Examentrainer. Vragen. Lachspieren. 1 Uitgeverij Malmberg
|
|
- Christel Wauters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Examentrainer Vragen Lachspieren Lachen doe je vaak als reactie op een grappige situatie of een grap. Maar ook door het lezen van woorden als 'lachen' en 'grappig' worden de lachspieren geprikkeld. Andersom blijkt dat spieren in de lachstand ervoor zorgen dat je een situatie eerder als grappig beoordeelt. Bij lachtherapie, met als doel stress te verminderen, wordt hiervan gebruikgemaakt. De belangrijkste lachspier is de grote jukbeenspier Zygomaticus major (zie afbeelding 1). Bij contractie van deze spier wordt de mondhoek omhoog getrokken. Afbeelding 1 In afbeelding 1 zijn nog drie andere spieren rond de mond benoemd. 1 Welke van deze spieren is de antagonist van de grote jukbeenspier? A De Zygomaticus minor. B De Orbicularis oris. C De Depressor anguli oris. De grote jukbeenspier bestaat uit een bepaald type spierweefsel. Enkele kenmerken van spierweefsels zijn: 1 De spiercellen zijn met elkaar versmolten tot spiervezels. 2 De spiervezels hebben vertakkingen. 3 Onder de microscoop zijn dwarsbanden zichtbaar. 2 Welke van deze kenmerken zijn van toepassing op het spierweefsel van een jukbeenspier? A Alleen 1 en 2. B Alleen 1 en 3. C Alleen 2 en 3. D 1, 2 en 3. 1 Uitgeverij Malmberg
2 Als je langdurig de slappe lach krijgt, kan er een zuurstoftekort ontstaan in de lachspieren. Dankzij de vorming van melkzuur kan ATP uit de glycolyse gebruikt worden door de spieren om, ondanks het zuurstoftekort, samen te trekken. 3 Welk proces maakt in deze situatie de vorming van ATP mogelijk? A Het tekort aan NAD + wordt aangevuld door reductie van melkzuur. B Het tekort aan NAD + wordt aangevuld door reductie van pyrodruivenzuur. C Het tekort aan NADH,H + wordt aangevuld door oxidatie van melkzuur. D Het tekort aan NADH,H + wordt aangevuld door oxidatie van pyrodruivenzuur. Verzuring van spieren kan de zuurstofafgifte vanuit het bloed stimuleren. Hiervoor worden twee verklaringen gegeven: 1 Bij verzuring van het bloed verschuift het evenwicht Hb + O 2 HbO 2 naar links. 2 Door een lage ph van het bloed stijgt de ademfrequentie waardoor er meer zuurstof wordt aangevoerd. 4 Welke van deze verklaringen is of welke zijn juist? A Geen van beide. B Alleen 1. C Alleen 2. D Beide. Bron: examen vwo Creatine Creatine speelt een belangrijke rol in de energiehuishouding van spierweefsel. Creatinemoleculen zijn relatief klein: COOH-CH 2 -NCH 3 -CNH-NH 2. Een volwassen mens heeft ongeveer 23 gram creatine per dag nodig, waarvan 12 gram door de nieren en de lever wordt gevormd. De rest wordt uit het voedsel opgenomen. In spierweefsel wordt creatine omgezet in creatinefosfaat (CP) en opgeslagen. CP wordt gebruikt om ADP om te zetten in ATP. Drie waarnemingen zijn: 1 De concentratie van creatine in het spierweefsel kan oplopen tot het tienvoudige van de concentratie in het bloed. 2 Hoe hoger de activiteit van spierweefsel, hoe sneller daar de opname van creatine uit het bloed plaatsvindt. 3 Als extra creatine aan de voeding wordt toegevoegd, blijkt in de spieren meer opslag van creatine plaats te vinden. 5 Uit welke van deze waarnemingen blijkt dat creatine door actief transport in spiercellen wordt opgenomen? A Alleen uit 1. B Alleen uit 2. C Alleen uit 3. D Alleen uit 1 en 2. E Alleen uit 1 en 3. F Alleen uit 2 en 3. Een sportieve proefpersoon loopt de 100 meter sprint in 15 seconden. Bij de sprint wordt de voorraad ATP in zijn beenspieren in ongeveer 2 seconden verbruikt. Daarna houdt vooral CP de ATP-concentratie nog rond de 6 seconden op peil. Vervolgens kan ATP nog gedurende tenminste 32 seconden door anaerobe dissimilatie worden vrijgemaakt. Pas na circa 40 seconden gaat de aerobe dissimilatie in de beenspieren een belangrijke rol spelen. 2 Uitgeverij Malmberg
