Privaatrecht. Burgerlijk recht. Contractenrecht. Burgerlijk recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Privaatrecht. Burgerlijk recht. Contractenrecht. Burgerlijk recht"

Transcriptie

1 Privaatrecht Burgerlijk recht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel, mr.drs. L. Reurich, mr. R.M.Ch.M. Koot, mr. W.C. Scharp, mr. P.C. van Es Contractenrecht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel Wetgeving TK 2000/2001, , nrs. 1-3: wetsvoorstel (18 mei 2001) tot Aanpassing van Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten inzake elektronische handtekeningen ter uitvoering van richtlijn nr. 1999/93/EG van het Europees Parlement en de raad van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG L 13); TK 2000/2001, nr. 6: verslag (29 mei 2001) over het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek. Jurisprudentie HR 6 april 2001, RvdW 2001, 74, JOL 2001, 234 (VNP/Havrij): algemene voorwaarden, redelijke mogelijkheid kennisnemen beding; systeem wet Verkoper Havrij vermeldt in een offerte voor levering van slagboomunits dat op haar leveringen de FME-voorwaarden van toepassing zijn, waarvan zij op verzoek graag een exemplaar toezendt. Deze voorwaarden bevatten een beperkte garantie gedurende een termijn van zes maanden na levering, terwijl reclamering uiterlijk veertien dagen na het verstrijken van de garantietermijn in schriftelijke vorm moet plaatsvinden. Koper VNP heeft vier slagboomunits gekocht. Ruim negen maanden na levering stelt VNP Havrij schriftelijk van gebreken aan de units in kennis en vordert schadevergoeding. Havrij beroept zich op de algemene voorwaarden. VNP beroept zich op de nietigheid van de algemene voorwaarden omdat Havrij hem niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De Rechtbank wijst de vordering tot schadevergoeding van VNP af. Het Hof bevindt de tegen dit oordeel gerichte grieven ongegrond: Het hof is ( ) van oordeel dat niet is kunnen blijken dat Havrij met de hierboven ( ) bedoelde mededeling niet een redelijke mogelijkheid (in de zin van art. 6:233 sub b BW) heeft geboden om van (de inhoud van) haar algemene voorwaarden kennis te nemen. De Hoge Raad kan zich in dit oordeel van het Hof niet vinden: Met de regeling neergelegd in art. 6:233, aanhef en onder b, en het daarop aansluitende art. 6:234 lid 1 is een stelsel tot stand gebracht dat aan de gebruiker slechts beperkte mogelijkheden geven om een door de wederpartij gedaan beroep op vernietiging op grond van het bepaalde in art. 6:233, aanhef en onder b, af te weren. ( ) Tot uitgangspunt nemend dat Havrij de voorwaarden niet aan VNP ter hand had gesteld ( ) kon het Hof er niet mee volstaan tot beoordelingsmaatstaf te nemen of een redelijke mogelijkheid tot kennisname van de voorwaarden is geboden. Het had tevens moeten vaststellen of de aangevoerde omstandigheden al dan niet tot de gevolgtrekking leidden dat ter hand stellen van de voorwaarden in het onderhavige geval redelijkerwijs niet mogelijk was ( ). In het arrest HR 1 oktober 1999, NJ 2000, 207 m.nt. JH (Geurtzen/Kampstaal) heeft de Hoge Raad beslist dat een beroep op de vernietigingsgrond ontbreken van een redelijke mogelijkheid tot kennisname geen beroep kan worden gedaan indien de wederpartij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met het betreffende beding bekend was of geacht kon worden dat te zijn, terwijl zich ook daarnaast omstandigheden kunnen voordoen waarin een beroep op artikel 6:233 sub b jo 6:234 lid 1 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het arrest Geurtzen/Kampstaal is na het arrest van het Hof in de zaak VNP/Havrij gewezen. Daarom heeft de Hoge Raad beslist dat partijen in de onderhavige zaak hun stellingen na verwijzing kunnen aanpassen. In dat licht is er, ondanks de vernietiging van het arrest van het Hof, nog enige hoop op succes voor Havrij. KATERN

