Natuur. onderzoek. Nieuw herstelbeheer op het Rozenwaterveld. Jaargang 20 nummer 1 april Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Natuur. onderzoek. Nieuw herstelbeheer op het Rozenwaterveld. Jaargang 20 nummer 1 april 2010. Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen"

Transcriptie

1 Natuur onderzoek Inhoud: 1 Herstelbeheer Rozenwaterveld 2 Van de redactie 4 De Tapuit in het nauw? 7 Konijnentellingen 8 Groot blaasjeskruid in de AWD 9 Met de metaaldetector onder Haviksnesten 11 De Struikrietzanger 12 Fotorubriek 12 Korte berichten Colofon Redactie: ir. Antje Ehrenburg (hoofdredacteur) dr. Ab Kessler (redacteur) ir. Mark van Til (redacteur) Martin Jonker (redacteur) Reacties op artikelen zijn altijd welkom. Stuur deze a.u.b. naar: Waternet Afdeling Onderzoek & Projecten / Ecologie Vogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzang e mail: antje.ehrenburg@waternet.nl Heeft u nieuws of kopij? Graag inleveren vóór 1 juni 2010 Overname en bewerking van artikelen, gegevens en illustraties uit deze uitgave is alléén toegestaan met bronvermelding en uitsluitend na verkregen toestemming van de redactie en indien ondertekend van de auteur(s). Nieuw herstelbeheer op het Rozenwaterveld In het najaar van 2009 is Waternet op het Rozenwaterveld begonnen met de uitvoering van herstelbeheer. Dit gebied heeft net als veel andere delen van de duinen te leiden van sterke verruiging, mede als gevolg van langdurige luchtverontreiniging en een lage konijnenstand. Met de werkzaamheden wordt beoogd de verruiging terug te dringen en de voor dit gebied kenmerkende vegetatie en fauna te herstellen. Ten gevolge van de hoge stikstofbelasting hebben hoge grassen en struiken (duinroosje) zich op het Rozenwaterveld sterk kunnen uitbreiden, ten koste van lage begroeiingen die een rijke flora en fauna herbergen. Met name duinriet zorgt er ook voor dat zich een dichte strooisellaag vormt en de bodem steeds verder verzuurt. Hier en daar resteren gelukkig nog stukjes kalkrijk duingrasland. In voorjaar en zomer zie je er veel bloemen, zoals duinviooltje, rolklaver en zachte ooievaarsbek en dagvlinders als kleine parelmoervlinder, kleine vuurvlinder, bruin blauwtje en icarusblauwtje. Konijnenweitjes De voor onze duinen kenmerkende lage en open begroeiingen worden duingraslanden genoemd. Deze graslanden hebben een gevarieerde structuur: op het Rozenwaterveld wisselen open zand en mosplekken af met lage kruidenrijke begroeiingen. Ze worden normaliter begraasd door konijnen, die daardoor niet alleen de begroeiing kort houden, maar er met hun gegraaf ook voor zorgen dat de bovengrond kalkhoudend blijft. Het zijn dan ook echte konijnenweitjes. Verspreid komen hogere struiken en bosjes voor met liguster, kruipwilg, eenstijlige meidoorn en zomereik. De Nederlandse duinen zijn van oudsher zeer rijk aan duingraslanden. Binnen Europa heeft Nederland dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor het behoud van de soortenrijke duingraslanden. Zij herbergen een hoge biodiversiteit: Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam

2 2 Van de redactie Na een lange en sneeuwrijke winter komt nu het voorjaar er echt weer aan! Velen van ons hebben er naar uitgekeken, net als alle organismen in het duin die de schrale winter tijd hebben moeten zien door te komen. Konijnen bijvoorbeeld, een cruciale soort in ons duin die zorgt voor de nodige begrazing van duingraslanden. Zij zullen wellicht niet allemaal het voorjaar hebben gehaald. Maar straks in het voorjaar barst het leven weer echt helemaal los, en zullen de konijnen zich weer van hun beste kant laten zien ;-) En dan zullen wij weer kunnen genieten van uit bundig bloeiende planten, fris groen van uitlopende bomen, rondfladderende eerste vlinders en nog veel meer. Komt goed uit, want 2010 is uitgeroepen tot het internationale jaar van de biodiversiteit, en daarbij hoef je echt niet alleen maar te denken aan uitstervende reuzenpanda s of bedreigde walvissen of albatrossen. De natuur om de hoek hoort daar net zo goed bij! Kijk voor meer info over activiteiten dit jaar op Wil je meer achtergrondinformatie over verschillende soorten? Kijk dan op Hier is ook een aardige zogenaamde natuurwidget te vinden die je op je computer kunt installeren, zodat je elke dag een nieuwe soort zult zien! In dit nieuwe nummer van Natuurberichten kun je natuurlijk ook weer van alles lezen: over vogels, planten en konijnen, en hun interacties. Wat een biodiversiteit! De winter is dan snel vergeten. Ik wens u veel lees- en voorjaarsgenot! ze zijn rijk aan voorjaarsbloemen en er leven veel verschillende insecten, zoals dagvlinders, sprinkhanen en loopkevers. Helaas gaan zij door de verruiging steeds verder achteruit en sommige soorten worden inmiddels zelfs bedreigd in hun voortbestaan, zoals de duinparelmoervlinder. Veel kenmerkende soorten staan daarom inmiddels op rode lijst. Beheer pakt goed uit Het herstelbeheer op het Rozenwaterveld is bedoeld om de hier aanwezige verruigde begroeiing weer om te vormen naar bloem- en soortenrijke duingraslanden. In 2002 hebben we hiertoe al eens een beheersexperiment laten uitvoeren door enkele stukjes verruigd duingrasland ondiep te plaggen, waarbij 5 cm van de toplaag is verwijderd. Zodoende werd niet alleen de ruige begroeiing, maar ook de voedselrijke, verzuurde toplaag van de bodem verwijderd. De resultaten hiervan zijn zonder meer positief te noemen. Verschillende plantensoorten die karakteristiek zijn voor duingrasland hebben zich weer gevestigd, zoals duinviooltje, duinreigersbek, gewone rolklaver en smal fakkelgras. Lokaal zijn ook zandviooltje, grote tijm en gewone vleugeltjesbloem gevonden. Wat wel opvalt is dat duinriet zich langzamerhand weer begint uit te breiden op plekken waar het voor het plaggen al een hoge bedekking had. Veel dagvlinders en sprinkhanen, en ook konijnen hebben geprofiteerd van het plagbeheer en zijn weer verschenen. Uit jaarlijkse tellingen blijkt dat van de rode lijstsoorten vooral de kleine parelmoervlinder heeft geprofiteerd van het plaggen, maar ook bruin blauwtje en duinparelmoervlinder worden in de geplagde stukken waargenomen. De laatste soort zou wel eens af kunnen komen op de zandviooltjes die zich hier lokaal in grote dichtheid hebben gevestigd, maar dat vergt nog nader onderzoek. Door Wilbert Kerkhof zijn in de periode jaarlijks sprinkhanen geteld. Hij constateerde dat het aantal sprinkhanen na plaggen enorm is toegenomen. Vooral knopsprietje, snortikker en bruine sprinkhaan doen het goed. De blauwvleugelsprinkhaan is ook sterk toegenomen, maar lijkt al weer over z n top doordat de plagvakken geleidelijk steeds verder begroeid raken. De gemiddelde oppervlakte zand nam sinds 2003 af van ongeveer 60% naar 10%. Het konijn heeft zich na het plaggen blijvend gevestigd. Dat zie je terug in de aanwezigheid van konijnenholen (vooral in de randen) en -graafjes en ook in de grote hoeveelheid konijnenkeutels. Toch is het aantal konijnen na 2006 weer gedaald. Wellicht heeft duinriet daarvan kunnen profiteren. Rozenwaterveld met duinroosjesvegetatie en enkele piketten (foto: Mark van Til)

