De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten"

Transcriptie

1 De invloed van het Financieel Toetsingskader op de financiële markten Hoofdstuktitel De invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) is voor veel pensioenfondsen in Nederland aanleiding het bestaande beleggingsbeleid tegen het licht te houden. Ook in andere landen passen instellingen hun beleggingsbeleid aan als gevolg van veranderende verslagleggingsregels en nieuwe toezichtregimes. Deze aanpassingen beïnvloeden de financiële markten. Voor de pensioenfondsen is vooral van belang dat door de nieuwe regels het verschil in looptijden tussen de beleggingen en verplichtingen zichtbaar wordt en dat hieruit solvabiliteitseisen volgen. Om dit verschil te reduceren stijgt de vraag naar langlopende obligaties. De extra vraag heeft effect op de Europese financiële markten en zorgt voor een neerwaartse invloed op de lange rentes. Het is moeilijk aan te geven hoeveel tot nu toe de invloed van aankopen van Nederlandse pensioenfondsen is geweest, omdat de aanpassingen van instellingen in andere landen vaak in dezelfde richting bewogen. Daarnaast hebben overheden gereageerd door meer langlopende obligaties aan te bieden, waardoor de daling van de lange rentes gedeeltelijk werd gecompenseerd. DNB / Kwartaalbericht Maand

2 Inleiding De solvabiliteitsregels voor pensioenfondsen veranderen met de invoering van het Financieel Toetsing Kader (ftk), dat per 1 januari 2006 zal worden ingevoerd. Mede om de overgang soepel te laten verlopen kunnen pensioenfondsen nu reeds kiezen voor een overgangsregime. Op dit moment maakt een aantal pensioenfondsen gebruik van deze optie. Door het ftk worden risico s in de pensioenbalans op een consistente wijze zichtbaar gemaakt en worden eisen gesteld aan het eigen vermogen in relatie tot het totale risico. Als gevolg hiervan vinden er aanpassingen plaats in de beleggingsportefeuilles om bepaalde risico s in de balans te verminderen. De omvang van de Nederlandse pensioenfondsen, zelfs in een Europese context, maakt dat de aanpassingen bepaalde segmenten van de financiële markten beïnvloeden. Dit artikel gaat over de mogelijk acties van pensioenfondsen in termen van het aanpassen van hun vermogensbeheer en de gevolgen van deze aanpassingen voor de financiële markten. Nieuwe regelgeving Sinds een aantal jaar is wereldwijd een proces aan de gang om de boekhoudregels aan te passen zodat beleggers en andere belanghebbenden beter in staat zijn de financiële risico s van een onderneming te beoordelen. Dit proces kwam in een stroomversnelling door een reeks incidenten in de afgelopen jaren (Enron, Ahold, Parmalat etc.) waarbij bleek dat, naast fraude, bepaalde boekhoudkundige regels het mogelijk maakten resultaten zodanig te beïnvloeden dat beleggers geen waarheidsgetrouw beeld hadden van de actuele situatie van het bedrijf. De roep om meer transparantie groeide. 1 Een belangrijke verandering in de boekhoudkundige regels is dat de waardering van de balansposten beweegt naar een waardering op marktwaarden. Zowel het Amerikaanse systeem (us gaap) als het door de eu en veel andere landen sinds januari 2005 gebruikte ifrs maakt al in hoge mate gebruik van waarderingen op marktwaarden. Voor bedrijven is het onder andere van belang dat volgens de nieuwe boekhoudregels de (toekomstige) verplichtingen van het pensioenfonds invloed hebben op de eigen balans. Dit betekent dat als een bedrijf een pensioenfonds voor zijn werknemers heeft waarbij verwacht wordt dat er in de toekomst een tekort zal ontstaan, er een voorziening op de balans moet worden opgenomen. Een andere belangrijke ontwikkeling is de snelle vooruitgang van risicomanagementsystemen bij banken en institutionele beleggers, waardoor balansen meer dan vroeger in termen van risico worden gestuurd. Daar komt de enorme ontwikkeling van de financiële markten bij waardoor het steeds beter mogelijk is om bepaalde risico s af te dekken. Om beter bij de huidige praktijk aan te sluiten worden toezichtregels op vele gebieden gemoderniseerd. Banken en bancaire conglomeraten zullen over ongeveer twee jaar moeten voldoen aan het nieuwe Bazelse kapitaalakkoord (Bazel ii): de wereldwijde standaard voor toezichtregels voor banken. Hierbij worden risicobeperkende maatregelen meegewogen bij het beoordelen van de risico s van de instelling. Tevens is er een mogelijkheid om, na goedkeuring van de toezichthouder, gebruik te maken van eigen interne risicomanagementsystemen voor het bepalen van de solvabiliteitseisen. Het Nederlandse ftk voor pensioenfondsen past precies in beide ontwikkelingen. Onder deze nieuwe toezichtsregels worden alle balansposten, dus beleggingen en verplichtingen, tegen marktwaarde gewaardeerd. Onder de oude regels werden de verplichtingen tegen een vaste rekenrente van 4% verdisconteerd. Daarnaast stuurt het ftk meer op risicoparameters dan het oude systeem, in overeenstemming met de ontwikkelingen van Bazel ii. Pensioenfondsen hebben vrijheid in hun beleggingsbeleid. Daarbij geldt wel dat het risicoprofiel van het fonds in beginsel in overeenstemming moet zijn met de aanwezige buffers. De minimumeis die wordt gesteld is dat de actuele waarde van de activa altijd tenminste 105% van de actuele waarde van de verplichtingen moet bedragen. Kunnen fondsen hier niet aan voldoen, dan hebben zij één jaar de tijd om met beleidsmaatregelen de onderdekking ongedaan te maken. Daarnaast wordt door middel van een stresstest, de zogenoemde solvabiliteitstoets, gekeken naar de vraag wat verschillende stress-scenario s voor financiële consequenties hebben voor het fonds. Uit deze scenario s volgt wat het vereist eigen vermogen en dus de vereiste dekkingsgraad van het pensioenfonds is. Is de feitelijke dekkingsgraad te laag, dan is er een dermate hoog gevaar voor onderdekking dat er door het fonds aanpassingen moeten worden uitgevoerd. Hiervoor heeft een pensioenfonds maximaal vijftien jaar de tijd. Ten slotte wordt er periodiek een continuïteitsanalyse uitgevoerd waarbij naast de omvang van het eigen vermogen ook wordt gekeken naar de beheersings- en bijsturingsmechanismen en het strategisch beleid van een pensioenfonds. Net als bij Bazel ii voor banken, is het mogelijk om gebruik te maken van een, door dnb goedgekeurd, intern model. Dit is dan toegespitst op de specifieke situatie van het pensioenfonds. 62 DNB / Kwartaalbericht Juni 2005