2 HR 27 april 2001, RvdW 2001, 94, JOL 2001, 288 (Donkers/Scholten): aansprakelijkheid bezitter dier t.o.v. dierenarts: uitleg overeenkomst; verkeersopvattingen De dierenarts Scholten brengt op 4 juli 1995 een bezoek aan het bedrijf van Donkers om diens paarden in te enten tegen tetanus en influenza. Na drie paarden te hebben ingeënt gaat Scholten de stal van een vierde paard, een vierjarige ruin, binnen. Hij constateert dat het paard gespannen is en gaat een neuspraam (dienend om het paard in bedwang te kunnen houden) halen. Bij terugkeer valt niets te merken aan het wachtende paard. Als Scholten echter een stap over de drempel van de stal doet, gaat het paard plotseling en totaal onverwacht door het lint. Het komt steigerend op Scholten af en brengt hem letsel toe. Scholten vordert een verklaring voor recht dat Donkers jegens hem aansprakelijk is voor de schade op grond van artikel 6:179 BW (aansprakelijkheid bezitter dier) en dat er geen sprake is van omstandigheden in de zin van artikel 6:101 lid 1 BW (eigen schuld) die ertoe leiden dat door hem geleden schade geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening moet blijven. Tevens vordert Scholten veroordeling van Donkers tot betaling van een schadevergoeding, nader op te maken bij staat. Rechtbank en Hof wijzen de vorderingen van Scholten toe. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en overweegt met betrekking tot de aansprakelijkheidsvraag onder meer: Het Hof heeft met juistheid geoordeeld dat de regels die voortvloeien uit de door Scholten en Donkers gesloten behandelingsovereenkomst en de in art. 6:179 neergelegde regel in beginsel naast elkaar van toepassing kunnen zijn. ( ) Het Hof heeft ( ) niet miskend dat hetgeen partijen zijn overeengekomen kan meebrengen dat het bepaalde bij art. 6:179 buiten toepassing dient te blijven. Het heeft echter geoordeeld dat hetgeen partijen zijn overeengekomen, de toepassing van deze bepaling niet uitsluit. Bij zijn beoordeling van de vraag of partijen, stilzwijgend, de toepassing van art. 6:179 hebben uitgesloten, heeft het Hof klaarblijkelijk ook betrokken hetgeen de aard en de strekking van de onderhavige overeenkomst meebrengen. Bij de beoordeling van Donkers beroep op eigen schuld van Scholten heeft het Hof, aldus de Hoge Raad, terecht geen gronden aanwezig geacht om aan te nemen ( ) dat het risico voor schade als in het onderhavige geval is toegebracht naar de in het verkeer geldende opvattingen zou moeten worden gedragen door Scholten als degene die zich bij overeenkomst tot behandeling van het dier had verbonden. HR 27 april 2001, RvdW 2001, 96, JOL 2001, 294 (Oerlemans/Driessen): koop. Non conformiteit industrieel vervaardigde zaken voor risico verkoper? Driessen exploiteert een rozenkwekerij en gebruikt daarbij een meststof die op de markt wordt gebracht door Epenhuijsen Chemie en onder meer wordt verkocht door Oerlemans. Op zeker moment ontstaat schade aan de rozen nadat Driessen een vat van deze meststof in gebruik had genomen. Driessen heeft Oerlemans voor zijn schade aansprakelijk gesteld op de grond dat de meststof een schadelijke verontreiniging bevatte. Het Hof heeft de vordering toegewezen. Daartoe heeft het overwogen dat voor industrieel vervaardigde zaken geldt dat naar verkeersopvattingen gebreken daaraan voor risico van de verkoper komen, ook als hij die gebreken kende noch behoorde te kennen. De Hoge Raad verwerpt het tegen dit oordeel gerichte cassatieberoep. Hij stelt voorop dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming (art. 7:17 jo. 6 :74 BW). Daar deze tekortkoming niet krachtens schuld, wet of rechtshandeling voor rekening van Oerlemans komt, heeft het Hof met juistheid overwogen dat de vraag of de tekortkoming aan Oerlemans moet worden toegerekend, moet worden beantwoord aan de hand van de in het verkeer geldende opvattingen (art. 6:75 BW). Vervolgens overweegt de Hoge Raad: De verkeersopvattingen brengen mee dat in een geval als het onderhavige een tekortkoming bestaande in een gebrek van een verkocht product in beginsel voor rekening van de verkoper komt, ook als deze het gebrek kende noch behoorde te kennen. Dit zal slechts anders kunnen zijn in geval van, door de verkoper zonodig te bewijzen, bijzondere omstandigheden. Het bestaan van dergelijke bijzondere omstandigheden, waarop in het onderhavige geval overigens geen beroep is gedaan, zal niet snel mogen worden aangenomen. M.A.M.C. van den Berg, De keuze tussen nakoming, schadevergoeding of ontbinding en de belangen van de debiteur, WPNR 6439 (2001), pp ; J.A.E. van der Does & G. Snijders, Overheidsprivaatrecht. Mon. Nieuw BW A-26, Kluwer, Deventer 2001; 4188 KATERN 80