3 3 Gevarieerd beheer en duurzaam herstel Het overgrote deel van het Rozenwaterveld is sinds 2002 echter verder achteruitgegaan. Niet alleen stukjes mooi duingrasland groeien vanaf de rand dicht met duinriet, maar ook licht verruigd grasland is in zwaar verruigd grasland veranderd. Daarnaast zijn veel stuifkuilen geleidelijk dichtgegroeid en daardoor niet meer actief. Bovendien verschijnt er steeds meer Amerikaanse vogelkers. In dit nieuwe herstelproject zullen verschillende natuurbeheersmaatregelen worden ingezet met als doel de verruiging duurzaam terug te dringen. Plekken die licht verruigd zijn worden eenmalig gemaaid. Daar waar duinroosje de belangrijkste verruiger is en duinriet in lage bedekking voorkomt wordt ondiep geplagd (5 cm). Ruigtes van duinriet worden diep geplagd (10 cm) tot op het kalkrijke zand, zodat deze soort duurzamer wordt teruggedrongen. Van enkele dichtgegroeide stuifkuilen wordt de begroeiing verwijderd, zodat daar weer kalkrijk zand over de omliggende begroeiing kan stuiven. Stukjes goed ontwikkeld duingrasland, alsmede zomen van liguster en bosjes van zomereik en meidoorn worden gespaard, evenals plekken met nog bewoonde konijnenholen... Mozaiek De verschillende beheersmaatregelen worden in mozaïek uitgevoerd (zie kaartje). In het veld was dat goed te zien aan de enorme hoeveelheid piketten met verschillende kleuren (iedere kleur staat weer voor een andere beheersmaatregel). De kleinschalige aanpak zal leiden tot een gevarieerd herstel. Op gemaaide plekken kan het duingrasland zich de komende jaren snel herstellen. Het experiment in 2002 heeft ons geleerd dat na ondiep plaggen veel duingraslandsoorten zich in ongeveer vijf jaar tijd kunnen vestigen. Beheer Maaien Ondiep plaggen Diep plaggen Stuifkuil Luchtfoto met beheerskaartje van een deel van het Rozenwaterveld Op basis van eerdere ervaringen weten we dat verder herstelt. Als dat niet het geval is zou een na diep plaggen de vegetatie zich in ongeveer schaapskudde kunnen bijdragen aan een duurzaam 10 jaar tijd kan herstellen. De stuifkuilen zullen herstel van dit mooie stukje duin. We hopen hopelijk blijvend stuiven. De stikstofbelasting is dat u over enkele jaren al kunt genieten van mooie in de afgelopen periode weliswaar sterk verlaagd, konijnenweitjes met een rijk insectenleven! maar nog steeds aan de hoge kant. Daarom is het van groot belang dat de konijnenpopulatie zich Mark van Til

4 4 De Tapuit in het nauw in de Nederlandse duinen Aantal: De Tapuit (Oenanthe oenanthe) is in de afgelopen decennia sterk achteruitgegaan als broedvogel in de Nederlandse kustduinen. Het verdwijnen van deze insectenetende zangvogel uit haar habitat, de droge duinen, indiceert veel grotere onderliggende veranderingen in het duinsysteem. Stichting Bargerveen doet in samenwerking met SOVON onderzoek naar de achteruitgang van deze soort, als model voor verlies aan fauna-diversiteit in de droge duinen. Remco Versluijs heeft als student meegewerkt aan dit onderzoek. In de Nederlandse kustduinen hebben grote land schappelijke veranderingen in de laatste decennia geleid tot grote veranderingen in de vegetatiesamenstelling. De duinen zijn over grote oppervlakte verruigd geraakt met enkele dominante grassoorten als Duinriet en Helm. Door luchtverontreiniging en afname van dynamiek hebben Duindoornstruwelen zich de laatste decennia uitgebreid in het droge duinlandschap. Hierdoor treden veranderingen in het voedselweb op en neemt de biodiversiteit af. Door onderzoek te doen aan soorten die hoog in de voedselketen staan, zoals Tapuit en Grauwe klauwier, kunnen knelpunten lager in de voedselketen worden ontdekt. In het onderzoek naar de Grauwe klauwier is gebleken dat verschuivingen in de vegetatie hebben geresulteerd in een belangrijke verschuiving in het voedselaanbod, o.a. van grote naar kleine insecten. Voor de Grauwe klauwier is dit desastreus gebleken en hij is vrijwel geheel verdwenen uit de duinen. Achteruitgang Het lijkt er op dat na de Grauwe Klauwier de Tapuit hard op weg is als broedvogel uit de Nederlandse kalkrijke duinen te verdwijnen. In de jaren 70 broedden er nog enkele duizenden paren Tapuiten in Nederland, in 2005 is het aantal broedparen teruggelopen tot maximaal paartjes in heel Nederland (figuur 1). In de kalkrijke duinen herbergt momenteel alleen het Noord-Hollands Duinreservaat bij Castricum nog een populatie van betekenis waar met succes wordt gebroed (13 paar in 2008). Het ecologisch onderzoek naar de achteruitgang heeft hier plaatsgevonden. Het voorkeurshabitat van de Tapuit bestaat uit droge en korte, ijl begroeide duingraslanden. Zij verzamelen hier hun voedsel - insecten - lopend over de grond op zicht en gehoor. Ze zijn morfologisch volkomen aangepast aan het foerageren in steppeachtige vegetaties en juist deze schrale en bloemrijke duingraslanden hebben het zwaar te verduren. In de verruigde duingraslanden zijn nog wel geschikte prooien aanwezig, ze zijn echter niet meer bereikbaar voor Tapuiten. Toch kan de plotselinge afname van de Tapuitenpopulaties rond 1990 niet volledig verklaard worden door het proces van verruiging. Dit proces is namelijk al langer gaande en niet na 1990 plotseling toegenomen. Er moeten dus andere factoren betrokken zijn bij de snelle afname van de Tapuiten populaties vanaf 1990 in de kalkrijke kustduinen. (d) 2005 Figuur 1: Broedvogelverspreiding en aantallen van de Tapuit in Nederland per atlasblok in 2005 (bron: SOVON). VHS, verruiging en verbanden Opvallend in de achteruitgang van de Tapuit is het zuid-noord georiënteerde patroon. Uit BMPgegevens van SOVON blijkt dat het moment van (sterke) afname begon in 1990 in Meijendel, gevolgd door Berkheide in 1991, het Noordhollands Duinreservaat in 1992 en het Zwanenwater dat pas vanaf 2000 sterk begon te dalen (figuur 2). De Amsterdamse Waterleidingduinen passen niet helemaal in dit patroon, want hier broedden nog tot zeker 1998 Tapuiten. We zien dus een afname van de Tapuit langs de hele Nederlandse kust, en die lijkt in het zuiden begonnen te zijn. Opvallend is dat in die jaren ook het Konijn achteruitging: de populaties werden getroffen worden door de virusziekte VHS (Viraal Haemoragisch Syndroom). Het eerste geval van VHS werd geconstateerd in Meijendel in De ziekte VHS heeft geleid tot een afname tot 90% in de populaties van Konijnen tussen 1990 en Verder is ook bekend dat in die jaren de duinen verder begroeid raakten met ruige grassen en struweel. De vraag is welke verbanden er zijn tussen deze trends. Tapuiten zijn behoorlijk afhankelijk van Konijnen. In de duinen broeden Tapuiten namelijk in oude, verlaten konijnenholen, bovendien spelen Konijnen een belangrijke rol bij het kort en open