3 6 Bij welke van de onderstaande omzettingen komt de proefpersoon in de laatste seconden van de sprint aan energie in de beenspieren? A Bij de omzetting van creatine in creatinefosfaat. B Bij de omzetting van glucose in pyrodruivenzuur. C Bij de omzetting van glycogeen in glucose. D Bij de omzetting van pyrodruivenzuur in melkzuur. De sportieve prestaties van twee groepen proefpersonen op de sprint worden vergeleken. Groep I slikte voorafgaand aan de inspanning gedurende enige tijd extra creatine, groep II niet. In het diagram van afbeelding 2 zijn de relatieve CP-concentraties en de relatieve ATP-concentraties in het spierweefsel van de twee groepen tijdens een sprint weergegeven. Afbeelding 2 Bewerkt naar: Joseph Clark, Creatine verbetert sportprestaties, Niche, april 2000, blz. 17. In een schaatsteam wordt overwogen om voorafgaand aan de lange afstanden extra creatine te slikken. 1p 7 Leg uit op grond van bovenstaande informatie of dat zinvol is. Bron: examen vwo Uitgeverij Malmberg
4 Kantelende kievit Een onderzoek in Noorwegen toonde aan dat het gedrag van een kievitmannetje informatie geeft over zijn voortplantingssucces. Boven de groene weiden voert het kievitmannetje spectaculaire vluchten uit. Verschillende vliegbewegingen zijn te onderscheiden in deze baltsvlucht, onder andere duiken en kantelen. Bij het duiken vliegt de kievit snel naar beneden, bij het kantelen werpt het kievitmannetje zich in de vlucht van de ene op de andere zijde, waardoor afwisselend zijn witte onderkant dan wel zwarte bovenkant zichtbaar is voor de toeschouwer. Kievitvrouwtjes zijn overwegend monogaam en leggen gemiddeld vier eieren per nest. De rol van het kievitmannetje bij de broedzorg is voornamelijk beperkt tot het najagen en aanvallen van potentiële predatoren zoals kraaien en eksters. Afbeelding 3 Met het uitvoeren van de baltsvlucht geeft een kievitmannetje voor andere kievitmannetjes en voor kievitvrouwtjes een verschillende boodschap af. 8 Welke signaalfunctie heeft de baltsvlucht voor de andere kievitmannetjes? Welke signaalfunctie heeft de baltsvlucht voor de kievitvrouwtjes? Kievitvrouwtjes kiezen voor mannetjes die de baltsvlucht goed uitvoeren. 9 Leg uit wat het voordeel hiervan is voor de fitness van de soort. Mannelijke kieviten hebben naar verhouding bredere vleugels dan de vrouwtjes. 10 Leg uit dat door de partnerkeuze van het vrouwtje deze seksuele dimorfie versterkt kan zijn. Bron: examen vwo Uitgeverij Malmberg
5 Pikgedrag van meeuwen Pas uit het ei gekomen jongen van de zilvermeeuw bedelen bij hun ouders om voedsel door regelmatig te pikken naar de snavel van de oudervogel. Deze snavel is geel van kleur en op de onderkant bevindt zich één rode cirkelvormige vlek. Door de onderzoeker Tinbergen werd in de jaren vijftig onderzoek gedaan naar dit pikgedrag van zilvermeeuwjongen. Tinbergen gebruikte onder meer een tweedimensionaal model van de kop van een volwassen zilvermeeuw (zie afbeelding 4). Bij het 'standaardmodel' is de snavel geel en heeft een rood gekleurde snavelvlek. Afbeelding 4 Bewerkt naar: A. Manning, An introduction to animal behaviour, London, 1979, blz. 74. Bij één van zijn experimenten liet hij de snavelvlek weg en gaf hij de hele snavel een bepaalde kleur. De daarvoor gebruikte serie meeuwenkoppen en de door Tinbergen waargenomen pikfrequenties van de jongen zijn weergegeven in afbeelding 5. Afbeelding 5 Bewerkt naar: J.G. van Rhijn & M.S. Westerterp-Plantenga, Ethologie, OU Heerlen, 1989, blz Uitgeverij Malmberg