3 A.S. Hartkamp, Verbintenissenrecht, deel II, algemene leer der overeenkomsten. Asser-serie deel 4-II, elfde druk, W.E.J. Tjeenk Willink, Deventer 2001; M.A. Loth, Dwingend en aanvullend recht. Mon. Nieuw BW A-19, Kluwer, Deventer 2000; H.J. Snijders, Het bereiken van een geadresseerde (per ), WPNR (2001); Themanummer E-commerce, WPNR 6443 (2001); R.P.J.L. Tjittes, Wat weet een organisatie? NTBR 2001, pp ; R.P.J.L. Tjittes, Ongeschreven zorgplichten van de schuldeiser jegens de aspirant-borg bij het aangaan van de overeenkomst van borgtocht WPNR 6442 (2001), pp Onrechtmatige daad en overige verbintenissen uit de wet Mr.drs. L. Reurich Jurisprudentie HR 6 april 2001, RvdW 2001, 73, verjaring, artikel 3:310 lid 1, interpretatie bekend zijn De asbestproblematiek heeft voor het verjaringsleerstuk enkele interessante ontwikkelingen gebracht. De wetgever heeft begin 2000 aan artikel 3:310 een vijfde lid toegevoegd voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden: dan geldt een verjaringstermijn van vijf jaar nadat de benadeelde bekend is geworden met de schade en de aansprakelijke persoon. In hetzelfde jaar besliste de Hoge Raad in HR 28 april 2000, NJ 2000, 430 dat een beroep op de absolute verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 2 onder omstandigheden in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 2). Thans ligt de vraag voor hoe artikel 3:310 lid 1 eveneens een verjaringstermijn van vijf jaar nadat de schade en de aansprakelijke persoon bekend zijn geworden moet worden uitgelegd. De feiten zijn als volgt. Vogel is pijpfitter. Tijdens zijn dienstverband bij Wilton Feijenoord tussen 1951 en 1973 is hij blootgesteld geweest aan asbest. Eind 1987 werd de ziekte mesothelioom geconstateerd, waaraan hij op 19 juli 1988 is overleden. De echtgenote van Vogel vordert in 1998 vergoeding van haar schade. Wilton Feijenoord verweert zich met de stelling dat de vordering op grond van artikel 3:310 lid 1 is verjaard omdat Vogel en haar echtgenote reeds in 1988 konden weten dat de mesothelioom door werkzaamheden op de werf van Wilton Feijenoord is veroorzaakt. Dit verweer wordt door de kantonrechter en rechtbank gehonoreerd. In cassatie draait het debat om de vraag hoe het criterium van bekend worden uit artikel 3:310 lid 1 moet worden opgevat: subjectief (Vogel) of objectief (Wilton Feijenoord). Deze kwestie brengt de Hoge Raad tot twee algemene overwegingen. De Raad formuleert een regel in een zogenaamde vooropstelling ; vervolgens geeft hij in een aantekening de verhouding tussen de maatstaf van lid 1 en die van het nieuwe lid 5: Bij de beoordeling van het onderdeel moet het volgende worden vooropgesteld. Voor zover hier van belang bepaalt art. 3:310 lid 1 BW dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade verjaart door verloop van vijf jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Aangenomen moet worden dat, mede gelet op de tekst van deze bepaling, het criterium bekend is geworden subjectief moet worden opgevat. Het komt er dus op aan dat degene die zich op voormelde verjaringstermijn beroept, stelt en zonodig bewijst dat de benadeelde daadwerkelijk bekend was met de schade en met de daarvoor aansprakelijke persoon. Dat neemt evenwel niet weg dat de rechter, indien de benadeelde zulks betwist, die bekendheid zal kunnen afleiden uit bepaalde ten processe gebleken feiten en omstandigheden. Aantekening verdient dat, voor zover in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel en in het door de Tweede Kamer aanvaarde lid 5 van art. 3:310 wordt uitgegaan van de opvatting dat de daarin gebezigde maatstaf volgens welke de benadeelde met het bestaan van de schade en de aansprakelijke persoon bekend was of redelijkerwijs bekend behoorde te zijn, niet afwijkt van de in lid 1 van dit artikel neergelegde maatstaf, deze opvatting blijkens hetgeen hiervoor is overwogen niet juist is. Volgt vernietiging en verwijzing. HR 20 april 2001, RvdW 2001, 88 (Akzo Nobel/Staat); bodemverontreiniging, kosten sanering, artikel 75 lid 6 Wbb; relativiteit Deze zaak draait om het verhaal van door de overheid gemaakte saneringskosten op de vervuiler van bedrijfsterreinen. De Hoge Raad bepaalde eerder dat verhaal van saneringskosten (ex art. 21 van de Interimwet Bodemsanering) alleen mogelijk is indien door de vervuiler jegens de overheid een onrechtmatige daad is gepleegd; de vordering bleek telkenmale op het ontbreken KATERN