5 5 Index Tapuit Trend Tapuit Vastelandsduinen houden van duingraslanden. In dit onderzoek hebben we trendgegevens van Tapuit en Konijn met elkaar vergeleken in de kalkrijke kustduinen. Hier komt een sterke relatie tussen beide soorten uit. In de duingebieden Meijendel, Amsterdamse Waterleidingduinen, Noord-Hollands Duinreservaat en Zwanenwater kan meer dan 50% van de afname van de Tapuit vanaf 1990 worden verklaard door een afname in de konijnenpopulaties (figuur 3, onderste grafiek). Index (%) Index (%) Jaar Meijendel Berkheide NHD Zwanenwater Figuur 2: Trendlijnen van de Tapuit in vier duingebieden van zuid naar noord (BRON: SOVON) Tapuit-Konijn AWD Jaren Konijn Tapuit Tapuit-Konijn NHD Jaren Konijn Tapuit Figuur 3: Trends van Konijnen en Tapuiten in AWD en NHD (resp en 1985 = 100%). Herstel van de konijnenpopulatie in beide gebieden heeft niet geresulteerd in herstel van populatie Tapuiten. Het wegvallen van konijnenbegrazing heeft in de huidige droge duinen binnen één à twee jaar geresulteerd in een vegetatiehoogte die ongeschikt is gebleken voor Tapuiten. Het plaatsen van exclosures in tapuithabitat leidde in 2008 binnen 3 maanden (droog voorjaar) tot een duidelijk effect op de vegetatiehoogte van met name grassen. De invloed Konijnen -> vegetatiehoogte -> Tapuit lijkt daarmee een belangrijk verband weer te geven. Gebrek aan nestholen moet waarschijnlijk gezien worden als secundaire oorzaak. Een ander verband zou als volgt kunnen zijn: vossen gaan bij een lagere konijnenstand over op het prederen van meer vogels (waaronder Tapuit). Echter, bij vergelijking van het dieet van vossen in de Amsterdamse Waterleidingduinen in 1984 en 1993 bleek het aandeel Konijn in het vossenmenu niet echt veranderd te zijn, en het aandeel vogels verminderd. Betekent herstel ook terugkeer Tapuit? Het inzetten van begrazing tegen de verruiging heeft in verscheidene duingebieden geleid tot kortere vegetaties. Tevens lijkt het Konijn zich recent te herstellen en worden de duinen langzaam weer opener (kortere vegetaties, zand). Toch laten de Tapuitenpopulaties geen herstel zien in die terreinen waar de soort jaar geleden algemeen voorkwam. Om voldoende voedsel te verzamelen hebben vogels een minimaal oppervlak geschikt foerageerhabitat nodig. De hypothese is dat de huidige kortgrazige vegetaties te klein van oppervlak zijn en gelegen zijn in een versnipperd ongeschikt duinlandschap. Om dit te onderzoeken hebben we in het broed

6 6 Goed habitat voor Tapuiten, met massale boei van Duinviooltje (foto: R. Versluijs) seizoen van 2008 in de succesvolle populatie van het Vogelduin (Noord-Hollands Duinreservaat bij Castricum) gekeken hoeveel hectare een Tapuitenpaartje eigenlijk gebruikt bij het foerageren. Het veldwerk vond plaats vanaf het moment dat de jongen vijf dagen oud waren. In deze periode is met name het vrouwtje totaal gericht op het verzamelen van voedsel en wordt het voedselterritorium optimaal benut om de jongen te voeden. Een intensieve veldstudie, waarbij zeven paartjes zijn onderzocht, heeft geresulteerd in een gemiddeld voedselterritorium van 1,1 ha (±0,09 ha; bereik 0,95-1,21 ha). Per onderzocht territorium bestaat gemiddeld 72% van de oppervlakte uit korte (<5cm) zandige vegetaties, waar het meeste voedsel wordt verzameld voor de jongen. Er is gekeken naar een verband tussen de grootte van het voedselterritorium en het broedsucces, zonder een relatie aan te treffen. Vervolgens is nagegaan of in verlaten, maar ogenschijnlijk wel geschikte gebieden genoeg oppervlakte met een geschikte vegetatie voorkomt. In Meijendel en de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn geschikte duingraslanden aangetroffen van enkele hectaren (2-3 ha) groot waar toch geen Tapuiten broeden. Waarom de soort niet in deze graslanden voorkomt, ligt dus zeer waarschijnlijk niet aan een onvoldoende groot foerageergebied. Waarschijnlijk zijn er dus ook andere factoren van invloed die de terugkeer van Tapuiten naar de verlaten duingraslanden belemmeren. Mogelijk zijn de ogenschijnlijk geschikte duingraslanden toch niet zo geschikt, bv. onvoldoende voedselaanbod. Ook kan er gebrek aan broedgelegenheid zijn. Opvallend was namelijk het vrijwel ontbreken van oude verlaten Konijnenholen in het open veld terwijl Konijnen wel, getuige de vele keutels, prominent aanwezig zijn in dit deel van Meijendel en de AWD. Een groeiende konijnenpopulatie betekent wellicht dat elk hol gebruikt wordt, en er (nog) geen oude verlaten holen beschikbaar zijn. Tenslotte kan gedacht worden aan een probleem in de overleving van de jongen in de zomer. Er zijn aanwijzingen dat deze overleving in de noordelijke populaties aan de lage kant is. Dit kan resulteren in een lage dispersie vanuit deze goede populaties, waardoor herkolonisatie van eerder verlaten gebieden momenteel niet mogelijk is. Beheer De toekomst van de Tapuit en andere aan soortenrijke duingraslanden gebonden fauna is sterk afhankelijk van de Konijnenstand die de vegetatie kort houden. Tevens is belangrijk voor de toekomst van de duingraslanden herstel van die factoren die aan de basis liggen van het systeem direct achter de zeereep. De moeilijkheid en opgave voor verder onderzoek is de precieze uitvoering van maatregelen om de droge duinen over grote oppervlakten te herstellen. Opwekken van verstuiving is niet eenvoudig en is gebonden aan belangrijke randvoorwaarden. We willen immers niet onze laatste soortenrijke duingraslanden zien verdwijnen onder een meters dik pakket van zand! De effecten van overstuiving op de vegetatie zijn niet goed bekend maar ook de gevolgen voor de fauna zijn nog onvoldoende bekend om op dit moment over grote oppervlakten maatregelen uit te voeren. Nader onderzoek Nader onderzoek is noodzakelijk om dieper te graven naar oorzaken van de achterwege blijvende terugkeer van Tapuiten naar de ooit verlaten gebieden. Belangrijk hierin is dat de ogenschijnlijk geschikte duingraslanden nader onderzocht worden op de voedselsituatie en dat broedgelegenheden worden aangeboden om deze mogelijk beperkende factor uit te sluiten. Tevens is het van belang om het demografisch onderzoek voort te zetten om meer te weten te komen over de overleving van jonge vogels na het uitvliegen. Maar ook om te beoordelen of de huidige Tapuitenpopulaties op dit moment kunnen fungeren als bronpopulaties van waaruit succesvol dispersie kan plaatsvinden naar de andere duingebieden. Op het gebied van beheer moet verder gezocht worden naar mogelijkheden om de soortenrijke duingraslanden te herstellen en uit te breiden over grote aaneengesloten oppervlakten. Gedacht moet worden aan herstel van het duinsysteem op landschapschaal waarbij lokaal door maatwerk enige sturing kan plaatsvinden. Dit alles zonder bestaande natuurwaarden (flora en fauna) te verliezen! Remco Versluijs, Herman van Oosten¹ en Chris van Turnhout² ¹ Stichting Bargerveen / Radboud Universiteit Nijmegen ² SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen

7 7 Konijnentellingen in de duinen Sinds 1984 worden in de duinen op systematische wijze konijnen geteld door de terreinbeheerders. Dat gebeurt door het rijden van vaste routes met de auto, met de koplampen aan. Konijnen die in de koplampen verschijnen worden geteld. Zo gebeurt het 8 keer in het voorjaar, en 8 keer in het najaar. Inmiddels zijn er verspreid langs de kust 21 transecten: 16 op de vastelandsduinen (ook in de Amsterdamse Waterleidingduinen), en 5 op de Waddeneilanden. In dit artikel publiceren we de indexen van konijnen in de gehele kuststreek. Konijn in de AWD, Mussenveld 2007 (foto: Antje Ehrenburg) Afname en herstel Indexen geven trends aan over meerdere jaren, en worden berekend vanaf een zeker beginjaar. De getelde aantallen konijnen in dat jaar worden op 100% gesteld (bij de konijnentellingen is dat 1984), waarbij de index in de jaren daarna de relatieve voor- of achteruitgang van de aantallen getelde konijnen aangeeft. Juist omdat er in vele gebieden geteld wordt, geeft deze index een goed beeld van de (gemiddelde) konijnenstand langs de Nederlandse kust door de jaren heen. De berekende indexen over de gehele kuststreek laten zien, dat de konijnenstand in de jaren 90 van de vorige eeuw flink inzakte. Rond 1990 bereikte de virusziekte VHS Nederland. Deze ziekte zorgde voor een grote afname van de konijnenpopulatie in de kuststreek (figuur 1). Myxomatose, de andere bekende konijnenziekte die de populatie zwaar aantastte, dateert al van lang vóór de start van dit meetnet. Het effect daarvan op de populatie is in deze grafiek dus niet te zien. Na enige jaren van lage dichtheden begon de populatie vanaf 2002 echter weer toe te nemen. De afgelopen drie jaar lijkt de stand zich te stabiliseren, maar wel onder het niveau van voor de VHS uitbraak. De berekende trend is dan ook over de afgelopen 10 jaar berekend als sterke toename, maar over de volle 25 jaar dat de konijnen geteld worden is de trend licht afnemend. Index (1984=100%) Index (1984=100%) Figuur 1: Geïndexeerde aantalveranderingen van de konijnen in de duinen van Nederland Jaar AWD Egmond-Zuid Figuur 2: Geïndexeerde aantalveranderingen van konijnen in twee gebieden (som voor- en najaarstelling). In de AWD is de laatste jaren herstel opgetreden, in Egmond-Zuid zijn de aantallen nog laag. Lokale verschillen De indexen kunnen ook voor elk gebied apart berekend worden. Dan blijkt dat er wel groot verschil is in het herstel: in sommige gebieden is het herstel spectaculair, tot het dubbele van het aantal in 1984 (zoals in de AWD), maar in andere gebieden is het nog steeds slechts de helft van de aantallen aan het begin van de telreeks, bv. in Egmond-Zuid (figuur 2). Nieuw onderzoek betreft de invloed van weerscondities en vegetatiestructuur op de trefkans en resultaten van de tellingen, een doorvertaling naar populatiegrootte en verder onderzoek naar de verschillen tussen gebieden. Daarbij wordt gekeken naar invloed van begrazing en vegetatiestructuur op de aantallen getelde dieren, en de relatie met broedvogels. Jasja Dekker (Zoogdiervereniging) en Tom van der Meij (CBS) Dit is een door de redactie enigszins bewerkte versie van een artikel dat eerder is verschenen in: de Telganger, oktober 2009

