a. Het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde (artikel 2.1 lid 1b Wabo); b Kappen (artikel 2.2, lid 1g Wabo).

Transcriptie

1 Tauw B.V. De heer R. Korfage Postbus AC Deventer Brummen : 27 mei 2015 Verzonden Ons kenmerk : Z-HZ_WABO Uw kenmerk : Onderwerp : omgevingsvergunning Geachte heer Korfage, Op 14 april 2015 ontvingen wij uw aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verwijderen van vegetatie, het vergraven en opzetten van een oever en het kappen van bomen in de uiterwaarden langs de IJssel bij Brummen. De aanvraag is bij ons geregistreerd onder zaaknummer Z-HZ_WABO In deze brief leest u ons besluit. Aanvraag De aanvraag ziet op de volgende maatregelen: Brummensche Waarden (cluster 11990): Verwijderen 0,129 ha bos, inclusief frezen stobben. Verwijderen 0,089 ha struweel, inclusief frezen stobben. Verwijderen 0,377 ha riet/ruigte, inclusief frezen. Toepassing duurzaam beheer maatregel 6 (opnieuw opzetten oever) en duurzaam beheer maatregel 12 (verwijderen en aansluiten vooroever) Brummensche Waarden (cluster 12000): Verwijderen 0,087 ha bos, inclusief frezen stobben. Verwijderen 0,006 ha struweel, inclusief frezen stobben. Brummensche Waarden (cluster 12350): Verwijderen 0,095 ha struweel, inclusief frezen stobben. Brummensche Waarden (cluster 12360): Verwijderen 0,004 ha struweel, inclusief frezen stobben. Verwijderen 0,111 ha riet/ruigte, inclusief frezen. Brummensche Waarden (cluster 12490): Verwijderen 0,028 ha struweel, inclusief frezen stobben. Verwijderen 0,073 ha riet/ruigte, inclusief frezen. Toepassing duurzaam beheer maatregel 1 (plaatsen afrastering). Kappen van een knotwilg. Op 29 april 2015 heeft u in aanvulling op de aanvraag verzocht om als voorwaarde aan de omgevingsvergunning te verbinden dat cluster gehandhaafd blijft omdat voor de aanwezige vegetatie een Waterwetvergunning is verleend. Besluit Wij hebben het voornemen u een omgevingsvergunning voor het verwijderen van vegetatie en het vergraven en opzetten van een oever in de clusters zoals aangegeven onder de kop aanvraag te verlenen. Het gaat om de volgende activiteiten: a. Het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde (artikel 2.1 lid 1b Wabo); b Kappen (artikel 2.2, lid 1g Wabo). De volgende gewaarmerkte stukken maken deel uit van de vergunning: - ONTWERPBESLUIT aanvraagformulier; - ONTWERPBESLUIT overzichtsfotos; Engelenburgerlaan BV Brummen Postbus AA Brummen Telefoon (0575) Fax (0575) gemeente@brummen.nl

2 Blz. 2 - ONTWERPBESLUIT overzichtstabel clusters_werkzaamheden; - ONTWERPBESLUIT ontwerp erven Everwijn; - ONTWERPBESLUIT ontwerp Aalders-erven Wassink; - ONTWERPBESLUIT ow clusters-de Karper; - ONTWERPBESLUIT Principeontwerpen_DBM; - ONTWERPBESLUIT Besluit Boswet; - ONTWERPBESLUIT Courant beg schrijven; - ONTWERPBESLUIT Aanvraag Nb-wet; - ONTWERPBESLUIT aanvraag FF-wet; - ONTWERPBESLUIT archeologisch rapport; - ONTWERPBESLUIT begeleidend schrijven aanvulling; - ONTWERPBESLUIT situatiefoto knotwilg. Voorschriften Aan deze vergunning verbinden wij de volgende voorwaarden: 1. Alle vegetatie (bos en struweel) in cluster dient gehandhaafd te blijven; 2. Alle vegetatie (struweel) in cluster dient gehandhaafd te blijven; 3. Uiterlijk een week voor start van de werkzaamheden dient één of meerdere uitvoeringsontwerp(en) te worden voorgelegd, waaruit blijkt dat geen werkzaamheden worden verricht in cluster en Kappen 4. De Flora en Faunawet verbiedt het verstoren van nest(en). Als een te kappen bomen één of meerdere nesten bevat, mag er niet gekapt worden omdat daarbij de vogels