Werkblad beschrijving interventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkblad beschrijving interventie"

Transcriptie

1 Werkblad beschrijving interventie Gebruik de handleiding bij dit werkblad of Contact NJi Contact RIVM Gert van den Berg Sandra van Dijk De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke en onafhankelijke commissie die de kwaliteit en effectiviteit van interventies beoordeelt voor jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, ontwikkelingsstimulering, gezondheidsbevordering en preventie. De commissie is ingesteld en wordt secretarieel ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en RIVM Centrum Gezond Leven. 1

2 Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam (Post)adres Postcode Plaats Telefoon Fax Website (van de interventie) Gehandicaptensport Nederland /LVC3/NOC*NSF p/a Postbus CE Bunnik communicatie@specialheroes.nl Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam (Post)adres Postcode Plaats Telefoon Fax Erna Mannen (programmaleider) Postbus 200/Regulierenring 2B 3980 CE Bunnik mannen@specialheroes.nl Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd. Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen. Documentnummer 1. Interventiebeschrijving Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen 2

3 Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1 Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven? X Ja Nee Vraag 2 Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen? X Ja Nee Vraag 3.1 Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken? X Ja Nee Vraag 4.1 Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd? X Ja Nee Vraag 4.2 Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten? X Ja Nee Vraag 5 Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn? X Ja Nee Vraag 6 Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)? X Ja Nee Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse? X Ja Nee Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten? X Ja Nee Vraag 8 Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen? X Ja Nee Overige Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn? X Ja Nee 3

4 Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden. Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie. Doel De doelstelling van is om door middel van een structurele inbedding van sport- en beweegactiviteiten binnen en buiten de school de sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs te vergroten. richt zich enerzijds op het vergroten van de sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs en anderzijds op het realiseren van een structurele inbedding van bewegings- en sportactiviteiten binnen en buiten school. wil kinderen en jongeren met een handicap (in de leeftijd van 6-19 jaar) zelf laten ervaren hoe leuk sporten en bewegen kan zijn. De leerlingen in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs staan dan ook centraal en de school vormt de spil in de aanpak. is een landelijk sportstimuleringsprogramma met regionaal projectleiders in alle regio s van het land. Het programma wordt in nauwe samenwerking met scholen, lokale sportaanbieders en gemeenten uitgevoerd. Het uiteindelijke streven is dat de leerlingen in hun vrije tijd bij een sportvereniging gaan sporten en bewegen, net als hun leeftijdsgenoten zonder handicap. Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is. Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie. Doelgroep Het sportstimuleringsprogramma richt zich op de achterblijvende sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in de leeftijd van 6 tot en met 19 jaar. Ter informatie: het speciaal onderwijs is verdeeld in vier clusters. Zie voor een toelichting op deze clusters paragraaf 3 (doelgroep). Aanpak Het programma kent een gefaseerde aanpak die bestaat uit: Fase 0 Creëren van draagvlak Creëren van draagvlak binnen de school op zowel managementniveau als uitvoerend niveau. Fase 1 Binnenschools aanbod Tijdens deze fase worden sportverenigingen/sportaanbieders gevraagd om tijdens de reguliere gymlessen sportactiviteiten aan te bieden. Fase 2 Naschools aanbod/ buitenschools aanbod De sportverenigingen/-aanbieders verzorgen aansluitend aan de schooltijd een sportaanbod op de school zelf of een sportaanbod na schooltijd binnen de vereniging. Leerlingen kunnen van hieruit de stap maken naar de vereniging. Fase 3 Nazorgtraject De leerlingen worden lid van de vereniging en centraal staat het borgen van de continuïteit van het programma en de sportdeelname van de leerlingen. Verder zijn vanzelfsprekend randvoorwaardelijke aspecten van belang. Zie paragraaf 4.1 en 4.2 en bijlage 2 voor een uitgebreide beschrijving. Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is. Materiaal Ten behoeve van het programma is divers materiaal ontwikkeld waaronder een handboek voor regionaal projectleiders, diverse folders en PRmiddelen. Voor sportverenigingen die een aanbod voor de doelgroep hebben of gaan starten is een apart handboek beschikbaar. 4

5 Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden. Onderzoek In 2011 is een rapport verschenen waarin de startsituatie van het programma in cluster 3- scholen is beschreven. Hieruit blijkt dat leerlingen van de deelnemende cluster 3-schlen veel minder bewegen dan leerlingen in het reguliere onderwijs. Scholen geven aan dat zij plezier en ontspanning als de belangrijkste aspecten van sport voor hun leerlingen zien. In het najaar van 2012 worden de resultaten van de eindmeting voor het programma van de cluster 3-scholen bekend. 5

6 Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden. Kinderen en jongeren met een handicap in het speciaal onderwijs bewegen en sporten minder dan hun leeftijdsgenoten zonder handicap en zijn minder vaak lid van een sportvereniging. Recent onderzoek onder ouders van leerlingen met een verstandelijke, lichamelijke en/of meervoudige handicap op cluster 3-scholen laat zien dat ongeveer een derde van deze leerlingen niet aan sport doet (criterium, minimaal eens per jaar) (Van Lindert en Van den Dool, 2011). Het onderzoek vond plaats bij scholen die deelnemen aan het sportstimuleringsprogramma 1. Onder kinderen en jongeren in het regulier onderwijs is het percentage niet-sporters veel lager, namelijk vijf procent (Aanvullend Voorzieningengebruik Onderzoek 2007, SCP-CBS) (zie ook figuur 1 in bijlage 3). Eerder onderzoek laat een vergelijkbaar beeld zien (Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008). Van de cluster 3- leerlingen is 46 procent lid van een sportvereniging, tegenover ongeveer zeventig procent van de kinderen in het regulier onderwijs (Sportersmonitor 2010; Van Lindert en Van den Dool, 2011). Onderzoek naar de effecten van lichamelijke activiteit dan wel risico s van inactiviteit voor kinderen en jongeren met een handicap is nauwelijks voorhanden. Toch is het aannemelijk dat de positieve effecten van bewegen en sport ook gelden voor deze groep. Immers: Sport en bewegen voorziet ieder individu, met welke kenmerken dan ook, in een fundamentele behoefte aan individueel welzijn (Kobes en De Vries, 2004). Ook de risico s van inactiviteit zullen vergelijkbaar zijn met die bij mensen zonder handicap. Denk hierbij aan overgewicht (Van den Hurk et al., 2007; Schönbeck & Van Buuren, 2010; Schrijvers en Schoemaker, 2008). Gehandicapte kinderen hebben relatief vaker te maken met overgewicht en obesitas dan kinderen zonder handicap. Bijna een kwart van de cluster 3-leerlingen (6-19 jaar) heeft overgewicht (20%) of obesitas (4%) (Van Lindert en Van den Dool, 2011), tegenover veertien procent van de kinderen en jongeren in het regulier onderwijs (5-14 jaar) (Sportersmonitor 2010) 2. Kinderen en jongeren met een handicap neigen meer naar lichamelijke inactiviteit dan jongeren zonder handicap (Batissa, 2001; Cooper et al., 1999; King et al., 2003; Wilson et al., 2002). Ook is bekend dat kinderen met een handicap vaak moeilijker aansluiting vinden bij de sportvereniging in de buurt. Bewegen is echter wel een goede manier om in contact te komen met andere kinderen. Een gevolg van een lagere sportdeelname in verenigingsverband voor kinderen en jongeren met een handicap kan sociaal isolement zijn. Deelname aan sport (via een sportvereniging) kan de integratie in de 1 In totaal bezoeken bijna leerlingen een cluster 3-school. Bij ongeveer 100 scholen die vanaf 2010 zijn gaan deelnemen aan het sportstimuleringsprogramma is onder ouders van leerlingen een vragenlijst uitgezet om inzicht te krijgen in het huidige sport- en beweeggedrag van de leerlingen en hun wensen op dat gebied. Aan het onderzoek deden ouders van leerlingen mee, verspreid over 71 scholen. 2 Bij beide onderzoeken is de bmi berekend op basis van zelfgerapporteerde gegevens over gewicht en lengte van kinderen via de ouders. 6

7 2. Doel van de interventie maatschappij bevorderen van kinderen met een handicap. Zij krijgen hiermee de kans om buiten schooltijd en de thuissituatie contacten op te doen met leeftijdsgenoten. Dat is voor deze leerlingen van groot belang omdat zij, vanwege het vervoer in busjes van en naar school, vaak lange dagen maken (Van Lindert en Van den Dool, 2011). NB. De focus van het programma ligt op de landelijke uitrol op cluster 3- scholen en cluster 1-scholen (zie voor meer informatie paragraaf 13). Over cluster 3 is op dit moment het meeste informatie bekend en dit is hierboven opgenomen. Over de sportdeelname van leerlingen van cluster 1-scholen (visuele handicap) is bekend dat deze met 51% aanzienlijk lager ligt dan die van kinderen met andere handicaps (Van Lindert et al., 2008). Deze theoretische onderbouwing sluit aan bij de huidige focus van het programma (cluster 3 en cluster 1). Voor de volledigheid wordt in paragraaf 3 kort een beschrijving gegeven van het gehele werkveld speciaal onderwijs. Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Doel Het doel van het programma is: Door middel van een structurele inbedding van sport- en beweegactiviteiten binnen en buiten de school de sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs vergroten. In het doel zijn twee componenten te onderscheiden, namelijk: a. Sportdeelname leerlingen in het speciaal onderwijs vergroten. Deze component bevindt zich op het niveau van het individu, de leerling dus. b. Structurele inbedding van bewegings- en sportactiviteiten binnen en buiten school realiseren. Deze component bevindt zich op organisatieniveau en betreft zowel de school als het aanbod. Beide componenten zijn niet los van elkaar te zien en versterken elkaar. In deze onderbouwing worden aan beide aspecten aandacht gegeven. Doelstellingen gericht op individueel niveau: Vergroten van de sportdeelname. Na 2 jaar deelname aan het programma hebben zoveel mogelijk leerlingen van de deelnemende scholen kennisgemaakt met. Na 2 jaar deelname aan het programma is het aantal leerlingen dat lid is geworden of staat ingeschreven bij een sport- of beweegaanbieder toegenomen. Doelstellingen 3 gericht op organisatieniveau 3 : Structurele inbedding van beweeg- en sportactiviteiten binnen en buiten school. Gedurende de programmaperiode hebben zoveel mogelijk cluster 1- en 3- scholen meegedaan aan het programma en heeft een aantal pilots plaatsgevonden binnen cluster 2 en 4. Het merendeel van deze scholen implementeert het programma structureel. o bij deze scholen is een infrastructuur ontwikkeld om sport en bewegen o ook na de programmaperiode een structurele plaats te geven. bij deze scholen wordt door de gemeente, zo mogelijk, uren voor een combinatiefunctionaris ingezet. Sportaanbieders zijn (beter) toegerust met betrekking tot de instroom van jongeren met een handicap. 3 Deze doelstellingen zijn gekoppeld aan de aanpak en geven een deel van de aanpak op hoofdlijnen weer. 7