8 8 Groot blaasjeskruid in de Amsterdamse Waterleidingduinen Een inventarisatie van de kwelplasjes in de Amsterdamse Waterleidingduinen leverde in 2009 een leuke nieuwe vondst op. Tot mijn verrassing zag ik op 6 juni in het heldere water van een van de plasjes de bladeren van Groot blaasjes kruid (Utricularia vulgaris). Bij nauwkeuriger onderzoek bleken er ook enkele tientallen bloeiwijzen aanwezig. Deze kwamen tot ongeveer een decimeter boven het water uit en droegen enkele opvallende gele bloemen. Een maand later (3 juli) waren er nog tientallen (nieuwe) bloeiende planten te zien. Half augustus bloeide er geen enkele plant meer. Door onderzoek op diverse plaatsen in het tot enkele deci Detail van Groot blaasjeskruid, AWD, 6 juni 2009 (foto: Wim Kuijper) meters diepe water bleek dat de populatie Voor zover mij bekend is blaasjeskruid nog nooit zeldzaam. Alleen Groot blaasjeskruid is minder bestond uit vele honderden planten, verspreid in de AWD aangetroffen. In Nederland komen zeldzaam. De planten groeien in voedselarm tot over het hele plasje. er enkele soorten voor, maar ze zijn meestal vrij voedselrijk schoon water. Het bijzondere van blaasjeskruid is dat zij, net als bijvoorbeeld Bloeiend Groot blaasjeskruid in de AWD, 6 juni 2009 (foto: Wim Kuijper) zonnedauw, diertjes vangen. Waterbeestjes, zoals watervlooien, die vlak bij een blaasje komen worden ineens opgezogen (via onderdruk) en kunnen het blaasje niet meer verlaten. De prooi wordt verteerd en gebruikt als voedsel. Hoe de soort hier terecht gekomen is zal wel onbekend blijven. Het is natuurlijk mogelijk dat er planten uitgezet zijn. Maar verspreiding door watervogels is ook heel goed mogelijk en is in dit geval het meest voor de hand liggend. De grote aantallen planten wijzen erop dat het Groot blaasjeskruid waarschijnlijk al jaren hier aanwezig is. Buiten de bloeitijd bevindt de plant zich geheel onder water en valt dus niet op. Tot nu toe is de soort slechts in één plasje aangetroffen. Wim Kuijper

9 9 Met de metaaldetector onder Haviknesten Op en rond Haviknesten worden veel prooien geplukt en deze overblijfselen geven inzicht in het menu van de Havik. Met behulp van een metaaldetector kunnen vaak ook ringen worden opgespoord. In dit artikel worden de resultaten van drie speurtochten vermeld. Op drie data, namelijk 31 maart 2004, 30 december 2008 en 20 augustus 2009, werden nesten van de Havik in de Amsterdamse Waterleidingduinen bezocht. In 2004 werden alle Haviknesten waar voorheen Haviken broedden onder zocht (16 nesten). In 2008 werden al deze opnieuw geteld, behalve de nesten waar sinds 2004 niet meer gebroed was (gevonden ringen in 2004 en 2008 dus van meerdere jaren afkomstig). In 2009 werden alleen de actief bebroede nesten van dat jaar onderzocht (9 nesten). In 2004 werd gezocht met J. Doorn uit Callantsoog en de afgelopen 2 jaar met Dook Vlugt uit Bergen. Dook heeft veel ervaring met dit werk en zocht ook de herkomst van de duivenringen uit. Resultaten In totaal werden 153 ringen opgespoord. Ruim 90% hiervan (140 stuks) betrof postduifringen (tabel 1), de overige 13 ringen waren afkomstig van wilde vogels die in Nederland geringd waren met ringen van het Vogeltrekstation Arnhem (tabel 2). De postduiven zijn afkomstig uit alle delen van het land en zelfs uit het buitenland. In het voorjaar en de zomer worden wedstrijdvluchten georganiseerd waarbij veel postduiven in Noord-Frankrijk en België worden losgelaten om zo snel mogelijk weer terug te vliegen naar hun woonplaats. In het duin zie je dan ook vaak verdwaalde of vermoeide postduiven die niet verder met de groep hebben kunnen meevliegen. Juist deze vogels zijn een gewilde prooi van de Havik. Opvallend zijn ook de buitenlandse ringen (België 11, Frankrijk 7, Engeland 4 en Denemarken 1). Je zou uit deze ringresultaten kunnen afleiden dat Haviken bijna 10x zoveel postduiven als wilde vogels consumeren. Bedenk echter dat postduiven altijd geringd zijn, en de meeste wilde vogels juist ongeringd rondvliegen. Met andere woorden: we kennen een deel van het menu niet, het aandeel geconsumeerde ongeringde vogels is onbekend. Wel zijn in het verleden al prooien van de Havik onderzocht (figuur 1 en 2). Herkomst ring N. Holland Z. Holland Zeeland Utrecht Limburg N. Brabant Friesland Flevoland Gelderland Overijssel Onbekend NL België Frankrijk Engeland Denemarken Totaal Aantal onderzochte nesten Gemiddeld aantal ringen/nest 3,1 4,2 3,6 Tabel 1: Aantal gevonden postduivenringen Arnhem ring Holenduif Bosuil Ekster Zwarte Kraai Kauw Spreeuw Havik Totaal Aantal onderzochte nesten Gemiddeld aantal ringen/nest 0,25 0,43 0,33 Tabel 2: Aantal gevonden ringen van wilde vogels

10 10 Voedsel van de havik % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% diversen waadvogels watervogels roofvogels gaai ekster Duiven maken zo n 20-40% van het voedsel van de Havik uit. In de winter domineert de Houtduif, vanaf eind april juist de postduif vanwege de wedvluchten. In het voorjaar gaan konijntjes een belangrijke rol spelen: in mei, juni en juli zeker 20-30%. Verder zijn kraaiachtigen (Zwarte kraai, Ekster, Kauw en Gaai) soorten die 20% van het voedsel vormen (gebaseerd op zo n gedeter mineerde havikprooien per jaar). 10% 0% duif konijn Bij de wilde vogels was een ring van een Spreeuw die geringd werd op de vinkenbaan in Castricum. De overige ringen waren allemaal van vogels Figuur 1: Voedsel van de Havik, in percentages per jaar die ik zelf in de AW duinen als nestjong had geringd. Geen van deze ringen werd verder dan Prooisamenstelling van de havik 1,5 km van de ringplaats onder een haviknest 100% aangetroffen. Helaas kan ik met dit soort onderzoek niet vaststellen wanneer de vogels door 80% de Havik werden gepakt. Het is dan ook de bedoeling een jaarlijkse ronde met de metaal 60% 40% diversen uilen/roofvogels watervogels grote gondbroeders detector te maken zodat we meer te weten kunnen komen over de leeftijd waarop de vogels werden gepakt. Vermoedelijk werden veel van de vogels net voor, of vlak na het uitvliegen gepakt. Ze zijn dan erg luidruchtig, kunnen nog niet goed vliegen 20% konijn/haas corviden en hebben ook geen ervaring in het ontwijken van roofvogels. 0% duiven jan feb mrt apr mei jun jul Figuur 2: Prooisamenstelling van de Havik, uitgezet naar maand (uit: Jaarverslag Vogelringstation AWD 2003) Uit dit onderzoekje blijkt dus dat de Havik in de Amsterdamse Waterleidingduinen redelijk wat postduiven eet, over de rest van zijn menu zegt dit onderzoek helaas weinig. Via het onderzoeken van prooiresten in het nest is daar meer over te melden. Fred Koning Kraaiachtigen, waaronder Eksters, vormen zo n 20% van het menu van de Havik (foto: J.C. Schou)

