Nota Terrasinrichting Westergasfabriek Amsterdam

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Amsterdam Nr mei 2018 Nota Terrasinrichting Westergasfabriek Amsterdam 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De Westergasfabriek is een bijzonder gebied. De combinatie van creatief en innovatief ondernemerschap in historische fabrieksgebouwen met rijksmonumentale status, midden in een prachtig stadspark, maakt deze plek uniek. Vanwege dit unieke karakter, maar ook naar aanleiding van een aantal handhavingsincidenten ten aanzien van terrasinrichtingen, zijn ondernemers van de Westergasfabriek, de verhuurder van de panden Westergasfabriek BV, Monumenten en Archeologie Amsterdam en stadsdeel West met elkaar in gesprek gegaan over welke (beleidsmatige) ruimte er is ten aanzien van het gebruik van de buitenruimte van dit terrein. De gesprekken hebben geresulteerd in een aantal (gezamenlijk) geformuleerde wensen en samenwerkingsafspraken 1. Eén van de door ondernemers benoemde wensen is het bieden van wat meer en specifiekere mogelijkheden voor hun terrasinrichting. De Horecanota stadsdeel West (2011) en de vergunningvoorschriften voor terrassen zouden namelijk onvoldoende handvatten op maat bieden. Volgens de terrasvoorschriften van het stadsdeel zijn in het stadsdeel op terrassen alleen tafels, zitelementen, parasols en terrasschermen mogelijk. Enerzijds biedt de ruim opgezette buitenruimte van de Westergasfabriek letterlijk de ruimte voor iets meer inrichtingsmogelijkheden, dan gebieden met een hogere dichtheid aan functies (zoals wonen boven horeca) en/of gebieden waar weinig open ruimte is 2. Anderzijds vraagt de monumentale status van de gebouwen en omliggende buitenruimte extra aandacht voor het gebruik en het behoud er van. Onderdelen van een terras of objecten waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, worden onder andere getoetst op de gevolgen voor de cultuurhistorische waarden van het gebied. Dit gaat niet alleen om fysieke aantasting, maar ook om de mate waarin objecten de gebouwen visueel ontsieren of afbreuk doen aan de samenhang van het terrein. 1.2 Doelstelling Doelstelling van deze nota is om helderheid en regels op maat te bieden voor terrasinrichting op de Westergasfabriek. Concreet betekent dit dat, in afwijking op het algemeen geldende (stadsdeel)beleid, voor dit gebied: Onder vooraarden meer mogelijkheden worden geboden met betrekking tot de type objecten die op een terras mogen staan en dus tot terrasattributen kunnen worden gerekend. Een aangepast winterterrassenregime: terrasmeubilair hoeft hier na sluitingstijd niet naar binnen te worden gehaald en er mogen hier in de wintermaanden dezelfde terras attributen staan als in de zomermaanden. Er aanvullende wensen zijn met betrekking tot de uitstraling van het terras. Ten aanzien van de openingstijden en andere onderwerpen niet beschreven in deze nota, is het van kracht zijnde beleid van toepassing. 1.3 Begripsomschrijving In deze nota wordt, conform art 3.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 2008, verstaan onder: 1 ) Zo wordt in 2018 gestart met een klankbordgroep, waarin ondernemers, Westergasfabriek BV, Monumenten en Archeologie en het stadsdeel vertegenwoordigd zijn. Deze klankbordgroep biedt alle (horeca)ondernemers van de Westergasfabriek een platform om hun plannen voor de buitenruimte, waaronder terrasinrichting, voor te leggen en te bespreken. De klankbordgroep heeft een functie als voorportaal in de aanloop naar het formele vergunningentraject en een functie in het geven van voorlichting over de regels die gelden met het oog op gewenst gebruik van de buitenruimte. De klankborgroep komt in ieder geval twee keer per jaar bij elkaar. 2 ) De Westergasfabriek is tevens aangewezen als horecaconcentratiegebied. Horecaconcentratiegebieden zijn aangewezen gebieden op grond van het Stedelijk Kader Terrassenbeleid. In de Horecanota stadsdeel West 2011 worden deze gebieden omschreven als gebieden waar zich relatief weinig woningen bevinden, waar sprake is van een relatief grote afstand tussen horeca en overige functies en gebieden waar sprake is van inpandige horeca, altijd in combinatie van een goede bereikbaarheid. In dit type gebied wordt (in vergelijking met bijvoorbeeld woongebieden) in beginsel net iets ruimer omgegaan met bijvoorbeeld openingstijden of de mogelijkheid voor omzetting van dag-naar avondzaak. 1