6 Een conclusie over de relatie tussen de kleur van de aangeboden snavelmodellen en het pikgedrag van de jongen is: de kleur rood is de sterkste sleutelprikkel. 1p 11 Formuleer een tweede conclusie over de relatie tussen de kleur van de aangeboden snavelmodellen en het pikgedrag van de jongen. De Amerikaanse onderzoeker Hailman heeft in de jaren zestig meer onderzoek gedaan naar dit pikgedrag. Hij gebruikte meer en andere modellen van de kop die hij bovendien al of niet bewoog. Enkele van zijn modellen en de pikfrequenties die deze modellen opriepen bij pas uit het ei gekomen zilvermeeuwjongen, zijn weergegeven in afbeelding 6. Afbeelding 6 Bewerkt naar: J.L. Hopson e.a., Essentials of biology, New York, 1990, blz Op grond van de resultaten van Hailman worden drie beweringen gedaan over het pikgedrag. 1 Het pikgedrag wordt versterkt door de beweging van het model. 2 Het pikgedrag wordt versterkt door een rode vlek op het model. 3 Het pikgedrag wordt versterkt door de natuurlijke vorm van de snavel. 12 Welke van deze beweringen is of welke zijn juist? A Alleen bewering 1. B Alleen bewering 2. C Alleen bewering 3. D Alleen de beweringen 1 en 2. E Alleen de beweringen 2 en 3. F De beweringen 1, 2 en 3. Behalve beweging, kleur en vorm van de aangeboden modellen kan ook de plaats van de vlek van invloed zijn op het pikgedrag van de jongen. 13 Beschrijf een experiment waarmee je de volgende hypothese kunt onderzoeken: de waargenomen pikfrequentie hangt samen met de plaats van de vlek op het model. Beschrijf of teken de modellen die je gebruikt. Wat verwacht je waar te nemen als de hypothese juist is? Bron: examen vwo Uitgeverij Malmberg
7 Tweelingenonderzoek Gegevens over de groei en ontwikkeling van tweelingen kunnen worden gebruikt om een uitspraak te doen over de invloed van genotype en milieu op het fenotype van het individu. Zo verrichtte Newman onderzoek bij eeneiige tweelingen die op jonge leeftijd van elkaar waren gescheiden en in verschillende milieus waren grootgebracht. Zij werden vergeleken met kinderen die samen opgroeiden in één gezin (eeneiige tweelingen, twee-eiige tweelingen, broers en zussen). Newman betrok in zijn onderzoek de lengte, het gewicht en het IQ (intelligentie quotiënt) van de onderzochte personen. In tabel 1 zijn de resultaten van zijn onderzoek weergegeven. Tabel 1 Groep I II III IV Paren eeneiige tweelingen eeneiige tweelingen twee-eiige tweelingen van gelijk geslacht broers of zussen van gelijk geslacht Aantal 19 paren 50 paren 52 paren 52 paren Opgegroeid gescheiden samen samen samen Gemiddeld 1,8 1,7 4,4 4,5 verschil in lengte (cm) Gemiddeld 5,0 2,1 5,0 5,2 verschil in gewicht (kg) Gemiddeld verschil in IQ 8,2 5,9 9,9 9,8 Met behulp van deze gegevens kan een uitspraak worden gedaan over het verschil in invloed van het genotype op de lengte, het gewicht en het IQ van een persoon. 14 Op welke eigenschap is de invloed van het genotype het grootst? Leg je antwoord uit. 15 Welke van de volgende combinaties van groepen uit het onderzoek van Newman zijn ten minste nodig om een conclusie te kunnen trekken over de invloed van het genotype op het fenotype van mensen? A Alleen I en II. B Alleen I en III. C Alleen I en III en IV. D De groepen I, II, III en IV. Bron: examen vwo Uitgeverij Malmberg
8 Antwoorden en uitleg Lachspieren 1 De antagonist trekt de mondhoek weer omlaag. Het gaat dan om de Depressor anguli oris. Het juiste antwoord is dus: C (2 punten). THEMA 6 BASISSTOF 3 2 De kenmerken 1 en 3 hebben betrekking op de dwarsgestreepte spieren. Kenmerk 2 is een kenmerk van de hartspier. Het juiste antwoord is dus: B (2 punten). THEMA 6 BASISSTOF 3 3 Er is sprake van melkzuurgisting. De NADH,H + uit de glycolyse kan nu de waterstof kwijt aan pyrodruivenzuur. Deze stof wordt dan gereduceerd. Nu komt weer NAD + beschikbaar voor de glycolyse. Deze levert de ATP. Het juiste antwoord is dus: B (2 punten). THEMA 1 BASISSTOF 6 4 Bewering 1 is juist. Er wordt zuurstof vrijgemaakt uit hemoglobine. Deze komt nu beschikbaar voor de spier. Bewering 2 is ook juist. Door de lage ph en als gevolg daarvan de hoge CO 2 spanning in het bloed stijgt de ademfrequentie. Het juiste antwoord is dus: D (2 punten). THEMA 1 BASISSTOF 6 Creatine 5 Actief transport blijkt alleen uit bewering 1. In dit geval blijkt de opname van creatine uit het bloed door spierweefsel tegen de concentratiegradiënt te verlopen. De concentratie in spierweefsel is immers hoger dan in het bloed. Dit is een kenmerk van actief transport. Bij de waarnemingen 2 en 3 vindt de opname van creatine volgens de concentratiegradiënt plaats. Het juiste antwoord is dus: A (2 punten). 