11 11 De Struikrietzanger, eerste vangst in de AWD De Struikrietzanger is geen vogel waarvan je in extase raakt. Eigenlijk is het een saai beest waar niet veel aan te zien is. Hij kan met gemak worden versleten voor een Kleine Karekiet of Bosrietzanger. Waarom dan toch een grote opwinding bij de ringers van het vogelringstation AW-duinen? Dat is simpel genoeg: omdat hij zo zeldzaam is, hoewel er de laatste jaren steeds vaker meldingen en vangsten zijn van deze soort (tabel 1). Voor onze ringgroep was het in ieder geval de eerste keer dat we deze soort konden vangen en ringen. Telpost/ringplaats Aantal Datum 1. VRS Schiermonnikoog VRS Castricum VRS Schiermonnikoog VRS Castricum VRS Castricum VRS AW-duinen Leuke vangst Op 23 oktober 2009 kwamen de mannen van een controleronde terug. De geijkte vraag is dan altijd, zat er nog wat leuks bij? Nou, dat was niet het geval, alleen vroeg Bernard wel om even goed te kijken naar de Kleine Karekiet die hij uit het net gehaald had. 23 oktober is rijkelijk laat voor een Kleine Karekiet, maar niet onmogelijk. Toen de vogel aan de beurt was, kreeg hij ring AP40831 om zijn poot. De eerste indruk was, hij lijkt sprekend op een Kleine Karekiet. Toen echter de vleugel gemeten werd, steeg de spanning, want deze was slechts 62 mm, maar ook dat hadden we al eerder meegemaakt bij een Kleine Karekiet. Toch maar even de boeken erbij gepakt, want wanneer is het nu een Struikrietzanger? Biometrische maten Toen bleek dat de vleugel te rond was voor een Kleine Karekiet hebben we de volgende biometrische maten genoteerd: vleugel, geslacht, leeftijd, rui, vetgraad, gewicht, lengte van tarsus, staart, snavel, het verschil tussen langste en kortste staartpen (dat is de ronding van de staart), achternagel, verschil tussen 2 e en langste handpen. Veel maten kwamen overeen met, of zaten in de overlap met Kleine Karekiet. Wat de doorslag gaf was de versmalling op de buitenvlag van de handpennen. Bij deze vogel was duidelijk te zien dat op de 3 e en 4 e handpen een versmalling aanwezig was en heel vaag ook op de 5 e. Dat sloot de Kleine Karekiet uit, want die heeft alleen een versmalling op de 3 e handpen. Verder viel de ronding van de vleugel op: bij Struikrietzanger zijn de 3 e en 4 e handpen na genoeg even lang en de 5e iets korter. We waren er uit, dit was een nieuwe soort voor ons ringstation! Leuk was, dat deze vogel 4 dagen later, op 27 oktober op dezelfde plek werd teruggevangen. Er kon toen nog even wat gecontroleerd worden en het bleek dat hij goed gegeten had, want hij was 0,2 gram zwaarder geworden. Het land van herkomst De Struikrietzanger komt in de zomer als broedvogel vooral voor in Finland en Rusland. In gebieden waar de Bosrietzanger en Struikrietzanger samen voorkomen, bewonen zij de zelfde biotopen en gedragen zich als dubbelgangersoorten. Zij lijken veel op elkaar, zowel in verenkleed als in zang. Het biotoop is open struikgewas, riet en andere moerasplanten. Maar ook in struikgordels in cultuurgebieden en zelfs in boomgaarden, bosranden en open plaatsen in het bos. Het overwinteringsgebied ligt in Zuid- en Zuidoost Azië, zoals India, Sri Lanka en Birma. Wat doet deze vogel in Nederland? Het is nog steeds een zeldzame dwaalgast, die vooral met langdurige oostenwind uit de koers geblazen wordt en dan in ons kikkerlandje terecht komt (van 19 t/m 23 oktober 2009 was de overheersende windrichting in ons land inderdaad zuid tot zuidoost). Maar het schijnt ook dat deze vogel zijn broedgebied naar het westen aan het Tabel 1: Alle Nederlandse vangsten van Struikrietzanger vanaf 2003 (bron: ) uitbreiden is. Er is zelfs al een keer een broedgeval geweest in Nederland. De meeste waarnemingen zijn vangsten, want op het oog is dit wel een erg moeilijke vogel. In de broedtijd is het wat makkelijker, want de zang is nog mooier dan van een Bosrietzanger, met veel imitaties en ook melodieuze toonladders. Hij zingt echter vooral s nachts. Zo heeft het ringen, buiten de wetenschappelijke waarden ook nog altijd iets spannends: je hebt zo maar een nieuwe soort in handen. Dan zijn alle ontberingen en dagen met maar een handje vol vogels snel vergeten. Hans Vader De Struikrietzanger gevangen in de AWD (foto: Hans Vader)

12 12 Fotorubriek Duizendmeterkanaal ca Duizendmeterkanaal, jaren 70 (foto: O.B. Thomas) Het Duizendmeterkanaal is gegraven tegelijk met het eerste Westerkanaal, in Het Westerkanaal lag toen nog los in het landschap, het was niet verbonden met andere kanalen (net zoals ook nu nog het Oosterkanaal los ligt). Om het duinwater te winnen werd het actief uit het kanaal gepompt en door het Duizendmeterkanaal richting het oosten getransporteerd. Dit gebeurde met een stoommachine die bij het Huis van het Wester stond, waar de machinist en zijn gezin in woonde. Sinds de aanleg van het Noordoosterkanaal in 1932 bestaat er een rechtstreekse verbinding tussen Westerkanaal en Oranjekom, en is actief pompen niet meer nodig. De stroomrichting in het Duizendmeterkanaal is sindsdien omgedraaid en loopt nu oost ->west, zoals op bovenstaande foto s ook te zien is. De foto s zijn genomen pal ten noorden van het Huis van het Wester in oostelijke richting. Er is sinds midden jaren 70 ogenschijnlijk niet zo heel veel veranderd. Opvallend is in de jaren 70 wel de begroeiing met Watermunt op de voorgrond, en het ontbreken van Riet langs het kanaal. 35 jaar later zien we dat het schouwpad aan de noordkant van het kanaal er niet meer is, en er aan beide zijden een rietkraag ontwikkeld is. Het stuwtje in de verte is nu niet meer te zien. Antje Ehrenburg Duizendmeterkanaal, februari 2010 (foto: Joop Hilster) Korte berichten Oude Bezoekerscentrum afgebroken Het oude Bezoekerscentrum De Oranjekom vlakbij ingang Oase heeft dienst gedaan als informatiecentrum voor wandelaars van 1978 t/m In het voorjaar van 2008 verhuisde het bezoekerscentrum naar het monumentale gerenoveerde Pompstation, pal aan de Oranjekom, waar het in juni 2008 feestelijk geopend werd. In de eerste twee maanden van 2010 is het oude bezoekerscentrum afgebroken. Hier kan weer bos gaan groeien. Broedvogelkartering infiltratiegebieden In het voorjaar van 2009 heeft een vlakdekkende broedvogelkartering plaatsgevonden in de infiltratiegebieden van de Amsterdamse Waterleidingduinen (640 ha). Het rapport is onlangs opgeleverd. De infiltratiegebieden zijn zeer soortenrijk, er broedden in totaal maar liefst 69 soorten, waaronder de Tafeleend, met in totaal 3630 territoria, dat is een gemiddelde dichtheid van bijna 600 territoria per 100 hectare.