4 van de relativiteit te stranden (zie onder meer: HR 5 oktober 1990, NJ 1991, 251). Vervolgens heeft de overheid met een nieuwe regeling de Wet bodembescherming (Wbb) het relativiteitsvereiste beoogd in te perken: indien de vervuiler de ernstige gevaren van de bewuste stoffen heeft gekend terwijl hij zich ernstig verwijtbaar niet van de verontreiniging heeft onthouden, kunnen de saneringskosten op de vervuiler worden verhaald, ook al heeft hij niet jegens de overheid onrechtmatig gehandeld (art. 75 lid 6 Wbb). In onderhavige zaak staat de interpretatie van beide termen centraal. Op een fabrieksterrein van Akzo Nobel Chemicals BV in Hengelo bevindt zich een berg van de zeer giftige stof HCH, dat wordt gebruikt in verband met de produktie van insekticide. In 1954 wordt een deel van deze stof door Akzo verkocht; in 1975 wordt het restant afgevoerd naar een stortplaats in Duitsland. Als op verschillende plaatsen in de omgeving van Hengelo HCH wordt aangetroffen, gaat de overheid over tot sanering. Vervolgens tracht zij de saneringskosten op Akzo te verhalen. In cassatie spitst de zaak zich toe op de vraag hoe artikel 75 lid 6 Wbb moet worden geïnterpreteerd. In een vooropstelling waarin uitvoerig naar de parlementaire behandeling van deze bepaling wordt verwezen, oordeelt de Hoge Raad als volgt: Aangenomen moet worden dat (...) met ernstig(e) verwijtbaar(heid) een schuldgradatie wordt aangeduid, waarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat slechts aansprakelijkheid bestaat als opzettelijk of bewust roekeloos is gehandeld. Daarbij moet het derhalve gaan om gevallen waarin ondanks het bestaan van redelijkerwijs toepasbare alternatieven willens en wetens of met grove onverschilligheid ten aanzien van de gevolgen, kort gezegd, stoffen op of in de bodem zijn gebracht die tot verontreiniging hebben geleid. ( ) In aanmerking genomen dat deze bepaling deel uitmaakt van een wet die tot strekking heeft de bodem te beschermen, en onderdeel is van een regeling betreffende verhaal van kosten van onderzoek en sanering in geval van bodemverontreiniging, moet, mede gelet op haar formulering, worden aangenomen dat met ernstige gevaren niet wordt gedoeld op gevaren die in het algemeen aan een stof zijn verbonden, maar uitsluitend op de gevaren die voor mens en milieu bestaan wanneer deze stof op of in de bodem is gebracht. Volgt vernietiging en verwijzing. HR 4 mei 2001, RvdW, 2001, 99; verkeersaansprakelijkheid, overeenkomstige toepassing artikel 31 WvW (oud)/artikel 185 