FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2012 Finale versie, Provincie Fryslân, Afdeling K&E

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2012 Finale versie, Provincie Fryslân, Afdeling K&E"

Transcriptie

1 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2012 Finale versie, Provincie Fryslân, Afdeling K&E Op 9 februari 2011 werden het Fries Milieuplan en het bijbehorende Fries Milieuprogramma door Provinciale Staten van Fryslân vastgesteld. Het Milieuplan schetst de hoofdlijnen van het provinciaal milieubeleid. Het Milieuprogramma vertaalt de ambities van het Milieuplan in een uitvoeringsprogramma met concrete activiteiten. Per activiteit zijn voor de uitvoeringsjaren 2011 tot en met 2014 concrete resultaten gepland. De voortgang van de uitvoering van het Milieuprogramma wordt jaarlijks gemeten. De voorliggende rapportage geeft het resultaat van de monitoringronde 2012 van het Fries Milieuprogramma. De monitor toont de voortgang van de uitvoering van het milieuprogramma in vergelijking met de uitvoeringsplanning voor 2011 en De beoordeling van de voortgang van de uitvoering is uitgewerkt per spoor en per activiteit. Het resultaat van de beoordeling is per activiteit beknopt weergegeven aan de hand van de volgende symbolen: De uitvoering ligt op schema De uitvoering loopt achter Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar Voor elke beoordeling bevat de monitoringrapportage een tekstuele toelichting. De monitoringrapportage heeft dezelfde indeling als het Milieuprogramma, zodat de twee documenten eenvoudig met elkaar kunnen worden vergeleken. De inhoud van de monitor is als volgt: Voortgang activiteiten in relatie tot de planning van het Milieuprogramma Toelichting per activiteit op de beoordeling van de voortgang De voortgang van het Milieuprogramma in kort bestek, aangegeven als percentage van het totaal aan geplande maatregelen: Situatie einde 2011 Situatie einde 2012 Op schema 35% 66% Achter op schema 34% 31% Onvoldoende gegevens 31% 4% Tijdens de eerste monitoringronde van 2011 is tevens de doelenmonitor ingevuld. Deze monitor geeft aan waar de provincie Fryslân in 2011 stond wanneer het gaat om de wettelijke en bestuurlijke doelen die al vóór 2011 golden. Wettelijke doelen richten zich meestal op de kwaliteit van het milieu, terwijl het bij bestuurlijke doelen veelal gaat om afgesproken prestaties ter verbetering van die kwaliteit. In 2014, aan het einde van de looptijd van het Milieuprogramma, wordt nogmaals een meting met de doelenmonitor gedaan. Daarmee ontstaat een beeld van de lange termijn veranderingen die zich in het milieu voordoen en van de mogelijke invloed die het Milieuprogramma daarop heeft gehad. De doelenmonitor is niet in deze rapportage opgenomen.

2 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 1: Slim milieubeheer Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Geluid De provincie pakt in samenwerking met gemeenten alle regionale en lokale knelpunten op het gebied van geluidhinder op. Percentage opgeloste regionale en lokale knelpunten. 10% 20% 40% 60% 80% Bodem- en waterbodem sanering De provincie zorgt ervoor dat alle landen waterbodemsaneringslocaties met humane spoed vóór 2015 zijn gesaneerd dan wel worden beheerst. Aantal gesaneerde of beheerste. 22 humane aanwezig *) 3 humane gesaneerd of beheerst 4 humane gesaneerd of beheerst. 6 humane gesaneerd of beheerst. 13 overige gesaneerd of beheerst. De provincie streeft ernaar dat de bodemsaneringslocaties met ecologische spoed of spoed vanwege verspreidingsrisico s vóór 2015 zijn beheerst. Voortgang onderzoek en aanpak. circa 16 overige aanwezig *) onderzoek overige onderzoek overige overige spoed locaties bekend saneringsplan gereed *) Aantallen aangepast naar aanleiding van het beschikbaar komen van nieuwe onderzoekresultaten. Doordat er sprake is van andere aantallen dan oorspronkelijk werd aangenomen is de uitvoeringsplanning opnieuw uitgewerkt in het Projectplan Humane Spoedlocaties (vastgesteld door GS in juli 2012). Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