Nederlandse duinen. De Tapuit in het nauw in de. Inleiding. afstudeerstage bij Stichting. vogelsoort.

Nederlandse duinen. De Tapuit in het nauw in de. Inleiding. afstudeerstage bij Stichting. vogelsoort. Fitis 44 (4) 2008 De Tapuit in het nauw in de Nederlandse duinen Remco Versluijs Herman van Oosten & Chris van Turnhout 1 Stichting Bargerveen/ Radboud Universiteit Nijmegen. 2 SOVON Vogelonderzoek Nederland,

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006 Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 26 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE GL EN TL COMPEX Deze bijlage bevat informatie. 613-1-589b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden.

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b

Bijlage VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b Bijlage VMBO-KB 2006 tijdvak 1 BIOLOGIE CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 600013-1-663b DUINEN INFORMATIE 1 DUINGEBIEDEN Het grootste deel van de Nederlandse kust bestaat uit duingebieden. De duinen

Nadere informatie

Wat valt er te kiezen?

Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

Effecten van begrazing in kustduinen

Effecten van begrazing in kustduinen Effecten van begrazing in kustduinen een wereld van verschil Marijn Nijssen Stichting Bargerveen Geschiedenis van begrazing in kustduinen Huidige kustduinen ontstaan tussen 1100-1600 n.chr. Natuurlijke

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014 Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014 inventarisatie en verslag : Dook Vlugt d.vlugt@quicknet.nl contactpersoon Ecodorp : Sjaak van der Woude 1. Inleiding 2. Havik 3. Resultaten inventarisatie

Nadere informatie

Vinken, waar komen ze vandaan

Vinken, waar komen ze vandaan Vinken, waar komen ze vandaan en waar gaan ze heen? Hans Vader Inleiding Vogeltrek is een intrigerend fenomeen. We weten dat ze langstrekken, maar waar komen ze eigenlijk vandaan en waar gaan ze heen?

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen

Nadere informatie

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009. Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus 2009 Wouter Suykerbuyk en Laura Govers Op 3 t/m 6 augustus 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatie- en een aantal natuurlijke zeegraslocaties.

Nadere informatie

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Unieke samenwerking resulteert in een reddingsplan 1. Een noodplan voor realisatie van grote karekieten hotspots Dankzij een unieke samenwerking tussen

Nadere informatie

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012 VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012 Rudy Schippers Het afgelopen kwartaal werd gekenmerkt door veel regen en ook veel harde wind waardoor er minder geringd kon worden dan gebruikelijk.

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant Leo Ballering District Coordinator Oost Brabant Zeldzame Broedvogels Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud presentatie Karakteristieken

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank

Nadere informatie

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen

Nadere informatie

Het kweken met de Zosterops palpebrosus

Het kweken met de Zosterops palpebrosus Het kweken met de Zosterops palpebrosus De naam Zosterops palpebrosus heb ik zelf niet verzonnen het is de latijnse naam voor Indische brilvogel of Gangesbrilvogel, waarbij Zosterops staat voor brilvogel.

Nadere informatie

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem Overname en dupliceren van dit materiaal is alleen toegestaan voor educatieve en niet-commerciële doeleinden en alleen als het materiaal is voorzien van een bronvermelding. Vogelbescherming Nederland,

Nadere informatie

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016 Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok 2 Inhoud 1. Aanleiding... 3 2. Inleiding en werkwijze... 3 3. Resultaten onderzoek... 5 4. Nader onderzoek... 7 Bijlage I. Kaart geïnventariseerde

Nadere informatie

Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn;

Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn; Krabbenscheer en Groene glazenmaker in de gemeente Borger-Odoorn; 2010-2016. Op diverse plaatsen binnen de gemeente Borger-Odoorn zijn velden Krabbenscheer aangetroffen met daarbij populaties Groene glazenmaker.

Nadere informatie

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014 Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers Edwin Witter De vondst van een vogelringetje in een braakbal van een uil of roofvogel mag normaal gesproken beschouwd worden als een "krent in de pap". Maar wat als

Nadere informatie

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen Sinds 2008 voer ik jaarlijks broedvogeltellingen uit in een telgebied op het Leersumse Veld en Ginkelduin volgens de richtlijnen

Nadere informatie

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%. 1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Fauna van de duinen,

Fauna van de duinen, Indicator 3 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel kenmerkende diersoorten

Nadere informatie

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen, Indicator 25 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Konijnen zijn in de tweede

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015 Monitoring bij Natuurboeren 31 maart 2015 problematiek Afname Plant- en dieren leven in het buitengebied Intensivering grondgebruik, verdroging Monitoring bij natuurboeren 2 Monitoring bij natuurboeren

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

Telganger. De Telganger is een uitgave van de Zoogdiervereniging. Tapuit in de Telganger?

Telganger. De Telganger is een uitgave van de Zoogdiervereniging. Tapuit in de Telganger? Telganger De Telganger is een uitgave van de Zoogdiervereniging Voorwoord NEM Hazelmuis NEM Vleermuis wintertellingen NEM Vleermuis zoldertellingen NEM Dagactieve zoogdieren NEM Konijnentellingen in de

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016.

Het overzicht: Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. Groene glazenmakers en Krabbenscheer in het Nieuwediep te Nieuwe Diep: 2008 t/m 2016. In het westelijke deel van het Nieuwediep kwamen in vier vakken Krabbenscheer V, voor in fraaie velden, die een leef-

Nadere informatie

2004 De Flamingo's in het Zwillbröcker Venn

2004 De Flamingo's in het Zwillbröcker Venn 2004 De Flamingo's in het Zwillbröcker Venn De Flamingo's komen al zo'n 20 jaar in het Zwillbröcker Venn voor. De eerste jaren kwamen er maar enkele. De grootste aantallen komen er in de maanden april

Nadere informatie

Argusvlinder Lasiommata megera

Argusvlinder Lasiommata megera Argusvlinder Lasiommata megera Angelique Belfroid Mijn eerste ervaring met de Argusvlinder was een aantal jaren geleden in de Vlietepolder op Noord-Beveland. Terwijl ik over de onverharde weg liep, vlogen

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

De meldingen van flinke sijzenvangsten op Ringersnet was een aanleiding om

De meldingen van flinke sijzenvangsten op Ringersnet was een aanleiding om Op het Vinkentouw Nr.127 september 2013 Vangsten en terugmeldingen van sijzen Gijs van Tol De meldingen van flinke sijzenvangsten op Ringersnet was een aanleiding om eens nader te kijken naar de variatie

Nadere informatie

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,

Nadere informatie

Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009

Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009 Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009 Ronnie Veldkamp Om 9.00 uur had ik afgesproken met mijn vriend Pieter van den Hooven om weer de jaarlijkse telling

