten en delicten zonder opzet- of schuldvereiste aan zowel het Wetboek van Strafrecht als de bijzondere wetten ten grondslag ligt. Dit onderscheid is (of was in ieder geval) richtinggevend voor de strafmaxima, met name wanneer het gaat om de onderlinge verhouding tussen de strafmaxima voor respectievelijk een doleuze, culpose en kale variant van een bepaald gedrag. 12 Ik merk alleen op dat ondanks het feit dat er minimale verschillen bestaan tussen roekeloosheid en voorwaardelijk opzet, er in de strafmaxima zeer grote verschillen waren te vinden voor de wetswijziging. 4. Wat is de invloed van de wetswijziging geweest op het begrip culpa? Eerder heb ik al opgemerkt dat mijns inziens er een grote verscheidenheid bestaat tussen de verschillende vormen in aard van culpa. Dit was voorheen niet terug te vinden in de bijbehorende strafmaxima. Ook het wetsvoorstel geeft hier voor mij geen bevredigend antwoord op. Hoewel er een aparte strafverzwarende grond is toegevoegd voor gevallen waarin roekeloos is gehandeld, zijn ook voor de lichtere varianten van culpa de strafmaxima omhoog gegaan. 13 Dit lijkt mij niet de juiste oplossing. Er bestond een duidelijke discrepantie tussen roekeloosheid en bijvoorbeeld onoplettendheid en ik ben van mening dat de strafverzwarende grond inhaalpogingen niet doorzette toen hij zag dat het inhalen niet mogelijk was, besloot de Hoge Raad dat daarom geen voorwaardelijk opzet kon worden geconstateerd. 11 J. de Hullu, I. M. Koopmans, Th. A. de Roos, J. de Hullu, I. M. Koopmans, Th. A. de Roos, Bijvoorbeeld voor het commune dood door schuld gaat het strafmaximum van 9 maanden naar 2 jaar, wat nog eens verdubbeld wordt naar 4 jaar in geval van roekeloosheid. Bij dood door schuld in de Wegenverkeerswet gaat het strafmaximum in geval van roekeloosheid van 3 naar 6 jaar. 8

9 die de wetgever heeft ingevoerd voor gevallen waarin er roekeloos is gehandeld, dan ook terecht is. Echter, ik sta niet achter een verhoging van culpose delicten in zijn geheel. Vooral op het gebied van de onbewuste schuld roept dit vragen bij mij op. De term onbewuste schuld, de ondergrens van culpa, behelst in veel gevallen een lichte mate van schuld. Dat betekent dat aan de dader in dit geval maar een lichte mate van schuld kan worden verweten. Deze lichte mate van schuld komt mijns inziens niet meer overeen met het strafmaximum, aangezien deze in de wetswijziging is verhoogd naar twee jaar. Nu al eerder in de rechtspraak is gebleken dat er geworsteld wordt met het straffen van onbewuste schuld 14, begrijp ik niet waarom het strafmaximum van ook de ondergrens van culpa is verhoogd. Ik kan niet ontkennen dat er gevallen bestaan waarin de onbewuste schuld zwaardere vormen aanneemt, bijvoorbeeld wanneer het gaat om personen die zich over het algemeen weinig aantrekken van het lot van hun medemens. Wanneer bij deze personen de roekeloosheid niet aanwezig kan worden geacht, kan ik mij inleven in de mening van de wetgever, dat hij deze onverschilligheid zwaar wil straffen en dat een strafmaximum van 9 maanden in dit soort gevallen toch enigszins aan de lage kant is. De kanttekening die ik hier wel bij wil maken, is dat deze gevallen eerder tot de uitzondering dan tot de regel behoren en in de meeste gevallen onbewuste schuld ook wijst op een bepaalde niet-wetendheid van de dader. Deze nietwetendheid zou mijns inziens dan ook niet al te zwaar bestraft mogen worden. Het feit dat de wetgever zo vastberaden is de ondergrens en de bovengrens van culpa onder een noemer te houden, is mijns inziens niet te rechtvaardigen met de werkelijke verschillen die in het begrip culpa naar voren komen. Misschien zou het gaan om ijdele hoop van de wetgever om de onderlinge verschillen tussen de culpavarianten beperkt te houden? IJdele hoop, gezien het feit dat tussen roekeloosheid en onbewuste schuld al een zodanig groot verschil ligt, dat we enige overeenkomsten tussen deze twee varianten van culpa naar mijn mening al lang uit het zicht zijn verloren. Ik denk dat het probleem van de grote diversiteit alleen opgelost kan worden met meer radicalere maatregelen. Een probleem als dit wordt niet opgelost door slechts de strafmaxima te verhogen. Zo sluit je de ogen voor het werkelijke probleem. De wetgever had mijns inziens radicalere stappen moeten ondernemen. Ik zou eerder pleiten voor drie verschillende culpa varianten, die ieder 14 HR 19 februari 1963, NJ 1963,

