Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 t/m 10 Samenvatting door een scholier 3573 woorden 30 maart ,2 21 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 7: Markten en prijzen 7.1) Behoeften: alles wat de mens nodig heeft De behoeften bepalen de vraag naar goederen Consumenten: Mensen die goederen vragen om in hun behoeften te voorzien Bij het doen van hun aankopen krijgen de meeste consumenten te maken met de volgende problemen: - In veel behoeften kan worden voorzien met verschillende goederen - Het inkomen is beperkt De behoefte van de mens richt zich op goederen. Economische / Schaarse goederen: hiervoor moet worden betaald (bv. brood, kleding) Vrije goederen: hiervoor wordt niet betaald (bv. frisse lucht, zonlicht) Bedrijven moeten bepalen: - welke goederen worden voortgebracht - in welke hoeveelheden en in welke kwaliteiten deze goederen zullen worden aangeboden - welke techniek bij de productie zal worden gebruikt - waar de productie zal plaatsvinden Veel goederen zijn alternatief aanwendbaar: Ze kunnen op verschillende manieren worden gebruikt. 7.2) Het doel van alle productie is goederen voort te brengen waarmee voorzien wordt in de behoeften van de uiteindelijke vragers: de gezinnen. Pagina 1 van 17

2 Markt: het geheel van vraag en aanbod Er zijn 2 soorten markten: - concrete markten - abstracte markten concrete markt: een plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed samenkomen met het doel om te kopen en verkopen. (bv. winkels, veilingen, weekmarkten) abstracte markt: kopers, verkopers en de te verhandelen goederen komen niet op een concrete,aanwijsbare plaats samen Als wordt gesproken over de markt gaat het over alles wat bepalend is voor de prijs. Soorten winkels (valt onder concrete markten): - filiaalbedrijven - vrijwillige filiaalbedrijven - warenhuizen Filiaalbedrijven: bedrijven die over verscheidene verkooppunten beschikken. Vrijwillige filiaalbedrijven: een combinatie van één (of meer) grossiers en een aantal zelfstandige detaillisten die onder dezelfde naam samenwerken. Warenhuizen: grootwinkelbedrijven waarin zeer uiteenlopende soorten producten worden Aangeboden. Grossier: bedrijf dat goederen koopt bij verschillende producenten. Kraampjesmarkten: daar worden consumptiegoederen aangeboden, vooral groente, fruit, vis. Veilen: wijze van verkoop, waarbij op een bepaalde plaats één aanbieder staat tegenover een relatief groot aantal vragers. Soorten veilingen: - veilen bij afslag - veilen bij opbod De prijsvorming op een veiling op een rijtje: - Doordat vragers en aanbieders op een bepaalde plaats samenkomen, krijgt men gemakkelijk inzicht in de totale vraag naar en het totale aanbod van een bepaald product. - Via de biedingen van de vragers krijgt men inzicht in de prijzen die de vragers willen betalen. Pagina 2 van 17

3 - De ophoudprijzen (of doordraaiprijzen) geven informatie over de minimumprijzen waartegen aanbieders willen verkopen. Het prijsmechanisme of marktmechanisme is een informatiesysteem. Prijs: de waarde van een goed, uitgedrukt in geld De prijs van een goed wordt bepaald door de vraag naar en het aanbod van dat goed. Deze productiemiddelen bepalen in belangrijke mate de productiemogelijkheden: - techniek - beschikbare hoeveelheden arbeid - grondstoffen - machines Behoeften en middelen bepalen de schaarste van een goed => De schaarste bepaalt de prijs => De prijs beïnvloed de behoeften en de productie. Door prijsveranderingen wordt zowel de consument (vrager) als de producent (aanbieder) op de hoogte gesteld van de veranderingen in de productie respectievelijk van veranderingen in de behoeften van de vragers. Prijsmechanisme: informatiesysteem dat vrager en aanbieder informeert over de consequenties van hun handelen. Het prijsmechanisme speelt een rol bij: - de prijsvorming van consumptiegoederen - het vaststellen van de beloning voor productiefactoren De beloning voor de productiefactoren is zowel voor gezinnen als voor bedrijven van groot belang: - voor gezinnen vormt de beloning van de productiefactoren een inkomen - voor bedrijven bepaalt de beloning van de productiefactoren mede de hoogte van de productiekosten. 7.3) De manier waarop de prijs (op een markt) totstandkomt, is afhankelijk van de marktvorm. Marktvorm: het geheel van prijsbepalende factoren voor een bepaald goed. De aard van de marktvorm wordt bepaald door: - het aantal vragers en het aantal aanbieders - de aard van het goed Pagina 3 van 17

