bn~ ~nm RECHTBANK.AMsTE SECTOR KANTON - LOCATIE HILVERSUM Kenmerk : CV Datum : 12 januari

Transcriptie

1 :05 FROM GROENEWEGEN EN PARTNERS TO P.02i06 ~nm bn~ RECHTBANK.AMsTE. SECTOR KANTON - LOCATIE HILVERSUM Kenmerk : CV Datum : 12 januari Vonnis van de kantonrechter te Hilversum in de zaak van: nader te noemen gemachtigde: mr. S.G. van der Galiën t egen: STICHTING NEDERLANDSE MOSLIMOMROEP gevestigd te Hilversum gedaagde nader te noemen NMO gemachtigde: mr. M. Shioda - Bresser VERLOOP VAN DE PROCEDURE hebben bij dagvaarding van 29 juli 2004 de vordering aanhangig gemaakt. N ee een conclusie van antwoord met bijlagen genomen. geconcludeerd van repliek onder overlegging van producties. NMO ~heeft geconcludeerd van dupliek. Daarna is vonnis bepaald op heden. GRONDEN VAN DE BESLISSING 1. Bij de beslissing is uitgegaan van de navolgende feiten, die zijn gesteld of uit de overgelegde stukken blijken en niet voldoende zijn weerlegd. a. #~ is op 6 januari 2003 bij NMO in dienst getreden voor de duur van zes maanden in de functie van ïtemredacteur tv tegen een salaris van 1500, per maand, conform salarisschaal G. De CAO omroeppersoneel is van toepassing verklaard. De overeenkomst is vervolgens verlengd tot 6 januari Laatstelijk bedroeg haar salaris 'e 2060,- per maand. i n december 2003 zijn partijen een verlenging voor de duur van 6 maanden, derhalve tot 6 juli 2004, overeengekomen. Op 22 december 2003 heeft NMO M geschorst. Bij brief van gelijke datum heeft NMO aan bevestigd dat de arbeidsovereenkomst per 6 januari 2004 van rechtswege geëindigd en niet wordt verlengd.

2 EROM GROENEWEGEN EN PARTNERS TO P.03i06-2- CV b. JWis op 1 mei 2003 bij NMO in dienst getreden als redacteur voor de duur van zes maanden, derhalve tot 1 november De overeenkomst is vervolgens verlengd voor de duur van zes maanden, derhalve tot 1 mei MM is op 22 december 2003 geschorst onder mededeling dat de arbeidsovereenkomst op 30 april 2004 zal eindigen en niet wordt verlengd. c. ~is op 1 februari 2003 in dienst getreden bij NMO als programmamaker tv voor de ud ur van zes maanden, derhalve tot 1 augustus De overeenkomst is verlengd voor zes maanden, derhalve tot 1 februari ~s op 22 december 2003 geschorst onder mededeling dat de overeenkomst per 1 februari 2004 niet zal worden verlengd. d. Bij rvan 19 december 2003 hebben ~. aan de directeur van NMO meegedeeld afstand te nemen van een door NMO gemaakte en uit te zenden reportage over een item waarin NMO als partij betrokken was. Zij hebben daarbij een alternatief voorgedragen althans uitstel van de uitzending verzocht.. ` ~ vordert voor zich betaling van 4.585,49 bruto met verhoging en rente als gesteld wegens te weinig betaald loon, gerekend tot 6 januari 2004, voorts vanaf die datum betaling van 2272,65 bruto per maand tot 6 juli 2004 verhoogd met vakantietoeslag, verhoging en rente als gesteld, subsidiair 2421,63 bruto met rente als gesteld. Kortgezegd stelt zij dat het aanvangssalaris in schaal G van de voormelde CAO bedraagt 2180,71 bruto per maand en het niet is toegestaan daarvan af te wijken. Berekend over de periode januarvdecember 2003 heeft NMO aldus per saldo 4585,49 bruto te weinig betaald. Partijen hebben in december 2003 overeenstemming bereikt over verlenging van de arbeidsovereenkomst tot 6 juli Het stond NMO niet vrij daarop eenzijdig terug te komen op 22 december, aldus zij maakt aanspraak op het loon ad 2272,65 bruto per maand tot genoemde datum. 3. ~vordert betaling van 594,31 bruto wegens 6,5 opgebouwde en niet genoten vakantiedagen_ Zij stelt niet te hebben ingestemd met de eenzijdige aanwijzing van NMO om vakantiedagen op te nemen tijdens haar schorsing. 4. <~ c.s. vorderen te verklaren voor recht dat de hen opgelegde schorsing ten onrechte is geweiest. Kortgezegd stellen zij uitsluitend intern en tegenover de directeur van NMO op grond van de journalistieke onafhankelijkheid bezwaar te hebben gemaakt tegen de uitzending van een programma waarin NMO in zou gaan op elders verschenen negatieve berichten over NMO en haar directeur. Zij waren van mening dat de NMO redactie zich, gelet op de betrokkenheid van NMO, moest onthouden van een reactie en dat aan anderen moest overlaten. Hen stonden daartoe verschillende kanalen ter beschikking. Zij hebben de , waarin zij tegen de gang van zaken protesteren, voorgelegd aan andere redacteuren ter medeondertekening, overigens zonder succes. Zij stellen dat NMO hen volstrekt ten onrechte heeft geschorst naar aanleiding van hun aktie. Zij stellen dat NMO de journalistieke onafhankelijkheid van de redactie heeft geschonden door haar op te leggen het bestreden programma te produceren. Zij wijzen op het ontbreken van een programmastatuut bij NMO. Zij betwisten het conflict naar buiten te hebben gebracht. 5. NMp heeft verweer gevoerd. Met betrekking tot de vordering van telt zij kortgezegd het volgende. ~ is weliswaar aangesteld in schaal G, doch on erde de benodigde werkervaring. Optie grond mocht NMO haar lager inschalen conform Uitvoeringsrichtlijnen (..) artikel ~ heeft ingestemd met die inschaling en is daarop pas na beëindiging van haar dienstverband op teruggekomen. NMO erkent met ~tot overeenstemming te zijn gekomen over verlenging tot 6 juli 2004 doch mocht daar op terugkomen na Ie aktie van binnen de redactie. Ten onrechte beroept zich ~. p de in artikel 10 lid 1 CAO gestelde termijn. NMO stelt dat de arbeidsovereen omst ber~é'januan 2004 is geëindigd.

