Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege?
|
|
- Bart Gerritsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege? De verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter versus de kostendekkende griffierechten Michelle Vrolijk Haarlem, juni 2011
2 Toegankelijkheid van de rechtspraak of recht als privilege? De verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter versus de kostendekkende griffierechten Haarlem, juni 2011 Michelle Vrolijk (Studentnummer ) Hogeschool van Amsterdam HBO-Rechten Vallenduuk Advocaten Begeleider HvA: mevrouw mr. N.M. Graham Praktijkbegeleider: mevrouw mr. V.Q. Vallenduuk
3 Voorwoord In het kader van het afstudeertraject aan de Hogeschool van Amsterdam voor de opleiding HBO-Rechten heeft elke student een afstudeeronderzoek moeten volbrengen. Voor u ligt het resultaat van mijn onderzoek. Na vier studiejaren en een ontzettend leuke en leerzame praktijkstage bij Vallenduuk Advocaten, ben ik erachter gekomen dat mijn interesse uitgaat naar het burgerlijk procesrecht. Voor mijn afstudeertraject heeft Vallenduuk Advocaten mij daarom de mogelijkheid geboden om dit onderzoek te verrichten. Vallenduuk Advocaten heeft tevens belang bij het onderzoek gehad, om in kaart te brengen wat er precies gaat veranderen ten aanzien van het burgerlijk procesrecht met betrekking tot de verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter. Tevens wil zij haar cliënten informeren omtrent deze veranderingen en de kostendekkende griffierechten. Dit laatste heeft geresulteerd in mijn beroepsproduct: een artikel voor op de website van Vallenduuk Advocaten. Dit artikel is te vinden via Mijn dank gaat dan ook uit naar alle advocaten en medewerkers van Vallenduuk Advocaten, en in het bijzonder naar mijn praktijkbegeleidster mr. Valérie Vallenduuk-Bobeck. Binnen het kantoor heb ik veel praktijkervaring maar ook zeker veel juridische vaardigheden opgedaan (en zal ik hopelijk nog blijven doen). Mede dankzij de ervaring van Valérie Vallenduuk- Bobeck, de mogelijkheden die zij mij heeft geboden en de opbouwende kritiek die zij mij heeft gegeven, is dit onderzoeksrapport tot stand gekomen. Daarnaast gaat mijn dank uit mr. Natalie Graham, die mij vanuit de opleiding heeft begeleid en heeft ondersteund bij het schrijven van deze rapportage. Ook mede dankzij haar aanvullingen, opmerkingen, opbouwende kritiek en de mogelijkheden die zij in mij zag, is dit onderzoeksrapport tot stand gekomen. Michelle Vrolijk Haarlem, juni
4 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting... 6 Verklarende woordenlijst... 7 Lijst met afkortingen... 9 Inleiding Het Nederlandse Burgerlijk Procesrecht: van toen tot nu Inleiding Wetsgeschiedenis De geschiedenis van het Vernieuwde Burgerlijk Procesrecht De uitgangspunten van het Vernieuwde Burgerlijk Procesrecht Veegwet 1 mei 2003 Wetsvoorstel aanpassing van enkele onderdelen Het huidige burgerlijk procesrecht Sectorindeling bij de rechtbank Absolute bevoegdheid De procedure en procesvertegenwoordiging Enkelvoudige en meervoudige rechtspraak Deelconclusie De wijzigingen: modernisering rechterlijke organisatie Inleiding Verhoging competentiegrens Uitbreiding aardzaken Afschaffing verplichte sector kanton Meervoudige kantonrechtspraak Aanleiding Achterliggende redenen Deelconclusie De gevolgen van de evaluatiewet modernisering RO Inleiding De rechtzoekende De rechterlijke macht De rechtsbijstandverlener Deelconclusie Tussenmeting: toegankelijkheid van de rechtspraak Inleiding Voordelen en nadelen van de evaluatiewet modernisering De rechtzoekende De rechterlijke macht De rechtsbijstandverlener Toegankelijkheid rechtspraak: tot nu toe Bijkomende factoren Deelconclusie
5 5. Het griffierechtenstelsel: van toen tot nu Inleiding Wetsgeschiedenis: Wet tarieven in burgerlijke zaken Het huidige griffierechtenstelsel Deelconclusie: toegankelijkheid tot nu toe Kostendekkende griffierechten Inleiding De wijzigingen De achterliggende redenen Deelconclusie: toegankelijkheid tot nu toe Conclusie Literatuurlijst Bijlage 1 Interview met kantonrechter en griffier van de rechtbank Haarlem Bijlage 2 Artikel Mr. Magazine Online
6 Samenvatting Dit product is het resultaat van een onderzoek naar de gevolgen die zullen intreden naar aanleiding van de evaluatiewet modernisering RO welke onder andere met zich mee zal brengen dat de bevoegdheid van de kantonrechter zal worden verruimd van 5.000,- naar ,-. Daarnaast zullen consumentenkoop en consumentenkrediet (tot ,-) aan de zogenaamde aardzaken van de kantonrechter worden toegevoegd. Er zal antwoord worden gegeven op de vraag: In hoeverre leiden de gevolgen van de Evaluatiewet modernisering van de rechterlijke organisatie tot meer toegankelijkheid van de rechtspraak voor de rechtzoekende en hoe staat dit in verhouding tot de advocatuur, de rechterlijke macht en de kostendekkende griffierechten?. Het wetsvoorstel, wat inmiddels is aangenomen door de Eerste Kamer en vermoedelijk per 1 juli 2011 in werking zal treden, zal de competentiegrens van de kantonrechter verruimen, waarmee de rechtspraak toegankelijker zou moeten worden voor de rechtzoekende. Om de toegankelijkheid van de rechtspraak te bepalen is in kaart gebracht welke mogelijke gevolgen deze wijzigingen zullen hebben voor de rechtzoekende. Daarbij is tevens in aanmerking genomen welke gevolgen dit zal hebben voor de rechterlijke macht en de advocatuur en hoe deze toegankelijkheid in verhouding staat tot de kostendekkende griffiegelden. Doordat de rechtzoekende nu meer zaken aan de kantonrechter kan voorleggen, is uit de analyse gebleken dat de rechtzoekende nu bij minder zaken een advocaat in hoeft te schakelen, wat aanzienlijk in de kosten zal schelen. Echter is de rechtzoekende zonder advocaat vaak minder goed af, aangezien hij of zij over het algemeen geen juridische kennis heeft en het risico loopt juridische missers te begaan in een gerechtelijke procedure. Dit zou zelfs tot het verliezen van de zaak kunnen leiden. Voor de rechterlijke macht zullen de wijzigingen tot gevolg hebben dat de werklast bij de sector civiel aanzienlijk zal verlagen en bij de sector kanton zal vergroten. Er zullen immers een flink aantal zaken overgaan van de civiele sector naar de sector kanton. Daarnaast doet zich de mogelijkheid voor dat de verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter een aanzuigende werking zal hebben, waardoor de werklast bij de sector kanton nog meer zal vergroten. Voor de advocatuur zal de verruiming van de competentiegrens van de kantonrechter tot gevolg hebben dat zij wordt geschaad in haar procesmonopolie. Daar waar de rechtzoekende nu nog verplicht een advocaat vanaf 5.000,- dient in te schakelen, zal dit straks pas vanaf ,- gelden. Dit zal tot minder werk voor de advocatuur kunnen leiden. Doordat de overheid onlangs heeft aangekondigd dat de griffierechten per 2013 kostendekkend gemaakt zullen worden, wat inhoudt dat de rechtspraak dient te worden bekostigd door degenen die daar gebruik van maken, zullen de griffiegelden aanzienlijk omhoog gaan. Deze zullen zo hoog worden dat het risico groot is dat de rechtzoekende zich dit niet kan veroorloven en daarom van een gerechtelijke procedure af moet zien. De rechtzoekende wordt hierbij in zijn recht tot toegang van de rechtspraak geschaad. De verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter kan dan wel meer bijdragen aan toegankelijkheid van de rechtspraak, de rechtzoekende is er vaak niet bij gebaat om zonder rechtsbijstandverlener in het geding te verschijnen. Daarbij worden de griffierechten zodanig hoog, dat ook dit aspect de toegankelijkheid van de rechtspraak in de weg zal staan. 6