2 Horecabedrijf: de voor publiek toegankelijke besloten ruimte waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of eetwaren voor directe consumptie worden bereid of verstrekt; tot een horecabedrijf worden ook gerekend een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden; Terras: een buiten de besloten ruimte liggend deel van een horecabedrijf dat als zodanig herkenbaar is als een gelegenheid waartegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen worden verstrekt voor directe consumptie ter plaatse. Exploitant: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico een bedrijf wordt geëxploiteerd. 1.4 Gebiedsafbakening De in deze nota beschreven regels zijn van toepassing op horecabedrijven gevestigd op de Westergasfabriek (zie kaart in de bijlage). 2 Beleidsregels terrasinrichting Westergasfabriek 2.1 Verschijningsvormen terras Terrassen zijn er in verschillende verschijningsvormen. Een veel gebruikt onderscheid wordt gemaakt tussen gebouwde terrassen en onoverdekte terrassen. Een gebouwd terras is een overdekt en/of een door wanden omgeven ruimte, waarin het horecabedrijf wordt voortgezet, is aangebouwd aan een horecavestiging en is gelegen op of aan de openbare weg. Dergelijke terrassen kennen geen onderscheid in winter- en zomerseizoen. Voor deze terrassen is een omgevingsvergunning nodig; in feite gaat hierbij om een zelfstandig gebouw en niet meer om het in gebruik nemen van openbare ruimte conform de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De hierna beschreven regels zijn van toepassing op onoverdekte terrassen op de Westergasfabriek. 2.2 Plaatsing van een terras Een vergunning kan worden verleend voor een terras op de Westergasfabriek dat zich: a) voor de gevel van het horecabedrijf uitstrekt en direct aan de gevel daarvan aansluit en/of: b) bevindt op een onbebouwde, verharde buitenruimte direct naast het horecabedrijf (dus niet in het groen). De plaatsing (en het gebruik) van een terras dient zo te zijn dat: c) daardoor de toegang tot in gebruik zijnde gebouwen, gedeelten van gebouwen en ruimten niet wordt bemoeilijkt; d) er een minimale doorloopruimte voor voetgangers blijft gewaarborgd van 1.50 meter en daar waar nodig (omdat er geen andere aanrijroute is) aanvullende ruimte van minstens 3.50 meter voor nood- en hulpdiensten (zoals de Pazzanistraat). Dit is maatwerk en kan per locatie op het terrein verschillen. 2.3 Terrasattributen Op het terras zijn zowel functioneel meubilair (zitelementen, tafels, parasols, terrasschermen) als objecten ter aankleding en ter verhoging van de sfeer toegestaan (zoals planten en kunstobjecten), mits zij aan de volgende voorwaarden voldoen: a) De attributen dienen binnen het vergunde terrasgedeelte opgesteld te zijn. Terrasmeubilair naast of in de directe nabijheid van het vergunde terras dat uitnodigt om drank en/of etenswaren te nuttigen, is dus niet toegestaan, ook als hier niet wordt bediend; b) De attributen mogen niet constructief worden verankerd zonder vergunning; c) De terrasattributen mogen niet aan de buitenzijde van de panden worden aangebracht of bevestigd zonder omgevingsvergunning; d) De terrasattributen (inclusief terrasschermen) mogen niet hoger zijn dan 1.50 meter, met uitzondering van parasols. Objecten op een terras van boven de 1.50 meter worden niet tot terrasattributen gerekend en hiervoor dient ten alle tijden een omgevingsvergunning te worden aangevraagd; e) De terrasattributen moeten door mankracht verplaatsbaar zijn, zodat zij indien nodig tijdelijk kunnen worden verwijderd (zie 2.7); f) Gevelbanken zijn toegestaan, mits opgenomen als onderdeel van het terras in de exploitatievergunning. 2

