Categorie-specifieke Recurring Utterances

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Categorie-specifieke Recurring Utterances"

Transcriptie

1 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar Categorie-specifieke Recurring Utterances Marjan Megens Promotoren: Prof. Dr. Patrick Santens en Dr. Miet de Letter Scriptie voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

2 Inhoudsopgave 1. Literatuurstudie Inleiding Etiologie Anatomische correlaten Laesiestudies Stimulatiestudies Pathologie Afasie Andere stoornissen Prognose en therapie Categorie-specifieke RWRU s Cijfers Vloeken Casussen Casus Logopedische gegevens Besluit Evolutie Casus Logopedische gegevens Besluit Evolutie Casus Logopedische gegevens Besluit Evolutie Discussie Besluit Dankwoord Referentielijst... 26

3 Abstract Recurring utterances (RU s) have been defined as recurring, stereotyped utterances that consist of neologistic sequences, words or phrases that neither lexically nor syntactically fit into context and are produced against the presumed intention of the patient. The article starts off with an examination of the literature concerning RU s. A closer look is taken at the origin of the RU s, the anatomic localizations, the type of aphasia that is most common with RU s and the prognosis and therapy. The second part of the article discusses the possible existence of category-specific RU s. The existing literature is examined, specifically for the case of the semantic categories numbers and curses. Three cases are reported of patients with numbers as RU. The data from the cases is compared to the data found in the literature. Similarities as well as contradictions between the datasets are found. Aside from this, possible explanations are given for the RU s from the cases. Key words: recurring utterances, aphasia, numbers, semantic categories Recurring utterances worden gedefinieerd als terugkerende, stereotype uitingen die bestaan uit neologistische sequenties, woorden of zinsdelen die noch lexicaal, noch syntactisch in de context passen en die tegen de vooropgestelde bedoeling van de patiënt ingaan. De literatuur rond recurring utterances wordt besproken. Zowel de etiologie van de RU, de anatomische correlaten, het type afasie dat het meest voorkomt in combinatie met RU s, de prognose als de therapie komen aan bod. Het bestaan van categorie-specifieke recurring utterances wordt onderzocht. Er zijn twee semantische categorieën die in de literatuur aan bod komen als recurring utterances, dit zijn vloeken en cijfers. Drie casussen worden besproken met cijfers als RU. De gegevens van deze patiënten worden vergeleken met de bevindingen uit de literatuur. Er worden zowel gelijkenissen als verschillen gevonden. Dan worden er enkele mogelijke verklaringen gegeven voor de cijfers als RU bij deze casussen. Sleutelwoorden: recurring utterances, afasie, semantische categorieën, cijfers

4 Categorie-specifieke Recurring Utterances 1 1. Literatuurstudie 1.1 Inleiding Recurring utterances zijn een fenomeen dat voor het eerst beschreven werd in de tweede helft van de 19 e eeuw. In 1861 stelde Aubertin een patiënt voor aan de Franse Antropologische Gemeenschap die, ongeacht wat hij bedoelde te zeggen, steeds een neologisme van 6 syllaben uitte, gevolgd door sacré nom de Dieu. Ongeveer een week later, aan diezelfde gemeenschap, liet Broca het brein zien van mr. Leborgne, die enkel de syllabe Tan nog kon uiten. Als hij heel kwaad was echter riep hij diezelfde vloek sacré nom de Dieu. Deze twee onderzoekers zouden de eersten zijn die een recurring utterance beschreven. Jackson schreef in 1879 over de speechless man, die ofwel geen enkele spraakproductie meer had, ofwel enkel sprak via recurring utterances. Recurring utterances of kortweg RU s worden ook wel spraakautomatismen of permanente verbale stereotypieën genoemd. Net zoals er verschillende termen bestaan voor dit fenomeen, bestaan er ook verschillende definities. Een definitie die in de literatuur vaak wordt aangehaald is de volgende (Huber, Poeck, Weniger en Willmes, 1983): Een recurring utterance bestaat uit terugkerende, stereotype uitingen die opgebouwd zijn uit neologistische sequenties, syllaben, woorden of zinnen die noch lexicaal, noch syntactisch in de context passen en die tegen de vooropgestelde bedoeling van de patiënt ingaan. De RU kan dus zowel een syllabe, een woord of woordgroep als een zin als of neologisme zijn. De uiting hoeft niet steeds hetzelfde te blijven, er kunnen fonologische en prosodische variaties optreden. Het is niet duidelijk of prosodische variaties dan een communicatieve waarde hebben, zoals bijvoorbeeld het uiten van een gevoel. De utterance domineert de gesproken taal of vormt de enige vorm van spraakoutput. Toch komt het voor dat patiënten met RU s plots een adequate verbale uiting doen. Meestal gebeurt dit in een specifieke sociale situatie of wanneer de patiënt een sterke emotie voelt.

5 Categorie-specifieke Recurring Utterances 2 Deze uitingen worden door Jackson occasional utterances genoemd. Jackson beschrijft bijvoorbeeld een vrouw met als enige verbale output de RU yes, but you know die, wanneer ze een kind in gevaar zag, plots take care! riep. Verschillende onderzoekers hanteren verschillende classificaties van RU s. Jackson (1874) maakte een opdeling in onbegrijpelijke jargon utterances, echte woorden, zinsdelen en ja of nee. Code (1982) deelt de RU s dan weer op in twee groepen: real word recurring utterances (RWRU s) en nonmeaningful recurring utterances (NMRU s). RWRU s bestaan uit een woord of woordgroep. NMRU s bestaan meestal uit syllaben van de VC of CV-structuur, bijvoorbeeld /ta:/. De literatuur rond RU s is uitgebreid. De etiologie, de anatomische correlaten, de pathologie en de prognose en therapie worden besproken. Verder worden drie casussen beschreven en worden deze gegevens vergeleken met de literatuur. Deze drie casussen hebben telkens een RU van dezelfde semantische categorie. Ook op dit categorie-specifieke aspect wordt dieper ingegaan in de literatuurstudie. De vraag is of er zoiets bestaat als categorie-specifieke recurring utterances. 1.2 Etiologie Verschillende onderzoekers hebben verschillende theorieën over het ontstaan van RU s. Hughling Jackson was in 1880 de eerste om een antwoord te geven op de vraag waar de RU vandaan komt. De RU zou het eerste woord of de eerste woorden zijn die een patiënt aan het zeggen was of wou zeggen wanneer hij het letsel opliep. De schade aan het brein zou de spraakmechanismen blokkeren zodat de RU niet meer weg kan of kan wijzigen. We kunnen dit natuurlijk weerleggen door erop te wijzen dat de RU ook een sequentie van syllaben of een neologisme kan zijn. Jackson verklaart dit door te stellen dat, naast de blokkade van de spraakmechanismen, er ook een verstoring van de fonologische mechanismen is opgetreden. Soms echter verandert de RU gedurende de tijd of zijn er personen met meerdere RU s. Dit is niet te verklaren vanuit Jacksons theorie. Andere onderzoekers stellen dat de RU de eerste uiting van de patiënt na de opgelopen hersenschade zou zijn. Uit de neurolinguïstische analyse van Code (1982) bleek dat bij 32 van de 61 onderzochte patiënten in zijn studie de RU de eerste gekende uiting van de patiënt post

6 Categorie-specifieke Recurring Utterances 3 onset was. Ajanounine (1966) en Critchley (1970) beschreven beiden een patiënt bij wie de RU de eerste uiting was van de patiënt na het oplopen van het letsel. Een andere theorie die de oorsprong van de RU s probeert te verklaren, is de tweebronnentheorie. De theorie zegt dat RWRU s en NMRU s elk een aparte bron hebben: 1. Lexicale RU s of RWRU s zouden afkomstig zijn van de, meestal intacte, rechterhemisfeer. Deze uitingen zijn vaak vormen van automatische taal, eigennamen, hoogfrequente woorden of uitingen waar een sterke emotie aan verbonden is. In de database van Code (1982) vinden we zo bijvoorbeeld vloeken terug en uitingen die beginnen met I en gevolgd worden door een modaal werkwoord. Voorbeelden hiervan zijn I can t en I want to. Dit zouden uitingen kunnen zijn van frustratie, wat vaak een sterke emotie is bij afatici. Ook namen van personen met wie de patiënt een sterke emotionele band heeft zijn gevonden in de database, net als enkele hoogfrequente woorden. Vormen van automatische taal die voorkomen zijn groeten, dankbetuigingen of cijfers. Recentere literatuur vermeldt dat ook het limbisch systeem hier een rol zou spelen. 2. De NMRU s zouden echter niet van de rechterhemisfeer afkomstig zijn, maar van de sterk verstoorde linkerhemisfeer. Zo komt het dat de NMRU s neologismen zijn of syllaben zonder betekenis. Er zijn echter enkele argumenten tegen de twee-bronnentheorie. Ten eerste zijn er patiënten met zowel NMRU s als RWRU s. Soms zijn deze 2 fonologisch verwant bvb. mama en anana, dit wijst erop dat beide RU s uit dezelfde bron zouden ontstaan. Ten tweede komen er ook RWRU s voor die laagfrequent zijn of zonder emotionele lading. Deze RWRU s zouden dus weinig waarschijnlijk hun oorsprong vinden in de intacte rechterhemisfeer, ze zouden uit een andere bron komen. Ten derde kunnen we ons afvragen waarom, als de rechterhemisfeer intact is en in staat is tot het genereren van verschillende hoogfrequente woorden en automatische taal, de RWRU s dan toch beperkt zijn tot één of enkele woorden. De utterances zouden evengoed kunnen variëren. Alle RU s hebben bovendien ook iets gemeenschappelijk: ze herhalen zich, veranderen niet en zijn de enige vorm van expressieve taal in verschillende situaties. Dit wijst er eerder op dat RU s uit één bron komen in plaats van uit twee verschillende. Een punt van kritiek is ook dat de twee-bronnentheorie het onstaan van de RU verklaart, maar niet het repetitieve karakter.