7 Verklarende woordenlijst Aardzaken Aardzaken zijn zaken die een arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel of een agentuur-, huur-, of huurkoopovereenkomst als onderwerp hebben. Deze zaken zijn "in hun aard" toegewezen aan de kantonrechter. Agentuurovereenkomst In de agentuurovereenkomst staan afspraken over de rechten en plichten van een handelsagent en de opdrachtgever. Appel Hoger beroep; de mogelijkheid om, als men het niet eens is met een rechterlijke uitspraak, een nieuwe uitspraak van een hogere rechter te vragen. Als een zaak bij de rechtbank heeft gediend en hoger beroep wordt ingesteld, wordt de zaak behandeld door het gerechtshof. In beroep gaan bij de Hoge Raad wordt ook wel cassatie genoemd. Burgerlijk procesrecht Het burgerlijk procesrecht is het geheel van rechtsregels die het verloop van een procedure voor de burgerlijke rechter regelen Cassatie Hoger beroep bij de Hoge Raad tegen een beslissing van een lagere rechter. Competentiegrens Competentie wordt ook wel bevoegdheid, rechtmatig oordeel of recht van spreken of oordelen genoemd. De competentiegrens van de kantonrechter bepaalt dus over welke zaken hij of zij mag beslissen. Conclusie van antwoord Het eerste verweer van de gedaagde tegen hetgeen de eiser stelt in een dagvaarding. Conclusie van dupliek Nadere antwoord van gedaagde op conclusie van repliek van eiser. Comparitie van partijen Het persoonlijk verschijnen van partijen voor de rechter, meestal om een schikking proberen te treffen of nadere inlichtingen te verschaffen. Conclusie van repliek Nadere conclusie van eiser in het burgerlijk geding na de conclusie van antwoord van gedaagde. Dagvaarding Officieel geschrift (deurwaardersexploot) dat iemand oproept op een bepaalde tijd voor de rechter te verschijnen in verband met het beslechten van een geschil. 7
8 Europees verdrag voor de rechten van de mens Een Europees verdrag waarin de mensen- en burgerrechten voor alles inwoners van verdragsluitende staten is geregeld. Griffierechten/griffiegeld Bedrag dat aan een gerecht moet worden betaald wanneer men een civiele of bestuursrechtzaak start. Objectieve cumulatie Er is sprake van objectieve cumulatie indien de eiser in één dagvaarding meerdere vorderingen tegen de gedaagde instelt. Procesmonopolie In gerechtelijke procedures waar procesvertegenwoordiging verplicht is, heeft de advocatuur een monopolie op dit termijn. Dit zijn zaken bij de civiele rechter, momenteel nog vanaf 5.000,-. Rechterlijke organisatie De organisatie van de rechterlijke macht, de organen die met rechtspraak zijn belast. Sector Organisatorische eenheid binnen de rechtbank, toegespitst op rechtsgebied. Subjectieve cumulatie Er is sprake van subjectieve cumulatie indien meer eisers tegen één gedaagde, één eiser tegen meer gedaagden of meerdere eisers tegen meer gedaagden optreden. Toevoeging Het via een Raad voor de Rechtsbijstand toegewezen krijgen van een advocaat of deurwaarder die (grotendeels) door de overheid wordt betaald. Wet op de rechtsbijstand Wet van 23 december 1993, houdende regelen omtrent de door de overheid gefinancierde rechtsbijstand. Zaaksdifferentiatie Differentiatie staat ook wel voor afwisseling, uiteenlopen, onderscheid, variatie, variëteit of verscheidenheid. Zaaksdifferentiatie in een gerechtelijke procedure is een wijze van behandeling die optimaal rekening houdt met de eisen qua snelheid van afdoening, vakinhoudelijke deskundigheid of bijzondere vaardigheden van de rechter die daarin voor bepaalde (soorten) zaken gelden. 8
9 Lijst met afkortingen Art. BW EVRM Jo. Raio Rio RO Rv Wet OBG Wtbz Wgbz Artikel Burgerlijk Wetboek Europees verdrag voor de rechten van de mens Juncto Rechterlijk ambtenaar in opleiding Rechter in opleiding Rechterlijke Organisatie Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Wet Organisatie en Bestuur Gerechten Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken Wet Griffiegelden in Burgerlijke Zaken 9
10 Inleiding De rechtspraak in Nederland moet toegankelijker worden voor de burger. Om dit te kunnen realiseren werd op 18 juli 2009 het wetsvoorstel voor de Evaluatiewet modernisering Rechterlijke Organisatie 1, hierna te noemen RO, ingediend door de toenmalige Minister van Justitie bij de Tweede Kamer. Zoals de naam doet vermoeden, voorziet dit wetsvoorstel in een aantal grootse veranderingen met betrekking tot de Nederlandse rechterlijke organisatie alsmede het burgerlijk procesrecht. Zo zijn er voorstellen gedaan om de samenwerking tussen de gerechten te veranderen, om de aanwijzing van nevenvestigingsplaatsen te veranderen, de samenstelling van gerechtsbesturen te veranderen, het klachtenrecht met betrekking tot rechterlijke ambtenaren en de ressortelijke herindeling. Echter, voornaamste verandering in dit wetsvoorstel is de uitbreiding van de bevoegdheid van de kantonrechter, wat in dit onderzoeksrapport dan ook centraal zal staan. Op 20 mei 2010 is het wetsvoorstel aangenomen door de Tweede Kamer en op 17 mei 2011 tevens door de Eerste Kamer. De evaluatiewet modernisering RO zal dus binnenkort, naar verwachting per 1 juli 2011, in werking treden. Op dit moment is de kantonrechter bevoegd om over zaken te beslissen met een financieel belang tot en met 5.000,- en zogenaamde aardzaken (bijvoorbeeld arbeidszaken en huurzaken). Door de evaluatiewet modernisering RO zal deze grens verhoogd worden tot ,- en zullen consumentenzaken en consumentenkrediet (tot ,-) worden toegevoegd aan de aardzaken. Omdat de rechtzoekende bij de kantonrechter in persoon dan wel bij gemachtigde mag procederen (en dus zonder verplichte advocatenbijstand) zou dit tot meer toegankelijkheid van de rechtspraak en kostenbesparing moeten leiden. In dit onderzoeksrapport zal deze aankomende wetswijziging nader onderzocht worden, waarbij een analyse wordt gemaakt van de mogelijke gevolgen van deze wijzigingen voor alle betrokken partijen. Naast de evaluatiewet modernisering RO zal tevens het fenomeen kostendekkend griffiegeld centraal staan. De huidige regering heeft aangekondigd het griffierechtenstelsel zodanig te willen veranderen dat degenen die gebruik maken van de rechtspraak dit ook zelf dienen te bekostigen. Doelstelling van dit rapport is dan ook het in kaart brengen van de toegankelijkheid van de rechtspraak voor de nabije toekomst. In samenhang met de verhoging van de competentiegrens van de kantonrechter en de kostendekkende griffiegelden zal er in dit rapport worden bezien of deze aspecten daadwerkelijk bijdragen aan de toegankelijkheid van de rechtspraak. De vraag die hier op aansluit en centraal zal staan in dit gehele onderzoeksrapport luidt dan ook als volgt: In hoeverre leiden de gevolgen van de Evaluatiewet modernisering van de rechterlijke organisatie tot meer toegankelijkheid van de rechtspraak voor de rechtzoekende en hoe staat dit in verhouding tot de advocatuur, de rechterlijke macht en de kostendekkende griffierechten? 1 Kamerstukken II 2008/09, , nr