4V THEMA 2 BASISSTOF 7 6 In de periode van 8 tot 15 seconden wordt de energie verkregen uit de anaerobe dissimilatie, dus uit de melkzuurgisting. De ATP-vorming komt dan uit de omzetting van glucose in pyrodruivenzuur. Het juiste antwoord is dus: B (2 punten). THEMA 1 BASISSTOF 6 8 Uitgeverij Malmberg
9 7 Voorbeelden van een juist antwoord (1 punt): Nee, want op de lange afstand wordt de energie geleverd door aerobe dissimilatie en daarvoor is geen extra CP nodig/en daarvoor heb je meer aan getrainde longen en hart. Ja, want elke seconde telt bij de start/eindsprint en je hebt dan net iets langer een voorraad CP/ATP om te gebruiken. THEMA 1 BASISSTOF 6 Kantelende kievit 8 Voor andere mannetjes: afschrikken/imponeren/verdedigen/aangeven van de territoriumgrenzen (1 punt). Voor vrouwtjes: aantrekken/imponeren/uitlokken tot paring (1 punt). THEMA 6 BASISSTOF 6 9 Het antwoord bevat de notie dat: een mannetje dat goed kan kantelen en duiken, in staat is om haar /om het nest / om de jongen te beschermen tegen predatoren (1 punt); en dat dit bijdraagt aan het voortplantingssucces van de soort/populatie (1 punt). THEMA 6 BASISSTOF 6 10 Uit het antwoord moet blijken dat: mannetjes met brede vleugels een imponerende baltsvlucht kunnen uitvoeren en daardoor eerder gekozen worden door de vrouwtjes (1 punt); waardoor meer jongen de eigenschap brede vleugels erven /waardoor deze eigenschap een selectievoordeel heeft (1 punt). THEMA 6 BASISSTOF 6 Pikgedrag van meeuwen 11 Een voorbeeld van een juiste conclusie is: Er is weinig/geen verschil in respons op snavels met een andere kleur dan rood. (1 punt) THEMA 6 BASISSTOF 2 12 Beweging van het model versterkt het pikgedrag. Bewering 1 is juist. Dit is te zien aan de pikfrequentie van het bewegende en niet-bewegende standaardmodel. Bewering 2 is ook juist, want zonder rode vlek is de pikfrequentie lager. Bewering 3 is niet juist, want ook het bewegende staafje heeft een hoge pikfrequentie. Het juiste antwoord is dus: D (2 punten). THEMA 6 BASISSTOF 2 9 Uitgeverij Malmberg
10 13 Een voorbeeld van een experiment om deze hypothese te toetsen, is: Gebruik de volgende modellen: 1 met een vlek op de snavel; 2 met een vlek op de kop. De verwachting is dat de jongen het meest pikken naar de vlek als die op de snavel zit. Een juiste beschrijving of tekening van bij de hypothese passende modellen (1 punt). Een verwachte waarneming passend bij de hypothese (1 punt). THEMA 6 BASISSTOF 2 Tweelingenonderzoek 14 Voorbeeld van een juist antwoord: De lengte, want het onderling verschil in lengte is bij eeneiige tweelingen zeer klein, zelfs als ze gescheiden werden grootgebracht. De invloed van het milieu is dus klein. De lengte (1 punt). Een juiste uitleg (1 punt). THEMA 6 BASISSTOF 7 15 Het gaat alleen om eeneiige tweelingen, omdat zij hetzelfde genotype hebben. De invloed van het milieu op het fenotype is af te leiden uit de combinatie van gescheiden en samen opgroeien. Het gaat dus om de groepen I en II. Twee-eiige tweelingen en broers en zusters die samen opgroeien, hebben ook een verschillend genotype. Het juiste antwoord is dus: A (2 punten). THEMA 6 BASISSTOF 7 10 Uitgeverij Malmberg
vwo celprocessen 2010
vwo celprocessen 2010 Stofwisseling Een proefpersoon gaat na het nuttigen van een maaltijd twee dagen vasten. Tijdens die 48 uur worden de concentraties van verschillende stoffen in de lever en in het
Nadere informatieNaar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.
Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden
Nadere informatieDe termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?