7 Categorie-specifieke Recurring Utterances 4 Kurthen, Linke, Elger & Schramm (1998) deden een studie waarbij 148 proefpersonen een aantal seriële benoemtaken (bv. tellen) moesten uitvoeren en waarbij er een linkshemisferische injectie met amobarbital gebeurde. Bij alle patiënten was de linkerhemisfeer taaldominant. Bij elf patiënten traden er verbale perseveraties op na de injectie. De auteurs vermoedden dat deze ontstaan doordat de rechterhemisfeer het spraakprogramma geïniteerd door de linkerhemisfeer verderzet. RU s zouden kunnen ontstaan door een gelijkaardig mechanisme. Het onderliggende mechanisme van recurring utterances zou gelijkaardig kunnen zijn aan het onderliggende mechanisme van perseveraties. Moses, Nickels en Sheard (2007) bespreken perseveraties bij normale, onaangetaste individuen. Perseveraties kunnen voorkomen bij benoemtaken waarbij eerst een semantisch gerelateerde prime gegeven wordt, hier wordt de oorzaak van perseveraties gelegd in een concurrerende semantische activatie. Perseveraties kunnen ook voorkomen wanneer er een tijdslimiet opgelegd wordt voor de responsen. Perseveraties worden dan gezien als resultaat van een gestoorde efficiëntie van taalprocessen. Moses et al. (2007) bespreken ook perseveraties bij individuen met afasie. In vroegere studies (Allison, 1967 ; Hudson, 1969; Papagno en Basso, 1996; Sandson & Albert, 1984; Santo- Pietro & Rigrodsky, 1986; Yamadori, 1981) werd aangenomen dat perseveraties een gevolg waren van het falen van het inhibitiesysteem dat eerdere activatie uit het kortetermijngeheugen moet onderdrukken. Perseveraties zijn irrelevante dwalingen in het kortetermijngeheugen. Perseveratieve fouten worden dus veroorzaakt door het falen van het inhibitiesysteem. Tegelijk wordt dus gesuggereerd dat perseveraties een oorzaak hebben verschillend van andere taalstoornissen bij de afaticus. Toch komen perseveraties en taalstoornissen bij afasie heel vaak samen voor en suggereren verschillende auteurs (Albert en Sandson, 1986 ; Sandson en Albert, 1987) een link tussen de ernst van de afasie en het voorkomen van perseveraties. Daarnaast zou er een negatieve correlatie zijn tussen de score op een benoemtaak en het aantal perseveratieve fouten. Er zou dus een andere oorzaak aan de basis kunnen liggen van de perseveraties. Martin en Dell (2007) stellen dat perseveratieve en non-perseveratieve fouten een gedeelde oorsprong hebben bij afatici. Ze stellen een serieel model voor woordvinding voor. Eerst wordt een concept gevormd, daarna worden semantische kenmerken geactiveerd die aan een bepaald woord gekoppeld zijn en worden door het fonologisch systeem fonemen geactiveerd die aan dit woordbeeld gekoppeld zijn. De spreiding is bidirectioneel: van het semantisch systeem via het lexicon naar het fonologisch systeem en in de omgekeerde richting. Het

8 Categorie-specifieke Recurring Utterances 5 semantisch systeem activeert dus semantische kenmerken en het fonologisch systeem fonemen. De intentie om een bepaald woord te produceren leidt dan tot activatie van zowel het doelwoord en de doelfonemen als tot een, normaal gezien lichtere, activatie van woorden die bepaalde semantische en/of fonologische kenmerken delen. Door bidirectioneel verspreide activatie worden dus woorden geactiveerd die semantisch of fonologisch verwant zijn aan het doelwoord. Woordfrequentie, de leeftijd waarop het woord verworven werd en voorstelbaarheid vergroten de kans op activatie van een bepaald woord. Woorden die voor een patiënt hoogfrequent zijn, woorden die hoog voorstelbaar zijn en woorden die vroeg verworven werden hebben dus een hogere kans op activatie. De activatie van het doelwoord kan bij afatici verstoord zijn door de aanwezige hersenschade. Het doelwoord kent dan een pathologisch lage of geen activatie. Als een van de concurrerende woorden dan een sterkere activatie kent dan het doelwoord door gedeelde semantische of fonologische kenmerken, wordt een fout woord geselecteerd in plaats van het doelwoord. Zowel perseveratieve fouten als woordsubstitutiefouten zouden door deze verstoorde activatie worden veroorzaakt. Perseveratieve fouten zouden echter nog een andere, niet-gedeelde, specifieke oorzaak hebben volgens Martin en Dell. Dell stelt in 1997 een model voor dat bestaat uit drie seriële componenten in spraakproductie: het deactiveren van vorige uitingen, het activeren van de huidige uitingen en het primen van komende uitingen. De twee componenten die het meest gelinkt zijn aan perseveraties zijn het deactiveren van vorige uitingen en het activeren van de huidige uitingen. Sommige modellen (Arbuthnott, 1996 en Yamadori, 1981) stellen dat er sprake is van een tijdelijk disinhibitieprobleem bij perseveraties en dat het deactiveren van vorige uitingen daardoor verstoord is. Deze modellen vereisen dan echter een andere verstoring die de andere niet-perseveratieve taalproblemen veroorzaakt bij afatici. Deze modellen bieden ook geen verklaring voor het feit dat op sommige woorden gepersevereerd wordt en op andere niet. Bovendien kan er ook een bepaalde tijdspanne zitten tussen de perseveratie en het moment dat het woord waarop gepersevereerd werd uitgesproken werd. Een tijdelijk disinhibitieprobleem zou hier geen verklaring voor kunnen bieden. Daarom stelt Dell een ander model voor de perseveraties voor dat gebaseerd is op bovenstaand concept van een te lage activatie van het doelwoord en een te hoge activatie van een ander woord. De kans op sterkere activatie van een eerder uitgesproken woord is groot omdat de semantische, lexicale en fonologische kenmerken recent geactiveerd werden. Deze eerdere activatie verdwijnt niet meteen compleet maar vermindert geleidelijk aan zodat er nog een tijdje een restactivatie blijft. Het activeren van het doelwoord kan bij afatici verstoord zijn door de

9 Categorie-specifieke Recurring Utterances 6 opgelopen hersenschade. Als de resterende activatie van een recent geuit woord groter is dan de activatie van het doelwoord, persevereert de afaticus. De recurring utterances zouden op eenzelfde manier verklaard kunnen worden. Het doelwoord heeft een te lage activatie door de opgelopen hersenschade, waardoor een ander woord met een hogere activatie geselecteerd wordt. Deze hogere activatie komt voort uit semantische en/of fonologische verwantschap met het doelwoord,uit het feit dat het woord hoogfrequent of hoog voorstelbaar is voor de patiënt, uit een residuele activatie van een voorgaande uiting van het woord of uit een combinatie van deze. Ackermann en Ellis (2007) uiten kritiek op deze verklaring van Martin en Dell. Ze halen hierbij 2 argumenten aan: ten eerste zijn perseveratieve fouten meestal niet semantisch of fonologisch gerelateerd aan het doelwoord. Ten tweede stellen Martin en Dell dat de frequentie van het woord ook een rol speelt bij de kans op foutieve activatie. Ackermann en Ellis constateren in hun gevallenstudie echter geen merkbare invloed van woordfrequentie. Ackermann en Ellis sluiten zich aan bij het verklaringsmodel van Cohen en Dehaene (1998) voor perseveraties. Zij stellen dat perseveraties voorkomen wanneer een stimulus geen enkele activiteit in de taalsystemen van de patiënt genereert. De semantische en fonologische systemen ontvangen geen enkele input door de opgelopen hersenschade. Dan zou het kunnen dat de patiënt geen enkele vorm van output genereert en dus niet reageert op de stimulus. Het is ook mogelijk dat er een endogeen gedreven reactivatie tot stand komt van bepaalde semantische of fonologische kenmerken die in het recente verleden geactiveerd werden. De resulterende perseveratie vangt dan het gebrek aan effectieve input op. De aldus bekomen perseveraties hebben logischerwijze geen enkel verband met het doelwoord. RU s werden ook onderzocht vanuit neurolinguïstisch standpunt. Blanken (1991) stelt dat de oorzaak van het repetitieve karakter van de recurring utterance ligt in de articulatorische buffer. Hierin wordt een fonetisch plan voor een uiting tijdelijk opgeslagen. Neurale schade zou de buffer aantasten zodat het fonetisch plan niet meer kan gewijzigd worden. Code en Ball (1994) onderzochten de syllabestructuur van NMRU s in het Engels. De verhouding tussen vocalen en consonanten is anders dan in normaal Engels, er komen namelijk meer consonanten voor bij RU s. RU s die enkel uit een vocaal bestaan komen amper voor, terwijl deze in normaal Engels wel veelvuldig voorkomen.

