VIERDE LES: + DIA1: Het christelijke wereldbeeld is als volgt: God en de wereld is niet hetzelfde. Als Schepper staat Hij aan het begin ervan en gaat

Transcriptie

1 VIERDE LES: + DIA1: Het christelijke wereldbeeld is als volgt: God en de wereld is niet hetzelfde. Als Schepper staat Hij aan het begin ervan en gaat Hij erbovenuit. En tegelijkertijd maakt Hij wel contact met de wereld. Die visie deelt het christendom met de andere monotheïstische godsdiensten (Islam, Jodendom) + DIA2: Er zijn andere godsbeelden, bijvoorbeeld het polytheïsme (meergodendom). Deze goden staan deels buiten, deels gaan ze op in de wereld. Ze zijn namelijk vaak een verlengde van of projectie van wat er onder mensen gebeurt. Ze zijn of een schepper of als halfgod bijvoorbeeld zelf geschapen/verwekt. 1

2 + DIA3: Er is ook een wereldbeeld waarbij er geen god is of de hele wereld goddelijk is. Er is geen Schepper die buiten onze wereld staat. De materie is niet geschapen, maar eeuwig. DIA4: Veel mensen zijn religieus. Kern van elke religie is dat de mens God wil bereiken via regels, rituelen en offers. Het probleem volgens het christelijk geloof is dat de mens door religie geen mooier en beter mens wordt. De zonde is te hardnekkig en niet uit te poetsen door onze inspanningen. Daarom blijft de afstand met God die heilig is, bestaan. DIA5: Een bekende gedachte is dat elk geloof claimt de enige ware weg te zijn naar God. Maar eenmaal bovenop de berg (hiernamaals), blijkt elke weg bij dezelfde god uit te komen. Filosofisch bezwaar tegen deze gedachtegang: waarom zou de relativist blijkbaar als enige in dit leven wél de enige ware visie hebben? Religieus bezwaar: het is het verplaatsen van een probleem van nu naar straks. Want wélke god wacht boven op ons? De verschillende godsbeelden van alle religies kunnen onmogelijk allemaal tegelijk waar zijn... DIA6: Vanuit het christelijk geloof kan gezegd worden: God is niet een vraagteken die pas na dit leven bekend wordt. Hij liet zichzelf namelijk zien. Hij bewandelde de omgekeerde weg: vanuit de hemel als mens naar de aarde in Zijn Zoon Jezus. Dat vieren christenen met Kerst. Zo heeft Hij zichzelf bekend gemaakt. Jezus zei: wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien. 2

3 DIA7: Jezus levensweg is samen te vatten via de parabool: van het leven bij God in de hemel naar de aarde als mens. Maar als mens maakt Hij ook een neerwaartse gang: Hij vernedert zich, dient als een slaaf, wordt onschuldig opgepakt en gekruisigd als een misdadiger. Na zijn dood staat Hij op en gaat Hij terug naar zijn Vader in de hemel waar Hij geëerd wordt. DIA8: Je kunt alle christelijke feestdagen koppelen aan de parabool. Kerst is de menswording van Jezus. Op Goede Vrijdag bereikt de weg van Jezus het ultieme dieptepunt: de dood aan het kruis. Met Pasen staat Hij na de drie dagen op uit de dood. Op Hemelvaartsdag vieren christenen dat Jezus terugkeerde naar de hemel. DIA9: Nog één christelijke feestdag hebben we nog niet genoemd: Pinksteren. Ook hier zien we een neerwaartse beweging: God zendt Zijn Geest naar zijn volgelingen. DIA10: Christelijk geloof gaat niet zozeer over de juiste opvattingen of het opvolgen van de juiste regels of doen van de juiste rituelen. Het is een verhaal van gered worden. De lat van Gods wet ligt te hoog; we kunnen als mens Gods niveau niet evenaren. Maar God daalde in Jezus naar ons niveau. Hij droeg onze onvolmaaktheid en schenkt ons uit genade vergeving. Zo worden we onverdiend heilig genoemd door God. 3

4 DIA11: Als je tot het inzicht gekomen bent dat Jezus in jouw plaats heeft geleden om jou te redden en de weg naar God heeft gebaand, ben je een christen geworden. Om dat te markeren word je gedoopt. Bij de doop in het water doe je als het ware Jezus levensweg na: je daalt af in het water (je sterft als het ware aan je oude leven zonder God) en staat op (in een nieuw leven met God). DIA12: Jezus is niet alleen de Redder, maar zijn levensweg is ook het Voorbeeld voor onze levensstijl. De levenstaak van een christen is Christus na te volgen in alles. Omdat wij zelf niet veroordeeld worden door Hem, maar genade ontvangen, worden wij geacht om hetzelfde te doen. Richting anderen én onszelf: niet veroordelend vanuit de hoogte, maar genadig naast iemand staan. +DIA14: Jezus zou je met een moderne term een loser kunnen noemen. Iemand die alles verloor (status, rijkdom, eer, zelfs zijn leven). En toch werd Hij een kampioen voor God. Dit is de levenshouding die bij een christen past. Je eigen ambitie, carrière, status loslaten om te leven in dienst van God en de ander. Verliezen in de ogen van de wereld om in Gods ogen écht rijk en gelukkig te zijn. DIA13: Jezus roept zijn volgelingen op om net als Hij te dienen. De minste zijn kan funest zijn voor je zelfbeeld, zodat je je minderwaardig gaat voelen. Jezus diende vanuit een sterke identiteit: Hij wist dat Hij geliefd was door zijn Vader en dat Hij alle macht had. En vanuit dat vertrouwen diende Hij. Wij mogen delen in diezelfde identiteit en zo zonder angst onszelf geven aan anderen. Want zo word je niet armer. 4

5 DIA15: De Bijbel waarschuwt ons voor de bergparabool als levensstijl: proberen alles uit dit aardse leven te halen ten koste van God en anderen en ter meerdere eer en glorie van jezelf. Uiteindelijk komt in het eindoordeel van God na het leven de rekening: je hebt het goede deel al gehad tijdens je aardse leven. Maar niet geïnvesteerd in wat rendement geeft voor de eeuwigheid. +DIA16: Kerst is een voorbeeld in de Bijbel van de maatschappelijke ladder van succes. De keizer van Rome (Augustus) staat naar menselijke maatstaven bovenaan. Maar bij God is juist een onbeduidend arm tienermeisje uit een gehucht in het achtergebleven noorden van Israël de hoofdpersoon: Maria wordt gekozen voor de eervolle taak om de Zoon van God ter wereld te brengen. +DIA17: Alle maatschappelijke verschillen, bijvoorbeeld op gebied van inkomsten, ras of sekse, vallen weg in de kerk. Uit het samen vieren van het Avondmaal blijkt dat. Jezus vroeg aan zijn volgelingen om brood en wijn te nuttigen en daarbij aan zijn offer (lichaam en bloed) te denken. Iedereen heeft dezelfde genade van God nodig. Als we brood en wijn uitdelen aan elkaar, beseffen we dat iedereen gelijk is en we bij elkaar horen. +DIA18: We worden opgeroepen om van ons geloof in Jezus te getuigen naar anderen. Maar hoe doen we dat? Je kunt je verhaal droppen bij de ander zodat je over iemands hoofd heen praat. Je kunt ook proberen jezelf te verdiepen in zijn leefwereld van. Dit was Paulus werkwijze: hij wist welk publiek hij voor zich had en wat hun vragen en verlangens waren. 5