Verklaring van tekens

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verklaring van tekens"

Transcriptie

1 Brandweerstatistiek 2013

2

3 Brandweerstatistiek 2013

4 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer ** Nader voorlopig cijfer x Geheim Nihil (Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) Het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid Niets (blank) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen tot en met /2014 Het gemiddelde over de jaren 2013 tot en met / 14 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2013 en eindigend in / / 14 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2011/ 12 tot en met 2013/ 14 In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen. Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag Prepress: Textcetera, Den Haag en Grafimedia, Den Haag Ontwerp: Edenspiekermann Inlichtingen Tel , fax Via contactformulier: Bestellingen verkoop@cbs.nl Fax ISBN ISSN Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld W-35

5 Inhoud Samenvatting 5 Inleiding 6 1. Meldingen Meldingen Loos alarm Branden Aard van de brand Uitruktijden, rijtijden en opkomsttijden Objecten en oorzaken van buiten- en binnenbranden Objecten en oorzaken van buitenbranden Slachtoffers en reddingen bij brand Branden in woningen Hulpverleningen Aard van de hulpverlening Slachtoffers, reddingen en eerste hulp Personeel van de brandweer Personeel, werkzaam in een repressieve brandweerfunctie Overig personeel van de brandweer Uitgaven aan de brandweer Uitgaven van de veiligheidsregio s Uitgaven per inwoner per veiligheidsregio 40 Bijlagen 42 A. Statistische bijlage 42 B. Bronnen en methoden 74 Begrippen 78 Medewerkers 81 Inhoud 3

6

7 Samenvatting In 2013 kwamen in totaal 139 duizend brandmeldingen of verzoeken om hulpverlening bij de brandweer binnen, 2 procent minder dan in het voorgaande jaar. Dit komt overeen met 8,3 meldingen per duizend inwoners. Van de brand- en hulpverleningsmeldingen was 36 procent loos alarm en daarmee was het aan deel loze meldingen lager dan voorgaande jaren. Het aantal brandmeldingen daalde, terwijl het aantal meldingen om hulpverleningen juist steeg. Er werden meer branden (ruim 36 duizend) bestreden dan in Het aantal buitenbranden nam daarbij af, maar het aantal binnenbranden nam juist toe. Met 9 minuten en 38,5 seconden was de brandweer nagenoeg even snel bij de branden als in Wel werd zij met meer doden geconfronteerd dan in de jaren ervoor. In 2013 heeft de brandweer ruim 49 duizend terechte verzoeken om hulpverlening ontvangen, een stijging van meer dan 6 duizend ten opzichte van De belangrijkste oorzaak van deze stijging zijn de twee zware stormen die over Nederland hebben geraasd aan het eind van Het bevrijden of redden van mensen en het bestrijden van wateroverlast en stormschade besloeg ongeveer een derde van de hulpverleningsactiviteiten, waarvan de werkzaamheden bij het CBS bekend waren. Bij de brandweer werkten per 1 januari 2014 bijna 30 duizend mensen. Ruim 25 duizend hadden een repressieve (brandbestrijdende) functie. Daarvan was 80 procent vrijwilliger. Het aantal vrouwelijke brandbestrijders vormde 5 procent van het totaal. Voor 2013 hebben de Nederlandse gemeenten miljoen euro begroot voor de financiering van de brandweer. Dat is gemiddeld 66 euro per inwoner. De veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond geeft in absolute zin het meest uit aan de brandweer, terwijl de inwoners van Amsterdam-Amstelland het meeste per persoon uitgeven. Samenvatting 5

8 Inleiding De brandweer speelt een belangrijke rol bij de zorg voor veiligheid met als belangrijkste taak het blussen van branden, maar ook het verlenen van (technische) hulp, bijvoorbeeld bij verkeersongelukken en rampen. De brandweer had tot kort geleden in heel Nederland een gemeentelijke taak en iedere gemeente had een eigen gemeentelijke brandweer. Per 1 januari 2014 zijn alle brandweertaken overgedragen aan de 25 veiligheidsregio s in Nederland. Deze gemeenschappelijke regeling tussen gemeenten in die regio regelt de samenwerking ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverleningsorganisatie en handhaving van de openbare orde en veiligheid. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) beschikt over brand(weer)gegevens vanaf het jaar Deze informatie over de brandweer verschaft inzicht in de rol die zij speelt in de samenleving. Dat is belangrijk voor het brandweerveld zelf, maar zeker ook voor bestuur, beleid en wetenschap die met brandweerzorg te maken hebben. In deze publicatie worden gegevens over de brandweer betreffende het jaar 2013 weergegeven. Daarbij geldt dat de cijfers over 2013 voorlopig zijn en de cijfers over 2012 definitief gemaakt zijn. Het responspercentage in 2013 lag op 92 procent, iets lager dan de 94 procent in Uitleg over bronnen en methoden worden vanaf deze editie behandeld in bijlage B in plaats van, zoals in voorgaande edities, in de hoofdstukken zelf. Hoofdstuk 1 gaat in op de brandmeldingen en meldingen voor hulpverlening die bij de brandweer zijn binnengekomen, inclusief loos alarm. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op achtergronden van de branden die de brandweer heeft moeten bestrijden. Hoofdstuk 3 behandelt de achtergronden van de hulpverleningsactiviteiten. De personele bezetting van de brandweer komt in hoofdstuk 4 aan de orde en ten slotte worden in hoofdstuk 5 de uitgaven van de veiligheidsregio s aan brandweer en rampenbestrijding beschreven. Deze publicatie is gratis te downloaden in pdf-formaat via de CBS-website ( De cijfers over de beschreven onderwerpen zijn kosteloos te raadplegen via Statline, de elektronische databank van het CBS op In veel gevallen kan het CBS op aanvraag ook meer gedetailleerde informatie verschaffen. Inlichtingen hierover zijn te verkrijgen bij de infoservice van het CBS ( infoservice@cbs.nl of telefoon: ). 6 Brandweerstatistiek 2013

9 Meldingen 1.

10 In 2013 kwamen in totaal 139 duizend brandmeldingen of verzoeken om hulpverlening bij de brandweer binnen, 2 procent minder dan in het voorgaande jaar. Dit komt overeen met 8,3 meldingen per duizend inwoners. Van de brand- en hulpverleningsmeldingen was 36 procent loos alarm en daarmee was het aandeel loze meldingen lager dan voorgaande jaren. Het aantal brandmeldingen daalde, terwijl het aantal meldingen om hulpverleningen juist steeg. In 2013 zijn bij de brandweer 139 duizend meldingen binnengekomen: 87 duizend brandmeldingen en 52 duizend verzoeken om hulpverlening. Het totale aantal meldingen is met 2 procent gedaald ten opzichte van Dit komt hoofdzakelijk door de daling van het aantal brandmeldingen (9 procent). Het aantal verzoeken om hulpverlening steeg juist. Dit was 12 procent meer dan in het voorgaand jaar (zie grafiek Net zoals voorgaande jaren ging het ook in 2013 bij een groot deel van de meldingen om loos alarm. In totaal ontving de brandweer ruim 53 duizend loze meldingen, waarvan het merendeel uit loze brandmeldingen bestond. Loos alarm maakte daarmee 37 procent uit van het totale aantal meldingen (zie tabel 1.1 in bijlage A). Bij de brandmeldingen was 58 procent loos alarm en bij de hulpverleningen was dit 5 procent (zie tabel 1.3 en 1.4 in bijlage A) Meldingen naar type x '11 '12 '13* Branden (excl. loos alarm) Hulpverleningen (excl. loos alarm) Loos alarm Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.1 in bijlage A. 8 Brandweerstatistiek 2013

11 1.1 Meldingen In 2013 kwamen in totaal 138,9 duizend brandmeldingen of verzoeken om hulpverlening bij de brandweer binnen. Dit komt overeen met 8,3 meldingen per duizend inwoners. De provincie Zuid-Holland had relatief de meeste meldingen (11,3 per duizend inwoners), de provincie Groningen het minst met 5,6 per duizend inwoners (zie tabel 1.2 in bijlage A). Van het totaal aantal meldingen in 2013 hadden er 86,7 duizend betrekking op brand. Van deze brandmeldingen was 58 procent een loze melding. Het aantal brandmeldingen is met 9 procent gedaald ten opzichte van Dit komt voor namelijk door de afname van het aantal loze alarmingen van 59,8 naar 50,6 duizend. Ook het aantal buitenbranden en (middel) grote binnenbranden nam af. Alleen het aantal kleine binnenbranden nam toe (zie tabel 1.3 in bijlage A) Brandmeldingen naar type en aard, 2013* 58,4% 22,3% 15,5% 41,6% 1,8% 2,0% Geen loos alarm Loos alarm Geen loos alarm: kleine binnenbrand Geen loos alarm: (middel)grote binnenbrand Geen loos alarm: schoorsteenbrand Geen loos alarm: buitenbrand Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.3 in bijlage A. Het aantal hulpverleningsmeldingen steeg, van 46,5 duizend in 2012 tot 52,2 duizend in Van de binnengekomen meldingen bestond ruim 5 procent uit loos alarm. Ruim 54 procent van de terechte meldingen voor hulpverlening had betrekking op werkzaamheden in of aan gebouwen en ruim 40 procent daarbuiten (zie grafiek 1.1.2). Meldingen 9