10 Categorie-specifieke Recurring Utterances 7 De initiële productie van dit type RU zou voortkomen uit een sterk aangetast linkerhemisferisch fonologisch systeem, dat geen toegang heeft tot limbischrechterhemisferische input. Code schrijft in 1994 dat NMRU s het product zijn van een ernstig verstoord taalsysteem in de linkerhemisfeer. De fonologie is zo gestoord dat enkel syllaben voorkomen van het meest primitieve type : het CV-type. Buckingham en Christham (2004) onderzochten de NMRU s. Ze ontdekten dat die vaak bestaan uit een deel dat gepersevereerd wordt en andere lexicale of fonologische delen. 1.3 Anatomische correlaten Laesiestudies Recurring Utterances komen bijna altijd voor na een beschadiging van de linkerhemisfeer. Code (1982) vond in een studie van 75 patiënten met monofasie slechts één patiënt met een unilateraal letsel van de rechterhemisfeer. Het voorkomen van RU s wordt echter niet verbonden aan een specifieke locatie in de linkerhemisfeer. Poeck, Debleser & Vonkeyserlingk (1984) vonden met CT-scans van acht patiënten dat het letsel frontaal of temporaal kan liggen. Het letsel bleek cortico-subcorticaal bij zeven onder hen en enkel subcorticaal bij één van hen. De subcorticale structuren zouden dus wellicht een rol spelen. Het letsel zou gelimiteerd kunnen zijn. Jackson (1880) beweerde daarentegen dat het letsel uitgebreid moet zijn. Naeser (1992) vond geen verschil in de letsels weergegeven door CT-scans van mutistische patiënten, niet-vloeiende NMRU s en stereotiepe RWRU s. De letsels van deze patiënten verschilden van de letsels van patiënten met afasie van Broca door aantasting van de witte stof in de linkerhemisfeer. Deze letsels zouden volgens Naeser resulteren in een onderbreking van de verbinding tussen de cingulaire en supplementaire motorische cortex en de basale ganglia. Brunner, Kornhuber, Seemuller, Suger & Wallesch (1982) deden een studie naar de rol van de basale ganglia bij RU s. Zij vonden dat RU s noch voorkwamen na letsels die uitsluitend corticaal waren, noch na uitsluitend subcorticale letsels. RU s kwamen voor na letsels die zowel subcorticaal als retrorolandisch waren, en na letsels die zowel subcorticaal, retro- als prerolandisch waren. De subcorticale structuren spelen dus een rol bij RU s. Het feit dat RU s niet voorkwamen na letsels uitsluitend in de basale ganglia zou kunnen verklaard worden door

11 Categorie-specifieke Recurring Utterances 8 het feit dat deze letsels steeds klein waren. Bij Gilles de la Tourette, waar uitsluitend de basale ganglia aangetast zijn, wordt immers een gelijkaardig fenomeen met automatismen waargenomen. Maindreville, Pieton, Labbey, Bakchine en Ehrlé (nog niet gepubliceerd) deden een studie naar de rol van basale ganglia bij het genereren van automatische taal. Ze vonden dat patiënten met Parkinson niet significant lager scoorden op het aanvullen van zinnen die tot de automatische taal behoren. Ze besluiten dat de basale ganglia niet tussenkomen bij het genereren van verbale automatismen. Haas, Blanken Mezger & Wallesch (1988) onderzochten de lokalisatie van het letsel bij verschillende patiënten met afasie. De 18 patiënten met RU s toonden een maximale overlap qua letsel in de diepe fronto-patiëtale witte stof regio s. Patiënten met globale afasie zonder RU s toonden een maximale overlap in de anterieure en middenste insulaire regio. Een letsel in de diepe fronto-pariëtale witte stof zou volgens hen noodzakelijk kunnen zijn voor het ontstaan van RU s, maar niet als enige aan de basis liggen Stimulatiestudies Adler et al. (2000) bestudeerden acht patiënten die een behandeling met elektroconvulsieve therapie kregen voor hun depressie. De patiënten moesten kleuren en figuren benoemen. Zeven van de acht patiënten gaven op zijn minst één keer persevererende antwoorden. De ECT werd unilateraal rechts op de frontotemporale kwab toegepast. De auteurs besluiten dat perseveraties kunnen uitgelokt worden door ECT, en wijten dit aan een dysfunctie van de frontale kwab. 1.4 Pathologie Afasie RU s kunnen voorkomen bij verschillende afasietypes. Verschillende onderzoekers zijn het niet eens over het type afasie dat het meest voorkomt in combinatie met RU s. Jackson (1874) en Broca (1861) beweren dat het taalbegrip intact is bij RU s.

12 Categorie-specifieke Recurring Utterances 9 In een studie van Ajanounine (1956) werden elf patiënten beschreven met spraakautomatismen, acht daarvan hadden een volledig gestoord taalbegrip en de andere drie een partiëel gestoord taalbegrip. Verder verduidelijkt hij deze resultaten niet. Volgens Code (1982) komen RU s het meest voor bij Broca s afasie, gevolgd door globale afasie. Deze beide afasiën zouden goed zijn voor 94 % van alle gevallen. Poeck et al. (1984) onderzochten acht patiënten met NMRU s bestaande uit CV of VC syllaben. De helft van hen werden als vloeiende afatici beschouwd, de andere helft non-fluent, maar deze leden allemaal aan een ernstige vorm van dysarthrie. Alle onderzochte patiënten scoorden zeer slecht op alle subtesten van de Akense Afasie Test. Alle patiënten werden door de onderzoekers en de ALLOC ingedeeld bij de globale afatici. De auteurs suggereren twee vormen van globale afasie: de standaard non-fluente vorm en een niet-standaard fluente vorm. In een studie van Blanken, Wallesch & Papagno (1990) werd bij 26 patiënten met RU de AAT afgenomen, 24 onder hen hadden een globale afasie, één had afasie van Broca en één afasie van Wernicke. Een RU zorgt natuurlijk wel voor lage scores op verschillende subtesten van de AAT, wat dan weer automatisch zal leiden tot een diagnose van een ernstige afasie. Basso (2004) stelt dat RU s met een gelijke frequentie bij alle klinische vormen van afasie voorkomen. Wat we zeker kunnen besluiten is dat de groep van patiënten met RU s geen homogene groep is, wat ze echter gemeenschappelijk hebben is dat de afasie ernstig is Andere stoornissen Naast afasie kunnen ook andere stoornissen voorkomen bij patiënten met RU s. In de studie van Wallesch, Haas en Blanken (1989) werden 40 afatici onderzocht en werd de correlatie bekeken tussen het optreden van RU s en de score op de Token Test, de correlatie tussen het optreden van RU s en de aanwezigheid van buccofaciale apraxie en hemiparese en ten slotte de correlatie tussen het optreden van RU s en de score op de Progressive Matrices Test (PMT). De PMT meet het logisch redeneervermogen en het leereffect. De sterkste correlaties werden gevonden tussen het optreden van RU s en de aanwezigheid van buccofaciale apraxie en hemiparese en tussen het optreden van RU s en de score op de PMT.

13 Categorie-specifieke Recurring Utterances 10 Stoornissen die vaak voorkomen in combinatie met een afasie met RU s zijn agrafie, alexie en anosognosie. De patiënten die aan agrafie lijden schrijven onleesbaar door paralyse of parese of schrijven zodanig veel perseveraties dat de boodschap niet overkomt. Veel patiënten met RU s lijden aan anosognosie, dit maakt de therapie en het herstel niet eenvoudig. 1.5 Prognose en therapie Over de prognose bij patiënten met een RU zijn de meningen verdeeld. De RU van Broca s patiënt mr. Leborgne (1861) verbeterde niet gedurende twintig jaar. Poeck et al (1984) zijn pessimistisch over de kans op herstel bij RU s. Zelfs met intensieve logopedische therapie zou het herstel traag en onvolledig zijn. Patiënten met RU s zouden korte zinnen kunnen aanleren maar deze niet adequaat kunnen gebruiken. Telkens wanneer ze zich verbaal willen uitdrukken zal de RU weer de kop opsteken. Ajanounine (1956) was iets minder pessimistisch. In een studie van hem latern 19/30 patiënten een spontaan herstel van de RU zien. Dit gebeurt in vier stadia: 1) Er komt prosodische variatie voor, bijvoorbeeld veranderingen in intonatie of spreeksnelheid. Het is niet duidelijk of deze prosodische variaties dan een uiting zijn van een gevoel. 2) De patiënt wordt zich bewust van de RU en probeert deze te controleren of in te houden. 3) Er treedt fonologische variatie op. 4) Het automatisme verdwijnt en wordt vervangen door spraak die meestal traag is en met fonologische distorsies. Bij 6 van deze 19 patiënten verliep dit herstel over minder dan één maand, bij de rest over minder dan twee jaar. In een studie van Blanken et al. (1988) werden 14 afatici onderzocht met NMRU s. Vijf werden onderzocht in de acute fase. Drie van de vijf patiënten genazen. Negen ervan werden onderzocht in de chronische fase: hier werden enkel trage verbeteringen gevonden bij twee van hen. De kans op herstel is dus groter en sneller in de acute fase. Het oorzakelijk letsel kan het herstel niet voorspellen. Zo beschreven Lebrun en Leleux (1982) en Lerhmitte (1956) twee patiënten met hetzelfde letsel, de ene herstelde volledig, de andere leed 15 jaar later nog aan monofasie.