4 - de doorzichtigheid van de markt - de hoogte van de toetredingsbarrières Hoe groter het aantal vragers (of aanbieders) van een bepaald goed, des te geringer is de invloed van de individuele vrager (of aanbieder) op de prijsvorming. Hoe kleiner het aantal vragers (of aanbieders), des te groter is de invloed van de individuele vrager (of aanbieder) op de prijsvorming. Op de markten voor consumptiegoederen zijn er altijd erg veel vragers tegenover een wisselend aantal aanbieders. Ten aanzien van het aantal aanbieders is het gebruikelijk een indeling van 3 groepen te maken: - één aanbieder - weinig aanbieders - veel aanbieders Één aanbieder: stelt de prijs van een bepaald product vast. Er is geen concurrentie. (bv. Waterleidingbedrijven en aardgasdistributiebedrijven) Weinig aanbieders: als de aanbieders bij hun handelingen rekening houden met de reacties van andere aanbieders. De individuele aanbieder heeft hierbij grote invloed op de vast te stellen prijs, maar zal bij zijn prijsbeleid rekening moeten houden met de mogelijke reacties van zijn concurrenten. (bv. Auto-industrie, vliegtuigindustrie, olie-industrie) Veel aanbieders: als de individuele aanbieder geen invloed uit kan oefenen op de marktprijs. Oftewel: De hoeveelheid die door de individuele producent wordt aangeboden is een uiterst klein deel van de totale op de markt verhandelde hoeveelheid. (bv. Productie van grondstoffen, zoals tarwe, koffie, cacao en melk) Aard van het goed. Met een goed wordt in een bepaalde behoefte voorzien. Op welke manier dat gebeurt is ter beoordeling van de betrokken consument. Homogene goederen: goederen die op volkomen gelijke wijze voorzien in een bepaalde behoefte. (bv. Kristalsuiker, glas melk) Daardoor is er geen prijsverschil tussen deze goederen. Op de markten van consumptiegoederen komen homogene producten nauwelijks voor, vanwege de productdifferentiatie. Productdifferentiatie: de producent doet erg veel moeite om zijn product te onderscheiden van de Pagina 4 van 17

5 producten van andere producenten. Hierbij maakt hij gebruik van verschil in: - verpakking - merk - wijze van verkoop. Heterogene goederen: goederen die, hoewel ze in dezelfde behoefte voorzien, in de ogen van de consument toch van elkaar verschillen. Omdat de consument onderscheid maakt tussen de goederen waarmee in een bepaalde behoefte kan worden voorzien, is hij ook bereid voor het ene goed meer te betalen dan voor het andere goed. Doorzichtigheid van de markt. Een markt is doorzichtig als alle vragers en aanbieders op de hoogte zijn van alles wat er op de markt gebeurt. Als een markt doorzichtig is, kunnen op hetzelfde tijdstip geen prijsverschillen bestaan tussen homogene goederen. Vooral door productdifferentiatie zijn markten ondoorzichtig geworden, waardoor grote prijsverschillen tussen vergelijkbare goederen kunnen optreden. (bv. Premies voor ziektekostenverzekeringen) Hoogte van de toetredingsbarrières. Toetreding: toetreding tot de markt Vrije toetreding: iedereen die het product wil aanbieden, is hiertoe in de gelegenheid. Toetreding kan worden belemmerd door: - (wettelijke) eisen van vakbekwaamheid - aard van de productie Van vrije toetreding is aan de afnemerskant sprake als iedereen die het product wil kopen, in de gelegenheid is. Indeling marktvormen. Aantal vragers Aantal aanbieders Aard v/h product Marktvorm Veel Één Homogeen Monopolie Veel Weinig Homogeen Homogeen oligopolie Veel Weinig Heterogeen Heterogeen oligopolie Pagina 5 van 17

6 Veel Veel Homogeen Volkomen concurrentie Veel Veel Heterogeen Monopolistische currentie Monopolie: als er maar één aanbieder is (zonder substituten) (bv. Openbare nutsbedrijven) Oligopolie: als er weinig aanbieders zijn die rekening moeten houden met elkaars reacties. Oligopolies komen erg veel voor bij de productie van consumptiegoederen. Homogene oligopolie: komt voor bij het aanbod van benzine, verder eigenlijk niet. Heterogene oligopolie: komt voor bij bv. auto s, wasmiddelen, computers, vliegtuigen, radio- en tvtoestellen, koelkasten en wasmachines. Van volkomen concurrentie/volledige mededinging is sprake als erg veel aanbieders een homogeen product aanbieden. Dit komt veel voor bij de productie van agrarische grondstoffen. Monopolistische concurrentie: de marktvorm waar de consument het meest mee te maken heeft. Zo worden kleding, schoeisel en voedsel aangeboden door veel verschillende aanbieders die door het assortiment, merk, service, reclame en wijze van verkoop proberen hun producten toch te laten verschillen van de producten die de concurrentie aanbiedt. 7.4) De 5 marktvormen kunnen in 2 groepen ingedeeld worden: - marktvormen waarbij de individuele producent geen invloed heeft op de marktprijs. Bij deze groep hoort volkomen concurrentie of volledige mededinging. Er is sprake van hoeveelheidsaanpassing. - Marktvormen waarbij de individuele producent wel invloed heeft op de marktprijs. Bij deze groep horen monopolie, oligopolie en monopolistische concurrentie. Er is sprake van prijszetting. Hoeveelheidsaanpassing: als individuele producenten geen invloed op de marktprijs kunnen uitoefenen, proberen ze hun productiegrootte aan te passen aan de marktprijs. Prijszetting: als producenten de prijs van hun product kunnen beïnvloeden. Marktgedrag: het handelen van producenten om bepaalde doeleinden te bereiken. Pagina 6 van 17