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Spreekbeurt de grote Toppereend

Spreekbeurt de grote Toppereend Ra,ra wie ben ik. Spreekbeurt de grote Toppereend Inleiding Ik doe mijn spreekbeurt over de grote toppereend. Omdat ik dit een hele mooie vogel vind. En omdat jullie misschien veel te weinig weten over

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-12-2-b Lepelaars - informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 38 tot en

Nadere informatie

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 Lieuwe Dijksen & Frank Willems SOVON-inventarisatierapport 2007/49 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Het Groninger Landschap Colofon SOVON Vogelonderzoek

Nadere informatie

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren Monitoring op natuurboerenerven Uitleg over de systematiek van het monitoren Inleiding Boerenzwaluwen op het erf, korenbloemen in de akkers, fladderende citroenvlinders tussen de schuren. Al dat pracht

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt

Nadere informatie

Kleinschalige verstuiving/dynamiek

Kleinschalige verstuiving/dynamiek Kleinschalige verstuiving/dynamiek Bas Arens, Bureau voor Strand en Duinonderzoek m.m.v. Tessa Neijmeijer, Luc Geelen, Marc van Til Veldwerkplaats Begrazing en Kleinschalige Dynamiek 5 september 2014 Grootschalig

Nadere informatie

Verslag over de roofvogelstand in de. Amsterdamse Waterleidingduinen dagen later begonnen met het leggen. ongunstig en

Verslag over de roofvogelstand in de. Amsterdamse Waterleidingduinen dagen later begonnen met het leggen. ongunstig en 11 Verslag over de roofvogelstand in de Amsterdamse Waterleidingduinen 1976 Het voorjaar van 1976 werd gekenmerkt door extreem lage temperaturen tot ver in de maand mei. Dit had tot gevolg dat de uilen

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Waarnemingen. AIC te Castricum

Waarnemingen. AIC te Castricum 7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt

Nadere informatie

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter) Gouwebos midmaandwintertellingen van vogels trends 1994-2014 samengesteld door Cok Scheewe Foto (Huig Bouter) Inleiding Al meer dan 20 jaar worden in de winterperiode in het Gouwebos door de vogelwerkgroep

Nadere informatie

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven

Nadere informatie

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen. 4.2.1 Verzwaring 4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Ten noorden van Ballum, ter hoogte van paal 8 ligt deelgebied 2. In 1989 is het duin verzwaard met zand uit de naastliggende vallei. Over het hoogste deel van de verzwaringen

Nadere informatie

Jaarverslag Bijeneters 2017

Jaarverslag Bijeneters 2017 Jaarverslag Bijeneters 2017 Dit voorjaar werd er weer hoopvol in Nederland uitgekeken naar de bijeneters. Het aantal meldingen van waarnemingen bleef in vergelijking met de voorgaande jaren wat achter.

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex. Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Amsterdam Nieuw

Nadere informatie

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland Overdag rusten de bosuilen meestal goed verscholen op een tak, in een boomholte, nestkast of een ruimte waar geen mensen komen. Na zonsondergang worden ze

Nadere informatie

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne

KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne KNNV Zoogdierenwerkgroep Voorne vleermuis foto Jan Alewijn verslag 48 Wintertelling Vleermuizen Voorne januari 2011 2 e versie Jan Alewijn Dijkhuizen inleiding Sinds de winter van 1982 worden op Voorne

Nadere informatie

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer). Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,

Nadere informatie

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014 Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek Februari 2014 Het is begonnen. Misschien iets vroeger dan anders, maar de laatste zonnige dagen levert al baltsgedrag op van buizerds. Het is dan ook deze soort

Nadere informatie

Roofvogel gegevens Loonse en Drunense duinen e.o. Jaar 2013

Roofvogel gegevens Loonse en Drunense duinen e.o. Jaar 2013 Roofvogel gegevens Loonse en Drunense duinen e.o. Jaar 2013 Londenring 35 5152 NN Drunen 0416 37 88 73 Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave Inleiding 3 Onderzoeksgebied 3 Voedselaanbod 4 Resultaten 5 In getallen

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Eend Inleiding Ik hou mijn werkstuk over eenden omdat ik het leuke dieren vind en ik wil er wat over leren. Dit wil ik er over weten: Wat doen eenden de hele dag? Wat eten eenden? Wat voor soorten eenden

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN Samenvatting INTRODUCTIE Een groot deel van het landoppervlak op aarde is bedekt met graslanden en deze worden doorgaans door zowel inheemse diersoorten als door vee begraasd. Dit leidt vaak tot een zeer

Nadere informatie

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014 VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014 1 Inleiding Dit verslag rapporteert over de vangsten op het vogelringstation Klarenbeek in 2014, het resultaat van veel uren ringen. Dit is het 3 e jaarverslag,

Nadere informatie

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus 4 1180 BA AMSTELVEEN Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: AMNA1004 Datum: 18-11-2010 Plaats: Zaandam Projectgebied: Kostverlorenweg

Nadere informatie

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE KERKUILEN WERKGROEP TWENTE Broedseizoen kerkuil De start van het broedseizoen kerkuilen was zeer verrassend. Rond half maart werd er op een locatie in Oud-Ootmarsum een nestkast aangetroffen met daarin

Nadere informatie

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding De landelijke trend is over de gehele periode stabiel, over de laatste tien jaar treedt een matige toename op. De stand van het

Nadere informatie

Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia

Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia Kleine parelmoervlinder Issoria lathonia Ralf Joosse Soortbeschrijving De Kleine parelmoervlinder is een vrij kleine soort, met een vleugelspanwijdte van slechts 35-45 mm. Toch is het een opvallende verschijning

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Inleiding In 2006 heeft RAVON in opdracht van de Provincie Noord-Brabant het

Nadere informatie

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Overzicht broed 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Voorkeur bos Vogelsoorten van Bijlage 1 vogelrichtlijn Gemengd bos Zwarte specht #1 1500-2500 2300-2900 1100-1600 - Naald- en loofbos Wespendief

Nadere informatie

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper FLORA- EN FAUNADOSSIER KAVEL 2 EN 3 Opdrachtgever: O.G.A periode : 2011-2014 versie: : 16 mei 2014 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020 E-mail: info@natuurbeleven.nl

Nadere informatie

Landschappelijke elementen

Landschappelijke elementen Welkomstkaarten voor Landschappelijke elementen Gaan voor groen! Behoud en herstel van landschappelijke elementen? Geweldig! Landschappelijke elementen zijn van culturele en historische waarde. Maar ze

Nadere informatie

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht

Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Verslag Excursie Kombos 28 5 2011 Ravon Utrecht Op zaterdag 28 mei 2011 is er vanuit RAVON Utrecht een excursie georganiseerd naar het Kombos te Maarsbergen. Het doel van de excursie was om deelnemers

Nadere informatie

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria

Nadere informatie