TPN-West Energieneutraal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TPN-West Energieneutraal"

Transcriptie

1 1 TPN-West Energieneutraal Eindrapportage 17 december, 2015 Gefinancierd met bijdrage van: Uitgevoerd door:

2 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Inhoudelijk activiteitenverslag Fase 2: Verkennen Fase 3: Uitwerken Businesscases Fase 4: Rapporteren Overzicht geïnvesteerde tijd Samenvattingen Business cases Business case Warmteleiding Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg Business case Warmteleiding Overig Business case Stoom Business case Zon-PV Business case Smartgrid Energiescans ROC Resultaten Resultaten verkenningsfase Resultaten Businesscases Fase 4 Verslaglegging Doelstelling & verklaring afwijkende resultaten Bijlage 1 Uitwerking business cases Bijlage 2 ESCO Warmtelevering... 61

3 3 Colofon Deze rapportage is opgesteld in opdracht van de Bedrijvenvereniging TPN-West en Alliander. Het rapport beschrijft de werkzaamheden die zijn uitgevoerd in de periode juli 2014 tot en met oktober Het rapport presenteert de resultaten van fase 2: Verkenning mogelijkheden TPN-West Energieneutraal, fase 3: Uitwerking business cases, en fase 4: Verslaglegging. De nadruk ligt daarbij op fase 3. De bedrijvenvereniging TPN-West behartigt de belangen van alle ondernemers op de industrieterreinen Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk-de Sluis. Opdrachtgevers: Bedrijvenvereniging TPN-West Harrie Arends Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling Roelof Potters Projectleider: Auteurs: Peter Wolbert (Cofely en algemeen), José Varwijk (Royal HaskoningDHV) en Nico Buskens (Liandon) Opgesteld door Lars van Doremalen en Ralf Speek (beide Royal HaskoningDHV) met bijdragen van: José Varwijk, Cuno Grootscholten (allen Royal HaskoningDHV), Peter Wolbert, Sjoerd Sloterdijk (beiden Cofely), Pieter Siekman, Ivo Smits, Nico Büskens (allen Liandon) en Rob van den Broek (Hellosun). Versie: 1 Datum: 17 november 2015 Het project TPN-West is financieel mogelijk gemaakt door subsidies van: Gemeente Nijmegen Contactpersoon Fons Claessen Kenmerk ML10/ Provincie Gelderland Contactpersoon Hans Wouters en Geert Kurvers Zaaknummer Het rapport is bestemd voor het bestuur en de leden van de Bedrijvenvereniging TPN-West, voor alle andere bedrijven gevestigd op TPN-West, voor Alliander, de gemeenten Nijmegen en Beuningen en de Provincie Gelderland. De rapportage volgt een format zoals dat is voorgeschreven in de subsidiebeschikking van de gemeente Nijmegen c.q. van de Stadsregio conform het rapportagemodel voortgangsverslag van het Programma Stad en Regio (bijlage 1, subsidiebesluit gemeente Nijmegen). Alle genoemde onderdelen zijn in deze rapportage opgenomen.

4 4 Afkortingen Alliander DGO ARN BC CG13 ESCO GDF MJA MKB PV RHDHV ROC TPN-West Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling Afvalverwerking Regio Nijmegen Business case Centrale Gelderland 13, kolencentrale GDF Suez Nijmegen Energy Service Company Gaz de France Meerjarenafspraak Midden- en KleinBedrijf PhotoVoltaic Royal HaskoningDHV Regionaal opleidingscentrum Trade Port Nijmegen-West Definities Business case Project dat bijdraagt aan het energieneutraal worden van TPN-West, dat op gebiedsniveau kan worden uitgevoerd, waar meerdere bedrijven baat bij hebben en dat binnen een periode van 3 jaar tot uitvoering kan worden gebracht. Energieneutraal: Jaargemiddeld worden geen energiebronnen van fossiele oorsprong gebruikt om te voorzien in de behoefte aan energie in het gebied. In de energievraag wordt voorzien met duurzame energiebronnen waarbij de opwekking van duurzame energie in het gebied zelf, lees TPN- West, plaatsvindt. Energieneutraal heeft betrekking op het duurzaam invullen van de behoefte aan warmte, koude en elektriciteit voor gebouwen en processen. Het energiegebruik gemoeid met transport valt buiten het kader van energieneutraal. Energieneutraliteitsfactor Mate waarin energieneutraliteit bereikt is, verhouding tussen de energievraag en de duurzame energieproductie in TPN-West. Wanneer de factor 100% is dan is sprake van een energieneutraal gebied. Energy Service Company Samenwerkingsvorm t.b.v. inkoop en/of levering en/of handel en/of advisering van duurzame energie, energiebesparing of fossiele energie met hoge energie efficiëntie. Meerjarenafspraak: De meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE zijn overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven, instellingen en gemeenten. Het ministerie van Economische Zaken (EZ), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningsrijkrelaties (BZK) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) stimuleren met deze afspraken het effectiever en efficiënter inzetten van energie. RVO.nl is verantwoordelijk voor de uitvoering van de meerjarenafspraken. Netwerk: De infrastructuur waarmee energiestromen getransporteerd kunnen worden, dat zijn leidingsystemen voor het transport van gas, warmte, koude en elektriciteit, inclusief de daarbij behorende randapparatuur voor uitkoppeling van energie-aanbod bij de energie-aanbieder en levering van energie bij de afnemer. Projectgroep Projectteam (dwz de hoofduitvoerenden van Cofely, Liandon en HaskoningDHV) en opdrachtgevers: Alliander en bedrijvenvereniging TPN-West

5 5 Projectteam Samenwerkingsverband van Liandon, Cofely, Hellosun en Royal HaskoningDHV Smartgrid: Een smart grid is een lokaal distributienet voorzien van ICT-middelen en schakelmogelijkheden, die het slim combineren mogelijk maakt van opwekking, afname en opslag van elektriciteit. TPN-West Gebied gelegen in de gemeente Nijmegen en Beuningen dat de volgende bedrijventerreinen omvat: Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk - de Sluis. Alle hier gevestigde bedrijven behoren tot de doelgroep van het project, dus ook bedrijven die geen lid zijn van de bedrijvenvereniging TPN-West.

6 6 1Inleiding Op het bedrijventerrein TPN-West wordt al jarenlang door de individuele bedrijven hard gewerkt aan energiebesparing en inzet van duurzame energie. De bedrijvenvereniging TPN-West heeft de visie ontwikkeld dat een sterkere samenwerking op de thema s energie-neutraliteit en duurzaamheid zowel de individuele bedrijven op TPN-West afzonderlijk, als het bedrijventerrein als geheel nóg meer kan brengen. Op een duurzaam ontbijt van Power2Nijmegen over energietransitie is er op 13 november 2012 een idee ontstaan voor het project TPN-West energieneutraal. De bedrijvenvereniging TPN-West en Royal HaskoningDHV (RHDHV) hebben vervolgens het initiatief genomen om dit verder uit te werken. In juni 2013 is tijdens een bijeenkomst van Power2Nijmegen het idee gelanceerd om in te zetten op een energieneutraal TPN-West. Het idee werd goed ontvangen door overheid en bedrijfsleven en haalde de pers (bron: De Gelderlander). Daarop is samen met RHDHV besloten om een eerste projectplan te ontwikkelen en financiering te zoeken. Alliander, als grootaandeelhouder in Indigo (warmtenet ARN Waalsprong), had al toegezegd dit project te zullen ondersteunen door het Liandon project Warmte op TPN-West in te zetten als cofinanciering voor het project TPN-West Energieneutraal. Cofely werd in een vroeg stadium betrokken bij de projectontwikkeling als partner voor de ontwikkeling van het smartgrid, zo ook Hellosun als partner voor de ontwikkeling van grootschalige zon-pv systemen. Na de project kick-off in de zomer van 2014 is het project TPN-West Energieneutraal in oktober 2015 formeel van start gegaan met Cofely als hoofdaannemer, met RHDHV en Hellosun als onderaannemers. Het project TPN-West Energieneutraal is een initiatief van de bedrijvenvereniging en is gericht op de ontwikkeling van businesscases die bestaande bedrijventerreinen in Nijmegen op termijn energieneutraal kunnen maken. Het is voor het eerst dat er in Nederland op deze grote schaal (ter indicatie: 400 geregistreerde ondernemingen) wordt onderzocht hoe een bestaand bedrijventerrein energieneutraal kan worden gemaakt door optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die binnen het gebied worden geboden. Het beoogde resultaat van het project TPN-West Energieneutraal is om het energieverbruik van de bedrijven, gevestigd op TPN-West, zoveel mogelijk in te vullen met behulp van lokaal opgewekte energie uit hernieuwbare bronnen. Naast duurzame opwekking is het besparen van energie, door beperken van de vraag of door nuttige inzet van overtollige energie (denk aan restwarmte), van groot belang. Tenslotte wordt beoogd om maatregelen, die bijdragen aan het afstemmen van vraag en aanbod van duurzame energie, te realiseren. Bij dit laatste gaat het vooral om de ontwikkeling van een lokaal smartgrid als facilitator van slimme energiesystemen van de toekomst. Het primaire doel is de ontwikkeling van businesscases die op de korte termijn uitvoerbaar zijn en kunnen leiden tot een significante reductie van het gebruik van fossiele energie in TPN-West. Afgeleide doelen zijn (1) ervaring opdoen met de werkwijze zodat ook andere bestaande bedrijventerreinen in en buiten Gelderland met een vergelijkbare werkwijze kunnen worden aangepakt en (2) realiseren van business cases die op langere termijn rendabel zijn.

7 7 2 Inhoudelijk activiteitenverslag Hieronder volgt de algemene verslaggeving van de activiteiten in de verschillende fasen van het project tussen voorjaar 2014 en september 2015 in het kader van het TPN-West energieneutraal project (zie figuur 1). Per fase wordt uitgelegd welke activiteiten er zijn uitgevoerd om zo de lezer inzicht te geven in het verloop van het project. Fase 1 betreft de voorbereidings- en aanvangsfase, deze heeft uiteindelijk geresulteerd in het projectplan en de toepaste organisatiestructuur. Deze fase is niet beschreven in deze rapportage. Figuur Overzicht fases & activiteiten 2.1 Fase 2: Verkennen De contractonderhandelingen werden afgerond in oktober 2014 waarna er een contract ondertekend werd tussen de betrokken partijen (leden projectteam en projectgroep). In juli 2014 is reeds gestart met de kick-off van het project en startten de interviews met bedrijven over energie nu en in de toekomst. In oktober vonden de eerste workshops plaats voor het uitwerken van de businesscases en uitvoeren van de energiescans. In november vond er een versnelde ontwikkeling van de business case zon-pv plaats ten behoeve van het tijdig kunnen aanvragen van SDE+ subsidie. Het projectteam ontwikkelde in december 2014 het visiedocument TPN-West energieneutraal en daarnaast vormden interviews een doorlopende activiteit. Op 19 december is een selectie gemaakt van de business cases op basis van de bevindingen uit de interviews en zijn er projectplannen gemaakt om de businesscases verder te ontwikkelen. Het betreft de volgende businesscases: Warmtelevering aan bedrijven Vlotkampweg/Lindenhoutseweg; Warmtelevering 'overig' (bedrijven elders op TPN-West); Stoomlevering aan de papierfabriek InnovioPapers en eventueel andere; Smartgrid (in combinatie met glasvezel); Zon-PV De businesscase wind is hierbij afgevallen. Energiebesparing vormde geen businesscase, maar een zelfstandig, parallel aandachtsgebied. Op 30 januari 2015 zijn de resultaten tot dan toe vastgelegd in een tussenrapportage.

8 2.2 Fase 3: Uitwerken Businesscases Fase 3 omvat de uitwerking van de 5 gekozen business cases tot een businessplan die als leidraad voor de uitvoering kan dienen. In deze fase lag de nadruk op contact met bedrijven die betrokken waren bij de businesscases en het uitvoeren van berekeningen, haalbaarheidsanalyse en overige activiteiten, noodzakelijk om de businesscases op te stellen. 8 In januari vond er voor de businesscase Warmte Lindenhoutseweg/Vlotkampweg een technische inventarisatie plaats van de aansluitvermogens van geïnteresseerde bedrijven. In februari vonden voor de businesscase Zon-PV ook de eerste aanvragen plaats van de SDE+ subsidie, in totaal zijn er 9 aanvragen ingediend. Op 9 februari vond voor ondernemers in het knooppuntgebied Arnhem-Nijmegen in de gemeente Overbetuwe een presentatie over TPN-West Energie Neutraal plaats. Inmiddels was gebleken dat er weinig behoefte is bij de bedrijven op TPN-West aan (betaalde) energiescans. Om de waarde hiervan toch aanschouwelijk te maken is een samenwerking opgestart met het Technovium (ROC Nijmegen). Bij deze aangepaste aanpak zijn studenten van het Technovium in gesprek gegaan met MKB-bedrijven. In maart is een tiental interviews voor de businesscase Stoom uitgevoerd en in april is een inventarisatie opgestart van de bestaande netstructuur in samenwerking met Liandon. In april is tevens de businesscase warmtelevering aan bedrijven Lindenhoutseweg/Vlotkampweg afgerond. Het betreft bedrijven met samen een warmtevraag van GJ per jaar en een vermogensvraag van ca. 7MW. In het verlengde van deze clusteraanpak vindt de uitwerking van de businesscase Warmte overig voor solitaire bedrijven plaats. In mei werd gestart met de businesscase smartgrid en werd bekend dat voor alle negen aanvragen voor de businesscase Zon-PV SDE+ subsidie is toegekend. In juni is de concept businesscase warmte Lindenhoutseweg/Vlotkampweg gereed. Drie partijen (Nuon, GDF, Klimaatkeur) zijn potentiële warmteleverancier waarvan Nuon hoogstwaarschijnlijk een aanbieding doet aan bedrijven. GDF beschikt inmiddels over een vergunning voor een biomassacentrale en is ook kandidaat-warmteleverancier voor bedrijven. Besloten is om het budget van de energiescans o.a. in te zetten voor een ESCO voor warmtelevering en voor de begeleiding van het ROC. Cofely neemt deze werkzaamheden voor haar rekening. Op 1 juli vindt er een workshop plaats met de deelnemende partijen voor de businesscase Stoom om de ambitie van deze businesscase duidelijk te krijgen. Als gevolg van inzichten, mede verkregen door deze workshop, vindt er een scopewijziging van de businesscase Stoom plaats. De focus komt te liggen op energielevering in plaats van stoomlevering. Er wordt besloten om een nieuw plan uit te werken met een biomassa gestookte stoomketel op locatie bij InnovioPapers in combinatie met een stroomverbinding (het leggen van een elektriciteitskabel) van GDF-Suez naar InnovioPapers. In juli wordt overlegd met het Technovium om invulling te geven aan het project Energiescans. Doelstelling is om hier na de zomervakantie concreet mee te beginnen. Voor de businesscase Warmte overige is het klantpotentieel in beeld gebracht en is op dat moment de rapportage voor 80% gereed. Tevens worden er in juli 5 à 6 scenario s opgesteld voor een mogelijke smartgrid en is er contact met NXP voor mogelijkheden voor flexibele elektriciteitsvraag. In augustus wordt bekend dat InnovioPapers helaas failliet is gegaan. De curator wordt een bericht gestuurd om te zorgen dat bij eventuele overname of doorstart de businesscase in de overwegingen kan worden meegenomen. In september en oktober zijn de businesscases voor Stoom en Smartgrid verder uitgewerkt tot een definitieve businesscase. Door het faillissement is de businesscase Stoom vooral van toepassing bij een eventuele doorstart van de papierfabriek. 2.3 Fase 4: Rapporteren In fase 4 worden de businesscases opgeleverd en zowel de bedrijven als andere betrokken stakeholders geïnformeerd over de uitkomsten. Doelstelling is om zowel te informeren als te enthousiasmeren om tot uitvoering over te gaan. Daarnaast wordt in deze fase 4 verantwoording afgelegd over de inzet van middelen aan opdrachtgevers en subsidieverleners.

9 9 Op 1 oktober was er een afrondende bedrijvenbijeenkomst TPN-West waarin de bedrijven geïnformeerd werden over de resultaten van de businesscases en waarin het vervolgtraject op gang is gebracht richting het uitvoeren van de businesscases. Aansluitend hierop is deze eindrapportage van het onderzoek opgesteld, die daarop is besproken met de opdrachtgevers. Daarnaast wordt samen met de bedrijven gekeken naar uitvoering van de business cases en de mogelijke energiescans vanuit het Technovium Nijmegen. 2.4 Overzicht geïnvesteerde tijd Uren- en kostenbesteding TPN-West Energieneutraal (alle bedragen in euro s) na wijzigingen partij Begrote uren totaal Bestede uren t/m 31 dec 2015 (eindrapport) Begrote kosten totaal excl. BTW Bestede kosten t/m 31 dec 2015 (eindrapport) excl. BTW Opmerkingen Cofely RHDHV Hellosun Subtotaal** Liandon ARN BV * Cofely Energy en Infra Inzet tbv smart grid Subtotaal*** Totalen**/*** *vanaf dec **exclusief out-of pocket-bestedingen door Bedrijvenvereniging TPN-West ***exclusief bijdragen van bedrijven aan kosten energiescans

10 10 3 Samenvattingen Business cases 3.1 Business case Warmteleiding Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg De provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, Alliander en Nuon willen samen het gebruik van duurzame (rest)warmte in de regio Arnhem-Nijmegen stimuleren, door één geïntegreerd regionaal warmtenetwerk tot stand te brengen. De ambitie is om in 2030 ten minste woning-equivalenten (weq) te hebben aangesloten op dit regionale warmtenetwerk. Het Indigo-deel van dit warmtenetwerk is in 2014 aangelegd tussen ARN en woongebied de Waalsprong en loopt dwars over het bedrijventerrein TPN-West. Binnen het project TPN-West Energieneutraal is door Alliander, in samenwerking met de bedrijvenvereniging, globaal vastgesteld of het financieel-technisch haalbaar is om bedrijven op het bedrijventerrein TPN aan te sluiten op het warmtenetwerk Indigo. Hiertoe is een business case in detail uitgewerkt met de focus op de omgeving van Lindenhoutseweg/Vlotkampweg. De aanpak van het onderzoek is als volgt: 1. Inventariseren van de warmtebehoefte op het bedrijventerrein TPN d.m.v. een kansenkaart (groot)verbruikers ; 2. Onderzoek naar het meest logische tracé van warmteleidingen vanuit de Indigo transportleiding naar de potentiële warmtevraag; 3. Opstellen van een kostenbegroting voor de aanleg van dit tracé; 4. Bepalen van de globale haalbaarheid op basis van de potentiële opbrengsten. Voor het cluster Lindenhoutseweg/Vlotkampweg is de business case in detail uitgewerkt. Dat betekent dat in de straten Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg de warmtevragers individueel in beeld zijn gebracht, omdat deze de basis vormen voor de haalbaarheid van het lokale warmtenet. Het benodigde aansluitvermogen is per individuele warmtevrager vastgesteld middels een technische inventarisatie. Voor het cluster Lindenhoutseweg/Vlotkampweg zijn twaalf potentiele afnemers geanalyseerd. De haalbaarheid is op basis van deze afnemers aan de hand van verschillende scenario s getest. In het eerste scenario worden alle achttien panden van zowel De Vlotkampweg als de Lindenhoutseweg aangesloten op de Indigo leiding, die restwarmte van de ARN over het bedrijventerrein TPN-West richting Lent aan de Noordzijde van de Waal vervoert. In het tweede scenario worden alle twaalf grootverbruikers van fossiel gas (en daarmee de potentiële grootafnemers van warmte) aangesloten. In het laatste scenario, Cherry Picking, worden alleen de acht grootverbruikers met de laagste aansluitkosten (onder de 200,- per kwth) aangesloten op het warmtenet. Uit de haalbaarheidstoets kan geconcludeerd worden dat het geheel aansluiten van alle potentiële warmtevragers op de Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg een uitdagende business case is. In deze business case is een transparante samenwerking van producent, transporteur en leverancier absoluut noodzakelijk om te komen tot een haalbare case. Voor scenario twee geldt dat al beter Figuur Overzicht Warmtenet haalbaar is om enkel de geïnventariseerde grootafnemers aan te sluiten. Wel vraagt ook dit een transparante samenwerking om de businesscase haalbaar te maken. Het derde scenario, Cherry Picking, is het makkelijkst haalbaar. Wanneer de selectie wordt beperkt tot de meest potentiële klanten, is er sprake is van de meest haalbare case.

11 3.2 Business case Warmteleiding Overig Naast de business case voor het cluster Lindenhoutseweg/Vlotkampweg zijn er in de business case Warmte Overig drie andere potentiele gebieden (clusters) onderzocht. Bij deze clusters is geen technische inventarisatie uitgevoerd zoals bij de business case Lindenhoutseweg/Vlotkampweg wel is gebeurd. De business case is gebaseerd op basis van kengetallen en ervaringscijfers. De resultaten hiervan zijn gevalideerd met de resultaten uit de business case Lindenhoutseweg/Vlotkampweg. De drie onderzochte clusters zijn: Cluster Hogelandseweg, Cluster Scheepvaartweg en cluster Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg. 11 In het eerste cluster loopt het hoofdtracé over de Hogelandseweg en start op de kruising met de Jonkerstraat. Het tracé over de Hogelandseweg loopt over in de Lagelandseweg en eindigt in de bocht bij Lagelandseweg 56A. Het tracé van het tweede cluster start op de kruising van de Scheepvaartweg en de Nijverheidsweg. Het tracé volgt de scheepvaartweg en eindigt op de kruising met de Energieweg. Van het derde en laatste cluster start het tracé(deel) op de kruising van de Scheepvaartweg met de Energieweg waar het gekoppeld wordt aan het 2 e tracé. Het einde van het hoofdtracé ligt op de kruising van de Energieweg met de Doctor de Blécourtstraat. Op de Doctor de Blécourtstraat en de Bedrijfsweg zijn twee aftakkingen op het hoofdtracé voorzien. Figuur Overzicht Warmtegebieden en tracé's Uit deze haalbaarheidsanalyse blijkt dat in cluster A, het een uitdaging is om tot een haalbare case te komen. Om deze business case haalbaar te krijgen is een transparante samenwerking tussen producent, transporteur en leverancier noodzakelijk. Aanbeveling is om dit cluster in meer detail uit te gaan werken ten behoeve van koppeling aan het warmtenet. Uit de haalbaarheidstoets voor cluster B kan worden geconcludeerd dat warmtelevering naar de bedrijven aan en rondom de Scheepvaartweg, zeer positief is. Het verdient dan ook aanbeveling om voor dit cluster als eerste de kansen van warmtelevering vanuit ARN te verzilveren, door het warmtenet ter plaatse in meer detail uit te werken. Voor het derde cluster wordt warmtelevering niet haalbaar geacht, omdat de transportafstand te groot is en daardoor investering in het leidingnet te hoog. Zonder een aanzienlijk aantal extra warmtevragers van buiten het bedrijventerrein TPN-West zijn de opbrengsten van dit gedeelte van TPN (cluster C) worden onvoldoende hoog om deze initiële investering terug te kunnen verdienen binnen een looptijd van 15 jaar.