3 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 1: Slim milieubeheer (vervolg) Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Lucht Alle 20 inrichtingen in Fryslân die de luchtkwaliteit van Fryslân mogelijkerwijs negatief beïnvloeden, én waarvan de provincie bevoegd gezag is, voldoen aan de wettelijke vereisten inzake luchtkwaliteit. Percentage bedrijven dat voldoet aan de wettelijke vereisten. 100% 100% 100% 100% 100% Externe veiligheid Het plaatsgebonden risico door opslag en transport van gevaarlijke stoffen wordt nergens in Fryslân overschreden. Het aantal situaties waarin sprake is van een overschrijding van het plaatsgebonden risico Friese burgers hebben via de Risicokaart inzicht in de risico s die zich in Fryslân voordoen. Percentage risicosituaties dat volledig en actueel is ingevoerd in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS). Tevens het percentage kwetsbare objecten dat volledig en actueel is ingevoerd in het Informatiesysteem Overige Ramptypen (ISOR). circa 70% *) 100% 100% 100% 100% Geluid De provincie brengt de geluidbelasting in beeld van alle provinciale wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer. Percentage wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer, waarvan de geluidbelasting in beeld is gebracht. 30% 100% 100% 100% 100% De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting van woningen aan provinciale wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer én een geluidbelasting boven de plandrempel, te verlagen. Percentage wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer en een geluidbelasting boven de plandrempel, waar de provincie maatregelen heeft genomen. 0% 0% 25% 50% 75% De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting op urgente locaties in het kader van stads- en dorpsvernieuwing, te verlagen. Percentage locaties stads- en dorpsvernieuwing waar de provincie maatregelen heeft genomen. 10% 20% 40% 60% 80% De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting in alle stiltegebieden te waarborgen. Percentage stiltegebieden waar de provincie maatregelen heeft genomen. 60% 70% 90% 90% 90% *) Raming naar aanleiding van de inventarisatie van de stand van zaken bij de Friese bevoegde gezagen in 2011 en Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

4 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 2: Ruim baan voor duurzame innovaties Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Water Verminderen van de afhankelijkheid van gebiedsvreemd water in natuurgebieden (verdrogingsbestrijding). Aantal hectare natuurgebied waarin de afhankelijkheid van gebiedsvreemd water is verminderd ha natuurgebied wordt beïnvloed door gebiedsvreemd water Zand, grind en klei Stimuleren van het hergebruik van in provinciale werken vrijkomende grondstoffen door werk met werk te maken. Percentage van in provinciale werken vrijkomende grondstoffen dat in andere provinciale werken wordt hergebruikt. wordt in het kader van het project Grip op grond in beeld gebracht. uitvoering van drie pilotprojecten. afronden en evalueren pilotprojecten, plus structureel verankeren in werkproces. 50 % 75 % Fossiele energiedragers Een reductie van de CO 2-uitstoot door het afremmen van de toepassing van fossiele brandstoffen. Mton CO 2 -reductie niet gemeten kton kton kton kton Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

5 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 2: Ruim baan voor duurzame innovaties (vervolg) Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Landbouw *) Donkertebescherming door de reductie van de lichtemissie uit ligboxenstallen en uit kassen. Mate van beschikbaarheid van operationeel beleid. geen beleid niet uitgewerkt beleidsonderzoek beleidsontwikkeling operationeel beleid Vermindering van de verzuring en vermesting van de natuur door een reductie van de emissie van de veeteelt. Mate waarin het beleid en het plan van aanpak voor uitvoering van de programmatische aanpak van stikstof gerealiseerd zijn. geen beleid en plan van aanpak 5% integraal duurzame stallen oriëntatie ontwikkeling beleid en plan van aanpak operationeel beleid en plan van aanpak Verminderen van de milieudruk van de agrarische sector door een toename van de biologische akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. Ontwikkeling aantal en oppervlak biologische bedrijven. 127 bedrijven 5700 hectare niet uitgewerkt toename aantal bedrijven en/of oppervlak toename aantal bedrijven en/of oppervlak toename aantal bedrijven en/of oppervlak Beperking van het broeikaseffect door een toename van de productie van duurzame energie door agrarische bedrijven Mate waarin de provincie projecten op het gebied van duurzame energie in de agrarische sector ondersteunt. ondersteuning van duurzame energie projecten niet uitgewerkt ondersteuning van duurzame energie projecten ondersteuning van duurzame energie projecten ondersteuning van duurzame energie projecten Biodiversiteit Het in stand houden en duurzaam gebruiken van biodiversiteit door draagvlak te creëren bij en handelingsperspectief te bieden aan burgers, bedrijven en overheden. Natuurwaarde als verhoudingsgetal natuurkwaliteit en oppervlakte. 18% (NL) handhaven Friese Natuurwaarde handhaven Friese Natuurwaarde handhaven Friese Natuurwaarde handhaven Friese Natuurwaarde *) Aangepast na afstemming van Milieuprogramma en Landbouwagenda van Fryslân in Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