3 Het grote voordeel van het ftk is dat beleggingen en verplichtingen op eenzelfde manier worden behandeld. Hierdoor zijn er niet langer stille reserves die tegenover niet geheel duidelijk gekwantificeerde risico s en verplichtingen staan. Ook situaties van een tekort worden direct opgemerkt. Hierdoor ontstaat een beter beeld van de financiële gezondheid van de instelling. 2 Resultaat nieuwe regels Bij toepassing van de nieuwe waarderingsregels zoals ifrs bleek dat wereldwijd er behoorlijk wat pensioenfondsen, verzekeraars en andere institutionele beleggers een looptijdonevenwichtigheid hebben. Veel van deze instellingen hebben verplichtingen met een lange looptijd. Daardoor zijn deze verplichtingen zeer gevoelig voor veranderingen van de rente. In de huidige praktijk staan tegenover deze langlopende verplichtingen vermogenstitels, meestal aandelen en obligaties, die minder rentegevoelig zijn dan de verplichtingen. Dit wordt ook wel het duration-gat (duration = rentegevoeligheid) genoemd. Dit verschil betekent dat als de rente daalt de verplichtingen sneller in waarde stijgen dan de vorderingen, met als gevolg dat de dekkingsgraad van de instelling afneemt. Ook zonder een waardering op marktwaarde zaten deze risico s in de balans, maar waren de risico s verborgen in de waardering van de verplichtingen die meestal tegen een vaste rente werden gewaardeerd en dus niet reageerden op veranderingen van de rentes. Interessant is dat door de nieuwe waarderingsmethode het effect van een renteverandering voor instellingen met langlopende verplichtingen wordt omgedraaid. Bij een vaste rekenrente voor de verplichtingen is een rentedaling gunstig: de obligatieportefeuille neemt door de rentedaling immers in waarde toe (het effect op aandelen is niet eenduidig), terwijl de waarde van de verplichtingen gelijk blijft. Bij waardering op marktwaarde heeft een rentedaling juist nadelige gevolgen voor de dekkingsgraad van de instelling. Daarnaast neemt de invloed van de rente op de dekkingsgraad toe omdat niet alleen de waarde van de activa fluctueert bij renteveranderingen, maar ook de gehele passiva zijde. Ook maken de nieuwe boekhoudregels verplichtingen die voortvloeien uit bepaalde garanties zichtbaar. Deze garanties zijn vaak verplichtingen die de vorm hebben van opties. De waarde van deze opties wordt onder de nieuwe boekhoudregels meegenomen en beïnvloedt daarmee de vermogenspositie van het bedrijf of instelling. Bijvoorbeeld een spaarproduct waarbij wordt gegarandeerd dat de minimale opbrengst 4% is, is vergelijkbaar met een obligatieportefeuille in combinatie met een geschreven put (de verplichting om iets te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs) op de rente met een uitoefenprijs van 4%. De waarde van deze optie moet als een verplichting op de balans worden opgenomen. Alle instellingen die onder ifrs-boekhoudregels rapporteren hebben hier sinds januari van dit jaar mee te maken. Een andere vorm van garanties kan zijn dat uitkeringen worden gecompenseerd voor inflatie-ontwikkelingen. Hierbij wordt risico gelopen op een hogere dan de verwachte inflatie. In het ftk wordt gekeken of sprake is van aanspraken die gegarandeerde inflatiecompensatie kennen of dat er slechts inflatiecompensatie wordt gegeven indien het fonds voldoende rendement heeft behaald. Bij gegarandeerde inflatiecompensatie moet een fonds voldoende buffers hebben om deze afspraak na te kunnen komen. Ondanks het feit dat risico s als looptijdmismatch en afgegeven garanties al in de balansen van instellingen en bedrijven zaten en de nieuwe boekhoudregels de risico s alleen maar zichtbaar maken, zijn er toch reacties te zien als gevolg van deze verbeterde trans parantie. Mogelijke redenen hiervoor zijn de volgende. Ten eerste zorgt het zichtbaar maken van risico s aan de buitenwereld voor een druk van de belanghebbenden op instellingen om uit te leggen waarom deze risico s worden genomen. Ten tweede zorgt het expliciet kwantificeren van mogelijke verplichtingen voor een hoger bewustzijn van de kosten. Ten derde wordt door de nieuwe toezichtsregels meer rekening gehouden met risico-reductiemogelijkheden. Het afdekken van risico s kan in termen van de opgelegde solvabiliteitseisen lonend zijn. Als we naar de Nederlandse pensioenfondsen onder het ftk kijken, blijkt dat de meeste pensioenfondsen een forse looptijdonevenwichtigheid hebben. De verplichtingen hebben veelal een looptijd van rond de vijftien jaar, terwijl de looptijd van de obligatieportefeuille in veel gevallen slechts vijf jaar bedraagt. Tegelijkertijd blijkt dat op dit moment slechts een zeer klein aantal fondsen niet aan de minimumeisen voldoet (in onderdekking is), maar dat een grotere groep een reservetekort kent. Deze fondsen hebben te maken met meerjarige herstelplannen tot een maximum van vijftien jaar (deze periode geldt alleen voor die fondsen die onder het overgangsregime werken). Het aantal pensioenfondsen dat op dit moment een harde garantie heeft afgegeven voor inflatiecompensatie van pensioenaanspraken is op dit moment zeer klein (zie ook het artikel: Nieuw inzicht in koopkrachtbescherming van de oudedagsvoorziening elders in dit Kwartaalbericht). DNB / Kwartaalbericht Juni