12 1.1.2 Brandmeldingen naar type en aard, 2013* 5,4% 40,3% 54,4% 94,6% Loos alarm Geen loos alarm Geen loos alarm: gebouwen Geen loos alarm: geen gebouwen Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.4 in bijlage A. 1.2 Loos alarm Van de 139 duizend brand- en hulpverleningsmeldingen in 2013 waren er ruim 53 duizend een loos alarm (37 procent). Dit was minder dan in voorgaande jaren. De daling betrof zowel de brand- als de hulpverleningsmeldingen (zie grafiek Bij brandmeldingen in 2013 was 58 procent loos alarm; bij hulpverlenings meldingen steeg dit 5 procent (zie tabel 1.3 en 1.5 in bijlage A). 16:00 18:00 Tussen uur Cc komen op een dag de meeste loze brandmeldingen binnen 10 Brandweerstatistiek 2013

13 1.2.1 Loos alarm bij branden en hulpverleningen x * Hulpverleningsmeldingen Brandmeldingen via brandmeldinstallatie Brandmeldingen overig Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.7 in bijlage A. Ook in 2013 lag de piek qua aantal loze brandmeldingen rond het middaguur en tussen 16:00 uur en 18:00 uur. Tussen 4 en 6 uur s nachts is het aantal brandmeldingen het laagst (zie grafiek 1.2.2). Van de ruim 50 duizend loze brandmeldingen in 2013 kwamen er bijna 42 duizend binnen via een brandmeldinstallatie (BMI), 15 procent minder dan in Loos alarm via een BMI kan worden veroorzaakt door werkzaamheden of door een storing in de apparatuur, maar meestal ligt de oorzaak elders (zie grafiek 1.2.3). Ook de brandmeldingen die via een andere manier bekend werden, daalden van 10 duizend meldingen in 2012 naar ruim 8,5 duizend in 2013 (zie tabel 1.6 in bijlage A). De meeste loze meldingen via een BMI kwamen uit de gezondheidszorg en woongebouwen. Er kwamen 6,4 duizend loze meldingen uit de gezondheidszorg, meestal uit verpleeghuizen. Woongebouwen, en dan meestal verzorgingshuizen, zorgden voor 5,8 duizend loze meldingen via een BMI. Meldingen 11

14 1.2.2 Loos alarm bij brandmeldingen naar tijdstip van de melding :00-01:00 02:00-03:00 04:00-05:00 06:00-07:00 08:00-09:00 10:00-11:00 12:00-13:00 14:00-15:00 16:00-17:00 18:00-19:00 20:00-21:00 22:00-23:00 Gemiddelde * Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.5 in bijlage A. Voor alle soorten gebouwen gold dat de meeste meldingen een andere oorzaak hadden dan werkzaamheden of storingen in apparatuur. De brandmelder ging dan bijvoorbeeld af door douchen, koken of roken. In ziekenhuizen, kantoor- en bijeenkomst gebouwen ging de BMI ook vaak af als gevolg van werkzaamheden en storing in apparatuur (zie tabel 1.8 in bijlage A) Brandmeldingen via brandmeldinstallaties naar oorzaak, 2013* 11,1% 9,4% Loos alarm door werkzaamheden Loos alarm door storing apparatuur Loos alarm door andere oorzaak Voor achterliggende cijfers zie tabel 1.8 in bijlage A. 79,5% 12 Brandweerstatistiek 2013

15 Branden 2.

16 In 2013 werden iets meer branden (ruim 36 duizend) bestreden dan in Het aantal buitenbranden nam af, maar het aantal binnenbranden nam juist toe. Met 9 minuten en 38,5 seconden was de brandweer nagenoeg even snel bij de branden als in Wel vielen er meer doden dan de jaren ervoor. In 2013 zijn meer dan 36 duizend branden geregistreerd, iets meer dan in Dit komt vooral door een afname van het aantal buitenbranden en grote branden. Alleen het aantal kleine binnenbranden nam toe. De opkomsttijd van de brandweer is in 2013 ongeveer gelijk gebleven aan de jaren ervoor. De tijd tussen melding en alarmering en de tijd tussen alarmering en uitruk nam af, terwijl de rijtijd juist toenam. Bij de branden vielen 92 dodelijke slachtoffers. Daarmee ligt het dodental hoger dan in de periode 2009 t/m Verder was er sprake van bijna 700 gewonden en werden ongeveer 500 personen bij een brand gered, waarvan viervijfde door de brandweer Branden: totaal, binnen-, buiten- en woningbranden x * Woningbranden Binnenbranden Buitenbranden Branden totaal Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.1, 2.7, 2.8 en 2.10 in bijlage A. 14 Brandweerstatistiek 2013

17 2.1 Aard van de brand In 2013 zijn 36,1 duizend branden uitgebroken. Het ging hierbij om 19,3 duizend buitenbranden, 13,4 duizend kleine en 1,6 duizend grote binnenbranden. Het aantal schoorsteenbranden was 1,7 duizend (zie tabel 2.1 in bijlage A) Bbbranden in Nederland Het aantal branden in 2013 steeg licht met 0,7 procent. Dit kwam vooral door een stijging van het aantal kleine binnenbranden van 12,6 duizend in 2012 naar 13,4 duizend in Daarentegen daalde het aantal grote binnenbranden met zo n 200 stuks en het aantal buitenbranden met bijna 400. De buitenbranden laten al langere tijd een dalende trend zien. Mogelijk dat preventieve maatregelen, zoals rond Oud en Nieuw, hieraan een positieve bijdrage blijven leveren. Het aantal schoorsteenbranden bleef nagenoeg gelijk. De meeste branden vonden plaats in de provincie Zuid-Holland; in de provincies Zeeland en Flevoland het minste. Het totaal aantal branden in 2013 kwam overeen met 215 per 100 duizend inwoners. Zuid-Holland telde met 290 per 100 duizend inwoners relatief veel branden; de provincie Overijssel met 150 branden en de provincie Utrecht met 155 branden telden er juist weinig (zie grafiek Relatief veel buitenbranden vonden plaats in Flevoland met 151 per 100 duizend inwoners. De provincies Overijssel en Utrecht hadden relatief weinig buitenbranden (beiden minder dan 100 per 100 duizend inwoners). Met bijna 151 per 100 duizend inwoners kwamen, net zoals in voorgaande jaren, relatief veel binnenbranden voor in Zuid-Holland. Dit kwam voornamelijk door het hoge aandeel kleine binnenbranden. Met 6 per 100 duizend inwoners was het relatieve aantal grote binnenbranden in Zuid-Holland juist een van de laagste. Alleen Flevoland was lager. Het aantal schoorsteenbranden liep uiteen van 5 per 100 duizend inwoners in Zuid-Holland tot 17 in Drenthe. Branden 15

18 2.1.1 Branden per provincie, absoluut en per 100 duizend inwoners, 2013* Absoluut Minder dan tot tot Meer dan Per 100 duizend inwoners Minder dan tot tot 250 Meer dan 250 Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.1 en 2.2 in bijlage A. 2.2 Uitruktijden, rijtijden en opkomsttijden De uitruktijd is in 2013 ten opzichte van 2012 licht gedaald. De gemiddelde uitruktijd ging van 4,1 minuten in 2012 naar 4 minuten in Vooral de tijd tussen alarmering en uitruk verbeterde. De rijtijd daarentegen nam wel iets toe van 5,5 minuten in 2012 naar 5,6 minuten in De totale opkomsttijd bleef gelijk op 9,6 minuten (zie grafiek Brandweerstatistiek 2013