WVW en zg. 50% en 100%-regel Op 16 december 1993 botst de 16-jarige Maalsté met zijn bromfiets op een fietser die hem, aan de verkeerde zijde van de weg, tegemoet rijdt. Het is donker, de weersomstandigheden zijn slecht, de fietser voert geen verlichting. Het ongeval vindt plaats op de Holterweg dat aan beide zijden fietspaden heeft die door een doorgetrokken streep van de rijbaan worden gescheiden. Maalsté loopt (deels blijvend) letsel op en wordt deels arbeidsongeschikt verklaard; de fietser Chan blijft ongedeerd. Maalsté is voor deze schade niet (volledig) verzekerd; Chan is verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid. Maalsté vordert een verklaring voor recht dat Chan jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld in de zin van artikel 6:162. Chan verweert zich met de stelling dat hij op grond van de reflexwerking van artikel 31 WVW (oud) en de in het kader van de billijkheidscorrectie van artikel 6:101, fine ontwikkelde 50%-regel niet meer dan de helft van zijn schade hoeft te vergoeden. Dit argument wordt door Rechtbank en Hof niet gehonoreerd. In cassatie spitst de zaak zich toe op de vraag of genoemde regels, ter bescherming van zwakke verkeersnemers, van (overeenkomstige) toepassing zijn in het geval de sterke verkeersdeelnemer schade lijdt hetzij letselschade, hetzij zaaksschade aan het rijtuig en waarvoor de voetganger/fietser kan worden aangesproken. Na een uitvoerige schets van de ontstaansgeschiedenis en achtergrond van de 50%-regel, vergelijkt de Raad de gevallen waarbij het gaat om de bescherming van kwetsbare groepen verkeersdeelnemers, met het onderhavig geval, en oordeelt aldus: Met name de afweging van de persoonlijke en maatschappelijke belangen die zijn betrokken bij het geval dat aan de bestuurder letselschade is toegebracht, zal veelal tot een geheel andere uitkomst kunnen leiden dan waartoe de 100% en de 50%-regel nopen. Overeenkomstige toepassing van deze regels in zodanige gevallen lijkt niet op breed maatschappelijk draagvlak te kunnen rekenen, zeker als het gaat om letselschade van de bestuurder van het motorrijtuig waartegen deze niet is verzekerd, terwijl de aansprakelijkheidsverzekering van de voetganger/fietser die schade wel dekt. Derhalve zal steeds van geval tot geval eerst de door art. 6:101 lid 1 geëiste causaliteitsafweging moeten worden gemaakt, waarna de in dat artikel opgenomen billijkheidscorrectie aan de orde kan komen. Bij de beantwoording van de vraag of de billijkheid gelet op de 4190 KATERN 80