10 hun eigen mate van schuld en hun eigen strafmaxima bevatten. Als ondergrens van culpa de onbewuste/lichte schuld, als middenmoot de onbewuste/zwaardere schuld en de bewuste/lichte schuld en tot slot als bovengrens van culpa de bewuste/zwaardere schuld (de roekeloosheid). Naar mijn mening kunnen moeiteloos de verschillende culpose gedragingen onder deze drie gradaties worden geplaatst, zodat je in een keer een oplossing voor de gehele problematiek vindt. Met deze indeling zou ook de lijn van de door de wetgever voorgestelde strafmaxima gevolgd kunnen worden. Nu met betrekking tot de ondergrens de ontevredenheid zich niet uitte over de lichte/onbewuste schuld, maar meer over de lichte/bewuste en de zwaardere/onbewuste schuld, past een strafmaximum van 9 maanden prima bij de onbewuste/lichte schuld. Dat er een verhoging van de strafmaxima van lichte/bewuste en zwaardere/onbewuste schuld nodig was, ben ik eens met de wetgever, evenals een verhoging van de strafmaxima van de bovengrens van het begrip culpa, de zwaardere/bewuste schuld, ook wel roekeloosheid genoemd waardoor ik de voorgestelde verhoging van de strafmaxima van de wetgever van een maximum van 2 jaar zou koppelen aan de lichte/bewuste en zwaardere/onbewuste schuld en een maximum van 4 jaar zou voorstellen voor de zwaardere/bewuste schuld. Bij het commune (zwaar) lichamelijk letsel door schuld zou 6 maanden, respectievelijk een jaar, en wanneer het de dood ten gevolge heeft 2 jaar volstaan. Ik ben mij er van bewust dat zo de huidige systematiek volledig omgegooid zou worden en dat veel mensen zich zullen afvragen waarom dit noodzakelijk is, gezien het feit dat de rechter altijd lagere straffen kan opleggen dan het maximum wat is vastgesteld voor het desbetreffende delict. Natuurlijk kan de rechter altijd lagere straffen opleggen, maar dit neemt niet weg dat we bij de verschillende delicten passende strafmaxima moeten plaatsen. Waarom kennen we anders verschillende strafmaxima is onze wet? Er is voor gekozen de wettelijke strafmaxima te koppelen aan onder andere de ernst van het feit, een van de ijkpunten die wordt gegeven voor de vaststelling van de strafmaxima. 15 Mijns inziens moet dit worden doorgevoerd ook binnen het begrip culpa. Bovendien heeft de rechter nu een betere richtlijn voor de straftoemeting voor culpose delicten. Voorheen had de rechter een zeer grote vrijheid in zijn straftoemeting. Met de door mij aangedragen driedeling kan 15 J. de Hullu, I. M. Koopmans, Th. A. de Roos,