4 Acties financiële marktpartijen Zowel de veranderingen in de boekhoudmethode als de nadruk op goed risicobeheer hebben gevolgen voor de beleggingsstrategieën van de pensioenfondsen, verzekeraars en andere institutionele beleggers. De meeste aandacht gaat uit naar het hiervoor beschreven looptijdenverschil tussen activa en passiva, het duration-gat. Instellingen zullen het waarschijnlijk onwenselijk achten dat het duration-gat grote uitslagen in hun dekkingsgraad veroorzaakt als gevolg van veranderingen van het niveau van de rentes. Bovendien betekent dit dat het duration-gat tot een aanzienlijk solvabiliteitsbeslag leidt. Tegenover de risico s die deze positie met zich brengt moet immers een buffer staan om mogelijke verliezen op te vangen. Ten slotte leidt de invoering van de nieuwe boekhoudregels, waarin onder andere mogelijke (toekomstige) tekorten van de pensioenfondsen moeten worden meegenomen op de balans van de sponsors (de bedrijven die de premies betalen), waarschijnlijk tot de wens van de sponsor om de rendementen van zijn pensioenfonds niet te volatiel te laten zijn. Anders worden de resultaten van het bedrijf mogelijk meer bepaald door de rendementen behaald op de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds dan door de bedrijfsactiviteiten, iets wat beleggers over het algemeen niet wenselijk achten. Als gevolg hiervan houden de pensioenfondsen het bestaande beleggingsbeleid nog eens tegen het licht. Afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad, het indexatiebeleid en de actuele rente zullen sommige fondsen obligaties met een langere looptijd willen bijkopen of hebben al bijgekocht om de looptijdonevenwichtigheid te verminderen. Een andere manier om het duration-gat te verkleinen is met derivaten zoals renteswaps, rente-futures en opties op swaps (ook wel swaptions genaamd). Het aantrekkelijke van opties is dat deze asymmetrisch werken: een put-optie (het recht om een vermogenstitel tegen een bepaalde waarde te verkopen) wordt alleen meer waard bij een daling van de onderliggende vermogenstitel. Een call-optie (het recht om een bepaalde vermogenstitel tegen een vooraf bepaalde prijs te kopen) wordt alleen meer waard bij een stijging van de prijs van de onderliggende waarde. Deze asymmetrie komt overeen met de risico s die instellingen lopen met een duration-gat: een rentedaling is nadelig voor de dekkingsgraad, maar een stijging van de rentes zorgt voor een verbetering van de dekkingsgraad. Het kopen van producten die lijken op put-opties op rentes is een mogelijke maatregel om het risico van een rentedaling te verminderen. Een nadeel van optieconstructies kunnen de kosten zijn. Een methode die vaak gebruikt wordt om de kosten van deze constructies te verminderen is het zetten van de uitoefenprijs beneden de huidige marktprijs (out-of-the-money) of de verkoop van andere opties op een ander niveau (een collar-constructie). Een aantal pensioenfondsen maakt gebruik van opties. Een tweede aandachtspunt zijn financiële producten die een bescherming tegen inflatie bieden. Als pensioenfondsen of andere instellingen indexatieverplichtingen hebben of de ambitie hebben inflatiecompensatie te bieden, kunnen producten worden gekocht die de deelnemers bescherming bieden tegen inflatie. In de afgelopen jaren zijn nieuwe producten ontwikkeld die deze eigenschap hebben. Hierbij moet worden gedacht aan inflation-linked obligaties. Dit zijn obligaties die een reële rente uitkeren plus een vergoeding voor de werkelijke inflatie en dus de koper beschermen tegen het risico van hogere inflatie. Deze worden onder meer uitgegeven door de overheden van Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De Nederlandse overheid geeft vooralsnog geen inflationlinked obligaties uit. Daarnaast worden door banken nog inflation-linked structured products verkocht. Dit zijn speciale financiële constructies die ook het inflatierisico verminderen. De invloed van de nieuwe boekhoudregels en het ftk op andere vermogenstitels is moeilijk in te schatten. De waardering op actuele waarden zorgt voor een grotere volatiliteit in de solvabiliteit en dekkingsgraad van instellingen. Onder het ftk zal zonder aanpassingen een belangrijk deel van het beschikbare risicobudget moeten worden gebruikt voor het duration-gat. Dit heeft als gevolg dat dit deel van het risicobudget niet kan worden aangewend om risicovolle posities in andere vermogenstitels te nemen. Pensioenfondsen met een lage dekkingsgraad zullen waarschijnlijk minder mogelijkheden hebben om èn een hoog duration-gat èn veel risicoposities in andere vermogenscategorieën te handhaven, aangezien dan de risico s op de balans de noodzakelijke buffers zullen overstijgen. Gevolgen voor financiële markten Het grootste effect van de wereldwijde ontwikkelingen waarbij instellingen hun duration-gat proberen te verminderen zal zijn op de lange rente, aangezien voor het verminderen van het duration-gat obligaties met een lange looptijd worden aangekocht. Het is echter moeilijk om bepaalde koersbewegingen toe te schrijven aan 64 DNB / Kwartaalbericht Juni 2005