8 In onderstaande tabel (1) zijn het programmadoel, de doelstellingen en fasen in de aanpak (uitwerking in paragraaf 4) schematisch weergegeven. 8

9 Tabel 1. Samenhang doelen, doelstellingen, fasen individueel niveau organisatie niveau Probleem Kinderen en jongeren met een handicap bewegen en sporten minder dan hun leeftijdsgenootjes zonder handicap Kinderen en jongeren met een handicap zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan hun leeftijdsgenootjes zonder handicap. Doelen Vergroten sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs Structurele inbedding van bewegings- en sportactivteiten binnen en buiten school realiseren Doelstellingen Zoveel mogelijk leerlingen van de deelnemende scholen maakt kennis met Special Heroes. Het aantal leerlingen dat lid is geworden van een sportof beweegaanbieder is toegenomen. Zoveel mogelijk scholen uit cluster 1 en 3 doen mee en een aantal pilots binnen cluster 2 en 4 vindt plaats. Het merendeel van de deelnemende scholen implementeert het programma structureel. Ontwikkeling infrastructuur. Inzet uren voor een combinatiefunctionaris door de gemeente Sportaanbieders zijn (beter) toegerust met betrekking tot de instroom van jongeren met een handicap. Fasen/Aanpak Fase 0 Draagvlak creëren Fase 1 Binnenschools aanbod Fase 2 Naschools/buitenschools aanbod Fase 3 Nazorgtraject Randvoorwaardelijke aspecten 9

10 3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt. Einddoelgroep Het programma heeft als einddoelgroep leerlingen in het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in de leeftijd van 6 tot en met 19 jaar. Vanzelfsprekend worden ook de ouders/verzorgers van de leerlingen betrokken bij het programma. Dit gebeurt met name door gerichte communicatie, het laten invullen van de 0-meting en uitnodigingen voor bijvoorbeeld afsluitende lessen. Intermediairen/aangrijpingspunten Het programma richt zich primair op de plaats waar de leerlingen zich bevinden: de scholen van speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. De school is de spil in de aanpak van. Binnen school zijn de volgende personen betrokken: directie/management groepsleerkracht vakleerkracht lichamelijke opvoeding of wanneer aanwezig de combinatiefunctionaris. Daarnaast zijn sport- en beweegaanbieders betrokken. Korte toelichting De vakleerkracht of combinatiefunctionaris, in samenwerking met de regionaal projectleider van, organiseert in de lokale en/of regionale omgeving van de school een intensieve samenwerking met sportverenigingen en sport- en beweegaanbieders. Aangezien een van de doelen erop gericht is om leerlingen lid te laten worden van een sport- of beweegaanbieder, is hiervoor binnen het programma ook gerichte aandacht. Door de opbouw van een netwerk en het ondersteunen van aanbieders bij hun specifieke vragen (deskundigheidsbevordering: learning on the job en bijeenkomsten), zijn aanbieders ook daadwerkelijk in staat een goed aanbod te creëren voor de leerlingen. Door het bundelen van de krachten van school en de aanbieders wordt een sluitende aanpak gerealiseerd. In de praktijk blijkt de plaatselijke situatie voor het sporten en bewegen van bovengenoemde doelgroep zeer divers te zijn. In de voorbereiding en uitvoering wordt aangesloten bij de lokale situatie en maatwerk geleverd. Toelichting op de clusters binnen het speciaal onderwijs De focus ligt op de landelijke uitrol van het programma op cluster 3-scholen en cluster 1-scholen. Tijdens de programmaperiode vinden verder ook pilots plaats in de clusters 2 en 4, met de intentie om het programma ook binnen deze clusters landelijk uit te rollen. Op termijn zullen ook leerlingen met een handicap die ambulant begeleid worden en onderwijs volgen in reguliere onderwijsinstellingen bij het programma worden betrokken 4. Voor alle duidelijkheid volgt hieronder een korte beschrijving van de vier clusters binnen het speciaal onderwijs: Cluster 1 Scholen voor leerlingen met een visuele handicap en leerlingen met een visuele handicap in combinatie met een meervoudige beperking. 4 Om dit te realiseren is het van belang dat allereerst een dekkend netwerk ontstaat van aanbieders met een geschikt aanbod voor de doelgroep. Hierna is het mogelijk om te inventariseren wat leerlingen die ambulant begeleid worden graag zouden willen en ook kunnen. In 2012 wordt een 0-meting uitgevoerd onder deze groep leerlingen. 10

11 Cluster 2 Scholen voor dove en slechthorende leerlingen en leerlingen met ernstige spraakmoeilijkheden, mogelijkerwijs in combinatie met een andere handicap. Cluster 3 Scholen voor leerlingen met lichamelijke, verstandelijke en/of meervoudige handicaps en Langdurig Zieke Kinderen (LZK). Cluster 4 Scholen voor zeer moeilijk opvoedbare leerlingen (ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen), langdurig zieke leerlingen zonder een lichamelijke handicap en onderwijs aan leerlingen in scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten. Zie bijlage 4 voor informatie over de aantallen scholen binnen de diverse clusters en het aantal scholen waar actief is (voorjaar 2012). Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Wijze van selectie Om te kunnen groeien en ontwikkelen gaat het speciaal onderwijs vooral uit van de mogelijkheden van de leerlingen en respecteert daarbij de beperkingen. Ook Special Heroes handelt volgens deze visie. Binnen het speciaal onderwijs is het opstellen van een handelingsplan voor elke leerling verplicht (zie meer informatie onder het kopje toelichting handelingsplan hieronder). Ook eventuele medische informatie en risico s (gebaseerd op informatie vanuit (para)medische professionals) en het bewegingsonderwijs maken onderdeel uit van het handelingsplan. De groepsleerkracht/mentor draagt onder andere gebaseerd op het handelingsplan relevante (medische) informatie van de leerling over aan de vakleerkracht. Binnen een aantal onderwijstypen (mytyl en tytyl), waar zich met name de kinderen met ernstigere (meervoudige) handicaps bevinden, zijn teams met therapeuten aanwezig die vakdocenten waar nodig kunnen ondersteunen bij specifieke vragen. Bij twijfel over medische risico s kan ook overlegd worden met een revalidatie-arts. Bij de indeling van de leerlingen maakt de vakleerkracht op basis van de gegevens uit de 0-meting, zijn eigen specifieke vakkennis, de lessen bewegingsonderwijs aan de leerlingen en de samenwerking en informatie-uitwisseling met collega s en eventueel externe deskundigen een inschatting van de mogelijkheden, maar ook de beperkingen van leerlingen met betrekking tot bewegen en sport. Voor meer informatie over de kwalificatie van de vakleerkrachten wordt verwezen naar paragraaf 8.1. De keuze van de zowel de sporten als de leerlingen vraagt om maatwerk en vindt plaats in gezamenlijk overleg met school. De school kent immers haar leerlingen, hun (fysieke en mentale) mogelijkheden, maar ook de beperkingen,de relevante medische achtergrond en de thuissituatie. Scholen vinden dit een prettige basis voor samenwerking. Werken vanuit een doel en kader, maar vooral met eigen inbreng passend binnen de eigen situatie en hun leerlingen. Vaste criteria welke leerlingen wel of niet deelnemen, zijn dus niet beschikbaar en ook niet wenselijk. Zoals aangegeven betreft het de selectie van sporten en leerlingen maatwerk, waarbij binnen de (eventuele) beperkingen uitgegaan wordt van de reële mogelijkheden van de leerling en vooral ook wat de leerling leuk vindt. Uit de praktijk weten we inmiddels wel dat de jongste (speciaal onderwijs groep 3) en de oudste groepen (voortgezet speciaal onderwijs, laatste groep) vaak niet mee doen aan het programma. Belangrijkste reden voor de jongste leerlingen is dat zij vaak ook andere beweegverplichtingen hebben (fysiotherapie etc) en dat ze nog de 11