3 FROM GROENEWEGEN EN PARTNERS TO P.04i06.3- CV Mé~ betrekking tot de vordering van ~voert NMO aan dat ~ na haar schorsing gedurende vier maanden de tijd had haar vakantiedagen op te nemen. ~ had geen reden dit te weigeren. Met betrekking tot de gevraagde verklaring voor recht stelt NMO kortgezegd dat van aantasting van de journalistieke vrijheid ~. stellen, geen sprake is geweest. Dele.opvatting wordt door de grote meerderheid van de redactie gedeeld. ~ hebben zich schuldig gemaakt aan werkweigering door niet aan het bewuste programma mee te werken. Juist is dat de , waarin hun mening geven, intern Is gebleven. Na hun schorsing zijn ~: echter me 7e conflict naar buiten getreden. NMO is vrijgesteld van het houden van een programmastatuut.. Beoordeling van de vorderingen. 6. Met betrekking tot de gevorderde verklaring voor recht wordt het volgende overwogen. De kern en oorsprong van het geschil tussen partijen ligt in de , welke door. aan,de directie van NMO is gezonden Daarin uiten zij hun bezwaren tegen een doordirectie, al dan niet met instemming van de eindredacteur, genomen besluit een programma te produceren en uit te zenden, waarin NMO en/of haar directeur onderwerp van geschil is. Zij achtten dit in strijd met de journalistieke onafhankelijkheid. NMO heeft ~ c.s. daarop geschorst, zakelijk weergegeven op grond van handelen in strijd met hun verplichtingen als werknemer. Voorts zouden zij het conflict naar buiten hebben gebracht, waarmee het belang van NMO is geschaad. 7. Krachtens de toepasselijke cao is schorsing mogelijk ingeval van een vermoeden van verwijtbaar handelen, zoals geregeld in artikel 5 van de cao. Niet is gebleken dat NMO '~ voorafgaand aan haarbesluit tot schorsing een deugdelijk onderzoek heeft verricht. Niet is,gebleken van hoor en wederhoor. Voorts is evenmin gebleken van een deugdelijke grond. Het stond ~ c.s vrij intern bezwaar te maken tegen het maken en uitzenden van het bestreden programma, gelet op de journalistieke zuiverheid en onafhankelijkheid. NMO had de bezwaren en de daaruit voortvloeiende gewetensnood van c.$. dienen te respecteren. Zij had hen vrij dienen te stellen van betrokkenheid ie productie in plaats van hen van werkweigering te betichten. Wel had met hen de discussie mogen worden gevoerd of zij zich voor de toekomst nog wel konden vinden in de grondslagen van de NMO. Zij heeft niet aannemelijk kunnen maken dat ter. het conflict naar buiten hebben gebracht. Het stond hen vrij extern advies in te winnen. Voorts wordt vastgesteld dat NMO de in artikel 5 gestelde termijnen niet heeft in acht genomen. De conclusie moet zijn dat de opgelegde schorsing niet door deugdelijke gronden wordt gedragen. Derhalve kan de gevorderde verklaring voor recht worden toegewezen en is NMO op grond van artikel 5 lid 4 voormeld; gehouden *~. te rehabiliteren, zij het dat zulks weinig betekenis meer heeft, nu alle dienstverbanden thans zijn geëindigd. 8. Met betrekking tot de vordering tot betaling van achterstallig, te weinig betaald, salaris, wordt het volgende vastgesteld. Halkes is zonder enig voorbehoud blijkens haar arbeidsovereenkomst, ingeschaald in functiegroep G, waarvoor a) mini ïm geldt 2180,71 per maand bruto. Het feitelijk in die overeenkomst opgenomen safars Is aarmee in strijd. Dit onderdeel van te `overeenkomst is strijdig met de toepasselijke cao en derhalve nietig. Daaraan doet niet af het feit dat «M bij aanvang van het dienstverband met het aangeboden salaris heeft ingestemd en daartegen pas bezwaar maakt in het kader van het onderhavige conflict. Het beroep van NMO op de voormelde Litvoeringsrichtlijnen wordt verworpen. Zij heeft onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat sprake was van een functieopleiding of training. Terecht voert aan dat NMO heeft blijk gegeven van tevredenheid met haar functioneren. Tegen de berekening van dit onderdeel van de vordering i s door NMO geen gegrond bezwaar gemaakt, zodat de bar ékening voor juist wordt gehouden. De wettelijke verhoging wordt vastgesteld op 10%, gelet op het feit dat Q^