11 bijvoorbeeld het strafmaximum van de middenmoot van culpa als ondergrens dienen voor de bovengrens van culpa, de roekeloosheid. Wanneer in een situatie een persoon wordt veroordeeld voor het commune dood door schuld en de rechter vastgesteld dat deze dader roekeloos heeft gehandeld, kan de rechter kiezen voor een straf die ligt tussen de 2 en de 4 jaar. Een duidelijke richtlijn wat tevens de rechtszekerheid bevordert. Door de culpagradaties te koppelen aan hun eigen strafmaxima, zorgt dit niet alleen voor een betere weerspiegeling met betrekking tot de ernst van het feit, het bevorderd tevens de rechtszekerheid. Mensen weten zo beter bij welke gedraging, welke strafbedreiging hoort en elke straf zij ongeveer kunnen verwachten. Daar komt bij dat er in de literatuur al langer vraag is naar een passende oplossing voor het begrip culpa. 16 Ook sinds de laatste wetswijzigingen die in 1998 en in 2006 zijn ingevoerd, heerst er nog geen tevredenheid over de door de wetgever aangedragen oplossing. Met de wetswijziging wordt er nog steeds geen helder beeld van het begrip culpa weergeven. Hoewel de wetgever heeft geprobeerd met de laatste wetswijziging een duidelijk signaal uit te geven dat er verschillende omstandigheden kunnen bestaan waardoor de ernst van het feit verandert en waardoor een hoger strafmaximum gepast is, lijkt mij de oplossing die door de wetgever wordt aangedragen niet de juiste. De wetgever heeft getracht het probleem rond het begrip culpa op te lossen door middel van strafverzwarende omstandigheden, maar ik pleit in deze situatie voor een door mij hierboven aangedragen driedeling met daaraan gekoppelde strafmaxima, aangezien de verschillen tussen de ondergrens en de bovengrens van culpa dusdanig groot zijn, dat mijns inziens hiervoor aparte categorieën zouden moeten worden ingevoerd. 5. Wat is de invloed geweest van de wetswijziging op het verschil tussen culpose en doleuze delicten? Van het feit dat roekeloosheid zeer dicht bij voorwaardelijk opzet ligt, zijn we op de hoogte. Daarom kan ik zonder twijfel instemmen met de opvatting dat de wettelijke strafmaxima niet aansloot bij dit minimale verschil. Ook de wetgever heeft dit ingezien en geprobeerd door middel van een algehele verhoging van de strafmaxima 16 De Hullu en Wedzinga pleiten in Naar een hoger strafmaximum voor culpose (verkeers)delicten? voor een integrale herziening van de strafmaxima voor culpose delicten, evenals De Jong in De bijzondere strafrechtelijke positie van culpose misdrijven. 11

12 van culpose delicten dit op te lossen. Toch is dit volgens mij niet de juiste oplossing. Nu de strafmaxima van culpose delicten dichter tegen de strafmaxima van culpa zijn komen te liggen, rijst er een nieuwe vraag: zijn de verschillen tussen roekeloosheid en voorwaardelijk opzet, zeker in de Wegenverkeerswet, nu niet zo minimaal geworden dat er nog wel van een duidelijke scheiding kan worden gesproken? De wetgever heeft getracht de verschillen tussen culpose gedragingen onderling klein te houden, door ook de strafmaxima van de ondergrens van culpa te verhogen. Zo is naar mijn mening tevergeefs getracht de verschuiving van roekeloosheid naar voorwaardelijk opzet tegen te gaan. Een probleem als dit wordt niet opgelost door de andere strafmaxima aan te passen, aangezien hier, als je kijkt naar de verschillende vormen van culpa, geen rechtvaardiging voor te vinden is (zie het vorige hoofdstuk). Eerder in deze scriptie hebben we gezien dat de Hoge Raad in het Porsche-arrest heeft getracht een duidelijke scheidingslijn op te stellen tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid. Ik ben er niet van overtuigd dat dit geslaagd is. Hoewel de voorwaarden die de Hoge Raad stelt aan voorwaardelijk opzet juist zijn, geeft dit geen duidelijke scheidingslijn aan met culpa. Waar we al eerder hebben vastgesteld dat het werkelijke onderscheid tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid ligt in de psyche van de dader, moet ik nu, gezien het feit dat in de rechtspraak de aandacht is verschoven naar de normatieve component, constateren dat deze scheidingslijn is vervaagd. Dat klassieke afscheiding tussen (voorwaardelijk) opzet en culpa (in de vorm van roekeloosheid) zijn vervaagd, komt nog het sterkst naar voren in de strafmaxima van de Wegenverkeerswet die met de wetswijziging zijn ingevoerd. De maxima in de Wegenverkeerswet zijn verhoogd tot 3 jaar indien bij een verkeersongeval een persoon wordt gedood, respectievelijk 6 jaar wanneer er roekeloos is gehandeld en 12 jaar wanneer de dader onder invloed heeft gereden of indien het verkeersongeval werd veroorzaakt door de snelheidslimiet te overschrijden. Wanneer dit wordt vergeleken met het strafmaximum van doodslag, namelijk 15 jaar, moet worden geconstateerd dat de wetgever zelf de scheidingslijn tussen opzet en roekeloosheid in de vorm van te hard rijden of onder invloed rijden kleiner heeft gemaakt. Waarom de wetgever deze vormen dan niet in beginsel onder voorwaardelijk opzet plaatst, wijst naar mijn mening meer op een principiële kwestie. Nu het een 12