12 Business case Stoom Binnen het project TPN West Energieneutraal is InnovioPapers naar voren gekomen als belangrijke kans voor verduurzaming, omdat zij veruit de grootste energiegebruiker van TPN-West zijn. Er ligt een kans om duurzaam stoom te leveren en of op te wekken bij InnovioPapers. Dit kan op verschillende manieren: 1. Stoomlevering vanuit een stoomnetwerk met levering vanuit GDF-Suez en ARN 2. Directe stoomlevering vanuit BioEnergiecentrale GDF-Suez 3. Nieuwe biomassacentrale voor stoomopwekking op terrein InnovioPapers In eerste instanties is gekeken naar de mogelijkheden van een uitgebreid stoomnetwerk. Maar na interviews met potentiele afnemers viel deze optie helaas af vanwege te hoge investeringskosten, te weinig stoomvraag en een beperkte set afnemers. Door de blijvende interesse van InnovioPapers is verder gekeken naar lokale samenwerking met GDF-Suez, dus optie 2. Bovendien heeft InnovioPapers slechts beperkte investeringscapaciteit waardoor realisatie van een duurzame opwekinstallatie door een derde partij de voorkeur geniet. Nauwe samenwerking met de BioEnergiecentrale van GDF-Suez lag daardoor voor de hand. De te realiseren installatie gaat de stoom produceren die InnovioPapers nodig heeft voor haar productieproces voor het maken van papier en karton en zal 50% tot 100% van de totale energievraag dekken(?). Voor de oprichting van een bioenergiecentrale is een QuickScan naar geldende eisen ten aanzien van de beoogde locatie voor de installatie uitgevoerd. Doelstelling is om de installatie te realiseren op het terrein van InnovioPapers. Aangezien hiervoor nog ruimte is op het terrein, bespaart dit grondacquisitiekosten en is de directe link met InnovioPapers eenvoudig te realiseren. Voor deze locatie is een indicatie van de benodigde vergunningen, bestemmingsplan(aanpassingen) en MER-studies in kaart gebracht. Er zijn 2 basis cases uitgewerkt, een voor A-hout chips en een voor houtpellets. Houtpellets zijn duurder maar hebben een hogere energie-inhoud. Voor de verdere uitwerking is uitgegaan van de case met hout chips. De bio-energiecentrale heeft een vermogen van 25,4 MW, dit betekent dat bij 7800 vollasturen er per jaar MWh aan stoom wordt opgewekt. Omgerekend komt dit neer op GigaJoule per jaar, dit is vergelijkbaar met het verbruik van bijna huishoudens per jaar. De business case is positief door de jaren heen maar wel zeer gevoelig op een aantal factoren. Zo is de business case sterk afhankelijk van de biomassaprijs en de SDE+ subsidie. Bij grote wijzigingen in zowel de brandstofkosten als de inkomsten uit SDEsubsidie ontstaat er snel een risico op een ander beeld. Mochten biomassaprijzen hoger uit gaan vallen dan geschat, of gaandeweg een plotselinge stijging van de prijzen ontstaan, zal de case snel negatief worden. Hetzelfde geldt voor het scenario van het niet toegekend krijgen van SDE-subsidie. De algemene opzet van de businesscase kan worden hergebruikt in ander projecten met een grote warmte en/of stoomvraag. De biomassa-installatie biedt de mogelijkheid op Figuur Overzicht verdeling kosten/baten Stoom Businesscase duurzame wijze te voorzien in de warmteen/of stoombehoefte. De locatie specifieke afwegingen in de complete businesscase dienen wel voor de specifieke situatie te worden aangepast.

13 Business case Zon-PV In het project TPN-West Energieneutraal is zonne-energie al in een vroeg stadium naar voren gekomen als belangrijke mogelijkheid voor verduurzaming van de energievoorziening. Zon-PV installaties kunnen een grote bijdrage leveren aan een gezond en decentraal energieneutraal werkklimaat op bedrijventerrein TPN-West. In november 2014 is voor een selectie van 9 bedrijven al SDE+ subsidies aangevraagd. In deze businesscase wordt het totale rendement van deze aanvragen gepresenteerd. Een zon-pv systeem zet zonlicht om in elektriciteit welke vervolgens direct te gebruiken is of, in het geval dat er meer geproduceerd dan verbruikt wordt, terug geleverd kan worden aan het elektriciteitsnet. Het vermogen van de zonnepanelen wordt uitgedrukt in watt-piek (Wp). Dit vermogen is het piekvermogen dat in een optimale situatie, recht onder de zon op een heldere dag, bereikt kan worden. De maximale productie in Nederland wordt bereikt bij een zuidwaartse oriëntatie en als het paneel een hellingshoek heeft van ca. 35 graden. De opbrengst hangt dus af van het piekvermogen van een paneel (Wp), de stand van het paneel ten opzichte van de zon en de plek in Nederland waar het paneel wordt geïnstalleerd. De jaaropbrengst van een zonnepaneel van 250 Wp kan oplopen tot 225 kilowattuur voor een gunstige stand van het zonnepaneel op een dak en op een gunstige plek in Nederland. De belangrijkste factor voor de haalbaarheid van een business case Zon-PV is de locatie van de te plaatsten panelen. Daarnaast moeten er voldoende ruimte en dakoppervlakte beschikbaar zijn om de panelen te installeren. Om de locatie te toetsen is voor het bedrijventerrein een scan gedaan op basis van de zon atlas Gelderland. Voor de individuele plaatsingsruimte is door de bedrijven zelf voor de aanvraag een controle uitgevoerd op de plaatsingsruimte. Uit de zon atlas kaarten blijkt dat het gehele bedrijventerrein goed tot zeer goed gesitueerd is voor de plaatsing van zonnepanelen. Deze businesscase bij TPN West beschrijft het totale rendement van zonnedaken op negen bedrijven die naar aanleiding van het project TPN-West Energieneutraal een SDE-subsidie hebben toegezegd gekregen en van plan zijn om op korte termijn zonnepanelen te realiseren. Gezien de vertrouwelijkheid van gegevens worden er geen resultaten of namen van individuele bedrijven in deze businesscase vermeld. In totaal betreft deze businesscase de realisatie van 1,3 MW aan geïnstalleerd vermogen in de vorm van zonnepanelen op diverse daken. De totaal opgewekte stroom bij een totaal gerealiseerd vermogen van 1,3 MW en een productienorm van 846 kwh/kwp is kwh. De uitkomsten van de afzonderlijke business cases, en dus ook de overall business case, zijn positief. Er worden echter geen hoge rendementen gehaald. Zonnepanelen is voor een bedrijf op dit moment geen investering die veel geld oplevert. Terugverdientijden, met SDE+ subsidie, liggen daarbij rond de 15 jaar. De investeringsoverweging wordt ook veelal gedaan vanuit duurzaamheidsoverwegingen in plaats van financiële overwegingen. De verwachting is dat de negen cases hier onderzocht allemaal uitgevoerd worden gezien de positieve businesscase door subsidietoekenning. Door onderlinge samenwerking en levering aan derden zijn er in de toekomst nog wel veel kansen om het aantal zonnepanelen uit te breiden. De ligging van TPN-West is zeer goed, zelfs Figuur Overzicht kosten/baten zonnepanelen bij onvoldoende investeringscapaciteit zouden exploitanten of pandeigenaren van gunstig gelegen bedrijven zonnepanelen kunnen installeren in samenwerking met bedrijven en bewoners in de omgeving.

14 Business case Smartgrid Voor smartgrids bestaan vele definities. Wij hanteren de volgende: Een smartgrid is een lokaal distributienet voorzien van ICT-middelen en schakelmogelijkheden, die het slim combineren mogelijk maakt van opwekking, afname en opslag van elektriciteit. Gebruikers van het smartgrid worden gestimuleerd om hun elektriciteitsvraag aan te passen aan het duurzame aanbod, gebruikmakend van ICT en prijsprikkels. (In een traditioneel net wordt het aanbod altijd aangepast aan de vraag.) Omdat er vele toepassingen zijn voor een smartgrid focust de business case smartgrid voor TPN West zich op de twee volgende toepassingsmogelijkheden: 1. het vergroten van de mogelijkheden voor het inpassen van windturbines of zon-pv-installaties (inclusief de te behalen kostenvoordelen) 2. het behalen van besparingen op de energierekening van de aangesloten bedrijven. Fysiek kunnen smart grids worden voorgesteld als local loops aan de uiteinden van het elektriciteitssysteem, waarop de elektriciteitsgebruikers zijn aangesloten, maar waarop ook in toenemende mate duurzame elektriciteits-opwekkers en - opslagsystemen zullen worden aangesloten. Netinpassing van windenergie De bestaande 10 kv elektra infrastructuur bij TPN West is in deze loops aangelegd zodat elke aangeslotene vanaf twee kanten kan worden gevoed. Een van de twee onderzochte toepassingen van een smartgrid op TPN West is om te kijken of het aansluiten van windmolens op deze bestaande infrastructuur een kostenbesparing oplevert. Door huidige wet en regelgeving moeten windmolens aangesloten worden op het dichtstbijzijnde onderstation, bij TPN West liggen dergelijke onderstations bij ARN en aan de Winselingseweg. Dit resulteert vaak in de aanleg van lange kabels en is dus kostbaar. Door de windmolens aan te sluiten op de bestaande 10 kv infrastructuur (loops) wordt flink bespaard op de aanlegkosten. Voor de drie onderzochte hypothetische windmolenparken bij TPN West kan dit een kostenbesparing betekenen van tussen de ,- en ,-. Smartgrid Als de local loops binnen TPN-West worden omgebouwd naar smartgrids, kunnen ze voordelen opleveren voor de aangesloten bedrijven, voor de opwekkers en voor de netbeheerder. Door de invoeding van duurzame elektriciteit daalt de gemiddelde belasting van het elektriciteitsnet. Dit schept afhankelijk van de plaats van invoeden ruimte voor groei van het elektriciteitsgebruik van de bestaande aangeslotenen, of groei van het aantal aangeslotenen, zonder extra investeringen in het elektriciteitsnet. Daarmee worden de piekbelastingen echter niet voorkomen. Immers, de belasting van het elektriciteitsnet is maximaal als er veel afname is, Figuur Overzicht smartgrid maar geen opwek (mistig, windstil weer), of weinig afname en veel opwek (een zonnige, winderige zondag). Omdat we hier te maken hebben met weersomstandigheden en bedrijfsprocessen, wordt de gewenste afstemming tussen opwek en afname zoveel mogelijk geautomatiseerd door een local energy & grid optimizer. Deze partij optimaliseert het vraag-aanbod-patroon, zoals dat netto ontstaat op het invoedpunt van de local loop. Een local energy & grid optimizer collecteert in feite de beschikbare

15 15 vermogensflexibiliteit bij de aangesloten elektriciteitsgebruikers en biedt deze geaggregeerd aan aan de markten voor levering, transport en onbalans. Deze flexibiliteit creëert daarmee een waarde voor netbeheerders en energieleveranciers. Een smartgrid op TPN-West resulteert in een maatschappelijke business case: het maakt een duurzame energievoorziening mogelijk, die klaar is voor de integratie van duurzame opwekkers en die waarde creëert door flexibiliteit. Tevens verlaagt deze lokale ketenoptimalisatie de kosten voor de stakeholders en bedrijven op TPN West. De mogelijke kostenbesparingen zijn in de ordegrootte van tonnen euro s, zowel éénmalig (bijvoorbeeld door lagere aansluitkosten) als jaarlijks voor het TPN-gebied (bijvoorbeeld door lagere transportkosten van elektriciteit). Het is daarom belangrijk om deze besparingen ook daadwerkelijk te realiseren. Het belangrijkste obstakel daarbij is de institutionele inrichting van de elektriciteitsvoorziening, waarbinnen vooral Liander in staat gesteld en gemotiveerd moet worden om mee te werken aan de verdere uitwerking. 3.6 Energiescans ROC Volgens de Trias Energetica zijn er in verduurzaming 3 stappen. Stap 1 daarin is energie besparen, want dat wat je niet verbruikt hoef je ook niet duurzaam op te wekken. Om aan deze eerste stap te voldoen was het binnen TPN West Energieneutraal mogelijk om gesubsidieerd, met een gereduceerde bijdrage van het bedrijf, energiescans uit te voeren. Toch bleek hiervoor bij de ondernemers minder interesse dan verwacht. Omdat lang niet alle ondernemers persoonlijk gesproken konden worden, is er gezocht naar een oplossing om het aantal aan te spreken ondernemers te verhogen en ook bij hen interesse te wekken voor het project en het energievraagstuk. Met behulp van ROC studenten hebben we dit probleem aangepakt. Voor het project interessant, omdat zo meer bedrijven betrokken konden raken bij het project, en voor studenten leerzaam omdat ze meer inzicht krijgen in de werkzaamheden van bedrijven en hoe zij omgaan met energievraagstukken. Samen met de studenten is er een vragenlijst opgesteld geënt op het inventariseren van de behoeften van bedrijven op het gebied van energiemaatregelen en verduurzaming. Met deze vragenlijst zijn de ROC studenten naar de bedrijven gegaan. De respons van de bedrijven was echter ook op deze benadering lager dan verwacht. Vaak hadden de ondernemers geen tijd omdat ze druk waren met andere werkzaamheden of hadden ze momenteel geen interesse. Uiteindelijk hebben de studenten 5 bedrijven geïnterviewd; (1) Van Hout tot Z, (2) Nacco Materials Handling, (3) Technisch Groothandel Peter Blom, (4) De markies/hoofdgebruiker Vasimgebouw Nijmegen en (5) Motorcycle Support Nijmegen. De geïnterviewde bedrijven bleken vooral geïnteresseerd in zonnepalen en led verlichting. Ook zagen ze mogelijkheden om hierin eventueel gezamenlijk te investeren. De grootste barrière voor het implementeren van duurzame maatregelen was de terugverdientijd. De meeste bedrijven kijken maximaal 4 á 5 jaar vooruit in de tijd. Sommige bedrijven willen over een paar jaar mee gaan met de zogenaamde mainstream. Zij verwachten dan dat meerdere bedrijven deze energieneutrale maatregelen zullen nemen. Waardoor de procedures, aansluitingen en producten goedkoper worden. Als laatste heeft vanuit dit initiatief een aantal bedrijven aangegeven geïnteresseerd te zijn in een energiescan op basis van no cure, no pay. Deze aanpak loopt door in 2016 en valt daarmee buiten de scope van het in dit rapport beschreven project. Voor de uitvoering wordt samengewerkt met gespecialiseerde partners.

16 4 Resultaten 4.1 Resultaten verkenningsfase Er is een gebiedsverkenning gemaakt waarin het huidige energieverbruik in kaart is gebracht. Het fossiele energiegebruik in TPN-West, exclusief de kolencentrale van GDF SUEZ (CG13), bedraagt circa 3,1 PJ. In onderstaande grafiek is duidelijk het aandeel van InnovioPapers terug te zien. InnovioPapers is verantwoordelijke voor 44% procent van het totaal verbruik. Ook de rol van ARN en de RWZI is niet gering met respectievelijk 13% en 1% van het totaal energieverbruik. Voornamelijk bedrijven die gegevens hebben gepubliceerd of overlegd komen sterk naar voren, dit kan betekenen dat de grootverbruikers actiever bezig zijn met hun positie inzake energieverbruik of dat gegevens van minder actieve deelnemers mist in de overzichten Figuur Verdeling energieverbruik TPN-West ARN is een belangrijke energieproducent die al 1550 TJ duurzaam extern levert en GDF-Suez is actief bezig met verduurzaming door de installatie van een zonnepark en de voorbereidingen voor een biomassacentrale, waarvoor reeds een vergunning is verkregen. In de verkenningsfase zijn de mogelijkheden voor energiebesparing verkend en vertaald in een verwachte daling van de energievraag. Op basis van het huidige verbruik kan op basis van de MJA afspraken een inschatting worden gemaakt voor de ontwikkelingen van het energieverbruik op TPN-West gedurende de aankomende 10 jaar. Door het grote aandeel van de papierfabriek InnovioPapers in het totale verbruik speelt deze een belangrijke rol. Gezamenlijk verbruiken de MJA-bedrijven (zie tussenrapportage TPN-West Energieneutraal, inclusief de papiercentrale) 85% van het totale verbruik van 3341 TJ 2. Hierdoor bieden de MJA afspraken een goede basis om de daling in het verbruik voor de aankomende jaren in te schatten uitgaande van ongewijzigde productieniveaus. In onderstaande grafiek wordt de beoogde toekomstige ontwikkeling van het verbruik weergegeven: 1 Delen van netbeheerder rapportage worden bij kleine hoeveelheden aansluitingen in een straat geheimgehouden, hierdoor is het mogelijk dat individuele grootverbruikers niet opgemerkt worden. Gezien de kennis van het gebied verwachten de kans dat dit ook daadwerkelijk het geval is zeer klein. 2 Zie tussenrapportage TPN-West Energie Neutraal voor verantwoording

17 17 Figuur Verwacht Energieverbruik TPN-West aankomende 10 jaar In de grafiek is een jaarlijkse reductie van 2% per jaar te zien 3, dit is in overeenstemming met de MJA-afspraken en het behaalde gemiddelde van afgelopen jaar van 2,2%. Een grote reductie bij de papierfabriek of een van de andere MJAbedrijven kan leiden tot een trendbreuk die door de algemene aanname thans niet zichtbaar is in de grafiek. Vestiging van nieuwe bedrijven, verandering van bedrijfsactiviteiten en het sluiten van bedrijven zullen een grote invloed hebben op het energieverbruik en kunnen alsdan leiden tot plotselinge veranderingen. Binnen deze daling passen de binnen dit project uitgevoerde energiescans terwijl de andere businesscases een verder verduurzaming van de energieopwekking nastreven. In de verkenningsfase is bepaald wat de aard en de omvang kunnen zijn van duurzame energieproductie binnen TPN-West 4. Dit is weergegeven in onderstaande tabel: Optie Besparing fossiel (TJ) CO2 besparing (kton) Opwekking Elektriciteit (GWh) Status CG13 100% biomassa Niet meer van toepassing CG13 30% meestook Niet meer van toepassing ARN AVI all in (E + W) Langere termijn Windpark 16 MWe Langere termijn RWZI all-in 65 4,5 7 Realisatie Zon-PV GDF Suez 1 9 0,6 1 Realisatie MWe Zon-PV 2013 TPN West 0,5 0,036 0,059 Realisatie Tabel 4-1 Mogelijke duurzame energieproductie TPN-West Door de resultaten van de gebiedsverkenning te combineren met de resultaten van afgenomen interviews bij bedrijven op het bedrijventerrein, ontstond een gedegen beeld van passende businesscases in TPN-West. Hiermee werd voor de stakeholders duidelijk wat de opgave energieneutraliteit inhoud. De resultaten van deze activiteiten zijn in het visiedocument gepresenteerd. Belangrijke conclusie van dit rapport is dat door een combinatie van energiebesparende maatregelen en het uitvoeren van alle duurzame energie opties die technisch haalbaar en inpasbaar zijn, een energieneutraal TPN West mogelijk is in de periode Lineaire Extrapolatie van het gemiddelde van MEE en MJA3 besparingen voor Zie voor meer informatie TPN-West Energie Neutraal tussenrapportage

18 18 Bij de uitvoering van fase twee zijn in totaal 43 bedrijven betrokken die gevestigd zijn in TPN-West. Dit is ruim 10% van het totaalaantal bedrijven in TPN-West. De betrokkenheid is gestimuleerd door de bedrijvenvereniging TPN-West. Deze vereniging verzorgde de externe communicatie door middel van nieuwsbrieven en via de website van Bedrijvenvereniging TPN-West, evenals het behandelen als agendapunt tijdens bijeenkomsten van de vereniging. De contactmomenten met de bedrijven in deze fase bestonden uit interviews en een viertal workshops in oktober en november In deze workshops hebben de bedrijven een actieve bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen van de businesscases. Na de workshops is er op basis van de bevindingen uit de interviews en de workshops een keuze gemaakt voor het ontwikkelen van 5 business cases. Omdat er een deadline was voor het indienen van de SDE+ subsidie is de business case zonpv versneld uitgevoerd. 4.2 Resultaten Businesscases 5 Onderstaand worden de resultaten gegeven van de 5 business cases. De opgewekte stroom en warmte wordt omgerekend naar bespaarde c.q. duurzaam opgewekte GJ zodat de resultaten met elkaar kunnen worden vergeleken. Ter indicatie is ook de hoeveelheid huishoudens die hiermee voorzien zou kunnen worden inzichtelijk gemaakt. Business case Warmteleiding Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg De optie waarin enkel de meest potentiële klanten worden aangesloten, is de meest kansrijke optie van deze businesscase. Het maximaal beschikbaar vermogen van de bedrijven is in deze optie 4,9 MWth. 480 Huishoudens Hiermee wordt GJ aan energie bespaard wat neerkomt op 0,9% van het totale verbruik van TPN- West. Het lage totaalaandeel is een gevolg van het feit dat het weliswaar grotere procesindustrie technische en/of logistieke bedrijven betreft, maar de warmte aldaar enkel kan worden ingezet voor ruimteverwarming. Nuon Heat doet momenteel aanbiedingen aan potentiële klanten, gelegen aan de Lindenhoutseweg en de Vlotkampweg, voor aansluiting op de transportleiding van Indigo en levering van restwarmte van ARN. Business case Warmteleiding Overig De optie voor cluster B, Scheepvaartweg, is de meest kansrijke optie in deze businesscase. Ook het 500 Huishoudens scenario met een warmteleiding naar het cluster Hogelandseweg is mogelijk dus deze is in de berekening meegenomen. Het maximaal beschikbare vermogen in deze optie is 2,6 MWth voor cluster A en 2,2 MWth voor cluster B. Er wordt in totaal GJ aan energie bespaard. Dit komt overeen met 1% van het totale verbruik van TPN-West. In cluster B, Scheepvaartsweg is het aan de bedrijven zelf om zich te organiseren in bv. een ESCO (Energy Service Company) en gemeenschappelijke uitvragen te doen voor restwarmte bij een warmteleverancier en/of voor de aanleg van een restwarmte-distributienetwerk. Momenteel is alleen Nuon Heat in staat om restwarmte te leveren. Koppeling van het distributienetwerk aan de Indigo-transportleiding maakt restwarmtelevering vanuit ARN naar deze klanten mogelijk. Business case Stoom De bio-energiecentrale heeft een vermogen van 25.4 MW en draait vollasturen. Dit geeft een jaarlijkse opwekking van MWh. Dit komt neer op een besparing van GJ. Dit is in Huishoudens ruim 23% van het totale verbruik van TPN-West. Indien er geen doorstart van de papierfabriek plaats zal vinden dan komt zowel de stoomvraag als de elektriciteitsvraag te vervallen. Dit zal resulteren in een totale afname van 44% van het totale primaire energiegebruik van TPN-West. Door het faillissement van InnovioPapers ligt verdere uitvoering van deze businesscase momenteel stil. Gezien de grotendeel generieke opzet kunnen andere bedrijven met grote warmte en/of stoom vraag deze case binnen het huidige subsidieregime wel hergebruiken. 5 De hoeveelheid opgewekte energie is omgerekend naar het energieverbruik van een huishouden, hierbij is altijd van desbetreffende hoeveelheid uitgegaan (aardgas of elektriciteit, verbruik huishoudens op basis van cijfers Milieu Centraal)