14 Categorie-specifieke Recurring Utterances 11 Code (1982) beweert dat het belangrijkste teken voor een gunstige prognose het ziekte-inzicht is. Ook nieuwe uitingen zijn een gunstig teken voor de kans op herstel. Hoe ziet de logopedische therapie er nu uit bij een patiënt met RU s? Aangezien het ziekte-inzicht een belangrijke factor bij het genezen is, zal de therapie er in bestaan dit ziekte-inzicht te verhogen. Dit kan door audio-opnames of audiovisuele opnames te maken en deze aan de patiënt te laten horen. Ook nieuwe uitingen uitlokken kan deel uitmaken van de therapie. Dit kan aan de hand van onvolledige automatische reeksen of aanvulzinnen met semi-automatische taal zoals uitdrukkingen en tegengestelden die de logopediste aanbiedt en de patiënt dan moet aanvullen. Corbett, Jefferies en Lambon Ralph (2008) onderzochten het nut van cues bij een patiënt die een transcorticaal sensorische afasie had met terugkerende perseveraties. Zowel fonologische als semantische cues bleken het aantal perseveraties te verminderen bij het benoemen van prenten en bij het lezen van woorden. De cues zorgen voor een grotere fonologische en/of semantische activatie van het doelwoord. Zo verhoogt de kans dat het doelwoord geselecteerd wordt in plaats van andere, concurrerende woorden. Fonologische en semantische cues kunnen dus gebruikt worden om het aantal RU s van een patiënt te verminderen. 1.6 Categorie-specifieke RWRU s Bestaat er zoiets al categorie-specifieke RWRU s? Zijn er patiënten die verschillende RU s hebben uit een bepaalde semantische categorie? Uit de literatuur weerhouden we dat de semantische categorieën cijfers en vloeken kunnen voorkomen als RU. Andere semantische categorieën werden in de literatuur niet beschreven Cijfers Cijfers zouden een aparte semantische categorie vormen. Code (1982) stelt dat cijfers een vaak voorkomende RWRU zijn door therapeutische interventie of door verwanten die meestal proberen te oefenen met het opzeggen van cijferreeksen (bvb. tellen tot 10). De RU is dan de eerste uiting die de patiënt doet of wilt doen na het CVA. Thioux, Pesenti, Costes, De Volder & Seron (2005) onderzochten de PET-activatie bij verschillende taken voor 2 semantische categorieën: dieren en cijfers. Voor cijfers werd,

15 Categorie-specifieke Recurring Utterances 12 ongeacht de aard van de taak, activatie gevonden in de linker en rechter intrapariëtale sulcus. Voor dieren was er activatie in de linker inferieure temporaalgyrus. De auteurs vragen zich af of ook andere semantische categorieën met een sterke spatiële of seriële component in de intrapariëtale gyri zouden gerepresenteerd zijn, bijvoorbeeld dagen van de week, maanden van het jaar of letters van het alfabet. In de meta-analyse van Arsalidou en Taylor (2011) zoeken de auteurs naar de hersenregio s die actief zijn bij het genereren van cijfers en het uitvoeren van bewerkingen met cijfers. De meest voorkomende breinregio s die geassocieerd worden met cijfers zijn de inferieure en superieure pariëtaalkwabben. Bij bewerkingen met cijfers wordt vooral een frontale activatie waargenomen. Uit een studie van Jefferies, Patterson, Jones, Bateman en Lambon (2004) bleek dat personen met semantische dementie veel gemakkelijker rijtjes met cijfers kunnen opzeggen dan rijtjes met woorden. Er is dus een categorie-specifiek voordeel voor cijfers. Dit voordeel geldt ook voor getallen die uit meerdere cijfers bestaan, en het bleef ook wanneer de cijfers en de woorden gematcht werden qua voorstelbaarheid, frequentie en woordlengte. Een verklaring hiervoor is dat bij semantische dementie vooral de temporaalkwab aangetast is terwijl de pariëtaalkwab, die belangrijk is voor de numerieke congnitie, gespaard blijft. Jefferies, Bateman, Matthew en Lambon (2005) beschreven echter een patiënt met semantische dementie waarbij de mogelijkheden om cijfers te benoemen en te transcoderen bewaard waren 1 jaar post onset, maar vrijwel volledig verloren waren 4 jaar post onset. Het besef van grootte dat gelinkt was aan de cijfers bleef echter bewaard. Sommige aspecten van de semantische categorie cijfers, zoals de link tussen het cijferwoord en het Arabische symbool, zouden volgens de auteurs dus tussenkomst van de temporaalkwab vereisen. Andere aspecten zoals het besef van grootte zouden louter in de pariëtaalkwab gelokaliseerd zijn. Rossor, Warrington en Cipolotti (1995) beschreven een patiënt met de ziekte van Pick, die een ernstige non-fluente afasie ontwikkelde als gevolg van een linker temporale atrofie. De taal van de patiënt was gestoord bij alle linguïstische taken en in alle semantische categorieën, behalve cijfers. Hij kon nog bewerkingen uitvoeren met Arabische cijfers en had nog resterende linguïstische mogelijkheden voor cijfers. Hij kon echter minder goed cijfers benoemen en begrijpen wanneer deze verbaal aangeboden werden. De auteurs speculeren dat de rekenvaardigheden gespaard bleven doordat vooral de temporaalkwab aangetast was door atrofie en de pariëtaalkwab niet. Cipolotti et al. (1991) beschreven een patiënt die enkel semantisch uitviel bij taken waarbij cijfers aan te pas kwamen. Ook de dagen van de week, de maanden van het jaar en het alfabet

16 Categorie-specifieke Recurring Utterances 13 kon zij niet opnoemen. Verder was zowel het taalbegrip als de taalproductie bewaard gebleven. Cipolotti et al. besloten dat de patiënt een categorie-specifieke stoornis had voor de categorie cijfers. Thioux et al (1998) beschreven een patiënt met de omgekeerde dissociatie. N.M. is een 60- jarige rechtshandige man die van een paard viel en in comateuze toestand gehospitaliseerd werd. De CT-scan liet een aantasting zien van de linker temporaalkwab, de linker en de rechter frontaalkwab. De patiënt leed aan een ernstige anomische afasie. De spontane spraak was vloeiend, zonder articulatorische problemen of fonematische parafasieën. De uitingen waren echter niet informatief en bestonden uit een beperkt aantal hoogfrequente woorden. Op een plaatjesbenoemtest met 90 zwart-wit prenten scoorde NM 0/90. Een jaar later bleef deze score ongewijzigd. Hij had wel toegang tot fonologische (woordlengte en eerste letter) en grammaticale (het geslacht) informatie van de afgebeelde woorden. Ongeacht zijn ernstige anomie, kon NM de dagen van de week en de maanden van het jaar opzeggen en moeiteloos luidop tellen. Deze dissociatie gold niet enkel voor de gesproken taal, maar ook voor de geschreven taal. De productie van cijfers werd vergeleken met de productie van andere hoogfrequente woorden. NM kon een correcte respons geven voor 6 van de 9 letters, 5 van de 8 kleuren en 82 van de 84 cijfers. Op het benoemen van prenten uit andere hoogfrequente semantische categorieën scoort NM 0/67. De dissociatie is dus niet te verklaren vanuit de hypothese dat cijfers gespaard blijven omdat ze hoogfrequent zijn. Een hypothese was dat cijfers, maanden en dagen gespaard bleven omdat ze een beperkte semantische categorie zijn. Testen werden echter uitgevoerd met andere beperkte semantische categorieën, bijvoorbeeld seizoenen, en hier viel de patiënt ook op uit. Deze hypothese kan dus weerlegd worden. De auteurs stellen wel dat het feit dat de semantische categorie beperkt is één van de interagerende factoren zou kunnen zijn voor het verklaren van het gespaard blijven van de cijfers, maanden en dagen. De auteurs besluiten dat deze casus, in combinatie met de casus van Cipolotti, een indicatie is voor een aparte semantische categorie van cijfers. Cijfers zouden een onafhankelijke semantische categorie kunnen zijn door de specifieke eigenschap dat ze in een bepaalde volgorde georganiseerd zijn waarbij ieder cijfer semantisch gelinkt is aan een volgend en een vorig cijfer. Dit zou ook verklaren waarom eveneens dagen van de week en maanden van het jaar gespaard bleven. Cijfers zouden ook een specifiek semantisch subsysteem kunnen vormen doordat ze in een andere hersenregio gerepresenteerd zijn dan andere semantische categorieën. Het zou kunnen dat ze in een aparte hersenregio zitten doordat ze gelinkt worden aan hoeveelheden en