6 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 2: Ruim baan voor duurzame innovaties (vervolg) Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Broeikasgassen Op innovatieve wijze invulling geven aan het terugdringen van de emissie van broeikasgassen. Kwalitatieve beoordeling van de mate van innovativiteit van de lopende projecten. onbekend voorlopend voorlopend innovatief innovatief Afval Samen met gemeenten burgers en bedrijven inspireren en uitdagen om de hoeveelheid huishoudelijk afval in Fryslân in 2013 met 25% te verminderen. Percentage reductie van de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner in de eindverwerking ten opzichte van 2010 *). 212 kg / inwoner restafval uit huishoudelijk afval *) 5% 10% 25% 25% Geur Beperken van geurgehinderden. Percentage geurgehinderden in Fryslân uit onderzoek GGD Fryslân. 39% niet aangegeven niet aangegeven niet aangegeven 25% Licht Provinciale wegen worden niet verlicht tenzij de verkeers- of sociale veiligheid daar aanleiding toe geeft. Percentage van de lichtpunten langs provinciale wegen dat is vervallen ten opzichte dan de doelstelling **). 0% **) 0% niet aangegeven niet aangegeven 100% Het niveau van donkerte blijft in Fryslân minimaal gelijk. De provincie inventariseert mogelijkheden om (lokale) lichthinder en lichtvervuiling te verminderen en benut deze mogelijkheden in de planperiode. Achtergrondhelderheid (magnitudes per vierkante boogseconde). *) Aangepast naar aanleiding van het beschikbaar komen van nieuwe inzichten en gegevens. **) Aangepast naar aanleiding van het in 2011 vastgestelde Uitvoeringsprogramma openbare verlichting. 20,5-20,8 20,5-20,8 20,5-20,8 20,5-20,8 20,5-20,8 Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

7 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 2: Ruim baan voor duurzame innovaties (vervolg) Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Synthetische verbindingen Uitvoeren van een pilotproject gericht op het verbouwen van biologische alternatieven voor synthetische verbindingen als grondstof voor verpakkingen (cradle to cradle). Stand van zaken uitvoering pilot project. nog geen activiteiten. marktverkenning uitgevoerd. pilotproject geformuleerd en gestart. pilotproject in uitvoering. pilotproject afgerond. Zeldzame aardmetalen In kaart brengen van de problematiek van zeldzame aardmetalen zoals iridium en neodymium en uitvoeren van een pilotproject gericht op het beperken van de toepassing van nieuw gewonnen, zeldzame aardmetalen. Stand van zaken opstelling probleemschets en uitvoering pilotproject. nog geen activiteiten. problematiek in kaart gebracht. pilotproject geformuleerd. pilotproject in uitvoering. pilotproject afgerond. Metalen Samenwerking op gang brengen en houden met afvalbranche en metaalverwerkende bedrijven, c.q. branches), gericht op 100% hergebruik van metalen. Percentage metaal in huishoudelijk en bedrijfsafval dat hergebruikt wordt. nog geen activiteiten situatie in beeld gebracht. branche afspraken vastleggen. branche afspraken uitvoeren. hergebruik metalen 100%. Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