11 Deze vraag zal beantwoord worden met behulp van de volgende deelvragen: - Hoe luidt de wetgeschiedenis met betrekking tot het Nederlandse burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie? - Hoe zit het rechterlijke stelsel vandaag de dag in elkaar met betrekking tot het Nederlandse burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie? - Wat gaat er veranderen c.q. welke (formele) wijzigingen zullen er plaatsvinden na de invoering van de evaluatiewet modernisering RO? - Wat zijn de achterliggende redenen voor de wijzigingen die zullen intreden door de evaluatiewet modernisering RO? - Wat zullen de gevolgen zijn van de evaluatiewet modernisering RO voor de betrokken partijen, de rechterlijke macht, de rechtzoekende en de rechtsbijstandverlener (en in het bijzonder voor de advocatuur)? - Wat zullen de voor- en nadelen zijn van de gevolgen van de evaluatiewet modernisering RO voor alle betrokken partijen en hoe verhouden deze zich tot meer toegankelijkheid van de rechtspraak? - Welke aspecten komen er nog meer kijken bij toegankelijkheid van de rechtspraak? - Hoe verhoudt de wet griffierechten in burgerzaken zich tot meer toegankelijkheid van de rechtspraak? - Hoe verhoudt het wetsvoorstel voor de kostendekkende griffierechten zich tot toegankelijkheid van de rechtspraak? Om een antwoord te geven op de centrale vraag dienen een aantal van de begrippen die daarin geformuleerd staan te worden afgebakend. Zoals reeds aangegeven, zal er met betrekking tot de evaluatiewet modernisering RO in dit rapport voornamelijk worden ingegaan op de verruiming van de competentiegrens van de kantonrechter. Daarnaast zullen tevens de afschaffing van de verplichte sector kanton en de invoering van meervoudige kantonrechtspraak worden behandeld. Met betrekking tot de toegankelijkheid van de rechtspraak en de rechterlijke macht zal het in dit rapport gaan om de rechtbanken in Nederland en in het bijzonder om de sector kanton en de sector civiel. Toegankelijkheid van overige sectoren, zoals bestuursrecht en strafrecht, worden in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Tenslotte zal er met betrekking tot het griffierechtenstelsel worden uitgegaan van de griffierechten die worden geheven bij de rechtbank voor de sector kanton en de sector civiel. Griffierechten voor andere gerechten (zoals het gerechtshof en de Hoge Raad) en andere sectoren (zoals sector bestuursrecht) zullen buiten beschouwing worden gelaten. Het voornaamste onderzoek dat is uitgevoerd om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraag is een literatuuronderzoek en een bronnenonderzoek. Er is gebruik worden gemaakt van handboeken, parlementaire stukken, rapporten van commissies en tijdschriftartikelen. Het onderzoek was grotendeels een juridisch bureauonderzoek, aangezien de wijzigingen gaan plaatsvinden en welke gevolgen deze zullen hebben voor de betrokken partijen dienen te worden weergegeven. Teven zijn er een kantonrechter en een griffier geïnterviewd. Er is hen gevraagd naar hun mening over de huidige situatie en hun mening over de toekomstige situatie zoals deze is weergegeven in het wetsvoorstel. De interviews zijn persoonlijk afgenomen, waarvan de resultaten in dit onderzoek zijn verwerkt. In hoofdstuk 1 zal de wetsgeschiedenis en het huidige systeem met betrekking tot het burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie worden besproken. In hoofdstuk 2 zullen de wijzigingen die door de evaluatiewet modernisering RO zullen intreden worden besproken alsmede de aanleiding voor het wetsvoorstel en de achterliggende redenen. Vervolgens zal er 11
12 in hoofdstuk 3 worden ingegaan op de gevolgen van deze wijzigingen voor de betrokken partijen. In hoofdstuk 4 wordt er een tussenmeting gemaakt met betrekking tot de toegankelijkheid van de rechtspraak: in hoeverre leidt de evaluatiewet modernisering RO nou eigenlijk tot meer toegankelijkheid en welke aspecten zijn hierbij nog meer van belang? In hoofdstuk 5 wordt er een beeld gegeven van de wetsgeschiedenis alsmede de huidige situatie van het Nederlandse griffierechtenstelsel. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 6 in gegaan op het wetsvoorstel omtrent de invoering voor kostendekkende griffiegelden. Tenslotte wordt in hoofdstuk 7 een conclusie geformuleerd, waarbij antwoord wordt gegeven op de hierboven geformuleerde hoofdvraag. 12
13 1. Het Nederlandse Burgerlijk Procesrecht: van toen tot nu 1.1 Inleiding Door de invoering van de evaluatiewet modernisering RO zal de bevoegdheid van de kantonrechter worden verruimd. Hierdoor zal de kantonrechter de bevoegdheid krijgen om vorderingen te behandelen met een geldelijk belang tot ,- en zullen consumentenkoop en consumentenkrediet (tot ,-) worden toegevoegd als zogenaamde aardzaak. Tevens zal een verplichte sector kanton worden afgeschaft en zal meervoudige kantonrechtspraak worden ingevoerd. Om de gevolgen van deze wijzigingen te kunnen analyseren, zal in dit hoofdstuk eerst het huidige systeem met betrekking tot de rechterlijke organisatie worden besproken. Bij het analyseren van een wetswijziging en de gevolgen daarvan, dient men steeds rekening te houden met enerzijds maatschappelijke factoren die tot de gewenste wijziging hebben geleid en anderzijds met de totstandkomingsgeschiedenis. De evaluatiewet modernisering RO zal verstrekkende wijzigingen met zich mee brengen ten aanzien van het burgerlijke procesrecht, zodat een nader onderzoek van de wetsgeschiedenis van het burgerlijk procesrecht onontbeerlijk is in deze. Zo werd het Nederlandse burgerlijk procesrecht met ingang van 1 januari 2002 drastisch veranderd met de inwerkingtreding van de Wet herziening van het procesrecht in burgerlijke zaken. In het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg (wetsvoorstel ) en enkele daarmee samenhangende regelingen waarvan de Wet organisatie en bestuur gerechten (wetsvoorstel 27181) en de Wet Raad voor de Rechtspraak (wetsvoorstel ) in dat kader van belang zijn. Derhalve zal in dit hoofdstuk eerst in vogelvlucht de geschiedenis van het vernieuwde burgerlijk procesrecht de revue passeren. Vervolgens zal het huidige systeem betreffende de rechterlijke organisatie worden behandeld. De deelvragen die in dit hoofdstuk aan bod zullen komen, luiden als volgt: - Hoe luidt de wetgeschiedenis met betrekking tot het Nederlandse burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie? - Hoe zit het rechterlijke stelsel vandaag de dag in elkaar met betrekking tot het Nederlandse burgerlijk procesrecht en de rechterlijke organisatie? 1.2 Wetsgeschiedenis De geschiedenis van het Vernieuwde Burgerlijk Procesrecht De huidige indeling van de rechterlijke organisatie vindt haar oorsprong in het besluit van de toenmalige regering in de jaren tachtig van de vorige eeuw om de Nederlandse organisatie gefaseerd te herzien. In het begin van de jaren negentig werd de eerste fase van deze herziening uitgevoerd. De negentien rechtbanken werden uitgebreid met een sector bestuursrecht. De tweede fase betrof de integratie van de afzonderlijke kantongerechten als sector van de rechtbanken. De derde fase was het veranderen en voornamelijk vernieuwen van het toen geldende wetboek van burgerlijke rechtsvordering. 2 Vooral de laatste twee fases van deze herziening van de rechterlijke organisatie zullen in dit hoofdstuk centraal staan. 2 Nispen 2001, p