17 Categorie-specifieke Recurring Utterances 14 mathemathische bewerkingen. Wat deze theorie zou kunnen bevestigen is dat bij preverbale kinderen al mogelijkheden om luidop te tellen werden beschreven. Cohen, Verstichel en Dehaene (1997) beschrijven een patiënt met een ernstige neologistische jargonafasie. Het letsel bevindt zich in de rechterhemisfeer tempero-frontaal en, na een 2 e infarct, in de linkerhemisfeer ter hoogte van de superieure en middenste temporaalkwab. Hij maakt verschillende foneemsubstituties bij het produceren van verbale output, zijn spraak bestaat uit neologismen. Bij cijfers treden er echter geen foneemsubstituties op, er is dus een categorie-specifiek voordeel. De patiënt benoemt echter soms wel het verkeerde cijfer. Dit voordeel zou ook voorkomen bij het benoemen van geïsoleerde letters, al werd dit niet uitgebreid bestudeerd. Bij andere woordcategorieën dan cijfers werd geen significante correlatie gevonden tussen de frequentie van het woord en het aantal fouten dat de patiënt maakt. Het feit dat cijfers hoogfrequent zijn is dus geen verklaring voor het categorie-specifiek voordeel bij deze patiënt. De auteurs hebben zelf 3 hypothesen voor het gespaard blijven van cijfers: 1. Het categorie-specifiek semantisch domein van cijfers is gespaard gebleven door het hersenletsel. Net zoals actiewoorden, gereedschappen en dieren in een andere regio van het brein gerepresenteerd zouden zijn, zou er een aparte hersenregio voor de semantische categorie van cijfers bestaan. Thioux et al. schreven in 2005 dat cijfers in de intrapariëtale gyri zouden gerepresenteerd zijn, en vroegen zich af of letters van het alfabet in dezelfde regio gesitueerd zijn. Het zijn namelijk beide seriële categorieën. Dit zou verklaren waarom deze beide categorieën gespaard blijven. De pariëtaalkwab is bij deze patiënt immers niet aangetast. 2. Cijfers worden gespaard omdat ze overleerd zijn, een onderdeel van de automatische taal. Er werden eerder al gevallen beschreven van afasiepatiënten bij wie de automatische taal nog geheel intact is gebleven. Deze hypothese verklaart dan ook meteen waarom ook het benoemen van letters gespaard bleef. Jammer genoeg werd andere automatische taal als de dagen van de week en de maanden van het jaar bij deze patiënt niet onderzocht. 3. Cijfers (net als letters) zijn bouwstenen in onze taal. Letters worden dan gezien als aparte eenheden in de spraakproductie. Cijfers zouden op dezelfde manier eenheden zijn. Bij woorden wordt dan een foneem vervangen door een ander, cijfers worden in zijn geheel vervangen door een ander cijfer. Deze hypothese zou dus meteen beide stoornissen verklaren : de foneemsubstitutie in woorden en de volledige substitutie van

18 Categorie-specifieke Recurring Utterances 15 cijfers. Bij de andere theorieën zouden er 2 aparte onafhankelijke stoornissen zijn waarbij de ene stoornis net de semantische categorie spaart die de andere stoornis affecteert. Dit lijkt de auteurs een onwaarschijnlijk toeval. Een van de theorieën is dat cijfers een aparte semantische categorie vormen en in een ander deel van onze hersenen gerepresenteerd zouden zijn omdat zij een geordende sequentie vormen, die bovendien sterk geautomatiseerd is. Cijfers zijn niet de enige ordinale sequentie: ook letters van het alfabet, dagen van de week en maanden van het jaar zijn voorbeelden van sterk geautomatiseerde geordende sequenties. Eagleman (2009) ging op zoek naar de neurale correlaten van deze geordende sequenties. In eerder uitgevoerde studies zoals onder andere die van Fias, Jammertyn, Caessens en Orban (2007) werden deze ordinale reeksen gelinkt aan de intrapariëtale sulcus. Eagleman (2009) ontdekte met functioneel magnetische resonantie dat stimuli die tot een ordinale categorie behoren, zoals letters, cijfers, dagen van de week en maanden van het jaar een activatie uitlokken ter hoogte van de middelste temporale gyrus in de rechterhemisfeer. Woorden die niet tot een ordinale categorie behoren activeren de zones die instaan voor taal in de linkerhemisfeer. De intrapariëtale sulcus zou niet instaan voor ordinale sequenties in het algemeen, maar wel voor het oordelen over aantal en grootte. Fias et al. (2007) toonden aan dat de intrapariëtale sulcus actief was bij zowel het vergelijken in grootte van cijfers als het vergelijken van letters (welke van de 2 letters komt later in het alfabet?). Eagleman wijst erop dat deze activatie niet aantoont dat de individuele letters en cijfers in de intrapariëtale sulcus gepresenteerd zijn, maar wel dat de IPS zou instaan voor het vergelijken van relatieve grootte en positie. Nieder en Dehaene (2009) schrijven dan weer dat de kennis van ordinaliteit en cardinaliteit van cijfers gelijkaardige activatie uitlokt in de parieto-frontale regio s. Bij apen zouden gelijkaardige netwerken in de frontale regio s actief zijn voor ordinale kennis Vloeken Ook vloeken komen vaak voor als RU. Vloeken komt niet enkel voor bij Gilles de la Tourette syndroom, maar ook bij ernstige (globale) afasie en na linkerhemisfeerectomie. Jackson (1878) geeft enkele voorbeelden van patiënten met een vloek als RU, maar vloeken kunnen, zoals bij mr. Leborgne, ook

19 Categorie-specifieke Recurring Utterances 16 voorkomen als occasional utterance. Vloeken zouden volgens Jackson afkomstig zijn van de intacte rechterhemisfeer, het vloeken is non-propositioneel en een vorm van automatische taal. Critchley (1970) beweert echter dat deze automatische taal expressief zou zijn en de vloeken vrijwillig zouden geuit worden. De vloek wordt dan, in tegenstelling tot alle andere verbale output, correct gearticuleerd met de juiste prosodie. Volgens een inventaris van RU s van Code (1982) is de meest voorkomende RU een voornaamwoord met werkwoord en komen vloeken op de tweede plaats. De basale ganglia, die o.a. bij Gilles de la Tourette aangetast zijn, ontvangen projectievezels van het limbisch systeem. De frontaal-subcorticale circuits integreren limbische input in het orbitofrontaal-subcorticaal circuit en het anterieur cingulair-subcorticaal circuit. Een stoornis in de basale ganglia zorgt dus voor een dysfunctie van het limbisch systeem en de door het limbisch systeem gemedieerde emotionele activiteiten. Personen met afasie bij wie de linkerhemisferische regio s voor propositionele spraak aangetast zijn, zouden wel nog toegang hebben tot vocalisaties vanuit het limbisch systeem, gemoduleerd door de basale ganglia en gefaciliteerd door de rechterhemisfeer. Vloeken zouden volgens de auteurs opgeslagen zitten in de rechterhemisfeer. Een vloek wordt in zijn geheel opgeslaan en is niet opgebouwd uit linguïstische bouwstenen, het is een vorm van automatische taal. Bij normale sprekers komt vloeken typisch voor bij woede, frustratie of andere intense emoties waarbij het limbisch systeem geactiveerd wordt. Zowel bij normale sprekers als bij afatici komt vloeken ook voor als vorm van overleerde automatische taal. Deze taal is nog beschikbaar voor de afaticus omdat deze gemedieerd wordt door de meestal intacte rechterhemisfeer en limbisch systeem.

20 Categorie-specifieke Recurring Utterances 17 Tabel 1 geeft een overzicht van enkele casussen met RU s die in de literatuur aan bod komen. Tabel 1 Auteur Letsel Type afasie Type RU Haas, Blanken, Mezger, Wallesch diepe fronto-pariëtale witte stofregio s links globaal Pena-Casanova et al. voornamelijk in de eerst mutisme, na 2 linkerhemisfeer frontaal, jaar afasie temporaal, laterale ventrikels (globaal/wernicke) en cerebellum. Claus, Wallesch, Haas linkerhemisfeer ter hoogte globaal en Blanken van de area van Broca, de area van Wernicke, de insula en de basale ganglia Van Lancken, in de linkerhemisfeer frontaal, globaal Cummings temporaal en pariëtaal Geschwind linkerhemisferectomie geen gegevens bekend NMRU s en RWRU s vooral automatische taal, eigenamen, slogans, liedjesteksten vooral NMRU s vloeken, yes, no, well, yeah cijfers, vloeken, i, no place De letsels van deze casussen bevinden zich steeds in de linkerhemisfeer en zijn uitgebreid. Het type afasie dat het meest voorkomt is globale afasie. Er lijkt op het eerste zicht geen correlatie te zijn tussen de lokalisatie van het letsel en het type RU s. Het valt op dat zowel vloeken als cijfers voorkomen als RU bij deze casussen.

