VRAGENLIJST BELASTINGCONSULENT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2007/1

Transcriptie

1 VRAGENLIJST BELASTINGCONSULENT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2007/1 WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING 15 PUNTEN De zaakvoerder van een pas opgerichte kleine industriële onderneming raadpleegt u om bijkomende informatie in te winnen over een specifiek probleem in verband met door zijn klanten geplaatste bestellingen. Hij vraagt u hoe hij zijn bestellingen in uitvoering moet waarderen en hoe hij de ermee verbonden risico s moet behandelen. Op het actief van de balans van een vennootschap staat een gebouw. De bedrijfsleider vraagt u om dit gebouw op te nemen tegen de werkelijke waarde ervan, zoals hij het verwoordt. Met andere woorden, kunt u dit goed herwaarderen en onder welke voorwaarden? Wat adviseert u aan een bedrijfsleider die u meedeelt dat een vorkheftruck definitief onbruikbaar is geworden, met andere woorden dat hij niet meer voor de exploitatie kan worden gebruikt maar bestemd is voor de schroothoop? VENNOOTSCHAPSRECHT 20 PUNTEN Tijdens een eerste onderhoud met een nieuwe cliënt, midden juli 2006, vraagt u hem zijn jaarrekeningen van de laatste drie jaren voor te leggen. De jaarrekeningen die hij u voorlegt zijn meer dan beknopt en na onderzoek stelt u vast dat hij zijn jaarrekening over 2003, 2004 noch 2005 heeft neergelegd. a) Welke is het gelopen risico? (2,5 punten) b) Hoe kan men hieraan verhelpen? (2,5 punten) De naamloze vennootschap Alfa heeft 3 bestuurders; Ann, Paul en Jan. De vennootschap verkoopt een deel van haar activa aan de boekwaarde aan de naamloze vennootschap Beta. De Raad van Bestuur van Beta is samengesteld uit Mieke, Paul en Jan. Welke vennootschapsrechterlijke procedure dienen de bestuurders van Alfa te volgen in bovenstaand geval?

2 2 In de naamloze vennootschap Alfa heerst er een ernstige en duurzame onenigheid tussen aandeelhouders Jan (bezit 80% van de aandelen) en Paul (bezit 20% van de aandelen) die elke samenwerking en het normale functioneren van de vennootschap onmogelijk maakt. Kan Jan Paul uitsluiten als aandeelhouder? Leg uit. Vraag 4 Een naamloze vennootschap met een geplaatst kapitaal van ,00, sluit het eerste maatschappelijk boekjaar af met een te bestemmen winst van ,00, zoals blijkt uit de onderstaande balans. Tijdens de balansbespreking blijkt duidelijk dat deze vennootschap een dividenduitkering wil. Is deze dividenduitkering mogelijk op basis van de hieronder weergegeven informatieve elementen? Motiveer uw antwoord. Balans van de NV per 31/12/2006 Actief Passief Oprichtingskosten 5 000,00 Kapitaal ,00 Materiële activa vaste ,00 Winst vh boekjaar ,00 Liquide middelen ,00 Schulden op < 1jr , , ,00 PERSONENBELASTING 20 PUNTEN De heer en mevrouw X hebben een zoon van 17 jaar, Bernard. Bernard heeft in 2005 bij Delhaize studentenarbeid verricht en een brutobezoldiging van ontvangen waarop geen sociale zekerheid werd ingehouden. Kan Bernard voor het aanslagjaar 2006 fiscaal nog als ten laste van zijn ouders worden beschouwd? Verklaar uw antwoord door het nettobedrag van zijn bestaansmiddelen te berekenen. / 7 punten De heer en mevrouw X zijn in 2004 gescheiden bij onderlinge toestemming. De heer X is geboren op 15 juni 1953 en mevrouw X op 10 juli Er werd overeengekomen dat de heer X, op 1 januari 2005, aan zijn echtgenote een kapitaal van betaalt als uitkering tot onderhoud.

3 (NB: alle wettelijke verplichtingen die moeten worden vervuld inzake de onderhoudsplicht werden in acht genomen). a) bereken het bedrag dat voor het aanslagjaar 2006 zal belastbaar zijn ten name van mevrouw X. b) indien dat bedrag voor de daaropvolgende aanslagjaren moet worden gewijzigd, geef aan in welke verhouding. c) gedurende hoeveel jaren moet ten name van mevrouw X een belasting worden doorgevoerd? d) bereken het bedrag dat voor het aanslagjaar 2006 zal aftrekbaar zijn ten name van de heer X. 3 / 8 punten De heer X is zaakvoerder van een bvba. Hij ontvangt een maandelijkse belastbare bezoldiging van bedrijfsleider van De heer X is eigenaar van een gebouw dat hij aan zijn vennootschap verhuurt tegen een maandelijkse huur van (niet-geïndexeerd KI: 3 500). NB: gegevens voor de berekening: de heer X is gehuwd (wettelijk stelsel) beide echtgenoten zijn eigenaar van het gebouw de echtgenote is aandeelhouder, noch bedrijfsleider van de bvba revalorisatiecoëfficiënt = 3,50 (aanslagjaar 2006) indexeringscoëfficiënt = 1,3889 (aanslagjaar 2006) 1) bereken het bedrag van de netto belastbare beroepsinkomsten van de heer X (aanslagjaar 2006) 2) geef het bedrag van de ten name van de heer X en mevrouw X belastbare netto onroerende inkomsten (aanslagjaar 2006) VENNOOTSCHAPSBELASTING 20 PUNTEN / 7 punten Vennootschap NV A (met een boekhouding per kalenderjaar) richt in 2000 een 100% dochteronderneming NV B op met een gestort kapitaal van ,00. In 2004 en 2005 boekt ze boekhoudkundig verantwoorde waardeverminderingen voor een totaal bedrag van ,00. In 2006 wordt deze dochteronderneming B ontbonden en NV A recupereert uiteindelijk slechts een bedrag van ,00. a) Zijn er voor inkomstenjaar 2006 in de aangifte van NV A aanpassingen te doen? Zo ja, op welke wijze en voor welk bedrag desgevallend? Zo neen, waarom niet? b) Verandert er iets aan je oplossing (en naar de verwerking in de aangifte toe), indien de geboekte waardevermindering op dochter B voor ,00 niet met een werkelijke ontwaarding overeenstemt?

4 4 / 6 punten De aandelen waarvan hieronder sprake zijn geboekt onder de financiële vaste activa van de NV AMALIA: 1 Dividenden uit aandelen van een Belgische vennootschap waarin de NV Amalia sinds 2000 een participatie in het kapitaal heeft van 30%: ,00 netto (er werd geen RV ingehouden); 2 Intresten ontvangen op een lening die de NV Amalia had toegestaan aan Frank Verbist die bestuurder van de vennootschap is: 2 500,00; 3 Dividend door de NV Amalia ontvangen uit aandelen van een Franse exploitatieven nootschap (er werd geen RV ingehouden): ,00. De aandelen zijn aangeschaft op voor een aanschaffingswaarde van ,00 (deelneming 25%). De dividendtoekenning vond plaats op ; 4 De vennootschap NV Amalia ontving een som van 8 350,00 netto als deel in het vermogen van een binnenlandse vennootschap die in 2005 werd ontbonden en waarvan de NV Amalia aandelen bezat ten belope van 10% van het kapitaal, die voor 2 500,00 in 2001 werden aangekocht. De vennootschap die ontbonden werd heeft 1 050,00 RV ingehouden m.b.t. het aandelenpakket van de NV Amalia; 5 Dividend ontvangen van een holding gevestigd in Bermuda (= belastingparadijs) waarin de NV Amalia sinds 2002 een participatie van 80% heeft: ,00 (zonder RV). Vul vak VI van de aangifte in voor aanslagjaar 2006 op volgende pagina. / 7 punten Balans van de NV Peeters die in aanmerking komt voor de toepassing van de verminderde belastingtarief Venn.B. Balans per Eigen aandelen ,00 Kapitaal ,00 MVA ,00 Reserves ,00 Productiegebouwen ,00 Wettelijke ,00 Kantoren ,00 Onbeschikbare ,00 Woning betrokken door ,00 Beschikbare ,00 BL Kunstwerken in kantoren 7 500,00 Belastingvrije ,00 Rollend materieel (1) ,00 FVA ,00 Ovegedragen winst ,00 Participatie in verb.ond ,00 Kapitaalsubsidies ,00 Voorraden & bestell. In ,00 Voorzieningen ,00 uitv. Vorderingen ,00 Uitgestelde belastingen (2) ,00 Geldbeleg.& liquide middelen ,00 Schulden , , ,00 (1) Betreft 2 vrachtwagens ( ,00), 2 bestelwagens (30 000,00) en 4 Mercedes personenwagens C en E-klasse ( ,00). (2) Maakt deel uit van de kapitaalsubsidie van ,00.

5 5 Gegevens met betrekking tot het boekjaar 2006: - De vennootschap heeft in 2006 een fiscale controle gehad, waarbij aangetoond werd dat de voorraden van het gecontroleerde jaar 2005 tot beloop van ,00 onderschat waren. Er is in de loop van 2006 een boekhoudkundige correctie doorgevoerd en de voorraden staan met correcte bedragen in de boekhouding. - In de loop van 2006 wordt/worden op: een kunstwerk bijgekocht voor ,00; overgegaan tot de vernietiging van de eigen aandelen; enkele aandelen Nationale Bank verkocht en daarmee een meerwaarde van 3 000,00 gerealiseerd. - De boekwinst van 2006 wordt vastgesteld op ,00. De A.V. beslist deze integraal te reserveren. - Bij de laatste controle werden door de fiscus geen overdreven uitgaven weerhouden. BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE 15 PUNTEN / 12 punten Op grond van welke BTW-regeling zijn volgende handelingen niet onderworpen aan de Belgische BTW. U analyseert de situatie vanuit het standpunt van de Belgische bouwonderneming, een groothandel in bouwmaterialen, en u duidt in uw commentaar op de plaats van de handelingen met verwijzing naar het overeenkomstig BTW-artikel dat moet worden vermeld op de factuur/stuk (indien deze moet opgemaakt worden) : a) Een firma in bouwmaterialen uit Brussel verkoopt dakpannen aan een aannemer in Antwerpen. Deze aannemer is bezig aan een huis in Utrecht (NL). De pannen worden afgeleverd vanuit een stapelplaats in Breda (NL), die de firma in Nederland aanhoudt. b) De Belgische bouwonderneming heeft een bijhuis in Breda (NL). Zij levert een hoeveelheid snelbouwstenen van Antwerpen naar Breda, waar deze goederen voorlopig, in afwachting van een verdere bestemming opgeslagen worden. c) Een Nederlandse firma factureert ons de levering van isolatiemateriaal, vanuit een stapelplaats te Antwerpen. d) Voor de bouw van een bijkomende vleugel aan het Academisch Ziekenhuis in Breda (NL) levert de Belgische bouwonderneming een hoeveelheid snelbouwstenen (factuurbedrag ,00). e) Het Belgisch bouwbedrijf krijgt een éénmalige bestelling van een hoeveelheid pleisterkalk van een Duitse onderneming te Aken. Dit product is niet in voorraad, maar kan steeds worden bekomen bij een Nederlandse groothandelaar te Breda (NL). De goederen worden door deze Nederlandse firma afgeleverd in de magazijnen van onze klant te Aken. Wij delen ons Belgisch BTW-nummer mee aan de Nederlandse firma. f) De Belgische bouwfirma verzendt een deel van haar productie naar een plaats buiten de Gemeenschap om er een voorraad goederen beschikbaar te hebben ten behoeve van haar klanten in dat derde land.

6 6 / 3 punten Aftrek/ Herziening/onttrekking 1. Een loontrekkende belastingconsulent koopt in eigen naam een P.C. in 2004: prijs 2 000, ,00 BTW. Tijdens het jaar 2006 wordt hij zelfstandig belastingconsulent. Kan hij voor 2006 zijn recht op aftrek uitoefenen voor deze aankoop in 2004, in de veronderstelling dat hij in het bezit is van de aankoopfactuur? Indien ja, doe de nodige berekening. Indien neen, motiveer uw antwoord. 2. Op koopt een zelfstandig belastingconsulent een P.C. voor 2 000, ,00 BTW. In overeenstemming met de directe belastingen wordt de beroepsaanwending op 3/4de bepaald. In de aangifte van wordt een aftrekbare belasting van 420,00 x ¾ = 315,00 genoteerd. 2.1 In de veronderstelling dat de administratie der directe belastingen een volledig beroepsmatig gebruik aanvaardt voor het jaar 2006, heeft dit gegeven dan ook gevolgen m.b.t. de aftrek BTW? Geef uitleg en maak de nodige berekening. 2.2 In 2007 treedt deze belastingconsulent in loondienst en behoudt hij deze computer voor private doeleinden. Welke gevolgen heeft dit voor zijn recht op aftrek? We gaan ervan uit dat de nominale verkoopwaarde 250,00 bedraagt. BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN 10 PUNTEN / 4 punten Een Duitse rijksinwoner is in Brussel overleden. Betrokkene bezat een opbrengsthuis in Brugge met een waarde van en een appartement in Stuttgart met een waarde van Voor het goed in Brugge werden twee hypothecaire leningen aangegaan: de eerste bij een Belgische bank (schuldsaldo daags van het overlijden: ), de tweede bij een Duitse bank (schuldsaldo daags van het overlijden: ). a) Bepaal het bedrag dat als grondslag zal dienen voor de berekening van de successierechten in België. b) Waar moet de aangifte in de nalatenschap worden ingediend? Verklaar uw antwoord. c) Binnen welke termijn moet de aangifte in de nalatenschap worden ingediend? / 1 punt Welke zijn de door de wet bepaalde termijnen voor de betaling van de successierechten? / 2.5 punten Een nv wordt opgericht met een geplaatst kapitaal van Het bedrag van het gestort kapitaal bij de ondertekening van de akte bedraagt , als volgt verdeeld (NB: alle aandeelhouders zijn natuurlijke personen): Aandeelhouder A: in geld; Aandeelhouder B: door inbreng van een in het Vlaamse Gewest gewezen woonhuis; Aandeelhouder C: door inbreng van een in het Waalse Gewest gelegen nijverheidsgoed.

7 7 Bepaal het bedrag van de verschuldigde registratierechten. Vraag 4 / 2.5 punten De heer X koopt een in het Waalse Gewest gelegen onroerend goed. De voorverkoopakte wordt ondertekend op 21 november 2004 onder opschortende voorwaarde dat een hypothecaire lening wordt toegestaan. De hypothecaire lening wordt op 19 december 2004 toegestaan. Op 10 oktober 2005 verkoopt de heer X het goed door (de authentieke akte wordt ondertekend op 17 december 2005). Welke zijn de gevolgen van deze wederverkoop op het stuk van de registratierechten? BEGINSELEN VAN EUROPEES EN INTERNATIONAAL FISCAAL RECHT 10 PUNTEN / 4 punten Een persoon van Japanse nationaliteit werkt sinds ten minste 8 maanden, zonder onderbreking, in België en dit voor een Japanse handelsvennootschap die in België geen andere verrichtingen noch activiteiten uitvoert. Het werk van deze persoon bestaat uitsluitend in het verzamelen en overmaken aan de hoofdzetel van de vennootschap in Japan: van informatie over de ontwikkelingen van de Europese wetgeving en algemene commerciële informatie over concurrerende ondernemingen die actief zijn in België. Deze persoon werkt in België in een kantoor dat hij zelf huurt en waarvan hij de huur, door middel van zijn onkostennota s, aanrekent aan de Japanse vennootschap. a) Wordt - gelet op de beginselen ingeschreven in het Belgisch fiscaal recht en in de overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting tussen België en Japan, die in deze context verondersteld wordt in overeenstemming te zijn met de OESO-modelovereenkomst - de Japanse vennootschap geacht te beschikken over: 1) een Belgische inrichting en/of 2) een vaste inrichting in België? (2 punten) b) Moet de Japanse vennootschap in België een belastingaangifte indienen? (2 punten) / 4 punten Een cliënt, op fiscaal gebied inwoner van België, deelt u mee dat hij op fiscaal gebied ook als inwoner van Nederland wordt beschouwd en dat hij voortaan in de twee landen op zijn wereldinkomen aan de personenbelasting zal onderworpen zijn. Hij vraagt u of er een oplossing mogelijk is voor dit probleem. Wat antwoordt u hem? Verklaar uw antwoord kort op basis van de algemene beginselen van het internationaal fiscaal recht. / 2 punten Uw cliënt en zijn echtgenote zijn de enige aandeelhouders van een naamloze vennootschap naar Belgisch recht. Hun zwager bezit 97% van de aandelen van een handelsvennootschap naar Hongaars recht (rechtsvorm die gelijkaardig is aan een naamloze vennootschap). Ieder beheert zijn vennootschap afzonderlijk.