13 duidelijke beslissing is van de wetgever om het met te veel alcohol op achter het stuur kruipen en het te hard rijden als strafverzwarende grond toe te voegen aan het culpose dood door schuld, had de wetgever deze twee vormen van roekeloosheid ook onder een nieuw opzettelijk verkeersdelict kunnen plaatsen, bijvoorbeeld doodslag in het verkeer. Ik acht de rechtvaardiging hiervoor zeker aanwezig, met het oog op het feit dat de wetgever zelf eigenlijk al toegeeft dat deze twee gedragingen erger zijn dan roekeloosheid, door ze als strafverzwarende grond boven roekeloosheid te plaatsen. De bovengrens van het begrip culpa is roekeloosheid en als de wetgever van mening is dat een gedraging erger is dan roekloosheid moet deze mijns inziens onder voorwaardelijk opzet worden geplaatst. Nu de wetgever ervoor kiest om onder invloed en te hard rijden specifiek onder culpa te plaatsen, geeft hij daarbij bovendien geen gehoor aan de vele kritieken op het Porschearrest. 17 De wetgever heeft met de wetswijziging een keuze gemaakt om de verschillen dusdanig klein te maken (het gaat hier om een verschil in strafmaximum van 3 jaar), waardoor naar mijn mening de overstap naar voorwaardelijk opzet nu zeer laagdrempelig is. Hoewel dit zou ingaan tegen het Porsche-arrest 18, lijkt mij dit in deze twee specifieke gevallen toch de beste oplossing. Zeker gezien het feit dat in deze twee gevallen aan het wilsvereiste kan worden voldaan, als men kijkt naar het voortraject van de gebeurtenis. Wanneer iemand met alcohol achter het stuur kruipt of veel te hard gaat rijden, kan men ervoor pleiten dat men op dat moment de aanmerkelijke kans op een ongeval aanvaardt. De beslissing om met alcohol achter het stuur te kruipen is gewoonlijk een opzettelijke. De beslissing om veel te hard te rijden eveneens. 19 Om verder te gaan met het commune strafrecht moet ik opmerken dat de door mij hiervoor voorgestelde oplossing niet op zou gaan voor het commune strafrecht. Daarvoor is er een te grote discrepantie aanwezig tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid in het commune strafrecht. Dat men kan voorzien dat het zwaaien met een barkruk in een druk café leidt tot gewonden, is volgens mij moeilijk tegen te spreken, evenals het in het wilde weg om zich heen schieten kan leiden tot een 17 M. Otte, Wanneer de wetgever zou besluiten dat het onder invloed rijden en de snelheidslimiet overschrijden onder voorwaardelijk opzet zou vallen, gaat hij hiermee in tegen het Porsche-arrest waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat bij het onder invloed rijden voorwaardelijk opzet niet automatisch kan worden aangenomen. 19 D.H. de Jong, M. Kessler, M. Otte, H.D. Wolswijk, 2003, afl