14 Zoals reeds gesteld in de inleiding werd het Nederlands burgerlijk procesrecht met ingang van 1 januari 2002 drastisch veranderd. Door de invoering van de Wet herziening burgerlijk procesrecht 3 werd voornamelijk de wijze van procederen in eerste aanleg wezenlijk veranderd. Met de invoering van deze wet trachtte de overheid de rechtspraak toegankelijker te maken en te moderniseren. Voor civiele procedures moest er meer efficiency gecreëerd worden. Zo werd de regeling versneld regime in dagvaardingszaken ingevoerd, bedoeld om de grote hoeveelheid bulkzaken (zaken die feitelijk en/of juridisch betrekkelijk eenvoudig en ongecompliceerd van aard zijn 4 ) versneld en vereenvoudigd af te doen 5. Zo werden er verder met betrekking tot de dagvaardingsprocedure substantiële wijzigingen doorgevoerd. Thans moet eiser reeds in zijn inleidende dagvaarding al ingaan op het verweer van de gedaagde, voor zover dit voor hem bekend is. Ook dient eiser in de dagvaarding al aan te geven over welke bewijsmiddelen en getuigen hij beschikt. Er is gekozen voor een standaard opzet van de dagvaarding waaraan deze moet voldoen, zoals dit reeds al het geval was bij een verzoekschrift. Tot voorheen bestonden er namelijk verschillende soorten opzetten van de dagvaarding voor bijvoorbeeld kleine zaken en voor overige zaken 6. Daarnaast werd er een bepaling ingevoerd dat na dagvaarding en conclusie van antwoord in beginsel een comparitie van partijen volgt, daar waar partijen voorheen eerst nog konden concluderen voor repliek en dupliek en vervolgens konden vragen om pleidooi ex art. 131 Rv jo. art. 132 lid 1 Rv jo. art. 134 lid 1 Rv. Wanneer er in een zaak een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden, kan de rechter nu beslissen dat er niet meer om pleidooi kan worden gevraagd. Niet alleen de wijze van procederen in eerste aanleg werd per 1 januari 2002 wezenlijk veranderd, maar ook de kantonrechter werd aan wijzigingen blootgesteld. De Wet organisatie en bestuur gerechten 7 (hierna Wet OBG) regelde de invoering van het zogenaamde Integraal Management bij de afzonderlijke gerechten 8. Door het integraal management wordt als het ware het beheer van de organisatie en dat van de procesvoering bij de rechtsprekende macht in één hand gebracht. Het belangrijkste gevolg van de introductie van deze nieuwe organisatiestructuur is de afschaffing per 1 januari 2002 van de afzonderlijke kantongerechten. De 61 voorheen afzonderlijke kantongerechten zijn dan ook vanaf 1 januari 2002 als sector kanton ondergebracht bij de huidige 19 rechtbanken. De kantongerechten werden als het ware bestuurlijk gebundeld. Dit betekent echter niet dat er hierdoor een einde is gekomen aan de kantonrechtspraak. De kanonrechters gingen immers verder als afzonderlijke sector van de rechtbank en zijn niet ondergebracht bij sector civiel. 9 Ook de vestigingen waar de kantonrechters gevestigd zaten werden in stand gelaten, deze werden opgenomen worden als nevenvestiging of nevenzittingsplaats. De wijze van procederen wijzigde door dit wetsvoorstel op zich niet. De veranderingen die worden doorgevoerd wijzigen naar aanleiding van de Wet herziening burgerlijk procesrecht welke, zoals hierboven reeds aangegeven, leidde tot veranderingen in de wijze van procederen in eerste aanleg. Deze veranderingen gelde dus zowel voor de wijze van procederen bij de kantonrechter alsmede bij de civiele rechter zal gelden. Echter, door de wijziging in 2002 werden kantonzaken in hoger beroep nu behandeld door de gerechtshoven, daar waar deze eerst door de rechtbanken werden behandeld. Dit is wenselijk aangezien de kantongerechten als sector kanton als 3 Kamerstukken II 1999/00, , nr. 1 (voorstel van wet) 4 Kamerstukken II 1999/00, , nr. 3, p. 4 (memorie van toelichting) 5 Nispen 2001, p Kamerstukken II 1999/00, , nr. 3, p. 4 (memorie van toelichting) 7 Kamerstukken II 1999/00, , nr 1 (voorstel van wet) 8 Hendrikse 2007, p Hofhuis 2001, p
15 onderdeel in de rechtbank zullen zijn opgenomen en er anders een vorm zou ontstaan van ongewenst intern appel. 10 Samenhangend met de Wet OBG werd tevens per 1 januari 2002 de Wet Raad voor de Rechtspraak 11 ingevoerd. Met deze wet werd de invoering van de Raad voor de Rechtspraak geregeld. Deze Raad kreeg voornamelijk taken opgelegd op het gebied van bedrijfsvoering en het toedelen van de financiële middelen binnen de gerechten en werd als het ware tussen de overheid en de gerechten geplaatst De uitgangspunten van het Vernieuwde Burgerlijk Procesrecht Bovengenoemde vernieuwing van het burgerlijk procesrecht werd ingevoerd aan de hand van een aantal uitgangspunten. Gestreefd werd naar verruiming c.q. vergroting van de toegankelijkheid van de rechter binnen het burgerlijke procesrecht voor de rechtzoekende en wel aan de hand van de navolgende uitgangspunten 13 : Vereenvoudiging van het procesrecht De herinrichting van het procesrecht moet gericht zijn op het versneld en vereenvoudigd afdoen van zogenaamde bulkzaken, waarbij tevens ruimte blijft bestaan voor meer ingewikkelde en bewerkelijke zaken. Zoals reeds in de vorige paragraaf is aangegeven, wordt de schriftelijke ronde beperkt tot dagvaarding en conclusie van antwoord waarna er een comparitie van partijen zal plaatsvinden. Blijkt tijdens deze comparitie dat de zaak toch ingewikkelder blijkt te zijn, krijgen partijen nog mogelijkheid om te concluderen voor repliek en dupliek en een mogelijkheid tot het voeren van pleidooi. Deformalisering Het burgerlijk procesrecht wordt verder gedeformaliseerd. Dit begrip houdt in dat fouten alleen moeten worden bestraft indien het belang dat de geschonden norm beoogt te beschermen, daadwerkelijk is aangetast. Een voorbeeld hiervan is dat een verkeerde start van een procedure niet meer direct leidt tot niet-ontvankelijkheid. De rechter moet eenvoudigweg het wissel omzetten waarna er na herstel van de fout op correcte wijze doorgeprocedeerd kan worden. Modernisering van de verhouding tussen rechter en partijen Dit uitgangspunt ziet toe op de lijdelijkheid van de rechter en de (processuele) partijautonomie. Partijen zijn vrij zelf hun rechtspositie te bepalen en de rechter beslist op grond van wat partijen naar voren brengen. In verband met het streven naar een meer doelmatig verloop van een procedure, wordt de lijdelijkheid van de rechter meer teruggedrongen. Zo dient de rechter te waken tegen onnodige vertraging van de procedure en kan de rechter partijen verplichten om stellingen toe te lichten en bewijsstukken te overleggen. Daarnaast wordt er in beginsel alleen nog geconcludeerd voor re- en dupliek en pleidooi gehouden als de rechter dit nodig acht. 10 Hofhuis 2001, p Kamerstukken II 1999/00, , nr. 1 (voorstel van wet) 12 Hofhuis 2001, p Kamerstukken II 1999/00, , nr. 3, p (memorie van toelichting) 15