12 basis van het bewegingsonderwijs moeten leren (mikken, evenwicht etc.) om te komen tot een gerichte sportbeoefening. Belangrijkste reden waarom de oudste leerlingen niet deelnemen is dat zij veel op stage zijn. Korte toelichting handelingsplan speciaal onderwijs In het verplichte handelingsplan zijn de volgende aspecten opgenomen: niveau van de leerling (en ook de beperking) niveau de onderwijsdoelen die de school voor de leerling nastreeft de maatregelen die de school neemt om deze doelen te bereiken welke externe deskundigen worden ingeschakeld (bijvoorbeeld ergotherapeut, fysiotherapeut, revalidatie-arts) welke speciale voorzieningen worden getrokken de manier waarop de vorderingen van de leerling worden gevolgd en geregistreerd Ouders worden betrokken bij het opstellen van het handelingsplan door vooraf met ze te overleggen en ze te laten meebeslissen over het plan. Het handelingsplan wordt minimaal 1 keer per jaar met de ouders besproken. Ouders zijn verplicht om de afspraken uit het handelingsplan na te komen. In overleg met scholen streeft ernaar om op te nemen in de handelingsplannen. geeft deels invulling aan het bewegingsonderwijs, maar levert ook een bijdrage aan de voorbereiding op vrijetijdsbesteding. De opname van in handelingsplannen gebeurt al op een aantal scholen en in het kader van de borging van (zie verder 4.2) zal dit aantal de komende jaren verder uitbreiden. Zoals op elke school, is ook binnen het speciaal onderwijs een calamiteitenplan aanwezig. Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. 3.3 Toepassing bij migranten Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. Desondanks blijkt in de praktijk dat scholen in de grote steden, waaronder Amsterdam, onderwijs bieden aan allochtone leerlingen en dat deze leerlingen ook deelnemen aan. Indien nodig ondersteunt de school extra of wordt verwezen naar MEE (een regionale ondersteuningsorganisatie voor mensen met een handicap). Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 4. Aanpak van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de 4.1 Opzet van de interventie Het programma kent een gefaseerde aanpak die bestaat uit: Fase 0 Creëren van draagvlak Creëren van draagvlak binnen de school op zowel managementniveau als uitvoerend 12

13 contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd. niveau. Fase 1 Binnenschools aanbod Tijdens deze fase worden sportverenigingen/sportaanbieders gevraagd om tijdens de reguliere gymlessen sportactiviteiten aan te bieden gedurende maximaal 3 blokken van 2 tot 6 weken. Fase 2 Naschools aanbod/ buitenschools aanbod De sportverenigingen/-aanbieders verzorgen aansluitend aan de schooltijd een sportaanbod op de school zelf (2-6 weken) (naschools aanbod). In de praktijk blijkt dat in deze fase ook al regelmatig het sportaanbod na schooltijd binnen de vereniging wordt verzorgd (buitenschools aanbod). In dit buitenschoolse aanbod wordt de stap gemaakt naar de vereniging. Het sportaanbod wordt binnen de vereniging gegeven, de leerlingen integreren in de sportverenigingen Fase 3 Nazorgtraject De leerlingen worden lid van de vereniging en centraal staat het borgen van de continuïteit van het programma en de sportdeelname van de leerlingen. Verder zijn vanzelfsprekend randvoorwaardelijke aspecten van belang. Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden. 4.2 Inhoud van de interventie Zie voor de schematische weergave bijlage 2. In deze bijlage is een tabel opgenomen met daarin puntsgewijs een beschrijving van de acties in de verschillende fasen en de hiermee samenhangende doelen op individueel en organisatieniveau. Hieronder volgt een inhoudelijke beschrijving. Fase 0 Creëren van draagvlak In deze fase krijgen wordt een gesprek gevoerd tussen de school en de programmaorganisatie van. In dit gesprek krijgen de directies en vakleerkrachten informatie (met behulp van een powerpoint presentatie) over wat is. Gespreksonderwerpen zijn: wat houdt de methodiek in, wat betekent het voor de school, wat wordt er van de school verwacht in de stimuleringsperiode en daarna, hoe ziet deze stimuleringsperiode eruit en met welke partijen kan samengewerkt worden. Na afloop van het gesprek wordt een folder achtergelaten. Op basis van de informatie en het gesprek, maakt de school de keuze om al dan niet deel te nemen aan het programma. Wanneer de school kiest om deel te nemen, wordt een 0-meting uitgevoerd onder de leerlingen en hun ouders. Door middel van een schriftelijke vragenlijst onder de leerlingen verkrijgen scholen inzicht in het huidige sport- en beweeggedrag van de leerlingen, het lidmaatschap van een vereniging, de belemmeringen om aan sport te doen en de wensen en behoeften van de leerlingen om kennis te maken met een aantal sporten. Scholen vullen zelf ook een vragenlijst in, waarin zij aangeven hoe het huidig sport- en beweegaanbod op de school eruit ziet en wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van de deelname aan. Naar aanleiding van de uitkomsten van de 0-meting stelt de regionaal projectleider van een projectplan op voor twee schooljaren. De bijbehorende jaarplaning wordt samen met de vakleerkracht opgesteld. De scholen accorderen dit projectplan en de onderlinge afspraken worden tezamen met het projectplan vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. De regionaal projectleider zorgt in samenwerking met de vakleerkracht LO voor de planning van activiteiten in het eerste schooljaar en de selectie van sportaanbieders voor de uitvoering van het binnenschools programma. Fase 1 Binnenschools aanbod Het binnenschools aanbod wordt in nauw overleg tussen de regionaal projectleider en de vakleerkracht LO vastgesteld op basis van de 0-meting (wat willen de leer- 13

14 lingen) én als bekend is welke sportaanbieders clinics (en uiteindelijk ook een buitenschools aanbod) kunnen en willen verzorgen. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat leerlingen aangeven dat ze willen basketballen, maar dat de lokale basketbalvereniging helaas geen medewerking kan/wil verlenen. Dan wordt gezocht naar een passend alternatief en het resultaat kan zijn dat korfbal wordt aangeboden. Gedurende een schooljaar worden maximaal drie blokken van 2 6 weken (afhankelijk van de grootte van de school) gepland. Gedurende een blok krijgen leerlingen gemiddeld 4 lessen van 50 minuten. Het aantal sporten waarmee leerlingen gemiddeld kennismaken bedraagt zes (drie kennismakingsblokken per schooljaar, gedurende twee schooljaren). Keuze van de deelname van leerlingen (en daarmee ook de werving) aan de binnenschoolse lessen: Dit hangt af van het rooster van de school. De manier van werken op scholen is erg divers: op inschrijving, vaste roosters en dus vaste groepen, groepsoverstijgende gymlessen, etc. De vakdocent kijkt naar de fysieke mogelijkheden en interesse van leerlingen en maakt op basis daarvan keuzes: welke sporten voor welke groepen. Dit betekent dat niet altijd alle leerlingen bij alle binnenschoolse projecten worden betrokken. Soms krijgen leerlingen alle sporten aangeboden en kunnen ze een keuze maken en soms volgt bijvoorbeeld een aantal groepen tennis en andere groepen hockey. De kennismakingsblokken worden verzorgd door de trainer van de sportaanbieder onder begeleiding van de vakleerkracht LO. De trainer en de vakleerkracht reiken elkaar specifieke kennis aan ( learning on the job ). De vakleerkracht LO weet wat de fysieke en mentale mogelijkheden zijn van de leerlingen en geeft waar relevant in overleg met (externe) deskundigen aan welke sporten wel/niet haalbaar zijn en welke leerlingen wel/niet in staat zijn om mee te doen aan het binnenschoolse programma (zie verder ook 3.2). Doordat de vakleerkracht aanwezig is bij de kennismakingslessen, doet de vakleerkracht daar ook een deel van de overdracht naar de trainer van de sportaanbieder met betrekking kennisoverdracht over de doelgroep in het algemeen en de mogelijkheden en relevante bijzonderheden voor het sporten van leerlingen in het bijzonder. De trainer reikt kennis aan over de betreffende tak van sport. Tijdens de laatste les van het binnenschoolse aanbod biedt een aantal scholen de mogelijkheid voor ouders om te komen kijken. Fase 2 Naschools/buitenschools aanbod Als leerlingen binnenschools kennis hebben gemaakt met een sport, kiezen ze voor een sport waar ze uitgebreider mee willen kennismaken na schooltijd. De sportaanbieder biedt de sport na schooltijd aan. Dit kan al bij de sportaanbieder zijn (buitenschools), of op de school. De sportaanbieder zorgt voor passend sportaanbod, zodat de leerlingen structureel bij de sportaanbieder kunnen sporten en hiermee dus lid kunnen worden. Bij de laatste naschoolse kennismakingslessen worden de ouders uitgenodigd. Daarna sporten de leerlingen indien mogelijk bij de sportaanbieder. Als blijkt dat dit om (praktische) redenen niet lukt, wordt met de sportaanbieder bekeken of het mogelijk is het sportaanbod duurzaam na schooltijd op school te organiseren (bv in de vorm van een schoolsportvereniging). Wanneer leerlingen besluiten lid te worden van een sportaanbieder is, net als bij kinderen in het reguliere onderwijs, vervoer en ook het voldoen van de contributie de verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers. Wanneer nodig informeert ouders op specifieke (financiële) regelingen en denkt mee over oplossingsrichtingen voor knelpunten in het vervoer. In sommige gevallen leidt dit ertoe dat de vervoerder de kinderen op weg naar huis bijvoorbeeld naar de sportaanbieder brengt. Dit is echter geen landelijke maatregel die getroffen kan worden om- 14

