Evacuatieoefeningen Herman Daems

Transcriptie

1 Evacuatieoefeningen 2019 Herman Daems

2 Evacuatie Veiligheid: Voor jezelf Slachtoffers Omstaanders 8/09/16 Footer ingeven 2

3 Evacuatie 8/09/16 Footer ingeven 3

4 Evacuatie Ken je het evacuatieplan? 8/09/16 Footer ingeven 4

5 Evacuatie Waar start ik mee? 8/09/16 Footer ingeven 5

6 De 10 geboden 6

7 Evacuatie 1. Blijf kalm Als er brand uitbreekt, blijf dan kalm. Hoe moelijk dat op dat moment ook mag zijn, als begeleider heb je een voorbeeldfunctie. Als jij de brand ernstig neemt en er op een kalme manier op reageert, zullen de anderen geneigd zijn je gedrag te volgen. 8/09/16 Footer ingeven 7

8 Evacuatie 2. Alles laten liggen Stop de activiteiten waar je mee bezig was. Laat alles liggen en verzamel de groep. Verspil geen kostbare tijd door eerst nog op te ruimen of de bezigheid af te ronden. 8/09/16 Footer ingeven 8

9 Evacuatie 3. Verwittig alle mensen in de omgeving Zorg ervoor dat iedereen op de hoogte wordt gebracht van de brand. Activeer het brand- of evacuatiealarm of roep luid Brand!. Zorg ervoor dat de melding serieus wordt genomen. 8/09/16 Footer ingeven 9

10 Evacuatie 4. Verwittig de hulpdiensten Verwittig zo snel mogelijk de hulpdiensten. Hoe sneller zij ter plaatse zijn, hoe minder schade er is. Bel het nummer Als je bij het bellen eerst geen beltoon hoort, blijf dan toch aan de lijn! Dit is normaal. 8/09/16 Footer ingeven 10

11 Evacuatie Welke informatie moet je doorgeven? Vermeld duidelijk je naam. Geef het adres op. Als je herkenningspunten kan doorspelen, aarzel dan niet om die ook te vermelden. Geef uitleg over de ernst en de aard van de brand: in welk kamer, op welke verdieping, waardoor de brand is ontstaan. Vermeld als je kan het aantal slachtoffers en de aard van de verwondingen. 8/09/16 Footer ingeven 11

12 Evacuatie Via het nummer 112 kom je bij een centrale terecht. Daar neemt men voor jou contact op met de bevoegde instanties. Jij moet de situatie dus zo goed mogelijk schetsen en een antwoord geven op de vragen die de hulpdiensten stellen. Zij doen de rest. 8/09/16 Footer ingeven 12

13 Evacuatie 5. Inperken Probeer te voorkomen dat het vuur zich snel kan uitbreiden. Sluit daarom altijd de ramen en deuren van een kamer/lokaal dat je verlaat. Zo beperk je de zuurstoftoevoer en hou je de uitbreiding van de brand tegen. Schakel de lichten niet aan of uit: je kan toch niet inschatten of je daar goed of kwaad mee doet. Als de lichten aanblijven, kunnen ze in het beste geval de brandweer helpen bij de zichtbaarheid. 8/09/16 Footer ingeven 13

14 Evacuatie 6. Vluchten Voor je de deur van de ruimte achter je hebt dichtgetrokken, controleer je nog eens of iedereen buiten is geraakt. Misschien verstopte een lid zich wel achter de kast. Wanneer je zeker bent dat iedereen bij jou is, trek je de deur dicht en ga je (samen met je groep) naar de dichtstbijzijnde uitgang. Als de normale weg gevaren inhoudt, volg je de pictogrammen richting de nooduitgang. 8/09/16 Footer ingeven 14

15 Evacuatie Let op! Blijf steeds samen en zorg ervoor dat je niemand verliest tijdens de zoektocht naar de uitgang. Geef de mensen eenduidige instructies. In een ideaal scenario heb je een lijst bij de hand van de mensen die op die dag aanwezig zijn. Zo weet je automatisch hoeveel mensen je onder je hoede hebt. Maar in de praktijk is zo n lijst vaak afwezig. Zorg er dus voor dat je weet met hoeveel mensen je vertrekt. Zo weet je op het einde van de rit of je hetzelfde aantal mensen in veiligheid hebt gebracht. 8/09/16 Footer ingeven 15