19 2.2.1 Gemiddelde opkomsttijd bij brand Gemiddelde (minuten) * Rijtijd Tijd tussen alarmering en uitruk Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.3 in bijlage A. Tijd tussen melding en alarmering In 2013 was bij 57 procent van de branden de uitruktijd korter dan vier minuten, dat is meer dan het voorgaande jaar. Tussen de provincies zijn zeer grote verschillen zichtbaar in de uitruktijd. In Zuid-Holland was dit in 78 procent van de gevallen korter dan 4 minuten. In Flevoland, Noord-Holland en Limburg was dit het geval bij meer dan 50 procent van de branden, terwijl de provincie Drenthe en Zeeland de laagste percentages hebben. Dit kan te maken hebben met de verhouding tussen vrijwillgers en beroepskrachten in een korps. De al aanwezige beroepskrachten kunnen voor een kortere uitruktijd zorgen op het moment van alarmering (zie grafiek 2.2.2). In tegenstelling tot de uitruktijd is in 2013 de rijtijd iets toegenomen (zie grafiek 2.2.3). In 2012 was bij 38 procent van de branden sprake van een rijtijd van meer dan zes minuten, in 2013 was dat bijna 49 procent. In 42 procent van de branden lag de aanrijtijd tussen de 7 á 8 minuten. Het percentage branden waarbij de rijtijd meer dan 10 minuten bedroeg daalde wel van 4,7 procent in 2012 naar 3,8 procent in 2013 (zie tabel 2.5 in bijlage A). Branden 17

20 2.2.2 Branden naar uitruktijd, per provincie, 2013* % minder dan 2 minuten minder dan 3 minuten minder dan 6 minuten 6 minuten of meer Langzaamste provincie Gemiddelde Nederland Snelste provincie Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.4 in bijlage A Branden naar rijtijd per provincie, 2013* % minder dan 4 minuten minder dan 6 minuten minder dan 8 minuten minder dan 10 minuten 10 minuten of meer Langzaamste provincie Gemiddelde Nederland Snelste provincie Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.5 in bijlage A. 18 Brandweerstatistiek 2013

21 Bij bijna 25 procent van de branden is een opkomsttijd van minder dan acht minuten gerealiseerd (zie grafiek 2.2.4). Deze tijd werd bij 44 procent van de woningbranden gehaald (zie tabel 2.11 in bijlage A). De gemiddelde opkomsttijd bij alle branden was in 2013 net zoals het voorafgaande jaar 9,6 minuten. Per provincie zijn er duidelijke verschillen in de opkomsttijd. De brandweerlieden in Noord-Holland en Limburg waren in respectivelijk 43 en 37 procent van de branden korter dan acht minuten. In Drenthe, Overijssel en Zuid-Holland lagen deze percentages tussen de 10 en 20 procent (zie tabel 2.6 in bijlage A) Branden naar opkomsttijd per provincie, 2013* % minder dan 5 minuten minder dan 7 minuten minder dan 9 minuten minder dan 15 minuten 15 minuten of meer Langzaamste provincie Gemiddelde Nederland Snelste provincie Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.6 in bijlage A. 2.3 Objecten en oorzaken van buiten- en binnenbranden In 2013 vonden 15 duizend binnenbranden plaats, een stijging ten opzichte van Van alle binnenbranden in 2013 met een bij het CBS bekend gebouw type vond 4,7 duizend plaats in woongebouwen. Verder betrof 1,1 duizend branden in objecten uit de sector industrie, landbouw of veeteelt en vond 1,0 duizend Branden 19

22 plaats in de sector gezondheidszorg. Bijeenkomstgebouwen zoals winkels, restaurants, cafés, bioscopen en sportcomplexen vonden bijna 750 branden plaats. Bij 6,6 duizend van de binnenbranden was het gebouwtype niet bekend of niet opgegeven (zie tabel 2.7 in bijlage A). Van de binnenbranden waarvan in 2013 de oorzaak bij het CBS bekend was, werd 42 procent veroorzaakt door defecte apparatuur of verkeerd gebruik ervan. Van alle binnenbranden was bijna eenvijfde aangestoken (zie grafiek In woongebouwen was dit in bijna de helft van de gevallen de oorzaak defecte apparatuur of het verkeerd gebruiken ervan (zie tabel 2.7 in bijlage A) Binnenbranden naar oorzaak (excl. anders/onbekend), 2013* 6,7% 1,6% 1,3% Defect/verkeerd gebruik apparaat/product 17,1% 12,0% 42,1% Brandstichting Broei/zelfverhitting Brandgevaarlijke werkzaamheden Roken Vuurwerk Spelen met vuur door kinderen Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.7 in bijlage A. 19,2% 2.4 Objecten en oorzaken van buitenbranden Het aantal buitenbranden in 2013 bedroeg ruim 19 duizend, een lichte daling in vergelijking met het voorgaande jaar. Van bijna 13 duizend buitenbranden was het object bekend. De papier- en vuilcontainerbranden vormden met 4 duizend branden hierbinnen de grootste groep. Met 3,4 duizend van de branden vormden de berm-, bos-, heide- en natuurbranden ook een belangrijk deel. Nog eens 3,2 duizend branden betroffen branden in personenauto s samen met overige auto (zie tabel 2.8 in bijlage A). 20 Brandweerstatistiek 2013

23 Bij 85 procent van de buitenbranden, waarbij in 2013 de oorzaak bij het CBS bekend was, werd brandstichting of vandalisme als oorzaak vermeld. Behalve bij afval op afgesloten terreinen lag de oorzaak bij alle soorten objecten voor minimaal drie kwart bij brandstichting of vandalisme. Bij afval op afgesloten terreinen was het verbranden hiervan of het afbranden van bermen de belangrijkste oorzaak (zie grafiek Buitenbranden naar oorzaak (excl. anders/onbekend), 2013* 4,2% 1,2% Brandstichting 10,2% 65,7% Vandalisme Afbranden van bermen, verbranden van afval Spelen met vuur door kinderen Ongeluk, aanrijding 18,8% Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.8 in bijlage A. 2.5 Slachtoffers en reddingen bij brand In 2013 zijn bijna 1,3 duizend personen slachtoffer geworden van brand, 300 personen minder dan het voorgaande jaar. Wel lag het aantal dodelijke slachtoffers (92) hoger dan in de periode 2009 t/m Het aantal gewonden bij brand daalde naar 700 personen. Verder zijn er 500 personen bij een brand gered, waarvan 400 door de brandweer (zie grafiek Branden 21

24 2.5.1 Slachtoffers en reddingen bij brand * Doden Reddingen Gewonden Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.9 in bijlage A. 2.6 Branden in woningen In 2013 zijn er 4 duizend woningbranden door de brandweer geregistreerd, een kleine 200 branden minder dan in In Noord-Holland vonden de meeste woningbranden plaats, het minste in Flevoland woningbranden in 2013*Aa Onder woningen worden de volgende typen gebouwen begrepen: etagewoning, portiekflat, portiekwoning, duplexwoning, vrijstaande woning, eengezinswoning, galerijflat, hoogbouwflat en (grote) villa. Verzorgingshuizen, woonboten, vakantiehuisjes e.d. worden niet als woning beschouwd. 22 Brandweerstatistiek 2013

25 0 Opkomsttijd bij branden in woningen In 44 procent van de woningbranden lukte het de brandweer om binnen acht minuten ter plaatse te zijn. Dat was iets meer dan in In Noord- Holland was de brand weer in 65 procent van de woningbranden binnen acht minuten ter plaatse. In Drenthe was de brandweer bij slechts 16 procent van de woningbranden binnen acht minuten ter plaatse. Het relatief hoge aantal vrijwillgers in combinatie met een laag gemiddeld aantal brandweerkazernes in dunbevolkte gebieden kunnen voor langere opkomsttijden zorgen (zie tabel 2.11 in bijlage A) Woningbranden en opkomsttijd binnen acht minuten, per provincie, 2013* Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Woningbranden (abs., linkeras) Opkomst binnen 8 minuten (%, rechteras) Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.10 en 2.11 in bijlage A. De opkomsttijden waren relatief lang bij vrijstaande woningen en villa s en relatief kort bij etage- en portiekwoningen en flats. Waarschijnlijk heeft dit ook weer te maken met de mate van stedelijkheid van de gebieden (zie tabel 2.12 in bijlage A). Branden 23

26 Woningbranden naar oorzaak Van de branden in etage- en eengezinswoningen in rij was de meest voor komende oorzaak een defect of verkeerd gebruik van een apparaat, zoals een wasdroger, frituurpan, televisie of fornuis. In hoogbouwflats was daarnaast brandstichting een veel voorkomende oorzaak. Meer dan een kwart van de branden in die flats werd aangestoken (zie tabel 2.13 in bijlage A). Slachtoffers bij branden in woningen In 2013 zijn er 40 dodelijke slachtoffers gevallen bij branden in woningen. Dat waren er 12 meer dan voorgaand jaar. Jaar op jaar verschilt dit aantal. Iets meer dan 43 procent van alle dodelijke slachtoffers bij brand vielen bij woningbranden. Daarnaast raakten bijna 400 personen gewond bij branden in woningen, waarvan 152 in een eengezinswoning in rij. In portiekflats vielen er 78 gewonden en bij branden in vrijstaande woningen waren dat er 49 (zie grafiek 2.6.2) Doden en gewonden bij woningbranden (excl. brandweerpersoneel), 2013* Doden 3% 8% Gewonden 17% 7% 38% 6% 15% 16% 5% 62% 11% 12% Eengezinswoning in rij Vrijstaande woning Etagewoning Portiekflat zonder doorgekoppeld balkon Portiekwoning Overige typen woningen 2) Voor achterliggende cijfers zie tabel 2.14 in bijlage A. 2) Onder de overige typen woningen vallen portiekflats met doorgekoppeld balkon, duplexwoningen, galerijflats, hoogbouwflats (inpandige gang), en grote villa's. 24 Brandweerstatistiek 2013