15 dat de afspraken met de vervoerder op gemeentelijk niveau plaatsvinden en hierin bijzonder veel verschillende constructies zijn. Zoals aangegeven denkt wel mee in geval van knelpunten op dit terrein. Veelal blijven sportaanbieders kennismakingslessen verzorgen op school. Hierdoor kan, wanneer nodig, overlegd worden tussen de vakleerkracht en de sportaanbieder over leerlingen die lid zijn geworden. Overgang van fase 2 naar fase 3 (verankeringsproces) voor organisaties In het laatste half jaar van de twee schooljaren dat het programma op school wordt geïntroduceerd, wordt intensief toegewerkt naar duurzame lokale verankering van het programma. De regionaal projectleider van is de aanjager van dit verankeringsproces en zorgt dat taken en verantwoordelijkheden worden gedragen en verankerd door de lokale partijen: scholen, gemeenten en sportaanbieders. Hierbij wordt ook gesproken over de verdeling van de kosten (zie verder paragraaf 8.4). Het is van belang dat scholen, als de vindplaats, het programma opnemen in het beweegbeleid van de school, verantwoordelijk zijn voor de continuering van het binnenschoolse aanbod en het faciliteren van het naschoolse aanbod. Ook voor de gemeente geldt dat zij het programma opnemen in het gemeentelijke beweegbeleid en daarnaast de inzet van combinatiefunctionaris faciliteert. Fase 3 Nazorgtraject Als resultaat van bovenstaande verankeringsproces is de sportaanbieder in staat om een duurzaam passend sportaanbod te bieden en blijft de binnenschoolse kennismakingslessen uitvoeren. De regionaal projectleider van zorgt dus ook dat een deel van zijn/haar taken wordt overgedragen aan de combinatiefunctionaris. Deze gaat het programma op school coördineren en uitvoeren en de brugfunctie vervullen naar de sportaanbieder (begeleiding leerlingen/ouders, ondersteuning van de sportvereniging). De regionale projectleider faciliteert de combinatiefunctionaris (coaching, netwerkopbouw, monitoring, communicatie, kennisuitwisseling, innovatie & advies). Borging continuïteit Het hierboven beschreven verankeringsproces wordt ook vastgelegd in een lokale samenwerkingsovereenkomst tussen school-gemeente-: Alle betrokken organisaties committeren zich aan de in de samenwerkingsovereenkomst gemaakte afspraken en de verdeling van de kosten (meer inzicht en uitleg mbt de kosten, is opgenomen in paragraaf 8.4). Naast het toewerken naar het verankeringsproces voert in de nazorgfase ook een 1-meting uit. In deze fase worden effecten en tevredenheid gemeten onder de leerlingen en hun ouders, de scholen en de sportaanbieders. Deze evaluatie levert bouwstenen voor de (door)ontwikkeling van het programma. Het is de verantwoordelijkheid van landelijke programmateam om ontwikkelingen te signaleren vervolgens weer te implementeren. Hieronder volgt een beschrijving vanuit het perspectief van de leerlingen: Voor de leerlingen uit groep 5 van school De Regenboog is het schooljaar weer begonnen. De kinderen hebben gehoord dat er een nieuw project op school is gestart waarbij de kinderen kunnen kennismaken met sport. De gymleraar heeft er in de groepsgymles enthousiast over vertelt. Volgende week krijgen ze een vragenlijst mee naar huis die zij samen met hun ouders moeten invullen. Op die vragenlijst kunnen de kinderen aangeven of ze al aan sport doen, welke sport dat is en als ze nog niet sporten of zij dat wel zouden willen doen. Ook is het belangrijk dat je aangeeft of je al lid bent van een vereniging. De gymleraar heeft erbij verteld dat het belangrijk is dat de vragenlijst weer op school wordt ingeleverd. Want dan kan hij zien welke sporten kinderen graag willen doen. Een aantal weken later gaat het pro- 15

16 ject dan echt beginnen. Voor de leerlingen lijkt het alsof ze gaan deelnemen aan een gewone gymles. Maar er staat nu een andere persoon voor de groep, de eigen gymleraar is er ook bij. Hij legt uit wat de bedoeling is. De leerlingen krijgen vandaag een kennismakingsles dansen. De danslerares komt de komende vier weken tijdens de gymles dansles geven. Je kunt dan ervaren hoe leuk dat is. Misschien gaan ze zelf na afloop al een kijkje nemen bij de dansschool. De ouders mogen dan ook komen kijken. Graag zelfs, want dan kunnen ze met eigen ogen zien hoeveel plezier de kinderen er aan beleven. Het is fijn dat de clinics gewoon op school plaatsvinden, de leerlingen zijn toch al op school en er zijn dan weinig drempels om mee te doen. Iedereen doet immers mee. De gymles is wel anders. De danslerares geeft nu instructies en de gymleraar kijkt van de kant toe. De gymleraar is erg enthousiast over de clinics. Na de laatste les krijgen de leerlingen allemaal een bidon en een certificaat. Dat kunnen de kinderen thuis laten zien. Nu is het aan de leerlingen en de ouders. Willen ze verder met dansen, dan mogen ze een kijkje gaan nemen bij de dansschool. 5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke. Beschikbaar materiaal (maart 2013) Format intentieverklaring Format samenwerkingsovereenkomst Handboek voor regionale projectleiders 5 Handboek verenigingsondersteuning Folders, 2 versies o versie gericht op cluster 1 & 3 o (versie gericht op cluster 2 & 4) Posters, 2 versies o versie gericht op cluster 1& 3 o (versie gericht op cluster 2 & 4) Banieren Promotiewand Vlaggen Bidons Kladblokjes & pennen voor netwerkbijeenkomsten Leenpolo s voor trainers op de scholen T-shirt voor deelnemers aan Day (sportdag) DVD Projectplan 6 Evaluatierapport Groot Gelre (betrof eerste pilot) Procesevaluatie Groot Gelre (betrof eerste pilot) Communicatieplan Monitor in cluster 3 Startsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen Te downloaden via: Website 5 Dit handboek is ontwikkeld na de eerste pilot in de regio Groot Gelre. Op grond van de ervaringen van de afgelopen twee jaar, gaan we het handboek in de komende periode actualiseren en aanvullen. 6 Dit projectplan is in 2008 ingediend, door voortschrijdend inzicht zijn inmiddels een aantal aspecten aangepast. 16

17 De materialen zijn op te vragen bij Erna Mannen, programmaleider van. Contactgegevens zijn vermeld op pagina 2. B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak Probleemanalyse Kinderen en jongeren met een handicap bewegen en sporten minder dan hun leeftijdsgenootjes zonder handicap en zijn minder vaak lid van een sportvereniging. Binnen het speciaal onderwijs komen kinderen door het bewegingsonderwijs wel in aanraking met sporten en bewegen, maar dit leidt niet altijd tot structurele sportdeelname buiten schooltijd of doorstroom naar een sportvereniging (Van Lindert et al., 2008; Van Lindert en Van den Dool, 2011) (zie bijlage 5 voor meer informatie over sport- en beweegdeelname van gehandicapte kinderen). wil hierin verandering brengen. Het doel is de sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs te vergroten door middel van een structurele inbedding van sport- en beweegactiviteiten binnen en buiten de school. Voor het stimuleren van de sportdeelname en het sporten in verenigingsverband van kinderen met een handicap is het van groot belang om inzicht te hebben in de stimulansen en belemmeringen, ofwel factoren, die een rol spelen bij de sportdeelname van deze doelgroep. Voor het verklaren van gedrag en welke factoren invloed hebben op het wel of niet uitvoeren van dat gedrag is het ASE-model nuttig (zie De Vries et al., 1988; De Vries, 1998; Brug et al., 2007). Dit model wordt de laatste jaren veel toegepast bij interventies voor het stimuleren van een gezonde leefstijl en is ook nuttig bij het verklaren van sportdeelname. Het ASE model is inmiddels uitgebreid met een aantal factoren tot het I- Change model (Integrated Model to change behavior). In de basis wordt in het I-Change model verondersteld dat gedrag wordt verklaard vanuit de intentie om dat gedrag te vertonen. De intentie wordt verklaard door drie hoofddeterminanten, namelijk attitude (A), sociale invloeden (S) en eigen effectiviteitverwachting (E). In het I-Change model spelen ook barrières en de waargenomen eigen vaardigheden een rol. Als een gehandicapte leerling eenmaal de intentie heeft om te gaan sporten, kunnen drempels uit de omgeving of het gebrek aan vaardigheden het de leerling alsnog belemmeren om te gaan sporten. Het model gaat er vervolgens vanuit dat externe factoren, zoals leeftijd, geslacht, etniciteit, de handicap, karakter of gezinsinkomen geen directe invloed hebben op het gedrag. Ze kunnen wel een indirecte invloed hebben op het gedrag via de attitude, sociale invloeden en eigen effectiviteit en besefbeïnvloedende factoren als kennis. Zo kunnen meisjes andere motieven hebben om te sporten dan jongens. De aard van de handicap kan ook van invloed zijn op de mate waarin leerlingen sporten. Zo blijkt bijvoorbeeld dat cluster 3-leerlingen met een meervoudige handicap minder sporten dan andere groepen cluster 3-leerlingen (Van Lindert en Van den Dool, 2011). Er is geen of weinig onderzoek beschikbaar dat ingaat op de invloed van een aantal determinanten uit het I-change model op het sport- en beweeggedrag van kinderen en jongeren met een handicap. Waar relevant, wordt gebruik gemaakt van onderzoek uitgevoerd bij kinderen en jongeren zonder handicap. In de review van Shields et al. (2011), wordt aangegeven dat veel van de gepubliceerde literatuur over kinderen zonder handicap met betrekking tot barrières en stimulansen van lichamelijke activiteit ook van toepassing is op kinderen met een handicap. Voor kinderen met een handicap geldt dat zij over het algemeen te maken hebben met nog een aantal specifieke en handicapgerelateerde belemmeringen. Overigens geldt ook dat stimulansen vaak de omgekeerde varianten zijn van barrières. Het begrijpen en analyseren van redenen waarom kinderen met een handicap niet of juist wel actief zijn, is complex. Er zijn vele factoren die van invloed zijn op het gedrag van leerlingen en hun intenties om al dan niet te gaan sport en bewegen. De belangrijkste in de literatuur gevonden beïnvloedende factoren die van invloed zijn op de beweeg- en sportdeelname van kinderen en jongeren met een handicap zijn in onderstaande tabel samengevat (Shields et al, 2011; Van Lindert et al., 2008; Van Lindert en Van Dool, 2011; Buffart et al., 2009; Verschuren et al, 2012; Verschuren en Ketelaar, 2011). De factoren zijn uitgesplitst naar persoonlijke en omgevingsgerelateerde factoren (analoog aan 18