5 persoonlijke en maatschappelijke belangen die bij het gegeven geval zijn betrokken een andere verdeling eist, moet rekening worden gehouden met de ernst en de mate van verwijtbaarheid van de over en weer gemaakte fouten en met alle omstandigheden van het geval, waaronder het al dan niet verzekerd zijn, van de eigenaar/bestuurder en de aansprakelijk gestelde fietser/voetganger. Reeds uit het oogpunt van zo eenvoudig mogelijke hantering van het systeem moet worden geoordeeld dat voor overeenkomstige toepassing van de 100% en de 50%-regel ook geen plaats is bij zaaksschade. Daarbij verdient wel aantekening dat in het kader van de billijkheidscorrectie kan meewegen dat het bij zaaksschade gaat om een soort van schade waarbij aan het persoonlijk belang van de eigenaar een geheel ander gewicht kan worden toegekend dan bij letselschade en tevens dat de eigenaar die zich niet tegen cascoschade heeft verzekerd veelal bewust voor niet-verzekeren daarvan zal hebben gekozen. Volgt verwerping van het beroep. J.A.E. van der Does & G. Snijders, Overheidsprivaatrecht. Mon. Nieuw BW A-26, Kluwer, Deventer 2001; S.E. Bartels & J.M. Milo (red.), Open normen in het goederenrecht. Boom juridische uitgevers, Den Haag 2000; A.S. Hartkamp, Ongerechtvaardigde verrijking naast overeenkomst en onrechtmatige daad (inaug. rede Amsterdam UvA), WPNR (2001), pp resp , met een reactie van G.E. van Maanen in WPNR 6446 (2001), pp ; R.P.J.L. Tjittes, Wat weet een organisatie. NTBR 2001, pp ; J.H. Nieuwenhuis, De dag verga, waarop ik geboren werd. RM Themis 2001, pp ; P. Abas, Rechtelijke matiging van schulden. Mon. Nieuw BW A-16, Kluwer, Deventer 2001; H.C.F. Schoordijk, Wrongful life vanuit rechtsvergelijkend perspectief. NTBR 2001, pp Goederenrecht Mr. R.M.Ch.M. Koot Jurisprudentie HR 13 april 2001, NJ 2001, 326 (Braat/Ros): koop onroerende zaak, uitsluiting bevoegdheid ontbinding en vernietiging, rechtstoestand registergoed In juli 1992 heeft Braat bij een en dezelfde overeenkomst zijn bedrijfspand verhuurd en de daarin geëxploiteerde onderneming overgedragen aan Ros. Deze overeenkomst bevatte een koopoptie met betrekking tot het bedrijfspand ten behoeve van Ros. In juni 1996 heeft Ros aan Braat medegedeeld gebruik te willen maken van de koopoptie. Vervolgens heeft een door Ros daartoe in de arm genomen notaris een concept leveringsakte opgesteld met daarin opgenomen een zogenaamde uitsluitingsclausule luidende: Partijen doen over en weer afstand van het recht op grond van enige wettelijke bepaling de ontbinding of vernietiging van deze overeenkomsten te vorderen. Braat heeft deze clausule niet geaccepteerd. Daarop heeft Ros in kort geding gevorderd dat Braat zal worden veroordeeld mee te werken aan levering van het bedrijfspand. Nadat de President in kort geding partijen had gelast over te gaan tot levering heeft het hof het vonnis in zoverre vernietigd dat Braat werd veroordeeld tot rectificatie van de leveringsakte in die zin dat daarin de uitsluitingsclausule zal worden opgenomen omdat dit volgens het hof van groot belang is voor de zekerheid van de rechtstoestand van registergoederen. Laatstgenoemd oordeel geeft volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Opneming van een uitsluitingsclausule was vooral onder het oude recht (dat wil zeggen het recht van vóór 1 januari 1992) van belang vanwege het feit dat ontbinding terugwerkende kracht had (art lid 1 jo art lid 1 BW oud) en daarmee goederenrechtelijke werking. Dit had tot gevolg dat door het ontbreken van een geldige titel de overdracht ongeldig werd (causaal stelsel), en het goed terugviel in het vermogen van de vervreemder. Laatstgenoemde kon deze ongeldigheid tegenwerpen aan derden die het goed door levering hadden verkregen. Hierdoor kon onzekerheid met betrekking tot de rechtstoestand van het register- KATERN