19 19 Business case Zon-PV Voor de 9 bedrijven die een SDE+ subsidie hebben toegezegd gekregen, is er een business case 800 Huishoudens doorgerekend. Er worden in totaal zonnepanelen geïnstalleerd op de 9 daken met een totaal vermogen van 1,3 MWp. De totaal opgewekte stroom bij een totaal gerealiseerd vermogen van 1,3 MWp en een productienorm van 846 kwh/kwp is kwh. Het opgewekte vermogen zal door de degradatie van zonnepanelen circa 0,7% per jaar afnemen. Over de SDE-subsidie periode van 15 jaar is er in totaal MWh opgewekt (57 TJe besparing 133 TJ primair) en over de gehele levensperiode van de panelen (25 jaar) is er in totaal MWh opgewekt (91 TJe besparing van 214 TJ primair). Dit betekent een jaarlijkse energiebesparing van 133/15 = 8.87 TJ = GJ. Dit is een besparing van 0,3% op het totale verbruik van TPN-West. Op basis van de financiële haalbaarheidsstudie kan gesteld worden dat er met een terugverdientijd van 15 jaar een haalbare maar uitdagende business case ligt. De bedrijven die de subsidie hebben aangevraagd zijn dan nu ook zelf aan zet om de zonnepanelen te realiseren. Business case Smartgrid Door het toepassen van Smartgrid principes bij het aansluiten van nieuwe opwekkers zoals windturbines, kan fors bespaard worden op de kosten van aansluiting op het bestaande elektriciteitsnet. Afhankelijk van de locatie gaat dat om een eenmalig bedrag dat ligt in de ordegrootte van enkele tienduizenden tot honderdduizend euro per windturbine (indicatie). Verder blijkt dat door een goede balans tussen opwekking en verbruik van energie op gebiedsniveau voordeel behaald kan worden door het beperken van transport- en leveringskosten. Dat kan een kostenreductie opleveren van 4 tot 10 procent op de elektriciteitsrekening. Om deze besparingen te bereiken is samenwerking nodig tussen 1) de netbeheerder, 2) de bedrijven in het gebied (energieopwekkers en gebruikers) en 3) de Local Energy & Grid Optimizer, een nieuwe entiteit die zich richt op de totstandbrenging van deze samenwerking. Als voorbeeld gaat deze business case uit van een het aansluiten van 23 MW-vermogen aan windenergie. Uitgaande van vollasturen per jaar komt dit uit op zo n MWh per jaar. Dit komt overeen met een besparing van GJ; een verduurzaming van ongeveer 6% van het totale verbruik van TPN-West Huishoudens

20 20 Figuur 4.3 Gedeelte duurzame en fossiele energie TPN-West 4.3 Fase 4 Verslaglegging Op 1 oktober 2015 zijn de resultaten van de business case tijdens de afsluitende TPN-West energieneutraal bijeenkomst gepresenteerd. De onderstaande figuur presenteert een samenvatting van de projectresultaten in één grafiek. De geprojecteerde opbrengsten van de 5 business cases zijn weergegeven evenals de verwachte groei van de opbrengsten van de business cases. De verwachting is dat de activiteiten gaan toenemen op de lange termijn waardoor er meer energie opgewekt zal worden. De projectie van de daling van het energieverbruik is gebaseerd op de gemiddelde MEE en MJA-doelstelling van 2% energiebesparing per jaar. Deze doelstelling is ondersteund vanuit het project door middel van bedrijfsbezoeken door ROCstudenten. De verwachting is dat er mede door dit project in de toekomst uitbreiding of nieuwe plannen zullen ontstaan die ook bijdragen aan een verder verduurzaming van TPN-West. Om dit in beeld te brengen is een Basis+ Scenario opgenomen in onderstaande grafiek waar na enkele jaren de domino-effecten zichtbaar worden. Voor de volledigheid is zowel een scenario met als een scenario zonder InnovioPapers opgenomen (de laatste ook zonder de businesscase Stoom). Figuur Verloop energieopwekking en verbruik TPN-West (met InnovioPapers) Bij de het scenario met InnovioPapers is TPN-West na 10 jaar 46% energieneutraal. 46% Energieneutraal

21 21 Figuur Verloop energieopwekking en verbruik TPN-West (zonder InnovioPapers en zonder stoom Businesscase) Door de relatief grote impact van de stoom businesscase zien we bij het niet meenemen van InnovioPaper en de stoom businesscase een daling in energieneutraliteit. Ondanks dat de energieneutraliteit daalt naar 34% is het verbruik in absolute zin ook bijna 50% minder dan het scenario met InnovioPapers. 34% Energieneutraal

22 22 5 Doelstelling & verklaring afwijkende resultaten Om het projectdoel te bereiken zijn er 4 projectfases geïdentificeerd met ieder hun eigen doelstelling. Hieronder is kort per fase aangegeven of de doelstelling is behaald. Fase 1 was de voorbereidende fase waarin ideevorming, consortiumvorming & financiering belangrijke onderdelen waren. Deze fase is niet meegenomen in dit hoofdstuk. Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar het projectplan en de onderlinge contracten. Fase 2 - Verkenning Het doel om de mogelijkheden te verkennen en om het potentieel in kaart te brengen is gehaald. De resultaten van deze verkenning zijn opgenomen in het visiedocument TPN-West Energieneutraal (tussenrapportage). Daarnaast is er bij de uitvoering van deze fase ruim 10% van het totaal aantal bedrijven in TPN-West betrokken door onder andere het houden van interviews met deze bedrijven en het organiseren van workshops waar deze bedrijven inspraak kregen in de ontwikkeling van de business cases. Het doel om draagvlak te creëren voor het verduurzamen van bedrijventerrein TPN- West is met deze betrokkenheid gerealiseerd. Fase 3 Uitwerking business cases Deze fase heeft tot doel het uitwerken van veelbelovende kansen tot business cases. Op het einde van fase 2 is er een vijftal business cases geïdentificeerd die in fase 3 uitgewerkt zijn. De business cases zijn naar tevredenheid uitgevoerd en kunnen allen op relatief korte termijn uitgevoerd worden. Door economisch omstandigheden verschilt de uitvoeringsbereidheid van bedrijf tot bedrijf. Met name InnovioPapers verkeerde tijdens deze fase in een moeilijke periode door het destijds aangevraagde faillissement. Bij een eventuele doorstart kan de businesscase alsnog uitgevoerd worden. Fase 4 - Verslaglegging De resultaten van de business cases zijn in dit rapport gepresenteerd, evenals op de afsluitende bijeenkomst op 1 oktober Kwantitatieve doelstelling Naast de kwalitatieve doelstellingen is aan fase 2 een kwantitatieve doelstelling gekoppeld (geformuleerd in het tussenrapport). In de periode 2015 tot 2020 moet door energiebesparing en duurzame energie in TPN-West de inzet van 1 PJ per jaar (1.000 TJ) aan fossiele brandstoffen worden vermeden. De businesscases zullen moeten leiden tot een toename van de energieneutraliteit met 1 PJ/jaar. In 5 jaar moet er dus 5 PJ bespaard en opgewekt worden. De besparing komt tussen 2015 en 2020 uit op 0,24 PJ. Tevens wordt er in 4.98 PJ opgewekt. Het vermeden fossiele brandstofgebruik is daarmee in totaal 5,2 PJ, waarmee de doelstelling van 5 PJ dus wordt behaald. Conclusie Het primaire doel van het project was: De ontwikkeling van business cases die op de korte termijn uitvoerbaar zijn en leiden tot een significante reductie van het gebruik van fossiele energie in TPN-West. Dit doel is gehaald. Er liggen nu 5 business cases die op korte termijn uitgevoerd kunnen worden waarmee een reductie van 1 PJ/jaar van het gebruik van fossiele energie behaald kan worden. Dit betekent dat TPN-West binnen 10 jaar voor 50% energieneutraal kan zijn en dat het bedrijventerrein bij een voortzetting van de verwachte trends in de periode energieneutraliteit zal bereiken.

23 23 Aanbevelingen - algemeen De bal ligt nu bij de bedrijven op TPN-West. Het advies is om bedrijven te stimuleren om verder te gaan met de business cases. Om dit proces te borgen kan een medewerker aangesteld worden, hetzij door de provincie en/of gemeente om bedrijven te stimuleren dit op te pakken. Aanbevelingen Lindenhoutseweg & De Vlotkampweg: Blijf met alle betrokken stakeholders samenwerken om te komen tot realisatie, vraagbundeling leidt tot resultaten; Stimuleer de leverancier(s) concrete offertes op te stellen voor een zo groot mogelijk aantal potentiële klanten; Evalueer over een half jaar de samenwerking m.b.t. dit project met de betreffende bedrijven, de bedrijvenvereniging TPN-West, de producent, leverancier en warmtetransporteur; Aanbevelingen Warmte overig: Stimuleer het komen tot een gezamenlijke uitvraag voor restwarmte vanuit de clusters A en B; Realiseer daarvoor, met gebruik making van de evaluatie van Lindenhoutseweg/Vlotkampweg, een passende organisatievorm op (vb ESCO), die ook de (overige) behoeften van de potentiële warmteklanten maximaal dekt; Zorg bij de opzet van de ESCO dat hierbij maximaal en transparant wordt samengewerkt tussen producent, leverancier, distributeur en warmtetransporteur; Zoek naar verdere ontwikkelmogelijkheden om ook het minder rendabele cluster C, maar ook de nog te ontwikkelen clusters op TPN-West aan te sluiten op restwarmte. Aanbevelingen Zon Promoot aanleg Zon-Pv op zowel individueel als gezamenlijk niveau, dit kan worden opgepakt door lokale een leverancier zoals HelloSun Zon thermische panelen bieden een mogelijkheid voor gebieden waar het warmtenet geen optie is Blijf als bedrijvenvereniging bedrijven informeren over tools als de ZonneAtlas & SDE+ subsidie termijnen Aanbevelingen Stoom Verken alternatieve afnemers Breng businesscase onder de aandacht bij nieuwe industrie of bij een doorstart op dezelfde locatie Stimuleer vanuit overheidsorganisaties de verduurzaming van utilities in de industrie. Hier is nog veel winst te behalen en komt buiten de MJA-afspraken beperkt aan het licht Aanbevelingen Smartgrid Door samen te werken kunnen bijvoorbeeld Alliander, gemeente Nijmegen, Cofely en de bedrijvenvereniging concreet invulling geven aan het ontwerp en de implementatie van een smartgrid op TPN-West. Smartgrid biedt zowel bedrijven als de netbeheerder kostenbesparingen bij de aanleg van duurzame energie. Hiermee is het niet alleen een oplossing maar vooral een aanjager van duurzame energie-opwekinitiatieven. Aanbevelingen Energiebesparing Bedrijven willen ondanks de subsidiebijdrage niet graag betalen voor een energiescan of vaak hebben ze dit al gedaan. Andere modellen zoals no cure no pay bieden misschien nog mogelijkheden om hier toch stappen in te maken. Het is belangrijk om bedrijven te kunnen begeleiden of ontzorgen tijdens een energiebesparingsproces. Vaak zie je namelijk dat ondanks de energiescan en de mogelijke maatregelen dat er nog vaak geen actie ondernomen wordt. Begeleidingen en ontzorging kan bijvoorbeeld in de vorm van een ESCO. Daarbij is een bepaald volume wel wenselijk. Binnen TPN West kunnen meerdere bedrijven binnen één ESCO samenwerken om zo een hoger volume te bereiken. Bedrijven worden graag concreet. Hier moet bij toekomstige projecten bijvoorbeeld vanuit het ROC aandacht voor zijn. Wanneer in een startgesprek besparingsmaatregelen aan bod komen is er meer enthousiasme.

24 Invloed faillissement InnovioPapers Helaas is ten tijde van het uitvoeren van dit project een van de meewerkende bedrijven Failliet gegaan. InnovioPapers heeft begin Augustus 2015 faillissement aangevraagd en er is op dit moment nog niets bekend over een eventuele doorstart. Door het grote energieverbruik van InnovioPapers heeft dit een aanzienlijk invloed op zowel het verbruik van TPN-West als op de businesscases. De businesscase stoom heeft de hoogste (energetische) opbrengsten maar is volledig afhankelijk van InnovioPapers De impact van de businesscase worden relatief minder groot bij het wegvallen van de stoomcase. Aangezien deze businesscase zowel de vorm van papierproductie als in de vorm van andere industrie met een hoge stoomvraag nog wel kansen biedt, is de verwachting dat de opgezette businesscase op termijn ook in een andere vorm gerealiseerd kan worden bij een ander bedrijf of andere industrie. 24

25 Bijlage 1 Uitwerking business cases Bijlage Zon-PV 1) Inleiding In het project TPN-West Energieneutraal is zonne-energie al in een vroeg stadium naar voren gekomen als belangrijke mogelijkheid voor verduurzaming van de energievoorziening. Zon-PV installaties kunnen een grote bijdrage leveren aan een gezond en decentraal energieneutraal werkklimaat op bedrijventerrein TPN-West. In November 2015 zijn voor een selectie bedrijven al SDE+ subsidies aangevraagd. In deze businesscase wordt het totale rendement van deze aanvragen gepresenteerd. In de volgende sectie volgt eerste een beschrijving van de business case waarna we nader ingaan op de achtergrond waaruit deze businesscase ontstaan is. Vervolgens gaan we nader in op de techniek voor zonne-energie (sectie 4), en haalbaarheid hiervan op de geselecteerde locaties (sectie 5), en de verwachte energieopbrengsten (sectie 6). In sectie 7 wordt nader ingegaan op de financiële onderdelen waarin de basis voor berekeningen wordt gepresenteerd en wordt ingegaan op de verwachte resultaten (financiële haalbaarheidsanalyse). In sectie 8 wordt kort ingegaan op de risico s van de business case en de mitigerende maatregelen die hier tegen te treffen zijn. De huidige aanvragen zijn op basis van individuele aanleg en exploitatie, in sectie 7 van deze businesscase zijn en de mogelijkheden voor opschaling en samenwerking met omliggende partijen geïnventariseerd. Dit dient als onderlegger voor toekomstige opschaling en uitbreiding van het gerealiseerde effect. 2) Beschrijving businesscase Deze businesscase beschrijft het totale rendement van zonne-daken op 9 bedrijven die naar aanleiding van het project TPN-West Energieneutraal een SDE-subsidie 6 hebben aangevraagd en van plan zijn om op korte termijn zonnepanelen te realiseren. Gezien de vertrouwelijkheid van gegevens worden er geen resultaten of namen van individuele bedrijven in deze businesscase vermeld. In totaal betreft deze businesscase de realisatie van 1,3 MW aan geïnstalleerd vermogen in de vorm van zonnepanelen op diverse daken. Juridische en bestuurlijke structuur Alle bedrijven realiseren de zonnepanelen zelf door inkoop bij installatiebedrijven. Financiering wordt vanuit de normale bedrijfsvoering vorm gegeven en zal meestal een combinatie van eigen vermogen en bankleningen zijn. Enige bijzonder factor is de SDE subsidie die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt uitgekeerd om verschillen in marktprijzen en minimale rendementsinkomsten te compenseren. Deze structuur is in onderstaand figuur samengevat: 6 Stimulering Duurzame Energie Subsidie, zie voor meer informatie RVO 28 september 2015 P&SN001D01 25/78

26 Bedrijf 1-9 Losstaande B.V. en/of NV Leverancier / installateur Individuele contracten RVO Subsidieverlener Subsidieovereenkomst en Bank / financiers Individuele contracten Figuur 1 - Juridische en bestuurlijke structuur Opgave van Partners Er zijn geen bijzonder partnerovereenkomsten bekend, het betreft bij deze businesscase dus 9 individuele bedrijven die gebruik maken van verschillende onderaannemers. Hierin zijn in ieder geval de volgende rollen te onderkennen: - Bedrijf 1 9: De bedrijven die van plan zijn de zonnepanelen te laten installeren (namen bedrijven hier wel vermelden, i.v.m. vertrouwelijkheid rest van rapportage anoniem en geaggregeerd) Het Bedrijfsbureau B.V. (Cuppens + Zn.) HSF Logistics Nijmegen B.V. Aannemersbedrijf Van Schaik B.V. DAR N.V. Lemmen Weurt taalconstructies B.V. Stichting Cultuurspinnerij De Vasim Goorsenberg Groep B.V. PB Vastgoed B.V. (KNNS Business Solutions B.V.) Lau van Haren Coldstores BV Tabel 1 Negen bedrijven uit de business case - Leverancier: Leverancier en installateur van de zonnepanelen - RVO: Subsidieverstrekker van SDE subsidie - Financiers: Banken die eventueel noodzakelijke leningen verstrekken De zonnepanelen zijn voornamelijk voor eigen gebruik bedoeld en zullen beperkt terugleveren aan het net bij onvoldoende interne vraag. Teruglevering geschiedt in afspraak met de energieleverancier die als beperkte afnemer van de overschotten gezien kan worden. Betrokken patenten Er zijn/worden geen nieuwe patenten aangevraagd binnen deze businesscase. Noodzakelijke patenten bij fabrikanten en leveranciers om te kunnen leveren zijn buiten beschouwing gelaten. 28 september 2015 P&SN001D01 26/78

27 4) Techniek Een zon-pv systeem zet zonlicht om in elektriciteit welke vervolgens direct te gebruiken is of, in het geval dat er meer geproduceerd dan verbruikt wordt, terug geleverd kan worden aan het elektriciteitsnet. De meest gebruikte zonnepanelen bestaan uit cellen waarin siliciumplaten licht omzetten in elektrische stroom. Een zonnepaneel bestaat uit een groot aantal van zulke fotovoltaïsche cellen die verbonden zijn met elkaar zodat er een gelijkspanning ontstaat van zo'n 24 volt. Een omvormer zet vervolgens deze gelijkstroom om in een wisselstroom van 230 volt. Het vermogen van de zonnepanelen wordt uitgedrukt in watt-piek (Wp). Dit vermogen is het piekvermogen dat in een optimale situatie, recht onder de zon op een heldere dag, bereikt kan worden. Afgelopen maart is in samenwerking met marktpartijen door de Universiteit van Utrecht voor de Nederlandse praktijk een gemiddelde jaaropbrengst per m2 vastgesteld van 875 kwh (Zie Opbrengst van zonnestroomsystemen in Nederland W. van Sark (2014)). Dit kengetal wordt nu ook gebruikt door de Nederlandse overheid. De meest populaire zonnepanelen van dit moment hebben een piekvermogen van zo'n 250 Wp wat gemiddeld in Nederland jaarlijks dus zo'n 220 kwh aan elektriciteit oplevert. De maximale productie in Nederland wordt bereikt bij een Zuidwaartse oriëntatie en als het paneel een hellingshoek heeft van zo'n 35 graden. Als panelen volledig oostwaarts of westwaarts georiënteerd zijn dan neemt de productie af met zo n 15 %. Bij een volledig Zuidwaarts gericht paneel zal het productievermogen boven de 95% liggen als deze een hellingshoek heeft tussen de 15 en 60 graden. De opbrengst hangt dus af van het piekvermogen van een paneel (Wp), de stand van het paneel ten opzichte van de zon en de plek in Nederland waar het paneel wordt geïnstalleerd. De jaaropbrengst van een zonnepaneel van 250 Wp varieert zo van 180 kilowattuur (kwh) voor een ongunstige stand t.o.v. de zon en een ongunstiger plek in Nederland tot wel 225 kilowattuur voor een gunstige stand van het zonnepaneel op je dak en op een gunstige plek in Nederland. Op het bedrijventerrein TPN-West zijn veel bedrijven op het noordoosten / zuidwesten gericht. Op platte daken zal dat een productie opleveren van 846 kwh per kwp. Een systeem van 10 Kilowatt Piek zal volgens die norm dus kwh per jaar produceren. Op platte daken is het mogelijk om de zonnepanelen volledig op het zuiden te richten maar de dakruimte zal dan niet optimaal benut worden doordat er ruimteverlies ontstaat. 5) Technische haalbaarheidsanalyse De belangrijkste factor voor de haalbaarheid van zonnepanelen zit in de locatie van de te plaatsten panelen. Daarnaast moeten er voldoende ruimte en dakoppervlakte beschikbaar zijn om de panelen te installeren. Om de locatie te toetsen is voor het bedrijventerrein een scan gedaan op basis van de zonatlas Gelderland. Voor de individuele plaatsingsruimte is door de bedrijven zelf voor de aanvraag een controle uitgevoerd op de plaatsingsruimte. Uit de zonatlas kaarten (zie figuur 2) blijkt dat het gehele bedrijventerrein goed tot zeer goed gesitueerd is voor de plaatsing van zonnepanelen. Voor alle bedrijven die een aanvraag hebben ingediend geldt zelfde de classificatie zeer geschikt. Uit de eigen controles is door alle aanvragers gebleken dat er voldoende plaatsingsruimte is. 28 september 2015 P&SN001D01 27/78

28 Figuur 2 Zonkaart TPN-West Vergunningen Wanneer aan onderstaande eisen wordt voldaan kan bijna altijd zonder vergunning gebouwd worden: 1. De zonnecollector of het zonnepaneel wordt op een dak geplaatst. 2. De collector of het paneel vormt een geheel met de installatie voor het opslaan van het water respectievelijk het opwekken van elektriciteit. Plaatsing binnen het gebouw is ook mogelijk. 3. Komt de zonnecollector of het zonnepaneel op een schuin dak, dan geldt dat: de collector of het paneel niet mag uitsteken en dus aan alle kanten binnen het vlak van het dak moet blijven; de collector of het paneel in of direct op het dakvlak moet worden geplaatst; de hellingshoek van de collector of het paneel hetzelfde moet zijn als die van het dakvlak waarop het staat. 4. Komt de zonnecollector of het zonnepaneel op een plat dak, dan geldt dat de collector of het paneel ten minste net zo ver verwijderd moet blijven van de dakrand als de collector of het paneel hoog is. Is het hoogste punt van de collector bijvoorbeeld 50 centimeter, dan moet de afstand tot de dakrand(en) ook minimaal 50 centimeter zijn. Er dient nog wel rekening te worden gehouden met bouwtechnische eisen zodat installatie veilig kan gebeuren en draaglasten binnen de eisen blijven. Mocht er niet aan bovenstaande eisen voldaan kunnen worden 6) Energetische opbrengsten De totaal opgewekte stroom bij een totaal gerealiseerd vermogen van 1,3 MW en een productienorm van 846 kwh/kwp is kwh. Het opgewekte vermogen zal door de degradatie van zonnepanelen circa 0,7% per jaar afnemen. In onderstaande grafiek is de geaccumuleerde totale besparing per jaar weer gegeven. 28 september 2015 P&SN001D01 28/78