14 dodelijk slachtoffer. 20 Het wilsvereiste is bij het commune strafrecht duidelijker herkenbaar, duidelijker dan in bijvoorbeeld het verkeer. De wettelijke strafmaxima die de wetswijziging invoert voor commune delicten, lijken mij dan ook niet meer dan rechtvaardig, gelet op het feit dat in het commune strafrecht de psychische component nog steeds het sterkst naar voren komt. Een verschil is 6 jaar voor dood door schuld en 15 jaar voor doodslag is misschien aan de hoge kant, toch kan ik mij hier bij aansluiten, gezien de duidelijke verschillen tussen voorwaardelijk opzet en roekeloosheid in het commune strafrecht. 6. Conclusie De wetgever heeft met de wetswijziging Herijking wettelijke strafmaxima gehoor gegeven aan de ontevredenheid die er heerste met betrekking tot de strafmaxima van culpose delicten. Helaas is dit mijns inziens een goed bedoelde stap in de verkeerde richting geweest. Met de verhoging van zowel de ondergrens als de bovengrens van het begrip culpa komen de strafmaxima niet overeen met de gradaties binnen het begrip culpa en wijkt men daarbij af van een van de ijkpunten, de ernst van het feit, die worden gegeven voor de vaststelling van de strafmaxima. Met de wetswijziging wordt mijns inziens afstand genomen van de veronderstelling dat de maxima van de vrijheidsstraffen in hun onderlinge verhouding de waardering van de ernst van de verschillende delicten tot uitdrukking brengen. 21 Dit lijkt mij geen goede ontwikkeling, zeker niet gezien het feit dat de rechter in ons land een grote vrijheid toekomt als het gaat om de bepaling van de straftoemeting. Door een driedeling aan te brengen in bijvoorbeeld het commune dood door schuld met als ondergrens de onbewuste/lichte schuld met een strafmaximum van 9 maanden, als middenmoot de onbewuste/zwaardere schuld en de bewuste/lichte schuld met een strafmaximum van 2 jaar en tot slot als bovengrens van culpa de bewuste/zwaardere schuld (de roekeloosheid) met een strafmaximum van 4 jaar, kan dit probleem worden opgelost en kan er worden gezorgd voor een verheldering van het begrip culpa. Met deze nieuwe indeling worden pas echt de hoogste strafmaxima duidelijk gereserveerd voor de gevallen waarvoor zij zijn bedoeld HR 10 oktober 2000, NJ 2001, Zie hierboven, noot Zie hierboven, noot 1. 14

15 Ook met betrekking tot de problematiek rond de roekeloosheid en het voorwaardelijk opzet heeft een andere oplossing mijn voorkeur. Het plaatsen van onder invloed en te hard rijden als strafverzwarende grond boven roekeloosheid, geeft voor mij aan dat deze twee gedragingen buiten culpa vallen. Ik ben van mening dat deze gedragingen beter op hun plaatst zijn onder het voorwaardelijk opzet en daarom moeten worden gekoppeld aan een strafmaximum van 15 jaar. De wetswijziging heeft getracht de problemen rond het begrip culpa op te lossen, maar heeft daarbij naar mijn mening het werkelijke probleem uit het oog verloren. Het werkelijke probleem schuilde in de diversiteit binnen het begrip culpa en in een tweetal gedragingen, onder invloed en te hard rijden, die naar mijn mening niet verenigbaar zijn met het begrip culpa. Problemen die slechts door middel van een radicale verandering in de systematiek van de wet, opgelost kunnen worden. 15

16 7. Literatuurlijst Boeken: - Arps, F., Onderzoek naar strafmaxima in bijzondere wetgeving. Leiden, de Hullu, J., Materieel Strafrecht: Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands recht, derde druk, Deventer, de Hullu, J. & Koopmans I. M. & de Roos Th.A., Het wettelijk strafmaximum. Een onderzoek naar het patroon van strafmaxima in het commune en het bijzondere strafrecht, Monografieën Strafrecht, Gouda Quint b.v., Deventer Peters, A.A.G., 'Opzet en schuld in het strafrecht', Deventer, Kluwer, 1966 Artikelen: - de Hullu, J. & Wedzinga, W., Naar een hoger strafmaximum voor culpose (verkeers-) delicten?, DD 27 (1997), afl. 8 - de Jong, D.H., De bijzondere strafrechtelijke positie van culpose misdrijven, Ontmoetingen, de Jong, D.H. & Kessler M. & Otte M. & Wolswijk H.D., Verhoging van strafmaxima op culpose misdrijven, DD 33 (2003), afl. 3 Jurisprudentie: - HR 1 juni 2004, LJN AO HR 15 oktober 1996, NJ 1997, HR 19 december 1963, NJ 1963, HR 10 oktober 2000, NJ 2001, 4 - HR 25 november 1986, NJ 1987, 493 Oraties: - Otte, M., Opzet en schuld in het verkeer (oratie RUG), Deventer: Gouda Quint

17 Parlementaire stukken: - MvT, Kamerstukken II 2002, Wetsvoorstel Herijking van een aantal wettelijke strafmaxima, 28484, no. 3, Den Haag - Kamerstukken II 1999, 'wettelijke strafmaxima', 26564, no 1, Den Haag 17

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

ONBESCHERMDE SEKS EN OPZET: GEEN NORMATIEVE UITLEG, WEL NORMATIVEREN

ONBESCHERMDE SEKS EN OPZET: GEEN NORMATIEVE UITLEG, WEL NORMATIVEREN ONBESCHERMDE SEKS EN OPZET: GEEN NORMATIEVE UITLEG, WEL NORMATIVEREN Mr. S.L.J. Janssen Op 24 juni jl. casseerde de Hoge Raad (HR) voor een tweede maal in een zogenaamde HIV-zaak 1. In deze zaken gaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472

ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 ECLI:NL:RBUTR:2008:BC6472 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-02-2008 Datum publicatie 12-03-2008 Zaaknummer 16-604030-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714

ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 ECLI:NL:RBDHA:2017:1714 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 09/797150-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367

ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 ECLI:NL:GHARN:2011:BV9367 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 09-12-2011 Datum publicatie 20-03-2012 Zaaknummer 21-002592-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592

ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 ECLI:NL:RBOBR:2016:6592 Instantie Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860388-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287

ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 ECLI:NL:GHSGR:2009:BK5287 Instantie Datum uitspraak 16-10-2009 Datum publicatie 03-12-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-001900-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2

Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Inleiding Strafrecht: Hoofdstuk 2 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een (voorbeeld)samenvatting van het vak Inleiding Strafrecht. Dit stuk is gebaseerd op Hoofdstuk 2 van het boek Strafrecht met

Nadere informatie

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake Preadvies van de Adviescommissie Strafrecht inzake het voorstel van wet van het lid Helder tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met onder andere de verruiming van de groepsaansprakelijkheid

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Hoorcollege 7A, , Zedendelicten Inleiding

Hoorcollege 7A, , Zedendelicten Inleiding Hoorcollege 7A, 15-10-2018, Zedendelicten Inleiding In titel 14 van het Wetboek van Strafrecht staan de zedendelicten. Toen de titel net in werking trad zag de overheid maar een beperkte rol voor zichzelf.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606

ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 ECLI:NL:RBARN:2012:BX7606 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 19-09-2012 Datum publicatie 19-09-2012 Zaaknummer 05/700235-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen

Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen Advies Wetsvoorstel herwaardering strafbaarstelling actuele delictsvormen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals

Nadere informatie

De bijzondere strafrechtelijke positie van culpose mis-drijven

De bijzondere strafrechtelijke positie van culpose mis-drijven De bijzondere strafrechtelijke positie van culpose mis-drijven Prof.mr D.H. de Jong 1. Inleiding In deze bijdrage wordt ingegaan op de positie die de zogenoemde culpose misdrijven of schuldmisdrijven innemen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 484 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 484 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994, in verband met de herijking van een aantal wettelijke strafmaxima

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling Strategie bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den

Nadere informatie

ADVIES. Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten

ADVIES. Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten ADVIES Concept-wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten aan de Minister van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d. 7

Nadere informatie

Datum 20 juli 2017 Onderwerp Beleidsreactie onderzoek "Straftoemeting ernstige verkeersdelicten"

Datum 20 juli 2017 Onderwerp Beleidsreactie onderzoek Straftoemeting ernstige verkeersdelicten 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189

ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 ECLI:NL:RBBRE:2005:AU8189 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 15-12-2005 Datum publicatie 15-12-2005 Zaaknummer 02/801139-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De roekeloze automobilist

De roekeloze automobilist 118 Ars Aequi februari 2014 annotatie Annotatie De roekeloze automobilist Prof.mr. T. Kooijmans HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:959, NJ 2014/27 1 Inleiding: roekeloosheid als zwaarste gradatie van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW1037

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW1037 ECLI:NL:RBSHE:2012:BW1037 Instantie Datum uitspraak 10 04 2012 Datum publicatie 10 04 2012 Zaaknummer 01/825656 11 Rechtsgebieden Rechtbank 's Hertogenbosch Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Terug naar de Collegebanken

Terug naar de Collegebanken Terug naar de Collegebanken Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Prof. mr. Roan Lamp 4 september 2014 1 Terug naar de Collegebanken - Strafbaarheid van onderneming en bestuurder Inhoud Inleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141

ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 ECLI:NL:RBOBR:2014:5141 Instantie Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 27-08-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860096-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371

ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371 ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8371 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 19-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 05/700947-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Inleiding. Hoofdstuk 1

Inleiding. Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 Inleiding Op 15 oktober 1996 wees de Hoge Raad een arrest dat de gemoederen nog steeds bezighoudt. 1 De Hoge Raad casseerde in het zogenaamde Porschearrest een veroordeling wegens doodslag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1187 Instantie Datum uitspraak 29-03-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 24-001133-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Advies aanscherpingstrafrechtelijkeaansprakelijkheid-ernstigeverkeersdelicten

Advies aanscherpingstrafrechtelijkeaansprakelijkheid-ernstigeverkeersdelicten Advies aanscherpingstrafrechtelijkeaansprakelijkheid-ernstigeverkeersdelicten Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking,

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Justitie en Veiligheid Prof. mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 16 mei 2018 doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk 2204028

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken Voorwoord Lijst van afkortingen Verkort aangehaalde werken v xiii xv 1 Inleiding 1 1.1 De Nederlandse strafwetgeving 1 1.2 Ongeschreven recht, verdragsrecht, supranationaal recht 3 1.3 Het Wetboek van

Nadere informatie

e.vandenbosch advocatenorde.nl Betreft: Consultatie wetsvoorstel Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige

e.vandenbosch advocatenorde.nl Betreft: Consultatie wetsvoorstel Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige Ontvangen op 24-04-2018 Verwerkt op 24-04-2018 Ministerie van Justitie en Veiligheid Directie Wetgeving en Juridische Zaken Sector straf- en sanctierecht t.a.v. de heer mr. J.P. van der Steen Postbus 20301

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2011:BP8043

ECLI:NL:RBZLY:2011:BP8043 ECLI:NL:RBZLY:2011:BP8043 Instantie Rechtbank Zwolle Lelystad Datum uitspraak 17 03 2011 Datum publicatie 17 03 2011 Zaaknummer 07/650348 10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN DEEL. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN DEEL. 1. Inleiding Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag zonder gevolgen en verhoging van de strafmaxima van enkele ernstige verkeersdelicten

Nadere informatie

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Het LJN nummer is belangrijk om terug te zoeken voor derden. +++++ LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Datum uitspraak: 04-06-2010 Datum publicatie: 07-06-2010 Rechtsgebied:

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BK3578

ECLI:NL:RBBRE:2009:BK3578 ECLI:NL:RBBRE:2009:BK3578 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 13-11-2009 Datum publicatie 18-11-2009 Zaaknummer 625648-09 [P Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07-05-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 06-880059-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5166

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5166 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5166 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 18-06-2010 Datum publicatie 27-08-2010 Zaaknummer 15-710041-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2002:AE1677

ECLI:NL:RBALM:2002:AE1677 ECLI:NL:RBALM:2002:AE1677 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 16-04-2002 Datum publicatie 18-04-2002 Zaaknummer 08/030378-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:2617

ECLI:NL:RBMNE:2016:2617 ECLI:NL:RBMNE:2016:2617 Instantie Datum uitspraak 04-05-2016 Datum publicatie 12-05-2016 Zaaknummer 16/659607-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

DEELNEMING IN HET COMMUUN STRAFRECHT 8 december 2016 Prof. mr. Theo de Roos. Vereniging voor Belastingwetenschap 2016

DEELNEMING IN HET COMMUUN STRAFRECHT 8 december 2016 Prof. mr. Theo de Roos. Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 DEELNEMING IN HET COMMUUN STRAFRECHT 8 december 2016 Prof. mr. Theo de Roos Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 DEELNEMINGSVORMEN Medeplegen doen plegen uitlokken Medeplichtigheid Zie artt. 47 52

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:4197

ECLI:NL:RBNNE:2015:4197 ECLI:NL:RBNNE:2015:4197 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 03-09-2015 Zaaknummer 18.730096-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 914 Initiatiefnota van het lid Helder tot wijziging van de samenloopregeling in het Wetboek van Strafrecht Nr. 2 INITIATIEFNOTA 1. Inleiding

Nadere informatie

Jurisprudentie Strafrecht. 11 december 2015 Prof.mr. F.G.H. Kristen

Jurisprudentie Strafrecht. 11 december 2015 Prof.mr. F.G.H. Kristen Jurisprudentie Strafrecht 11 december 2015 Prof.mr. F.G.H. Kristen Programma Uitspraken Hoge Raad 1 december 2015 Materieel strafrecht Strafprocesrecht: bewijs Strafprocesrecht: overig Sanctierecht Materieel