6 goed ontstaan die door opneming van de uitsluitingsclausule kon worden voorkomen. Voor het huidig recht echter, bepaalt artikel 6:269 BW dat aan ontbinding geen terugwerkende kracht toekomt en derhalve geen goederenrechtelijke werking zodat bovengenoemde onzekerheid zich niet meer voordoet. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat met betrekking tot vernietiging bovengenoemd betoog in zoverre anders ligt dat hieraan wel terugwerkende kracht toekomt (art. 3:53 lid 1 BW), maar door artikel 3:88 BW grotendeels wordt voorkomen dat de goederenrechtelijke werking daarvan aan derden kan worden tegengeworpen zodat ook hier onzekerheid over de rechtstoestand van het registergoed in vergaande mate wordt voorkomen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en bekrachtigt het vonnis van de President, doch dit laatste met schrapping van de uitsluitingsclausule conform de conclusie OM. F.H.J. Mijnssen, P. de Haan, C.C. van Dam, Algemeen goederenrecht. Asser-serie deel 3-I, veertiende druk, Tjeenk Willink, Deventer 2001; S.E. Bartels en J.M. Milo (red.), Open normen in het goederenrecht. Boom juridische uitgevers, Den Haag 2000; M.J.A. van Mourik, Gemeenschap. Mon. Nieuw BW B-9, vierde druk, Kluwer, Deventer 2001; A.F. Salomons, Art. 25 Wet op het Notarisambt en de bijzondere notariële kwaliteitsrekening (HR 12 januari 2001, RvdW 2001, 29). WPNR 6442 (2001), pp Huwelijksvermogens- en erfrecht Mr. W.C. Scharp, mr. P.C. van Es Wetgeving Stb. 2001, 275: Wet van 31 mei 2001 tot wijziging van de titels 6 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (rechten en plichten echtgenoten en geregistreerde partners); Stb. 2001, 197: Besluit van 23 april 2001, houdende wijziging van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 (wijziging van het tijdstip van eindiging scheiding van tafel en bed), alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de Wet van 13 december 2001 (Stb. 2001, 11); TK , 27021, nr. 4: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, tweede gedeelte (nadere wijz. Boek 4); Verslag; TK , 27021, nr. 5: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, tweede gedeelte (nadere wijz. Boek 4); Nota n.a.v. het verslag; TK , 27021, nr. 6: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, tweede gedeelte (nadere wijz. Boek 4); Nota van wijziging; EK , 26822, nr. 297: Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, derde gedeelte (Overgangsrecht); Gewijzigd voorstel van wet; TK , 27245, nr. 4: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, vierde gedeelte (aanpassing aan nieuwe erfrecht en schenkingsrecht); Verslag; TK , 27245, nr. 5: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, vierde gedeelte (aanpassing aan nieuwe erfrecht en schenkingsrecht); Nota n.a.v. het verslag; TK , 27245, nr. 6: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, vierde gedeelte (aanpassing aan nieuwe erfrecht en schenkingsrecht); Nota van wijziging; TK , 17213, nr. 8: Vaststelling van Titel 7.3 (Schenking); Derde nota van wijziging. K. Boele-Woelki (red.), Algehele gemeenschap van goederen: afschaffen!? Ars Notariatus deel 107, Kluwer, Deventer 2001; E.A.A. Luijten, Amsterdams verrekenbeding in eindronde; Mijlpaal in huwelijksvermogensrecht. Adv.bl. 2001, pp ; M.J.A. van Mourik, Periodiek verrekenbeding en BV-aandelen; twee HR-arresten!. WPNR 6440 (2001), pp ; A.C. van Schaick en H.C.F. Schoordijk, Rechten en verplichtingen van schenker en begiftigde. WPNR 6445 (2001), pp ; L.C.A. Verstappen, Boekbeschouwing: E.W.J. Ebben, De positie van de langstlevende echtgenoot en kinderen in het nieuwe erfrecht (Diss. VU Amsterdam). RM Themis 2001, pp KATERN 80