5 aankopen van Nederlandse partijen aangezien veel partijen in het buitenland ook looptijdonevenwichtigheden kennen (bijvoorbeeld uit Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk en de Verenigde Staten) die zij proberen te reduceren. Daarnaast proberen speculatieve partijen, zoals hedge funds, te anticiperen op de mogelijke aankooporders en nemen hierop posities in. Het innemen van deze posities zelf zorgt al voor een beweging in de markt. Beïnvloeding van de rente vindt plaats om twee redenen: te veel orders in een korte periode in een bepaald segment van de rentecurve of een structurele verandering van vraag en aanbod. De eerste reden trad eind 2001 op toen Deense pensioenfondsen massaal hun neerwaartse renterisico gingen afdekken. Deze afdekkingen werden met name gedaan in de Europese markten omdat de Deense markt voor deze fondsen vaak te klein is. Desondanks waren ook in de grote Europese markt de effecten zichtbaar. Zowel de Europese lange rentes (daling van bijna 1%-punt) als de optiepremies op lange rentecontracten (stijging bijna 30%) lieten in een periode van maar drie weken een forse beweging zien. De kans dat door een concentratie van orders rentes significant gaan dalen als gevolg van aanpassingen in de portefeuilles van pensioenfondsen onder het ftk lijkt klein te zijn. Ten eerste was er in Denemarken een situatie waarin plotseling een aantal pensioenfondsen tegelijk de markt in moest om in een korte tijd geforceerd aankopen te doen. Het ftk is al in een vroegtijdig stadium met de pensioenfondsen besproken en er is een overgangsregime zodat pensioenfondsen geleidelijk kunnen overstappen op het ftk. Daarnaast is er voor pensioenfondsen met een reservetekort onder het nieuwe regime een periode van 15 jaar om weer voldoende buffers op te bouwen, wat ook mogelijkheden biedt om aanpassingen door de tijd heen te spreiden. Een tweede reden voor de forse reactie van de markten destijds was de verrassing over de omvang over de duration-gaten van de Deense pensioenfondsen. Ook deze situatie lijkt niet van toepassing: bijna alle grote financiële instellingen hebben analistenrapporten over het ftk en de looptijdonevenwichtigheid van de Nederlandse pensioenfondsen geschreven, waardoor de kans dat er op dit gebied een verrassing komt klein is. Enige tegenargument is de omvang van de Nederlandse pensioenfondsen die ongeveer vier keer zo groot zijn als de Deense pensioenfondsen. Een tweede reden voor een beïnvloeding van de rentes is een structurele verandering tussen vraag en aanbod naar obligaties en de daaraan gerelateerde derivaten. Obligaties Aangezien het benodigde volume aan lange obligaties om een deel van het duration-gat te dichten groot is in verhouding tot de omvang van de markt treedt een rentedrukkend effect op. Van de totale Europese obligatiemarkt zit ongeveer 50% van het uitstaande volume in het 1 tot 5 jaarslooptijdgebied, ongeveer 35% in het 5 tot 10-jaars gebied en slechts 15% in het segment van 10-jaar en hoger. In het segment van 15-jaar en hoger hebben overheden op basis van de huidige marktwaardes rond de 514 mrd. euro aan obligaties uitstaan. Deze laatste categorie komt als eerste in aanmerking om het duration-gat van pensioenfondsen en verzekeraars te verkleinen. Om dit getal in perspectief te plaatsen een gestileerd voorbeeld: als pensioenfondsen vier jaar van hun duration-gat willen dichten, moeten zij ongeveer eur 100 miljard aan 30-jaars obligaties aankopen of eur 180 miljard aan 15-jaars obligaties. 3 Swaps Het duration-gat kan ook worden gesloten door het aangaan van lange renteswaps. Een renteswap is een derivaat waarbij een lange rente wordt geruild tegen een variabele korte rente; de partij die de lange rente ontvangt heeft een kasstroom vergelijkbaar met een langlopende obligatie. Een swap is een contract tussen twee partijen. In theorie is er geen limiet aan de omvang van deze markt, waardoor het probleem van een in verhouding kleinere markt tot de totale vraag geen obstakel zou mogen zijn. Voor het aangaan van de swaps moeten echter tegenpartijen worden gevonden en aangezien alle pensioenfondsen dezelfde kant van de swap willen, de vaste rente ontvangen en de variabele rente betalen, kunnen zij waarschijnlijk geen zaken met elkaar doen. Banken lijken de meest waarschijnlijke tegenpartij, maar willen vaak geen 15- tot 30-jaars renterisico op de boeken nemen, omdat dit een te groot beslag op hun risicobudget zal leggen. Banken dekken dit risico vaak af door toch de onderliggende stukken te kopen, maar dan speelt het bovengenoemde beperkte aanbod van deze stukken weer een rol. Een andere methode is dat banken een combinatie van financiële producten kopen die als geheel qua kasstromen lijkt op een langlopende obligatie. Er zijn veel geavanceerde methodes om dit te doen, maar dan nemen banken wel het risico dat de werkelijke prijsontwikkeling van langlopende obligaties mogelijk gaat afwijken van de prijsontwikkeling van de gekochte combinatie van financiële producten (ook wel basisrisico genoemd). DNB / Kwartaalbericht Juni