29 Besparing GWh 30 Geaccumuleerde totale besparing Figuur 3 Geaccumuleerde totale besparing Over de subsidie periode van 15 jaar is er in totaal kwh opgewekt en over de gehele levensperiode van de panelen (25 jaar) is er in totaal kwh opgewekt. Dit is een besparing van 0,4% op het totale verbruik van TPN-West. 7) Financiële haalbaarheidsanalyse Onderstaand is er voor deze business case de winst- en verliesrekening en balans voor een periode van 5 jaar uitgewerkt. Tevens is er een liquiditeitsprognose per maand over een periode van 2 jaar gemaakt waarvan het eerste kwartaal hieronder is weergegeven en een complete weergave terug te vinden is in bijlage ) De winst- en verliesrekening Onderstaand is een prognose weergegeven van de winst- en verliesrekening voor de aankomende vijf jaar. De rekening is als volgt opgebouwd: Vermeden kosten doordeweeks Voor deze business case is de aanname gemaakt dat de stroom die doordeweeks wordt opgewekt, volledig kan worden gebruikt om de huidige stroomafname te verminderen. Er hoeft dus simpelweg minder stroom (inclusief belasting, opslag duurzame energie en transportkosten) ingekocht te worden. De totale stroombesparing bedraagt kwh. Doordeweeks komt dit neer op 5/7 x = kwh. Vermenigvuldigen we dit met de gemiddelde doordeweekse prijs/kwh (0,1076) van de 9 bedrijven dan komen we tot een besparing Door de degradatie van de zonnepanelen verminderen de jaarlijkse opbrengsten. Opbrengsten in weekend De stroom die in het weekend wordt opgewekt zal volledig worden terug geleverd aan het net tegen het kale daltarief. Dit komt voor het eerste jaar neer op 2/7 x x 0,0487 = Zoals gezegd wordt de opbrengst ieder jaar minder door de degradatie van de panelen. SDE+ 28 september 2015 P&SN001D01 29/78

30 Alle bedrijven hebben de subsidie in fase 6 toegewezen gekregen. Dit komt voor het eerste jaar neer op (0,147-0,044) x = Door de jaarlijkse degradatie vermindert de opbrengst en dus ook de subsidie. Verzekeringskosten Men kan zich verzekeren tegen verloren productie als gevolg van bijvoorbeeld defecte omvormers. Ook zal de opstalverzekering verhoogd kunnen worden. Geschatte kosten per jaar zijn 0,2 ct/wp. Dit komt voor 2016 neer op Onderhoudskosten Zonnepanelen zijn in principe onderhoudsvrij maar om het rendement zo hoog mogelijk te laten blijven zullen de panelen 1 maal per jaar gereinigd moeten worden. Inclusief de beheer en monitoringskosten wordt hiervoor wordt jaarlijks 1,6 ct per Wp gereserveerd. Dit komt neer op Uitgave omvormers De omvormer zal na 15 jaar vervangen moeten worden. Hiervoor wordt per jaar 1,2 ct/wp uitgegeven. Totale kosten voor Rentekosten Er wordt een lening afgesloten van met 5% rente en een looptijd van 15 jaar. De rente voor 2016 bedraagt Afschrijvingskosten De totale investering bedraagt Dit bedrag wordt over een bedrag van 15 jaar afgeschreven waardoor de jaarlijkse afschrijvingskosten bedragen. Nettowinst Met een vennootschapsbelasting percentage van 20% komt de nettowinst van 2016 uit op Winst & verliesrekening Opbrengsten Vermeden kosten doordeweeks Opbrengsten in weekend SDE Kosten Verzekering Onderhoud Uitgave omvormers Rentekosten Afschrijvingskosten Winst voor belasting Nettowinst (20% vpb) Tabel 1 - Winst & verliesrekening 28 september 2015 P&SN001D01 30/78

31 7.2) Project balans Activa Met de investering in de zonnepanelen is een investering gemoeid van , deze zal als vaste activa op de balans verschijnen. De investering wordt over 15 jaar afgeschreven en zal dus ieder jaar met verminderen in waarde. Passiva Er wordt een 5% annuïteitenlening afgesloten van met een looptijd van 15 jaar. De annuïteit is dan Het aflossingsdeel, dat bij een annuïteitenlening ieder jaar toeneemt, is in het eerste jaar en met dit bedrag zal het Vreemd Vermogen afnemen. Het Eigen Vermogen wordt verminderd met het: Afschrijvingsdeel - Aflossingsdeel = = Geprojecteerde Balans Activa Vaste activa Investering zonnepanelen Passiva Aandeelhouder Eigen vermogen X Vreemd vermogen Lening Y Tabel 2 - Geprojecteerde Balans ) Liquiditeitsprognose per maand Om de liquiditeitsprognose per maand te kunnen maken moet de zonopbrengst per maand bekend zijn, dit is namelijk de belangrijkste variabele met betrekking tot de liquiditeitsbepaling. Een schatting van de zonopbrengst is hieronder gegeven: Zonopbrengst per maand Jan. Feb. Maa. Apr. Mei Jun. Jul. Aug. Sep. Okt. Nov. Dec. 3% 4% 9% 13% 14% 13% 13% 11% 9% 6% 3% 2% Tabel 3 - Zonopbrengst per maand De volgende ontvangsten en uitgaven kunnen worden geïdentificeerd: Opbrengsten in het weekend Het deel van de jaarlijkse opbrengsten in het weekend. Aangezien in januari 3% van de totale zonopbrengst gegenereerd wordt, zal er in deze maand 3% x = 459 worden verdiend. SDE+ Het deel van de jaarlijkse SDE+. Aangezien in januari 3% van de totale zonopbrengst gegenereerd wordt, zal er in deze maand 3% x = aan subsidie worden ontvangen. 28 september 2015 P&SN001D01 31/78

32 Vermeden kosten doordeweeks De uitgavenpost vermeden kosten doordeweeks is eigenlijk een inkomstenpost omdat er kosten vermeden worden. De liquiditeitspositie wordt dus verbeterd. Aangezien in januari 3% van de totale zonopbrengst gegenereerd wordt, zal er in deze maand 3% x = bespaard worden. Verzekering De verzekering wordt jaarlijks vooruit betaald en is in Onderhoud De kosten van het onderhoudt zijn in iedere maand van het jaar gelijk en zijn /12 = Uitgave omvormers Maandelijks wordt er /12 = uitgegeven om nieuwe omvormers te kopen. Rente en aflossingskosten De annuïteit van de lening is Per 3 maanden moet een kwart van dit bedrag overgemaakt worden en dit komt neer op /4 = Onderstaand de liquiditeitsprognose van het eerste kwartaal. De complete liquiditeitsbegroting per maand wordt weergegeven in Bijlage 1. Liquiditeitsprognose eerste kwartaal 2016 jan-16 feb-16 mrt-16 Ontvangsten Opbrengsten in weekend SDE Uitgaven Vermeden kosten per jaar door de week Verzekering Onderhoud Voorziening omvormers Rente en aflossingskosten Totaal Begin Eind Tabel 4 Liquiditeitsprognose 1ste kwartaal ) Risico s en mitigatie In deze sectie zal er een overzicht gegeven worden van de risico s van dit project. Deze kunnen worden gesplitst in economische risico s en technische risico s. Economische risico s De SDE+ subsidie heeft een looptijd van 15 jaar. Het risico bestaat dat deze subsidieregeling na deze 15 jaar ophoudt te bestaan. Mitigatie: De panelen kunnen na 15 jaar afgeschreven worden in plaats van over 25 jaar. De energieprijs kan dalen. Dit heeft een tweeledig effect. De SDE+ subsidie is aan een maximum verbonden, als deze bereikt is dan stijgt de subsidie niet meer mee met de verlaging van de energieprijs wat een negatief effect heeft op de business case. Ten tweede zal een daling van de 28 september 2015 P&SN001D01 32/78

33 energieprijs negatieve invloed hebben op de waarde van doordeweekse besparing en de opbrengst van de in het weekend opgewekte stroom. Ook dit heeft een negatief effect op de business case. Mitigatie: Er kan geen invloed uitgeoefend worden op de algemene energieprijs. Wel kan er in de business case rekening gehouden met meerdere scenario s zodat dit risico duidelijk in beeld is bij de investeerders Technische risico s De zonnedaken geven minder opbrengst dan voorspeld. Dit kan voorkomen als de zon minder schijnt dan verwacht, dit ligt buiten de macht van de gebruiker. Het kan ook voorkomen dat de panelen beschadigd worden door slijtage of slechte montage, etc. Mitigatie: Er kan een prestatiecontract afgesloten worden met de leverancier. Overige risico s Zonnepanelen (en omvormers) zijn door inbrekers gemakkelijk te demonteren zonder inbraakschade achter te laten. Mitigatie: Er kan gekozen worden om een verzekering af te sluiten tegen diefstal. 28 september 2015 P&SN001D01 33/78

34 Bijlage Warmte Lindehoutseweg/Vlotkampweg 1 Projectbeschrijving 5.1 Context De provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, Alliander en Nuon willen samen het gebruik van duurzame restwarmte in de Kernregio Arnhem-Nijmegen (KAN), stimuleren, door de bestaande stedelijke warmtenetwerken samen te voegen tot één geïntegreerd regionaal warmtenetwerk. Dit streven is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die de vijf partijen op 10 oktober 2014 hebben ondertekend. In deze samenwerkingsovereenkomst is de gemeenschappelijke ambitie vertaald in het concrete doel om in 2030 ten minste woning-equivalenten (weq) te hebben aangesloten op dit regionale warmtenetwerk. Het betreft het aansluiten van (bestaande) woningen, bedrijfsgebouwen, instellingen en/of ander vastgoed. Dit komt overeen met een groei van gemiddeld ca weq/jaar. De vijf partijen gaan intensief samenwerken om de kansen van restwarmte in beeld te brengen en oplossingen te zoeken voor de mogelijke financiële, technische en juridische belemmeringen. Denk daarbij aan het creëren van draagvlak bij de potentiële klanten of aan het vollooprisico, waarbij het langer dan gepland kan duren voordat een voorinvestering is terugverdiend. Het regionale warmtenet vormt een onderdeel van de Routekaart De Groene Kracht in de KAN. Deze Routekaart beschrijft de mogelijkheden in de KAN voor energiebesparing en duurzame opwekking. De KAN is een sterk verstedelijkt gebied waarin zowel een groot aanbod aan restwarmte, als een grote vraag naar warmte bestaat. Deze combinatie zorgt voor unieke kansen. TPN-West werkt samen met Alliander aan het thema TPN-WEST Energieneutraal. De doelstelling van dit project om het bedrijventerrein te verduurzamen. Het energiethema warmte is door Liandon in opdracht van Alliander/TPN-West uitgewerkt door de warmtelevering van duurzame warmte vanuit de ARN middels een warmtenet. Bedrijventerrein TPN ligt in het westelijk deel van Nijmegen. TPN-WEST behartigt als bedrijvenvereniging de belangen van aangesloten ondernemers op de industrieterreinen Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk-de Sluis. 5.2 Doel Doel van dit onderzoek is om globaal vast te stellen of het financieel-technisch haalbaar is om een warmteleiding op de Lindehoutseweg en de Vlotkampweg (onderdeel van TPN-West) te realiseren en te exploiteren. Deze warmte zal worden geleverd door een ( nader te bepalen) producent, waarbij transport plaatsvindt via de Indigo leiding. 5.3 Aanpak De aanpak van het onderzoek is: 28 september 2015 P&SN001D01 34/78

35 1. Inventariseren van de warmtebehoefte op de Lindehoutseweg en de Vlotkampweg d.m.v. een kansenkaart (groot)verbruikers ; 2. Onderzoek naar het meest logische tracé van warmteleidingen vanuit de Indigo transportleiding naar de potentiële warmtevraag; 3. Opstellen van een kostenbegroting voor de aanleg van dit tracé; 4. Bepalen van de globale haalbaarheid op basis van de potentiële opbrengsten; In de straten Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg zijn de warmtevragers individueel in beeld gebracht, omdat deze de basis vormen voor de haalbaarheid van het lokale warmtenet. Het benodigde aansluitvermogen is per individuele warmtevrager vastgesteld middels een technische inventarisatie. 5.4 Gebied en scope Afgebakend gebied Figuur 0.1: Overzicht van het te onderzoeken gebied binnen TPN-West In Figuur 0.1 is het onderzoeksgebied groen aangegeven. De al bestaande Indigo transportleiding van Alliander is hier aangegeven met een donkerblauwe lijn. Op de Vlotkampweg is een enkel aansluitpunt op deze bestaande transportleiding weergegeven voor de uitbreiding naar de Lindenhoutseweg en De 28 september 2015 P&SN001D01 35/78

36 Vlotkampweg. De warmte in dit warmtenetwerk wordt geproduceerd door een nader te bepalen producent en geleverd dooreen te nader te kiezen leverancier. Binnen scope: Alleen de panden binnen het gearceerde onderzoeksgebied van Figuur 0.1 zijn geïnventariseerd. De kostenraming van de warmteleiding is gemaakt op basis van een meterprijs per diameter pijp. Elke adres + postcode combinatie wordt beschouwd als één object ook al bestaat het pand uit meerdere objecten. Technische inventarisaties potentiële warmtevragers. Overige investeringen aan de binnen-installaties om deze geschikt te maken voor warmtelevering zijn grof geschat, op basis van de technische inventarisatie. Voor het uitgewerkte tracé is voor twaalf panden het aansluitvermogen bepaald. De warmtebehoefte per potentiële warmteafnemer is gebaseerd op een technische inventarisatie. De ontwerptemperaturen van de verwarmingsinstallaties zijn gebaseerd op aangenomen waarden. Buiten scope: De panden die minder dan één woning equivalent aan warmte verbruiken zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Meting van het warmteverbruik. Meting van de temperatuur van het CV water naar de gebruikers en terug. Fysieke schouwing van het leidingtracé in combinatie met Klic meldingen. 6 TPN-West, Lindenhoutseweg en Vlotkampweg: huidige situatie In de huidige situatie is TPN West voor warmte aangesloten op de gasinfrastructuur van Liander. Ter hoogte van de Vlotkampweg is echter in 2010 de Indigo transportleiding gerealiseerd. Deze transporteert warmte vanuit ARN, Weurt richting Lent aan de overkant van de Waal. In Figuur 0.1 is de bestaande warmtetransportleiding aangegeven met een donkerblauwe lijn. Het warmtenet in dit project wordt gevoed met warmte vanuit ARN, Weurt. Bij een grote piekvraag wordt de leiding gevoed door bijstook met gasgestookte piekketels. In de straten Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg is de warmtevraag relatief hoog voor het beperkte oppervlak. De benodigde hoeveelheid piekvermogen is in bijlage 2 aangegeven. 28 september 2015 P&SN001D01 36/78

37 7 Potentiële warmteafname en afnemers Voor het groene gebied is de benodigde aansluitcapaciteit van alle gebouwen bepaald op basis van technische inventarisatie. In Tabel 0-1 zijn de gebouwen weergegeven in het gebied gesitueerd zijn. Een uitgebreide lijst van de potentiële warmteafnemers staat in bijlage 1. Tabel 0-1 Overzicht potentiële warmtevragers incl. aansluitvermogen Bedrijfsnaam Adres Aansluitvermogen [kwth] Afnemer 1 Westkanaaldijk 380 Afnemer 2 Lindenhoutseweg 280 Afnemer 3 Binderskampweg 90 Afnemer 4 De Vlotkampweg Afnemer 5 De Vlotkampweg 28 Afnemer 6 De Vlotkampweg 235 Afnemer 7 Hogelandseweg 195 Afnemer 8 Lindenhoutseweg 110 Afnemer 9 Lindenhoutseweg Afnemer 10 Lindenhoutseweg 345 Afnemer 11 Lindenhoutseweg 127 Afnemer 12 Middenkampweg 4000* * Het aansluitvermogen wordt op 4000kWth geschat op basis van de verwachte nieuwbouw 28 september 2015 P&SN001D01 37/78

38 8 Tracé warmtelevering Op basis van de potentiele wamtevragers uit Tabel 0-1 is het tracé geschetst welke vervolgens in verder detail is uitgewerkt, zie Figuur 0.2. Hierbij is in de deskstudie rekening gehouden met de ondergrond om zo te bepalen of er voldoende ruimte is voor een warmtetracé. Beschrijving van het tracé Op de Vlotkampweg zijn een viertal HAP s voorzien. Het tracé start ter hoogte van De Vlotkampweg nummer 10, loopt tot de Lindenhoutseweg over particulier terrein en eindigt ter hoogte van Lindenhoutseweg 51. De dimensionering en begroting van het tracé staat in bijlage 4. Figuur 0.2: Potentiële warmtevragers inclusief tracé 28 september 2015 P&SN001D01 38/78

39 9 Financiële haalbaarheid In dit hoofdstuk wordt globaal de haalbaarheid van warmtelevering aan de Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg getoetst. Voor deze business case zijn drie scenario s uitgewerkt. De uitgangspunten voor de financiële analyse staan in bijlage 5. Bijzondere aannames in de haalbaarheidstoets zijn: 5 procent korting op het vastrecht bepaald middels het NMDA-principe; 50% korting op de reguliere basis aansluit kosten. Scenario 1: Volledig aansluiten Zowel De Vlotkampweg als de Lindenhoutseweg worden volledig aangesloten. Alle panden worden voorzien van aansluitleidingen en waar klanten overstappen wordt ook een set geplaatst. Dit betekent concreet dat naast de potentiële warmtevragers uit Tabel 0-1 er een zestal extra kleine aansluitingen van 50 kw th aansluitvermogen per stuk zijn voorzien, waarvan de helft direct warmte zal afnemen. Scenario 2: Gedeeltelijk aansluiten Enkel de grootverbruikers uit de technische inventarisatie worden aangesloten. Waar mogelijk worden klanten die willen overstappen aangesloten indien deze zich binnen bereik van het aangelegde tracé bevinden. Scenario 3: Cherry Picking Enkel verbruikers met aansluitkosten onder de 200,- per kwth worden aangesloten op het warmtenet. In Tabel 0-2 zijn de resultaten van deze globale haalbaarheidstoets weergegeven. Hieruit blijkt alle scenario s net haalbaar zijn binnen de gehanteerde uitgangspunten (zie bijlage 5). Om het project binnen deze scenario s haalbaar te houden is het noodzakelijk dat de betrokken partijen samen op zoek gaan naar de mogelijkheden om kosten verder te verlagen of meer klanten te ontsluiten. Tabel 0-2 Resultaten financiële haalbaarheidstoets Scenario Investering distributienet en afleversets Rendement (IRR NOPLAT/ IRR EBIT) Aantal voorziene klanten NCW na 15 jaar 1 k 1.300,- 9%/14% 15 k 45,- 2 k 1.250,- 9%/14% 12 k 50,- 3 k 1.125,- 10%/15% 8 k 105,- * Inclusief stelposten t.b.v. het aansluitend leidingwerk en de muurdoorvoer 28 september 2015 P&SN001D01 39/78

40 10 Conclusies en aanbevelingen Conclusies: Scenario 1: Volledig aansluiten Uit deze haalbaarheidstoets kan geconcludeerd worden dat het geheel aansluiten van alle potentiële warmtevragers op de Lindehoutseweg en De Vlotkampweg een uitdagende business case is. In deze business case is een transparante samenwerking van producent, transporteur en leverancier noodzakelijk om te komen tot een haalbare case. Scenario 2: Gedeeltelijk aansluiten Voor het gedeeltelijk aansluiten van de geïnventariseerde warmtevragers geldt dat deze case net haalbaar is. Wel is ook hier het een uitdaging om een haalbare case te handhaven. Scenario 3: Cherry Picking Wanneer overgegaan wordt tot een selectie van meest potentiële klanten blijkt er sprake te zijn van de meest haalbare case.. Aanbevelingen: Het verdient aanbeveling om met de betrokken stakeholders intensief te gaan samenwerken om te komen tot een haalbare case. 28 september 2015 P&SN001D01 40/78

41 Bijlage Warmte overig 1 Projectbeschrijving 1.1 Context De provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, Alliander en Nuon willen samen het gebruik van duurzame restwarmte in de regio Arnhem-Nijmegen stimuleren, door één geïntegreerd regionaal warmtenetwerk tot stand te brengen. Dit streven is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die de vijf partijen op 10 oktober 2014 hebben ondertekend. In deze samenwerkingsovereenkomst is de gemeenschappelijke ambitie vertaald in het concrete doel om in 2030 ten minste woning-equivalenten (weq) te hebben aangesloten op dit regionale warmtenetwerk. Het betreft het aansluiten van (bestaande) woningen, bedrijfsgebouwen, instellingen en/of ander vastgoed. Dit komt overeen met een groei van gemiddeld ca weq/jaar. De vijf partijen gaan intensief samenwerken om de kansen van restwarmte in beeld te brengen en oplossingen te zoeken voor de mogelijke financiële, technische en juridische belemmeringen. Denk daarbij aan het creëren van draagvlak bij de potentiële klanten of het vollooprisico, waarbij het langer dan gepland kan duren voordat een voorinvestering is terugverdiend. Het regionale warmtenet vormt een onderdeel van de Routekaart De Groene Kracht in de regio Arnhem Nijmegen. Deze Routekaart beschrijft de mogelijkheden in de regio voor energiebesparing en duurzame opwekking. De regio Arnhem-Nijmegen is een sterk verstedelijkt gebied dat zowel een groot aanbod van restwarmte, als een grote vraag naar warmte heeft. Deze combinatie zorgt voor unieke kansen. In het westelijk deel van Nijmegen is het bedrijventerrein TPN gevestigd. Binnen dit bedrijventerrein is TPN- WEST de bedrijvenvereniging die de belangen behartigt van aangesloten ondernemers op de industrieterreinen Noord- en Oostkanaalhavens en Westkanaaldijk-de Sluis. TPN-West werkt samen met Alliander aan het thema TPN-WEST Energieneutraal. De doelstelling van dit project om het bedrijventerrein te verduurzamen. Het energiethema warmte is door Liandon in opdracht van Alliander/TPN-West uitgewerkt door de warmtelevering van duurzame warmte vanuit de ARN middels een warmtenet. 1.2 Het Doel Doel van dit onderzoek is om globaal vast te stellen of het financieel-technisch haalbaar is om warmteleidingen op het bedrijventerrein TPN te realiseren en te exploiteren. Deze warmte zal worden geleverd door een ( nader te bepalen) producent, waarbij transport plaatsvindt via de Indigo leiding. 1.3 Aanpak De aanpak van het onderzoek is: 28 september 2015 P&SN001D01 41/78

42 1. Inventariseren van de warmtebehoefte op het bedrijventerrein TPN d.m.v. een kansenkaart (groot)verbruikers ; 2. Onderzoek naar het meest logische tracé van warmteleidingen vanuit de Indigo transportleiding naar de potentiële warmtevraag; 3. Opstellen van een kostenbegroting voor de aanleg van dit tracé; 4. Bepalen van de globale haalbaarheid op basis van de potentiële opbrengsten. In de straten Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg zijn de warmtevragers individueel in beeld gebracht, omdat deze de basis vormen voor de haalbaarheid van het lokale warmtenet. Het benodigde aansluitvermogen is voor deze straten per individuele warmtevrager vastgesteld middels een technische inventarisatie. Voor het overige deel van TPN worden de hierbij verkregen aansluitwaarden en kosten gehanteerd als uitgangspunt. 1.4 Gebied en scope Afgebakend gebied TPN -West Geïnventariseerd onderzoeksgebied Figuur 0-1: overzicht van het te onderzoeken gebied. In Figuur 0.1 is het onderzoeksgebied aangegeven, met daarin de al bestaande Indigo transportleiding van Alliander (hier aangegeven met een donkerblauwe lijn). Op de Industrieweg, De Vlotkampweg en de 28 september 2015 P&SN001D01 42/78