18 worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. Van der Ploeg, 2006 en Buffart, 2009). Tabel 2: Beïnvloedbare factoren einddoelgroep Beïnvloedbare factoren einddoelgroep Persoonlijke factoren: attitude* eigen effectiviteit* vormen van gewoontegedrag* kennis en informatie over de voordelen van bewegen en sporten* Omgevingsfactoren: sociale invloed* informatie over de mogelijkheden* barrières zoals: o logistieke aspecten* o voldoende deskundige trainers* * richt zich in haar aanpak op deze aspecten Beïnvloedbare factoren einddoelgroep en koppeling met aanpak richt zich bij het stimuleren van de sportdeelname van leerlingen in het speciaal onderwijs op een aantal van de bovengenoemde gedragsfactoren. Voor de onderbouwing is gebruik gemaakt van diverse beleidsrelevante en wetenschappelijke publicaties over stimulansen en belemmeringen die een rol spelen bij de sportbeoefening van kinderen en volwassenen met een handicap (zie Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008; Van Lindert en Van den Dool, 2011; Shields, et al., 2011; Verschuren en Ketelaar, 2011; Verschuren, et al., 2012). Momenteel is wetenschappelijk onderzoek toegespitst op kinderen met een handicap en hun sportdeelname helaas niet uitgebreid voorhanden. Wanneer in de komende jaren meer literatuur beschikbaar komt die zich specifiek richt op de determinanten van sport- en beweegdeelname van kinderen met een handicap, dan wordt dit bij de doorontwikkeling van de interventie meegenomen. De factoren waarop zich richt zijn ingedeeld in persoonlijke factoren en omgevingsgerelateerde factoren. In het onderstaande zijn de kernwoorden van de factoren en werkwijze vetgedrukt. Persoonlijke factoren De persoonlijke factoren waarop zich richt zijn attitude en gewoontevorming, eigen effectiviteit en kennis en informatie. legt met haar aanpak de basis voor het opdoen van positieve ervaringen en de vorming van gewoontegedrag. Door allereerst in de schoolsetting clinics aan te bieden maken leerlingen binnen hun vertrouwde schoolomgeving kennis met diverse sport- en beweegactiviteiten kunnen ze ervaren hoe leuk dit is. Leerlingen doen hierdoor positieve ervaringen en dit heeft een positieve invloed op de houding ten aanzien van sport (Shields et al., 2011). Leerlingen in het speciaal onderwijs zijn over het algemeen enthousiast over de lessen bewegingsonderwijs op school (Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008). Sporten bij een sportvereniging in de vrije tijd is echter vaak nog een stap te ver. Naast allerlei praktische bezwaren speelt bij bijna drietiende van de niet-sportende cluster 3-leerlingen ook mee dat zij geen zin of tijd hebben om te sporten (Van Lindert en Van den Dool, 2011). Het opdoen van positieve ervaringen met sport- en beweegactiviteiten die in de georganiseerde sport worden aangeboden is dan ook van belang. Vanuit gebeurt dit stapsgewijs, van clinics binnenschools, naar naschools en buitenschools. Steeds is naast de trainer van buiten, het vertrouwde gezicht van de vakleerkracht aanwezig. De verwachting is dat leerlingen die uiteindelijk lid worden van de sportvereniging en dit volhouden langzaam gewoontegedrag vormen. Gewoontegedrag en eerdere deelname aan fysieke activiteiten blijkt een belangrijke voorspeller te zijn van de intentie om ook in de toekomst deel te (blijven) nemen (Dijkman, 2003; Sallis, 2000). Hier zijn echter wel een aantal voorwaarden aan verbonden (Dijkman, 2003). Zo zorgt ervoor dat de deelnemende scholen inzicht hebben in de wensen van de leerlingen (via een nulmeting) en sporten worden gekozen die de gehandicapte leerlingen ook succesvol kunnen uitvoeren. Dit maakt het sporten leuk en daar krijgen kinderen zelfvertrouwen van. Verder zorgt ervoor dat leerlingen binnen een kort tijdsbestek positieve ervaringen kunnen opdoen binnen een vertrouwde omgeving. Reacties van leerlingen op de cliniclessen zijn positief, zo blijkt uit kwalitatief 19

19 onderzoek in het kader van (Verduin, 2012). richt zich ook op de eigen effectiviteit ofwel het vergroten van het vertrouwen in de eigen mogelijkheden om te kunnen sporten en bewegen. Gehandicapten hebben vaak ten onrechte het gevoel dat zij niet in staat zijn om te sporten (Baken, 1997; De Vries et al.,2005). De ervaren gezondheid is voor gehandicapten een belangrijke reden om niet te sporten (Van Lindert et al., 2008). Dit geldt zowel voor volwassenen als voor kinderen. Drie tiende van de niet-sportende cluster 3- leerlingen met een motorische handicap sport bijvoorbeeld niet vanwege de gezondheid. Verder spelen negatieve ervaringen met sport een rol bij het niet-sporten. Dit geldt bijvoorbeeld voor twintig procent van de niet-sportende cluster 3-leerlingen met een verstandelijke handicap (Van Lindert en Van den Dool, 2011). Vertrouwen in de eigen vaardigheden en fysieke mogelijkheden speelt volgens het I-Change model (De Vries, 2004) een belangrijke rol bij het vormen van de intentie om te gaan sporten (zie ook Verschuren et al, 2012). kijkt bij het selecteren van de sporten dan ook naar de individuele fysieke en sociaal-emotionele mogelijkheden van de leerlingen. Het geven van de cliniclessen door de vakleerkracht in combinatie met de trainer van buiten zorgt voor een laagdrempelige en veilige omgeving, zowel in sociaal als in sporttechnisch opzicht. Om de houding van leerlingen en hun ouders positief te beïnvloeden speelt naast het opdoen van positieve ervaringen met sport ook informatie een belangrijke rol bij. Door middel van folders, gerichte brieven aan ouders en ouderavonden wil met name ouders/ verzorgers bewustmaken van het belang van sport en bewegen voor hun zoon of dochter. Kennis en informatie over gezond gedrag en de effecten hiervan zijn vooral van belang voor leerlingen (en ouders) die nog geen intentie tot gedragsverandering hebben ontwikkeld (Verschuren en Ketelaars, 2011; Verschuren et al., 2012). Verder geven veel ouders van gehandicapte kinderen aan dat zij niet op de hoogte zijn van de sportmogelijkheden in de omgeving. Dit is een van de redenen waarom gehandicapte kinderen niet sporten (Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008; Van Lindert en Van den Dool, 2011). speelt daarop in door ouders gericht te informeren over de sportmogelijkheden bij hun in de buurt. Omgevingsfactoren De omgevingsfactoren waarop zich richt zijn sociale invloed, beschikbaarheid van informatie over de sportmogelijkheden en het slechten van praktische barrières waardoor de leerling wordt belemmerd om te gaan sporten. Hulp en ondersteuning vanuit de sociale omgeving speelt een belangrijke rol bij (het gaan) sporten van kinderen en jongeren met een handicap om te gaan en blijven bewegen en sporten (King et al., 2003; De Vries et al., 2005; Shields et al, 2011; Verschuren en Ketelaars, 2011; Verschuren et al., 2012; Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008; Van Lindert en Van den Dool, 2011). Uit onderzoek komt naar voren dat de sociale omgeving van sporters met een handicap vaker tot sportdeelname stimuleert dan de sociale omgeving van niet-sporters met een handicap (Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008). Ook uit ander onderzoek blijkt deze relatie tussen stimulansen door de omgeving ven sportdeelname (Kamphorst en Spruijt, 1983; Elling, 2007). Voor sommige cluster 3-leerlingen is het feit dat hun ouders geen zin of tijd hebben om te helpen of dat er geen vrijwillige hulp is een reden om niet te sporten (Van Lindert en Van den Dool, 2011). Bij sociale invloed gaat het ook om voorbeeldgedrag of de mening die relevante anderen hebben over sport. In het geval van spelen de (vak)leerkrachten een belangrijke rol bij het uitdragen van een positieve houding ten aanzien van sport. In de praktijk blijkt dat ouders van groot belang zijn bij de beslissing of hun kind uiteindelijk lid wordt van de sportvereniging en dit ook blijft. Zij betalen de contributie en zullen moeten brengen en halen. probeert ouders dan ook nadrukkelijk te betrekken bij het programma. Dit gebeurt door bijvoorbeeld ouders te informeren tijdens ouderavonden, maar ook uit te nodigen bij afsluitende lessen en sportactiviteiten. Ook organiseert regelmatig lessen waarbij ook broertjes, zusjes en vriendjes welkom zijn. Op deze manier wordt de sociale omgeving van het kind betrokken. Dat het van belang is om ouders bij het programma te betrekken blijkt uit het feit dat de afstand van ouders tot school letterlijk en figuurlijk groot is, waardoor ouders soms in meer of mindere mate buiten beeld zijn en (vak)leerkrachten soms een negatieve beeldvorming hebben over de bereidheid van ouders om hun kind te laten sporten (Verduin, 2012). Uit onderzoek blijkt verder dat zestig procent van de ouders van sportende kinderen met een handicap belemmeringen ervaart bij het sporten van hun kind (Van Lindert, De Jong en Van den Dool, 2008). 20