6 Opties Ook opties kunnen worden gebruikt om het risico van het duration-gat te verminderen. Bij opties speelt ongeveer een vergelijkbaar probleem als bij swaps een rol. Het volume van de markt is in beginsel onbeperkt. Ook hier zijn banken de natuurlijke verkoper van deze opties, maar ook deze risico s met betrekking tot de ontwikkeling van de lange rente kunnen banken niet op hun balans houden. Echter, omdat de verkoper van de opties niet de gehele positie in de markt hoeft af te dekken, immers er is ook een kans dat de optie niet wordt uitgeoefend, is er een lagere neerwaartse druk op de rentes in vergelijking met de directe aankopen van obligaties. Als de kans dat de optie wordt uitgeoefend toeneemt, moet de verkoper van de optie de onderliggende vermogenstitel bijkopen (ook wel delta-hedging genoemd). Deze aankopen werken procyclisch, waardoor mogelijk op termijn de volatiliteit van de lange rente gaat toenemen. De bovenstaande paragrafen geven aan dat ongeacht het gebruikte instrument er altijd een drukkend effect op de rente uit zal gaan van een verminderen van een duration-gat. Alleen de mate waarin dit effect optreedt, verschilt per instrument. Verwacht mag worden dat het grootste effect van het verminderen van het duration-gat een daling van de lange rente is. In analyses van de ontwikkeling van deze rente wordt vaak gekeken naar het verschil tussen de 10-jaars en de 30-jaars rente: de steilte van het lange einde van de rentecurve. Figuur 1 en 2 laat zien dat sinds januari van dit jaar een sterke vervlakking optrad van het lange eind van de rentecurve: het verschil tussen de 10-jaars en de 30-jaars rente nam met 0,3%-punt af door extra vraag naar obligaties met een lange looptijd. Deze vervlakking is gedeeltelijk toe te schrijven aan aankopen van langlopende obligaties door pensioenfondsen, verzekeraars en speculatieve investeerders als reactie op regelwijzigingen, waarbij moeilijk onderscheid kan worden gemaakt tussen aankopen om het duration-gat te verminderen of speculatie op komende aankopen. Sinds begin februari is het verschil tussen de 30-jaars en de 10-jaars rente weer toegenomen door onder meer extra aanbod van obligaties met een lange looptijd. Dit extra aanbod was onder andere het gevolg van de vervlakking van de rentecurve in combinatie met een algehele daling van de renteniveaus in de voorafgaande periode Hierdoor zagen overheden mogelijkheden om lange obligaties uit te geven en te profiteren van deze lage rentestand. De Franse Tresor reageerde snel en heeft voor eur 6 miljard een 50-jaars obligatie uitgegeven. Dit is de eerste obligatie van een Europese lidstaat met een looptijd van vijftig jaar. Daarna volgden Griekenland en Engeland. De Nederlandse Agent van Financiën heeft op 19 april voor eur 5,2 miljard een 30-jaars obligaties uitgegeven. Dit is de eerste uitgifte in dit lange segment sinds In totaal wordt volgens analisten ongeveer eur 20 miljard meer aan obligaties met een looptijd langer dan tien jaar uitgegeven dan verwacht was in het begin van Ook de Amerikaanse Treasury heeft aangekondigd het opnieuw uitgeven van een 30-jaars lening te overwegen. De schaarstepremies op langlopende obligaties die in het begin van dit jaar opliepen, waren eind april bijna weer verdwenen. Moeilijk is aan te geven of het huidige extra aanbod voldoende is om aan de vraag te voldoen of dat er opnieuw een vervlakking van de curve plaatsvindt, Grafiek 1 Vervlakking Europese rentecurve 5,0 4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 1, mnd jaar december december 2005 Bron: Bloomberg. 66 DNB / Kwartaalbericht Juni 2005