43 Hogelandseweg zijn aansluitpunten op deze bestaande transportleiding weergegeven voor de uitbreiding naar de Lindenhoutseweg en De Vlotkampweg. De warmte in dit warmtenetwerk wordt geproduceerd door een nader te bepalen producent en geleverd dooreen te nader te kiezen leverancier. Binnen scope: Alleen de panden binnen het (oranje) gearceerde onderzoeksgebied (zie Figuur 0.1) zijn geïnventariseerd. De kostenraming van de warmteleiding is gemaakt op basis van een meterprijs per diameter pijp. Elke adres+postcode combinatie wordt beschouwd als één object ook al bestaat het adres uit meerdere objecten. Technische inventarisaties potentiële warmtevragers, Alleen op De Vlotkampweg en Lindenhoutseweg. Warmtebehoefte van elke potentiële afnemer geschat op basis van technische inventarisatie. Maximaal toelaatbare temperatuur per verbruiker geschat op basis van ervaringsgetallen. Schatting van de warmtebehoefte per potentiële warmteafnemer. Overige investeringen aan de binnen-installaties om deze geschikt te maken voor warmtelevering zijn grof geschat op basis van de technische inventarisatie. Buiten scope: Voor het uitgewerkte tracé is voor twaalf panden het aansluitvermogen bepaald. De panden die minder dan één woning equivalent aan warmte verbruiken zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Onderzoek naar de ontwerptemperaturen van de verwarmingsinstallaties. Fysieke schouwing leidingtracé in combinatie met Klic meldingen. 2 TPN: huidige situatie De huidige situatie in TPN op het gebied van warmte is dat het gehele gebied is aangesloten op de gasinfrastructuur van Liander. Ter hoogte van de Industrieweg, De Vlotkampweg en de Hogelandseweg is echter in de Indigo transportleiding gerealiseerd welke de warmte vanuit de ARN te Weurt richting Lent transporteert. In Figuur 0.1 is de bestaande warmtetransportleiding aangegeven met een donkerblauwe lijn. Het warmtenet in dit project wordt nu hoofdzakelijk gevoed met warmte vanuit de ARN te Weurt Als ARN onvoldoende of geen warmte kan produceren, worden gasgestookte piekketels ingeschakeld voor extra warmteproductie. In de toekomst zal ook duurzame warmte bij andere aangesloten bedrijven geproduceerd kunnen worden. Op het bedrijventerrein zijn een viertal gebieden onderkend waar zich een concentratie aan warmtevraag bevindt. Voor de bepaling van de benodigde hoeveelheid piekvermogen zie bijlage september 2015 P&SN001D01 43/78

44 3 Potentiële warmteafname en afnemers Voor het gearceerde gebied is de benodigde aansluitcapaciteit van alle gebouwen bepaald op basis van technische inventarisaties. In Figuur 0-2 zijn de gebouwen weergegeven die in het gebied vallen. De grootte van de stip geeft de warmte potentie aan. In Figuur 0-2 zijn naast het cluster Lindenhoutseweg & De Vlotkampweg drie clusters met een groot potentieel voor warmtelevering zichtbaar: Figuur 0-2 Inventarisatie warmtepotentieel warmte overig Cluster A: Hogelandseweg Dit cluster is ten Zuidwesten van het cluster Lindenhoutseweg & De Vlotkampweg gelegen en heeft een vergelijkbare dichtheid en type aansluitingen. De verwachting is dat rondom de Hogelandsewegcirca 4 MW th aangesloten kan worden met een warmtebehoefte van ruim GJ per jaar. Cluster B: Scheepvaartweg Op het noordoostelijk deel van het TPN terrein bevindt zich de kruising van de Nijverheidsweg met de Scheepvaartweg. Nabij deze kruising is de verwachting dat maximaal 3,5 MW th aangesloten kan worden met een verwachte warmtelevering van ruim GJ per jaar. Een bijkomend voordeel is dat hier de Indigo transportleiding loopt en er nagenoeg geen distributienet benodigd is. 28 september 2015 P&SN001D01 44/78

45 Cluster C: Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg Op het zuidelijk deel van het TPN terrein bevinden zich de Doctor de Blécourtstraat en Bedrijfsweg. Langs deze straten is de verwachting dat maximaal negen panden aangesloten kan worden. Het nadeel van dit cluster is dat het relatief ver van de Indigo transportleiding ligt en er een relatief lang distributienet benodigd is. Cluster Lindenhoutseweg & De Vlotkampweg Het cluster Lindenhoutseweg & De Vlotkampweg is al beschreven in een separatie haalbaarheidsstudie en wordt verder niet behandeld in deze rapportage. Wel wordt informatief het te realiseren warmtenet beschouwd. 4 Tracé warmtelevering Op basis van de potentiele clusters uit Figuur 0-2 is het tracé geschetst welke vervolgens in verder detail is uitgewerkt, zie Figuur 0.2. Hierbij is in de deskstudie rekening gehouden met de ondergrond om zo te bepalen of er voldoende ruimte is voor een warmtetracé. Beschrijving van het tracé Voor de ontsluiting van warmte binnen het afgebakende gebied zijn een drietal tracés voorzien. De dimensionering en begroting van de tracés zijn opgenomen in bijlage 4. Tracé A: Hogelandseweg Het hoofdtracé loopt over de Hogelandseweg en start op de kruising met de Jonkerstraat. Nabij deze kruising is de HAP op de Indigotransportleiding voorzien. Het tracé over de Hogelandseweg loopt over in de Lagelandseweg en eindigt in de bocht bij Lagelandseweg 56A. Tracé B: Scheepvaartweg Het tweede tracé start op de kruising van de Scheepvaartweg en de Nijverheidsweg met de HAP op Indigo transportleiding. Het tracé volgt de scheepvaartweg en eindigt op de kruising met de Energieweg. Tracé C: Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg Het derde en laatste tracé(deel) start op de kruising van de Scheepvaartwerg met de Energieweg waar het gekoppeld wordt aan tracé B. Het einde van het hoofdtracé ligt op de kruising van de Energieweg met de Doctor de Blécourtsstraat. Op de Doctor de Blécourtstraat en de Bedrijfsweg zijn twee aftakkingen op het hoofdtracé voorzien. 28 september 2015 P&SN001D01 45/78

46 Figuur 0-3: Potentiële warmtevragers inclusief tracé De tracés, zoals getoond in Figuur 0.2, betreffen de hoofdtracés voor ontsluiting van warmte in TPN. De aansluitingen naar panden zijn niet in opgenomen in dit figuur. Daarnaast valt op dat er geen tracé is opgenomen op het beging van de Nijverheidslaan, terwijl in Figuur 0-2 op deze locatie wel een grote warmtevrager opgenomen is. De oorzaak hiervan is dat de warmtevraag op deze locatie een stoomvraag betreft, welke niet middels een warmtenet geleverd kan worden. 28 september 2015 P&SN001D01 46/78

47 5 Financiële haalbaarheid In dit hoofdstuk wordt globaal de haalbaarheid van warmtelevering aan de drie clusters getoetst. Voor deze business case zijn dan ook drie scenario s uitgewerkt. De uitgangspunten voor de financiële analyse staan in bijlage 5. De resultaten van de haalbaarheidstoets zijn weergegeven in Tabel 0-2. Bijzondere aannames in de haalbaarheidstoets zijn: 5 procent korting op het vastrecht bepaald middels het NMDA-principe; 50% korting op de reguliere basis aansluit kosten. Cluster A: Hogelandseweg Warmtelevering in cluster A is haalbaar wanneer 7 klanten aangesloten worden met circa 4 MWth aansluitvermogen. Over een looptijd van 15 jaar is deze case haalbaar, waarmee deze vergelijkbaar is met het Noord-Westelijk deel van TPN, waarvoor al eerder een haalbaarheidsstudie is uitgevoerd (Smits, 2015). Hierbij dient wel vermeld te worden dat het warmtenet in 30 jaar afgeschreven wordt, wat betekent dat er na de looptijd van deze case meeropbrengsten mogelijk zijn. Deze komen de haalbaarheid van het cluster ten goede. Cluster B: Scheepvaartweg In cluster B is warmtelevering al haalbaar wanneer 6 klanten aangesloten worden met ruim 3 MWth aansluitvermogen. Dit cluster wordt dan ook gemarkeerd als high potential. Ook hierbij dient vermeld te worden dat het warmtenet in 30 jaar afgeschreven wordt, wat betekent dat er na de looptijd van deze case meeropbrengsten mogelijk zijn. Cluster C: Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg Warmtelevering in het laatste cluster is onder huidige omstandigheden financieel niet haalbaar. Zelfs bij een zeer positieve schatting van het aantal aan te sluiten klanten (9 stuks) is de case verre van haalbaar. De oorzaak hiervan ligt in de lengte van het benodigd hoofdtracé naar deze cluster. Een alternatief voor dit tracé middels een koppeling onder het Maas-Waalkanaal wordt echter vele malen duurder geschat, door toepassing van lange en prijzige boringen. Tabel 0-1 Resultaten financiële haalbaarheidstoets Cluster Investering distributienet en afleversets Lengte tracé Rendement (IRR NOPLAT/ IRR EBIT) Aantal voorziene klanten (circa) NCW na 15 jaar A k 950, m 8,6%/12% 9 k 240,- B k 500,- 487 m 19%/27% 6 k 310,- C k 1.600, m 4%/7% 9 -k 380,- * Inclusief stelposten t.b.v. het aansluitend leidingwerk en de muurdoorvoer 28 september 2015 P&SN001D01 47/78

48 6 Conclusies en aanbevelingen Conclusies en aanbeveling Uit deze haalbaarheidsanalyse blijkt dat warmtelevering aan het Cluster B Scheepsvaartsweg het meeste potentieel. Warmtelevering aan zowel het Cluster A Hogelandseweg als het cluster C Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg wordt onder gegeven omstandigheden niet haalbaar geacht. Cluster B: Scheepvaartsweg: Uit deze haalbaarheidstoets kan geconcludeerd worden dat warmtelevering in Cluster B zeer positief is. De aanbeveling geldt dan ook dat dit Cluster als eerst opgepakt dient te worden om de warmtelevering vanuit de ARN op TPN uit te breiden. Als eerste vervolgstap wordt aangeraden om het warmtenet in meer detail uit te werken. Cluster A: Hogelandseweg Voor warmtelevering aan Cluster A geldt dat het een uitdaging om tot een haalbare case te komen. In deze business case is een transparante samenwerking van producent, transporteur en leverancier noodzakelijk. Aanbeveling is om ook dit cluster op te pakken en over te gaan tot een detail-uitwerking van het warmtenet. Cluster C: Doctor de Blécourtstraat & Bedrijfsweg Het laatste en meest afgelegen cluster is niet haalbaar, wanneer het gaat om warmtelevering vanuit de ARN. De transportafstand naar dit cluster is vrij groot, wat resulteert in een relatief hoge investering in het leidingnet. De opbrengsten worden in dit gedeelte van TPN onvoldoende hoog geacht om deze initiële investering terug te verdienen in een looptijd van 15 jaar. 28 september 2015 P&SN001D01 48/78

49 Bijlage Duurzame Stoomlevering: IP-BIOE Kort na het opstellen van deze businesscase is InnovioPapers failliet verklaard. De inhoud van dit stuk is hierop niet aangepast en dient als inspiratie voor toekomstige kopers. Toetsing van berekeningen en aannames zal nodig zijn voor de nieuwe situatie. 1. Businesscase Duurzame Stoomlevering: IP-BIOE Binnen het project TPN West Energieneutraal is InnovioPapers naar voren gekomen als belangrijke kans voor verduurzaming. Er ligt een kans om duurzaam stoom te leveren en of op te wekken bij Innoviopapers. Dit kan op verschillende manieren: 4. Stoomlevering vanuit een stoomnetwerk met levering vanuit GDF-Suez en ARN 5. Directe stoomlevering vanuit BioEnergiecentrale GDF-Suez 6. Nieuwe biomassa centrale voor stoomopwekking op terrein InnovioPapers In eerste instanties is gekeken naar de mogelijkheden van een uitgebreid stoomnetwerk. Hiervoor zijn de onder andere volgende bedrijven geïnterviewd: - MEAD Johnson - Asfaltcentrale APN - GDF-Suez - Innovio-Papers - ARN - Wasserij Bodemeijer - Medimmune Pharma Doelstelling was om vanuit deze interviews een solide basis te vinden die op termijn uitbreidingsmogelijkheden zou hebben. Na de interviews viel optie 1 helaas al snel af vanwege te hoge investeringskosten, te weinig stoomvraag (of gebruik van warmtenet als alternatief goed mogelijk) en een beperkte set afnemers. Door de blijvende interesse van InnovioPapers is verder gekeken naar lokale samenwerking met GDF-Suez. In een bijeenkomst met InnovioPapers en GDF Suez is de voorkeur uitgesproken om een derde partij een biomassacentrale op het terrein van InnovioPapers te laten realiseren. De te realiseren installatie gaat de stoom produceren die Innovio nodig heeft voor haar productieproces voor het maken van papier en karton. In de huidige installatie wordt alle stoom geproduceerd door het verhitten van water door de verbranding van aardgas. De nieuwe installatie zal 50% tot 100% van deze stoom gaan maken door in plaats van gas biomassa te verbranden. 28 september 2015 P&SN001D01 49/78

50 Gezien de beperkte investeringscapaciteit van InnovioPapers heeft realisatie door een derde partij de voorkeur waarbij nauwe samenwerking met de BioEnergiecentrale van GDF-Suez voor de hand ligt. In deze businesscase wordt dan ook de realisatie van een BioEnergiecentrale op het terrein van InnovioPapers verder uitgewerkt. Op basis hiervan kan worden gezocht naar een investeringspartner en kunnen de samenwerking synergiën tussen InnovioPapers en GDF-Suez verder worden onderzocht. Voorlopig is de bedrijfsnaam van deze opzet IP-BIOE (InnovioPapers BioEnergie). Deze businesscase zal eerst ingaan op de organisatie waarin de juridische en bestuurlijke structuur van IP-BIOE toegelicht worden, noodzakelijke partner geïdentificeerd worden en een korte haalbaarheidsanalyse voor de locatie (vergunningen, bestemmingsplan, etc.) gepresenteerd worden. In het 2 de onderdeel zal de technisch installatie nader toegelicht worden met specifieke aandacht voor patenten een overzicht van benodigde techniek en grondstoffen. In het laatste onderdeel gaan we verder in op de financiële gegevens en worden de verwachtingen van de winst en verliesrekening, balans en liquiditeit gepresenteerd. Naast deze businesscase die zicht richt op de realisatie van een Biomassaenergiecentrale op het terrein van InnovioPapers verricht GDF-Suez nog onderzoek naar het aanleggen van een directe elektriciteitslijn Organisatie Voor de realisatie van een IP-BIOE zijn diverse partijen noodzakelijk, zie figuur Door het faillissement van InnovioPapers is dit onderzoek niet afgerond en wordt in deze businesscase dus ook niet nader bekeken. 28 september 2015 P&SN001D01 50/78

51 Figuur Overzicht Partijen Gezien er de voorkeur gegeven is aan een 3 de partij die de installatie voor zijn rekening neem is InnovioPapers zelf alleen maar een afnemer van de geproduceerde stoom en elektriciteit. Bij overproductie zal (extra) elektriciteit opgewekt kunnen worden welke direct aan GDF- Suez of algemeen aan het net geleverd kan worden. In bovenstaande figuur zijn ook de juridische verhoudingen tussen de verschillende partijen en IP-BIOE aangegeven. Deze worden onderstaand nader toegelicht: IP-BIOE Investeerders Een van de belangrijkste partijen zijn de benodigde investeerders. Aangezien InnovioPapers zelf niet direct wil investeren zullen derde partijen moeten investeren in IP-BIOE waarbij de inkomsten uit de opwekking van stoom en elektriciteit zullen moeten komen. Hierbij kan gedacht worden aan (een combinatie van): private equity investeerders, banken, investeringsfondsen, energieleveranciers maar bijvoorbeeld ook partijen met een groot belang bij IP-BIOE zoals operationele uitvoerder, leveranciers en afnemers. Voor deze partij is nog geen concrete invulling en zal op basis van deze businesscase nader ingevuld moeten worden. Mogelijke partijen zouden kunnen zijn: - Cofely - StartGreen - Stech Company 28 september 2015 P&SN001D01 51/78

52 - Set Ventures - Yellow and Blue - Forbion Capital - Banken - Overheidsfondsen (energiefondsen & innovatieregelingen, van Gemeente tot Europees) Operationele uitvoering IP-BIOE is in principe alleen een papieren bedrijf waarvan de operationele uitvoering geheel uitgevoerd wordt door een 3 de partij. Deze rol kan ingevuld worden door een bedrijf gespecialiseerd in dit type installatie gecombineerd met asset-managementervaring. Mogelijke partijen zouden kunnen zijn: - Cofely - Ingenieursbureaus - Intertek - Everest Energy Leveranciers Een BioEnergiecentrale is zeer afhankelijk van de inputmaterialen. Voor IP-BIOE zullen langjarige contracten met leveranciers van hout-chips of houtpellets noodzakelijk zijn. Het aanbod uit Nederland is beperkt waardoor afspraken met importeurs en diverse leveranciers noodzakelijk zijn. Vanuit risico afwegingen heeft het de voorkeur een groot gedeelte van de invoerstromen langjarig vast te leggen en voor een resterend deel korte termijn inkoop uit te voeren. Met de langjarige deelnemers kunnen naast leveringscontracten ook deelnemingen worden afgesproken. Mogelijke partners hiervoor zijn: - Topell - Cubri - Reterra GMBH Afnemers Primaire afnemer is InnovioPapers. Samen met InnovioPapers moet IP-BIOE tot optimale afspraken komen voor afname die voor beide bedrijven een positieve businesscases opleveren. Hier zal in het financiële onderdeel nader op ingegaan worden. De rol van InnovioPapers zal hierdoor in ieder geval als lange termijn afnemer zijn. Naast InnovioPapers zal voor een klein gedeelte van de productie ook afname/doorverkoop door GDF-Suez of invoeding op het net mogelijk zijn. InnovioPapers zal juridisch in ieder geval een contractuele afnemer zijn en mogelijk een gedeelte eigenaar/aandeelhouder van IP- BIOE. 3. Haalbaarheidsanalyse wet- en regelgeving Voor de oprichting van IP-BIOE is een quickscan naar geldende eisen ten aanzien van de beoogde locatie voor de installatie. Doelstelling is om de installatie te realiseren op het terrein van InnovioPapers. Aangezien hiervoor nog ruimte is op het terrein bespaard dit 28 september 2015 P&SN001D01 52/78

53 grond acquisitie kosten en is de directe link met InnovioPapers eenvoudig te realiseren. Voor deze locatie is een indicatie van de benodigde vergunningen, bestemmingsplan(aanpassingen) en MER-studies in kaart gebracht. Locatie De beoogde locatie voor de installatie is op het terrein van InnovioPapers (Ambachtsweg 2, Nijmegen). De precieze locatie op het terrein is nog onderhavig aan nader onderzoek maar zal naar verwachting op de plek zoals in figuur X aangegeven zijn. Vergunningen - Bestemmingsplan In het huidige bestemmingsplan is ruimte tot categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen). Voor de decentrale opwekking van elektriciteit, stoom en warm water geldt categorie 5.1. Dit betekend dat mogelijk een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is. De installatie kan echter ook als integraal onderdeel van papierproductie worden gezien waarvoor categorie 4.2 voldoende is. Definitief uitsluitsel moet in overleg met het bevoegd gezag worden vastgesteld. - MER Naar verwachting is er geen MER noodzakelijk gezien installatie een vermogen van minder dan 200 MWth heeft. Op basis van de huidige gegevens kan hier nog geen definitieve conclusie over gegevens worden en wordt aangeraden in de ontwerpfase hier een nadere juridische controle op uit te voeren. - Milieuvergunning(en) Op basis van de nu bekende informatie (quick scan op basis van Abees tool InfoMill 8 ) heeft de installatie minimaal een Omgevingsvergunning Milieu nodig. Hier zal in de ontwerpfase rekening mee gehouden moeten worden. In overleg met het bevoegd gezag en de geldende wet regelgeving is het noodzakelijk om de eisen waar de installatie aan moet voldoen vast te stellen. Naast de installatie kan ook een toename van verkeer de vergunningverlening in de weg staan. Gezien aanvoer grotendeels per schip zal plaatsvinden is de verwachting dat uitbreiding van de activiteiten niet tot significante toename van het aantal motorvoertuigen per etmaal zal leiden. Hierdoor zal dit in de vergunningseisen beperkt aan bod komen, mocht uiteindelijk toch een groot gedeelte biomassa per vrachtwagen worden aangevoerd dan kan een verkeersintensiteit rapportage noodzakelijk zijn om toetsing aan de CROWaanbevelingen uit te voeren september 2015 P&SN001D01 53/78

54 Voor de opslag dienen best beschikbare technieken worden ingezet om omgevingsvervuiling tot een minimum te beperken. Gezien het opslag van biomassa betreft is het van belang om maatregelen te nemen die broei beperken en zorgen voor brandveilige opslag. Dit dient in het conceptueel ontwerp nader uitgewerkt te worden. 4. Techniek Omschrijving van de installatie Er zijn 2 basis cases uitgewerkt, een voor A-hout chips en een voor houtpellets. Houtpellets zijn duurder maar hebben een hogere energie-inhoud. Voor de verdere uitwerking is uitgegaan van case met hout chips. Dit voornamelijk vanwege de hogere flexibiliteit om ook lokale brandstoffen te kunnen meestoken. Voor beide geld dat de biomassa wordt gelost in een afgesloten opslagruimte. Via een transportband wordt de biomassa toegevoerd aan een verbrandingsketel. Deze transportband is gesloten zodat er geen stof (van de biomassa) kan vrijkomen in de open lucht. In de verbrandingsketel wordt de biomassa verbrand bij een temperatuur van 800 tot 1000 graden Celsius. Het water dat door de verbrandingsketel wordt geleid veranderd door deze hoge temperatuur in stoom. De rookgassen die bij de verbranding van biomassa ontstaan, worden eerst gereinigd voordat ze via een schoorsteen de verbrandingsketel verlaten. Figuur Voorbeeld bio-energiecentrale (altenergystocks.com) 28 september 2015 P&SN001D01 54/78

55 stoomlevering Innoviopapers brandstof: A-hout chips brandstof: houtpellets stoomvraag 40 ton/h 40 ton/h ketelvoedingswater 105 gr C 105 gr C enthalpie 440 kj/kg 440 kj/kg verzadigde stoom 3 bar 3 bar 134 gr C 134 gr C enthalpie 2725 kj/kg 2725 kj/kg energieopbrengst 30,3 MW 30,3 MW stoomvermogen 25,4 MW 25,4 MW rendement ketel 85% 90% brandstofvermogen 29,9 MW 28,2 MW vollast bedrijfstijd 7800 hr 7800 hr kental ECN capex 425 /kwth 350 /kwth investering 12,7 M 9,9 M kental ECN O&M 62 /kwth 17,5 /kwth opex 1,9 M /jr 0,5 M /jr brandstof (chips) 12 GJ/ton 17 GJ/ton 85,0 /ton 150,0 /ton verbruik per jaar ton/jr ton/jr 5,9 M /jr 7,0 M /jr SDE basisbedrag 0,043 /kwh 0,054 /kwh correctiebedrag 0,019 /kwh 0,019 /kwh max.uren/jaar te ontv.sde (12 jr) 4,3 M /jr 6,2 M /jr Tabel 2: 2 Cases stoomlevering Innoviopapers De installatie wordt gevoed met ca ton houtchips. Het verbranden van dit hout levert een stoomvermogen van ruim 25 MW. Zo wordt InnovioPapers in zijn stoombehoefte van 40 ton/uur voorzien. Betrokken patenten Er worden naar verwachting binnen deze businesscase geen nieuwe patenten aangevraagd of ontwikkeld. Door leveranciers wordt verzorgd dat de installatie gelicenseerd is en geen bestaande paptenten schaadt. 28 september 2015 P&SN001D01 55/78