3 g) Het gebruik van vuurmeubels of sfeerhaarden (op reguliere basis) op het terras is niet toegestaan 3. Onder vuurmeubels of sfeerhaarden verstaan we meubels die primair worden gebruikt ter verhoging van de sfeer (zoals bijvoorbeeld vuurkorven) en niet voor verwarming van het terras of het bereiden van eten. 2.4 Gebruik terras a) Het is niet toegestaan om (op reguliere basis) dranken en/of etenswaren te bereiden of op te slaan op het terras 4 b) Het is niet toegestaan om dranken en eetwaren voor directe consumptie ter plaatse te verstrekken aan bezoekers buiten de ruimte die als terras mag worden geëxploiteerd. 2.5 Regime winterseizoen Ondernemers van de Westergasfabriek mogen hun terras in de winter (november tot en met februari) exploiteren, onder de volgende voorwaarden: a) Op het winterterras mogen dezelfde terrasattributen (zie 2.3) staan als in de zomermaanden; b) Het winterterras hoeft buiten de genoemde tijden in de exploitatievergunning niet naar binnen te worden gehaald, maar dient wel zo veel als mogelijk onklaar gemaakt te worden. Dit betekent dat terrasattributen indien mogelijk na sluitingstijd moeten worden opgestapeld en op slot moet worden gezet, of worden in -of opgeklapt; c) De opgeslagen terrasattributen dienen zo dicht mogelijk tegen de gevel van de onderneming te zijn geplaatst, waarbij de nooduitgangen altijd vrij dienen te blijven; d) Kunstmatige terrasverwarming is toegestaan, onder voorwaarde van het gebruik van de minst milieubelastende verwarmingselementen 5. e) Voor terrasverwarming aan de gevel dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. 2.6 Uitstraling terras Om de terrassen op de Westergasfabriek goed te laten passen in hun omgeving gekenmerkt door een monumentale status en een creatief en industrieel karakter, hebben ondernemers, Westergasfabriek bv, Monumenten en Archeologie Amsterdam en stadsdeel West gezamenlijk een aantal aanvullende wensen en voorwaarden geformuleerd ten aanzien van de uitstraling van terrassen: a) Het monumentale, samenhangende straat- en gevelbeeld mag niet overheerst worden door de terrasinrichting: uitgesproken vormgeving mag, maar overheersende vormgeving door hard of fel kleurgebruik dient bij voorkeur vermeden te worden; b) De terrasattributen zijn bij voorkeur duurzaam in materialisering en uitstraling; c) Terrassen blijven onderdeel van een doorlopende openbare ruimte. Om een beeld van afgesloten ruimtes te voorkomen, geldt dat: i. de terrasafscheiding is maximaal 1.50 meter hoog (inclusief eventuele beplanting); ii. de terrasafscheiding is voor minstens de helft transparant of open, dus geen gesloten-wand of schutting als terrasafscheiding; iii. de diverse losse terrasattributen mogen niet zo worden toegepast, dat er feitelijk sprake is van een aaneengesloten geheel, een bouwwerk of een serre in de openbare ruimte; d) Terrasattributen dienen schoon te zijn en geen vervuiling in de hand te werken; e) Wanneer het terras voor een langere periode niet in gebruik is, dient het aanzicht alsnog te allen tijde een verzorgde en uitnodigende uitstraling te hebben. 2.7 Verplichtingen exploitant a) Indien met het oog op het uitvoeren van openbare werken of om andere dringende redenen het terras uit de openbare ruimte tijdelijk verwijderd moet worden, dient het terras (met alle bijbehorende attributen) na aankondiging binnen 24 uur te worden verwijderd. b) De horecaexploitant is (samen met de leidinggevende en het overige personeel) verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in het bedrijf, op het terras, maar ook de directe omgeving. De 3 ) Alleen incidenteel en voor bijzondere gelegenheden kan een ondernemer op basis van een evenementenvergunning/ontheffing bij uitzondering gebruik maken van een vuurmeubel. 4 ) Wenst een ondernemer dit voor een specifieke gelegenheid wel te doen (bijvoorbeeld het organiseren van een barbecue), dan dient hiervoor een evenementenvergunning /een ontheffing te worden aangevraagd. 5 ) Kenniscentrum Infomil (Infomil.nl) geeft aan (2012): gasgestookte verwarmingsapparatuur aan de gevel of elektrische apparatuur met bewegingsmelder. 3

4 exploitant zorgt er voor dat het komen en gaan van bezoekers ordelijk verloopt; spreekt bezoekers aan die (geluids)overlast veroorzaken en houdt zowel het terras als aangrenzende buitenruimte schoon. 3 Overgangsregeling Voor de zittende ondernemers op de Westergasfabriek geldt dat de terrasvoorschriften zoals opgenomen in hun exploitatievergunning blijven gelden voor de looptijd van de vergunning, wanneer deze gunstiger voor de vergunninghouder zijn. Wanneer na afloop van de termijn de exploitatievergunning wordt verlengd, gelden vanaf dat moment de nieuwe regels met betrekking tot terrasinrichting voor de Westergasfabriek. Aanvragen om een exploitatievergunning die vóór de dag van inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn ontvangen, maar na inwerkingtreding nog niet door het stadsdeel zijn afgehandeld, worden behandeld volgens het op dat moment geldende beleid, indien dit voor de aanvrager gunstiger is. Bepalend is hierbij de datum van ontvangst van de aanvraag. 4

5 Bijlagen Bijlage 1: Afbakening Westergasfabriek 5 Gemeenteblad 2018 nr mei 2018