7 Grafiek 2 Steilte lange eind rentecurve 30-jaars rente minus de 10-jaars rente 0,70 0,65 0,60 0,55 0,50 0,45 0,40 okt. 04 nov. dec. jan. 05 feb. mrt. apr. mei Bron: Bloomberg zeker gezien het feit dat de steilte van de curve door veel meer ontwikkelingen wordt beïnvloed dan wijzigingen in toezichtregimes en boekhoudregels alleen. Afgezien van op de obligatiemarkten was de invloed van het ftk en andere regelwijzigingen op de andere markten niet of nauwelijks zichtbaar. Conclusie Het duration-gat van pensioenfondsen kan worden verminderd door de aankopen van langlopende obligaties of afgeleide producten zoals swaps en opties. Ongeacht de keuze voor één van de drie producten zal of direct of door de hedging-activiteiten van de verkoper van de opties of swaps de lange rente neerwaarts worden beïnvloed. De daling van de steilte van het lange eind van de rentecurve sinds begin dit jaar was waarschijnlijk mede het gevolg van (speculaties op) aankopen gerelateerd aan het wijzigingen in toezichtregimes en de gevolgen van de nieuwe boekhoudregels. Onder meer door een stijging van het aanbod van langlopende obligaties is de curve weer versteild naar oude niveaus. Moeilijk is in te schatten of het extra gegenereerde aanbod en mogelijk toekomstige aanbod voldoende is om aan de wereldwijde extra vraag te voldoen, anders zal waarschijnlijk de rentecurve vanaf het 10-jaarspunt verder vervlakken. 1 Zie Transparantie en vertrouwen, het raakvlak van marktwerking en toezicht, Kwartaalbericht dnb, juni Zie voor een volledige beschrijving van het ftk het eerder gepubliceerde Consultatiedocument op via Professioneel, Toezicht op Pensioenfondsen, Consultatie ftk. 3 Deze berekening dient slechts als illustratie en is gebaseerd op verschillende aannames: zo is bijvoorbeeld uitgegaan van een gemiddelde allocatie bij pensioenfondsen van 50% in obligaties met een duration van vijf jaar en verplichtingen met een duration van vijftien jaar. DNB / Kwartaalbericht Juni