27 Hulpverleningen 3.

28 In 2013 werden er beduidend meer hulpverleningsverzoeken door de brandweer afgehandeld dan in de jaren ervoor. Twee zware stormen in de maanden oktober en december zorgden voor pieken door het bestrijden van wateroverlast en stormschade. In 2013 heeft de brandweer ruim 49 duizend terechte verzoeken om hulpverlening ontvangen, een stijging van meer dan 6 duizend ten opzichte van De belangrijkste oorzaak van deze stijging zijn de twee zware stormen die over Nederland raasden aan het eind van De maanden oktober en december vertoonden daardoor veel meer hulpverleningsactiviteiten dan de jaren ervoor. Met een aantal van bijna 16 duizend vonden de meeste hulpverleningen plaats in de provincie Zuid-Holland. De provincie Zeeland had met minder dan 700 hulpverleningen het laagste aantal. Het bevrijden of redden van personen en het bestrijden van wateroverlast en stormschade maakten een groot deel uit van het aantal hulpverleningen. Het aantal doden dat in 2013 viel bij hulpverleningsactiviteiten bedroeg ruim 500 en er vielen ruim 4,8 duizend gewonden. Er zijn ruim 10 duizend personen gered en bij 5 duizend personen is eerste hulp verleend Hulpverleningen, totaal en per 100 duizend inwoners Hulpverleningen totaal (linkeras) Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.1 in bijlage A. Hulpverleningen per 100 duizend inwoners (rechteras) 26 Brandweerstatistiek 2013

29 Het gemiddeld aantal hulpverleningen in 2013 per 100 duizend inwoners kwam voor heel Nederland uit op 294 (zie ook tabel 3.1 in bijlage A). In Groningen en Overijssel was dit aantal met 165 per 100 duizend inwoners het laagst, terwijl Noord-Holland met 460 hulpverleningen per 100 duizend inwoners relatief het hoogst scoorde (zie grafiek 3.0.2) Hulpverleningen per provincie, absoluut en per 100 duizend inwoners, 2013* Absoluut Minder dan tot tot en meer Per 100 duizend inwoners Minder dan tot tot 300 Meer dan 300 Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.1 in bijlage A. Aa hulpverleningen verricht door de brandweer Hulpverleningen 27

30 In 2013 hebben de Nederlandse brandweerkorpsen de meeste hulpverleningen verricht in de maanden oktober en december: het ging om respectievelijk ruim 8 duizend en bijna 6 duizend hulpverleningen. De zware stormen van 28 oktober en van 5 op 6 december 2013 zorgden voor deze hoge pieken in de hulpverlening. Het laagste aantal heeft de maand februari met bijna 2,7 duizend hulpverleningen (zie ook tabel 3.2 in bijlage A) Hulpverleningen naar maand, 2012 en 2013* x Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec * Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.2 in bijlage A. 3.1 Aard van de hulpverlening De ruim 49 duizend terechte verzoeken om hulpverlening die in 2013 bij de brandweer binnenkwamen, zijn onder te verdelen in verschillende soorten werkzaamheden. Per verzoek kunnen er meerdere soorten werkzaamheden worden uitgevoerd. Van de genoemde verleningsactiviteiten was het bevrijden of redden van personen met 6,9 duizend het meest genoemd. Met 6,7 duizend worden het bestrijden van wateroverlast of stormschade ook vaak genoemd. Dit laatste was beduidend vaker dan in 2012, toen dit 4,6 duizend hulpverleningen betrof. In 2,4 duizend gevallen moesten er dieren bevrijd worden. In 2,1 duizend gevallen was geen hulp van de brandweer (meer) nodig (zie ook grafiek Brandweerstatistiek 2013

31 3.1.1 Hulpverleningen naar soort werkzaamheden, 2012 en 2013* 2) Bergen of verwijderen van auto Reinigen van wegen of terreinen Openen van deuren Bevrijden van dieren Geen hulp meer nodig Wateroverlast of stormschade Bevrijden of redden van personen * Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.3 in bijlage A. 2) Percentage van de hulpverleningen, excl. anders/onbekend % Er wordt onderscheid gemaakt tussen hulpverleningen in en aan gebouwen en in de open ruimte. Ruim 28 duizend hulpverleningen hadden betrekking op gebouwen. Woongebouwen vormde de grootste categorie binnen de gebouwen waarin hulpverleningen plaatsvonden. In meer dan de helft van de incidenten was het soort gebouw onbekend of niet ingevuld. Bij de hulpverleningen in of aan woongebouwen bestonden de werkzaamheden van de brandweer vooral uit het bevrijden of redden van personen (44 procent), het bestrijden van water overlast of stormschade (27 procent) en het openen van deuren (18 procent) (zie tabel 3.4 in bijlage A) Hulpverleningen (gebouwen) naar object, 2013* 60,0% 28,1% 5,7% 1,8% 1,6% 2,8% Woongebouwen Zieken-, bejaarden-, verzorgingshuis Winkels Overig 2) Andere Onbekend/niet ingevuld Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.4 in bijlage A. 2) Horecabedrijven, chemische industrie, overige industrie, onderwijs, werkplaatsen. Hulpverleningen 29

32 Aa 28% van de hulpverleningen vond plaats in woongebouwen Hulpverleningen in de open ruimte kwam meer dan 21 duizend keer voor in Dat waren er 4,2 duizend minder dan in Voor alle hulpverleningen gold dat het bestrijden van wateroverlast of stormschade een derde van de werkzaamheden betrof. Het bevrijden of redden van personen in de open ruimte kwam in 27 procent van de gevallen voor. Van de hulpverleningen in de open ruimte hadden 6,7 duizend gevallen in 2013 betrekking op wegen, straten, bermen en terreinen. Hiervan bestond ruim 65 procent uit het bestrijden van wateroverlast of stormschade en ruim 22 procent uit het reinigen van wegen of terreinen. Verder vonden 3,1 duizend hulpverleningen in de open ruimte plaats bij personenauto s. Binnen deze categorie was het bevrijden of redden van personen veruit de meest voorkomende soort werkzaamheid (70 procent). In 21 procent van de gevallen hoefde de brandweer niet (meer) in actie te komen. Het reinigen van wegen of terreinen omvatte 8 procent en het bergen of verwijderen van auto s e.d. 7 procent van de werkzaamheden (zie grafiek 3.1.3) Hulpverleningen (geen gebouwen) naar object, 2013* 11,0% 31,7% Wegen, straten, bermen en terreinen Personenauto Water Overig 2) Andere Onbekend/niet ingevuld 32,3% 4,2% 5,9% 14,9% Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.5 in bijlage A. 2) Woonschip, andere motorvoertuigen, spoorwegmateriaal, scheepvaart, opslagterreinen. 30 Brandweerstatistiek 2013

33 3.2 Slachtoffers, reddingen en eerste hulp Het aantal doden dat in 2013 viel bij hulpverleningsactiviteiten bedroeg 527. In 2012 waren het er 541. Van de dodelijke slachtoffers zijn er 139 overleden als gevolg van beknelling en 47 door verdrinking of verstikking. Bij de 341 andere dodelijke slachtoffers was er sprake van een andere oorzaak of was de oorzaak onbekend). Het aantal gewonden kwam in 2013 uit op ruim 4,8 duizend, ruim 600 minder dan in Bij 60 procent van de gewonden was er sprake van bevrijden of redden van personen. Hieronder vallen ook de door de brandweer verrichte reanimaties en afhijsingen uit gebouwen van personen die vanuit hun woning naar het ziekenhuis gebracht moesten worden. Er zijn ruim 10 duizend personen bij een hulpverleningsactiviteit gered. Dat waren er bijna 900 minder dan het jaar ervoor. Bijna alle reddingen zijn uitgevoerd door brandweerpersoneel. Bij 5 duizend personen is er eerste hulp verleend; bijna 200 personen minder dan in In 70 procent van de gevallen werd eerste hulp verleend door een arts of ambulancepersoneel en in 25 procent van de gevallen door de brandweer (zie tabel 3.6 en 3.7 in bijlage A en grafiek Hulpverleningen in gebouwen In 2013 zijn in of aan gebouwen 112 dodelijke slachtoffers aangetroffen (zie tabel 3.8 in bijlage A). Er vielen 80 dodelijke slachtoffers in of bij woongebouwen. Bij gebouwen vielen ook bijna 1,2 duizend gewonden. Vaak betrof het hier het afhijsen uit gebouwen van personen. Daarnaast zijn er ook bijna 5 duizend reddingen uitgevoerd bij een hulpverleningsactiviteit van de brandweer. Zo n 250 reddingen zijn door anderen gedaan. Bij 3,7 duizend reddingen door brandweerpersoneel ging het om woongebouwen. Hier zijn ook weer afhijsingen een deel van. Door de brandweer is bijna 500 keer eerste hulp verleend in of bij gebouwen. Hulpverleningen in de open ruimte Bij hulpverleningen in de open ruimte waren er 415 dodelijke slachtoffers. De meesten hiervan vielen in een personenauto, namelijk 142. Hulpverleningen 31