7 Marktgedrag wordt hoofdzakelijk bepaald door het doel van de producent, bv.: - op lange termijn een zo groot mogelijke winst - het vergroten van het marktaandeel Marktvorm en marktgedrag leiden tot een bepaald marktresultaat. Marktresultaat: de uitkomst van het marktproces (omvat onder meer de prijzen die tot stand zijn gekomen en de hoeveelheid en kwaliteit van de geproduceerde goederen) De functie van de markt is informatieverschaffing. Door prijsveranderingen krijgt de consument gegevens over veranderende productiekosten en aangeboden hoeveelheden. Door prijsveranderingen krijgt de producent inzicht in veranderende behoeften en inkomens. Marktvorm, marktgedrag en marktresultaat beïnvloeden elkaar over en weer. Hoofdstuk 8: De consument 8.1) Consumenten: gezinnen, ook eenpersoonshuishoudens. Consumptie: de aanschaf van goederen door gezinnen ter wille van de behoeftebevrediging. Budgetonderzoek: onderzoek naar de uitgaven van een gemiddeld gezin in een bepaalde inkomensklasse en met een bepaalde gezinssamenstelling. De resultaten van het budgetonderzoek worden gebruikt om de consumentenprijsindex te berekenen. Veranderingen in het uitgavenpatroon van gezinnen worden veroorzaakt door veranderingen in: - inkomen - leeftijd - gezinssamenstelling - productaanbod (producten verdwijnen en er komen nieuwe bij) De totale vraag naar een bepaald product is afhankelijk van: - de behoeften - de financiële middelen - de prijzen - het aantal consumenten Pagina 7 van 17

8 preferenties: behoeften Behoeften worden beïnvloed door: - reclame - opleiding - mensen met wie men omgaat Reclame: het verstrekken van informatie om de verkopen te bevorderen De financiële middelen van een gezin worden vooral bepaald door het inkomen en de mogelijkheid om krediet op te nemen. Een gezin verkrijgt een inkomen door de productiefactoren die het bezit, ter beschikking te stellen aan bedrijven en de overheid. Gezinnen krijgen inkomsten uit: - loon - bedrijfsuitoefening (bij een eigen bedrijf) - interest of rente (in geval van spaargeld) - subsidies (kinderbijslag, huursubsidie, studiefinanciering) Bruto inkomen = inkomen uit arbeid + rente-inkomsten Netto inkomen = bruto inkomen belastingen sociale premies Besteedbaar inkomen = netto inkomen + inkomensoverdrachten Modaal inkomen: het inkomen dat het meest voorkomt Een gezin kan zijn financiële mogelijkheden incidenteel vergroten door geld te lenen. Dat heet het opnemen van een krediet. Substitutiegoederen: goederen die elkaar kunnen vervangen en waarbij dus duidelijk concurrentie zichtbaar is. Aanvullende / complementaire goederen: goederen die doorgaans samen gebruikt worden. 8.2) Ceteris-paribus-voorwaarde: de manier waarop de gevraagde hoeveelheid van een bepaald goed afhankelijk is van de prijs van dat goed, waarbij de andere factoren onveranderd blijven. Bij hoge prijzen is de gevraagde hoeveelheid klein. Bij lage prijzen is de gevraagde hoeveelheid groot. Pagina 8 van 17

9 Vraagvergelijking: manier om het verband tussen de prijs van een goed en de gevraagde hoeveelheid weer te geven. Individuele vraagvergelijking: geldt voor één bepaalde consument. Collectieve vraagvergelijking: geldt voor alle consumenten samen. Grafiek van de vraagvergelijking = vraaglijn = vraagcurve qv = ap + b (a < 0, b > 0, qv =/> 0) a geeft weer hoe de gevraagde hoeveelheid (qv) reageert op een verandering van de prijs (p). 8.3) Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: geeft de mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijsverandering weer. Ev = de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid de procentuele verandering van de prijs procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid: q2 q1 x100% q1 procentuele verandering van de prijs: p2-p1 x100% p1 Ev = procentuele hoeveelheidsverandering procentuele prijsverandering relatief elastische vraag: de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid is groter dan de procentuele verandering van de prijs. (dan is de waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid kleiner dan 1) Vooral de vraag naar duurzame consumptiegoederen is relatief elastisch, zoals bv. Koelkasten, radio s televisietoestellen, wasmachines en auto s. Relatief inelastische vraag: de gevraagde hoeveelheid reageert weinig op prijsveranderingen. (dan ligt de waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid tussen 1 en 0) Een relatief inelastische vraag komt vooral voor bij levensmiddelen. Hoe noodzakelijker een goed, des te inelastischer is de vraag. Segmentelasticiteit: als het bij een prijsverandering over een segment van de vraaglijn gaat. Pagina 9 van 17