16 Streven naar efficiency Er bestaat behoefte aan een snellere en efficiëntere rechtsgang in civiele zaken. Procedures dienen een voor alle betrokken partijen acceptabele duur te hebben. Hiervoor dienen alle partijen hun steentje bij te dragen aan het vlot laten verlopen van procedure. De rechterlijke macht kan hieraan bijdragen door zich in te zetten voor een vlot en efficiënt verloop van de procedure waardoor het op korte termijn krijgen van een beslissing mogelijk zal zijn. Zo kan de advocatuur (of andere rechtsbijstandverleners) een bijdrage leveren door conflicten in der minne op te lossen en alleen een beroep te doen op de rechter als dit echt nodig is. Ook de wetgever draagt zijn steentje bij, door bijvoorbeeld het verkorten van termijnen voor het nemen van conclusies en het invoeren van de mogelijkheid tot het direct na comparitie van partijen wijzen van vonnis. Harmonisering van het procesrecht Harmonisering van het procesrecht is terug te vinden in verschillende punten. Zo is zij terug te vinden in de eisen die worden gesteld aan de dagvaarding wat leidt tot meer eenheid en systeem te brengen in de dagvaardingsprocedure. Daarnaast worden onnodige verschillen tussen dagvaardingsprocedures en verzoekschrift procedures opgeheven. Het vernieuwde burgerlijk procesrecht moet bijdragen aan de interne harmonisering van het burgerlijk procesrecht Veegwet 1 mei 2003 Wetsvoorstel aanpassing van enkele onderdelen Nadat het vernieuwde burgerlijk procesrecht in werking is getreden is naar aanleiding hiervan op 1 mei 2003 een wetsvoorstel 14 ingediend bij de Tweede Kamer wat toezag op enkele aanpassing van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering en enige andere wetten die in verband staan met het vernieuwde burgerlijk procesrecht. Dit wetsvoorstel, ook wel de Veegwet genoemd, beoogde om enkele verschrijvingen recht te zetten en enkele praktijkproblemen op te lossen 15. In deze wet wordt onder andere naar aanleiding van de op 1 maart 2002 in werking getreden EEX-verordening een bepaling ingevoerd waarin wordt bepaald dat de Nederlandse rechter bevoegd is over zaken te beslissen met betrekking tot (ver)koop van roerende zaken en uitvoering van diensten als de grondslag hiervan in Nederland liggen. Voorts worden er regels gegeven omtrent het betekenen van een dagvaarding met betrekking tot zaken waarop de EGbetekeningsverordening van toepassing is. Ook worden er enkele bepalingen met betrekking tot (de bevoegdheid van) de (kanton)rechter aangepast. Zo wordt er een regel ingevoerd dat de kantonrechter ambtshalve dient te controleren of hij relatief bevoegd is kennis te nemen van een bepaalde zaak, daar waar de civiele rechter dit slechts hoeft te controleren als een der partijen een daartoe strekkend verweer opvoert (ex artikel 110 lid 1 Rv). Daarnaast wordt de bevoegdheid van de kantonrechters in kort geding uitgebreid. Zo krijgt de kantonrechter nu ook de bevoegdheid om een voorziening te treffen met betrekking tot zaken die door een verzoekschrift worden ingeleid. 16 Ook worden er met deze Veegwet nog een aantal vereisten gegeven aan de dagvaarding in hoger beroep en cassatie. 14 Kamerstukken II 2002/03, , nr. 1 (voorstel van wet) 15 Hendrikse 2007, p Kamerstukken II 2002/03, , nr. 3, p. 9 (memorie van toelichting) 16
17 1.3 Het huidige burgerlijk procesrecht Nu de wetsgeschiedenis uiteen is gezet, zal in deze paragraaf het huidige systeem omtrent het burgerlijk procesrecht in Nederland worden besproken. Geanalyseerd zal worden hoe het burgerlijk procesrecht nu is opgebouwd, waarin het verschil tussen de sector kanton en de sector civiel centraal zal staan. Daarbij zal worden uitgelegd hoe de rechtbank is ingedeeld (sectorindeling), welke rechter bevoegd is over welke zaken te beslissen, hoe een civiele procedure en een kanton procedure in zijn werking gaat en hoe dit in verhouding staat tot (verplichte) procesvertegenwoordiging. Ten slotte zal het onderscheid tussen enkelvoudige en meervoudige rechtspraak worden toegelicht Sectorindeling bij de rechtbank De Wet op de Rechterlijke Organisatie, hierna te noemen RO, bepaalt dat het bestuur binnen een gerecht verplicht is om maximaal vier organisatorische eenheden aan te stellen onder de benaming sectoren (art. 20 lid 1 Wet RO). Daarnaast is het op grond van artikel 47 Wet RO verplicht om een sector kanton aan te stellen. Bedoeld wordt hier dat gerechten naast de sector kanton nog vier andere sectoren mogen aan stellen. Ondanks deze mogelijkheid zijn er slechts enkele rechtbanken die vijf sectoren hebben aangesteld 17. De meest gangbare sector indeling binnen de gerechten ziet er als volgt uit: Sector bestuursrecht Sector strafrecht Sector civiel recht Sector kantonrecht Absolute bevoegdheid Alle civiele zaken in eerste aanleg worden bij de rechtbank aangebracht, tenzij de wet anders bepaalt. Deze regel ligt vast in artikel 42 van de Wet RO. Dit houdt in dat in principe alle zaken bij de sector civiel worden aangebracht, tenzij de wet bepaalt dat een bepaalde zaak bij de sector kanton dient te worden aangebracht. Artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt welke zaken de sector kanton bevoegd is te behandelen. De sector kanton behandeld op grond van dit artikel de volgende zaken: Vorderingen met een geldelijk belang - Met een totale waarde van inclusief de wettelijke rente tot aan de dag dat de dagvaarding wordt betekend. Ook als het om meerdere vorderingen gaat mag dit niet boven de uitkomen (ook ingeval van objectieve cumulatie, 94 lid 1 Rv). 17 Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 21 (memorie van toelichting) 17