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017

Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Onderwerp: Beleidsregel bestuurlijke boete basisregistratie personen gemeente Overbetuwe 2017 Ons kenmerk: 16BWB00083 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 4.17 van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:2031

ECLI:NL:RBOBR:2017:2031 ECLI:NL:RBOBR:2017:2031 Instantie Datum uitspraak 10-04-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860043-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aan verdachte is, na een door de militaire kamer toegestane wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:

Aan verdachte is, na een door de militaire kamer toegestane wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat: LJN: BH2293, Rechtbank Arnhem, 05/800978-08 Datum uitspraak: 09-02-2009 Datum publicatie: 09-02-2009 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: De militaire kamer

Nadere informatie

De invloed van de HIV-arresten op het voorwaardelijk opzet

De invloed van de HIV-arresten op het voorwaardelijk opzet De invloed van de HIV-arresten op het voorwaardelijk opzet Scriptie Nederlands recht, accent strafrecht Jan Havermans ANR: 59.27.69 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: De geschiedenis

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1

Samenvatting. Hoofdstuk 1 Samenvatting De aanleiding tot het onderhavige onderzoek, dat in opdracht van het WODC en op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is verricht, is gelegen in een discussie die in de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Ministerie van Justitie en Veiligheid Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Sector straf- en sanctierecht

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Ministerie van Justitie en Veiligheid Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Sector straf- en sanctierecht 335 2500 EH DEN HAAG Postbus 20301 f-. t.-, Sector straf- en sanctierecht Ministerie van Justitie en Veiligheid Directie Wetgeving en Juridische Zaken www.advocatenotde.fll 2500 GW Den Haag Postbus 3085

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2007:BC0348

ECLI:NL:RBGRO:2007:BC0348 ECLI:NL:RBGRO:2007:BC0348 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 17-12-2007 Datum publicatie 17-12-2007 Zaaknummer 18/995008-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2011:BU9099

ECLI:NL:RBDOR:2011:BU9099 ECLI:NL:RBDOR:2011:BU9099 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 22-12-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 11-800069-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Voeging ad informandum in strafzaken

Voeging ad informandum in strafzaken Voeging ad informandum in strafzaken A.A. Franken Gouda Quint BV (S. Gouda Quint - D. Brouwer en Zoon) Arnhem 1993 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen IX 1. Introductie 1.1 Het begin van de voeging ad

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7862

ECLI:NL:GHARL:2016:7862 ECLI:NL:GHARL:2016:7862 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer 21-005167-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:8591

ECLI:NL:GHARL:2014:8591 ECLI:NL:GHARL:2014:8591 Instantie Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 11-11-2014 Zaaknummer 21-003539-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7

Het strafbare feit. Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Het strafbare feit Hoofdstuk 15 paragraaf 15.6 en 15.7 Wat gaan we behandelen Strafbaar feit Onder het begrip strafbaar feit word verstaan een menselijke gedraging die gedekt wordt door een wettelijke

Nadere informatie

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Schoordijk Instituut Centrum voor wetgevingsvraagstukken M.M. van Toorenburg Medeplegen W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer Gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1 1 Doelstelling, afbakening en opzet van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108 Rapport Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen Datum: 28 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/108 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het deskundigenoordeel van 26 december 2011 op onzorgvuldige wijze

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BE8713

ECLI:NL:RBUTR:2008:BE8713 ECLI:NL:RBUTR:2008:BE8713 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-07-2008 Datum publicatie 19-08-2008 Zaaknummer 16-604188-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 1.1 Eerste kennismaking 19 1.2 Plaats van het strafrecht 19 1.3 Doelen van straffen 22 1.4 Materieel strafrecht,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BO7066

ECLI:NL:RBUTR:2010:BO7066 ECLI:NL:RBUTR:2010:BO7066 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 13 12 2010 Datum publicatie 13 12 2010 Zaaknummer Rechtsgebieden 16/711261 10; 13/726344 07 (vordering na voorw. veroordeling) [P]

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. 2000/103 Mo i n d e k l a c h t nr. 012.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Zwaardere straffen voor roekeloos rijgedrag

Zwaardere straffen voor roekeloos rijgedrag Zwaardere straffen voor roekeloos rijgedrag offers loopt in de vele tientallen per dag. Veel ongelultlen worden veroorzaaltt door gevaarlijk rijgedrag. Te hard rijden en rijden onder invloed zijn voorbeeldeii

Nadere informatie