10 Door de elasticiteit bij een bepaalde prijs te berekenen, wordt de invloed van een zeer kleine prijswijziging op de gevraagde hoeveelheid bekeken. Dan is het dus: q2 q1 => 0 De vergelijking van de prijselasticiteit wordt dan: Ev = dqv x p1 dp q1 Puntelasticiteit: de elasticiteit op een bepaald punt van de vraaglijn. De eerste term van de vergelijking: de eerste afgeleide van de vraagvergelijking = differentiaalquotiënt Het verschil tussen een relatief elastische vraag en een relatief inelastische vraag is van belang voor: - het huishoudelijk budget van gezinnen - de opbrengst van de ondernemer Door een prijsverandering zal in het algemeen de verkochte hoeveelheid veranderen. Voor veel ondernemers is van belang op welke manier de totale opbrengst (de omzet) verandert door de prijsverandering. Omzet = prijs x verkochte hoeveelheid Het verloop van de omzet bij verdergaande prijsdalingen hangt samen met de prijselasticiteit van de vraag. In geval van een relatief elastische vraag leidt de prijsverlaging tot een toename van de omzet. In geval van een relatief inelastische vraag leidt een prijsverlaging tot een afname van de omzet. Als een ondernemer uitsluitend een grotere omzet beoogt, zal hij in geval van een relatief elastische vraag proberen de prijs te verlagen. In geval van een relatief inelastische vraag zal worden geprobeerd prijsverhogingen door te voeren. 8.4) Kruiselingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid: geeft de mate waarin de gevraagde hoeveelheid van goed A reageert op een prijsverandering van goed B weer. In dit verband is er onderscheid tussen: - substitutiegoederen - complementaire / aanvullende goederen substitutiegoederen: goederen die gemakkelijk door elkaar kunnen worden vervangen. Kruiselingse prijselasticiteit: Ek Pagina 10 van 17

11 Ek = de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid van goed A de relatieve verandering van de prijs van goed B De kruiselingse prijselasticiteit is in geval van substitutiegoederen altijd positief. De mate waarin de goederen onderling vervangbaar zijn, bepaalt de grootte van de kruiselingse prijselasticiteit. Hoe groter de kruiselingse prijselasticiteit, des te groter is de vervangbaarheid. Complementaire / aanvullende goederen: goederen die samen moeten worden gebruikt. De kruiselingse prijselasticiteit is in geval van complementaire goederen altijd negatief. Ek = dqa x pb dpb qa Ek: de kruiselingse prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid qa: de gevraagde hoeveelheid van goed A pb: de prijs van goed B dqa: de verandering van de hoeveelheid van goed A ten gevolge van een zeer kleine dpb: wijziging in de prijs van goed B. Hoofdstuk 9: Het perfect werkend prijsmechanisme 9.1) Bij volledige mededinging zorgt het prijsmechanisme steeds voor gelijkheid van gevraagde en aangeboden hoeveelheid. Dit houdt in dat de markt de prijs bepaalt. Volkomen concurrentie / volledige mededinging voldoet aan de volgende kenmerken: - zeer veel vragers en aanbieders - homogene producten - vrij toe- en uittreding - transparante markt hoeveelheidsaanpassing: de enige variabele die de aanbieder kan beïnvloeden, nl de door hemzelf aangeboden hoeveelheid Bij de prijsvorming op perfect werkende markten, dus bij volledige mededinging, is er: - vraag - aanbod - evenwicht tussen vraag en aanbod Pagina 11 van 17

12 collectieve vraagvergelijking: de vraagvergelijking van alle vragers op de markt qv = ap+b aanbodvergelijking: geeft het verband tussen de aangeboden hoeveelheid en de prijs weer. De algemene gedaante van de aanbodvergelijking is: qa = cp + d qa: aangeboden hoeveelheid p: prijs collectieve aanbodvergelijking: de aanbodvergelijking van alle aanbieders op een markt. Als de prijs van een goed stijgt, wordt de aangeboden hoeveelheid groter. Als de prijs van een goed daalt, wordt de aangeboden hoeveelheid kleiner. Evenwichtsprijs: de prijs waarbij de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid. Berekening evenwichtsprijs: Vraagvergelijking: qv = cp + d Aanbodsvergelijking: qa = cp d Evenwichtsvoorwaarde: qv = qa De berekening van de evenwichtsprijs kan op de volgende manier worden uitgevoerd: - De evenwichtsvoorwaarde opschrijven: qv = qa - In plaats van de vraagvergelijking schrijven: qv = cp + d (bv. qv: -10p ) en in plaats van de aanbodvergelijking: qa = cp d (bv. qa: 15p 3000). - Dan kan p berekend worden: -10p = 15p p = p = 320 (eurocenten) ( om aan te geven dat we met een evenwichtswaarde van p te maken hebben, zetten we een streepje boven de p) - Daarna vullen we de gevonden evenwichtswaarde in een van de beide vergelijkingen in, waardoor we de evenwichtswaarde van q vinden: q = 15 x = 1800 ( stuks) Door de curven van vraag en aanbod in 1 grafiek te tekenen, kun je de evenwichtsprijs en de bij deze prijs verhandelde hoeveelheid (evenwichtshoeveelheid) in de figuur aflezen. Pagina 12 van 17