18 - Met een onbepaalde waarde, maar alleen zolang er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering(en) niet boven een waarde van komt (ook in geval van objectieve cumulatie, art. 94 lid 1 Rv). - In geval van subjectieve cumulatie geldt voor elke vordering apart de waardegrens van Aardzaken (ongeacht de waarde van de vordering) - Arbeidsovereenkomst; - Collectieve arbeidsovereenkomst; - VUT-overeenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel; - Huurovereenkomsten; - Agentuurovereenkomsten. Andere zaken waarvan de wet dit bepaalt - Bijvoorbeeld pachtzaken zoals bepaalt in artikel 48 lid 2 Wet RO jo. art. 1019j Rv. Naast deze wettelijke bepalingen, waarin wordt bepaalt dat de kantonrechter verplicht is om bepaalde zaken te behandelen, kunnen partijen er ook gezamenlijk voor kiezen om hun zaak door een kantonrechter naar keuze te laten behandelen. Dit kan slechts indien het in de betreffende zaak gaat om rechtsgevolgen die ter vrije bepaling van beide partijen staan. Dit wordt ook wel kantonrechtersarbitrage genoemd De procedure en procesvertegenwoordiging In zaken voor de kantonrechter kunnen partijen in persoon procederen (art. 79 lid 1 Rv). Dit houdt in dat zij voor een gerechtelijke procedure niet verplicht zijn om een advocaat in te schakelen. De rechtzoekende kan zelf de procedure voeren. Wel kan bij de kantonrechter gebruik worden gemaakt van een gemachtigde (art. 80 Rv). Dit houdt in dat de rechtzoekende iemand inschakelt die de procedure namens hem of haar voert. Dit hoeft dus geen advocaat te zijn, maar mag uiteraard wel. Voorbeelden van een gemachtigde die men kan inschakelen zijn bijvoorbeeld een deurwaarder, een bedrijfsjurist of een HBO-jurist. In een kantonrechterlijke procedure dient de dagvaarding schriftelijk te worden genomen. Conclusies en aktes kunnen echter bij de kantonrechter zowel mondeling als schriftelijk ter terechtzitting worden genomen (art. 82 lid 1 jo. lid 2 Rv). Dit in tegenstelling tot een procedure bij de sector civiel, waar dit slechts schriftelijk kan. Dit zal hieronder nader worden besproken. Ook kunnen de processtukken in een kantonprocedure schriftelijk ter griffie worden ingediend vóór de roldatum. Voor de procedures bij de sector kanton geldt het Landelijk Procesreglement voor de civiele rol van de kantonsectoren 18. Dit reglement bevat regels omtrent de te volgen procedure en de gang van zaken voor een procedure binnen de sector kanton en heeft als doel om landelijke uniformiteit omtrent de procedureregels te realiseren. 18 De thans geldende versie is te vinden op 18
19 Voor zaken die bij de civiele rechtbank dienen, is de rechtzoekende verplicht om advocaat te stellen (art. 79 lid 2 Rv). De rechtzoekende kan dus niet in persoon procederen en ook niet door middel van een gemachtigde. Bij de civiele rechtbank kunnen processtukken slechts schriftelijk worden ingediend (art. 82 lid 2 Rv). Alle proceshandelingen worden door de griffier ingevoerd in de rol, het register van de zaken die bij de rechtbank aanhangig zijn. Voor dagvaardingsprocedures bij de sector civiel geldt het Landelijk Procesreglement voor de civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken 19. Net als het reglement voor de sector kanton bevat dit reglement omtrent de te volgen procedure en de gang van zaken voor een procedure binnen de sector civiel en heeft als doel om landelijke uniformiteit omtrent de procedureregels te realiseren Enkelvoudige en meervoudige rechtspraak In het Nederlandse rechtssysteem wordt recht gesproken aan de hand van zowel enkelvoudige alsmede meervoudige rechtspraak. Zo ook met betrekking tot de sector civiel. Artikel 15 lid 1 Rv bepaalt dat er bij de rechtbank zaken worden behandeld in een enkelvoudige kamer, behoudens de bij de wet genoemde uitzonderingen. Indien een bepaalde zaak, niet geschikt lijkt voor behandeling door een enkelvoudige kamer, kan de rechter van de enkelvoudige kamer de zaak doorverwijzen naar de meervoudige kamer (art. 15 lid 2 Rv). Een zaak is bijvoorbeeld niet geschikt voor behandeling door een enkelvoudige kamer, indien deze juridisch te ingewikkeld is of wanneer de zaak publicitair gevoelig is 20. Met betrekking tot de kantonrechtspraak bestaat er slechts enkelvoudige rechtspraak (met uitzondering van pachtzaken waarbij men wel zogenaamde meervoudige pachtkamers heeft die tevens onder de sector kanton vallen). Dit volgt uit artikel 47 Wet RO. Echter is het met betrekking tot een kantonzaak, waarbij er sprake is van cumulatie, uiteraard ook mogelijk dat de zaak niet geschikt is voor behandeling door één rechter. Voor de gevallen waarbij er sprake is van meerdere vorderingen is artikel 98 Rv in het leven geroepen. Dit artikel bepaalt dat indien de kantonrechter van oordeel is dat de zaak ongeschikt is voor behandeling en beslissing door één rechter, hij deze met toepassing van artikel 15 Rv kan doorverwijzen naar een meervoudige kamer van een andere sector dan de sector kanton. In de meeste gevallen zullen zulke zaken worden doorverwezen naar de meervoudige kamer van de sector civiel. 1.4 Deelconclusie In het Nederlandse burgerlijke procesrecht alsmede in de rechterlijke organisatie is de afgelopen tien jaar veel veranderd. In dit hoofdstuk stond dan ook de wetsgeschiedenis alsmede de huidige wetgeving omtrent deze onderwerpen centraal. 19 De thans geldende versie is te vinden op 20 Rechtspreken: samen of alleen. Over meervoudige en enkelvoudige rechtspraak < +en+enkelvoudige+rechtspraak.htm> 19
20 Per 1 januari 2002 werd de rechterlijke organisatie drastisch gewijzigd. Zo werden de 61 kantongerechten ondergebracht als sector kanton bij de rechtbank en werd er een Raad voor de Rechtspraak ingevoerd. Daarnaast werd ook het burgerlijk procesrecht ingrijpend veranderd. Vooral de wetgeving omtrent de dagvaardingprocedure werd flink onder de loep genomen en er werd een standaard opzet voor de inleidende dagvaarding gekozen. Er moest meer efficiency gecreëerd worden voor civiele procedures. Toegankelijkheid van de rechtspraak en het moderniseren van daarvan stond centraal. Het procesrecht moest vereenvoudigd, gedeformaliseerd en geharmoniseerd worden. Deze wetsgeschiedenis heeft geleid tot de wetgeving zoals deze vandaag de dag nog geldt. De sector kanton behandeld zaken met een geldelijk belang tot en met 5.000,- alsmede de zogenaamde aardzaken, zoals arbeidszaken en huurzaken. Alle overige zaken worden behandeld door de sector civiel. Deze twee sectoren vormen samen met andere sectoren, over het algemeen strafrecht en bestuursrecht, de rechtbank. Bij de sector kanton mag men in persoon of bij gemachtigde procederen. Bij zaken die dienen bij de sector civiel dient de rechtzoekende verplicht gebruik te maken van een advocaat. Daarnaast kan de rechtzoekende zijn standpunt mondeling ter zitting kenbaar maken (met uitzondering van de dagvaarding, welke schriftelijk ingediend moet worden). Bij de sector civiel dienen alle processtukken schriftelijk ingediend te worden. Voorts wordt er bij de sector kanton slecht door middel van enkelvoudige rechtspraak rechtgesproken, daar waar bij de sector civiel ook meervoudige kantonrechtspraak wordt gehanteerd. Nu in dit hoofdstuk de wetsgeschiedenis en het huidige beleid is besproken, zal er in hoofdstuk 2 nader worden ingegaan op de wijzigingen die de verruiming van de bevoegdheid van de kantonrechter met zich mee zal brengen. Daarnaast zullen ook de aanleiding en de achterliggende redenen voor de wijzigingen worden besproken. 20
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding In de bijlage bij
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 36 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling van het hoger beroep in kantonzaken Nr.
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De
Nadere informatieDagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?
Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 824 Aanpassing van de wetgeving aan de herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste
Nadere informatieBundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L
Bundel procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel Procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman Samengesteld
Nadere informatieInvoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)
31 758 Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken) Nota van wijziging Het stel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4, tweede lid,
Nadere informatieWat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.
Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?
Nadere informatieStand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak
Modernisering van de rechtspraak Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Prof. mr. Margreet Ahsmann Uitgangspunten KEI wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure voor zowel vorderingen als verzoeken
Nadere informatiebronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011,
Regelingen en voorzieningen CODE 6.4.2.35 Civiele procedure brochure bronnen Brochure 'Civiele procedure', Raad voor de rechtspraak, juli 2011, www.rijksoverheid.nl In deze publicatie vindt u informatie
Nadere informatieUitgangspunten KEI-wetgeving
KEI : een procesrechtelijke plons in het diepe? prof. mr. Margreet J.A.M. Ahsmann senior rechter A rechtbank Den Haag Curaçao 28 januari 2016 Uitgangspunten KEI-wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure
Nadere informatieWat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.
Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?
Nadere informatieH3 De rechtsprekende taak van de overheid
Inleiding recht Samenvatting Sharon Hastings 05-11-16 Samengevat uit 24Boost.nl H3 De rechtsprekende taak van de overheid 3.1 Onafhankelijkheid van rechters Een rechter wordt voor het leven benoemd(tot
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13959 10 juli 2012 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de enkelvoudige behandeling
Nadere informatieProcederen voor de Kantonrechter
Procederen voor de Kantonrechter Versie.1 november 01 Inhoudsopgave 1 Inleiding Waarom een rechtszaak Dagvaarding Betekening 5 Rolzitting 6 Conclusies 7 Bijzondere zittingen 8 Vonnis 9 Betekening en Bevel
Nadere informatieVAAN Onder professoren
VAAN Onder professoren Prof. mr. A.I.M. (Toon) van Mierlo 5 oktober 2017 Agenda Tweeluik 1. Kwaliteit en Innovatie (KEI) in theorie en (naaste) praktijk 2. Capita bijzonder procesrecht ontslagzaken 1.
Nadere informatieVoorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),
Hoofdstuk 5 Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht DEEL A 2016 2017 Voorwoord Beste student(e), Bij dezen ook het ontbrekende hoofdstuk 5 van het boek Compendium, dat voorgeschreven is in week 1
Nadere informatieKEI GOED.. Wat verandert er door KEI?
KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 562 Wijziging van de Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met de behandeling
Nadere informatieSTAATSCOURANT. Nr
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65542 22 november 2018 Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 14 november 2018, nr. 2406921, tot indexering
Nadere informatieCOMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013
COMMENTAAR OP HET WETSVOORSTEL BEVORDERING VAN MEDIATION IN HET BURGERLIJK RECHT VAN 25 APRIL 2013 9 MEI 2013 Herengracht 551 Contactpersoon: 1017 BW Amsterdam Ellen Soerjatin T 020 530 5200 E ellen.soerjatin@steklaw.com
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71078 12 december 2017 Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 4 december 2017, nr. 2164326 tot indexering
Nadere informatieGriffierecht. Inhoud
Inhoud Wat is griffierecht? 3 Strafrecht 3 Civiel of burgelijk recht 3 Griffierecht bij de sector kanton van de rechtbank 4 Griffierecht bij andere sectoren van de rechtbank 5 Griffierecht bij kort geding
Nadere informatieArtikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.
Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding
Nadere informatieHieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van:
Informatie voor advocaten die meedoen aan de pre-pilot vrijwillig digitaal procederen Civiel 1.0 De nieuwe civiele vorderingsprocedure De komende tijd gaat u ervaring opdoen met de nieuwe civiele procedure,
Nadere informatieArbeidsrecht 2014. Juridische wegwijzer
Arbeidsrecht 2014 Juridische wegwijzer Inhoudsopgave 1 Inleiding Nederlandse arbeidsrechtspraak 1.1 De organisatie van de rechtspraak 1.2 De kantonrechter 1.3 De dagvaardingsprocedure 1.4 De verzoekschriftprocedure
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 175 Aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 108 Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten
Nadere informatieAanpassing van wetten in verband met de invoering van de. van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke
34 212 Aanpassing van wetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering
Nadere informatieAANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON
INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320
ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 757 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
Nadere informatieProcederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor?