16 Evacuatie 7. Verzamelen Eenmaal buiten ga je naar de evacuatieplaats. In het beste geval is die aangeduid met pictogrammen. Als dat niet het geval is, moet je vooraf duidelijk afspreken waar de evacuatieplaats is, zodat je allemaal op dezelfde plaats verzamelt. Zo behoud je het overzicht van wie wel en niet is kunnen vluchten. 8/09/16 Footer ingeven 16

17 Evacuatie Op de evacuatieplaats blijf je bij de groep. Stel de groep zo op dat het duidelijk is dat het om één groep gaat. Zo kunnen de evacuatieverantwoordelijke en de brandweer beter het overzicht bewaren. Maak een lijst met de namen van de mensen in je groep. 8/09/16 Footer ingeven 17

18 Evacuatie 8. Tellen We gaan ervan uit dat je weet hoeveel mensen er aanwezig waren. Je telt en hertelt de aanwezigen zodat je er zeker van bent of er al dan niet iemand tekort is op de evacuatieplaats. Als je iemand mist, ga dan niet zelf terug om die persoon te zoeken. Meld het aan de hoofdverantwoordelijke of aan de brandweer. 8/09/16 Footer ingeven 18

19 Evacuatie Meld aan de hoofdverantwoordelijke: De naam van de groep (SAMANA) Welke ruimte er ontruimd is Eventuele vermiste personen en waar die zich misschien kunnen bevinden Potentiële gevaren of nuttige informatie. 8/09/16 Footer ingeven 19

20 Evacuatie 9. Blijf bij je groep, ga nooit terug Je blijft bij je groep, tenzij je expliciet de leiding over de groep aan iemand anders overdraagt. Licht in dit geval ook best de hoofdverantwoordelijke in. Probeer de mensen rustig te houden zodat de verdere evacuatie in alle kalmte kan verlopen. 8/09/16 Footer ingeven 20

21 Evacuatie Keer nooit terug naar het gebouw vooraleer de brandweer jou daarvoor toestemming geeft. Het risico om vast te raken in de brand of bedolven te worden onder brokstukken is te groot. Laat de brandweer zijn werk doen en probeer in geen geval de held uit te hangen. 8/09/16 Footer ingeven 21

22 Evacuatie 10. Wachten Blijf op de verzamelplaats tot het alarm is opgegeven. 8/09/16 Footer ingeven 22

23 Verzamelplaats 23

24 Nooduitgang links beneden 24

25 Nooduitgang links en rechts 25

26 Nooduitgang rechtdoor 26

27 Aanduiding AED toestel 27

28 Nooduitgang 28

29 Nooduitgang via ladder 29

30 Blusmiddelen 30

31 Blusmiddelen CO2 Water Poeder 8/09/16 Footer ingeven 31

32 Brandslang Kraan openen Haspel testen door te openen Spuit op het plafond NIET op de brand 32

33 Mensen met een beperking 33

34 Mensen met een beperking 34

35 4 of 7 35

36 EVACUATIEDOEKEN 36

37 EVACUATIEMATRAS 37

38 ROLSTOELTRANSPORTER 38

39 Rautekgreep 39

40 Ondersteuningsgreep 1 persoon Leg de arm van de patiënt rond uw hals + ondersteun zijn voorarm. Plaats andere hand rond rug of lenden van de patiënt. Blijf praten met de patiënt tijdens begeleiding. Pas je aan het tempo van de patiënt aan. Wijs de patiënt op moeilijkheden of hindernissen. Tips en trucs Plaats u steeds langs de gezonde zijde van de patiënt! 40

41 Ondersteuningsgreep 2 personen Leg de armen van de patiënt om de schouders van de hulpverleners. Elke persoon houdt een hand vast + vrije arm om lenden van de patiënt. 41

42 Stoeltje 42

43 Dekensleep Alleen toepassen in noodsituaties als patiënt te zwaar is. Steeds in de lengterichting van het lichaam trekken. Opletten voor schokken of schaafwonden aan het hoofd. Extra voorzichtig met wervelkolom. 43

44 44