13 Prijsveranderingen kunnen alleen tot stand komen, wanneer óf de vraag óf het aanbod óf beide veranderen. 2 soorten prijsverandering: - verandering in de vraag - verandering in het aanbod 9.2) hoeveelheidsaanpasser: de aanbieder bij volkomen concurrentie ( hij kan alleen de marktprijs vergelijken met zijn productiekosten per eenheid en daarna beslissen hoeveel hij van het product zal aanbieden) De individuele producent past zijn te produceren hoeveelheid zodanig bij de marktprijs aan dat hij een zo groot mogelijke winst behaalt. Totalekostenvergelijking: TK = aq + b (q ligt tussen 0 en 10). TVK = aq TCK = b In het algemeen: TW = TO TK TO = p x q GTK = a + (b / q) GVK = a GCK = b / q TO = GO x q TK = GTK x q Marginale bedrijf: het bedrijf dat tegen de hoogste gemiddelde totale kosten produceert. Hoofdstuk 10: Niet perfect werkende markten 10.1) Op elke markt proberen aanbieders hun positie zo te verbeteren dat zij hogere prijzen voor hun producten kunnen krijgen; vragers willen lagere prijzen betalen. Er zijn verschillende situaties waarin aanbieders in staat zijn hogere prijzen te vragen dan in het geval van perfect werkende markten het geval zou zijn geweest. - In de 1e plaats is het denkbaar dat er maar 1 aanbieder is, die dan veel invloed op de prijs kan uitoefenen. Dat is monopolie. Pagina 13 van 17

14 - In de 2e plaats is het mogelijk dat er maar weinig aanbieders zijn, zodat elke individuele aanbieder enige invloed op de prijs kan uitoefenen. Dat is oligopolie. - In de 3e plaats kunnen aanbieders zich onderscheiden van hun concurrenten (productdifferentiatie), zodat ze binnen zekere grens monopolist zijn. Dit geval doet zich voor bij het oligopolie en ook bij de marktvorm monopolistische concurrentie. Prijszetting: de aanbieder bepaalt zelf binnen bepaalde grenzen tegen welke prijs zijn product wordt verkocht. De inkomsten van de prijszetter zijn minder afhankelijk van het marktgebeuren dan de inkomsten van de hoeveelheidsaanpasser. Door een hogere of lagere prijs voor zijn product vast te stellen, kan de prijszetter de afzet (de verkochte hoeveelheid) beïnvloeden. 10.2) Monopolie: de marktvorm waarbij slechts één aanbieder de voorziening van een bepaald goed verzorgt. Verschillende monopolies: - wettelijke monopolie, dan kan de productie door particuliere bedrijven zijn verboden. (bv. omdat het grote maatschappelijke belang wordt gehecht aan een bepaald voorzieningsniveau) - natuurlijke monopolie, dan beschikt een bedrijf als enige over de technische kennis of infrastructuur om een bepaald product voort te brengen. (bv. Tl-buizen en Philishave, en de productie en distributie van gas en water). - collectief monopolie, dan treden de gezamenlijke aanbieders van een bepaald product op alsof er maar 1 aanbieder is. (bv. Een kartel(afspraak) om concurrentie te verminderen) Monopolie in de zuiverste vorm houdt in dat er geen substituten zijn voor het product dat de monopolist aanbiedt. In de praktijk zijn er echter vrijwel altijd substituten. (bv: de NS is het enige bedrijf dat railvervoer tussen steden aanbiedt, maar mensen kunnen ook met de bus of auto naar die steden gaan) Daarom zijn monopolisten niet echt vrij in hun prijsbeleid. Omdat de monopolist de enige aanbieder is, ontmoet hij op de markt de totale vraag naar zijn product. Wanneer de monopolist inzicht heeft in de vraagvergelijking die op de markt geldt, weet hij precies welke hoeveelheid bij een bepaalde prijs wordt gevraagd. De vraagvergelijking (op de markt) is dan gelijk aan de gemiddelde opbrengstvergelijking van de monopolist. Totale opbrengst: TO = p x q (prijs x verkochte hoeveelheid) Pagina 14 van 17