29 november 2012 Procederen in geldzaken: hoe gaat dat en wat zijn de kosten daarvoor? Aubrey Klerks-Valks 1. Wat zijn geldzaken? Geldzaken kunnen voortvloeien uit tal van (civiele) kwesties: incasso;
Nadere informatieAdvocaten en notarissen
Advocaten en notarissen Inhoud & Betekenis KEI voor verzekeraars I. Wat is KEI? (1) Kwaliteit en Innovatie rechtspraak Verzekeraar als procederende partij Beroepsaansprakelijkheid advocatuur Doelen: Vereenvoudigen
Nadere informatiesamenvatting van de voor de dagvaarding relevante wijzigingen
Gevolgen Wet Herindeling Gerechtelijke kaart Door mr. J.H. Rutten I. Inleiding De Wet Herindeling Gerechtelijke Kaart (Wet HGK) heeft niet uitsluitend een nieuwe indeling van de arrondissementen en ressorten
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 108 Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten
Nadere informatieSECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013
SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure
Nadere informatieWijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen
Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen Memorie van Toelichting Algemeen deel 1. Inleiding
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 021 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet op de rechterlijke indeling, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35858 23 december 2013 Landelijk procesreglement voor rolzaken kanton Considerans Dit is het Landelijk procesreglement
Nadere informatiePILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN
PILOT GERECHTSHOF AMSTERDAM AANPASSING VAN HET LANDELIJK PROCESREGLEMENT VOOR CIVIELE DAGVAARDINGSZAKEN BIJ DE GERECHTSHOVEN VRAGEN EN ANTWOORDEN Welke zaken? 1 Alleen nieuwe zaken (aangebracht vanaf 1
Nadere informatieRuim baan voor de burger
Ruim baan voor de burger datum 15 november 2007 auteur Adviescommissie verbreding kantonrechtspraak en differentiatie werkstromen pagina 2 van 27 Managementsamenvatting Eind juni 2007 heeft de minister
Nadere informatieMr. drs. M.Y.H.G. Erkens. Rechtspleging in arbeidszaken
Mr. drs. M.Y.H.G. Erkens Rechtspleging in arbeidszaken Woord vooraf / V Lijst van afkortingen / XIII 1 Rechtspleging in arbeidszaken: inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding / 1 1.2 Probleemstelling
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37105 23 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, nr. 591110, tot indexering
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:6424
ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 237 (R2054) Aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van urgerlijke Rechtsvordering en
Nadere informatieAFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN
AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2016 No. 39 Besluit van 4 augustus 2016 tot afkondiging van de Rijkswet van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van
Nadere informatie.p
NEDERLANDSE VERENIGING V R R_ECHTSPRAAK...,.p.1111111 111111111111 1111 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Ci;) Datum juli 2014 Uw kenmerk 510914 Contactpersoon
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieBENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST
Vertaling 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/2/5 ARRET En cause : BELGACOM Contre: ALPHACOM Langue de la procédure : le français ARREST Inzake: BELGACOM Tegen: ALPHACOM Procestaal: Frans GRIFFIE
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 45 Besluit van 8 februari 2010, houdende wijziging van het Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur
Nadere informatieKBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen
Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten
Nadere informatieREGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE
3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE Vastgesteld bij collegebesluit van 19 juni 2007, nr. 6a. Datum bekendmaking: 27 juni 2007. Datum inwerkingtreding: 28 juni 2007. Gemeenteblad
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: / KG ZA
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd
Nadere informatieWijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Nadere informatie2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8
Juridische Vaardigheden niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8 Vraag 1 Toetsterm 4.1 - Beheersingsniveau: B - Aantal
Nadere informatie2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA
2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 863 anpassing van enkele onderdelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met het nieuwe procesrecht
Nadere informatieRaad Competentiegrensverhoging Advies
De Directeur-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand d.t.v. mr. drs. Th. J. van Laar Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 27 april 2005 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070 361
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2007 2008 30 815 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Advocatenwet en andere wetten in verband met het afschaffen van het procuraat
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieNetherlands Commercial Court
Netherlands Commercial Court Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Waarom
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieZijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge
mr. J.M. Lammers directeur economische zaken Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie A d r e s / A d d r e s s 'Malietoren' Bezuidenhoutseweg 12 Den Haag P o s t a d r e
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren
Nadere informatieArbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.
Jaargang 22 (2017) JANUARI nr. 279 Arbeidsrecht Actueel In deze uitgave: Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet WeRk en zekerheid Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1
Modeldagvaarding: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning waarbij de makelaar/bemiddelaar zowel voor de particuliere huurder als de verhuurder heeft bemiddeld. Een
Nadere informatie`Voorheen kon ook zonder machtiging de raadsman de verdediging voeren voor zijn afwezige cliënt, sedert het Bouterse-arrest niet meer.
3.8 Meningen van bevraagden ten aanzien van de verstekregeling 3.8.1 Verruiming mogelijkheden verdachte? Uit de verkregen reacties wordt duidelijk dat er uiteenlopende antwoorden zijn gegeven op de vraag
Nadere informatieBetreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie
(7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:
Nadere informatieNetherlands Commercial Court
Netherlands Commercial Court 1 Wat is de NCC? NCC internationale handelskamer van de Rechtbank Amsterdam (incl. voorzieningenrechter) + NCCA internationale handelskamer van het Gerechtshof Amsterdam Paleis
Nadere informatieHet examen bestaat uit gesloten en openvragen en het laatste onderdeel is een casus met meerdere openvragen.
Juridische Vaardigheden niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 15 vragen. Het online examen bestaat uit 30 vragen. Het examen bestaat uit gesloten
Nadere informatievan gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;
Model A1, Rechtbank, kantonzaak, 1 gedaagde Naast alles wat de wet en met name het tweede lid van artikel 111 Rv overigens voorschrijft, in het bijzonder ook de waarschuwing voor verstek bij niet verschijnen
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieWebinar digitaal procederen in civiele zaken. Het digitale systeem & Aansluitpunt Rechtspraak
Webinar digitaal procederen in civiele zaken Het digitale systeem & Aansluitpunt Rechtspraak Presentatoren Selinde Bokx-Boom senior rechter Rechtbank Gelderland, portefeuillehouder civiel KEI Huan Tan
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:9371
ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste
Nadere informatiePROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase
PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke
Nadere informatie7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april 2005 7,2 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Het Nederlands recht kent een driedeling: * Burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht):
Nadere informatieHandleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep
September 2002 Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 Welk recht is van toepassing Hoofdstuk 2 Vergoedingscriterium en te vergoeden kosten 2.1 Vergoedingscriterium 2.2 Besluit proceskosten bestuursrecht 2.3
Nadere informatieSAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO
SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor
Nadere informatieIn beroep in belastingzaken (oktober 2015) In beroep gaan De behandeling van de zaak In beroep gaan Hoe stelt u beroep in cassatie in U stelt beroep
In beroep in belastingzaken (oktober 2015) In beroep gaan De behandeling van de zaak In beroep gaan Hoe stelt u beroep in cassatie in U stelt beroep in cassatie in door bij de Hoge Raad een beroepschrift
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en
Nadere informatieEVALUATIE VAN HET HERZIENE FISCALE PROCESRECHT. Erasmus Universiteit Rotterdam Oktober 2004 Dr E.B. Pechler; prof. dr M.W.C.
EVALUATIE VAN HET HERZIENE FISCALE PROCESRECHT Erasmus Universiteit Rotterdam Oktober 2004 Dr E.B. Pechler; prof. dr M.W.C. Feteris 2004 WODC Samenvatting van de onderzoeksresultaten xiv 1 Inleiding 1
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 108 Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:4991
ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieDe Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG
POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500
Nadere informatieArrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/
BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt
Nadere informatieB E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K
Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 3 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1793/RO Uw kenmerk: 5645121/10/6 Onderwerp:
Nadere informatieEXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Bijzonderheden
EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Juridische Vaardigheden niveau 4 Paralegal Eamen Juridische Vaardigheden niveau 4 Niveau 4 Versie 7-0 Geldig vanaf 01-06-17 Vastgesteld op 22-03-16
Nadere informatie