Special Heroes. Interventie. Samenvatting. Doel

Special Heroes. Interventie. Samenvatting. Doel Interventie Special Heroes Samenvatting Doel De doelstelling van Special Heroes is de sportdeelname van leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs te vergroten. Special Heroes richt zich enerzijds

Nadere informatie

Special Heroes Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen: Goed onderbouwd

Special Heroes Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen: Goed onderbouwd Special Heroes Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen: Goed onderbouwd Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Special

Nadere informatie

Bijlage Special Heroes

Bijlage Special Heroes Bijlage Special Heroes Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Special Heroes, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

Effectief Actief. Werkblad beschrijving interventie. Special Heroes

Effectief Actief. Werkblad beschrijving interventie. Special Heroes Effectief Actief Werkblad beschrijving interventie Special Heroes Werkblad ter beoordeling van interventie voor Effectief Actief Dit werkblad vormt de basis voor uw aanmelding voor Effectief Actief. De

Nadere informatie

Interventie Sport Heroes

Interventie Sport Heroes Interventie Sport Heroes Erkenning Erkend door deelcommissie Sport en Bewegen Datum: 16 april 2019 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Mannen, van de Geer (11 maart 2019). Databank

Nadere informatie

iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs.

iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs. iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs. Special Heroes iedereen kan een held zijn! Special Heroes werkt eraan

Nadere informatie

Zo kan het ook! Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen:

Zo kan het ook! Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen: Zo kan het ook! Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Doelgroep De doelgroep

Nadere informatie

Duurzaam investeren? Zet in op wat werkt! maak kennis met erkende interventies uit de praktijk

Duurzaam investeren? Zet in op wat werkt! maak kennis met erkende interventies uit de praktijk Duurzaam investeren? Zet in op wat werkt! maak kennis met erkende interventies uit de praktijk Investeer in wat werkt Effectief Actief Effectief Actief: samenwerking Erkenning in de praktijk Effectief

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Vignet Bewegen en sport, po

Vignet Bewegen en sport, po Vignet Bewegen en sport, po Vragenlijst Bewegen en sport Deze vragenlijst is ook geschikt voor aanvragen voor scholen van het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs. Vul de vragenlijst zorgvuldig in en maak ruim

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Meer Maat(jes)werk in Special Heroes 2.0

Meer Maat(jes)werk in Special Heroes 2.0 Meer Maat(jes)werk in Special Heroes 2.0 Inhoudsopgave 1. Introductie: Special Heroes 2.0 en Special Heroes 1.0 2. Special Heroes 1.0 3. Aanleiding en vragen tot ontwikkelingen 4. Veranderingen in 2.0

Nadere informatie

iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs.

iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs. iedereen kan een held zijn! Sporten en bewegen is leuk, geeft kracht en maakt trots! Ook voor leerlingen in het speciaal onderwijs. Special Heroes iedereen kan een held zijn! Special Heroes werkt eraan

Nadere informatie

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015!

Sportief. Hoogeveen. Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! Sportief Hoogeveen Sport JIJ ook? Wij zeggen: Het beste sportinitiatief van Nederland 2014-2015! 1 De Hoogeveense sportfunctionarissen hebben in 2013 het project Sport JIJ ook? opgezet. Sport JIJ ook?

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Inhoud. Als sporten niet lukt.. Wat doet sport met kinderen? 'Inspiratiedag Aangepast Sporten

Inhoud. Als sporten niet lukt.. Wat doet sport met kinderen? 'Inspiratiedag Aangepast Sporten 1 Inhoud 1. Hoe leer je sporten? 2. Waarom gaat dat soms niet goed? 3. Wat zou je kunnen doen? 3. Onderzoek naar Special Heroes? Wat doet sport met kinderen? 'Inspiratiedag Aangepast en Remo Mombarg Als

Nadere informatie

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 Kids in Action Doelgroep jarigen

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 Kids in Action Doelgroep jarigen A) Kosten en uren Hieronder het overzicht van de kosten en uren die nodig zijn om met de interventie aan de slag te gaan. Bij structureel ziet u hoeveel uur er nodig is om de interventie één keer volledig

Nadere informatie

Meer bewegen en vaardiger in bewegen door sport- en beweeginterventies voor het onderwijs

Meer bewegen en vaardiger in bewegen door sport- en beweeginterventies voor het onderwijs Meer bewegen en vaardiger in bewegen door sport- en beweeginterventies voor het onderwijs Dit artikel is een bonus die hoort bij Lichamelijke Opvoeding Magazine 6, 2019 Sport en bewegen door kinderen en

Nadere informatie

Kennismaken met hockey in het Voortgezet Onderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen:

Kennismaken met hockey in het Voortgezet Onderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen: Kennismaken met hockey in het Voortgezet Onderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Kennismaken met hockey

Nadere informatie

Vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs

Vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs Vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs Vul de vragenlijst zorgvuldig in en maak ruim gebruik van de mogelijkheid om een toelichting te geven zodat het voor de beoordelaar duidelijk

Nadere informatie

Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Sportfrissel Organisatie: Sport Fryslân Contactpersoon: heer Erwin Bloeming Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Medewerkers van sociale werkvoorzieningschappen

Nadere informatie

Handreiking themacertificaat Bewegen en sport voor Sport Heroes scholen.

Handreiking themacertificaat Bewegen en sport voor Sport Heroes scholen. Handreiking themacertificaat Bewegen en sport voor Sport Heroes scholen. Dit document is bedoeld voor scholen die deelnemen aan het Sport Heroes programma. Scholen die deelnemen aan het Sport Heroes programma

Nadere informatie

Onbeperkt sporten en bewegen

Onbeperkt sporten en bewegen Onbeperkt sporten en bewegen Van praktijk naar wetenschap naar praktijk Erna Mannen Aanleiding 1 op de 10 nederlanders heeft een matige tot ernstige beperking die extra ondersteuning of aanpassingen vraagt

Nadere informatie

Leusden. Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: 24-12-2012 Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1

Leusden. Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: 24-12-2012 Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1 Leusden Auteur: Stichting Sportkanjers Wim van t Westeinde Datum: 24-12-2012 Versie: Sportkanjerclub Leusden versie 1 Algemene beschrijving Sportkanjerclub De Sportkanjerclub is een fantastische plek voor

Nadere informatie

De Actieve Pauze Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

De Actieve Pauze Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod De Actieve Pauze Organisatie: Fontys Sporthogeschool Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Gedurende een periode van 4 weken krijgen de kinderen

Nadere informatie

Kennismaken met hockey in het basisonderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen:

Kennismaken met hockey in het basisonderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen: Kennismaken met hockey in het basisonderwijs Organisatie: KNHB Contactpersoon: mevrouw Kara Meijer Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Kennismaken met hockey

Nadere informatie

Special Heroes symposium De netto toegevoegde waarde van interventies 30 juni 2015

Special Heroes symposium De netto toegevoegde waarde van interventies 30 juni 2015 Special Heroes symposium De netto toegevoegde waarde van interventies 30 juni 2015 Welkome en introductie Welkom en introductie : Erna Mannen, manager Namens de stuurgroep van Special Heroes * NOC*NSF:

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere

Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Gemeente Almere Uitleg format Subsidieaanvraag Combinatiefuncties Het voor u liggend formulier is bedoeld om subsidie aan te vragen bij de gemeente Almere voor een combinatiefuncties.

Nadere informatie

Aanvraag subsidie Zwaluwen Jeugd Actie

Aanvraag subsidie Zwaluwen Jeugd Actie Aanvraag subsidie Zwaluwen Jeugd Actie R.K.S.V. CLUZONA Voetbalvereniging Cluzona streeft er naar een vereniging te zijn waar zowel de jeugd als volwassenen met veel plezier sporten op een mooie, gezellige

Nadere informatie

Monitor Special Heroes in cluster 3. Eindsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen. Remko van den Dool. Caroline van Lindert

Monitor Special Heroes in cluster 3. Eindsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen. Remko van den Dool. Caroline van Lindert Monitor Special Heroes in cluster 3 Eindsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen Remko van den Dool Caroline van Lindert Froukje Smits Koen Breedveld mulier instituut - sociaal-wetenschappelijk

Nadere informatie

CHESS Het stappenplan

CHESS Het stappenplan CHESS Het stappenplan In 7 stappen naar betere jeugdsportplannen 1. Wat willen we verbeteren? De probleemanalyse 1.1 Welk probleem willen we aanpakken? 1.2. Voor wie is het een 1.3 Welke gevolgen heeft

Nadere informatie

Algemene informatie programma Revalidatie, Sport en Bewegen

Algemene informatie programma Revalidatie, Sport en Bewegen Algemene informatie programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is een doorontwikkeling van het project Revalidatie en Sport dat in de periode van 1997 tot en met

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen A) Kosten en uren Geef hieronder inzicht in de kosten en uren die nodig zijn om met de interventie aan de slag te gaan. De interventie staat beschreven zoals deze er op dit moment uit ziet. Bij interventies

Nadere informatie

Kosten en uren Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG)

Kosten en uren Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) Naam interventie: RealFit Naam interventie- eigenaar: Huis voor de Sport Limburg Doelgroep: 12-18 jarigen Leeswijzer In onderstaand kosten en uren overzicht wordt de volgende termen gehanteerd: Structurele

Nadere informatie

Vignet Bewegen en sport, po

Vignet Bewegen en sport, po Vignet Bewegen en sport, po Vragenlijst Bewegen en sport Deze vragenlijst is ook geschikt voor aanvragen voor scholen van het Speciaal Onderwijs De basisvragen waaraan scholen voor 100% moeten voldoen

Nadere informatie

Special Heroes 17 juni 2015. Special Heroes is een samenwerkingsverband van NOC*NSF / PO-Raad / Onbeperkt Sportief

Special Heroes 17 juni 2015. Special Heroes is een samenwerkingsverband van NOC*NSF / PO-Raad / Onbeperkt Sportief Special Heroes 17 juni 2015 Special Heroes is een samenwerkingsverband van NOC*NSF / PO-Raad / Onbeperkt Sportief Doel en doelgroep van Special Heroes Aanleiding De sport- en beweegparticipatie van kinderen

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

Missie Revalidanten ontwikkelen en behouden een gezonde (sportieve) en actieve leefstijl.