34 Meer dan de helft van de 3,3 duizend gewonden bij hulpverleningen kwam voor in en bij personenauto s. Ook bij de 5 duizend reddingen had bijna 40 procent betrekking op personenauto s (zie tabel 3.8 in bijlage A) Slachtoffers en reddingen bij hulpverleningen, naar 2)3) werkzaamheden x * Doden Gewonden Eerste hulp Reddingen Voor achterliggende cijfers zie tabel 3.6 in bijlage A. 2) Exclusief brandweerlieden in functie. 3) Het is mogelijk dat per slachtoffer meerdere werkzaamheden zijn verricht. Eerste hulp Bij eerste hulp die in gebouwen plaatsvond, ging het in 79 procent van de gevallen om woongebouwen. Hierbij werd een kwart door de brandweer, in bijna 70 procent door arts/ambulancepersoneel en in 5 procent door anderen eerste hulp verleend (zie tabel 3.8 in bijlage A). In de open ruimte werden de meeste slachtoffers aangetroffen in of bij personenauto s (53 procent) en bijna 5 procent van de gevallen in of rond het water. Op wegen en straten vonden 8 procent van de eerste hulpverleningen plaats. De brandweer houdt zich tegenwoordig ook vaak bezig met reanimatie als zij als eerste bij een noodgeval is. 32 Brandweerstatistiek 2013

35 Personeel van de brandweer 4.

36 Bij de brandweer werkten in 2014 bijna 30 duizend mensen. Ruim 25 duizend hadden en repressieve brandbestrijdende functie; daarvan was 80 procent vrijwilliger. Het aantal vrouwelijke brandweerlieden vormde 5 procent van het totaal aantal brandbestrijders. In totaal waren op 1 januari 2014 bij de verschillende veiligheidsregio s 29,5 duizend mensen in dienst: 25,5 duizend brandweerlieden werkzaam met een repressieve (brandbestrijdende) functie en 4,1 duizend overige personeelsleden. Van de repressieve brandweerlieden was 80 procent vrijwilliger en 95 procent man. Onderverdeeld naar rangniveau behoorde 72 procent van de repressieve brandweer lieden tot het lagere personeel en 28 procent tot het middelbaar en hoger personeel (zie grafiek Brandweerlieden naar dienstverband en geslacht, op 1 januari x * Beroepskrachten Vrijwillig Voor achterliggende cijfers zie tabel 4.1 in bijlage A. 34 Brandweerstatistiek 2013

37 4.1 Personeel, werkzaam in een repressieve brandweerfunctie Begin 2014 waren bij de brandweer 25,5 duizend brandweerlieden werkzaam in een repressieve (brandbestrijdende) brandweerfunctie. Dit aantal is in de laatste 5 jaar steeds gedaald (zie tabel 4.2 in bijlage A). Het repressieve brandweerpersoneel kan worden onderverdeeld in 5,1 duizend beroepskrachten en 20,4 duizend vrijwilligers. Het totale aantal vrouwen per 1 januari 2014 vormde ruim 5 procent van het repressieve brandweerpersoneel (zie grafiek Hiervan zijn 1,1 duizend vrijwilligers en bijna 240 beroepskrachten Brandweerlieden naar dienstverband en geslacht, op 1 januari 2014* 19,0% 18,0% 5,1% 82,0% 75,8% Mannen vrijwillig Mannen beroeps Vrouwen beroeps en vrijwillig Vrouwen vrijwillig Vrouwen beroeps Voor achterliggende cijfers zie tabel 4.1 in bijlage A. Het personeel in een repressieve brandweerrang bestond voor 80 procent uit vrijwilligers. Daarbij zijn de regionale verschillen groot: van 28 procent vrijwilligers in de regio Amsterdam-Amstelland tot bijna 95 procent in de regio Noord- en Oost- Gelderland. Personeel van de brandweer 35

38 Van alle brandweerlieden in een repressieve rang behoorde 72 procent tot het lager personeel en 28 procent tot het middelbaar en hoger personeel. Op enkele regio s na bestaan er nauwelijks verschillen. De regio s Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam-Amstelland en Limburg-Zuid hebben verhoudingsgewijs iets meer lager personeel dan de andere regio s (zie grafiek 4.1.2) Brandweerlieden, werkzaam in een repressieve brandweerrang, 1 januari 2014* x Beroeps Vrijwillig Hoger en middelbaar Lager Voor achterliggende cijfers zie tabel 4.3 in bijlage A. Landelijk waren er op 1 januari 2014 gemiddeld 151 brandweerlieden per 100 duizend inwoners. Het gemiddelde aantal brandweerlieden in een repressieve brandweerrang, per 100 duizend inwoners verschilt sterk per regio. In Zeeland (342 per 100 duizend inwoners) waren er begin 2014 relatief meer dan 4 keer zoveel brandweerlieden werkzaam als in de regio Haaglanden en Amsterdam-Amstelland met respectievelijk Dd 79 en 83 per 100 duizend inwoners (zie grafiek 4.1.3). 5% van de repressieve brandweerlieden is vrouw 36 Brandweerstatistiek 2013

39 4.1.3 Brandweerlieden met een repressieve functie, per veiligheidsregio, per 100 duizend inwoners, op 1 januari 2014* Per 100 duizend inwoners Minder dan tot tot 200 Meer dan 200 Voor achterliggende cijfers zie tabel 4.4 in bijlage A. 4.2 Overig personeel van de brandweer Een deel van het personeel van de brandweer heeft géén repressieve taken, maar is belast met ondersteunende of beheersmatige taken. Op 1 januari 2014 waren in deze functies bij de brandweer bijna 4,1 duizend personen werkzaam. Dat komt neer op 14 procent van het totale personeel werkzaam voor de brandweer in Nederland. De regio Brabant-Zuidoost heeft per 100 duizend inwoners het meeste overig personeel (47 per 100 duizend inwoners), gevolgd door Utrecht en Gooi en Vechtstreek met bijna 40 per 100 duizend inwoners (zie tabel 4.5 in bijlage A). Personeel van de brandweer 37

40 5. Uitgaven aan de brandweer

41 Voor 2013 hebben de Nederlandse gemeenten miljoen euro begroot voor de financiering van de brandweer. Dat is gemiddeld 66 euro per inwoner. De veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond geeft in absolute zin het meeste uit aan de brandweer, terwijl de inwoners van de Amsterdam-Amstelland het meeste per persoon uitgeven. De uitgaven van de brandweer worden voor een belangrijk deel door de gemeenten gefinancierd. Gemeenten krijgen hiervoor een bijdrage uit het Gemeente fonds. Naast deze financieringsbron geeft de Rijksoverheid een rechtstreekse bijdrage aan de veiligheidsregio s 2), waar ook de brandweer onder valt. In 2013 bedroegen de begrootte netto-uitgaven van de gemeenten aan de brandweer en rampenbestrijding miljoen euro. Dat is ruim 5 miljoen euro meer dan de werkelijke uitgaven van In 2013 hadden 15 van de 25 veiligheidsregio s hogere uitgaven begroot dan zij in 2012 daadwerkelijk uitgaven. Ten opzichte van 2005 (724 miljoen euro) gaven gemeenten 54 procent meer uit aan de brandweer en rampenbestrijding. De gemiddelde uitgaven per inwoner van Nederland bleven in 2013 met 66 euro nagenoeg gelijk ten opzichte van de jaren daarvoor. Dat was bijna anderhalf keer zoveel als in 2005, toen dit nog 44 euro was (zie grafiek Uitgaven door gemeenten aan brandweer en rampenbestrijding x mln euro * Totale uitgaven (linkeras) Voor achterliggende cijfers zie tabel 5.1 in bijlage A. Gemiddeld per inwoner (rechteras) Ten tijde van het schrijven van de publicatie waren er nog geen gegevens beschikbaar van de werkelijke uitgaven over het jaar ) Sinds 1 januari 2014 zijn alle gemeentekorpsen samengevoegd tot veiligheidsregio s. Uitgaven aan de brandweer 39