Aeroob en anaeroob De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Om maar met de deur in huis te vallen de vertalingen: "aeroob"
Nadere informatievwo erfelijkheid 2010
vwo erfelijkheid 2010 Bijengenetica Een bijenvolk bestaat uit: de koningin (een vruchtbaar vrouwtje), een groot aantal werksters (steriele vrouwtjes) en darren (mannetjes). Alle vrouwtjes zijn diploïd
Nadere informatieEnergie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink
Energie systemen v/h lichaam Door: Theo Baks, Hennie Lensink DATUM: 21-2-2014 Inleiding De bloedglucose van een gezond lichaam zit tussen 4/9 mmol/l lactaat. Net als vuur voor verbranding zuurstof nodig
Nadere informatieAnaëroob a-lactisch Anaëroob lactisch Aërobe systeem
Anaëroob a-lactisch Afbraak ATP (voedsel van de spier) en creatinefosfaat. Waarbij geen zuurstof nodig is. Geen vorming van lactaat/melkzuur Maximale inspanning 20 seconde Ontwikkelen van veel snelheid
Nadere informatieEen persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.
Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO
Nadere informatieLees steeds eerst alle vragen die bij een bepaald videofragment horen door en bekijk dan pas het videofragment.
Chimpanseegedrag Lees steeds eerst alle vragen die bij een bepaald videofragment horen door en bekijk dan pas het videofragment. Klik met de muis op Chimpanseegedrag en ga naar het fragment Drinken. Bekijk
Nadere informatieGrijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten
I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling
Nadere informatieQuiz 2015. Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9
Experimentenwedstrijd Antwoorden. Playful Science 9 1. De energie voor de samentrekking van skeletspieren wordt geleverd door ATP. Spieren hebben slechts een kleine hoeveelheid ATP in voorraad. Eenmaal
Nadere informatieMeerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. De mestkever Klik in het openingsscherm op Mestkever.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9 - Gedrag
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 - Gedrag Samenvatting door Wil 975 woorden 6 juli 2014 7,1 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Gedrag: Alles wat een mens of dier doet. Waaruit bestaat
Nadere informatie1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer
1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatieAnabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie
Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2002-I
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Aërobe dissimilatie 1 B 2 F 3 C Relaties in een ecosysteem 4 B De toendra 5 F 6 2 en 14 Voor elk ander antwoord
Nadere informatie4 HAVO thema 8 Gedrag EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Manenloze leeuwen 'Prachtig!' zei hij, nadat hij ze enige tijd had bestudeerd, 'hiervoor zijn we gekomen. Ze hebben écht geen manen.' Aan het woord is Craig Packer, dé deskundige op
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL-COMPEX
Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2007 tijdvak 1 dinsdag 22 mei totale examentijd 2,5 uur biologie CSE GL en TL COMPEX Vragen 39 tot en met 48 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatieSpreekbeurt de grote Toppereend
Ra,ra wie ben ik. Spreekbeurt de grote Toppereend Inleiding Ik doe mijn spreekbeurt over de grote toppereend. Omdat ik dit een hele mooie vogel vind. En omdat jullie misschien veel te weinig weten over
Nadere informatieSamenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj
Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieGoede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem.
Het Geheim van Wielrennen Sportfysiologie bij wielrennen In dit artikel gaan we nader in op de effecten van training op ons lichaam. We zagen eerder al in onze artikelen op TriPro dat training leidt tot
Nadere informatieEindexamen vwo biologie 2013-I
Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Lachspieren Lachen doe je vaak als reactie op een grappige situatie of een grap. Maar ook door het lezen van woorden als
Nadere informatieEindexamen vwo biologie pilot 2012 - II
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Reddingsplan voor Nieuw-Zeelandse looppapegaai 1 maximumscore 3 voorbeelden van een juist antwoord: Voor vogels (en hun nakomelingen)
Nadere informatieInspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en
Nadere informatieTRAINEN MET HARTSLAGMETERS
TRAINEN MET HARTSLAGMETERS Door Mette van der Ven In dit stuk worden redenen beschreven om te gaan sporten/trainen met een hartslagmeter. Verder wordt informatie gegeven over het hart, de sterkste spier
Nadere informatievwo voeding en vertering
vwo voeding en vertering Resorptie van glucose In het celmembraan komen allerlei transporteiwitten voor. Er zijn enkelvoudige transporteiwitten die gefaciliteerde diffusie van een bepaalde stof door het
Nadere informatieSchrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen.