15 Gemiddelde opbrengsten / prijs-afzetvergelijking: GO = TO/q Marginale opbrengsten: MO = dto/dq Mogelijkheden van een monopolist bij het vaststellen van de prijs: - streven naar maximale totale winst - genoegen nemen met een geringere winst (omdat grotere afzet zijn voorkeur heeft) Marktsegment: groep afnemers die op vergelijkbare wijze reageert op prijsveranderingen. Wanneer deze deelmarkten zo van elkaar zijn gescheiden dat doorverkoop van de ene deelmarkt naar de andere deelmarkt onmogelijk is, kan een aanbieder op beide deelmarkten verschillende prijzen voor zijn product vragen. Hij zal dan op de deelmarkt met een relatief inelastische vraag een hogere prijs vragen dan op een deelmarkt met een wat meer elastische vraag. Prijsdiscriminatie: als een aanbieder voor hetzelfde product aan verschillende vragers een verschillende prijs vraagt. (bv. 65+ pas) Prijsdifferentiatie: het prijsverschil berust op een verschil in kosten. Een monopolist heeft verschillende mogelijkheden ten aanzien van zijn bedrijfsbeleid, bv: - maximale totale winst (MO = MK) - maximale omzet - kostendekking 10.3) Oligopolie: de marktvorm met een gering aantal aanbieders. Op oligopolistische markten strijden aanbieders voortdurend om handhaving of vergroting van hun marktaandeel. Vaak benadrukken oligopolistische bedrijven de vernieuwingen en verbeteringen van de samenstelling van een product, veranderingen in de vormgeving en de verpakking. Door de productdifferentiatie zijn de aangeboden goederen heterogeen. Een heterogeen oligopolie is daarom de normale situatie. Door productdifferentiatie verschillen de producten die de onderscheiden producenten aanbieden. Deze verschillen zorgen ervoor dat verschillende prijzen moeten worden onderscheiden. Pagina 15 van 17

16 Heterogeen duopolie: markt waarop het aanbod wordt verzorgd door 2 producenten. Het prijsbeleid (de vaststelling van de verkoopprijs) van oligopolistische ondernemingen biedt verschillende mogelijkheden als concurrentiemiddel, zoals: - prijsconcurrentie - prijsleiderschap - prijsstarheid Prijsconcurrentie: als een onderneming haar marktaandeel probeert te vergroten door prijsverlagingen Cut throat competition: moordende concurrentie tussen oligopolisten, waarbij het de bedoeling is de concurrent van de markt te verdrijven door sterke prijsverlagingen. Prijsleiderschap: als kleinere ondernemingen de prijspolitiek van één of enkele grote, sterke ondernemingen, volgen. Prijsstarheid: ondanks kleine veranderingen in de productiekosten, de verkoopprijzen niet veranderen.(zowel kostenverhogingen als kostenverlagingen worden dan niet doorberekend in de prijzen van het eindproduct) 10.4) De meeste goederen die door de consument worden aangeschaft, worden gekocht op een markt die wordt gekenmerkt door de marktvorm monopolistische concurrentie. Consumptiegoederen worden gekocht bij detailhandelsbedrijven, zoals bakkerszaken, supermarkten, slagerijen, groentewinkels, tabakswinkels, textielzaken en winkels in huishoudelijke artikelen. Ondernemingen proberen door productdifferentiatie hun aanbod te laten verschillen van concurrerende bedrijven, door: - samenstelling van het assortiment - wijze van verkoop - service - keuze van de vestigingsplaats - prijszetting Monopolistische concurrentie: wordt gekenmerkt door zeer veel aanbieders die heterogeneproducten aanbieden. Opmerkingen: - Het monopolistische gedrag vloeit voort uit de productdifferentiatie: de afnemer maakt onderscheid tussen de ene en de andere producent. Pagina 16 van 17

17 - Door succesvolle productdifferentiatie wordt de markt ondoorzichtiger. Hierdoor kunnen prijsverschillen groter worden en langer blijven bestaan dan op een doorzichtige markt. - De concurrentie tussen de verschillende ondernemingen onder deze marktvorm blijkt vooral in de productdifferentiatie. Iedere individuele onderneming probeert door productdifferentiatie een vaste klantenkring op te bouwen. Omdat er zeer veel concurrenten zijn, zal de prijsafzetlijn van de individuele aanbieder een relatief elastisch verloop hebben. Als onder de marktvorm monopolistische concurrentie grote winsten worden behaald, zullen deze winsten toetreding uitlokken. Hierdoor wordt het aantal aanbieders groter, terwijl het aantal productvariëteiten toeneemt. Doordat de afnemers over meer aanbieders worden verdeeld, wordt de spoeling dunner, en dalen de winsten. Pagina 17 van 17

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Micro-economie

Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting door een scholier 3691 woorden 31 mei 2011 8,2 37 keer beoordeeld Vak Economie Micro-economie HOOFDSTUK 2 HET DICTAAT VAN DE MARKT (VOLKOMEN CONCURRENTIE)

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt: Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **

Nadere informatie

1 Markt en marktvormen

1 Markt en marktvormen 1 Markt en marktvormen Wat is het verschil tussen een markt en een marktvorm? Markt= Concrete markt, plaats waar vragers en aanbieders van een bepaald goed elkaar ontmoeten en transacties afsluiten Marktvorm

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

H3 Hoe werken markten

H3 Hoe werken markten H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Eco samenvatting; hs 2 + 5 Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2499 woorden 17 mei 2004 6,6 64 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT EN PRODUCENT Hoofdstuk 1 De klant Een marktaandeel geeft

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht

Nadere informatie

Markt. Kenmerken van marktvormen:

Markt. Kenmerken van marktvormen: 1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van

Nadere informatie

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat

Nadere informatie

Domein markt: volkomen concurrentie

Domein markt: volkomen concurrentie Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW

Nadere informatie

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is

Nadere informatie

Evenwichtspri js MO WINST

Evenwichtspri js MO WINST Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 4563 woorden 25 juli 2008 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De Klant 1.1 Het marktaandeel het marktaandeel van een

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april 2016 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting hoofdstuk 8 Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen.

Nadere informatie

UIT grafische elasticiteiten

UIT grafische elasticiteiten Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid

Nadere informatie

MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4

MARKT & OVERHEID. HAVO 4 Blok 4 MARKT & OVERHEID HAVO 4 Blok 4 INHOUD Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: De telefoniemarkt Van volledige mededinging naar monopolie Oligopolie en

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Pro Samenvatting door een scholier 2932 woorden 4 mei 2004 7,2 52 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

Ev = % verandering gevolg dus prijselasticiteit: % verandering gevraagde hoeveelheid. % verandering oorzaak % verandering prijs

Ev = % verandering gevolg dus prijselasticiteit: % verandering gevraagde hoeveelheid. % verandering oorzaak % verandering prijs Boekverslag door C. 2585 woorden 29 mei 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Kleding H.2 Op zoek naar een spijkerbroek Vraaglijnen: individuele vraaglijn geeft aan hoeveel

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /06

ALGEMENE ECONOMIE /06 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Het begrip markt is niet eenduidig; er zijn verschillende markten, waaronder: F concrete markt F abstracte

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

2.1 De vraag naar spijkerbroeken 2.1 De vraag naar spijkerbroeken Voorbeeld 1: Q v = -0,10P + 9 met Q v = gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken van Petra P = prijs van een spijkerbroek in euro s P 90 80 60 30 0 Q v 0 1 3 6 9 Er is een

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Vrije toe- uittreding Transparante

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari keer beoordeeld. Onderdeel 2: Markten. Hoofdstuk 3: Hoe werken markten?

Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari keer beoordeeld. Onderdeel 2: Markten. Hoofdstuk 3: Hoe werken markten? Samenvatting door een scholier 3455 woorden 13 februari 2012 5 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Onderdeel 2: Markten Hoofdstuk 3: Hoe werken markten? 3.1 Markten Marktmechanisme: Vragers

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel.

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus 2010 5,8 4 keer beoordeeld Vak Economie H1: De klant. 1.1 Marktaandeel. Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet

Nadere informatie

8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld

8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april 2002 8,6 207 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen

Nadere informatie

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola)

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Lesbrief Consument en Producent Hoofdstuk 1 De klant Marktaandeel van een merk: geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Afzet

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

Kruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief)

Kruislingse prijselasticiteit Complementair aanvullend (negatief) Substituut vervangend (positief) Prijs Ev = %Δq / %Δ Ev = Geen reactie volkomen rijsinelastisch Ev tussen en -1 Een beetje inelastisch (rimaire, normale goederen) Ev onder de -1 Veel elastisch (luxe goed) Toeassing inelastisch P stijgt

Nadere informatie

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten

Nadere informatie

UIT doelstellingen en grafieken

UIT doelstellingen en grafieken Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

Op zoek naar een spijkerbroek

Op zoek naar een spijkerbroek Hoofdstuk 2 Op zoek naar een spijkerbroek 2.23 2.24 2.25 2.26 2.27 2.28 2.29 2.30 2.31 2.32 D A A D B C D B C A 2.33 a. P = 6 Qv = -0,8 6 + 20 = 15,2 15.200 stuks. b. Omzet = P Qv = 6 15.200 = 91.200.

Nadere informatie

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten. Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting door Y. 1883 woorden 5 juli 2017 8,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Concrete markt-->vragers en aanbieders komen op bepaalde

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

7.3. Boekverslag door J woorden 18 oktober keer beoordeeld. Praktische economie. Economie Module 3 Hoofdstuk 1:

7.3. Boekverslag door J woorden 18 oktober keer beoordeeld. Praktische economie. Economie Module 3 Hoofdstuk 1: Boekverslag door J. 1988 woorden 18 oktober 2003 7.3 40 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Module 3 Hoofdstuk 1: Concrete markt: Geheel van vraag/ aanbod op een tastbare

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1645 woorden 7 oktober 2004 7,1 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 1 Economie gaat

Nadere informatie

T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten

T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten Onvolkomen competitieve markten - 1 van 5 T3: Niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten 1. Monopolie 1/ Wanneer spreken we van een monopolie? 2/ Geef enkel voorbeelden van ondernemingen met

Nadere informatie

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. Samenvatting door een scholier 2072 woorden 16 januari 2003 7,7 108 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 6.1.1: Het behoeftepatroon Er zijn een aantal factoren die het behoeftepatroon beïnvloeden:

Nadere informatie

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie november /7 Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert Prof. Dr. André Van Poeck 15-19 november 2012 1. Welke uitspraak is fout? A. De curve van productiemogelijkheden illustreert het begrip

Nadere informatie

De opbouw van het monopolie model.

De opbouw van het monopolie model. Het monopolie Soorten monopolies Een monopolie is een situatie waarin er sprake is van 1 aanbieder die dus volledige invloed heeft op de prijs. De overheid vindt dit een onwenselijke situatie, twee situaties

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt

Nadere informatie

2 Katern Consumenten en producenten

2 Katern Consumenten en producenten Vwo-katern 2 Consumenten en producenten hoofdstuk 1 Consumenten en producenten 2 Katern Consumenten en producenten hoofdstuk 1 Het gedrag van de consument Opdracht 1 a Bijvoorbeeld via reclame of via prijsacties.

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning?

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting door een scholier 3242 woorden 12 februari 2008 5,8 12 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode EC Thema 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker. Samenvatting door een scholier 893 woorden 24 december 2003 6,4 43 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Vaardigheden H1 Consumeren Omgangstaal: Iets verbruiken, of soms iets gebruiken Economie: Het

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan.

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan. Samenvatting door Romy 2193 woorden 8 december 2015 7 10 keer beoordeeld Vak Economie 2.1 In ons dagelijks leven maken wij voortdurend keuzes omdat we nu eenmaal niet alles tegelijk kunnen doen of ons

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door Bobby 4278 woorden 3 maart 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1. Volledige mededinging, prijselasticiteit & kosten- en opbrengstenfuncties

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3

Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting door een scholier 2066 woorden 16 juni 2003 8,3 38 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 3 Teksten 1 t/m 23 & 27 t/m 37 Op de veiling ontmoeten vragers

Nadere informatie

In de economie gebruiken we het begrip schaarste in relatieve zin. Een product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om het te maken.

In de economie gebruiken we het begrip schaarste in relatieve zin. Een product is schaars als er middelen moeten worden opgeofferd om het te maken. Samenvatting door S. 2380 woorden 16 januari 2013 7.9 87 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie Hoofdstuk 1 De spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen noemen we schaarste.

Nadere informatie

Bestedingscategorieën: categorie waaraan geld bested kan worden, als alcohol, belastingen en vervoer.

Bestedingscategorieën: categorie waaraan geld bested kan worden, als alcohol, belastingen en vervoer. Samenvatting door een scholier 1942 woorden 18 juli 2015 4,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Budget: bepaald bedrag Budgetonderzoeken: aan welk product geeft een

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 13

Extra opgaven hoofdstuk 13 Extra opgaven hoofdstuk 13 Opgave 1 Stel, dat een markt voor product X zich als volgt ontwikkelt. Aanvankelijk zijn er voor dit product veel aanbieders en veel vragers. Na verloop van tijd loopt de vraag

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden zijn worden ze geproduceerd.

Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden zijn worden ze geproduceerd. Samenvatting door een scholier 5758 woorden 29 mei 2007 4,9 9 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1,1 Mensen kopen goederen om in hun behoeften te voorzien, als ze niet voorhanden zijn worden ze geproduceerd.

Nadere informatie

Prijsvorming bij monopolie

Prijsvorming bij monopolie Prijsvorming bij monopolie Wanneer we naar het evenwicht van de monopolist op zoek gaan, gaan we op zoek naar die afzet en die prijs waar de monopolist een maximale winst bereikt (of minimaal verlies).

Nadere informatie

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? 2 Monopolistische. concurrentie. Zowel volkomen als volkomen concurrentie

Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? 2 Monopolistische. concurrentie. Zowel volkomen als volkomen concurrentie Extra opdrachten 1. Wat is het juiste antwoord? Of welk woord hoort in welke kolom? Soort 1 Volledige mededinging 2 Monopolistische Zowel volkomen als volkomen 3 Oligopolie (duopolie) Geen 4 Monopolist

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1521 woorden 2 oktober 2003 7, keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Module 1 Hoofdstuk 1 Par. 1.1 Behoeften:

Nadere informatie

UIT prijsdiscriminatie

UIT prijsdiscriminatie Marktmacht. Aanbieders op een niet perfect werkende marktvorm, zoals monopolistische concurrentie, oligopolie en monopolie, hebben marktmacht. Hoe groter de invloed van de aanbieder op de prijs, hoe hoger

Nadere informatie

Samenvatting Economie. Hoofdstuk 00: inleiding.

Samenvatting Economie. Hoofdstuk 00: inleiding. Samenvatting Economie. Hoofdstuk 00: inleiding. Doel van de economische wetenschap. Studeren: overheid betaalt een groot deel van de studiekosten. Bijna alle menselijke handelingen hebben een economisch

Nadere informatie

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST

OVER OMZET, KOSTEN EN WINST OVER OMZET, KOSTEN EN WINST De Totale Winst (TW) van bedrijven vindt men door van de Totale Opbrengsten (TO), de Totale Kosten (TK) af te halen. Daarvoor moeten we eerst naar de opbrengstenkant van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties

Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en prestaties Verkenning 1 a De kosten van het onderzoek en het risico dat het mislukt moet worden afgewogen tegen de mogelijke winst als het onderzoek wel lukt en het

Nadere informatie