4 14-b :06 FROM GROENEWEGEN EN PARTNERS TO P.05i06-4- CV NMO eerder had kunnen wijzen op het feit dat sprake was ven strijdigheid met de caobepalingen. 9. Met betrekking tot het door ~sub II vorderde, wordt het volgende overwogen. Tussen partijen staat vast dat tussen hen in de loop van december 2003 overéenstemming is bereikt over verlenging van de arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Daarmee is sprake van een perfecte overeenkomst. Het stond NMO niet meer vrij eenzijdig daarop terug te komen. Het had haar vrij gestaan de overeenkomst op staande voet te beëindigen mits daarvoor een gegronde reden zou hebben bestaan, welke vraag thans niet aan de orde is. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is derhalve na 6 januari 2004 voortgezet en geëindigd tegen 6 juli Over die periode heeft aanspraak gekregen op loon omdat zij zich beschikbaar heeft gehouden voor het verrichten van de gebruikelijke arbeid, waarvan NMO geen gebruik heeft gemaakt. Tegen de berekening van het salaris per 6 januari 2004 is geen inhoudelijk bezwaar aangevoerd, zodat van het door ~ berekende bedrag wordt uitgegaan. Zij stelt dit onderdeel van de vordering op 9817,85 bruto. De wettelijke verhoging wordt vastgesteld op 10%. 10. Met betrekking tot de vordering sub IV wordt het volgende overwogen. Bekker wordt gevolgd in de stelling dat het NMO niet vrijstond eenzijdig te bepalen dat de openstaande vakantiedagen tijdens de periode van schorsing opgenomen dienden te worden. Niet is gebleken van een zwaarwichtig belang aan de zijde van NMO om af te wijken van de regel dat vaststelling van verlof in onderling overleg dient plaats te vinden. Dit zou anders kunnen zijn indien de periode van schorsing zou vallen in de reguliere zomervakantieperiode, doch daarvan was geen sprake. Het opleggen van een schorsing blijft voorrisico van de werkgever, temeer indien zoals in casu, daartegen heeft geprotesteerd. De wettelijke verhoging wordt vastgesteld op 10%. 11. Dit betekent dat de vorderingen van Q~ wordt toegewezen zoals hieronder wordt 13% paald. 12. Bij deze uitkomst van de procedure wordt NMO veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van.. BESLISSING De kantonrechter: I. veroordeelt NMO om aan ~. te betalen E ,67 bruto, waarin begrepen de wettelijke verhoging, de netto-uitkomst vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli tot aars de delg der voldoening; II. veroordeelt NMO om aan ~te betalen E 653,74 bruto waarin begrepen de wettelijke verhoging, de netto-uitkomst vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2004 tot aan de dag der voldoening; lil. verklaart voor recht dat de aan opgelegde schorsing ten onrechte is geweest; IV. wijst af het meer of anders evorderde; :: V. verwijst NMO in de kosten van het geding, aan de zijde van #~ gevallen en te stellen op 1525,- waarin begrepen het salaris van de gemachtigde; Vi. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar-bij voorraad.

5 FROM GROENEWEGEN EN PARTNERS 5 TO P.06i06 CV Aldus gewezen door mr. E.M. Groen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 januari 2005 in tegenwoordigheid van de griffier. De griffier i De kantonrechter VOOR GROSSE Gnérï t ;ïïvc ~ke ydn-de gemacintágde De griffier bij de rechtbank Af4f~ Sector kanton, locatie Hilversum TOTAL P.06