42 5.1 Uitgaven van de veiligheidsregio s De veiligheidsregio s verschillen nogal van elkaar, bijvoorbeeld voor wat betreft grootte, aantal brandgevaarlijke objecten, stedelijkheid en de verhouding tussen beroepspersooneel en vrijwilligers. Dit is van invloed op de hoogte hun uitgaven. De veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft in 2013 de hoogste uitgaven begroot met 94 miljoen euro. Utrecht en Amsterdam-Amstelland volgden met respectievelijk 86 miljoen en 83 miljoen euro. De regio s met de laagste begroting waren Gooi- en Vechtstreek (19 miljoen euro) en Flevoland (23 miljoen euro). Ten opzichte van 2005 zijn de begrootte uitgaven in Rotterdam-Rijnmond met bijna 30 miljoen euro gestegen. In Utrecht werd 26 miljoen euro meer begroot. In Gooi- en Vechtstreek was de toename met ruim 6 miljoen euro het laagst (zie tabel 5.1 in bijlage A). 66 euro per inwoneraa 5.2 Uitgaven per inwoner per veiligheidsregio Een hoog uitgavenniveau van een veiligheidsregio wil niet zeggen dat deze regio relatief veel uitgeeft aan de brandweer. Daarom wordt in deze paragraaf de totale uitgaven gerelateerd aan het inwoneraantal van de veiligheidsregio. Inwoners van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland betalen relatief het meest met ruim 84 euro per persoon. Ook inwoners van Zaanstreek-Waterland betalen met bijna 84 euro meer dan gemiddeld. In de veiligheidsregio Fryslân waren de begrootte uitgaven het laagst met 44 euro per hoofd van de bevolking. Ook de veiligheidsregio Brabant-Noord begrootte met ruim 49 euro relatief weinig. 40 Brandweerstatistiek 2013

43 In vergelijking met 2005 wordt gemiddeld over Nederland 22 euro per inwoner meer uitgegeven aan de brandweer. In de veiligheidsregio Twente was de toename met 39 euro per hoofd van de bevolking het grootst. Ook in Kennemerland en Hollands-Midden was de stijging per hoofd van de bevolking meer dan 30 euro. De stijging was het laagst in de veiligheidsregio s Fryslân en Gelderland-Midden, met respectievelijk 7 en 11 euro per hoofd van de bevolking (zie grafiek Uitgaven aan de brandweer, per inwoner, per veiligheidsregio, 2013* Minder dan 50 euro 50 tot 60 euro 60 tot 70 euro 70 euro en meer Voor achterliggende cijfers zie tabel 5.2 in bijlage A. Uitgaven aan de brandweer 41

44 Bijlagen A. Statistische bijlage A1.1 Meldingen naar type Totaal Brand Hulpverlening waarvan loos alarm x x % ,1 37,8 118,9 39,2 32, ,7 46,5 138,2 52,8 38, ,4 42,3 143,7 63,6 44, ,6 46,9 156,5 67,7 43, ,2 48,6 150,8 66,3 44, ,2 48,3 155,5 68,7 44, ,6 46,5 142,2 63,4 44,6 2013* 86,7 52,2 138,9 53,4 36,5 Groningen 2,1 1,1 3,2 1,2 33,0 Friesland 2,9 1,2 4,1 1,6 38,5 Drenthe 2,8 0,9 3,7 1,7 44,8 Overijssel 5,7 2,2 7,9 4,3 50,0 Flevoland 2,1 0,8 3,0 1,3 43,1 Gelderland 9,0 4,8 13,8 5,7 38,3 Utrecht 5,7 3,0 8,7 4,2 43,5 Noord-Holland 12,9 13,1 26,0 8,1 28,9 Zuid-Holland 24,0 16,2 40,3 14,0 34,0 Zeeland 1,9 0,7 2,6 1,1 40,0 Noord-Brabant 11,7 5,5 17,2 6,8 37,5 Limburg 5,7 2,6 8,3 3,5 39,8 Bron: CBS. 42 Brandweerstatistiek 2013

45 A1.2 Meldingen naar type, per duizend inwoners Totaal Brand Hulpverlening waarvan loos alarm per inwoners ,8 2,3 7,1 2, ,8 2,9 8,7 3, ,2 2,6 8,8 3, ,6 2,8 9,5 4, ,2 2,9 9,1 4, ,4 2,9 9,3 4, ,7 2,8 8,5 3,8 2013* 5,2 3,1 8,3 2,6 Groningen 3,7 1,9 5,6 2,1 Friesland 4,5 1,9 6,3 2,5 Drenthe 5,8 1,9 7,6 3,4 Overijssel 5,0 2,0 6,9 3,8 Flevoland 5,4 2,1 7,4 3,2 Gelderland 4,5 2,4 6,9 2,8 Utrecht 4,6 2,4 7,0 3,3 Noord-Holland 4,7 4,8 9,6 1,9 Zuid-Holland 6,7 4,5 11,3 1,9 Zeeland 5,0 1,9 6,9 2,9 Noord-Brabant 4,7 2,2 7,0 2,7 Limburg 5,1 2,3 7,4 3,1 Bron: CBS. Bijlagen 43

46 A1.3 Brandmeldingen naar type en aard Geen loos alarm Totaal Loos alarm totaal schoorsteenbranden buitenbrand kleine binnenbrand (middel)grote binnenbrand x ,1 35,0 46,1 2,2 30,3 12,3 1, ,7 45,7 46,0 1,7 30,4 12,4 1, ,4 58,2 43,2 1,5 28,5 11,2 1, ,6 62,5 47,1 1,9 29,7 12,9 2, ,2 61,1 42,0 2,1 24,4 12,9 2, ,2 65,2 41,9 1,8 25,7 12,5 2, ,6 59,8 35,8 1,7 19,7 12,6 1,8 2013* 86,7 50,6 36,1 1,7 19,3 13,4 1,6 % 2013* ,4 41,6 2,0 22,3 15,5 1,8 Bron: CBS. A1.4 Meldingen voor hulpverlening naar type en aard Geen loos alarm Totaal Loos alarm totaal gebouwen geen gebouwen x ,8 4,2 33,6 14,0 19, ,5 7,1 39,4 15,0 24, ,3 5,4 36,9 15,3 21, ,9 5,2 41,7 21,9 19, ,6 4,9 43,7 23,3 20, ,3 3,4 44,9 21,0 23, ,5 3,5 43,0 17,8 25,2 2013* 52,2 2,8 49,4 28,4 21,0 % 2013* 100 5,4 94,6 54,4 40,3 Bron: CBS. 44 Brandweerstatistiek 2013

47 A1.5 Loos alarm bij brandmeldingen naar tijdstip van de melding Gemiddelde * x :00 01:00 uur 1,5 1,1 01:00 02:00 uur 1,2 1,1 02:00 03:00 uur 1,1 1,0 03:00 04:00 uur 1,0 0,8 04:00 05:00 uur 0,9 0,7 05:00 06:00 uur 0,9 0,7 06:00 07:00 uur 1,1 1,0 07:00 08:00 uur 1,7 1,6 08:00 09:00 uur 2,5 2,3 09:00 10:00 uur 2,6 2,6 10:00 11:00 uur 2,8 2,8 11:00 12:00 uur 3,1 3,2 12:00 13:00 uur 3,1 3,3 13:00 14:00 uur 2,7 2,8 14:00 15:00 uur 2,7 2,7 15:00 16:00 uur 2,6 2,5 16:00 17:00 uur 2,9 3,2 17:00 18:00 uur 3,6 3,9 18:00 19:00 uur 2,9 2,9 19:00 20:00 uur 2,5 2,4 20:00 21:00 uur 2,3 2,2 21:00 22:00 uur 2,1 2,0 22:00 23:00 uur 1,9 1,7 23:00 24:00 uur 1,7 1,9 Bron: CBS. Bijlagen 45

48 A1.6 Loos alarm bij branden en hulpverleningen Brandmeldingen via brandmeldinstallatie Brandmeldingen overig Hulpverleningsmeldingen * Bron: CBS. 46 Brandweerstatistiek 2013

49 A1.7 Loos alarm naar aard Totaal Branden Hulpverlening x ,2 35,0 4, ,8 45,7 7, ,6 58,2 5, ,7 62,5 5, ,0 61,1 4, ,7 65,2 3, ,4 59,8 3,5 2013* 53,4 50,6 2,8 Groningen 1,2 1,1 0,2 Friesland 1,6 1,6 0,1 Drenthe 1,7 1,7 0,0 Overijssel 4,3 3,9 0,3 Flevoland 1,3 1,3 0,0 Gelderland 5,7 5,3 0,4 Utrecht 4,2 3,8 0,4 Noord-Holland 8,1 7,5 0,6 Zuid-Holland 14,0 13,7 0,3 Zeeland 1,1 1,0 0,1 Noord-Brabant 6,8 6,5 0,3 Limburg 3,5 3,3 0,2 Bron: CBS. Bijlagen 47

