PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Transcriptie

1 Nummer 44 van 2003 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Reglement voor het Waterschap Brabantse Delta Provinciale Staten van Noord-Brabant en Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 27 mei 2003, nr /3/12 en van Noord Brabant d.d. 20 mei 2003; gelet op de artikelen 2 en 6 van de Waterschapswet; Ia. Ib. IIa. IIb. IIIa. IIIb. besluiten: op te heffen het Hoogheemraadschap van West-Brabant; in te trekken het Reglement voor het Hoogheemraadschap van West-Brabant, vastgesteld bij hun besluiten van 1 juli 1994 (provinciaal blad van Noord-Brabant nummer 76) en 17 juni 1994 (provinciaal blad van Zeeland nummer 41) en gewijzigd bij hun besluiten van 14 mei 1998 (provinciaal blad van Noord-Brabant nummer 91) en 15 mei 1998 (provinciaal blad van Zeeland nummer 52 ) en bij hun besluiten van 16 oktober 1998 (provinciaal blad van Noord-Brabant nummer 7/99 en van Zeeland nummer 9/99 ); op te heffen het waterschap Het Scheldekwartier; in te trekken het Reglement voor het waterschap Het Scheldekwartier, vastgesteld bij hun besluiten van 1 juli 1994 (provinciaal blad van Noord-Brabant nummer 72) en 17 juni 1994 (provinciaal blad van Zeeland nummer 41)en gewijzigd bij hun besluiten van 14 mei 1998 (provinciaal blad van Noord-Brabant nummer 99) en 15 mei 1998 (provinciaal blad van Zeeland nummer 53 ); in te stellen het waterschap Brabantse Delta; vast te stellen het navolgende

2 Reglement voor het Waterschap Brabantse Delta Algemene bepalingen Artikel 1 Van toepassingverklaring Noord-Brabantse regelgeving De reglementen, verordeningen en voorschriften die gelden voor de waterschappen die geheel in de provincie Noord-Brabant zijn gelegen, zijn ook van toepassing op het waterschap. Artikel 2 Uitoefening bevoegdheden, toezicht en beslissing in beroep Indien in wetten, reglementen en verordeningen bevoegdheden, toezicht en beslissing in beroep worden toegekend aan Gedeputeerde Staten, worden deze met betrekking tot het waterschap uitgeoefend door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. Artikel 3 Het gebied van het waterschap 1. De begrenzing van de gebieden, waarin het waterschap de onderscheidene taken, bedoeld in artikel 4, tweede lid, uitoefent is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart. 2. De begrenzing, bedoeld in het eerste lid, wordt bij besluit van Gedeputeerde Staten nader aangeduid op kaarten met een schaal van tenminste 1: Van deze kaarten berust een exemplaar bij elk van de provincies en een exemplaar bij het waterschap. Artikel 4 De taak van het waterschap 1. Het waterschap heeft ten doel de waterstaatkundige verzorging van de in artikel 3 bedoelde gebieden, voor zover deze verzorging niet tot de taak van andere publiekrechtelijke lichamen behoort. 2. De taken van het waterschap omvatten: a. het beheer en onderhoud van de waterkeringen, bedoeld in de Verordening op de waterkering Noord-Brabant 1997 en van de overige werken met een waterkerende functie; b. de zorg voor de waterhuishouding voor zover het betreft het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van oppervlaktewater, bedoeld in de Verordening waterhuishouding Noord-Brabant

3 Artikel 5 De zetel van het waterschap Het waterschap is gevestigd in een door het algemeen bestuur te bepalen plaats. De samenstelling en de inrichting van het bestuur Artikel 6 De bestuursorganen en hun benaming 1. Het bestuur van het waterschap bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. 2. Het algemeen bestuur kan andere benamingen voor deze bestuursorganen vaststellen. Artikel 7 De samenstelling van het algemeen bestuur Het algemeen bestuur bestaat uit 45 leden en is als volgt samengesteld: 6 leden van de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken (eigenaren ongebouwd); 14 leden van de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken (eigenaren gebouwd); 17 leden van de categorie ingezetenen, onder wie worden verstaan degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied van het waterschap; 8 leden van de categorie van degenen die krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebouwde onroerende zaken in gebruik hebben als bedrijfsruimte (gebruikers bedrijfsgebouwd). Artikel 8 De verkiezing 1. De leden van het algemeen bestuur worden gekozen met inachtneming van het Kiesreglement waterschappen provincie Noord-Brabant Het uitbrengen van een stem vindt voor alle categorieën plaats door te stemmen per brief. 3. Niet stemgerechtigd voor de vertegenwoordigers van de categorie eigenaren ongebouwd zijn degenen van wie het bedrag van de belastingplicht aan het waterschap voor het ongebouwd lager is dan het bedrag dat overeenkomt met een aanslag voor een oppervlakte van twintig are. 3

4 Artikel 9 Kiesdistricten Voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur kan het algemeen bestuur het waterschapsgebied, per categorie van belanghebbenden, indelen in kiesdistricten. Het algemeen bestuur bepaalt daarbij het voor de categorieën per district te kiezen aantal leden. Artikel 10 Reglement van orde 1. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. 2. In het reglement van orde worden in ieder geval regels gesteld ten aanzien van de vergaderfrequentie, het vergaderquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen, de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden en de benoeming van de leden van het dagelijks bestuur. Artikel 11 De samenstelling van het dagelijks bestuur 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en ten hoogste 6 andere leden. 2. De benoeming van de leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, vindt op zodanige wijze plaats dat elk van de categorieën, genoemd in artikel 7, in het dagelijks bestuur is vertegenwoordigd. 3. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de Waterschapswet, dat benoeming plaats vindt uit de leden van het algemeen bestuur. 4. Het dagelijks bestuur wijst een lid van dat bestuur aan als plaatsvervangend voorzitter. Artikel 12 Eed (verklaring en belofte) voorzitter De aflegging van de eed (verklaring en belofte), bedoeld in artikel 50 van de Waterschapswet, vindt plaats in handen van de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant. Artikel 13 Regionale commissies 1. Het algemeen bestuur stelt binnen het gebied van het waterschap regionale commissies in. 4

5 2. Het algemeen bestuur regelt de samenstelling en werkwijze van deze commissies. 3. Bij de samenstelling van de regionale commissies zorgt het algemeen bestuur, voor zover het de benoeming betreft van leden van het algemeen bestuur, voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in het algemeen bestuur vertegenwoordigde belangencategorieën. 4. De taak van een regionale commissie bestaat uit het adviseren van het dagelijks en algemeen bestuur over onderwerpen die in de regio van belang zijn voor het waterbeheer en het uitdragen van het centraal vastgestelde beleid. 5. Aan de regionale commissies worden adviesbevoegdheden toegekend met betrekking tot tenminste de volgende taakonderdelen: de planvorming integraal waterbeheer en de uitvoering van het waterbeheersplan voor wat betreft onderdelen die betrekking hebben op de betreffende regio; de voorbereiding en handhaving van peilbesluiten; voorstellen van het dagelijks bestuur over keuren en eventuele andere op het watersysteembeheer betrekking hebbende regelgeving en beleid; aanleg, verbetering en onderhoud van watersystemen waaronder de aanleg van ecologische verbindingszones; nieuwbouw en verbetering van gemalen en kunstwerken ten behoeve van de waterbeheersing. De bevoegdheden van het bestuur Artikel 14 De bevoegdheden van het algemeen bestuur Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheden die voortvloeien uit hoofdstuk X van de Waterschapswet. Artikel 15 De bevoegdheden van het dagelijks bestuur Tot de bevoegdheden van het dagelijks bestuur behoren, onverminderd het bij of krachtens de wet bepaalde, in ieder geval: a. de uitvoering en handhaving van wetten en verordeningen; b. de dagelijkse zorg voor alle werken of andere zaken die bij het waterschap in eigendom, beheer of onderhoud zijn; c. de verzekering van het waterschap tegen wettelijke aansprakelijkheid en tegen schaden en verliezen 5

6 d. het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van werken of andere zaken, bedoeld onder b; e. het voeren van rechtsgedingen, het maken van bezwaar, het instellen van beroep, het vragen van voorlopige voorzieningen en het aanspannen van een kort geding, alsmede het aangaan van dadingen, het opdragen van geschillen aan scheidslieden en het berusten in rechtsvorderingen, een en ander onder de verplichting deze handelingen te melden aan het algemeen bestuur; f. de vaststelling van de bestekken en van de voorwaarden van aanbesteding van voor het waterschap uit te voeren werken en te verrichten leveringen en van de voorwaarden van verkopingen, voorzover het algemeen bestuur zich die vaststelling niet heeft voorbehouden; g. het houden van alle aanbestedingen van werken, diensten, leveringen en verkopingen, tenzij het algemeen bestuur anders heeft beslist; h. het doen van bekendmakingen als bedoeld in artikel 73 van de Waterschapswet; i. het benoemen, schorsen of ontslaan van het personeel van het waterschap, voor zover die bevoegdheid niet aan het algemeen bestuur is opgedragen. Artikel 16 De bevoegdheden van de voorzitter De voorzitter heeft de bevoegdheden die voortvloeien uit hoofdstuk XII van de Waterschapswet. Het onderhoud van waterstaatswerken Artikel 17 Vervangende bijdrage onderhoud 1. Het voldoen aan een krachtens de legger onderscheidenlijk Verordening waterhuishouding Noord-Brabant 1997 bestaande onderhoudsplicht kan door het dagelijks bestuur op schriftelijk verzoek van de onderhoudsplichtige worden vervangen door betaling van een bijdrage. 2. De hoogte van de door onderhoudsplichtige te betalen bijdrage wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur. 6

7 De financiën van het waterschap Artikel 18 Uitgangspunten kostentoedelingsverordening 1. Bij de toedeling van kostendelen in het kader van de ingevolge artikel 119 van de Waterschapswet vast te stellen verordening neemt het algemeen bestuur de volgende uitgangspunten in acht. 2. De kosten van het beheer en onderhoud van de waterkeringen worden toegedeeld aan: a. de categorie ingezetenen; b. de categorie eigenaren ongebouwd; c. de categorie eigenaren gebouwd voor zover deze categorieën van belanghebbenden belang hebben bij de uitoefening van deze waterschapstaak. 3. Het aandeel van de categorie ingezetenen wordt bepaald op basis van de bevolkingsdichtheid. 4. De resterende kosten van het beheer en onderhoud van de waterkeringen worden vervolgens aan de categorieën eigenaren ongebouwd en eigenaren gebouwd toegedeeld, rekening houdend met de waarde in het economisch verkeer van de ongebouwde en gebouwde onroerende zaken, gelegen in het gebied waarin het waterschap deze taak uitoefent.. 5. De kosten van het kwantiteitsbeheer worden toegedeeld aan: a. de categorie ingezetenen; b. de categorie eigenaren ongebouwd; c. de categorie eigenaren gebouwd. 6. Het aandeel van de categorie ingezetenen wordt bepaald op basis van de bevolkingsdichtheid. 7. De resterende kosten van het kwantiteitsbeheer worden vervolgens aan de categorieën eigenaren ongebouwd en eigenaren gebouwd toegedeeld, rekening houdend met de waarde in het economisch verkeer van de ongebouwde en gebouwde onroerende zaken, gelegen in het waterschapsgebied. Het toezicht op het waterschap Artikel 19 Goedkeuring en meldingsplichtige besluiten 1. Aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn onderworpen de peilbesluiten, bedoeld in afdeling 6.2 van de Verordening waterhuishouding Noord-Brabant Het dagelijks bestuur zendt binnen vier weken na vaststelling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de besluiten tot: 7

8 a. het vaststellen of wijzigen van verordeningen, voor zover deze niet aan goedkeuring zijn onderworpen; b. het instellen van afdelingen en het regelen van bestuur en taken daarvan; c. het delegeren van bevoegdheden aan het dagelijks bestuur of aan het bestuur van afdelingen; d. het oprichten van, deelnemen in of opheffen van privaatrechtelijke lichamen. e. het bepalen van het aantal leden van het dagelijks bestuur. Artikel 20 Bijzondere bevoegdheid commissaris van de Koning Toepassing van artikel 107, vijfde lid, van de Waterschapswet vindt plaats door de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Brabant. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 21 Ontslag bestuur 1. Gedeputeerde Staten dragen de voorzitters van de bij dit besluit op te heffen waterschappen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor eervol ontslag voor aan de Kroon. 2. De leden van de algemene en dagelijkse besturen van de bij dit besluit op te heffen waterschappen zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit eervol van hun functie ontheven. Artikel 22 Overgangsregeling secretaris 1. De secretarissen van de bij dit besluit op te heffen waterschappen zijn met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit eervol uit hun ambt ontslagen. 2. De functionarissen, bedoeld in het eerste lid, gaan met ingang van gelijke datum als ambtenaar in algemene dienst voorlopig over in dienst van het waterschap. Het bepaalde in artikel 23 is op hen van overeenkomstige toepassing. 8

9 Artikel 23 Overgangsregeling overige personeel 1. De overige ambtenaren in dienst van de bij dit besluit op te heffen waterschappen gaan op de datum van inwerkingtreding van dit besluit over in dienst van het waterschap, in dezelfde schaal, op dezelfde voet en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als op de dag, voorafgaande aan die datum, voor hen golden. 2. De plaatsing in een functie geschiedt zo spoedig mogelijk met inachtneming van de bepalingen in het Sociaal Statuut reorganisatie West-Brabantse waterschappen Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede begrepen personen werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Artikel 24 Benoeming voorlopig bestuur 1. Gedeputeerde Staten benoemen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit een voorlopig algemeen bestuur van 35 leden. Benoeming vindt plaats uit de algemene besturen van de op te heffen waterschappen, op voordracht van de dagelijkse besturen van die waterschappen. Als lid van het voorlopig algemeen bestuur kan ook worden benoemd de voorzitter van een op te heffen waterschap. Het voorlopig algemeen bestuur treedt in de plaats van het algemeen bestuur tot de eerste vergadering van dat college. 2. Het voorlopig algemeen bestuur benoemt uit zijn midden een voorlopig dagelijks bestuur, waarin elke categorie, bedoeld in artikel 7, vertegenwoordigd is. Het voorlopig dagelijks bestuur treedt in de plaats van het dagelijks bestuur tot het tijdstip, waarop dat is benoemd. 3. Gedeputeerde Staten benoemen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit een voorlopige voorzitter en een voorlopige secretaris, op voordracht van de dagelijkse besturen van de op te heffen waterschappen. Deze benoemingen gelden tot de dag waarop in de vervulling van het ambt van voorzitter en de functie van secretaris is voorzien. Artikel 25 Taken voorlopig bestuur Het voorlopig algemeen bestuur is belast met regeling en bestuur van aangelegenheden, waarvan de besluitvorming niet kan worden uitgesteld tot het tijdstip, bedoeld in artikel 24, eerste lid. 9

10 Artikel 26 Beleggen vergadering van algemeen bestuur Nadat de leden van het algemeen bestuur zijn gekozen wordt zo spoedig mogelijk een vergadering van dat college belegd, waarin in ieder geval aan de orde worden gesteld de verkiezing van de leden van het dagelijks bestuur en voor zover het voorlopig algemeen bestuur daarin nog niet heeft voorzien, het opmaken van een aanbeveling voor de benoeming van de voorzitter en de benoeming van de secretaris. Artikel 27 Rekening op te heffen waterschappen 1. De rekening van het laatste begrotingsjaar van een op te heffen waterschap wordt zo spoedig mogelijk na de datum van inwerkingtreding van dit besluit vastgesteld door het voorlopig algemeen bestuur. 2. De saldi van deze rekening worden verantwoord in de rekening van het lopende begrotingsjaar van het waterschap. Artikel 28 Archieven op te heffen waterschappen De archiefbescheiden van de bij dit besluit op te heffen waterschappen gaan zo spoedig mogelijk na de datum van inwerkingtreding van dit besluit over naar het waterschap, zulks in overleg met de betreffende provinciale archiefinspecteur. Artikel 29 Besluiten op te heffen waterschappen en waterschap De Dommel De op de datum van inwerkingtreding van dit besluit geldende besluiten van de op te heffen waterschappen en van het waterschap De Dommel, voor zover deze besluiten betrekking hebben op het gebied van het waterschap, blijven van kracht totdat de termijn waarvoor zij gelden verlopen is, dan wel totdat zij zijn vervangen of ingetrokken. Artikel 30 Besluiten eerder opgeheven waterschappen De nog geldende besluiten van de bij besluit van provinciale staten van Noord-Brabant d.d. 18 september 1970 (provinciaal blad 1971, nummer72), 12 december 1986 (provinciaal blad 1987, nummer105), 15 november 1974 (provinciaal blad 1975,nummer 222), 19 juni 1976 (provinciaal blad nummer 217), 22 juni

11 (provinciaal blad 1985, nummer179), 12 december 1986 (provinciaal blad 1987, nummer 175), 30 oktober 1987 (provinciaal blad 1988 nummer 1), 14 december 1984 (provinciaal blad 1985, nummer 99), 22 juni 1985 (provinciaal blad nummer 178) en 1 juli 1994 (provinciale bladen nummers 71, 72 en 73) opgeheven waterschappen blijven van kracht totdat de termijn waarvoor zij gelden verlopen is, dan wel totdat zij zijn vervangen of ingetrokken. Artikel 31 Besluiten gemeenten Breda, Oosterhout en Waalwijk De op 1 januari 1995 geldende besluiten van de gemeenten Breda, Oosterhout en Waalwijk, voor zover deze besluiten betrekking hebben op het kwantiteitsbeheer in het gebied van het waterschap, blijven van kracht totdat de termijn waarvoor zij gelden verlopen is, dan wel totdat zij zijn vervangen of ingetrokken. Artikel 32 Regeling onvoorziene omstandigheden Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant treffen na overleg met Gedeputeerde Staten van Zeeland de voorzieningen ter uitvoering van dit besluit vereist, doch waaromtrent een regeling ontbreekt. Artikel 33 Regeling bevoegd gezag Provinciale staten van Noord-Brabant besluiten tot vaststelling van een wijziging van dit reglement, indien dit besluit niet op grond van artikel 5, tweede lid, van de Waterschapswet door de minister van Verkeer en Waterstaat dient te worden goedgekeurd. Artikel 34 Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement voor het waterschap Brabantse Delta. IV. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op 1 januari

12 Aldus vastgesteld in de vergadering van Provinciale staten van Noord-Brabant, s-hertogenbosch, De voorzitter mr. F.J.M. HOUBEN De griffier drs. M.A. VAN HEES Provinciale staten van Zeeland, Middelburg, De voorzitter drs. W.T. VAN GELDER De griffier drs. B.L. ALLEWIJN Uitgegeven 11 augustus De secretaris, mr. drs. L.J.M. VERDULT. 12

13 Waterschap Brabantse Delta Kaart bij het Reglement voor het waterschap Brabantse Delta Provincie Noord-Brabant DRIMMELEN GEERTRUIDENBERG WAALWIJK MOERDIJK STEENBERGEN HALDERBERGE BREDA OOSTERHOUT DONGEN LOON OP ZAND TILBURG ETTEN - LEUR GILZE EN RIJEN Tilburg BERGEN OP ZOOM ROOSENDAAL RUCPHEN ZUNDERT APLHEN - CHAAM GOIRLE BAARLE - NASSAU WOENSDRECHT ETTEN - LEUR grens waterschap Brabantse Delta grens taakgebied waterkeringszorg gemeentegrens gemeentenaam provincie - of rijksgrens Ondergrond (c) Topografische Dienst Emmen Kilometers