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2013-1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 116,5% naar 119,9% Beleggingsrendement is 2,2% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Derde kwartaal juli 2013 t/m 30 september 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2013-1 juli 2013 t/m 30 september 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,3% naar 120,3% Beleggingsrendement is 1,8% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie

S&V Reflector. Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie S&V Reflector Dienen de pensioenfondsen hun langlopende swaps te verkopen? Een risicomanagement discussie Juni 2011 Sprenkels & Verschuren wil met dit document haar bijdrage leveren aan een verantwoord

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Long Duration Overlay. Dé oplossing voor de mismatch tussen beleggingen en verplichtingen

Long Duration Overlay. Dé oplossing voor de mismatch tussen beleggingen en verplichtingen Long Duration Overlay Dé oplossing voor de mismatch tussen beleggingen en verplichtingen 2 AEGON: wereldwijde expertise voor financiële veiligheid AEGON N.V. is met ongeveer 27.000 medewerkers wereldwijd

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014 De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 ustus 2014 Op 31 ustus 2014 liep het kortetermijnherstelplan van Pensioenfonds UWV af. Tegen de verwachting in heeft het pensioenfonds de pensioenen

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG

Nadere informatie

De Ultimate Forward Rate Methodiek

De Ultimate Forward Rate Methodiek De Ultimate Forward Rate Methodiek Notitie van het Actuarieel Genootschap 23 augustus 2012 Inleiding Voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd over de Hoofdlijnennota herziening

Nadere informatie

Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen?

Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen? Hoe te beleggen onder Solvency II regelgeving t.a.v. verdiscontering verplichtingen? 1 Impact regelgeving t.a.v. beleggingsbeleid! "! # $ %&! $' (" ' )* + *! " &,!,, --- 2 Verdisconteringscurve: van economisch

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014

Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014 Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Vermogensbeheer SPMS 17 november 2014 Structuur SPMS (vermogensbeheer) Bestuur SPMS F&C (verantwoord beleggen) Ortec (ALM studie) Bestuursbureau Investment

Nadere informatie

Renteafdekking op basis van de ultimate forward rate: Bezint eert ge begint?

Renteafdekking op basis van de ultimate forward rate: Bezint eert ge begint? Renteafdekking op basis van de ultimate forward rate: Bezint eert ge begint? Drs. Dr. Ir. David van Bragt RBA 1 Senior Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management Samenvatting Binnen het Financieel

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Renderen bij een stijgende rente

Renderen bij een stijgende rente ARTIKEL 26 juni 2015 Voor professionele beleggers Renderen bij een stijgende rente Bij stijgende rentes verliezen zowel de verplichtingen als de rentedragende beleggingen van pensioenfondsen waarde. Om

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 122,1% naar 122,8% Beleggingsrendement is 3,0%, obligaties stegen

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP De Dynamische Strategie Portefeuille DSP Onderdeel van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV 1 Inhoudsopgave Waarom beleggen? 4 Beleggen is niet zonder risico s 4 Strategische beleggingsportefeuille

Nadere informatie

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

De schijnveiligheid van de Ultimate Forward Rate

De schijnveiligheid van de Ultimate Forward Rate ROCK note Februari 2013 Alleen voor professionele beleggers De schijnveiligheid van de Ultimate Forward Rate Johan Duyvesteyn Quantitative Research Martin Martens Quantitative Research Roderick Molenaar

Nadere informatie

Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB. 29 april 2016

Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB. 29 april 2016 Beleggingsbeleid Pensioenfonds PGB 29 april 2016 1 Uw pensioen bij PGB in 2016 3 september 2015 Pensioenfonds balans 50% 50% Bezittingen Matching portefeuille Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Hypotheken

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen

Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Verklaring beleggingsresultaten en verlaging pensioenen Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Randstad heeft medio februari 2014 moeten besluiten tot het doorvoeren van een pijnlijke maatregel. Om de

Nadere informatie

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk

Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk Beleggingsaspecten voorontwerp van wet herziening ftk De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde op vrijdag 12 juli 2013 het lang verwachte consultatiedocument over de uitwerking

Nadere informatie

Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen

Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen Inleiding Op dit moment wordt bij pensioenfondsen veel onderzoek gedaan naar de beleidseffecten van het waarderen van pensioenverplichtingen

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 120,5% naar 117,4%; Het beleggingsrendement is 8,6% in het eerste

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

Renterisico Scan. Een second opinion voor pensioenfondsen. met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid. For professional investors

Renterisico Scan. Een second opinion voor pensioenfondsen. met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid. For professional investors Renterisico Scan Een second opinion voor pensioenfondsen met betrekking tot hun rente afdekkingsbeleid For professional investors 1 Onderwerpen > Waarom deze Scan? > Hoe werkt het? > Contact over de scan