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Roodborstjes Roodborstjes zijn vogeltjes die in
Nadere informatieProef door een scholier 2550 woorden 19 juni keer beoordeeld. Hart; autonome slimheid. Pagina 1 van 10
Proef door een scholier 2550 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Hart; autonome slimheid https://www.scholieren.com/verslag/119379 Pagina 1 van 10 7 oktober 2016 Door: XXXX, XXXX, XXXX
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Bouw en werking nieren 1 terugresorptie: pijl nummer 2 1 ultrafiltratie: pijl nummer 1 1 2 kenmerken zijn:
Nadere informatieExamentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan
THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2000-II
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Senecio jacobaea Maximumscore (natuurlijke)selectie/evolutie 2 C 3 Uit het antwoord moet blijken dat ze niet tot
Nadere informatieExamenbespreking biologie havo t1 landelijk Concept 23 mei 2014
Examenbespreking biologie havo t1 landelijk Concept 23 mei 2014 Organisatie: Baukje Lobregt en Jeroen Coenemans Opmerkingen vooraf: 1. Als een leerling bij een vraag niets invult, geen 0 maar N (van niet
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Broeikasgassen meten in wijn. 1 Uitgeverij Malmberg. Lees de volgende tekst.
Examentrainer Vragen Broeikasgassen meten in wijn Lees de volgende tekst. Sterk toegenomen verbranding van organische stoffen leidt tot een verhoging van de concentratie CO 2 in de atmosfeer. Er is op
Nadere informatiePRACTICUM PIEKKRACHT EN DUURKRACHT
LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM PIEKKRACHT EN DUURKRACHT Hoe harder je je spieren aanspant, hoe sneller ze moe worden. Een beweging waarbij je spieren minder hard hoeven werken hou je over het algemeen
Nadere informatie4 VWO thema 3 Voortplanting EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Eendagshaantjes In de pluimveehouderij worden in Nederland jaarlijks tientallen miljoenen eendagshaantjes gedood. Dit cijfer is te vinden in het rapport Alternatieven voor doding van
Nadere informatieEindexamen biologie vwo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Integratie 1 hypothalamus/hersenstam 1 hypofyse 1 2 D 3 weefselvloeistof 4 een juist ingevuld schema: longen
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011
Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie
Nadere informatieGlucose in beweging door beweging. Yvonne Krul internist in opleiding
Glucose in beweging door beweging Yvonne Krul internist in opleiding Vraag 1 Jongen van 18 jaar met type 1 diabetes speelt aankomend weekend kampioenswedstrijd voor de voetbal. Wat adviseert u t.a.v. de
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieLongemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.
Examentrainer Vragen Longemfyseem Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen. Het ontstaan van longemfyseem is een complex proces.
Nadere informatieMeerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. De bijenwolf Klik in het openingsscherm op Bijenwolf
Nadere informatieSportvoeding bij Atleten
Sportvoeding bij Atleten Pallas 67 16 maart 2017 Marlijn van den berg marlijn.vandenberg@gmail.com Voedingsdeskundige Voeding en gezondheid in Wageningen Nu werkzaam bij: Jouw actieve vakantie om je fitter,
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2002-I
Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Aërobe dissimilatie Bij de aërobe dissimilatie van koolhydraten wordt een drietal deelprocessen onderscheiden: de glycolyse;
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?
Examentrainer Vragen Vertering 1p 1 In de afbeelding worden organen van het verteringsstelsel weergegeven. Enkele van deze organen produceren verteringssappen met enzymen. Een orgaan is aangegeven met
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl biologie II
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Zuurstof in het bloed 1 A 2 B 3 C 4 maximumscore 1 afvalstoffen / overtollige stoffen uit het bloed verwijderen
Nadere informatieEindexamen vwo biologie pilot 2013-I
Tenzij anders vermeld, is er sprake van normale situaties en gezonde organismen. Lachspieren Lachen doe je vaak als reactie op een grappige situatie of een grap. Maar ook door het lezen van woorden als
Nadere informatieEindexamen vwo biologie II
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Zon veroorzaakt én voorkomt huidkanker 1 maximumscore 2 Hierdoor kunnen de Langerhanscellen zich door de huid naar een lymfeknoop
Nadere informatieEen intensieve extensieve interval
Een intensieve extensieve interval Interval trainingen: Wat is het doel, hoe werkt het? Hoe pas je ze in je trainingsprogramma? 2 Wat gaan we doen? Energiesystemen: Welke kennen we? Wanneer gebruiken we
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieMitochondriële ziekten
Mitochondriële ziekten Stofwisseling NCMD Het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten is een internationaal centrum voor patiëntenzorg, diagnostiek en onderzoek bij mensen met een stoornis in de mitochondriële
Nadere informatieLees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 41 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.