50 A1.8 Loos alarm via brandmeldinstallaties naar object en oorzaak, 2013* waarvan ten gevolge van Totaal werkzaamheden storing apparatuur andere oorzaak x % Totaal 42, Gezondheidszorg 6, waaronder verpleeghuis 3, ziekenhuis 1, psychiatrisch ziekenhuis 0, Woongebouwen 5, waaronder verzorgingshuis 2, gezinsvervangend tehuis 1, opvangtehuis 0, Bijeenkomstgebouw 2, (ontmoeting, verzamel) Logiesgebouw 1, waaronder hotel, motel 1, Kantoorgebouw 1, Overig 23, Bron: CBS. 48 Brandweerstatistiek 2013

51 A2.1 Branden naar aard, per jaar en per provincie Alle branden Schoorsteenbrand Buitenbrand Binnenbrand totaal kleine brand grote brand x ,1 2,2 30,3 13,6 12,3 1, ,0 1,7 30,4 13,9 12,4 1, ,2 1,5 28,5 13,1 11,2 1, ,1 1,9 29,7 15,4 12,9 2, ,0 2,1 24,4 15,6 12,9 2, ,9 1,8 25,7 14,5 12,5 2, ,8 1,7 19,7 14,4 12,6 1,8 2013* 36,1 1,7 19,3 15,0 13,4 1,6 Groningen 1,1 0,1 0,6 0,4 0,3 0,1 Friesland 1,3 0,1 0,7 0,5 0,5 0,1 Drenthe 1,2 0,1 0,6 0,4 0,3 0,1 Overijssel 1,7 0,2 1,0 0,6 0,4 0,1 Flevoland 0,9 0,0 0,6 0,2 0,2 0,0 Gelderland 3,8 0,3 2,1 1,3 1,1 0,2 Utrecht 1,9 0,1 1,2 0,6 0,6 0,1 Noord-Holland 5,4 0,2 2,7 2,5 2,2 0,3 Zuid-Holland 10,4 0,2 4,8 5,4 5,2 0,2 Zeeland 0,9 0,0 0,5 0,3 0,2 0,1 Noord-Brabant 5,3 0,4 2,9 2,0 1,8 0,3 Limburg 2,4 0,1 1,6 0,7 0,6 0,1 Bron: CBS. Bijlagen 49

52 A2.2 Branden per 100 duizend inwoners naar aard, per jaar en per provincie Alle branden Schoorsteenbrand Buitenbrand Binnenbrand totaal kleine brand grote brand x * Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Bron: CBS. 50 Brandweerstatistiek 2013

53 A2.3 Gemiddelde opkomsttijd bij brand Tijd tussen melding en alarmering Tijd tussen alar mering en uitruk Rijtijd Opkomsttijd ,5 2,8 4,2 7, ,6 3,0 4,3 7, ,8 3,1 4,4 8, ,2 3,4 4,8 9, ,7 3,3 4,5 9, ,8 3,5 4,6 9, ,0 3,5 4,8 10, ,0 3,3 4,9 10, ,1 3,2 4,9 10, ,9 3,1 5,0 10, ,6 3,1 5,1 9, ,4 3,2 5,1 9, ,2 3,0 5,5 9,6 2013* 1,2 2,8 5,6 9,6 Bron: CBS. Bijlagen 51

Brandweerstatistiek 2012

Brandweerstatistiek 2012 Brandweerstatistiek 2012 Brandweerstatistiek 2012 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer ** Nader voorlopig cijfer x Geheim Nihil (Indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2010

Brandweerstatistiek 2010 Brandweerstatistiek 2010 Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) het getal is kleiner

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2008

Brandweerstatistiek 2008 Brandweerstatistiek 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2011

Brandweerstatistiek 2011 Brandweerstatistiek 0 07 08 09 0 3 4 Centraal Bureau voor de Statistiek Brandweerstatistiek 0 Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2007

Brandweerstatistiek 2007 Brandweerstatistiek 2007 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is kleiner dan de

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2009

Brandweerstatistiek 2009 Brandweerstatistiek 2009 Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) het getal is kleiner

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2004

Brandweerstatistiek 2004 Brandweerstatistiek 004 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 48 73 XZ Voorburg Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair Bedrijf Druk OBT bv, Den Haag Omslagontwerp

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 20 20 mei 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt licht 3 Werkloze beroepsbevolking (17) 4 Verklaring van tekens 5 Colofon 5 Meer recente gegevens

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2002

Brandweerstatistiek 2002 Brandweerstatistiek 00 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 48 73 XZ Voorburg Druk Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair Bedrijf Omslagontwerp Wat Ontwerpers,

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 51 22 december 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets minder dan een half miljoen werklozen 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (21) 4 Verklaring van tekens

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2005

Brandweerstatistiek 2005 Brandweerstatistiek 2005 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 428 2273 XZ Voorburg Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair Bedrijf Druk OBT bv, Den Haag

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2006

Brandweerstatistiek 2006 Brandweerstatistiek 2006 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 428 2273 XZ Voorburg Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair Bedrijf Druk OBT bv, Den Haag

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 35 27 augustus 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid verder gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumenten zijn

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25 Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 25 23 juni 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (20) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consument een stuk

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 17 28 april 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (12) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 47 24 november 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid blijft dalen 3 Werkloze beroepsbevolking(43) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen consument

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 04 28 januari 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid opnieuw gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 CBS: Consumenten

Nadere informatie

Toerisme in Caribisch Nederland 2016

Toerisme in Caribisch Nederland 2016 Paper Toerisme in Caribisch Nederland 216 Juli 217 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Losse elektronische publicatie, 1 Inhoud 1. Bonaire 3 1.1 Samenvatting 216 3 1.2 Toeristen per vliegtuig 4 1.3

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 33 18 ustus 2016 Inhoud 1. Inkomen en bestedingen 3 Consumentenconjunctuuronderzoek 1) (29) 4 Verklaring van tekens 5 Colofon 5 Meer recente gegevens Het Statistisch

Nadere informatie

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007 08 Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007 Harold Kroeze en Ivo Gorissen Centrum voor Beleidsstatistiek Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 23 9 juni 2016 Inhoud 1. Financiële en zakelijke diensten 3 Kappers en schoonheidsverzorging (SBI 9602); waarde-, prijs- en volumeontwikkeling van de omzet (2010=100)(09)

Nadere informatie

Bevolkingstrends 2013. Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken

Bevolkingstrends 2013. Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken Bevolkingstrends 2013 Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken Frank Bloot november 2013 Van de vier grootste gemeenten in ons land is het aantal inwoners in Utrecht de afgelopen tien

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 39 29 september 2016 Inhoud 1. Inkomen en bestedingen 3 Vertrouwen consument stijgt aanzienlijk 3 Consumentenconjunctuuronderzoek (33) 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

Brandweerstatistiek 2001

Brandweerstatistiek 2001 Brandweerstatistiek 2001 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Prinses Beatrixlaan 428 2273 XZ Voorburg Druk Centraal Bureau voor de Statistiek Facilitair Bedrijf Omslagontwerp Wat Ontwerpers,

Nadere informatie

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 27 september 2012 Statistisch Bulletin 12 39 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 43 27 oktober 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (38) 4 2. Bevolking 5 I. Bevolking, stand en dynamiek

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers,

Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers, Pensioenfondsen ndsen en hun deelnemers, 17 Eddy van de Pol Publicatiedatum CBS-website: 1 april 9 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil =

Nadere informatie

Elena van Kampen en Marty Rottman. Publicatiedatum CBS-website: 20 december Voorburg/Heerlen, 2007

Elena van Kampen en Marty Rottman. Publicatiedatum CBS-website: 20 december Voorburg/Heerlen, 2007 07 06 Grote verschillen vermogenspositie 20060schillen 0schillen in provincies Elena van Kampen en Marty Rottman Publicatiedatum CBS-website: 20 december 2007 Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens.