21 Categorie-specifieke Recurring Utterances Casus 1 2. Casussen L.W. is een 52-jarige man die een opleiding tot burgerlijk ingenieur bouwkunde genoten heeft. Hij kreeg een CVA ter hoogte van het linker arteria cerebri mediagebied. Er is sprake van een rechter hemibeeld met beperkte hemiparese en hemihypoësthesie. De nmr van de hersenen toont een recente ischemie in het linker cerebri mediagebied met betrokkenheid van corticale gebieden pariëtaal, insulair en temporaal. Er is ook lenticulostriatale aantasting met ischemie ter hoogte van de nucleus caudatus links. Logopedische gegevens -Spontane taal: De spontane taal is traag fluent, soms neologistisch. -Begrip: Het taalbegrip is gestoord als gevolg van zowel een fonologische als een semantische uitval. -Naspreken: Het naspreken is neologistisch met perseveraties. -Lezen: Lezen is onmogelijk, er is geen woordvormherkenning of semantische herkenning. -Schrijven: Het schrijven gebeurt in drukletters, met ernstige orthografische selectie- en ordeningsproblemen. -Benoemen: Er zijn zowel fonologische als semantische oproepingsproblemen. -Calculie: Deze man lijdt aan acalculie bij brugoverschrijding. -Andere stoornissen: Er is sprake van agrafie. De links-rechtsoriëntatie en vingergnosie zijn niet te beoordelen wegens begripsproblemen. In augustus 2009 werd de Akense Afasie Test (AAT) afgenomen. Dit zijn de resultaten: Testonderdeel Score Percentiel Spontane taal 18/30 / Token test 5/50 93 Naspreken 25/150 9 Schrijftaal niet volledig afgenomen /

22 Categorie-specifieke Recurring Utterances 19 Benoemen niet volledig afgenomen / Taalbegrip niet volledig afgenomen / Besluit Deze 52-jarige man heeft een afasie van Wernicke ten gevolge van een CVA in het bevloeiingsgebied van de arteria cerebri media links. De opgelopen hersenschade situeert zich in de pariëtale gyrus, de temporale gyrus en de insula. Er is sprake van een partieel Gerstmannsyndroom, bestaande uit agrafie en acalculie. Uit de score op de Token Test weerhouden we dat er spraken is van een ernstige afasie. Voor naspreken scoort deze man percentiel 9, dit is een zwakke score. Evolutie De cijferspraak klaarde op na enkele dagen. In maart 2010 is er, na intensieve logopedische revalidatie, nog een AAT afgenomen. Dit zijn de resultaten: Testonderdeel Score Percentiel Spontane taal niet afgenomen / Token Test 34/50 48 Naspreken 147 / Schrijftaal niet volledig afgenomen / Benoemen 115/ Taalbegrip 118/ De score op de Token Test evolueerde van percentiel 93 naar percentiel 48. Het naspreken evolueerde van percentiel 9 naar percentiel 97. Deze cijfers tonen een duidelijke verbetering aan. Deze afasie evolueerde op langere termijn naar een beperkt woordvindingsprobleem voor laagfrequente woorden. De woordvloeiendheid was nog steeds verminderd. Bij het lezen kwamen er beperkte fonematische paralexieën voor.

23 Categorie-specifieke Recurring Utterances Casus 2 I.Sp. is een, bij moment van opname, 70-jarige man die werd aangemeld met acute taalproblemen ten gevolge van een CVA in het bevloeiingsgebied van de arteria cerebri media links. Een verdere specificatie in verband met het aangetaste hersengebied was niet beschikbaar. Deze man is viertalig: hij heeft Hebreeuws als moedertaal, Frans als 2 e taal, Engels als 3 e taal en ten slotte Nederlands als 4 e taal. Hij heeft een universitaire opleiding tot ingenieur genoten. Bij moment van opname is deze man gepensioneerd. Logopedische gegevens -Spontane taal: De spontane taal is fluent met perseveraties. Hij lijdt aan logorrhee met Polyglotte Reaktion met voorkeur voor Engels en Hebreeuws. Qua begrip is Frans de voorkeurstaal. De spontane spraak is paragrammatisch met veel stereotiepe uitdrukkingen als Do you understand me? C est vrai? Deze man heeft cijfers als RU. -Begrip: ernstig gestoord, meer auditief dan leesinhoudelijk. -Naspreken: Het naspreken is onmogelijk. -Lezen: Het lezen is ernstig gestoord. De patiënt kan de woorden visueel discrimineren maar leest ze luidop voor alsof het cijfers zijn. (bv. bedden = 3,8,4,4,2,1) -Schrijven: kan kopiëren, spontaan schrijven of schrijven op dictaat zijn onmogelijk. -Benoemen: onmogelijk -Calculie: Hij kan rekensommen maken, maar ze niet opschrijven. -Andere stoornissen: Deze man heeft geen ziekte-inzicht, men kan dus spreken van een anosognosie. Ook een ideomotore apraxie is aanwezig. Besluit Deze man heeft een afasie van Wernicke die auditief dominant is. Hij heeft deze afasie opgelopen na een CVA ter hoogte van het bevloeiingsgebied van de ACM. Er is een gebrek aan ziekte-inzicht. Evolutie De cijferspraak verdween na enkele dagen. Deze patiënt deed later nog meerdere CVA s. Hij herstelde vrij goed in de moedertaal, maar niet in de andere talen. Daardoor is hij terug verhuisd naar zijn land van origine.

24 Categorie-specifieke Recurring Utterances Casus 3 I.St. een bij aanmelding 60-jarige man. Hij wordt opgenomen na een CVA. De CT-scan toont een bloeding op vasculo-ischemische basis in het linker occipitotemporale gebied met oedeem links pariëtaal. De patiënt is viertalig: Bulgaars is zijn moedertaal, Frans de 2 e taal, Engels de 3 e taal en Nederlands de 4 e taal. Deze man was eveneens een ingenieur. Logopedische gegevens -Spontane taal: Een functioneel gesprek is mogelijk, maar wordt belemmerd door logorrhee, perseveratief gedrag en empty speech. De productie vertoont zowel fonologische als semantische parafasiën. Deze man heeft ook cijfers als recurring utterance. Er is sprake van een sterk woordvindingsprobleem voor eigennamen en hoogfrequente woorden. Er is geen uitgesproken discrepantie tussen de spontane taalproductie en de nazegtaken, wat pleit tegen de diagnose van een conductie-afasie. -Begrip: Het leesinhoudelijk begrip scoort opvallend zwakker dan het auditief begrip. Er is geen zelfcorrectie door auditieve feedback. De nonverbale semantiek is nog intact, in tegenstelling tot de verbale semantiek die matig gestoord is en het best auditief toegankelijk. -Nazeggen: Herhalen van hoogfreqente woorden resulteert in fonologische parafasieën en neologismen. -Lezen: Fonemen worden moeizaam van elkaar gediscrimineerd, de patiënt slaagt er moeilijk in bestaande en niet-bestaande woorden van elkaar te onderscheiden. -Schrijven: Er is een gestoorde woordvorm, selectie en ordening van grafemen. -Benoemen: Benoemen van enkelvoudige nomina resulteert frequent in perseveraties, semantische en fonologische parafasieën en neologismen. Het benoemen van composita, situaties en handelingen resulteert in jargontaal. -Calculie: Deze man lijdt aan acalculie. -Andere stoornissen: Er is een agrafie aanwezig en een rechter hemianopsie.

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien

Nadere informatie

inhoud Voorwoord... 11 deel i: neurowetenschappen in taal en taalstoornissen... 17 Hst 1: Historisch overzicht van de afasiologie...

inhoud Voorwoord... 11 deel i: neurowetenschappen in taal en taalstoornissen... 17 Hst 1: Historisch overzicht van de afasiologie... inhoud Voorwoord... 11 deel i: neurowetenschappen in taal en taalstoornissen... 17 Hst 1: Historisch overzicht van de afasiologie... 19 1.1. Historiek vóór 1860... 20 1.2. Broca, Wernicke en Lichtheim

Nadere informatie

Kijk eens in het brein!

Kijk eens in het brein! Kijk eens in het brein! Hersenen en taal Hersenen als onderzoeksdomein Cognitief proces als onderzoeksdomein bouwstenen, chemie anatomie localisatie functies fasen en verloop cognitief proces neurale representatie

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Inge de Koning, Klinisch Neuropsycholoog Erasmus MC Primair progressieve afasie: varianten - Progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA)

Nadere informatie

SMTA. Uitgangspunt SMTA. Innovaties in de Geriatrische Revalidatie Symposium UNO-VUmc Martine Verkade en Joost Hurkmans 1

SMTA. Uitgangspunt SMTA. Innovaties in de Geriatrische Revalidatie Symposium UNO-VUmc Martine Verkade en Joost Hurkmans 1 Madeleen de Bruijn, muziektherapeut Martine Verkade, logopedist SMTA SPEECH MUSIC THERAPY FOR APHASIA Speech Music Therapy for Aphasia Uitgangspunt SMTA Combinatiebehandeling van logopedie en muziektherapie

Nadere informatie

Informatiebrochure Afasie

Informatiebrochure Afasie Informatiebrochure Afasie UZ Leuven 2 Beste familie, deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak-, taal - en/of slikproblemen die uw familielid momenteel ondervindt. In deze

Nadere informatie

Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe. Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen

Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe. Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen De hypothese van het equipotentialisme, die stelt dat de hersenen op hun geheel instaan

Nadere informatie

Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson

Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson Drs. Katja Batens Promotor: Prof. Dr. Patrick Santens Copromotor: Prof. Dr. Dirk Van Roost Achtergrond informatie

Nadere informatie

Interventies voor het verbeteren van perseveraties bij volwassen afatici in de revalidatiefase

Interventies voor het verbeteren van perseveraties bij volwassen afatici in de revalidatiefase Interventies voor het verbeteren van perseveraties bij volwassen afatici in de revalidatiefase Door: Edda Roomer Studentnummer: 3803449 Supervisor Universiteit Utrecht: Prof. S. Avrutin, PhD Supervisor

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

Psycho- en neurolinguïstiek van meertaligheid. Gastles Esli Struys EhB, opleidingsonderdeel «Psycholinguïstiek» (Dr. H. Stengers) 29 februari 2012