Missie Revalidanten ontwikkelen en behouden een gezonde (sportieve) en actieve leefstijl. Algemene informatie programma Revalidatie, Sport en Bewegen Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is een doorontwikkeling van het project Revalidatie en Sport dat in de periode van 1997 tot en met

Nadere informatie

Regionale Aanpak Aangepast Sporten. Extra modules B

Regionale Aanpak Aangepast Sporten. Extra modules B Regionale Aanpak Aangepast Sporten Extra modules B 15.0015/KZ/LH Colofon Stichting Sportservice Zuid-Holland Arckelweg 30 2685 SN Poeldijk T 0174 24 49 40 F 0174 28 11 47 info@sportzh.nl www.sportzh.nl

Nadere informatie

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod 'Zwemmen in de klas; alle waterratten opgelet' Organisatie: Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) Contactpersoon: mevrouw Annemieke Beute Contactpersoon 2: mevrouw Maritsa Venhof Erkenningen: Sport-

Nadere informatie

Lekker Fit! Organisatie: Nederlandse Hartstichting Contactpersoon: mevrouw Naomi Rosekrans-Navon Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed onderbouwd

Lekker Fit! Organisatie: Nederlandse Hartstichting Contactpersoon: mevrouw Naomi Rosekrans-Navon Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed onderbouwd Lekker Fit! Organisatie: Nederlandse Hartstichting Contactpersoon: mevrouw Naomi Rosekrans-Navon Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed onderbouwd Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Gezond eten

Nadere informatie

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches

Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Zicht krijgen op resultaten en effecten van de inzet van buurtsportcoaches Caroline van Lindert Ine Pulles Nationale Kennisdag Sport en Gemeenten 29 januari 2015 Mulier Instituut, Utrecht Agenda Doelstellingen

Nadere informatie

Dit subsidieaanvraagformulier is een voorbeeld en kan behulpzaam zijn bij het invullen van uw subsidieaanvraag voor Guppiesport.

Dit subsidieaanvraagformulier is een voorbeeld en kan behulpzaam zijn bij het invullen van uw subsidieaanvraag voor Guppiesport. subsidieaanvraagformulier Dit subsidieaanvraagformulier is een voorbeeld en kan behulpzaam zijn bij het invullen van uw subsidieaanvraag voor Guppiesport. Projectgegevens Checklist Onderstaande tabel is

Nadere informatie

Brabantse Basisscholen in Beweging. Menno Slingerland, Hans Barmentlo, Liesbeth Jans & Yvonne Sanders

Brabantse Basisscholen in Beweging. Menno Slingerland, Hans Barmentlo, Liesbeth Jans & Yvonne Sanders Brabantse Basisscholen in Beweging Menno Slingerland, Hans Barmentlo, Liesbeth Jans & Yvonne Sanders Aanleiding Toegenomen bewegingsarmoede, veel overgewicht, lagere motorische vaardigheid basisschoolkinderen

Nadere informatie

Handleiding voor het beschrijven van interventies

Handleiding voor het beschrijven van interventies Handleiding voor het beschrijven van interventies Gebruik deze handleiding bij het Werkblad beschrijving interventie (www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling)

Nadere informatie

Hoeveel sporten deze kinderen. De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen. Wekelijks sporten, lidmaatschap en bewegen %

Hoeveel sporten deze kinderen. De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen. Wekelijks sporten, lidmaatschap en bewegen % Introductie Sportparticipatie Succesfactoren Praktijk beelden Discussie De kracht van sport sporten voor kinderen met gedragsproblemen Remo Mombarg en Arjan Pruim Widening Gap, Skinner & Piek, 2001 Verminderde

Nadere informatie

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor!

De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor! De combinatiefunctionaris in Zwartewaterland: niet alleen de verbindende factor, vooral ook een verbindende actor! Verbindingen leggen en onderhouden. Dat is de belangrijkste taak van de combinatiefunctionaris.

Nadere informatie

Actieve leefstijl, Sport & Handicap Samenwerking!

Actieve leefstijl, Sport & Handicap Samenwerking! Actieve leefstijl, Sport & Handicap Samenwerking! Nationaal Kenniscentrum Gehandicaptensport Van ambitie: naar missie Visie: sport en bewegen maakt mensen met een handicap fit voor het leven. Missie: zoveel

Nadere informatie

Dit aanbod is uitstekend te combineren met Mijnzwemcoach.nl of andere interventies uit de menukaart zoals Fiets fit!, Start2run.

Dit aanbod is uitstekend te combineren met Mijnzwemcoach.nl of andere interventies uit de menukaart zoals Fiets fit!, Start2run. Zwemsport 'Sportaanbod ouders van jonge kinderen' Organisatie: Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) Contactpersoon: heer Mikel Vogels Contactpersoon 2: mevrouw Cécile Veldman Erkenningen: Sport- en

Nadere informatie

Een leven lang sporten voor IEDEREEN! Rinske de Jong NOC*NSF Kennisdag, Den Haag

Een leven lang sporten voor IEDEREEN! Rinske de Jong NOC*NSF Kennisdag, Den Haag Een leven lang sporten voor IEDEREEN! Rinske de Jong NOC*NSF Kennisdag, Den Haag 21 december 2012, Dia 1 Wat kan sport betekenen? Sport betekent voor mij: sociale vaardigheden zelfvertrouwen gezondheid

Nadere informatie

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Criteria en procedure Datum Movisie Utrecht, maart 2015, versie 1.1 Utrecht, maart 2015, versie 1.1 * Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief, Criteria en procedure

Nadere informatie

Werkblad beschrijving interventie

Werkblad beschrijving interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/i-database/beoordeling/downloads/ Contact NJi Contact RIVM

Nadere informatie

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte

1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte 1. Buurtsportcoach Sport en Zorg, 0.4 fte Bevolking Doesburg De gemeente Doesburg heeft 11.437 inwoners. 30-39: 1129 Daarvan is 39% tussen de 40 64 jaar ( 4455) en 21% boven de 65 jaar ( (Bron: CBS 2014).

Nadere informatie

Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein

Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein Aanvraagformulier combinatiefunctie (2009) gemeente Nieuwegein Inleiding Met het aanstellen van combinatiefunctionarissen wil de overheid de samenwerking versterken tussen onderwijs, sport en cultuur.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Sport- en beweegaanbod

Sport- en beweegaanbod Indoor Freerunning Organisatie: Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie Contactpersoon: mevrouw Margo Cornelissen Contactpersoon 2: heer Herman Jansen Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting

Nadere informatie

Aanbod Middelburg in Beweging. schooljaar

Aanbod Middelburg in Beweging. schooljaar Aanbod Middelburg in Beweging schooljaar 2016-2017 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Uitgangspunten gemeente Middelburg pag. 3 1.1 doelstellingen Middelburg in Beweging 1.2 doelgroepen Hoofdstuk 2 Sportactiviteiten

Nadere informatie

Vergoedingen sportactiviteiten (basis)schoolleerlingen voor actieve sportverenigingen 2014-2015

Vergoedingen sportactiviteiten (basis)schoolleerlingen voor actieve sportverenigingen 2014-2015 Vergoedingen sportactiviteiten (basis)schoolleerlingen voor actieve sportverenigingen 2014-2015 Inhoudsopgave 1. Aanleiding blz. 3 2. Doelgroep blz. 3 3. Doelstelling blz. 3 4. Omschrijving activiteiten

Nadere informatie

Sport op Basisscholen in uw gemeente? Waarom? Omdat kinderen de toekomst zijn

Sport op Basisscholen in uw gemeente? Waarom? Omdat kinderen de toekomst zijn Sport op Basisscholen in uw gemeente? Waarom? Omdat kinderen de toekomst zijn Sport op Basisscholen is een initiatief van De Friesland Zorgverzekeraar en Sport Fryslân. Samen met de Friese gemeenten, onderwijs

Nadere informatie

KWP symposium 2014. Sport op Basisscholen een kwaliteitsimpuls in het bewegingsonderwijs

KWP symposium 2014. Sport op Basisscholen een kwaliteitsimpuls in het bewegingsonderwijs KWP symposium 2014 Sport op Basisscholen een kwaliteitsimpuls in het bewegingsonderwijs Sport op Basisscholen Sport Fryslân en De Friesland Zorgverzekeraar Meer kinderen goed en voldoende te laten bewegen

Nadere informatie

Bewegen in en om het onderwijs. Workshop 2 en 6 Leonie de Regt en Dave Schoonen

Bewegen in en om het onderwijs. Workshop 2 en 6 Leonie de Regt en Dave Schoonen Bewegen in en om het onderwijs Workshop 2 en 6 Leonie de Regt en Dave Schoonen Wat is scoolsport? Een aanpak waarmee de school werkt aan een gezonde en actieve leefstijl voor de leerlingen. Dit betekent

Nadere informatie

Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen:

Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen: Verenigingen en welzijnswerk voor ouderen Organisatie: NOC*NSF Contactpersoon: Diederik Meijntjes Contactpersoon 2: Diederik Meijntjes Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Samenwerking

Nadere informatie

Hoe kan de buurtsportcoach bijdragen aan een succesvol Sportimpuls project? Lerende Netwerken, najaar 2014

Hoe kan de buurtsportcoach bijdragen aan een succesvol Sportimpuls project? Lerende Netwerken, najaar 2014 Hoe kan de buurtsportcoach bijdragen aan een succesvol Sportimpuls project? Lerende Netwerken, najaar 2014 Welkom Programma Janine van Gurp (Breda Actief) & Roland Jansen (NOC NSF) Wat is de Sportimpuls?