56 Grove planning Na verstrekking van de opdracht zijn er een aantal fases die doorlopen worden: 1. Ontwerpfase; hieruit ontstaat een definitief ontwerp voor de biomassacentrale en vergunningen afgesloten. Duur: 6 maanden 2. Realisatie- of bouwfase. Hierin wordt de biomassacentrale gerealiseerd. Duur: 12 maanden 3. In bedrijf stellen; hierin wordt de installatie in gebruik genomen en ervoor gezorgd dat alles goed werkt en dat de centrale ook goed draait. Duur: 3 maanden 5. Energetische opbrengst De bio-energiecentrale heeft een vermogen van 25,4 MW dit betekend dat bij 7800 vollasturen er per jaar MWh aan stoom wordt opgewekt. Omgerekend komt dit neer op GigaJoule per jaar. In onderstaande grafiek is deze opwekkingscapaciteit over de aankomende 10 jaar weergegeven. Hieruit is af te leiden dat over 10 jaar de centrale meer dan 7 miljoen GigaJoule duurzame energie heeft opgewekt. Dit is vergelijkbaar met het verbruik van bijna huishoudens per jaar Geaccumuleerde opwekking (GJ) Geaccumuleerde opwekking Stoom Figuur Geaccumuleerde opwekking bio-energiecentrale 6. Financiën Winst en verliesrekening (in 1000 euro) 28 september 2015 P&SN001D01 56/78

57 De winst en verliesrekening voor de businesscase is voor alle jaren positief. Terug te zien is dat een groot gedeelte van de kosten uit de brandstof komt terwijl de inkomsten grotendeels afhankelijk zijn van de stoom en SDE Subsidie. Bij grote wijzigingen in zowel de brandstofkosten als de inkomsten ontstaat er snel een risico op een ander beeld. In het bijzonder de periode na de SDE-subsidie (12 jaar) verdient extra aandacht. Onderdeel/Jaar Vermeden Stoomkosten CAPEX & Afschrijvingen per jaar OPEX Brandstof SDE Subsidie inkomsten Totaal Project balans over een periode van 5 jaar (in 1000 euro) De prognose voor de projectbalans laat duidelijk zien dat door afschrijving en aflossingen de vaste activa en het vreemde vermogen na verloop van tijd afneemt. Door inhouding van de winst en toekenning aan de aandeelhouders zien we een stijgend aandeel van eigen vermogen. Het is aan te raden regelmatig dividend uit te keren om een fatsoenlijke ratio te bewerkstelligen. Dit is niet meegenomen in onderstaand overzicht en afhankelijk van de aandeelhouders en marktontwikkelingen. Activa Vaste activa Energiecentrale Vlottende activa Brandstof (in voorraad) Algemene voorraden Debiteuren Bank Cash Subtotaal Passiva Vreemd Lening X vermogen Lening Y (lange termijn) Eigen vermogen Aandeelhouder X Aandeelhouder Y Ingehouden winst september 2015 P&SN001D01 57/78

58 Vreemd vermogen (korte termijn) Belastingen Lopende verplichtingen Crediteuren Subtotaal Liquiditeitsprognose (in 1000 euro) De liquiditeitsprognose geeft geen aanleiding voor te verwachten cashflow problemen. Wel dienen er goede afspraken worden gemaakt in de beginfase over betalingstermijnen met leveranciers en tijdige betaling van de subsidies. Onderstaande zijn de eerste 3 maande weergegeven, de volledige liquiditeitsbegroting is terug te vinden in bijlage 1. Liquiditeitsprognose jan-16 feb-16 mrt-16 Ontvangsten Verkoop stoom (vermeden stoomkosten) SDE Subsidie Uitgaven Brandstof Opex Afbetaling & rente lening Saldo per maand Saldo Liquide middelen Risicomitigatie Economische risico s Voor een succesvolle businesscase zijn de volgende drie economische factoren van grote impact: - Aardgasprijs - Biomassaprijs - SDE-subsidie Aardgasprijs Bij lage aardgasprijzen zullen de vermeden stoom generatie kosten beperkter zijn dan nu ingeschat. Dit risico geldt zowel in de positieve als in de negatieve zin, bij hogere prijzen zijn de vermeden kosten ook groter. 28 september 2015 P&SN001D01 58/78

59 Biomassaprijs Wanneer de biomassa prijzen stijgen zorgt dit direct voor significant hogere kosten. Bij goedkopere biomassa dalen de kosten ook evenredig hard. Gezien de herkomst is de verwachting dat dalingen maar beperkt voorkomen. Mitigatie Aardgasprijs en Biomassaprijs Naar verwachting zullen het aardgas en de biomassaprijzen elkaar relatief volgen. De biomassa markt is echter wel trager en zal door minder (geo)politieke invloed minder volatiele zijn dan de aardgasprijzen. Door het afsluiten van langjarige biomassa leverantiecontracten kan dit risico grotendeel gemitigeerd worden. Voor een optimale prijs/risicomix geeft een gedeelte lokale inkoop goede onderhandelingsruimte gecombineerd met positieve uitstraling. Subsidie De SDE-subsidie is noodzakelijk voor een succesvolle businesscase. Investeringen voorafgaand aan de subsidietoekenning moeten tot het minimale worden beperkt. De SDEsubsidie wordt maar voor een beperkte periode toegekend wat zelfs bij toekenning op de lange termijn een onzekerheid creëert. De lange termijn onzekerheid kan worden gemitigeerd door een gedeelte van de nu opgenomen winsten niet uit te keren maar aan de reserveringen toe te voegen zodat er voldoende transitie en handelingsruimte is na het wegvallen van de subsidie. De verwachting moet bestaan dat over 10 jaar nieuwe subsidie mogelijk is of dat opwekkingskosten kunnen concurreren met aardgas opwekking. Als deze verwachting niet bestaat is het niet aan te raden te investeren. Technische Risico s Voor deze businesscase zijn de volgende technische risico s geïdentificeerd: - Broei biomassa - Verbrandingsproces - Emissies Broei biomassa & mitigatie Bij de opslag van biomassa kan deze door broei spontaan ontbranden. Dit risico dient te worden gemitigeerd door broei beperkende opslag te realiseren en voldoende brandveiligheidsmaatregelen en installaties in gebruik te nemen. Verbranding & mitigatie Verbrandingsprocessen moeten onder controle blijven anders komen hier significante risico s uit voort. Zelfs kleine fouten kunnen tot onverwacht problemen leiden. Dit risico kan worden 28 september 2015 P&SN001D01 59/78

60 gemitigeerd met goed opgeleid personeel, zorg dragen voor kwaliteitsbeheersing en tijdig onderhoud. Implementatie van veiligheidsmaatregelen en noodinstallaties is noodzakelijk. Emissies Bij de verbranding komen diverse emissies vrij. Hierbij bestaat het risico op ongewenste of overschrijding van maximaal toegestane emissies. Dit risico kan gemitigeerd worden door controle van brandstof en regelmatige of continue emissiemetingen. 28 september 2015 P&SN001D01 60/78

61 Bijlage smart grid 1. Doelstelling In dit hoofdstuk wordt een business case uitgewerkt voor een smart grid op TPN-West, gericht op: 1. het vergroten van de mogelijkheden voor het inpassen van windturbines of zon-pv-installaties (inclusief de te behalen kostenvoordelen) 2. het behalen van besparingen op de energierekening van de aangesloten bedrijven Waarom een smart grid? Een smart grid is een middel, geen doel op zich. Met een smart grid wordt efficiënter gebruik gemaakt van de assets in het elektriciteitsnet. Een elektriciteitsnet wordt traditioneel gezien gedimensioneerd op het verwachte piekvermogen van alle aangeslotenen bij elkaar. Het elektriciteitsnet moet in staat zijn om minimaal dit piekvermogen te transporteren vanuit het onderstation, op de (enkele) momenten in het jaar dat de vraag maximaal is. De gemiddelde benutting van de beschikbare capaciteit is beduidend lager. In figuur 1 wordt dit principe gevisualiseerd. Figuur 1 Dimensionering van een elektriciteitsnet op het jaarprofiel Door lokale invoeding van duurzame elektriciteit (windturbines, zon-pv-installaties, biomassa-wkk) wordt de gemiddelde belasting op het invoedingspunt van het elektriciteitsnet verlaagd, maar kunnen er naast gebruikspieken ook opwekpieken optreden. Smart grids zijn erop gericht om deze pieken te vermijden en om de gemiddelde belasting van de duurste componenten (zoals de transformatoren in de onderstations) te beperken. Daarmee neemt de levensduur van deze componenten toe, kunnen er zonder extra investeringen in de infrastructuur meer duurzame elektriciteitsopwekkers en -gebruikers worden aangesloten, worden de bedrijfsvoeringskosten voor de netbeheerder lager, en nemen de netverliezen af. 28 september 2015 P&SN001D01 61/78

62 1.2. Wat is een smart grid? Voor smart grids bestaan vele definities. Wij hanteren de volgende: Een smart grid is een lokaal distributienet voorzien van ICT-middelen en schakelmogelijkheden, die het slim combineren mogelijk maken van opwekking, afname en opslag van elektriciteit. Gebruikers van het smart grid worden gestimuleerd om hun elektriciteitsvraag aan te passen aan het duurzame aanbod, gebruikmakend van ICT en prijsprikkels. (In een traditioneel net wordt het aanbod altijd aangepast aan de vraag.) Fysiek kunnen smart grids worden voorgesteld als local loops aan de uiteinden van het elektriciteitssysteem, waarop de elektriciteitsgebruikers zijn aangesloten, maar waarop ook in toenemende mate duurzame elektriciteitsopwekkers en opslagsystemen zullen worden aangesloten. In figuur 2 is dit vereenvoudigd weergegeven. Het gaat dan om lokale midden- en laagspanningsnetten in woonwijken en industriegebieden, die beheerd worden door regionale netbeheerders. Zo n local loop wordt een smart grid, als de bedrijfsvoering er volledig op wordt gericht om de energie-uitwisseling met het hoger gelegen net op elk tijdstip te minimaliseren, met behulp van automatisering. De duurzaam opgewekte elektriciteit wordt zoveel mogelijk direct gebruikt door de aangesloten elektriciteitsgebruikers, opgeslagen in batterijen, of omgezet in een bufferbare vorm zoals waterstof of warmte. Figuur 2 Local loop 28 september 2015 P&SN001D01 62/78

63 2. De bestaande elektriciteitsinfrastructuur Het elektriciteitsnet op TPN-West is een middenspanningsnet met een vermaasde structuur, zoals weergegeven in figuur 3. Hierin zijn de 10 kv-verbindingen in rood weergegeven. Er zijn 2 invoedpunten: het schakelstation bij ARN (vierkant linksonder) en het onderstation aan de Winselingseweg (enkele driehoek rechtsboven). Figuur 3 Middenspanningsnet TPN-West 28 september 2015 P&SN001D01 63/78

64 3. Netinpassing van windenergie De ons bekende potentieel geschikte locaties voor windparken op TPN-West zijn weergegeven in figuur 4. Figuur 4 Windparken TPN-West 3.1. Traditionele aansluiting In figuur 5 hebben we de twee 10 kv aansluitpunten bij ARN en aan de Winselingseweg weergegeven. Uitgaande van voldoende beschikbare capaciteit in deze stations zijn de aansluitkosten minimaal als de drie windparken op het dichtstbijzijnde punt aan worden gesloten. Dit is aangegeven met de drie blauw gemarkeerde 10-kV-verbindingen. 28 september 2015 P&SN001D01 64/78

65 Figuur 5 Traditionele aansluiting van de windparken. Windparken II en III bevinden zich dicht bij een aansluitpunt. De kosten van aansluiting zijn daarvoor relatief gunstig. Windpark I bevindt zich gerekend vanaf de zuidelijke windturbine op ongeveer meter van het aansluitpunt. Deze aansluiting is daardoor relatief duur Aansluiting op local loops Interessant zou daarom zijn om de windturbines van het centraal gelegen windpark aan te sluiten op de reeds bestaande elektriciteitsinfrastructuur (figuur 3). In figuur 6 hebben we de bestaande 10-kVinfrastructuur ter hoogte van de drie windturbines vereenvoudigd weergegeven. (De werkelijke configuratie is complexer, maar we willen hier het principe verhelderen.) 28 september 2015 P&SN001D01 65/78

66 Figuur 6 Aansluiting van de centrale windturbines op de bestaande middenspanningsringen (rode, oranje en roze lijnen) De bedrijven in dit gedeelte van TPN-West worden gevoed via 10-kV-middenspanningsverbindingen vanuit het schakelstation bij ARN. Dit zijn kabels die zijn ingegraven langs de straten en die grofweg ringen vormen (of local loops ), zodat elke aangeslotene vanaf twee kanten kan worden gevoed. De ringen zijn meestal op één punt geopend in een netstation (de bolletjes in figuur 3). Bij een storing worden de openingen handmatig zodanig verlegd dat de foutplaats wordt geïsoleerd, terwijl zoveel mogelijk aangeslotenen van elektriciteit voorzien blijven. Goed zichtbaar in de figuur is dat twee van de geplande windturbines gesitueerd zijn pal op deze local loops, en de zuidelijke turbine op ongeveer 120 meter Kostenbesparing Om de kostenbesparing te berekenen kijken we eerst naar de kosten van een traditionele aansluiting van het centrale windpark. Dit is af te lezen in de tarieftabellen van de netbeheerder. In dit gebied is dat Liander. Aansluitvermogen Eénmalige aansluitvergoeding t/m 25 m Eénmalige aansluitvergoeding > 25 m >5 MVA en t/m 10,0 MVA ,00 EUR 192,30 EUR/m >2 MVA en t/m 5,0 MVA ,00 EUR 114,90 EUR/m >1000 kva en t/m 2 MVA ,00 EUR 114,90 EUR/m Tabel 1 Aansluittarieven Liander 2015 ( 28 september 2015 P&SN001D01 66/78

67 De geplande windturbines hebben een vermogen van 2,5 à 3 MW. Het opwekvermogen van het windpark zal dus tussen de 7,5 en 9 MW bedragen. Met een aansluitafstand van ongeveer meter naar de zuidelijke windturbine bedraagt de éénmalige aansluitvergoeding aan Liander voor een standaard (redundante) aansluiting dus x 192,30 = 646 k euro 9. Daarnaast moet de zuidelijke windturbine nog verbonden worden met de twee andere windturbines (de zogenaamde parkbekabeling). Een kengetal hiervoor is 40 k per MW. In dit geval bedragen de kosten voor parkbekabeling dus 300 à 360 k. De totale kosten van traditionele aansluiting van het windpark bedragen dus 946 à k. Vervolgens kijken we naar de kosten van drie afzonderlijke aansluitingen van de drie windturbines op de bestaande local loops, waardoor er geen lange afstanden hoeven te worden overbrugd. In tabel 1 lezen we af dat per turbine van 2,5 à 3 MW een éénmalige aansluitvergoeding van euro moet worden betaald. Voor de zuidelijke turbine moet nog ongeveer 100 meter extra worden betaald, à euro. Totaal moet dus 3 x = 721 k aan Liander worden betaald 10. Parkbekabeling is in deze situatie niet nodig. De totale aansluitkosten van aansluiting van de drie windturbines op de local loops bedragen dus 721 k. De kostenbesparing voor de windparkontwikkelaar bedraagt daarmee 226 à 286 k. De netbeheerder hoeft bij aansluiten op de bestaande local loops geen extra diepte-investeringen te doen 11. De werkelijke investering wordt in het algemeen maar voor een gedeelte afgedekt door de aansluitvergoeding die de aangeslotene betaald, dus ook de netbeheerder heeft hier financieel voordeel bij Windparkaansluitingen worden in de praktijk vaak niet redundant, maar enkelvoudig gerealiseerd. Dit kan betekenen dat de werkelijke éénmalige aansluitvergoeding lager is dan 646 k. Dit laten we hier verder buiten beschouwing. De feitelijke kosten die Liander maakt voor aansluiten op de middenspanningsring worden weergegeven door de vermogenscategorie >1000 kva en t/m 2 MVA in tabel 1. Daarmee zou de totale aansluitvergoeding zakken naar 124 k. Ook dit laten we hier verder buiten beschouwing. Diepte-investeringen zijn kosten voor het achterliggende net die voor rekening van de netbeheerder zijn, vanuit de maatschappelijke taak om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende aansluitcapaciteit is. 28 september 2015 P&SN001D01 67/78

68 4. Het smart grid Als de local loops worden omgebouwd naar smart grids, kunnen ze ook voordelen opleveren voor de aangesloten bedrijven en opwekkers en voor de netbeheerder Werking We lichten dit toe aan de hand van één van de drie local loops (figuur 7). Figuur 7 Local loop op TPN-West Naast aangesloten bedrijven die elektriciteit gebruiken zijn hierin ook elektriciteitsopwekkers weergegeven. Naast de geplande windturbine ook een zonnecentrale, die op één of meerdere bedrijfsdaken of in een veldopstelling kan worden gerealiseerd. Door de invoeding van duurzame elektriciteit daalt de gemiddelde belasting van het elektriciteitsnet. Dit schept afhankelijk van de plaats van invoeden ruimte voor groei van het elektriciteitsgebruik van de bestaande aangeslotenen, of groei van het aantal aangeslotenen, zonder extra investeringen in het elektriciteitsnet. Echter, piekbelastingen worden niet zonder meer voorkomen. Immers, de belasting van het elektriciteitsnet is maximaal als er veel afname is, maar geen opwek (mistig, windstil weer), of weinig afname en veel opwek (een zonnige, winderige zondag). De opwekpiek wordt wel verlaagd door de bedrijven op dat moment meer elektriciteit te laten gebruiken, of door deze op te slaan in buffers. De afnamepiek wordt verlaagd door het elektriciteitsgebruik terug te regelen, of gebufferde elektriciteit te gebruiken. Omdat we hier te maken hebben met weersomstandigheden en bedrijfsprocessen, wordt de gewenste afstemming zoveel mogelijk geautomatiseerd verzorgd door een local energy & grid optimizer. Deze partij optimaliseert het vraag-aanbod-patroon, zoals dat netto ontstaat op het invoedpunt van de local loop. Dit in samenwerking met de netbeheerder, de opwekkers en de afnemers. In figuur 8 is dit schematisch weergegeven. 28 september 2015 P&SN001D01 68/78

69 Figuur 8 Betrokken stakeholders bij het smart grid Een local energy & grid optimizer collecteert in feite de beschikbare vermogensflexibiliteit 12 bij de aangesloten elektriciteitsgebruikers, en biedt deze geaggregeerd aan aan de markten voor levering, transport en onbalans. Het takenpakket van deze dienstverlener zou er als volgt uit kunnen zien: Actieve feedback en advies over het energiegebruik van bedrijven, advies aan nieuwe bedrijven over koppeling van hun processen met de bestaande energie-infrastructuur, bijvoorbeeld warmte/koude. Samen met de elektriciteitsleverancier of -producent zorgen voor interessante elektriciteitscontracten met variabele prijzen afhankelijk van actuele productie. Samen met de lokale netbeheerder zorgen voor interessante netbeheerderstarieven, zoals variabele transportkosten afhankelijk van congestieproblemen (lokaal of net buiten het bedrijventerrein). inzetten van geschikte flexibiliteit bij bedrijven voor de lokale balancering (plaatsen meters, intelligente unit, zorgen voor communicatie en aansturing) Kostenbesparingen De kostenbesparing voor de aangeslotene is gebaseerd op de (nu nog fictieve) waarde die de afstemming van vraag en aanbod heeft voor de netbeheerder en de lokale opwekker. Om enig gevoel te krijgen wat dit zou kunnen opleveren, hebben we een rekenvoorbeeld uitgewerkt voor een energieneutrale local loop waarop 30 bedrijven zijn aangesloten, en waar elektriciteit wordt opgewekt met een windturbine en zon-pv-installaties 13. In tabel 2 zijn de belangrijkste kengetallen weergeven Vermogensflexibiliteit betreft de mogelijkheden van marktpartijen om snel in te spelen op wisselende omstandigheden, door met hun productie, opslag of afname te reageren op mogelijke overvloed of schaarste van energie. Dit voorbeeld representeert een mogelijk scenario voor een local loop op een vergelijkbaar bedrijventerrein, maar berust niet op de daadwerkelijke of geplande situatie ter plekke op TPN-West. 28 september 2015 P&SN001D01 69/78

70 Aantal bedrijven 30 Collectieve piek 10,5 MW Jaarlijks energiegebruik 13,85 GWh Kosten energiegebruik euro transport (30%) ,- euro levering (70%) ,- euro Jaarlijks opgewekte energie 13,1 GWh Benutting lokale opwek 67,8 % Beschikbare flexibiliteit 2 % Tabel 2 Kengetallen rekenvoorbeeld local loop Energieneutraal houdt in dat de jaarlijks opgewekte en afgenomen energie ongeveer gelijk aan elkaar zijn. Benutting lokale opwek betreft hoeveel van de lokaal opgewekte elektriciteit dan ook gelijktijdig lokaal wordt gebruikt. Dit is met 67,8 % een aanzienlijk deel, wat betekent dat er aanzienlijk minder elektriciteit wordt uitgewisseld via het invoedpunt van de local loop. De beschikbare vermogensflexibiliteit is bewust nog laag ingeschat op 2%. Op basis van aannames en inschattingen komen we tot de opbrengsten en kosten zoals weergegeven in tabel 3. Maatregelen Realistisch Optimistisch Reduceren collectieve piek 42,5 k 42,5 k Verlaging transporttarief 52,5 k 52,5 k Verlaging interne levering 24,7 k 24,7 k Korting energiebelasting 0 k 117,8 k Totaal opbrengsten 119,7 k 237,5 k Kosten 57 k 57 k Netto resultaat 62,6 k 180,5 k Besparing t.o.v. energierekening 4,4% 12,7% Tabel 3 Opbrengsten van het smart grid Toelichting: Het reduceren van de collectieve piek naar het regionale net levert korting op het piektarief (kw) van de netbeheerder op. Het direct verbruiken van lokaal opgewekte elektriciteit levert korting op het transporttarief (kwh) van de netbeheerder op. Het direct verbruiken van lokaal opgewekte elektriciteit levert korting op het leveringstarief van de lokale opwekker op (mits de afnemer en de opwekker een leveringscontract hebben met elkaar). 28 september 2015 P&SN001D01 70/78