verstoord worden. Motivering De motivering van dit besluit vindt u in de bijlage. Kosten Aan de behandeling van uw aanvraag zijn kosten (leges) verbonden. Deze kosten zijn vastgesteld door de gemeenteraad en worden door de heffingsambtenaar van de gemeente Brummen opgelegd. Uitvoeren van een werk (art. 2.1 lid onder b wabo) 217,00 Kappen (artikel 2.2, lid 1g Wabo) 36,50 Totaal: 253,00 + Wijze van betalen U ontvangt binnenkort een factuur om deze kosten te kunnen betalen. Toelichting Bij deze brief treft u ook een toelichting aan. Hierin krijgt u informatie over zaken die betrekking hebben op de verleende toestemming. Daarom is het belangrijk om deze toelichting te lezen voordat u met de werkzaamheden begint. Zienswijzen In de periode zoals aangegeven in de bekendmaking kan een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren brengen over het ontwerpbesluit. Schriftelijk: Schriftelijke zienswijzen over het ontwerpbesluit dienen onder vermelding van Ontwerpbesluit [naam van het besluit] Programma Inhaalslag Stroomlijn te worden verzonden aan: De Minister van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud Ruimte voor de Rivier T.a.v. de heer J. Ponsioen / J.J. van Burg Postbus MC Utrecht

3 Blz. 3 Mondeling: Het naar voren brengen van een mondelinge zienswijze over het ontwerpbesluit kan door het maken van een afspraak met de heer Ponsioen / van Burg, bereikbaar onder telefoonnummer / Van een mondeling naar voren gebrachte zienswijze wordt verslag opgemaakt. Het betrokken bevoegde gezag betrekt de ingediende zienswijzen bij het nemen van het definitieve besluit. Iedereen die een zienswijze heeft ingediend wordt geïnformeerd over wat daarmee is gedaan. Vervolg procedure: Tegen het uiteindelijke besluit kan beroep worden ingesteld als men belanghebbende is en als men tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht over het betreffende ontwerpbesluit, tenzij redelijkerwijs niet kan worden verweten dat geen zienswijze naar voren is gebracht. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er bij de definitieve vaststelling van de besluiten wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van de ontwerpbesluiten. Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is aangevraagd, treedt de beschikking niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Inlichtingen Wij gaan ervan uit dat wij u op een duidelijke manier hebben geïnformeerd. Als u nog vragen of opmerkingen heeft, kunt u contact opnemen met de heer R. Nooteboom, die bereikbaar is onder telefoonnummer: (0575) Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van Brummen, Reinier Nooteboom Medewerker afdeling Dienstverlening Op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens verzekeren wij u dat de door u verstrekte gegevens alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor de gegevens zijn verstrekt. Indien u inhoudelijk daarover meer wilt weten kunt u contact opnemen met onze WBP-coördinator. Bijlagen : 1. ONTWERPBESLUIT aanvraagformulier; 2. ONTWERPBESLUIT overzichtsfotos; 3. ONTWERPBESLUIT overzichtstabel clusters_werkzaamheden; 4. ONTWERPBESLUIT ontwerp erven Everwijn; 5. ONTWERPBESLUIT ontwerp Aalders-erven Wassink; 6. ONTWERPBESLUIT ow clusters-de Karper; 7. ONTWERPBESLUIT Principeontwerpen_DBM; 8. ONTWERPBESLUIT Besluit Boswet; 9. ONTWERPBESLUIT Courant beg schrijven; 10. ONTWERPBESLUIT Aanvraag Nb-wet; 11. ONTWERPBESLUIT aanvraag FF-wet; 12. ONTWERPBESLUIT archeologisch rapport; 13. ONTWERPBESLUIT begeleidend schrijven aanvulling; 14. ONTWERPBESLUIT situatiefoto knotwilg.

4 Blz. 4 MOTIVERING Wij mogen alleen een vergunning voor de activiteit aanleggen verlenen, indien er geen sprake is van één van de weigeringsgronden die zijn genoemd in het bestemmingsplan. Onder de kop bestemmingsplan wordt hier nader op ingegaan. In artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is bepaald dat wij de vergunning kunnen weigeren danwel onder voorschriften verlenen in het belang van onder meer: - natuur- en milieuwaarden; - landschappelijke waarden; - cultuurhistorische waarden; - waarden van stads- en dorpsschoon; - de beeldbepalende waarde van de houtopstand; - waarden voor recreatie en leefbaarheid. Aanleiding aanvraag Rijkswaterstaat werkt vanuit het Programma Stroomlijn aan het onderhoud van de begroeiing in de uiterwaarden. Bij hoogwater, als het water ook door de uiterwaarden stroomt, kunnen begroeiing en ophopend vuil daarin de doorstroming van het water belemmeren. Dit veroorzaakt een nog hoger waterpeil en vergroot het risico op overstromingen. Goed beheer en onderhoud van de begroeiing in de uiterwaarden is daarom erg belangrijk voor de hoogwaterveiligheid. Rijkswaterstaat heeft de afgelopen jaren onderzocht op welke plekken het water bij hoogwater het hardst door de uiterwaarden stroomt (de zogenoemde stroombaan ) en vastgesteld welke begroeiing de doorstroming het meest belemmert. Het voornemen van Rijkswaterstaat is om na een zorgvuldige afweging van belangen zoveel mogelijk bomen en struiken uit de stroombaan van de rivier te verwijderen. Zo kan het vele rivierwater ook via de uiterwaarden ongehinderd naar zee stromen. De bedrijfscombinatie Courant heeft van Rijkswaterstaat de opdracht gekregen om samen met eigenaren en beheerders de stroomlijning van de uiterwaarden voor te bereiden en uit te voeren. Het werkgebied omvat de uiterwaarden langs de IJssel. Projectplan Waterwet De bestaande vegetatie is opgenomen op de zogenaamde vegetatielegger Rijkswaterstaat. Op het moment dat vegetatie wordt verwijderd moet een projectplan op grond van de Waterwet worden opgesteld, om deze ingreep vanuit de Waterwet te beoordelen. Het projectplan vormt de basis voor de ingreep vanuit het programma Stroomlijn. Bestemmingsplan De ingreeplocaties vallen binnen bestemmingsplan Buitengebied Ter plaatse van de te verwijderen heggen, hagen, bossen, riet & ruigten en struweel gelden de bestemmingen Agrarisch Uiterwaarden, Bos, Water, Recreatie, Landhuis en Wonen. Daarnaast zijn de dubbelbestemmingen Waterstaat - Waterstaatkundige functie en Waterstaat Waterkering van toepassing. Tenslotte gelden de gebiedsaanduidingen Weidevogels, Waardevolle graslandvegetatie, Natura 2000, Beslotenheid/Houtopstanden, Bodemreliëf en Uiterwaarden (EHS verwerving). Op grond van artikel 27 bepaald dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit van Burgemeester en wethouders in de verschillende bestemmingen, in de aangeduide landschapskwaliteiten en zones bepaalde werken en werkzaamheden te verrichten. De volgende werken en werkzaamheden zijn van toepassing in deze aanvraag: a. Het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en hande lingen die de dood of beschadigingen tengevolge kunnen hebben; b. Ophoging, egalisering van gronden en afgraven van de bodem; De uitzonderingen als genoemd in artikel 27 lid 2 zijn niet van toepassing. De aanvraag is getoetst aan de afwegingscriteria van artikel 27 lid 3 sub a tot en met h.. De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien de aanvrager de noodzaak van het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden aantoont op basis van onderzoek door een terzake deskundige partij, waarbij tevens de mogelijke significante gevolgen voor de cultuurhistorische en/of archeologische waarden, aardwetenschappelijke, landschappelijk, ecologische en waterhuishoudkundige kwaliteiten in beeld worden gebracht. De werken en/of werkzaamheden moeten noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden overeenkomstig de bestemming en geen significante aantasting plaatsvinden van de ruimtelijke kwaliteiten van de grond.

5 Blz. 5 De noodzaak van de maatregelen is voldoende aangetoond in de aanvraag behorende Courant-advies inzake vergunningverlening. De werkzaamheden worden vanuit het programma Stroomlijn van Rijkswaterstaat uitgevoerd. De archeologische waarden worden blijkens het archeologisch rapport Transect rapport, project Stroomlijn Ijssel niet geschaad en de gebieden hebben een middelhoge archeologisch verwachtingswaarde op de gemeentelijke archeologische loketkaart. De bijbehorende verstoringsoppervlakte van meer dan 300 m² wordt niet overschreden. Over een beperkte oppervlakte langs de Hank wordt een oever opgezet. Daarnaast wordt bij de kap tot een diepte van maximaal 30 centimeter stobben gefreesd. Landschappelijk gezien is in de uiterwaarden komen veel kleine landschapselementen voor als hagen, bomenrijen, moeras en open water. Hoewel er veel beplantingen aanwezig zijn, ervaart men in het gebied een gevoel van weidsheid. Het gebied met overwegend grasland wordt veelal beleefd vanaf de hoger gelegen dijk. Een bijzonder terrein ligt aan de Weg naar het Ganzenei. Hier komen weilanden voor met een zeer waardevolle vegetatie en vormen de meidoornhagen een bijzondere aankleding van het landschap. - Gebiedsaanduiding Weidevogels: Dit waardevolle landschapskenmerk wordt gekenmerkt door een grote mate van openheid. Bij het verwijderen van beplanting wordt meer openheid gecreëerd. Over het algemeen kan gesteld worden dat meer openheid een positief effect heeft op weidevogels. De waarde van dit landschapskenmerk wordt dus verhoogd door het verwijderen van beplanting. - Gebiedsaanduiding Waardevolle graslandvegetatie: Er vinden geen werkzaamheden plaats m.b.t. diepploegen of scheuren van grasland. De waardevolle graslandvegetatie blijft intact. - Gebiedsaanduiding Beslotenheid/ Houtopstanden: Dit kenmerk duidt op de beslotenheid van het landschap door opgaande beplanting. Beslotenheid wordt in het algemeen bepaald door grote eenheden van bos. De bospercelen met de enkelbestemming bos blijven gehandhaafd. Hierdoor wordt de beslotenheid van het landschap niet aangetast. Verspreid in het agrarische gebied komen diverse soorten houtopstanden voor, zoals houtsingels, houtwallen en groepen markante bomen. Deze houtopstanden zijn belangrijk voor het landschapsbeeld. Ze zorgen voor afwisseling in het landschap en ze begrenzen open ruimten. Deze elementen worden wel verwijderd, waardoor deze landschapswaarde wel aangetast wordt. Deze element worden echter niet allemaal volledig verwijderd. Een deel van de houtopstanden blijft echter gehandhaafd, waardoor deze gebiedsaanduiding op basis van het bestemmingsplan niet zal veranderen. - Gebiedsaanduiding Bodemreliëf: In de uiterwaarden is een nog relatief gaaf stelsel aanwezig van geulen en richels. Er mag hier niet zomaar worden opgehoogd, afgegraven of geëgaliseerd. De geplande werkzaamheden voor Stroomlijn bevatten echter geen ingrijpende grondwerken, enkele kleine herstelwerkzaamheden van bijvoorbeeld oevers en vooroevers waardoor het bodemreliëf dan ook niet wordt gewijzigd of aangetast. - Gebiedsaanduiding Natura 2000 / Uiterwaarden (EHS-natuur): Ten aanzien van de ecologie is een flora- en faunaonderzoek uitgevoerd en een flora- en faunawetontheffing aangevraagd. Daarbij zijn maatregelen beschreven om negatieve effecten te voorkomen. Daarnaast is een passende beoordeling conform art. 19f Natuurbeschermingswet opgesteld en een Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd. Wij zijn van mening dat de ecologische belangen hiermee voldoende zijn geborgd. Ten aanzien van de waterhuishoudkundige geldt dat de werkzaamheden gericht zijn op het verbeteren van de doorstroom van de IJssel en daarmee gericht op een betere waterhuishoudkundige situatie. In de aanvraag zit één waardevolle cultuurhistorische element opgenomen, te weten een cultuurhistorische meidoornhaag in cluster 12350, welke op historisch topografisch kaartmateriaal (1865) reeds zichtbaar is. Het verwijderen van cultuurhistorische elementen is geen uitgangspunt van het project Stroomlijn en doet afbreuk aan de cultuurhistorische waarden van de uiterwaarden. Derhalve wordt als voorwaarde aan deze vergunning gekoppeld dat de vegetatie in cluster behouden blijft. De werkzaamheden vinden plaats ten behoeve van de dubbelbestemming Waterstaat waterhuishoudkundige functie.de gronden met de bestemming Waterstaat Waterstaatkundige functie zijn mede bestemd voor onderhoud, beheer en instandhouding van de aangrenzende waterkering, waterberging en afvoer van sediment, hoogwater en ijs, de zorg voor de waterhuishouding en de daarvoor noodzakelijke werken en werkzaamheden.

6 Blz. 6 Op grond van de gegevens bij de aanvraag en bovengenoemde overwegingen zijn wij van mening dat wordt voldaan aan artikel 27 lid 3 sub a tot h en de omgevingsvergunning onder voorwaarden kan worden verleend. Algemene Plaatselijke Verordening (APV) In de aanvraag bevindt zich een boom die worden beschermd op grond van de APV. Op grond van de criteria voor vergunningverlening in artikel 4.3 van de APV kan vergunning voor het kappen worden verleend. De beschreven knotwilg heeft een beperkte landschappelijke waarde. Ook de natuurwaarde is niet bijzonder hoog. Met het behoud van de naast gelegen meidoornstruwelen wordt het beeld niet aangetast. Wij zien geen redenen om de kapaanvraag te weigeren. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Artikel 2.1 lid 1 onder b, artikel 2.11 respectievelijk artikel 2.2 lid 1 onder g, artikel 2.18 van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo). Crisis- en herstelwet Op het programma Stroomlijn is de Crisis- en herstelwet van toepassing Rijkscoördinatieregeling van toepassing De voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) besluiten voor de uitvoering van het Programma Inhaalslag Stroomlijn worden door de Minister van Infrastructuur en Milieu gecoördineerd. Deze coördinatie vindt plaats op basis van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 maart 2014 tot toepassing van de rijkscoördinatieregeling (Staatscourant 2014, nr. 8335), op grond van artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening (wro). Deze coördinatie is van toepassing op besluiten aangeduid in artikel 1 lid 2 van het rijkscoördinatiebesluit. De coördinatie heeft tot gevolg dat op deze besluiten de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure artikel 3.35 vierde lid Wro van toepassing is. Natuurbeschermingswet 1998 en Flora- en faunawet Op grond van artikel 2.27 eerste lid van de Wabo wijst het Besluit omgevingsrecht of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Voor de omgevingsvergunning kan een verklaring van geen bedenkingen van het bevoegd gezag op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet noodzakelijk zijn. Deze zijn in dit geval echter niet nodig, omdat de vergunning en ontheffing op grond van die wetten eerder zijn aangevraagd, namelijk op respectievelijk 13 april 2015 (Nbw) en 14 april 2015 (Ffw), en derhalve niet beoordeeld hoeven te worden in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning. Bescherming van natuurwaarden en instandhoudingsdoelstellingen zijn geborgd doordat in deze gecoördineerde procedure de omgevingsvergunning tegelijk bekend wordt gemaakt met benodigde besluiten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet.

7 Blz. 7 TOELICHTING BIJ OMGEVINGSVERGUNNING U heeft een positief besluit ontvangen op uw aanvraag voor een omgevingsvergunning. In deze toelichting staan diverse onderwerpen genoemd die voor u van belang kunnen zijn. Geldigheidsduur omgevingsvergunning De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt in artikel 2.33 wanneer een omgevingsvergunning moet worden ingetrokken en wanneer een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk kan worden ingetrokken. De vergunning kan door het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken in de hieronder genoemde gevallen. Deze opsomming is niet uitputtend; alleen de meest voorkomende activiteiten zijn genoemd. Algemene regel voor het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning Als er gedurende drie jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning, kunnen wij de vergunning intrekken. Wij gaan niet over tot intrekking dan nadat de houder van de vergunning is gehoord. Activiteit bouwen Wij kunnen de omgevingsvergunning intrekken als gedurende 26 weken of de in de vergunning bepaalde termijn, geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning. Schorsing van een besluit Tijdens de beroepsschriftprocedure kan de indiener van een beroepsschrift tegelijkertijd een voorlopige voorziening (bijvoorbeeld schorsen van het besluit) vragen bij de voorzieningenrechter. Een eventuele schorsing van het besluit betekent, dat u zolang niet op het voorlopige voorziening is beslist niet mag bouwen. Dit kan financiële gevolgen voor u hebben. Om problemen te voorkomen is het raadzaam uw buren te informeren over uw plan (als dat nog niet is gebeurd). Onherroepelijk besluit Indien u gebruikt maakt van een vergunning terwijl deze nog niet onherroepelijk is, doet u dat op eigen risico. Een vergunning is onherroepelijk als daartegen geen beroep is gemaakt binnen de beroepstermijn van zes weken of wanneer de eventuele beroepsprocedure is afgerond en de vergunning door de Raad van State in stand is gelaten. Overige vergunningen en aandachtspunten Verkeersmaatregelen Indien u voor uw werkzaamheden gedurende kortere of langere tijd gebruik moet maken van de openbare weg, bijvoorbeeld voor het laden en lossen van bouwmaterialen, dient u de verkeersmaatregelen te treffen voor werken in uitvoering, zoals omschreven in de Richtlijnen CROW 96b. Tevens dient u dit minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden te melden bij de afdeling Beheer, telefoon (0575) ). Overige vergunningen Het is mogelijk dat u voor de uitvoering van uw project nog andere werkzaamheden moet verrichten. Voor deze werkzaamheden heeft u eventueel nog een andere vergunning nodig. Het is mogelijk dat u geen gebruik kunt maken van deze omgevingsvergunning, doordat een andere (omgevings)vergunning niet kan worden verleend. Om na te gaan of u hiervoor een aanvraag moet indienen verwijzen wij u naar onze site of naar onze Frontoffice, telefoonnummer: /