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies Effectief Actief Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies Effectief Actief Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies Effectief Actief is een

Nadere informatie

Special Heroes in uitvoering

Special Heroes in uitvoering Special Heroes in uitvoering Kwalitatief onderzoek naar de uitvoering van het sportstimuleringsprogramma Special Heroes voor cluster 3 onderwijs Arnout Verduin Mulier Instituut Utrecht, januari 2012 wjh

Nadere informatie

Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven

Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven Zwanger Workout Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed beschreven Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting De Zwanger Workout is

Nadere informatie

Actieplan. Aangepast Sporten Noordoostpolder

Actieplan. Aangepast Sporten Noordoostpolder Actieplan Aangepast Sporten Noordoostpolder 2015-2018 Inleiding Aanleiding Voor mensen met een beperking is voldoende beweging niet altijd vanzelfsprekend en zijn er meer knelpunten om in beweging te komen

Nadere informatie

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Sport2U Organisatie: Stade Advies Contactpersoon: Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Sport2U is een virtuele sportinfrastructuur voor jongeren (12-18 jaar) (en

Nadere informatie

Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie

Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie Karsten Klein Rabin Baldewsingh Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag De

Nadere informatie

Startsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen. W.J.H. Mulier Instituut. Caroline van Lindert Remko van den Dool

Startsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen. W.J.H. Mulier Instituut. Caroline van Lindert Remko van den Dool Monitor Special Heroes in cluster 3 Startsituatie van deelnemende cluster 3-scholen en hun leerlingen Caroline van Lindert Remko van den Dool W.J.H. Mulier Instituut Startsituatie van deelnemende cluster

Nadere informatie

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en methode 3 2. 5 2.1 Bekendheid en deelname 6 2.2 Deelnemende scholen 7 2.3 Scholen in overweging 9 2.4 Gestopte

Nadere informatie

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends

Inhoud. (Bewegings)onderwijs: trends. Actieve en gezonde leefstijl: trends. Jeugdsport: trends 1 Inhoud Belang van bewegen Trends in de huidige maatschappij De huidige aanpak doet het niet Wat moet er dan anders Bewegingsonderwijs Beweegaanbod tussen- en naschools Beweegactivering tijdens de schooldag

Nadere informatie

Monitor Special Heroes in cluster 4. Eindsituatie van deelnemende cluster 4-scholen en hun leerlingen. Caroline van Lindert. Jan-Willem Bruining

Monitor Special Heroes in cluster 4. Eindsituatie van deelnemende cluster 4-scholen en hun leerlingen. Caroline van Lindert. Jan-Willem Bruining Monitor Special Heroes in cluster 4 Eindsituatie van deelnemende cluster 4-scholen en hun leerlingen Caroline van Lindert Jan-Willem Bruining Froukje Smits Wouter Nootebos Eindsituatie van deelnemende

Nadere informatie

De basisvragen waaraan scholen voor 100% moeten voldoen zijn opgenomen in de vier pijlers en zijn vetgedrukt.

De basisvragen waaraan scholen voor 100% moeten voldoen zijn opgenomen in de vier pijlers en zijn vetgedrukt. Vignet Bewegen en sport, vo Vragenlijst Bewegen en sport De basisvragen waaraan scholen voor 100% moeten voldoen zijn opgenomen in de vier pijlers en zijn vetgedrukt. Handig om bij de hand te hebben: Vakwerkplan

Nadere informatie

Aangepast sporten in de Haarlemmermeer Uitkomsten van de WVG/WMO enquête

Aangepast sporten in de Haarlemmermeer Uitkomsten van de WVG/WMO enquête Aangepast sporten in de Haarlemmermeer Uitkomsten van de WVG/WMO enquête Sportservice Noord Holland Gemeente Haarlemmermeer Belangengroep Gehandicapten Haarlemmermeer Door: Wikke van Stam Sportservice

Nadere informatie

Werkbladen voor het monitoren en

Werkbladen voor het monitoren en Werkbladen voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Bijlagedocument bij: Stappenplan voor het monitoren en evalueren van de inzet van buurtsportcoaches Wikke van Stam Anouk Brandsema

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Sport voor mensen met een handicap in Nederland Op weg naar Olympisch niveau?

Sport voor mensen met een handicap in Nederland Op weg naar Olympisch niveau? Sport voor mensen met een handicap in Nederland Op weg naar Olympisch niveau? CAROLINE VAN LINDERT In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de gehandicaptensport

Nadere informatie

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Bewegen en sport.

Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Bewegen en sport. Criteria en vragenlijst themacertificaat Bewegen en sport Voortgezet onderwijs Ter voorbereiding op uw aanvraag vindt u in dit document de criteria en vragenlijst voor het themacertificaat Bewegen en sport.

Nadere informatie

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1

Format Projectplan. Zo kan het ook! 20 juni 2013 1 Format Projectplan Onbeperkt Sportief biedt u een format voor het maken van een projectplan. Met zeven hoofdvragen krijgt u helder op papier wat uw project inhoudt. Het projectplan heeft als doel het stimuleren

Nadere informatie

Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T

Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T Evaluatie Diving Cup Effecten op Sportparticipatie Jan van Houthof 6 1065 AJ Amsterdam T 06 24512991 marije@bureaubeweeg.nl www.bureaubeweeg.nl 1 Samenvatting In deze rapportage worden de resultaten besproken

Nadere informatie

5 Voorlichting. 5.1 Probleemanalyse

5 Voorlichting. 5.1 Probleemanalyse 5 Voorlichting Om patiënten met reumatische artritis ervan te overtuigen dat bewegen gezond is, wordt er voorlichting gegeven. De voorlichting bestaat uit vier stappen die achtereen volgens ervoor moeten

Nadere informatie

Richtlijnen Sportplan 2017 schoolsportcoördinator V.O.

Richtlijnen Sportplan 2017 schoolsportcoördinator V.O. Richtlijnen Sportplan 2017 schoolsportcoördinator V.O. 1. Voorwoord Schrijf in je eigen woorden als vakdocent het voorwoord. Denk hierbij eens na over je eigen rol als -er? Zie je kansen voor jezelf en

Nadere informatie

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem

Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Onderzoek in de wat leren we er van Informatiesysteem Liesbeth Preller (NISB), Dave van Dijk (Vital Health) Experimenteel onderzoek Vooronderzoek Behandeling Experiment Controle Verschil Implementatie

Nadere informatie

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt Vandaag Vandaag Reden voor Monitoring en Evaluatie: M&E Wat is M&E? Monitoren en evalueren: theorie en praktijk Tips

Nadere informatie

Aanbod en ondersteuning van CF team Middelburg Sportaanbieders gemeente Middelburg

Aanbod en ondersteuning van CF team Middelburg Sportaanbieders gemeente Middelburg Aanbod en ondersteuning van CF team Middelburg Sportaanbieders gemeente Middelburg seizoen 2018 2019 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Visie CF team Middelburg pag. 3 Hoofdstuk 2 Wijze van aanmelden pag. 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Jorien Slot-Heijs Amika Singh

Jorien Slot-Heijs Amika Singh Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut 2 Inleiding Jongeren Op Gezond Gewicht werkt aan een gezonde omgeving voor kinderen en jongeren, waaronder de schoolomgeving. Een van de doelen

Nadere informatie

ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden KANSEN EN SUCCESSEN VAN DE SPORTIMPULS

ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden KANSEN EN SUCCESSEN VAN DE SPORTIMPULS ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden KANSEN EN SUCCESSEN VAN DE SPORTIMPULS Programma 19 november Cijfers en criteria Sportimpuls Praktijkvoorbeeld DKC Samen

Nadere informatie

Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt 2011-2012

Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt 2011-2012 Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Otterstraat 118-12 Postbus 1568 3500 BN Utrecht Telefoon 030 2729 700 Evaluatie Pilotfase concepten Sport en Bewegen in de Buurt 2011-2012 - Resultaten

Nadere informatie

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk

Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk Gemeenten leggen de rode loper uit voor kwetsbare jongeren richting school en werk 1.1 Rode loper coaching 2019-2020 Er is in 2019-2020 ondersteuning vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid beschikbaar

Nadere informatie

Projectplan VMBO in Beweging VMBO in Beweging

Projectplan VMBO in Beweging VMBO in Beweging Projectplan VMBO in Beweging 2010 2013 VMBO in Beweging Initiatiefnemer : Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen Projectnaam : VMBO in Beweging School : Sport en Beweegcoördinator : Telefoon : E-mail

Nadere informatie

Monitor onder professionals in het werkveld van sport en bewegen Resultaten module onderwijs 2011

Monitor onder professionals in het werkveld van sport en bewegen Resultaten module onderwijs 2011 TNO-rapport TNO/LS 2012.014 Monitor onder professionals in het werkveld van sport en bewegen Resultaten module onderwijs 2011 Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL Leiden Postbus

Nadere informatie

RealFit. Wat is het Doelstelling Voor wie Historie Waarom RealFit

RealFit. Wat is het Doelstelling Voor wie Historie Waarom RealFit RealFit Wat is het Doelstelling Voor wie Historie Waarom RealFit Wat is RealFit? Effectieve multidisciplinaire aanpak van overgewicht bij jongeren van 13 tot 18 jaar. De 13 weken durende cursus bevat:

Nadere informatie

Interventie Grip op Agressie

Interventie Grip op Agressie Interventie Grip op Agressie 1 Erkenning Erkend door deelcommissie Justitiële interventies Datum: december 2012 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Hilde Niehoff (2012). Justitieleinterventies.nl:

Nadere informatie