71 Klanten met flexibiliteit zorgen voor een nog betere match tussen vraag en aanbod, waardoor de bovengenoemde kortingen groter worden. Salderen van vraag en aanbod vóór de hoofdmeter van de local loop levert korting op de energiebelasting op. Het is nog onduidelijk in hoeverre dit realistisch is, vandaar de onderverdeling in een realistisch en een optimistisch scenario. De kosten betreffen de automatiseringsmiddelen en het dienstverleningstarief van de local energy & grid optimizer. De totale opbrengst voor de groep aangeslotenen op deze local loop bedraagt in dit rekenvoorbeeld dus 63 k per jaar. (In het optimistische scenario wordt dit zelfs 181 k.) 4.3. Maatschappelijke opbrengsten Naast een kostenbesparing voor de betrokken stakeholders, genereert een smart grid nog een aantal maatschappelijke opbrengsten Meer opgewekt vermogen door lokale duurzame opwekkers Door lokaal balanceren met een smart grid ontstaat extra aansluitcapaciteit voor decentrale duurzame energie. Met maatregelen zoals het direct aansluiten op de bestaande middenspanningsringen, vraagrespons en het benutten van buffermogelijkheden, wordt voorkomen dat duurzame overschotten in de daluren tegen lage tarieven worden teruggeleverd naar het bovengelegen net. Hiermee wordt de business case voor zon-pv systemen en windturbines interessanter gemaakt, waardoor de toepassingsdrempel wordt verlaagd. Het smart grid draagt hiermee effectief bij aan meer decentrale duurzame productie. De geplande windparken voor TPN-West zullen na realisatie maximaal tussen de 20 en 24 MW aan elektrisch vermogen opwekken. Met toepassing van de in dit document beschreven aansluitmethode zal de ongunstige business case van het centrale windpark substantieel verbeterd worden Optimalisering van de transportcapaciteit Smart grids kunnen via een betere beprijzing van schaarse distributiecapaciteit en betere informatie bijdragen aan een efficiënter gebruik van bestaande netten en zorgen op die manier dat uitbreidingsinvesteringen worden uitgesteld of worden vermeden. Dit resulteert niet direct in energiebesparing. Wel wordt er bespaard op het produceren van netcomponenten en op energieintensieve winning en productie van materialen zoals koper en aluminium. Het voert te ver om deze effecten toe te rekenen aan TPN-West, maar hier geldt dat bij voldoende opschaling bedrijventerreinen in Nederland een significante bijdrage zullen leveren. 28 september 2015 P&SN001D01 71/78

72 Energieopbrengst Door het optimaliseren van de vraag- en aanbodpatronen kan er optimaal geïnvesteerd worden in nieuwe (duurzame) productiemiddelen. Daarnaast wordt de bedrijfstijd van bestaand (centraal) productievermogen vergroot, door een beter voorspelbaar vraagpatroon voor het resterende toe te leveren vermogen via het bovengelegen net. Beide effecten resulteren in vermeden of uitgestelde investeringen in nieuwe centrales, alsmede een efficiëntere inzet van deze centrales doordat ze meer op basislast kunnen worden bedreven en minder behoeven te moduleren, hetgeen ten koste gaat van de efficiency van de opwekking. Deze effecten zijn beperkt toerekenbaar aan de lokale optimalisatie op TPN-West, maar bij een verdere opschaling en uitrol van deze bedrijfsvoering naar andere bedrijventerreinen in Nederland zullen deze een significante bijdrage gaan leveren aan de verduurzaming van de energievoorziening. Tevens leiden monitoring en het daarmee verkregen inzicht in energieverbruik en -kosten tot bewuster energieverbruik, wat resulteert in een besparing. In de praktijk is aangetoond dat dit soort monitoring het energiegebruik jaarlijks met 5 à 10% kan terugdringen. Gaan we uit van 7,5% energiebesparing per jaar, dan resulteert dit voor TPN-West in een energiebesparing van 46 TJ (7,5% van 618 TJ elektrisch). Door de beperking van de transportafstand van de energie en de reductie van omzettingen in met name de transformatoren in het inkooppunt dalen de netverliezen. Geschat wordt dat dit voor deze specifieke situatie in Nijmegen op kan lopen tot ongeveer 3%. Dit resulteert in een energiebesparing van 19 TJ per jaar. 5. Haalbaarheid Hoe haalbaar is nu het in de voorgaande paragrafen beschreven smart grid? Daartoe gaan we in deze paragraaf dieper in op de aspecten met de meeste impact Institutioneel Belangrijk kenmerk van de inrichting van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening is de grote invloed van de overheid op de marktwerking. Productie en handel in elektriciteit zijn commerciële activiteiten, distributie is een gereguleerd monopolie van de netbeheerders. Het Ministerie van Economische Zaken bepaalt het energiebeleid, de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet toe op de naleving daarvan. De werking van het elektriciteitssysteem is vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998 en in aanvullende Codes. In de praktijk blijkt het veranderen van deze inrichting weerbarstig. De netbeheerder heeft een spilfunctie in de transitie naar een duurzame elektriciteitsvoorziening, maar ziet nauwelijks bewegingsvrijheid voor de broodnodige alternatieve aansluitmethoden of tariefvormen. Het Ministerie van EZ stopt veel geld in proeftuinenprogramma s, maar verzuimt om daarin voldoende experimenteerruimte in te bouwen. De ACM toetst aan de vigerende wet- en regelgeving, en is zeer 28 september 2015 P&SN001D01 72/78

73 terughoudend voor innovatievere vormen van elektriciteitsdistributie. Het is de netbeheerder bijvoorbeeld ook in de proeftuinen nog niet toegestaan om vraagrespons bij bedrijven te stimuleren met variabele tarieven. Voor de ontwikkeling van een smart grid voor TPN-West is de samenwerking met netbeheerder Liander cruciaal. Gelet op het bovenstaande moet Liander overtuigd zijn van de relevantie van een smart grid op TPN-West, voordat verwacht mag worden dat zij zich hiervoor hard maakt naar het ministerie en de toezichthouder. De beschreven gesplitste aansluiting van de windturbines is wettelijk nog niet toegestaan. Conform artikel 1 lid 5 van de Elektriciteitswet 1998 moeten de drie turbines als één windpark worden aangemerkt, met maar één toegestane aansluiting. Maar zelfs wanneer iedere molen van een eigen aansluiting zou mogen worden voorzien, dan is het vermogen van iedere molen op zich groter dan 2 MW. Een dergelijke aansluiting moet conform de indeling die voor Liander is vastgesteld op grond van de TarievenCode Elektriciteit worden aangesloten op het dichtstbij gelegen schakelstation. In dit geval dus het schakelstation bij ARN. (Overigens hanteren andere netbeheerders hier een vermogensgrens van 3 MW. In gemeenten buiten het verzorgingsgebied van Liander zou een enkele turbine van 3 MW dus wèl op de middenspanningsring aangesloten mogen worden.) 5.2. Technisch Door overinvesteringen in het verleden biedt de huidige Nederlandse elektriciteitsinfrastructuur momenteel nog voldoende ruimte voor inpassing van wind- en zonneparken. De groei van duurzame elektriciteit is in internationaal perspectief nog beperkt. Daardoor is er nog onvoldoende urgentie om proactief vraagrespons en opslagmethodieken te ontwikkelen. Verwacht wordt dat pas vanaf 2023 problemen zullen ontstaan met de omvang van de ingevoede duurzame elektriciteit. Ook in TPN-West zijn momenteel geen problemen met de capaciteit van het elektriciteitsnet. Dat helpt niet voor de urgentie. Qua techniek zijn de beschreven methodieken voor aansluiting, vraagrespons en opslag goed haalbaar. Ze behelzen de inzet van bestaande en bewezen technologieën op het gebied van aansluiten, monitoren, schakelen en automatiseren. De inpassing van een windturbine van 2,5 à 3 MW in een local loop is ongebruikelijk, maar hoeft technisch gezien geen problemen op te leveren. Nader onderzoek is hiervoor noodzakelijk. Veel 10-kVnetten worden momenteel opgewaardeerd naar 20 kv. Daarmee wordt het maximaal toegestane vermogen per aansluiting een stuk hoger. (Hiervoor hebben ACM en netbeheerders overigens nog geen tarieftabellen vastgesteld.) 28 september 2015 P&SN001D01 73/78

74 5.3. Financieel De kostenbesparingen en opbrengsten zijn afhankelijk van het wel of niet toestaan van de beschreven alternatieve aansluitmethoden en tariefvormen door ACM en netbeheerders. Liander participeert actief in meerdere proeftuinen waarin hiermee geëxperimenteerd wordt, maar is terughoudend in het toepassen ervan buiten deze proeftuinen. Met de benutting van flexibiliteit van opwekkers, afnemers en opslagmogelijkheden en de daarvoor benodigde ICT-systemen en dienstverlenende activiteiten zijn extra kosten en baten gemoeid (vergeleken met een traditionele inrichting van de elektriciteitsvoorziening). Zelfs al bestaat er een gezamenlijke business case, dan nog zijn de incentives niet zonder meer zodanig verdeeld dat deze automatisch een prikkel vormen voor de totstandbrenging van de meest duurzame en kosteneffectieve prestatie op geaggregeerd niveau (maatschappelijke winst). Idealiter wordt een gedeelte van de in de paragrafen 3 en 4 beschreven besparingen in een gezamenlijk fonds gestort (mogelijk beheerd door de local energy & grid optimizer). Hetzelfde geldt voor de besparingen zoals beschreven in de andere vier business cases. Vanuit dit fonds kunnen investeringen in nieuwe verduurzamingsmaatregelen worden bekostigd (ESCo-principe) Organisatorisch De traditionele elektriciteitsvoorziening is uitermate goed uitgewerkt, inclusief de verhoudingen tussen de verschillende stakeholders. De overgang naar een smart grid vergt andere verhoudingen tussen de stakeholders, die op dit moment nog nauwelijks zijn uitgewerkt. In het door ons voorgestelde model creëert de local energy & grid optimizer samen met de netbeheerder, energieleveranciers en opwekkers waarde uit de afname- en productieprofielen van de op de local loop aangesloten bedrijven. Deze stakeholders dienen daartoe open te staan voor deze samenwerking, en de benodigde activiteiten moeten hen voordeel opleveren. De uitdaging voor het realiseren van een smart grid op TPN-West is dus om ondanks een nog ontbrekende urgentie (en bijbehorende waarde van flexibiliteit) een samenwerking op te tuigen tussen de stakeholders, die leidt tot een op de toekomst gerichte elektriciteitsvoorziening Conclusie en aanbevelingen Een smart grid op TPN-West heeft een maatschappelijke business case: het maakt een duurzame energievoorziening mogelijk, die klaar is voor de integratie van duurzame opwekkers en die waarde creëert voor flexibiliteit. Tevens verlaagt deze lokale ketenoptimalisatie de kosten voor de stakeholders en bedrijven op TPN West. De mogelijke kostenbesparingen zijn in de ordegrootte van tonnen euro s éénmalig en jaarlijks. Het is daarom aanbevelingswaardig om de financiële business case verder uit te werken. Het belangrijkste obstakel is de institutionele inrichting van de elektriciteitsvoorziening, waarbinnen met name Liander in staat gesteld en gemotiveerd moet worden om mee te werken aan de verdere uitwerking. 28 september 2015 P&SN001D01 74/78

75 Aanbevolen wordt om Cofely en Liandon de technische en juridische mogelijkheden te laten verkennen van de beschreven alternatieve aansluiting van het centrale windpark, en te laten onderzoeken of er binnen TPN-West geschikte local loops te creëren zijn, waar de beschreven energetische en financiële voordelen samen met de stakeholders gerealiseerd zouden kunnen worden. Tevens kunnen bij geïnteresseerde bedrijven energie- en flexibiliteitscans worden uitgevoerd, waarmee de potentie van het smart grid verder geconcretiseerd kan worden. 28 september 2015 P&SN001D01 75/78

76 Bijlage 2 ESCO Warmtelevering Inleiding Op 30 januari 2015 is de tussenrapportage verschenen van het project TPN-West Energieneutraal. Daarin zijn de resultaten beschreven van fase 1 en 2 van het project. Belangrijk onderdeel daarvan is de selectie van de business cases die in fase 3 van het project worden uitgewerkt en aansluitend worden gerapporteerd (fase 4). Eén van de uit te werken business cases is warmtelevering 'overig' (bedrijven elders op TPN-West). Deze uitwerking is gericht op bedrijvenclusters gelegen op het TPN-terrein, anders dan het reeds uitgewerkte cluster Lindenhoutseweg/Vlotkampweg. Liandon heeft het voortouw genomen voor het uitwerken van de gebiedsindeling van de clusters, inclusief een projectie van de te verwachten potentiele levering van warmte uit het reeds bestaande warmtenet. Deze notitie gaat in op de mogelijke organisatie-aanpak voor het leveren van warmte aan bedrijven, door middel van een ESCO-levering; een EnergyServiceCompany voor het leveren van energie. Achtereenvolgens komt aan de orde: Verschillende organisatiemodellen voor warmtelevering; Doel en werkwijze van een ESCO bij TPN West: o Uitwerking ESCO-levering voor TPN-West (organisatie-opzet entiteit, rolverdeling, taakverdeling, financiële- en contractstructuur) met de naam Warmtebedrijf TPN-West ; Aanpak in het gebied TPN West Organisatiemodellen voor warmtelevering De tot nu toe meest voorkomende vorm van warmtelevering in Nederland is stadswarmte in een woonomgeving. Kenmerk daarvan is dat de productie, distributie en levering van warmte in handen zijn van één organisatie, die daarmee een monopolypositie bezit. De afnemer heeft geen keuze maar is aangewezen op het aanwezige warmtenet met de bijbehorende eigenaar/exploitant. Dat leidt veelal tot de perceptie bij de afnemer dat hij teveel betaalt met slechte voorwaarden en service omdat hij is overgeleverd aan de warmteleverancier met een monopolypositie. Ook al is dat objectief gezien niet het geval, het gebrek aan alternatieven en keuzevrijheid leidt snel tot een negatief beeld. Open warmtenet Een nieuwe vorm van warmtelevering is het Open Warmtenet. In dat systeem zijn de rollen van producent, distributeur en leverancier van warmte gescheiden en niet per definitie in handen van één partij. Voordelen van dat systeem zijn: - Meerdere leveranciers en/of producenten kunnen gebruik maken van één net. Dat leidt tot kostenvoordelen met betrekking tot de kosten van de (dure) leidinginfrastructuur; - Een afnemer krijgt meer keuzevrijheid; - Er ontstaat concurrentie waardoor leveranciers zich moeten onderscheiden op prijs en service/voorwaarden; - De perceptie van de afnemers wordt door het voorgaande positief beïnvloed, dat levert draagvlak op. Een aandachtspunt bij open netten is de start van aanleg; immers, een investeerder in warmteleidingen zal pas overgaan tot aanleg als het gebruik van het systeem door een combinatie van producent(en) en afnemer(s) boven een bepaalde kritische ondergrens komt. Dat vereist een flinke inspanning van de betrokken partijen voorafgaand aan de aanleg, waarbij het van belang is dat intensief wordt samengewerkt. Zonder goede samenwerking en afstemming komt een open warmtenet niet tot stand. Doel en werkwijze van een ESCo bij TPN West ESCo staat dus voor Energy Service Company oftewel, energie dienstverlener. Het doel van een energie dienstverlener is om klanten op het gebied van energie te ontzorgen. Dit kan op verschillende manieren. Zo kan de ESCo de 28 september 2015 P&SN001D01 76/78

77 energiehuishouding op zich nemen en zorg dragen voor het onderhoud en beheer van klimaatinstallaties, waarbij garanties worden afgegeven op een vast percentage energiebesparing per jaar. Dit noemt men een ESCo-besparing. Daarnaast zijn er modellen waarbij de ESCo een duurzame opwekinstallatie realiseert, en de energie die het systeem opwekt doorverkoopt aan de klant. Het gaat hierbij vaak om lokale duurzame installaties zoals biomassa centrales, warmte koude opslag installaties of restwarmte van de industrie. Op deze manier wordt de ESCo een lokale energieleverancier. bij de inzet van een ESCo model voor de realisatie van een warmtenet kunnen er drie duidelijke rollen gedefinieerd worden: 1. warmteleverancier (ESCo) 2. warmteproducent (Nuon/ARN of anderen) 3. eigenaar/exploitant van het warmtenet (netbeheerder, Indigo). Deze blijft altijd gelijk om het concept open net te garanderen. Binnen TPN West worden deze rollen al op verschillende manieren ingevuld. Om het concept open net te kunnen garanderen is het noodzakelijk dat de rol van netbeheerder niet door dezelfde partij wordt ingevuld als de rol van energieleverancier of energieproducent. Is dat wel het geval dan val je terug in het oude concept waarbij er een monopolypositie ontstaat voor de ESCo. Immers, als het net in handen is van de ESCo, dan ligt het niet voor de hand dat derden het net onder gelijke condities als de ESCo kunnen gebruiken. Dan ontstaat ook geen 'gelijk speelveld' voor alle aanbieders. Het warmtenet in Nijmegen is in handen van Indigo, met als aandeelhouders Alliander DGO en de gemeente Nijmegen. Doordat het net -direct of indirect- in handen is van de overheid zal er nooit een monopolypositie ontstaan voor één partij, hierdoor blijft het concept open net gewaarborgd. Het organisatiemodel voor warmtelevering bij TPN West zou er dan uit kunnen zien als in figuur 1. Figuur 4: Organisatiestructuur ESCo warmtelevering TPN West De warmte wordt geproduceerd door een of meerdere warmteproducenten waarna het via warmteleidingen getransporteerd wordt naar de afnemers. De ESCo fungeert als energieleverancier, en is de partij die of de energie inkoopt bij de energieproducenten of zelf produceert (waarmee de ESCo een energieproducent wordt) en de warmte vervolgens via het net transporteert naar de afnemers. Voor transport betaald de ESCo een transportvergoeding aan de netbeheerder, de afnemer betaald op zijn beurt de ESCo voor de afgenomen warmte. Binnen TPN West is er op dit moment slechts één warmteproducent actief, namelijk NUON/ARN. Dit lijkt echter in de toekomst te gaan veranderen. Zo zijn er ook plannen bij Engie (GDF SUEZ) om een biomassacentrale te realiseren op het terrein van de elektriciteitscentrale. De gemeente Nijmegen heeft daarvoor een omgevingsvergunning verstrekt. 28 september 2015 P&SN001D01 77/78

78 Binnen het project TPN West Energieneutraal zijn voor meerdere gebieden business cases uitgewerkt voor warmtelevering (zie business cases warmte Vlotkampweg/Lindenhoutseweg en business case warmte overig). Voor een aantal van deze gebieden lijkt de business case ook haalbaar. De volgende stap in het traject is om de business case verder uit te werken. Bij een positieve business case zal er initiatief komen vanuit de ESCo om afnemers te willen aansluiten en tot leveringscontracten te komen. Zonder afnemers immers geen business case. In een leveringscontract is een aantal zaken heel belangrijk, deze dienen in nauw overleg tussen ESCo en afnemer te worden vastgelegd: 1. Tariefstellingen Voor het bepalen van de tariefstelling is allereerst belangrijk dat afnemers niet meer gaan betalen dan anders (uitgaande van inzet van aardgas), ook al geldt het warmtewet principe niet voor bedrijven. Er zal geen incentive zijn bij bedrijven om aan te sluiten op het warmtenet als ze daarvoor meer moeten betalen dan ze nu al doen. Er moeten afspraken gemaakt worden voor een variabel tarief (prijs voor warmte), een vastrecht tarief (jaarlijks bedrag ter compensatie voor het onderhouden van het net) en een bijdrage aansluit kosten (een eenmalige aansluitbijdrage voor het realiseren van de aansluiting op het warmtenet). 2. Leveringszekerheid Net als bij gas- en elektriciteitsnetten wil de afnemer graag een garantie op de leveringszekerheid van de warmte. Zeker in de winter wil men niet te lang zonder warmte zitten. Contractueel wordt dan vastgelegd wat de maximale periode is dat de warmtelevering onderbroken mag worden. 3. Looptijd contract De duur van het contract bepaalt de minimale leveringsduur van warmte aan de afnemer. Daarna is de afnemer vrij om voor een andere energieleverancier te kiezen, of het contract te verlengen. Voor de ESCo is het van belang dat de contractperioden in het begin niet te kort zijn, aangezien hij hierop zijn business case zal bepalen. 4. Aansluiting, meetinrichting en realisatie van de aansluiting De aansluiting dient aan bepaalde eisen te voldoen. Zo moet de aansluiting voldoende capaciteit bevatten om het hele pand van genoeg warmte te voorzien. Ook worden contractueel afspraken gemaakt voor de realisatie van de aansluiting. Aanpak in het gebied TPN-West Doorslaggevend voor het tot stand komen van een warmtenet en de aansluiting van bedrijven daarop, is de initiatiefnemer. Er moet een initiatiefnemer zijn die bereid is om te investeren in de aansluiting. Doorgaans is een potentiele warmteleverancier bereid om initiatief te nemen omdat zonder een aansluiting geen warmtelevering mogelijk is. Welke mogelijkheden bestaan in het gebied TPN-West? Te denken valt aan: een samenwerkingsverband van bedrijven, opgezet op initiatief van een (of meer) ondernemer(s); een serviceorganisatie, bijvoorbeeld de Bedrijvenvereniging TPN-West; een gespecialiseerde derde partij met ervaring als warmteleverancier, die bereid is om te investeren. De initiatiefnemer benadert potentieel geïnteresseerde bedrijven en legt een propositie voor om warmte te leveren. Indien onvoldoende (langjarige) zekerheid kan worden geboden door de afnemende bedrijven om een investering in de aansluiting te verantwoorden, zal in overleg met de betrokken partijen (afnemer, leverancier, netbeheerder) een oplossing moeten worden gevonden. Immers, zonder investering in de aansluiting, zal geen warmtelevering kunnen plaatsvinden. 28 september 2015 P&SN001D01 78/78

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

*Z075167D42B* Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus AA MIDDELHARNIS. Geachte raad,

*Z075167D42B* Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus AA MIDDELHARNIS. Geachte raad, Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS *Z075167D42B* Geachte raad, Registratienummer : Z -16-69161 / 8211 Agendanummer : 11 Portefeuillehouder : Wethouder Van der Vlugt Raadsvergadering

Nadere informatie

Wie wind niet durft, verliest!

Wie wind niet durft, verliest! Wie wind niet durft, verliest! Onderzoek naar de (on)haalbaarheid van de doelstellingen van de gemeente Hellendoorn op het gebied van duurzame energie en CO2-reductie met en zonder windmolens 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016 Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden 11 februari 2016 1 Managementsamenvatting Inleiding De gemeente Leiden heeft in haar duurzaamheidsambitie doelen gesteld voor de korte

Nadere informatie

Verzilver uw dak met zonnepanelen. Bekijk gratis uw persoonlijke dakscan!

Verzilver uw dak met zonnepanelen. Bekijk gratis uw persoonlijke dakscan! Verzilver uw dak met zonnepanelen Bekijk gratis uw persoonlijke dakscan! Zon is gratis In één jaar valt 9.000 keer zoveel zonne-energie op de aarde als we jaarlijks in de hele wereld aan energie verbruiken.