Psycho- en neurolinguïstiek van meertaligheid. Gastles Esli Struys EhB, opleidingsonderdeel «Psycholinguïstiek» (Dr. H. Stengers) 29 februari 2012 Psycho- en neurolinguïstiek van meertaligheid Gastles Esli Struys EhB, opleidingsonderdeel «Psycholinguïstiek» (Dr. H. Stengers) 29 februari 2012 Esli Struys -assistent Prof. dr. Piet Van de Craen (VUB)

Nadere informatie

I Autonome verzorgingsinstelling. Informatiebrochure. Spraak-, taal- en slikproblemen

I Autonome verzorgingsinstelling. Informatiebrochure. Spraak-, taal- en slikproblemen I Autonome verzorgingsinstelling Informatiebrochure Spraak-, taal- en slikproblemen IIVoorwoord Beste patiënt, Beste familie, Deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak- en/

Nadere informatie

Inhoud 1 Functionele anatomie 13 2 Mentale basisfuncties 33

Inhoud 1 Functionele anatomie 13 2 Mentale basisfuncties 33 Inhoud 1 Functionele anatomie 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Zenuwweefsel 13 1.2.1 Neuronen 13 1.2.2 Actiepotentialen en neurotransmitters 14 1.2.3 Grijze en witte stof 15 1.3 Globale bouw van het zenuwstelsel

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

De spontane taal van patiënten met restafasie

De spontane taal van patiënten met restafasie STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE Vol. 18, No. 02, 2013, pp. 13-23 32.8310/02/1813-13 c Groningen University Press De spontane taal van patiënten met restafasie Renate Lindner 1, Elsbeth Boxum 2, Roel Jonkers

Nadere informatie

Cognitieve stoornissen na een hersenletsel en gevolgen hiervan voor de afasiebehandeling

Cognitieve stoornissen na een hersenletsel en gevolgen hiervan voor de afasiebehandeling Cognitieve stoornissen na een hersenletsel en gevolgen hiervan voor de afasiebehandeling Doriene van der Kaaden Logopedist/afasietherapeut en psycholoog i.o. Opbouw lezing Doel lezing Interdisciplinaire

Nadere informatie

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg 1 Voor 1810 Vicq d Azyr, Traité d Anatomie et Physiology 1786 Diderot et d Alembert, Encyclopedia,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31633 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kant, Anne Marie van der Title: Neural correlates of vocal learning in songbirds

Nadere informatie

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 SAMENVATTING Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 Schiemanck_totaal_v4.indd 134 06-03-2007 10:13:56 Samenvatting in het Nederlands Beroerte (Cerebro Vasculair Accident; CVA) is een veel voorkomende

Nadere informatie

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase?

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Kerstin Spielmann dr. W.M.E. van de Sandt-Koenderman Prof. Dr. G.M. Ribbers R o

Nadere informatie

RECHTS TEMPORALE variant FTD

RECHTS TEMPORALE variant FTD COMMON PRACTICE Patroon? EN ANDERE MIMICS VAN ALZHEIMER Patiënt Gebaseerd op waargebeurde verwijzingen/patiënten E.G.B. Vijverberg, neuroloog, AUMC/BRC Casus 1 Casus 1 Patroon? Patiënt (65Y, M) Geheugenproblemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Moderne Dementiezorg 24 november 2014 Workshop 4.13: Afasie Inhoud Afasie Taalstoornissen bij dementie Communicatieproblemen in het dagelijks leven Interventie mogelijkheden Casuïstiek Laura Bas, logopedist

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Afasie. Dienst Logopedie & Afasiologie. GezondheidsZorg met een Ziel

Patiënteninformatie. Afasie. Dienst Logopedie & Afasiologie. GezondheidsZorg met een Ziel i Patiënteninformatie Dienst Logopedie & Afasiologie Afasie GezondheidsZorg met een Ziel Wat is afasie? Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel. We lichten de belangrijkste

Nadere informatie

ATP. NVLF congres 18 november R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga

ATP. NVLF congres 18 november R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga ATP NVLF congres 18 november 2011 R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga 275,- Verkrijgbaar bij Bohn Stafleu van Loghum Opzet presentatie Wat is het auditief

Nadere informatie

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Afasie bij kinderen met epilepsie. Symposium 'Verworven kinderafasie,

Afasie bij kinderen met epilepsie. Symposium 'Verworven kinderafasie, Afasie bij kinderen met epilepsie Symposium 'Verworven kinderafasie, 13-01-2017 Afasie bij kinderen met epilepsie Epilepsiesyndromen en achteruitgang op gebied van taal/ afasie 3 casussen; aard en verloop

Nadere informatie

Om NAH te omschrijven maken we gebruik van de definitie van Horizon:

Om NAH te omschrijven maken we gebruik van de definitie van Horizon: Wat is NAH (niet aangeboren hersenletsel)? Om NAH te omschrijven maken we gebruik van de definitie van Horizon: "Niet-Aangeboren Hersenletsel is een hersenletsel ten gevolge van welke oorzaak ook, anders

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase. Utrecht: LOT.

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase. Utrecht: LOT. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Niewold, C. Link to publication Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

University of Groningen. Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke

University of Groningen. Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke University of Groningen Direct and indirect speech in aphasia Groenewold, Rimke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please

Nadere informatie

Primaire progressieve afasie & Spontane-taalanalyse

Primaire progressieve afasie & Spontane-taalanalyse Primaire progressieve afasie & Spontane-taalanalyse Onderzoek naar de spontane taal van patiënten met primaire progressieve afasie. Carolien de Vries 28 oktober 2008 Rijksuniversiteit Groningen Onderzoek

Nadere informatie

Behandelende logopedisten 02/

Behandelende logopedisten 02/ Afasie is een communicatiestoornis met ingrijpende gevolgen, niet alleen voor de patiënt maar ook voor de familie, vrienden en kennissen. Wie de stoornis begrijpt, kan gemakkelijker omgaan met de gevolgen.

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Utrecht: LOT

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Utrecht: LOT UvA-DARE (Digital Academic Repository) Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Niewold, C. Link to publication Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van

Nadere informatie

na een verworven hersenletsel

na een verworven hersenletsel hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten en familie Afasie na een verworven hersenletsel UZ Gent, Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde Afasie na een verworven hersenletsel Afasie is een taalstoornis

Nadere informatie

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven Bio (EEG) feedback Reflecties vanuit de klinische praktijk Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven Neurofeedback -Een vraag uit de spreekkamer- Minimaal 1500 Literatuur 2008 literatuur search

Nadere informatie

Wat is afasie. Hans Goossens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/30444

Wat is afasie. Hans Goossens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/30444 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Hans Goossens 24 November 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/30444 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Wegwijs in afasie voor beginnend personeel bij neurologie Inhoudelijke aspecten van afasie

Wegwijs in afasie voor beginnend personeel bij neurologie Inhoudelijke aspecten van afasie Wegwijs in afasie voor beginnend personeel bij neurologie Inhoudelijke aspecten van afasie 1 Wat ik zeggen wil Eigenlijk wil ik zeggen, wat de bloemen mij zeiden, die ik kreeg, toen ik weer een dagje thuis

Nadere informatie

Chapter 13. Nederlandse samenvatting. A.R.E. Potgieser

Chapter 13. Nederlandse samenvatting. A.R.E. Potgieser Chapter 13 Nederlandse samenvatting A.R.E. Potgieser Chapter 13 Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie over de premotor cortex met een focus op betrokkenheid van deze gebieden

Nadere informatie

Inleiding. Wat is afasie?

Inleiding. Wat is afasie? Afasie Inleiding De logopedist heeft bij u afasie geconstateerd. Afasie is een taalstoornis. In deze folder wordt u uitgelegd wat afasie is en hoe het ontstaat. Daarnaast kunt u lezen wat u, maar ook uw

Nadere informatie

Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer. Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc

Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer. Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc Ziekte van Alzheimer Auguste D. Alzheimer Ziekte van Alzheimer ~ 260.000 patiënten in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk Filip T. Loncke Twee grote onderzoeksvragen Ondersteunde Communicatie als fenomeen wat leren we eruit? Hoe maken we

Nadere informatie

PLS is een broertje van ALS

PLS is een broertje van ALS PLS is een broertje van ALS Juni 2018 Wetenschappelijk onderzoek specifiek naar primaire laterale sclerose (PLS) gebeurt slechts op zeer kleine schaal. Deze motorneuronziekte is zo zeldzaam, dat het moeilijk

Nadere informatie

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het Afasie Inleiding Als gevolg van een hersenbeschadiging kan een patiënt te maken krijgen met communicatieproblemen. Deze beperken hem/haar in het uitwisselen van gedachten, wensen en gevoelens. Op de afdeling

Nadere informatie

Functionele meerwaarde van woordvoorspellingssoftware bij chronische dysgrafie: een casusbeschrijving.

Functionele meerwaarde van woordvoorspellingssoftware bij chronische dysgrafie: een casusbeschrijving. Functionele meerwaarde van woordvoorspellingssoftware bij chronische dysgrafie: een casusbeschrijving. Arteveldehogeschool Katholiek Hoger Onderwijs Gent Postgraduaat Neurologische Taal- en Spraakstoornissen

Nadere informatie

Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie

Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie Francien Lammerts Logopedist Groene Hart Ziekenhuis Neurologie symposium concentratie & geheugen 15 november 2016 Voorstellen

Nadere informatie

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m) WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)!!! Het woord test vermijden, beter: Ik heb wat spelletjes meegebracht waar we samen mee kunnen spelen. Je mag je intresse en enthousiasme laten blijken door bijvoorbeeld

Nadere informatie

Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons.

Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons. NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Nederlandstalige samenvatting Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons. Inleiding Wereldwijd neemt het aantal mensen met een leeftijd ouder dan

Nadere informatie

Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen

Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen Het effect van kortdurende, intensieve logopedische therapie op articulatie en resonantie bij patiënten met een lip-, kaak- en verhemeltespleet: een pilootstudie Kim Bettens Anke Luyten Andrew Hodges George

Nadere informatie

Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24)

Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24) Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24) Voor de domeinen cognitie, communicatie en psycho-emotioneel kan de checklijst voor Cognitie en Emotionele problemen na een

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte. Schema Afasie Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 11 De logopedist

Nadere informatie

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting 2 In dit proefschrift wordt met behulp van radiologische technieken de veroudering van de hersenen bestudeerd. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed

Nadere informatie

Informatiebrief voor mensen met afasie. Versie 3, 21 januari 2013

Informatiebrief voor mensen met afasie. Versie 3, 21 januari 2013 Wetenschappelijk onderzoek: Onderzoek naar woordvindingsproblemen van mensen met afasie Informatie ten behoeve van deelnemers Geachte mevrouw/mijnheer, U heeft afasie. U bent via de logopedist gewezen

Nadere informatie

Summary in dutch / Nederlandse samenvatting

Summary in dutch / Nederlandse samenvatting Summary in dutch / Nederlandse samenvatting 115 Van diagnose tot prognose Multiple sclerose (MS) is een chronische progressieve auto-immuum ziekte met onbekende origine die word gekarakteriseerd door laesies

Nadere informatie

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer NEDERLANDSE SAMENVATTING CINGULAIRE NETWERKEN Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer 157 Achtergrond Dementie is een aandoening die gepaard gaat met een achteruitgang

Nadere informatie

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels

De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie. Eva Staels De rol van orthografisch leren en seriële orde verwerking bij dyslexie Eva Staels 1 Verklarende theorieën Specificiteitsparadox Specifiek Algemeen Pag. 2 Verklarende theorieën Specifiek Achterliggend defect

Nadere informatie

Sam envatting en conclusies T E N

Sam envatting en conclusies T E N Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie

Nadere informatie

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 EEN VERKORTE VERSIE VAN DE AKENSE AFASIETEST. Heesbeen, I.M.E. & Loon-Vervoorn, W.A. van (2001). Aangeboden aan Logopedie en Foniatrie

HOOFDSTUK 3 EEN VERKORTE VERSIE VAN DE AKENSE AFASIETEST. Heesbeen, I.M.E. & Loon-Vervoorn, W.A. van (2001). Aangeboden aan Logopedie en Foniatrie EEN VERKORTE VERSIE VAN DE AKENSE AFASIETEST Heesbeen, I.M.E. & Loon-Vervoorn, W.A. van (2001). Aangeboden aan Logopedie en Foniatrie SAMENVATTING De Akense Afasietest (AAT) is in Nederland een van de

Nadere informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie 18 mei 2017 1. Overzicht neuropsychologische revalidatie 2. Ziekte inzicht 3. casus 4. Specifieke cognitieve problemen 5. Relevante informatie Klinische Neuropsychologie wetenschappelijk onderzoek diagnostiek

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Taal in context. Autisme. Autisme. Overzicht Neurobiological insights into language comprehension in autism: Context matters

Taal in context. Autisme. Autisme. Overzicht Neurobiological insights into language comprehension in autism: Context matters Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Samenvatting g ttin a v n e m a S

Samenvatting g ttin a v n e m a S Samenvatting Samenvatting Sam envatting Samenvatting Veroudering is een onvermijdelijk biologisch proces dat na de geboorte begint en onomkeerbaar doorgaat tot aan de dood. In tegensteling tot wat algemeen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie Hallucinaties zijn een merkwaardig psychologisch verschijnsel. Het betreft een vorm van sensorisch bedrog, die bij patiënten met schizofrenie het dagelijks functioneren belemmert en de kwaliteit van leven

Nadere informatie

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar Afasie Logopedie Beter voor elkaar Afasie In deze folder leest u wat afasie is en krijgt u adviezen hoe u de communicatie met iemand met afasie kan verbeteren. Ook staat beschreven wat de logopedist kan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44267 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Spierings, M.J. Title: The music of language : exploring grammar, prosody and

Nadere informatie

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten. Afasie Als iemand een beroerte krijgt gebeurt dat bijna altijd plotseling. De schok is groot. Men heeft zich niet kunnen voorbereiden en men weet niet wat hen overkomt. Het dagelijkse leven wordt verstoord.

Nadere informatie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Jojanneke is een studente van 24 jaar en kampt al een tijdje met depressieve klachten. Het valt haar huis-

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Het doel van dit proefschrift is de neurobiologische karakteristieken van depressieve stoornis en van depressie bij de ziekte van Alzheimer te identificeren. Depressie komt voor

Nadere informatie

Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies. TaalStaal 9 november

Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies. TaalStaal 9 november Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies TaalStaal 9 november 2012 16.20-16.50 Waar zit de taalknobbel? mediaal Gebied van Wernicke Executieve functies

Nadere informatie

Taal en het brein. Neurowetenschappen en taalontwikkeling

Taal en het brein. Neurowetenschappen en taalontwikkeling Taal en het brein. Neurowetenschappen en taalontwikkeling Deel 1. Geschiedenis van het hersenonderzoek, de architectuur van het brein en de werking van het neuron 2 december 2011, Algemene Taalwetenschap

Nadere informatie

Verbale en bucco-faciale apraxie

Verbale en bucco-faciale apraxie Verbale en bucco-faciale apraxie Inleiding De logopedist heeft bij u een verbale- of bucco-faciale apraxie geconstateerd (spraakstoornis). Spreken is bij gezonde mensen een activiteit die automatisch verloopt:

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/hals Overige Aandoening (ICD)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/hals Overige Aandoening (ICD) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Akense Afasie Test (AAT) 29 oktober 2018 Review 1: M. Jungen Review 2: E. v Engelen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald.

Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. Logopedie Examennummer: 74495 Datum: 23 maart 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten) Heeft

Nadere informatie

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Uitgangsvragen en aanbevelingen Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen

De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen Samenvatting 125 126 SAMENVATTING De ziekte van Parkinson (ZvP) is een progressieve aandoening van de hersenen waarbij zenuwcellen in de middenhersenen, die de neurotransmitter dopamine produceren, afsterven.

Nadere informatie

Communicatiestoornissen:

Communicatiestoornissen: Communicatiestoornissen: Hoe herken je ze en hoe ga je ermee om? Dr. Marina Ruiter Docent / Onderzoeker - Radboud Universiteit Spraak- en patholoog / Logopedist Sint Maartenskliniek Inhoud (1) Overzicht

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39720 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hafkemeijer, Anne Title: Brain networks in aging and dementia Issue Date: 2016-05-26

Nadere informatie

Vetverbranding in de hersenen?

Vetverbranding in de hersenen? Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Kan een synthetische olie helpen om de hersenen van voedsel te voorzien

Nadere informatie

19-12-2014. Disclosure belangen sprekers. Logopedisch onderzoek naar Taalproblemen. Programma. Doel & Vraagstelling

19-12-2014. Disclosure belangen sprekers. Logopedisch onderzoek naar Taalproblemen. Programma. Doel & Vraagstelling Disclosure belangen sprekers Communicatieproblemen bij MS; Taal of Cognitie? Caroline Bruggeman, logopedist Nieuw Unicum Neeltje Kant, neuropsycholoog Nieuw Unicum Fatima Haring, logopedist Medisch Centrum

Nadere informatie

De MMSE bij geriatrische patiënten

De MMSE bij geriatrische patiënten De MMSE bij geriatrische patiënten Een kritische blik en guidelines bij een der meest gekende, maar mogelijks ook een der meest verkeerd gebruikte screeningstesten Drs. Michael Portzky UZ Gent/ PC St Jan

Nadere informatie

Welke moeilijkheden kunnen optreden bij mensen met afasie?

Welke moeilijkheden kunnen optreden bij mensen met afasie? Wegwijs in afasie Inleiding Uw naaste is opgenomen in Gelre ziekenhuizen omdat hij/zij getroffen is door een beschadiging in de hersenen waardoor zijn/haar communicatie is aangetast. Dit heet afasie.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie 255 256 De twee hersenhelften, de hemisferen, van het menselijke brein verschillen zowel in vorm als in functie. In sommige hersenfuncties, zoals

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 135

Samenvatting. Samenvatting 135 Samenvatting 135 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een zoektocht naar de ecologische validiteit (de waarde van onderzoeksresultaten bij toepassing in het dagelijks leven) van executieve functie

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

De Afname, Indexen en Subtests

De Afname, Indexen en Subtests De Afname, Indexen en Subtests Dé test voor diagnose en evaluatie van taalproblemen bij kinderen van 5 t/m 18 jaar Diagnose stellen Stappenplan om tot diagnose te komen 1. Observatieschaal De Observatieschaal

Nadere informatie