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Vermogensfondsen Bijeenkomst 25 november 2015

Vermogensfondsen Bijeenkomst 25 november 2015 Vermogensfondsen Bijeenkomst 25 november 2015 Providence Capital NV is geregistreerd als beleggingsonderneming bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en legt zich onder meer toe op het verrichten van

Nadere informatie

Update UFR. Update UFR 17 juli 2015 For professional investors. Inleiding

Update UFR. Update UFR 17 juli 2015 For professional investors. Inleiding 1 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Zero rentes Update UFR 17 juli 2015 For professional investors Update UFR Voor een gemiddeld pensioenfonds stijgt de waardering van de verplichtingen

Nadere informatie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie Samenvatting Op 14 juli 2015 heeft DNB aangekondigd dat zij de berekeningsmethodiek van de Ultimate Forward Rate (UFR), welke onderdeel vormt van de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Addendum. Ultimate Forward Rate

Addendum. Ultimate Forward Rate Addendum Ultimate Forward Rate Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account-CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni

Nadere informatie

Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG

Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG De heer dr. P.H. Omtzigt Rapporteur Pensioenen Europa namens de Regering en de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Utrecht, 23 augustus 2012 Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Reactie op Septemberpakket Pensioenen Alleen voor professionele beleggers

Reactie op Septemberpakket Pensioenen Alleen voor professionele beleggers FTK Update september 2012 Reactie op Septemberpakket Pensioenen Alleen voor professionele beleggers.. Door Peter van der Spek en Remmert Koekkoek, Customized Overlay Management Roderick Molenaar en Laurens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 013 Toekomst financiële sector Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 120,3% naar 122,1% Beleggingsrendement is 1,6%, aandelen stegen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Het managen van balansen, risico s, risicoprofielen waar u allen druk mee bezig bent, herken ik dus goed.

Het managen van balansen, risico s, risicoprofielen waar u allen druk mee bezig bent, herken ik dus goed. Speech Bert Boertje, divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen bij DNB, tijdens het beleggersberaad van Pensioen Pro op 8 oktober 2015, getiteld Beleggen tussen twee vuren. In zijn speech ging Boertje

Nadere informatie

Uw pensioen en uw risicobereidheid

Uw pensioen en uw risicobereidheid Uw pensioen en uw risicobereidheid ALV VvGH 24 april 2018 Michiel Kamermans Lid van het bestuur van het Heineken Pensioenfonds 1 Waar gaan we het over hebben Hoe gaat het met het HPF en uw pensioen Wat

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

AG8! Derivatentheorie Les7! Hedging in de praktijk. 28 oktober 2010

AG8! Derivatentheorie Les7! Hedging in de praktijk. 28 oktober 2010 AG8! Derivatentheorie Les7! Hedging in de praktijk 28 oktober 2010 1 Agenda Rente Hedge Aandelen Hedge Garantie product 2 Rente Hedge 3 Rentegevoeligheid Waarde van toekomstige kasstromen zijn gevoelig

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Nieuw pensioencontract. DIRK BROEDERS, Toezichtstrategie Seminar voor vermogensbeheerders, 27 juni 2012

Nieuw pensioencontract. DIRK BROEDERS, Toezichtstrategie Seminar voor vermogensbeheerders, 27 juni 2012 Nieuw pensioencontract DIRK BROEDERS, Toezichtstrategie Seminar voor vermogensbeheerders, 27 juni 2012 Kernpunten 1. Eén ftk met twee soorten contracten (nominale contract en reële contract) 2. Contracten

Nadere informatie

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen

Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we die premies voor u beleggen.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo december is 108,4% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36912 29 december 2014 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2014, CZW/S&B

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst

Deelnemersbijeenkomst Deelnemersbijeenkomst Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 18 november 2014 13 oktober 2010 Deelnemersbijeenkomst Agenda Opening 2013 Financiën: Dekkingsgraad en financiële situatie Henk Beleggingsbeleid

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo december is gestegen ten opzichte van eind september; De

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 117,0% naar 116,3%; Het beleggingsrendement is 3,5% in het vierde

Nadere informatie

Aandelenopties in woord en beeld

Aandelenopties in woord en beeld Aandelenopties in woord en beeld 2 Aandelenopties in woord en beeld 1 In deze brochure gaan we het hebben over aandelenopties zoals die worden verhandeld op de optiebeurs van Euronext. Maar wat zijn dat

Nadere informatie

De Knab Participatie in het kort

De Knab Participatie in het kort De Knab Participatie in het kort De Knab Participatie in het kort Let op! De Knab Participatie in het kort geeft antwoord op vragen die je mogelijk hebt over de participatie. Als je overweegt om de Knab

Nadere informatie