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren

RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN. I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren RISICO-AANSPRAKELIJKHEDEN BIJ PAARDEN I. Risico-aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door dieren In de Nederlandse wet is een aantal risico-aansprakelijkheden opgenomen, waaronder voor dieren. De

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen...

NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn. 100%- en 50-% regel? Eigen... NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/... pagina 1 van 26 NJ 2002, 214, Verkeersaansprakelijkheid. Reflexwerking van art. 31 (oud) WVW/art. 185 WVW en van de zgn.

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Aansprakelijkheid voor Gemeenschapsschulden na ontbinding en verjaring

Aansprakelijkheid voor Gemeenschapsschulden na ontbinding en verjaring Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Aansprakelijkheid voor Gemeenschapsschulden na ontbinding en verjaring A.J.M. Nuytinck Published in WPNR 2010, 6851, p. 582-584 Prof. mr. A.J.M.

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 824 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden. Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD Aruba, 8 februari 2018 1. INLEIDING Op 2 februari 2018 heeft de Hoge Raad der Nederlanden een belangrijk arrest gewezen over de vraag of, en zo

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.3660 (105.02) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF2831

ECLI:NL:HR:2003:AF2831 ECLI:NL:HR:2003:AF2831 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2003 Datum publicatie 04-04-2003 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C01/186HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF2831

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging. Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging. Nadat klagers hun opdracht tot dienstverlening bij verkoop van hun woning resp. perceel grond hadden ingetrokken, is onenigheid ontstaan over de door hun

Nadere informatie

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari

Nadere informatie

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998,

Inleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998, W. Dijkshoorn & S.D. Lindenbergh, Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld. HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789 (Manege Bergemo), Maandblad voor Vermogensrecht 2007, p. 252-256. Buitengerechtelijke

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management

Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Algemene Voorwaarden het Perspectief, financieel & strategisch management Artikel 1 Definities 1. In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij

Nadere informatie

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Een aantekening bij HR 1 februari 2008, LJN: BB9781 A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.

Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer M. van der Bijl wonende te Amstelveen verder te noemen: Van der Bijl tegen: mevrouw E.A. Rozendaal

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Linkedintoresults B.V., tevens handelend onder de namen Linkedintoresults en LI2R, gevestigd en kantoorhoudende te, aan

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM Bedingen die van toepassing zijn op de verkoop van alle onroerende zaken. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 :

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 212 Wijziging van de Wet op het notarisambt (Reparatiewet Wet op het notarisambt) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 maart 2004 Ea Het voorstel

Nadere informatie

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 9.00-11.00 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemeen

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemeen ALGEMENE VOORWAARDEN Algemeen 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes en overeenkomsten met Artishock events & marketing B.V.. Afwijkingen van deze voorwaarden zijn uitsluitend bindend,

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 809 Aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,

Nadere informatie

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen? Feiten In 2007 vindt een ongeval plaats tussen twee auto s. De ene wordt

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410 ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0410 Instantie Datum uitspraak 22-03-2012 Datum publicatie 30-03-2012 Zaaknummer 799419 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:HR:2015:2191 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2015:2191 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-08-2015 Datum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW

De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW HIP 2014(7) 210 Art. - De verhouding tussen artikel 7:204 e.v. BW en artikel 6:174 BW Publicatie Tijdschrift Huurrecht in Praktijk Aflevering 6 afl. 7 Publicatiedatum 28 november 2014 Auteurs Scheeper,

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018

Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Verjaring in het verzekeringsrecht ACIS 2 november 2018 Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Verjaring (1) Art. 7:942 lid 1 BW gaat voor een vordering tegen de verzekeraar

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85761

Nadere informatie

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie