GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum. GECONTROLEERD: HSEW Advisor W.Workum. GOEDGEKEURD: HSEW Manager F.J.

Transcriptie

1 Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 21 INDEX 1 HOOFDBESCHERMING 2 VOETBESCHERMING 3 OOGEBESCHERMING 4 GEHOORBESCHERMING 5 ADEMHALINGSBESCHERMING 6 HAND EN ARM BESCHERMING 7 BESCHERMENDE KLEDING 8 VALBEVEILIGING NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum GECONTROLEERD: HSEW Advisor W.Workum GOEDGEKEURD: HSEW Manager F.J. Jaspers WIJZIGING: Nieuw 3.2 Een helm met een geïntegreerd gelaatsscherm vervangt de plicht tot het dragen van een veiligheidsbril Toegevoegd Aandachtspunt maximale bescherming onafhankelijke ademhalingsbescherming

2 Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 21 SAMENVATTING Deze standaard is gebaseerd op de SHELL standaard DEP EPE Verschillende soorten kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) worden gebruikt binnen Shell EPE. Deze PBM standaard legt uit hoe deze zijn geselecteerd en worden toegepast bij Shell EPE. GLT PLUS en hun subcontractors zijn verantwoordelijk voor hun eigen PBM s. Deze dienen aan de Shell EPE minimumnormen voldoen, aantoonbaar gelijk in kwaliteit en voldoen aan de wettelijke voorschriften en normen. De functionele lijn is verantwoordelijk voor het juiste gebruik en onderhoud van beschermende kleding en PBM s.

3 Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 21 1 HOOFDBESCHERMING Shell EPE regelgeving in verband met hoofdbescherming : Het gebruik van een helm is verplicht bij het betreden van locaties. De kleur van de helm voor NAM Personeel is wit. Voor (sub)contractors zijn alle kleuren, uitgezonderd geel toegestaan 1.1 Doel Het doel van hoofdbescherming is het beschermen van de gebruiker tegen letsels aan het hoofd als gevolg van de impact en objecten die vallen, zwaaien, kantelen of vliegen. Het verplichte gebruik van toepassing op locaties en wordt op de locaties aangegeven met een blauw bord: 1.2 Opmerkingen Indien en wanneer een veiligheidshelm is getroffen door een zwaar voorwerp of uitwendige beschadigingen vertoont, moet de helm onmiddellijk vervangen worden (zelfs als er geen zichtbare schade). Maximale leeftijd van veiligheidshelmen is gebaseerd op de aard van het materiaal van de helm en wordt beschreven in de instructies van de fabrikant De helm of het binnenwerk mag niet worden gewijzigd of aangepast. Een veiligheidshelm mag niet worden geschilderd, omdat het oplosmiddel in de verf de helm kunnen beschadigen. Op de helm mogen alleen op de locatie goedgekeurde stickers zijn aangebracht. Veiligheid helmen zijn CE gemarkeerd volgens EN 397, Industriële veiligheidshelmen.

4 Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van Hoofdbescherming selectie matrix Bescherming Beschrijving Uitrusting Tegen vallende Shell-medewerkers Veiligheidshelm wit voorwerpen en het raken van het hoofd Contractor Veiligheidshelm Elke kleur tijdens de normale personeel toegestaan, activiteiten uitgezonderd geel Accessoires Kinband Gelaatsscherm tegen rondvliegende voorwerpen of spatten van chemicaliën (zie het hoofdstuk over oogbescherming) Oorkappen tegen hoge geluidsniveaus Winter cap Bij hulpverlening / noodgevallen Leader op locatie Veiligheidshelm Gele helm met zwarte band Lid van BHV Veiligheidshelm helm met EHBOsymbool Accessoires Kinband

5 Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 21 2 VOETBESCHERMING Shell EPE regelgeving met betrekking tot voetbescherming Het gebruik van veiligheidsschoenen / laarzen is verplicht bij het betreden van locaties / sites De voetbescherming moet voldoen aan eisen EN 345 S3 of S5: Bescherming van neus en niet perforeerbare tussenzool (S5 is van toepassing op plastic laarzen). Raadpleeg altijd de chemie kaart (MSDS = Material Safety Data Sheet of WIK = Werkplek Instructie KAART) om de toepassing van de juiste beschermingsmiddelen te garanderen. 2.1 Doel Het doel van voetbescherming is de gebruiker te beschermen tegen: Mechanische risico's en te glijden. Thermische risico's. Chemische risico's. Het gebruik is verplicht op locaties en wordt aangegeven met onderstaand blauw bord: 2.2 Opmerkingen In het geval dat de standaard voetbescherming om medische redenen niet geschikt is voor een werknemer, dient via de eigen werkgever verstrekking van aangepaste voetbescherming veiligheidsschoenen te worden georganiseerd. Zie: o EN 345: Veiligheidsschoenen voor industrieel gebruik

6 Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van Voetbescherming selectie matrix Bescherming Beschrijving Uitrusting Tegen mechanische Geen "natte" activiteiten Veiligheidsschoenen (laag) risico's (Breken van de tenen en penetratie van de voet) "Natte" activiteiten Veiligheidsschoenen (hoog / boot) "Zeer natte" activiteiten Vloeistofdichte veiligheidslaarzen Activiteiten in de sneeuw bedekte en/of ijs bedekte omgeving Tegen chemische risico's Tegen thermische risico's Hoge druk reiniging (> 250 bar) Veiligheidslaarzen met de juiste overschoen bescherming(selectie op basis van risico beoordeling) Veiligheidsschoenen of laarzen in combinatie met slip ketting Chemisch bestendige rubber laarzen in combinatie met chemisch bestendige rubber kleding Veiligheidsschoenen (hoge / boot) in combinatie met thermo sokken

7 Werkinstructie : HSEW Blz. : 7 van 21 3 OOGEBESCHERMING Shell EPE regelgeving met betrekking tot oogbescherming Het gebruik van een veiligheidsbril is verplicht bij het betreden van locaties. 3.1 Doel Het doel van oogbescherming is het voorkomen of beperken van letsel aan de ogen of vermoeide de ogen, veroorzaakt door: Chemische risico's Mechanische risico's Stralingsrisico's Optische intensiteit - zoals lasers, lassen Computer scherm risico's tijdens het werk. Het gebruik van een veiligheidsbril is verplicht bij het betreden van locaties Verplicht gebruik is aangegeven met een blauw bord: 3.2 Opmerkingen Het dragen van contactlenzen biedt geen bescherming. Zij kunnen zelfs een extra risico vormen, zo kunnen lenzen bijvoorbeeld met het netvlies verkleven als er zuur in de ogen komt. Oogletsels kan in blijvende oogschade resulteren. Het is daarom noodzakelijk om oogbescherming te gebruiken overal en altijd waar de kans op oogletsel aanwezig is. Standaard kwaliteit glazen volstaan voor tijdelijk gebruik (bijvoorbeeld bezoekers). Een steviger frame is verkrijgbaar voor langdurig gebruik. Houd rekening met verneveling / beslaan. Gebruik indien beschikbaar Anti-mist en geventileerde oogbescherming Een helm met een geïntegreerd gelaatsscherm vervangt de plicht tot het dragen van een veiligheidsbril Zie: EN 166:2001 Oogbescherming specificaties EN 169: Filters voor lassen en aanverwante technieken EN 172: Zonlichtfilters voor industrieel gebruik EN 175: Middelen voor oog-en gezichtsbescherming tijdens lassen en processen EN 207: Filters en oogbeschermers tegen laserstraling aanverwante

8 Werkinstructie : HSEW Blz. : 8 van Oogbescherming selectie matrix Bescherming Beschrijving Uitrusting Algemeen werk Veiligheidsbril of aangemeten veiligheidsbril (via opticien) (zijkappen zijn verplicht). Geen risico voor het Stofbril, chemische bril (kan gezicht. gedragen worden over de Tegen chemische risico's en stof. hoge druk reinigen / spuitwerkzaamheden Tegen mechanisch risico's, bijvoorbeeld rondvliegende deeltjes tijdens het slijpen Volgelaatsmasker drager Tegen schadelijke lichtstralen Risico voor het gezicht Risico voor het gezicht en inademing van gevaarlijke gassen of dampen. Mensen die wel een bril dragen maar geen aangemeten veiligheidsbril hebben Als hij of zij een bril op sterkte draagt -Tijdens laswerkzaamheden - Sterk zonlicht Bij gebruik lasapparatuur bril). Gezichtsmasker met veiligheidsbril, met of zonder een (verplichte) helm. Volgelaatsmasker of perslucht masker, met of zonder speciale bril in het masker. Stofbril. Volgelaatsmasker glazen = Speciale frame met voorgeschreven glazen, om in het persoonlijke masker te dragen (via de opticien). Lasbril. Veiligheidszonnebril. Lasbril.

9 Werkinstructie : HSEW Blz. : 9 van 21 4 GEHOORBESCHERMING Shell EPE regelgeving met betrekking tot gehoorbescherming Het dragen van gehoorbeschermers is verplicht in gebieden waar het geluidsniveau op een niveau ligt dat een gevaar oplevert voor het gehoor (geluidsniveaus van meer dan 80 db (A)), bijvoorbeeld, bij een verblijf van langere tijd in de compressor gebouwen of tijdens perslucht of gas blazen, waar dit is aangegeven in de werkvergunning en/of door een signalering. In gebieden en bij werkzaamheden waar het geluidsniveau hoger is dan 85 db (A) moeten duidelijk gemarkeerd en voorzien zijn van een gebodsbord (wettelijke verplichting). 4.1 Doel Het doel van gehoorbescherming is om letsel te voorkomen aan het gehoororgaan. De risicogrens voor het menselijk gehoor ligt op 80 db (A) (db het geluidsniveau eenheid). Het risico voor het gehoor neemt evenredig toe wanneer het niveau hoger is dan 80 db (A). De blootstellingstijd aan hoge geluidsniveau is een belangrijke factor. Het verplichte gebruik is van toepassing op locaties waar de bovenstaande risico's aanwezig zijn en wordt aangegeven met een blauw bord: 4.2 Opmerkingen Het geselecteerde type gehoorbescherming is afhankelijk van de activiteiten. De persoonlijke ervaring van de drager voor wat betreft het draagcomfort van de bescherming is ook een belangrijke factor. De gekozen gehoorbescherming moet voldoende bescherming voor de specifieke situatie bieden. Raadpleeg altijd de informatie van de fabrikant voor het selecteren van het juiste gehoorbeschermingsmiddel. Er zijn twee soorten gehoorbeschermers: Gehoorbeschermers te dragen over de oren; oorkappen Gehoorbeschermers gedeeltelijk te dragen in of tegen de gehoorgang, oordopjes, oorbeugel en otoplastieken. oorbeugel gehoorbeschermer kan eenvoudig worden gebruikt. De demping van het geluid is niet beperkt bij het dragen van een bril. Dit type gehoorbeschermer kan zeer snel vuil worden als het niet in gebruik is en om de hals hangt. Dit kan

10 Werkinstructie : HSEW Blz. : 10 van Aanvullende informatie Zie: EN 352-1: Gehoorbeschermers, algemene eisen, deel 1, Gehoorkappen EN 352-2: Gehoorbeschermers, algemene eisen, deel 2, Oorproppen EN 352-3: Gehoorbeschermers, algemene eisen, deel 3, Aan industriële veiligheidshelmen bevestigde gehoorkappen bevestigd aan een industriële veiligheidshelm EN 458: Gehoorbeschermers, Aanbevelingen voor keuze, gebruik, verzorging en onderhoud. 4.3 Gehoorbescherming selectie matrix Gehoorbescherming Ruimte van toepassing Opmerking Oordop <105 db (A) Vervang na elk gebruik Oorkappen Otoplastieken <105 db (A) Combineer met oordoppen of otoplastieken in het geval van een lage rommelend lawaai. <110 db Oordopjes + oorkappen, of otoplastieken + oorkappen >110 db (A)

11 Werkinstructie : HSEW Blz. : 11 van 21 5 ADEMHALINGSBESCHERMING Shell EPE regelgeving met betrekking tot ademhalingsbescherming Ademhalingsbescherming moet worden toegepast bij het werken in gebieden met grote hoeveelheden stof of bij het uitvoeren van werkzaamheden waarbij grote hoeveelheden van de stof worden geproduceerd of wanneer de inademing van bepaalde soorten van stof of damp gevaarlijk is, als het stof niet bij de bron kan worden afgevangen. Om ervoor te zorgen dat de geselecteerde ademhalingsbescherming adequate bescherming biedt aan de individuele dragers, vereist de regelgeving dat pasvorm testen worden uitgevoerd, van alle ademhalingbeschermers die strak aan het gezicht moeten aansluiten. Stof maskers of stofmaskerfilters moeten regelmatig worden vervangen. Het filter moet worden vervangen wanneer deze een aanzienlijke toename van de ademweerstand veroorzaken Het gebruik van een onafhankelijke ademhalingsbescherming is verplicht bij werken in zuurstofarme gebieden of in gebieden waar tijdens de werkzaamheden een gebrek aan zuurstof kan ontstaan. Een vluchtmasker moet altijd meegenomen worden in gebieden waar waterstofsulfide kan vrijkomen. Een baard, lange bakkebaarden of een vorm van gezichtsbeharing die de afdichting van het masker beperkt is verboden in gebieden waar gevaarlijke giftige stoffen, gas of damp kunnen vrijkome,bijvoorbeeld voor H2S en ammoniak. Raadpleeg altijd de chemiekaart om de toepassing van de juiste beschermingsmiddelen zeker te stellen. 5.1 Doel Het doel van adembescherming is om de gebruiker te beschermen tegen (gevaarlijke) stoffen, die het lichaam binnen kunnen dringen via de luchtwegen. Onafhankelijke Ademhalingsbescherming moet in de volgende gevallen worden gedragen: Tijdens het werk en activiteiten waarbij gevaarlijke stoffen die kunnen worden ingeademd vrijkomen. Bij het uitvoeren van activiteiten in gebieden waar het zuurstofgehalte kan dalen tot onder de 20 volume%-niveau (onafhankelijk ademhalingsbescherming). Het verplichte gebruik is van toepassing op locaties waar de bovenstaande risico's aanwezig zijn en wordt op locaties aangegeven met het volgende blauwe bord

12 Werkinstructie : HSEW Blz. : 12 van Opmerkingen Ademhalingsbescherming is ingedeeld in twee klassen op basis van hun effectiviteit. De twee klassen zijn: a. Ademhalingsbescherming waarmee de gebruiker niet afhankelijk is van de omgevingslucht. b. Ademhalingsbescherming waarmee de gebruiker blijft afhankelijk blijft van de omringende lucht Onafhankelijke adembescherming Onafhankelijke adembescherming apparatuur bestaat uit een volgelaatsmasker met een perslucht-verbinding.. Aan het gebruik van deze apparatuur zijn risico s Hetvolgende is van toepassing: Het gebruik van de perslucht apparaat zonder voorafgaande aantoonbare medische check-up, pasvorm test en de bijbehorende training is verboden. NB Algemeen - Het volgelaatsmasker (dus inclusief het persluchtmasker) mag niet worden gebruikt in combinatie met persoonlijke (veiligheids) bril, omdat dit leidt tot te veel lekkage van lucht. Speciale inzet glazen moeten worden gebruikt als de gebruiker een bril draagt. (Zie ook de paragraaf over oogbescherming). Aandachtspunt: Een volgelaatsmasker voor onafhankelijke adembescherming, biedt slechts tot een bepaalde bovengrens bescherming tegen gevaarlijke gassen/dampen. De beschermingsfactor voor deze maskers met ademhalingslucht is 2000 (Norm EN 259) Voor de berekening van de maximum concentratie gebruikt de Shell de helft van de Occupational Threshold Limit (OEL) als actiegrenswaarde. Dit betekent dat de maximale concentratie niet groter mag zijn dan: 2000 x ½ x OEL Bijv. voor benzeen resulteert dit in 2000 x ½ x 1ppm = 1000 ppm In de praktijk betekent dit dat als de blootsteling aan concentraties van meer dan ½ van de OEL er door meting zekergesteld dient te worden dat de concentratie van het gas kleiner is dan 2000 maal de helft van de OEL van het betreffende gas Afhankelijke adembescherming Afhankelijke adembescherming mag alleen gebruikt worden indien en wanneer aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De volgende randvoorwaarden zijn van toepassing: Het gebied wordt niet afgesloten van de buitenlucht. Het zuurstofgehalte is op het normale niveau (20 volume%). Het masker of deeltjesfilter wordt niet gebruikt voor stoffen waarvoor het niet geschikt is. De concentratie in het masker komt niet boven de MAC-waarde. Dit wordt bepaald door de concentratie in de omgevingslucht te delen door de nominale beschermingsfactor van het apparaat. De periode van gebruik moet kort zijn, omdat het verzadigingspunt van de filters niet eenduidig kan worden vastgesteld en negatief beïnvloed wordt door verschillende factoren. Hoge druk reiniging wordt niet toegepast. Deze reinigingsmethode genereert waterdamp (dit veroorzaakt een zeer snelle verzadiging van de filters). Goedgekeurd voor korte-termijn gebruik van de fysieke belasting te beperken.

13 Werkinstructie : HSEW Blz. : 13 van 21 Gebruikte filters moeten niet opnieuw worden gebruikt (apart afvoeren van de filters als chemisch afval) Stoffilters Stof filters beschermen de gebruiker tegen stof, rook en mist, maar niet tegen gassen en dampen. Stof filters zijn beschikbaar als wegwerp filteren gelaatstukken (aangeduid als FFP) en cartridges voor half-en volgelaatsmasker (aangeduid als P en P *). Stof filters moeten onmiddellijk worden vervangen als de ademweerstand groter wordt. Stoffilters worden geclassificeerd op basis van de deeltje klasse. Deze wordt aangegeven door een getal van 1 tot 3. Hoe hoger het nummer, hoe hoger het niveau van bescherming. De P en P * stoffilters worden gewoonlijk toegepast in combinatie met de (volledige) gelaatsmasker. Laagste aanvaardbare stoffilter kwaliteit van de Shell EPE is klasse 2 ref EN149: 2001 Beschermingsfactor Code Kleur Bescherming tegen Voorbeelden (FF) P2 Wit grof stof, hinderlijk fijn stof, gevaarlijk stof, lasrook, vloeibare deeltjes Hardhout, glasvezel, niet-pvc plastic, (metaal) verspaning, lassen, olienevel en gevaarlijke aerosolen 10 x MAC (FF) P3 Wit Alle stoffen, mist, rook, het werken met zware metalen en vloeibare deeltjes. Biochemische stoffen, hardhout, radioactieve en kankerverwekkende deeltjes en alle soorten vloeibare deeltjes 50 x MAC NB Een mechanisch luchtfilter kan worden toegepast bij het uitvoeren van het werk (binnen) als het dragen van een stofmasker te omslachtig en niet verplicht is en rekening wordt gehouden met de risico s van perslucht

14 Werkinstructie : HSEW Blz. : 14 van Gas filters (deeltjesfilters) Gas filters worden gebruikt in combinatie met een volgelaatsmasker. Ook hier kan een meachanisch model worden gebruikt indien de omstandigheden dit toelaten. Gas filters beschermen de gebruiker tegen gassen en dampen, niet tegen stof, rook en mist. Gasfilters worden algemeen ingedeeld, afhankelijk van het type gas of damp dat zij filteren. De code is een letter, gevolgd door een nummer van 1 tot en met 3. (Bijvoorbeeld, A2). Hoe hoger het nummer in de Class-specificatie, hoe hoger het niveau van bescherming. In Shell EPE is het gebruik van een combinatie gas filter standaard. Het gebruik van dit soort gasfilters elimineert het risico van het selecteren van de verkeerde gasfilter voor bepaalde gassen, in lijn met de Shell gezondheidsstandaard om eventuele blootstelling aan toxische gassen te voorkomen. Multifunctionele filters worden aangeduid als A2B2E2K2HgP3 (of kort weergegeven ABEKHgP3) Bescherming tegen Koolmonoxide is niet mogelijk dit filter. In het geval van een verhoogd COgehalte moet onafhankelijke adembescherming worden gebruikt. Code Kleur Bescherming tegen A B E K Bruin Grijs Geel Groen Rood Organische dampen en oplosmiddelen Anorganische gas (zuur gas) en damp Zwaveldioxide en waterstofchloride ammoniak Kwikdamp Hg Klasse 2 Medium gasconcentraties tot 0,5 vol% = 5000 ml / m 3 (= ppm) Gas filters moeten zo snel vervangen worden als een geur of smaak door het filter penetreert en aan het eind van de werkdag. NB Controleer de uiterste datum van het gas filter voor gebruik! NB: De gebruikte filters moeten worden verzameld als chemisch afval (gescheiden in te zamelen in containers) en weggegooid als zodanig.

15 Werkinstructie : HSEW Blz. : 15 van Ademhalingsbescherming selectie matrix Bescherming Beschrijving Uitrusting Bij het uitvoeren activiteiten waar fijn inert stof inert vrijkomt dat niet giftig is en/of agressief en dat niet tegelijkertijd gevaarlijke gassen, dampen of vloeistoffen bevat Bij het uitvoeren van werkzaamheden in gebieden waar het zuurstofgehalte niet afneemt tot onder de 20 volume% niveau (Afhankelijke adembescherming). Bij het uitvoeren van activiteiten waarbij het zuurstofgehalte kan dalen tot onder 20 volume% of indien de concentratie van H2S hoger is dan de actie waarde en voor BHV medewerkers (onafhankelijke adembescherming) Zie: Bij het uitvoeren activiteiten waar fijn inert stof inert vrijkomt dat giftig is en/of agressief en dat niet tegelijkertijd gevaarlijke gassen, dampen of vloeistoffen bevat Bij het uitvoeren activiteiten organische stof of damp verdampte, zuren, ammoniak, zwavelzuur, zuur of stikstof gas, kwikdamp, met of zonder stof. Werk tijd <30 minuten Werktijd > 30 minuten Klasse 2 wegwerp stoffilter (met optionele motoreenheid) Klasse 3 wegwerp stofmasker, volgelaatsmasker met combinatie-filter (met optionele motor-eenheid) Volgelaatsmasker met combinatie-filter (met optionele motor-eenheid) Volgelaatsmasker met perslucht apparaat voor overdruk. Volgelaatsmasker met aansluiting voor langdurig gebruik (overdruk). NEN-EN 136:1998 / C1: 2000 Ademhalingsbeschermingsmiddelen- Volgelaatmaskers NEN-EN 138: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Zelfaanzuigende ademhalingsbeschermingsmiddelen voor gebruik met volgelaatsmasker, halfmaskers of een mondstukgarnituur, NEN-EN 140:1998 / C1: Ademhalingsbeschermingsmiddelen Halfmaskers en kwartmaskers NEN-EN NEN-EN 149: NEN-EN 403: NEN-EN 1146: NEN-EN 12941: NEN-EN 12942: NEN-EN 14387: DIN Ademhalingsbeschermingsmiddelen Schroefdraad voor gelaatstukken Deel 1 Standaardschroefverbinding Ademhalingsbeschermingsmiddelen Filtrerende halfmaskers ter bescherming tegen deeltjes Ademhalingsbeschermingsmiddelen voor vluchtdoeleinden. Filterende toestellen met kap voor vluchtdoeleinden bij brand Ademhalingsbeschermingsmiddelen Onafhankelijk ademluchttoestellen met een kap voor vluchtdoeleinden Ademhalingsbeschermingsmiddelen Aangedreven filters gecombineerd met een helm of een kap Ademhalingsbeschermingsmiddelen Aangedreven filters gecombineerd met volgelaatsmaskers, halfgelaatsmaskers of kwartgelaatsmaskers Ademhalingsbeschermingsmiddelen Gasfilter(s) en combinatiefilter(s) Ademhalingsbeschermingsmiddelen voor vluchtdoeleinden

16 Werkinstructie : HSEW Blz. : 16 van 21 6 HAND EN ARM BESCHERMING Shell EPE regelgeving ten aanzien van hand en arm bescherming Werkhandschoenen zijn verplicht in gebieden met een risico voor handletsel. Op locatie geldt een draagplicht van handschoenen op de man. Raadpleeg altijd de chemiekaart om de toepassing van de juiste beschermingsmiddelen te garanderen. 6.1 Doel Het doel van hand en arm bescherming is om de handen en / of armen te beschermen tegen de volgende risico's: Mechanische risico's Chemische risico's Hoge temperatuur en brandgevaar Lage temperatuur risico's Ioniserende straling risico's Het gebruik is verplicht op plaatsen waar risico op handletsel aanwezig is en wordt aangegeven op locaties met een blauw bord: 6.2 Opmerkingen Raadpleeg altijd de toepassingsgegevens en duurzaamheidslijst voor de betreffende handschoenen voor het werken met chemische stoffen. Handschoenen die de drager tegen alle risico s beschermen bestaan niet. Handschoenen moeten voor elke wijziging van de situatie opnieuw worden geselecteerd. Zorg ervoor dat de handschoenen goed bij de polsen of onderarm afdichten om te voorkomen dat stof in de handschoen komt bij het werken met zeer giftige en / of agressieve stoffen. Opmerking: De volgende onderscheidingen zijn van belang bij het werken met chemische stoffen: Chemisch agressieve stoffen voor de huid, het effect op de huid is direct zichtbaar (rood, blaren, pijn). Oplosmiddelen voor vet ontvetten de huid en brengen schade aan aan de natuurlijke bescherming van de huid. Stoffen die kunnen worden opgenomen door de huid, deze stoffen dringen in de huid en komen in de bloedsomloop.

17 Werkinstructie : HSEW Blz. : 17 van Arm-en handbescherming selectie matrix * Bescherming Beschrijving Uitrusting Stan d aard Mechanisch: Tegen letsel aan de handen tijdens het slijpen, zagen, hijsen, schuren en andere activiteiten. Chemische risico's: Voorkomen dat de handen en armen in contact komen met chemische stoffen Bij het werken met delicate producten Bij het uitvoeren van droge, niet te zware activiteiten (geen hoge of lage temperaturen) Bij het uitvoeren licht tot niet zwaar werk, bij lage temperaturen of wanneer een hoge mate van zichtbaarheid van de handen nodig is. Bij het uitvoeren van middel zwaar werk Bij het uitvoeren van zwaar en / of nat werk Bij het uitvoeren van zeer zwaar werk Vooral bij het werken met oplosmiddelen, eventueel in combinatie met binnenhandschoen voor isolatie Vooral bij het werken met zure en alkalische stoffen Vooral bij het werken met oplosmiddelen, verdunningsmiddelen en verdunners, zuren en alkalische stoffen of vet en olie Vooral voor het werk waarbij een hoge vingergevoeligheid vereist is Textiel werkhandschoenen of leder werkhandschoenen Fluorescerende synthetische werkhandschoenen Synthetische werkhandschoenen Synthetische werkhandschoenen Synthetische werkhandschoenen Geschikte vloeistofdichte handschoenen met of zonder arm bescherming Geschikte vloeistofdichte handschoenen met of zonder arm bescherming Geschikte vloeistofdichte handschoenen Werkhandschoenen Cat. 1 EN 388 EN 374 Cat. 1 Ioniserende straling: afscherming tegen hete metalen spatten en UV-en IRstraling Kan ook worden gebruikt om de handen te beschermen tijdens lasactiviteiten die geen hoge mate van hand-gevoeligheid vereisen Split lederen lashandschoenen 1 EN / Pr. EN N * Opmerking: EN 420 bevat de algemene eisen en de specifieke symbolen voor verantwoorde keuze van de juiste handschoenen.

18 Werkinstructie : HSEW Blz. : 18 van 21 7 BESCHERMENDE KLEDING Shell EPE regelgeving met betrekking tot beschermende kleding (zie ook paragraaf 2.1) Raadpleeg altijd de veiligheidskaart bij het product of de Werkplek Instructie Kaart om zeker te stellen welke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden. Kleding dient altijd volgens de instructies van de fabrikant te worden gereinigd. Het is de verantwoordelijkheid van de persoon om de kleding voor gebruik op beschadigingen, gaten etc. te controleren Op locatie zijn vlamvertragende/antistatische overalls of andere op de werkzaamheden afgestemde vlamvertragende/antistatische beschermende kleding verplicht. De eisen zijn niet van toepassing in kantoren, kantines en controlekamers of binnen speciaal aangewezen gebieden op de locatie (indien aanwezig) 7.1 Doel Het doel van beschermende kleding is het menselijk lichaam te beschermen tegen geidentificeerde (bedrijfs)risico s veroorzaakt door brand of gevaarlijke stoffen en atmosferische omstandigheden Opmerking Specifieke kleding, gedragen in een of meer units met een doel anders dan de bescherming tegen risico s waaraan men is blootgesteld tijdens de werkzaameden, is niet in deze standard opgenomen.

19 Werkinstructie : HSEW Blz. : 19 van Kleding selectie matrix Beschrijving Uitrusting Standaard Beschermende kleding Algemeen Overall uit een geheel 1 en 2 (zomer en winter overalls) Anorak (=middellange 1,2 en 3 jas ) Broeken (zomer en 1,2 en 3 winter broeken) Shirt met lange 1 en 2 mouwen Disposable overalls. Regenkleding Regen overalls 1 en 2 Disposable regenkleding; om in staat te zijn door te werken Regenkleding; om in staat te zijn door te werken Regenkleding ; 1 en 2 Ook bestemd om tegen koud weer te beschermen Warme kleding Fleece jack 1 Fleece jack (gedragen 1 en 2 als buitenste laag) Fleece broeken 1 Thermosokken; voor verblijf in lage temperaturen. Chemische bestendige kleding 1) Chemie schort; Dient gedragen te worden bij het uitvoeren van natte of vuile activiteiten en als bescherming tegen spatten van chemicalien. Broekschort; Bij het werken met vloeibare chemicalien Overalls voor algemene bescherming 2 (Optioneel 1) Veiligheidskleding Verkeersvest 4 1) Raadpleeg de toepasbaarheids tabel voor het gebruik van chemisch bestendige kleding, of geschiktheid voor het voorgenomen gebruik. Standaarden : 1. Vlamdovendheid EN ISO 11612:2008 A-B1-C1 2. Anti-statisch EN 1149/1/3 3. Bescherming tegen regen en slecht weer EN Hoge zichtbaarheidskleding voor proffesioneel gebruik EN Brandweerkleidng EN 469

20 Werkinstructie : HSEW Blz. : 20 van 21 8 Valbeveiliging Shell EPE regelgeving met betrekking tot valbeveiliging Toepasselijkheid en het gebruik van valbeveiliging is gebaseerd op de landspecifieke regelgeving en voor Shell EPE geregeld in Bedrijf specifieke werkvoorschriften zoals gepubliceerd in het Corporate Management System en doorvertaald naar GLT PLUS procedures Het dragen van ten minste een harnasgordel (met veiligheidslijn en bevestigingen) is verplicht bij het uitvoeren van activiteiten waarbij een risico optreedt van een vanaf een hoogte van 1,8 meter of waar de gevolgen van een val onder meer het risico van intoxicatie, vergiftiging, verbranding of verdrinking kunnen zijn. Het verlengen van de lengte van de veiligheidslijn van de veiligheidsgordel is verboden. De veiligheidslijn van de veiligheidsgordel moet worden bevestigd aan een goede locatie boven de werkende persoon, zodat de veiligheidslijn in staat zal zijn om de vallende persoon te stoppen voordat hij een structuur of ondergrond raakt. De deugdelijkheid van de veiligheidsgordel en de borging van de gordel moet worden getest voor aanvang van de activiteiten. 8.1 Doel In sommige gevallen is het noodzakelijk om te werken op een bepaalde hoogte en zijn geen algemene beschermende maatregelen beschikbaar of kunnen deze niet worden geplaatst. In deze gevallen moet Valbeveiliging worden gebruikt ter voorkoming van letsel tengevolge van een val van hoogte 8.2 Aanvullende eisen steigerbouw Voor steigerbouw gelden aanvullende afspraken, zie hiervoor de Standaard Werken op hoogte en de procedure Werken aan/met vaste steigersbouw 8.3 Opmerkingen Valbeveiliging: een systeem waarbij de val wordt gebroken om te voorkomen dat de gebruiker botst met de grond of structuur. Maatregelen voor collectieve valbeveiliging moeten worden getroffen bij het werken op hoogte. Veiligheidsgordels zijn dan ook niet de eerste keuze bij het bepalen van de maatregelen die moeten worden genomen bij het werken op hoogte. Het feitelijke gebruik van veiligheidsgordels kan leiden tot ernstig letsel. De veiligheidsgordel mag slechts eenmaal een val absorberen. De veiligheidsgordel moet direct na een incident worden weggegooid Werknemers die moeten werken met valbeveiliging, moeten opgeleid worden en hebben ervaring met het gebruik van de apparatuur. Gordels, vergrendelingen en lijnen moeten ten minste eenmaal per jaar (aantoonbaar) te zijn gecontroleerd.

21 Werkinstructie : HSEW Blz. : 21 van 21 Zie: (PBM voor het vallen van hoogte) NEN-EN 353-1: Deel 1 Meelopende valbeveiliger met starre ankerlijn NEN-EN 354: Veiligheidslijnen NEN-EN 355: Schokdempers NEN-EN 358:2000 Gordels voor werkplekpositionering en behoud en verbindingsmiddelen voor gordels NEN-EN 360: Valbeveiligers met automatische lijnspanner NEN-EN 361: Harnasgordels NEN-EN 362: Koppelingen NEN-EN 363: Persoonlijke beschermingsuitrusting tegen vallen NEN-EN 365: Algemene eisen voor gebruiksannwijzingen, onderhoud, periodiek onderzoek, reparatie, merken en verpakking. NEN-EN 813: Zitgordels