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 12 december 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 De Nederlandse landbouwexport 2017 De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 Uitgave 2018 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer **

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 42 20 oktober 2016 Inhoud 1. Industrie en energie 3 Hoeveelheidsindexcijfers van de productie in de nijverheid (2010=100), maandgegevens (37) 3 Productie in de nijverheid

Nadere informatie

1999 2004 van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen

1999 2004 van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen 08 Regionaal consistente 0o stente tijdreeksen 1999 2004 van de COROP-gebieden Achterhoek en Arnhem/Nijmegen Publicatiedatum CBS-website: 3 februari 2009 Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. =

Nadere informatie

VUT-fondsen kalven af

VUT-fondsen kalven af 132 VUT-fondsen kalven af Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Paff Publicatiedatum CBS-website: 03-07-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer

Nadere informatie

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend 08 Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend Laurens Cazander Publicatiedatum CBS-website: 3 februari 2009 Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 36 4 september 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten (procentuele

Nadere informatie

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 De Nederlandse landbouwexport 2017 De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 Uitgave 2018 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer **

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 11 17 maart 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie in februari blijft gelijk 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (07) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007 7 Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 27 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 24 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 41 13 oktober 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie daalt naar 0,1 procent 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (37) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Vastgoedbericht juni 2008

Vastgoedbericht juni 2008 Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 30

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 30 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 30 24 juli 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt opnieuw 3 Technische toelichting 4 Werkloze beroepsbevolking 1) 6 2 Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 28 14 juli 2016 Inhoud 1. Macro-economie 3 Koerswaarde van aandelen (25) 3 2. Prijzen 3 Inflatie in juni blijft ongewijzigd op 0 procent 3 I Consumentenprijsindex

Nadere informatie

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 08 07 Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005 Karin Hagoort, Kathleen Geertjes en Osman Baydar Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker

Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker 7 Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker Marjolijn Jaarsma Publicatiedatum CBS-website: 9 april 28 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer

Nadere informatie

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts m0 Verschillen in cijfers over huisartscontacten tussen 0u sen POLS-Gezondheid en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts Publicatiedatum CBS-website: november 2009 Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

VUT-fondsen op weg naar het einde

VUT-fondsen op weg naar het einde Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 24 16 juni 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie blijft in mei 0 procent 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (19) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Helft van de gemeentelijke uitgaven in 2005 door top-25

Helft van de gemeentelijke uitgaven in 2005 door top-25 Publicatiedatum CBS-website: 21 juli 2007 Helft van de gemeentelijke uitgaven in 2005 door top-25 G. Batenburg, P.N.J. Tesselaar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 2007 Verklaring der

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs 07 s07 Meer gemeentegeld 0e entegeld voor veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs Wouter Jonkers Publicatiedatum CBS-website: 7 april 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 15 14 april 2016 Inhoud 1. Prijzen 3 Inflatie blijft stabiel in maart 3 I. Consumentenprijsindex alle huishoudens (2015=100) (11) 4 II. Consumentenprijsindex, alle

Nadere informatie

Binnensteden en hun bewoners

Binnensteden en hun bewoners Binnensteden en hun bewoners 11 Bert Raets Publicatiedatum CBS-website: 23 september 211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x

Nadere informatie

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 De Nederlandse landbouwexport 2017 De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 Uitgave 2018 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer **

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

02 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 02 mei 2013 Statistisch Bulletin 13 18 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 De Nederlandse landbouwexport 2017 De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 Uitgave 2018 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer **

Nadere informatie

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 De Nederlandse landbouwexport 2017 De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017 Uitgave 2018 Verklaring van tekens. Gegevens ontbreken * Voorlopig cijfer **

Nadere informatie

25 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

25 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 25 maart 2010 Statistisch Bulletin 10 12 no. Jaargang 66 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil 2009 2010 = 2009 tot en met

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling ing Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 27 maart 28 Voorburg/Heerlen, 28 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Stroomschema financiering zorg 2007 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Stroomschema financiering zorg 2007 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Stroomschema financiering zorg 2007 121 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

In wat voor gezin worden kinderen geboren?

In wat voor gezin worden kinderen geboren? Bevolkingstrends 214 In wat voor gezin worden kinderen geboren? Suzanne Loozen Marina Pool Carel Harmsen juni 214 CBS Bevolkingstrends juni 214 1 Tot eind jaren zeventig werden vrijwel alle kinderen binnen

Nadere informatie

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

6 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 6 september 2012 Statistisch Bulletin 12 36 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012 Webartikel 2014 Rendementen en CO -emissie van 2 elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012 Reinoud Segers 31-03-2014 gepubliceerd op cbs.nl CBS Rendementen en CO2-emissie elektriciteitsproductie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Anderhalf jaar stijgende lijn werkloosheid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Anderhalf jaar stijgende lijn werkloosheid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-003 17 januari 2013 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen Werkloosheid in december opgelopen naar 7,2 procent Vanaf medio vrijwel voortdurende stijging

Nadere informatie

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

3 mei Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 3 mei 2012 Statistisch Bulletin 12 18 no. Jaargang 68 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien voorkomend

Nadere informatie

Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen

Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen 0n07 07 Gemeenten voegen 2,3 miljard euro toe aan eigen vermogen Florianne Matser en Wouter Jonkers Publicatiedatum CBS-website: 14 juli 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Stroomschema financiering zorg 2006 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Stroomschema financiering zorg 2006 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Stroomschema financiering zorg 2006 121 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

Einde in zicht voor de VUT

Einde in zicht voor de VUT Einde in zicht voor de VUT 11 0 Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 1 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** =

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid licht gedaald www cbs nl Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-017 15 maart 2012 9.30 uur Werkloosheid licht gedaald In februari minder werklozen dan in januari Licht stijgende trend in de afgelopen vier

Nadere informatie

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Sociaaleconomische trends 213 Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Harry Bierings en Bart Loog juli 213, 2 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaaleconomische trends, juli 213, 2 1 De afgelopen

Nadere informatie

Fors minder verkeersdoden in 2013

Fors minder verkeersdoden in 2013 Persbericht PB-025 24-04-2014 09.30 uur Fors minder verkeersdoden in 2013 570 verkeersdoden in 2013; 80 minder dan in 2012 Forse afname bij motorrijders Ook daling bij inzittenden personenauto, fietsers

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 49 8 december 2016 Inhoud 1. Financiële en zakelijke diensten 3 Kappers en schoonheidsverzorging (SBI 9602); waarde-, prijs- en volumeontwikkeling van de omzet (2010=100)

Nadere informatie

Stroomschema financiering zorg 2012

Stroomschema financiering zorg 2012 Stroomschema financiering zorg 2012 6-10-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS Stroomschema financiering zorg 2012 1 20.553 II Overheid Instellingen Gezinnen/werknemers Bedrijven Incl. niet-ingezetenen 5.289

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 22 augustus 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Toerisme in Caribisch Nederland 2015

Toerisme in Caribisch Nederland 2015 Paper Toerisme in Caribisch Nederland 2015 September 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Bonaire 3 1.1 Samenvatting 2015 3 1.2 Toeristen per vliegtuig 3 1.3 Toeristen per boot 6 2. Sint-Eustatius

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

23 december Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

23 december Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 23 december 2010 Statistisch Bulletin 10 51 no. Jaargang 66 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil 2009 2010 = 2009 tot en

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 40 6 oktober 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Indexcijfers cao-lonen en contractuele loonkosten (35) 3 Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

14 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

14 maart Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek 14 maart 2013 Statistisch Bulletin 13 11 no. Jaargang 69 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Resultaten E-commerce Onderzoek Caribisch Nederland

Resultaten E-commerce Onderzoek Caribisch Nederland Paper Resultaten E-commerce Onderzoek Caribisch Nederland 18 19 Maart 19 CBS Paper, 1 Inhoud Inleiding 3 Resultaten e-commerce online aankopen 4 Problemen met bestellen 6 Problemen met betalen 7 Problemen

Nadere informatie

Toerisme in Caribisch Nederland 2017

Toerisme in Caribisch Nederland 2017 Paper Toerisme in Caribisch Nederland 2017 Mei 2018 CBS Paper, 1 Inhoud 1. Bonaire 3 1.1 Aantal toeristen per vliegtuig op Bonaire in 2017 met 5 procent gedaald 3 1.2 Bijna een verdubbeling van het aantal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet verder gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet verder gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-021 17 maart 2011 9.30 uur Werkloosheid niet verder gedaald Lichte toename werkloosheid bij mannen Aantal werkzoekenden bij UWV vrijwel onveranderd Daling

Nadere informatie

Stroomschema financiering zorg 2010 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012

Stroomschema financiering zorg 2010 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Stroomschema financiering zorg 2010 121 Publicatiedatum CBS-website: 3 september 2012 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

Banen en zelfstandigen

Banen en zelfstandigen 07 Banen en zelfstandigen Maatwerktabellen E,til0n E,til Anouk de Rijk en Harold Kroeze Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Werkloosheid daalt verder in september

Werkloosheid daalt verder in september Persbericht Pb14-061 16 oktober 2014 9.30 uur Werkloosheid daalt verder in september - Opnieuw meer mensen aan het werk - In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos - Aantal WW-uitkeringen

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2014 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2014 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures UWV 4 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW/WW/WBB

Nadere informatie

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten 07 Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten Michel van Veen Publicatiedatum CBS-website: 20 november 2008 Den Haag/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 9 27 februari 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid opnieuw gestegen 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen 6 Stemming consument

Nadere informatie