Nadere informatie

PRESENTATIE. Zon op Bedrijfsdaken 01 / INTRODUCTIE 02 / PROJECTCASE TEXEL 03 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 04 / PROJECTCASES

PRESENTATIE. Zon op Bedrijfsdaken 01 / INTRODUCTIE 02 / PROJECTCASE TEXEL 03 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 04 / PROJECTCASES 01 / INTRODUCTIE 02 / PROJECTCASE TEXEL 03 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN PRESENTATIE Zon op Bedrijfsdaken 04 / PROJECTCASES 05 / UW BEDRIJVENTERREIN VERDUURZAMEN? ZON OP BEDRIJFSDAKEN Ambitie gemeente Energieneutraal

Nadere informatie

De opkomst van all-electric woningen

De opkomst van all-electric woningen De opkomst van all-electric woningen Institute for Business Research Jan Peters Directeur Asset Management Enexis Inhoud Beeld van de toekomst Veranderend energieverbruik bij huishoudens Impact op toekomstige

Nadere informatie

01 / AANLEIDING 02 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 03 / PROJECTAANPAK 04 / VOORWAARDEN PRESENTATIE 05 / VERVOLGSTAPPEN. Zon op Bedrijfsdaken 06 / VRAGEN

01 / AANLEIDING 02 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 03 / PROJECTAANPAK 04 / VOORWAARDEN PRESENTATIE 05 / VERVOLGSTAPPEN. Zon op Bedrijfsdaken 06 / VRAGEN 01 / AANLEIDING 02 / ZON OP BEDRIJFSDAKEN 03 / PROJECTAANPAK PRESENTATIE Zon op Bedrijfsdaken 04 / VOORWAARDEN 05 / VERVOLGSTAPPEN 06 / VRAGEN AANLEIDING Ambitie Capelle aan den IJssel Energieneutraal

Nadere informatie

TPN-West Energieneutraal

TPN-West Energieneutraal TPN-West Energieneutraal Tussenrapport Januari, 2015 Gefinancierd met bijdrage van: Uitgevoerd door: 2 Inhoud Colofon... 3 Afkortingen... 4 Definities... 4 1. Inleiding... 5 1.1 Projectbeschrijving...

Nadere informatie

1.1/2.1 De zonne-energieinstallaties dragen bij aan het halen van de doelstellingen uit de Klimaatvisie Kempengemeenten.

1.1/2.1 De zonne-energieinstallaties dragen bij aan het halen van de doelstellingen uit de Klimaatvisie Kempengemeenten. Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 25 oktober 2011 Registratienummer: 2011/66 Agendapunt nummer: 7 Onderwerp Besparing met zonne-energie Inleiding/aanleiding

Nadere informatie

Regio Stedendriehoek

Regio Stedendriehoek Regio Stedendriehoek 1 Energieneutrale regio Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen Netbeheer en Duurzame Gebiedsontwikkeling Pieter van der Ploeg, Alliander

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

De zon als energiebron!

De zon als energiebron! De zon als energiebron! Zelf elektriciteit opwekken met de zon? Door middel van (diverse) subsidie(s) is het zéér rendabel! Met zonnepanelen verlaagt u uw energiekosten. Deze besparing wordt alleen maar

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

Naar een klimaatneutrale sportvereniging

Naar een klimaatneutrale sportvereniging Naar een klimaatneutrale sportvereniging Leidraad voor het maken van een eigen projectplan of Plan van Aanpak Inleiding Steeds meer sportverenigingen met een eigen accommodatie komen in actie om energie

Nadere informatie

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld Opschalen en Opschieten! Concept 5 juli 2017 Energievisie ECN versie 1.2 1 Inhoud 1. Koers Energiecoöperatie Noordseveld 2. Opgave Noordenveld 3. Ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie Betreft Power2Nijmegen Inleiding figuur 1: overzicht ecodorp Vraagstelling

Notitie Betreft Power2Nijmegen Inleiding figuur 1: overzicht ecodorp Vraagstelling Notitie Aan : Ad Vlems, Bert Lagerweij Van : Arjan van Bon Datum : 28 augustus 2012 Kopie : Anne Pronk Onze referentie : 9X3809.A2/N00001/110412/Nijm2 HASKONING NEDERLAND B.V. BUILDINGS Betreft : Power2Nijmegen

Nadere informatie

Middels deze brochure bieden we inzicht in:

Middels deze brochure bieden we inzicht in: 2 Daarom energieopslag In het energieakkoord van 2013 is afgesproken dat Nederland in 2050 volledig draait op duurzame energie. Zon en wind worden daarmee de belangrijkste bronnen van elektriciteit. Een

Nadere informatie

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE

PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE 1 PARKSTAD LIMBURG ENERGIE TRANSITIE BIJEENKOMST 3 DECEMBER 2015 Programma Duurzaam Landgraaf TON ANCION WETHOUDER GEMEENTE LANDGRAAF RONALD BOUWERS PROJECTLEIDER DUURZAAMHEID WIE ZIJN WIJ? PROJECTTEAM

Nadere informatie

Flexibele & Rendabele Zonne-energie

Flexibele & Rendabele Zonne-energie Flexibele & Rendabele Zonne-energie Voor Verenigingen van Eigenaren Herman is een product van LENS Inleiding Zonne-energie is duurzaam én winstgevend. Wij geloven in een wereld waar mensen hier samen de

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal

Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal Energieconvenant bedrijfsleven Veenendaal en gemeente Veenendaal 1 Intentie Bedrijvenkring Veenendaal, de coöperatieve verenigingen van Ondernemend Veenendaal, de deelnemende bedrijven en de gemeente Veenendaal

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE TEO/WKO WARMTE EN KOUDE BEDRIJVENTERREIN MARSLANDEN Op het bedrijventerrein de Marslanden in Zwolle zijn bedrijven gevestigd, met uiteenlopende behoefte aan warmte en koeling. Vanuit gegevens over het

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Zonnestroomprojecten Gemeente Amsterdam. ProjectManagement Bureau Joost de Valk

Zonnestroomprojecten Gemeente Amsterdam. ProjectManagement Bureau Joost de Valk Zonnestroomprojecten Gemeente Amsterdam ProjectManagement Bureau Joost de Valk Noodzaak en ambitie Klimaatbeleid Amsterdam: forse CO 2 reductie 40% in 2025 en klimaatneutraal bouwen en gemeentegebouwen

Nadere informatie

Keuze zonnepanelen op VvE of corporatieflat

Keuze zonnepanelen op VvE of corporatieflat Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht T: 030 693 60 00 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Keuze zonnepanelen op VvE of corporatieflat dr. Ronald Franken maart 2015 B l a d 1 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen

duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen duurzame energievoorziening voor bedrijventerreinen De toekomst van de energievoorziening Gemeenten, provincies, bedrijven en projectontwikkelaars gaan zich steeds meer richten op duurzame energiedoelstellingen,

Nadere informatie

ECO Oostermoer in oprichting

ECO Oostermoer in oprichting Samen sterk voor een leefbaar en duurzaam platteland ECO Oostermoer in oprichting Nieuwsbrief 18 juni 2012 Voor u ligt de eerste nieuwsbrief van ECO Oostermoer, waarin wij u nader informeren over de stand

Nadere informatie

High Level Business Case Energiecoöperatie

High Level Business Case Energiecoöperatie High Level Business Case Energiecoöperatie DE Ramplaan (Haarlem) Het project: een haalbaarheidsstudie Energie- en klimaatneutraliteit in bestaande woonwijk is technisch haalbaar en financieel haalbaar

Nadere informatie

Verkenning Zon op Bedrijfsdaken gemeente Schiedam

Verkenning Zon op Bedrijfsdaken gemeente Schiedam [Trek de aandacht van uw lezer met een veelzeggend citaat uit het document of gebruik deze ruimte om een belangrijk punt te benadrukken. Sleep dit tekstvak als u het ergens anders op de pagina wilt plaatsen.]

Nadere informatie

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek. onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek onderdeel van Zonnige Bedrijven in de Achterhoek Zonnige Bedrijven Zonnige Bedrijven in Oude IJsselstreek maakt onderdeel uit van het programma Zonnige Bedrijven

Nadere informatie

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander

Slimme Netten. Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Slimme Netten Martijn Bongaerts: - voorzitter Projectgroep Smart Grids Netbeheer Nederland - manager Innovatie, Liander Netbeheer Nederland (1) Netbeheer Nederland brancheorganisatie van alle elektriciteit-

Nadere informatie

Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking

Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking Verkoopbaarheid en verhuurbaarheid van vastgoed verhogen door Duurzame Energieopwekking Erik van der Steen HYS legal 1 HYS Legal Inleiding Triodos Bank: Waarom we graag duurzaam vastgoed financieren Jones

Nadere informatie

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF

PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF PROJECTPLAN METERS MAKEN IN DE ESHOF De Eshof op weg naar energie neutraal! = woningen Eshof naar nul op de meter = Inhoud 1. Ambitie: naar meest duurzame wijk van Elst? 2. Meten is weten: per wijk per

Nadere informatie

Energieopslag in accu s

Energieopslag in accu s Energieopslag in accu s Rapportage over de huidige stand van zaken 1 Energieopslag; een belangrijke stap in de energietransitie 1.1 Houdbaar duurzaam! Nu er meer en meer elektriciteit groen wordt opgewekt,

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

Smart Grid. Verdiepende opdracht

Smart Grid. Verdiepende opdracht 2015 Smart Grid Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over het onderwerp Smart Grid. Pagina 1 Inhoud 1. Smart Grid... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 8 Pagina

Nadere informatie

Uw brief Datum Ons kenmerk *BRD 2016 777* Onderwerp Informatie Bijlagen Ondersteuning subsidie-aanvraag voor zonnepanelen op uw bedrijfspand

Uw brief Datum Ons kenmerk *BRD 2016 777* Onderwerp Informatie Bijlagen Ondersteuning subsidie-aanvraag voor zonnepanelen op uw bedrijfspand www.breda.nl gemeentebreda@breda.nl Twitter@breda Telefoon 14 076 Postadres Postbus 90156, 4800 RH Breda Aan eigenaren/directeuren van vastgoed/ bedrijventerreinen in Breda Bezoekadres Stadskantoor Claudius

Nadere informatie

_ PROVINCIE FLEVOLAND

_ PROVINCIE FLEVOLAND _ PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Gedeeltelijke transportbeperkingen op energie-infrastructuur in Flevoland Kern mededeling: Liander kondigt aan dat het genoodzaakt is om een tijdelijke (gedeeltelijke)

Nadere informatie

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012 Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 9 september 2013 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN In gemeente Meppel is een nieuwbouwwijk van 1953 woningen gepland, die gefaseerd tussen 2014 en 2039 gerealiseerd wordt. Deels worden de kavels bouwrijp opgeleverd,

Nadere informatie

Zonne-energie op kleine daken

Zonne-energie op kleine daken Zonne-energie op kleine daken Inhoud De energietransitie Energieneutraal De Glind Inventarisatie Glindse daken Mogelijkheden Kleine daken Vervolg Vragen De energietransitie Gebruik van fossiele brandstoffen

Nadere informatie

Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming.

Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming. Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming. Wat kost het plaatsen van 100 zonnepanelen en wat betekent een prijs

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK Woningbouwcoöperatie Elkien heeft voornemens om in de wijk t Eiland in Sneek 300 woningen voor een deel te slopen en voor een deel te renoveren. Daarbij is de opgave

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Duurzaam benutten van warmte

Duurzaam benutten van warmte Duurzaam benutten van warmte Netwerkbijeenkomst duurzame regionale energie Gelderland 12 juni 2013 Door: Hans Wouters Programma energietransitie Provincie Gelderland Provincie zet zich in op de toepassing

Nadere informatie

... Gemeente Eindhoven en Eneco in 2045... Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst! Waarde creëren Stadhuisplein. Veranderende overheid

... Gemeente Eindhoven en Eneco in 2045... Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst! Waarde creëren Stadhuisplein. Veranderende overheid Gemeente Eindhoven en Eneco in 2045 Energieneutraal Veranderende overheid Waarde creëren Stadhuisplein Zichtbaar maken van innovatie Als duurzame stad Samen gaan we voor decentrale en duurzame toekomst!

Nadere informatie

Haalbaarheid van Zon-PV. 26 November 2012 Jan Willem Zwang Martin Marquering

Haalbaarheid van Zon-PV. 26 November 2012 Jan Willem Zwang Martin Marquering Haalbaarheid van Zon-PV 26 November 2012 Jan Willem Zwang Martin Marquering Agenda Zon-PV Algemeen Business case Giesbers Business case Flynth Investeren door Green Spread Over Green Spread Zonnepanelen

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek

Zonnige Bedrijven in de Achterhoek Zonnige Bedrijven in de Achterhoek Meld u aan voor een gratis quickscan www.zonnigebedrijven.nl 2 3 Zonnige Bedrijven Het programma Zonnige Bedrijven helpt ondernemers om de voordelen van zonnepanelen

Nadere informatie

SUBSIDIE- AANVRAAG NOORDELOOS CONCEPT

SUBSIDIE- AANVRAAG NOORDELOOS CONCEPT SUBSIDIE- AANVRAAG SAMENVATTING Koplopers gaan samen met het dorp aan de slag om zonne-energie op te wekken in Noordeloos. De gemeente ondersteunt en de locaties zijn in kaart gebracht. Het is tijd voor

Nadere informatie

Hartelijk welkom! Uniek nieuw initiatief Transition Town Breda Energie coöperatie: Brabants Eigen Energie (BREE)

Hartelijk welkom! Uniek nieuw initiatief Transition Town Breda Energie coöperatie: Brabants Eigen Energie (BREE) Hartelijk welkom! Uniek nieuw initiatief Transition Town Breda Energie coöperatie: Brabants Eigen Energie (BREE) Peter Nuijten Mob: 06-22811585 E-mail: peter.nuijten@hotmail.nl 1 Concept Energie coöperatie

Nadere informatie

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres

Rabin Baldewsingh. 27 juni SBR congres Samen op weg naar een klimaatneutraal Den Haag Rabin Baldewsingh wethouder duurzaamheid gemeente Den Haag 27 juni SBR congres Den Haag Ambitie Den Haag klimaatneutraal in 2040 CO 2 -emissie reduceren door:

Nadere informatie

Groene Fabriek Lochem

Groene Fabriek Lochem Groene Fabriek Lochem CCS Energie, innovatief en integraal 12 adviseurs Onderwerpen Biomassa Mono-mestvergisting op de boerderij Biogasopwerking tot Groen gas Mestraffinage Houtstook / torrefactie Kennisoverdracht

Nadere informatie

Zon-PV op maatschappelijk vastgoed

Zon-PV op maatschappelijk vastgoed Zon-PV op maatschappelijk vastgoed Financiering en subsidie (SDE+) 9 juni 2016 Sander Huitink Agenda Over Greenspread Financiering zon-pv-projecten Salderen Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie

Nadere informatie

PERSDOSSIER. Slimme energie voor A1 Bedrijvenpark Deventer

PERSDOSSIER. Slimme energie voor A1 Bedrijvenpark Deventer PERSDOSSIER Slimme energie voor A1 Bedrijvenpark Deventer Inleiding De gemeente Deventer heeft de ambitie een energieneutraal bedrijvenpark te ontwikkelen aan de A1 ten zuiden van Deventer. Op vrijdag

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Energietransitie en schaalvoordelen

Energietransitie en schaalvoordelen Energietransitie en schaalvoordelen Samenvatting McKinsey-onderzoek Oktober 2013 CONTEXT Recent is door McKinsey, in opdracht van Alliander, een onderzoek uitgevoerd naar de vraag: Wat zijn de voordelen

Nadere informatie

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector Groeiplan voor warmte een initiatief van provincies, gemeenten en sector 27 november 2015 De Provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, en Limburg, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Gemeenten

Nadere informatie

Probleemanalyse Vaststellen nul- alternatief Definitie beleidsalternatieven

Probleemanalyse Vaststellen nul- alternatief Definitie beleidsalternatieven Probleemanalyse De vuilstort van de AVRI in Geldermalsen is gesloten. Het idee is om op deze gesloten vuilstort alsmede op de gebouwen van de AVRI in totaal 9,3 MWp zonpv te realiseren. Daarnaast kunnen

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz RAI PTM - bijeenkomst Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz 1 Stedin Netbeheer is verantwoordelijk voor het transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: duurzame energie voor iedereen

Nadere informatie

Tijdelijke duurzame energie

Tijdelijke duurzame energie Tijdelijke duurzame energie Tijdelijk Uitgewerkte businesscases voor windenergie, zonne-energie en biomassa Anders Bestemmen Tijdelijke duurzame energie Inleiding In het Corporate Innovatieprogramma van

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Samenvatting

Raadsvoorstel. Samenvatting \--/7 Raadsvoorstel '5C7 (j) Agendapuntnummer : Documentnummer : Raadsvergadering d.d. : Raadscommissie Commissie d.d. Programma Onderwerp Portefeuillehouder Bijlagen 6 ir.n.rr 18 oo 000 25-01-2018 Commissie

Nadere informatie

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018

en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Energie-infrastructuur: overzicht en uitdagingen voor de toekomst Pieter Boot, maart 2018 Indeling De drie fasen van ordening en regulering infrastructuur Nederland doorvoerland Wat is de opgave? Investeringen

Nadere informatie

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien?

De Kromme Rijnstreek Off Grid in Hoe kan dat eruit zien? De Kromme Rijnstreek Off Grid in 00. Hoe kan dat eruit zien? De gemeenten Houten, Wijk bij Duurstede en Bunnik op weg naar energieneutraal in 00 Exact bepalen hoe het energiesysteem van de toekomst er uit

Nadere informatie

Lindenhove. Renovatie & Transformatie. Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove

Lindenhove. Renovatie & Transformatie. Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove Lindenhove Renovatie & Transformatie Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove ' Duurzaam & Comfortabel Met slimme combinaties van energiebesparende maatregelen en opwekking van duurzame energie komen

Nadere informatie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze

Nadere informatie

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Mogelijkheden voor energie coöperaties Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Inhoud Samen sterker Belang van gezamenlijke projecten Variant 1: alles achter de meter Variant 2: korting

Nadere informatie

Inhoud. SDE+ loket Voorbereiding SDE+ aanvraag Omvang systeem Exploitatie (voorbeeld) Organisatie Projectmanagment

Inhoud. SDE+ loket Voorbereiding SDE+ aanvraag Omvang systeem Exploitatie (voorbeeld) Organisatie Projectmanagment SDE+ Loket Fryslân Inhoud SDE+ loket Voorbereiding SDE+ aanvraag Omvang systeem Exploitatie (voorbeeld) Organisatie Projectmanagment SDE+ Loket Waarom dit loket Ondersteuning bij SDE+ aanvraag Zon-PV Groep

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief)

Monitor klimaatbeleid. Gemeente Hunsum (fictief) Inleiding Behaalt uw gemeente de klimaatdoelstellingen? Wilt u weten hoeveel duurzame energie in uw gemeente wordt geproduceerd of energie wordt bespaard? Zoekt u inzicht in welke maatregelen succesvol

Nadere informatie

Gemeente Ede energieneutraal 2050

Gemeente Ede energieneutraal 2050 De gemeente Ede wil uiterlijk in 2050 energieneutraal zijn. Dit betekent dat we alle energie die in onze gemeente wordt gebruikt op een schone (hernieuwbare) manier willen opwekken. Dat doen we het liefst

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Hernieuwbaar energie-aandeel in Vlaamse nieuwbouwprojecten Ontdek de zonnestroomoplossingen van SMA

Hernieuwbaar energie-aandeel in Vlaamse nieuwbouwprojecten Ontdek de zonnestroomoplossingen van SMA Hernieuwbaar energie-aandeel in Vlaamse nieuwbouwprojecten Ontdek de zonnestroomoplossingen van SMA Verplicht aandeel hernieuwbare energie in nieuwbouw Vanaf 1 januari 2014 moet elke nieuwe woning, kantoor

Nadere informatie

Bijlage 1 Route energieneutraal Denkrichting energieneutraal in Uitgangspunten energieneutraal in 2025

Bijlage 1 Route energieneutraal Denkrichting energieneutraal in Uitgangspunten energieneutraal in 2025 Bijlage 1 bij agendapunt 3D: Uitvoeringsstrategie duurzaamdoen Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d. 31 oktober 2017 Bijlage 1 Route energieneutraal 2025 Denkrichting energieneutraal

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Grootschalige PV, stimulansen voor, en vanuit het bedrijfsleven. Marc Kok, directeur Energie Service Noord West

Grootschalige PV, stimulansen voor, en vanuit het bedrijfsleven. Marc Kok, directeur Energie Service Noord West Grootschalige PV, stimulansen voor, en vanuit het bedrijfsleven Marc Kok, directeur Energie Service Noord West Trends:: Stijgende prijzen? foto: epa Duitse zon drukt dagprijs Nederlandse stroom 31-01-2012

Nadere informatie

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Energiebehoefte van woningen/woonwijken Huidige gemiddelde energievraag van een woning 1. Warmte aardgas 1400 m3 2. Licht & kracht elektriciteit 3000

Nadere informatie

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving 25 maart 2019 Pagina 2 van 5 Ingrijpende veranderingen voor het Nederlandse energienet De energietransitie

Nadere informatie

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting

MKBA Windenergie Lage Weide Samenvatting MKBA Windenergie Lage Weide Delft, april 2013 Opgesteld door: G.E.A. (Geert) Warringa M.J. (Martijn) Blom M.J. (Marnix) Koopman Inleiding Het Utrechtse College en de Gemeenteraad zetten in op de ambitie

Nadere informatie

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Energie voor morgen, vandaag bij GTI Energie voor morgen, vandaag bij GTI Jet-Net docentendag 5 juni 2008 GTI. SMART & INVOLVED GTI is in 2009 van naam veranderd: GTI heet nu Cofely SLIMME ENERGIENETWERKEN, NU EN MORGEN 2008 2010 Centrale

Nadere informatie

Inpassing van duurzame energie

Inpassing van duurzame energie Inpassing van duurzame energie TenneT Klantendag Erik van der Hoofd Arnhem, 4 maart 2014 doelstellingen en projecties In de transitie naar duurzame energie speelt duurzame elektriciteit een grote rol De

Nadere informatie

Overijssel maakt werk van nieuwe energie!

Overijssel maakt werk van nieuwe energie! Overijssel maakt werk van nieuwe energie! U wilt met uw onderneming of woningcorporatie werk maken van nieuwe energie of energiebesparing. Maar u krijgt de financiering niet (volledig) rond via een bancaire

Nadere informatie

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG Introductie Jon van Diepen Register Energie Adviseur (rea) Afgestudeerd in Business of Energy Systems (TopTech/TU Delft) Achtergrond: ICT / Financieel Analist Interessegebied:

Nadere informatie

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Referentienummer Datum Kenmerk 336723.01.N001 1 september 2014 336723 Betreft Indicatieve berekening exploitatie warmtenet Westland 1 Inleiding Om een globale

Nadere informatie

Zonne-energie in Nederland. Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011

Zonne-energie in Nederland. Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011 Zonne-energie in Nederland Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011 Informatie Horizon Opgericht 2009 Veel ervaring in (duurzame) energie ca. 60 jaar Grootaandeelhouder HVC Groep in Alkmaar In

Nadere informatie

Presentatie Guus Ydema, directeur AGEM KIVI 25 januari 2017

Presentatie Guus Ydema, directeur AGEM KIVI 25 januari 2017 Presentatie Guus Ydema, directeur AGEM KIVI 25 januari 2017 Even voorstellen Ex-bestuurslid KIVI E (-2016) Vroeger: Hoogovens IJmuiden en KPN Telecom, ing. bureau Ebatech, Nuon Windenergie Vattenfall (2009),

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling 6 maart 2017 ir. A. Schiltmans MCD Meeting Bouwcampus, Grip op de Maas (heel) kort DGO Context van gas naar warmte Welke alternatieven zijn er Grootschalige

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 5-3-2013 Nummer voorstel: 2013/18

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 5-3-2013 Nummer voorstel: 2013/18 1 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 5-3-2013 Nummer voorstel: 2013/18 Voor raadsvergadering d.d.: 19-03-2013 Agendapunt: 06 Onderwerp:

Nadere informatie