8 8 De Belgische naamloze vennootschap van uw cliënt heeft een lening toegestaan aan de Hongaarse vennootschap, die, zoals hiervoor gesteld, in het bezit is van de zwager van uw cliënt. De Hongaarse fiscus vordert de inhouding van een bronbelasting op de interesten, terwijl ze allebei dachten dat, gelet op de richtlijn betreffende de interesten en royalty s, er geen bronheffing meer kon worden verricht. Hij vraagt u of deze richtlijn van toepassing is op zijn situatie. Wat antwoordt u hem? Verklaar uw antwoord kort. FISCALE PROCEDURE 15 PUNTEN / 3 punten Kan een gescheiden echtgenoot zelf bezwaar indienen tegen een aanslag gevestigd ten name van zijn ex-echtgenoot? Indien ja, in welk geval? / 4,5 punten De administratie van de directe belastingen beschikt over verscheidene bewijsmiddelen. Sommige vallen onder het gemeen recht en andere zijn bijzondere bewijsmiddelen die het Wetboek ter beschikking van de administratie stelt. a) Vermeld twee gemeenrechtelijke bewijsmiddelen waarover de administratie van de directe belastingen beschikt. b) Vermeld één bijzonder bewijsmiddel dat het Wetboek ter beschikking van de administratie van de directe belastingen stelt. / 7,5 punten Geef aan of volgende beweringen juist of onjuist zijn voor de toepassing van de btw (omcirkel het juiste antwoord OF doorstreep het verkeerde antwoord). a) Het volgende wettelijk vermoeden is onweerlegbaar: hij die goederen verkrijgt of produceert om ze te verkopen wordt geacht de door hem verkregen of geproduceerde goederen te hebben geleverd onder voorwaarden waaronder de belasting opeisbaar wordt. Antwoord JUIST ONJUIST b) Wanneer door de met de invordering belaste ambtenaar een dwangbevel wordt uitgevaardigd, zijn er twee mogelijkheden om het dwangbevel ter kennis van de schuldenaar te brengen: de kennisgeving bij een ter post aangetekende brief of de betekening bij deurwaardersexploot met bevel tot betaling Antwoord JUIST ONJUIST c) Bij niet-betaling van de btw verschuldigd door een vrijwillige toevallige belastingplichtige(optiestelsel van de toevallige oprichter) is een nalatigheidsinterest verschuldigd van 0,8 % per maand. Antwoord JUIST ONJUIST

9 9 d) Indien zij voornemens is de verjaringstermijn van vijf jaar toe te passen, moet de btwadministratie, in tegenstelling tot hetgeen bepaald is voor de toepassing van de directe belastingen, niet op straffe van nietigheid van de rechtzetting, voorafgaandelijk aan de betrokkene schriftelijk kennis geven van de vermoedens van belastingontduiking die tegen hem bestaan in de betreffende periode. Antwoord JUIST ONJUIST e) Wanneer een btw-ontvanger een uitvoerend beslag moet leggen, kan dat beslag aan de derde beslagene worden aangezegd bij een gewone ter post aangetekende brief. Antwoord JUIST ONJUIST JURIDISCHE EN BEROEPSNORMEN MET BETREKKING TOT DE ACCOUNTANCY, DE BELASTINGCONSULTANCY EN DE ANDERE WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE ACCOUNTANT EN VAN DE BELASTINGCONSULENT 15 PUNTEN. / 5 punten Een vastgoedmakelaar (gereglementeerd beroep) benadert u en stelt u voor om samen een vennootschap op te richten om daarin uw respectieve beroepsactiviteiten uit te oefenen: is dat mogelijk (selecteer één antwoord hierna)? Ja Ja, maar met toelating van de Raad van het Instituut op basis van een gedetailleerd dossier Neen. / 5 punten U bent lid van het IAB en ingeschreven op de lijst van de externe accountants of de externe belastingconsulenten. U ontmoet een vriend die als erkend boekhouder aangesloten is bij het BIBF. Allebei oefent u uw beroep uitsluitend in België uit. U vraagt zich allebei af of u samen een vennootschap kunt oprichten waarin ieder van beiden zijn eigen beroep kan uitoefenen. Het betreft dus geen middelenvennootschap maar wel een interprofessionele vennootschap. Is dat, gelet op de bij wet vastgelegde en door het IAB toegepaste actuele deontologische regels, voor u als lid van het IAB uitvoerbaar: JA of NEEN? Verklaar uw antwoord.

10 10. / 5 punten U wordt geraadpleegd door een nieuwe cliënt. Hij heeft zopas een handelsvennootschap naar Belgisch recht opgericht en vraagt u om voor deze vennootschap de volgende diensten te presteren: de boekhouding bijhouden, de jaarrekening en de belastingaangifte voorbereiden. Aangezien de activiteit nog wordt opgestart, stelt de cliënt u voor om hem twee jaar geen erelonen aan te rekenen en u voor uw diensten te vergoeden door u, als aandeelhouder, aandelen van de vennootschap toe te kennen. Kunt u dit voorstel aanvaarden? Verklaar uw antwoord