Agapornissen Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 41 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. 2p 41 In informatie 1 worden enkele eigenschappen
Nadere informatieBiologie Hoofdstuk 16 (p1-3)
Biologie Hoofdstuk 16 (p1-3) Bij elke beweging heb je botten, spieren en gewrichten nodig. Door spieren samen te trekken, bewegen de botten rond hun draaipunten in de gewrichten. Door training kunnen spieren
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2007 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5
Nadere informatievwo hormoonstelsel 2010
vwo hormoonstelsel 2010 Integratie In onderstaande afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het
Nadere informatieEindexamen biologie 1-2 vwo 2001-II
Eindexamen biologie -2 vwo 2-II 4 Antwoordmodel Energie Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. C 2 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst P = joule. I = joules; A/I
Nadere informatieOnwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch
Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Geslachtskenmerken. De placenta
Examentrainer Vragen Geslachtskenmerken 1p 1 In een folder staat: Rond de puberteit ontstaan onder invloed van hormonen bij jongens onder andere een zwaardere stem, zwaardere spieren, baardgroei en haargroei
Nadere informatieVWO 1995 Biologie tijdvak 1
1 2 Een voorbeeld van een goed antwoord is: 1 omdat het een vorm van symbiose is waarbij het ene organisme (de larve) voordeel heeft en het andere organisme (de plant) nadeel Indien alleen wordt geantwoord:
Nadere informatieVoor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:
biologie Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 05 Tijdvak 2 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieMeerkeuzevragen. Fotosynthese, celademhaling en gisting. V. Rasquin
Meerkeuzevragen Fotosynthese, celademhaling en gisting V. Rasquin MEERKEUZEVRAGEN FOTOSYNTHESE 1. Een brandende kaars dooft vlug onder een glazen stolp. Plaatst men naast de kaars ook een plant onder de
Nadere informatieTweelingen in de groei
Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben
Nadere informatieEindexamen biologie compex havo 2009 - I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Gezichtsbedrog 1 D 2 B Evolutionaire aanpassingen van het rendier 3 maximumscore 2 Het antwoord dient de notie
Nadere informatieOPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.
OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven
Nadere informatieLees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 34 tot en met 51. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.
Zwangerschap Lees eerst informatie tot en met en beantwoord dan vraag tot en met. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. p In de afbeelding van informatie is een deel van het
Nadere informatieEindexamen biologie vmbo gl/tl 2007 - II. De kip en het ei. Informatie 1 Uiterlijk. - www.vmbogltl.nl www.examen-cd.nl -
De kip en het ei Informatie 1 Uiterlijk kam oog snavel kinlellen Borst P tenen Een witte leghorn Al 7000 jaar geleden werden kippen (of hoenderen) als huisdieren gehouden. Men vermoedt dat de kip afstamt
Nadere informatie1Wat is examenvrees eigenlijk?
8 1Wat is examenvrees eigenlijk? Lars is bang voor spinnen. Toen hij de foto op dit werkboek zag, kreeg hij kippenvel en ging hij anders ademhalen. Toen we Lars vroegen of de spin hem kon bijten, riep
Nadere informatieInfo plus Vogels. Project Dieren C- verrijking week 6. Kenmerken
Project Dieren C- verrijking week 6 Info plus Vogels Kenmerken vergroting van een pauwenveer Alle vogels hebben veren. Geen enkel ander dier heeft veren. De voornaamste functie van veren is dat ze goed
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Bolletjesslikkers 1 A 2 C 3 Het antwoord bevat de notie dat maagsap zuur bevat dat via de open maagportier
Nadere informatieEindexamen biologie vwo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Waterleliehaantje 1 één soort: er is uitwisseling van erfelijk materiaal mogelijk tussen de twee groepen
Nadere informatieBrood: glutenvrij en jodiumrijk
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Brood: glutenvrij en jodiumrijk 1 A 2 D 3 maximumscore 3 door het verdwijnen van darmvlokken het oppervlak van de dunne darm
Nadere informatieGezondheid & Voeding
VO2max verhogen, meer zuurstof en daardoor beter hardlopen Afgelopen zondag heb ik een training gedaan in de Drunense Duinen. Dat is een duingebied hier in de buurt met pittige heuvels en vooral veel zand.
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatiebiologie CSE GL en TL COMPEX
Examen VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 1 dinsdag 18 mei totale examentijd 2 uur biologie CSE GL en TL COMPEX Vragen 29 tot en met 44 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt
Nadere informatieECG en de hartcyclus
ECG en de hartcyclus De hartcyclus De afbeelding op de volgende bladzijde is een vereenvoudigde weergave van de gebeurtenissen tijdens de hartcyclus. In de diagrammen 1 en 2 geven de grafieklijnen de drukvariaties
Nadere informatieSpieren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 05 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73593 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2003-I
4 Antwoordmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Duiken naar een koude dis 1 het ademhalingsstelsel 2 A 3 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: Door de toenemende
Nadere informatieWerkstuk Biologie De Sneeuwuil
Werkstuk Biologie De Sneeuwuil Werkstuk door Rikaatje 1148 woorden 25 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou De Sneeuwuil Gemaakt door: Rika van Breemen 1HVC 2017 Inleiding
Nadere informatieEindexamen biologie vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. Lemmingen 1 maximumscore 1 (ten minste) 2,5/2,6/2,7 ha 2 maximumscore 2 voorbeelden van juiste argumenten:
Nadere informatievwo bloed en bloedsomloop 2010
vwo bloed en bloedsomloop 2010 Integratie In de afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het constant
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 punten toegekend. Iberische lynx 1 populatie als het totaal aantal dieren van een bepaalde soort (1) en populatie als (in een
Nadere informatiemitochondria kern vet Het verschil in functie van witte en bruine vetcellen komt tot uiting in de verschillen in bouw van beide celtypen.
Bruin vet In de winter kun je een minder warme trui aantrekken en de thermostaat een graadje lager zetten. Bruin vet zorgt er dan voor dat je extra vet verbrandt om warmte op te wekken. Maar lukt het ook
Nadere informatiePracticum: Het ontkiemen van zaadjes
Naam: Klas: Practicum: Het ontkiemen van zaadjes Oefenen Theorie Op dit moment ben je bezig met Hoofdstuk 2 dat gaat over planten. Planten groeien uit zaden, bollen of knollen. In dit practicum gaan we
Nadere informatieEindexamen biologie havo 2007-II
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden twee punten toegekend. De ziekte van Lyme 1 maximumscore 1 Het antwoord bevat de notie dat teken als voedsel bloed(plasma) zuigen,
Nadere informatieKlinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie
Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie Kinderen en jongvolwassenen met een fysieke beperking, zoals cerebrale parese (CP), ervaren vaak loopproblemen in het dagelijks leven. Veelgehoorde
Nadere informatieExamen HAVO. biologie Compex. Vragen 32 tot en met 46. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 vrijdag 25 mei totale examentijd 3,5 uur biologie Compex Vragen 32 tot en met 46 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit examen
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Een erfelijke ziekte
Examentrainer Vragen Een erfelijke ziekte FH is een erfelijke ziekte die het gevolg is van een mutatie in een bepaald gen. FH-patiënten hebben te veel cholesterol in hun bloed. Cholesterol zet zich vast
Nadere informatieHand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01
Hand- out Boeing 737 vliegen. Pitch- Up Arendweg 37- B Lelystad Airport 085-210 60 66 pitch- up.nl 1 Deze hand- out is samengesteld door Simcenter Lelystad, Pitch- Up en wordt toegepast bij het uitvoeren
Nadere informatieSpreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info
Eend Inleiding Ik hou mijn werkstuk over eenden omdat ik het leuke dieren vind en ik wil er wat over leren. Dit wil ik er over weten: Wat doen eenden de hele dag? Wat eten eenden? Wat voor soorten eenden
Nadere informatieExamen Voorbereiding Erfelijkheid
Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride
Nadere informatieSpieren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73593
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73593 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieDiabetes en bewegen. Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes
Diabetes en bewegen Esther Pekel, diabetes diëtist Misja Sprengers, verpleegkundig specialist diabetes Kahoot! Diabetes en bewegen: wat weet jij ervan? Ga naar de Kahoot! app of kahoot.it https://kahoot.it
Nadere informatieMetabolisme koolhydraten RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5
RozenbergSport.nl 2012 pagina 1 / 5 Inhoud Aerobe glycolyse Glycogenolyse Cori cyclus Aerobe glycolyse aerobe glycolyse NADH, vormen voor respiratoire keten Voorwaarde NAD + moet beschikbaar zijn, NADH
Nadere informatieTHEMA 6 Gaswisseling EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk
Examentrainer Vragen vmbo-bk Uitademing meten Bij een onderzoek naar de conditie van een aantal leerlingen wordt gemeten hoeveel lucht ze kunnen uitademen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een spirometer.
Nadere informatieBijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-11-2-b Jakobskruiskruid - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 5 en beantwoord dan vraag 38
Nadere informatieCorrectievoorschrift VWO. Biologie 1,2 (nieuwe stijl) en biologie (oude stijl)
Biologie 1,2 (nieuwe stijl) en biologie (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 02 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk op 29 mei de scores van de alfabetisch eerste
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatie4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat
1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch
Nadere informatie