8 FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING UITVOERING JAAR 2012 Uitvoeringsspoor 3: Bouwen aan een duurzame samenleving Streefwaarden uit milieuprogramma Thema Te realiseren Meetwijze Nulmeting Onttrekkingen: water, zand, grind en klei, fossiele energiedragers, zeldzame aardmetalen, mineralen, vitale bodem, biodiversiteit.. Toevoegingen: broeikasgassen, meststoffen, verzuring, afval, geur, licht, synthetische verbindingen, metalen. Een uitwisseling van kennis en ervaringen ten aanzien van duurzaam ondernemen door lerende netwerken van bedrijven en instellingen binnen zeven branches, te weten: landbouw, zorg, recreatie, metaal en elektro, bouwnijverheid, transport en openbaar bestuur. Een bijdrage leveren aan een verandering van kennis, houding en gedrag ten aanzien van duurzaamheid bij Friese burgers. Het aantal actieve lerende netwerken. Het percentage bedrijven binnen prioritaire branches dat in de gelegenheid is gesteld deel te nemen aan het lerende netwerk. Ecologische voetafdruk van de Friese burger (in hectare). één lerend netwerk *) Aangepast naar aanleiding van onderzoek van de Friese Milieufederatie naar de ecologische voetafdruk van 2010 n.v.t. drie lerende netwerken opgestart. 100% voor drie branches. drie lerende netwerken opgestart en daarnaast drie lerende netwerken actief. 100% voor zes branches. één lerend netwerk opgestart en daarnaast zes lerende netwerken actief. 100% voor zeven branches. zeven lerende netwerken actief. 100% voor zeven branches. 4,19 *) 3,9 3,8 3,6 3,4 Uitvoering ligt op schema Uitvoering loopt achter Onvoldoende gegevens beschikbaar

9 Toelichting op de monitoring van de uitvoering Uitvoeringsspoor 1: Slim milieubeheer Thema Te realiseren Beschrijving situatie 2012 Geluid Bodem- en waterbodem sanering Lucht De provincie pakt in samenwerking met gemeenten alle regionale en lokale knelpunten op het gebied van geluidhinder op. De provincie zorgt ervoor dat alle land- en waterbodemsaneringslocaties met humane spoed vóór 2015 zijn gesaneerd dan wel worden beheerst. De provincie streeft ernaar dat de bodemsaneringslocaties met ecologische spoed of spoed vanwege verspreidingsrisico s vóór 2015 zijn beheerst. Alle 20 inrichtingen in Fryslân die de luchtkwaliteit van Fryslân mogelijkerwijs negatief beïnvloeden, én waarvan de provincie bevoegd gezag is, voldoen aan de wettelijke vereisten inzake luchtkwaliteit. Knelpunten op het gebied van geluidhinder kunnen potentieel veroorzaakt worden door wegverkeer (rijkswegen, provinciale wegen en gemeentelijke wegen), railverkeer, vliegverkeer (burgerluchtvaart en militaire luchtvaart) en door bedrijven (gemeentelijke en provinciale bedrijven). Geluidknelpunten langs de rijkswegen vallen onder de bevoegdheid van Rijkswaterstaat. Voor de geluidsituatie langs provinciale wegen is de provincie verantwoordelijk. De knelpunten langs provinciale wegen met meer dan 6 miljoen voertuigbewegingen per jaar zijn gesaneerd. Het aantal knelpunten langs de overige provinciale wegen is inmiddels bekend. De geluidbelastingkaart voor deze wegen is vastgesteld in juni De wegenprojecten in uitvoering (Haak om Leeuwarden, Centrale As en Noordwest Tangent) zullen er onder meer toe leiden dat de geluidhinder langs provinciale wegen de eerstkomende jaren flink afneemt. Op de knelpunten langs gemeentelijke wegen is geen zicht, alleen gemeenten met meer dan inwoners moeten deze in kaart brengen en die zijn er tot op heden niet in Fryslân. Wanneer de plannen van het kabinet doorgaan om gemeentes samen te voegen tot eenheden van minimaal inwoners komen de gemeentelijke geluidbelastingkaarten op termijn beschikbaar. Geluidknelpunten langs spoorwegen komen in Fryslân zeer beperkt voor. De knelpunten die er zijn worden door de gemeenten in het kader van de integrale stads en dorpsvernieuwing (ISV) aangepakt. De resterende ISV geluidknelpunten zijn beperkt en zullen naar verwachting in 2016 opgelost zijn. Voor wat betreft vliegverkeer zijn er In Fryslân enkele kleine burgerluchthavens en helivelden, momenteel wordt onderzocht of zich daar knelpunten voordoen. De geluidoverlast door militair vliegverkeer valt niet onder de provinciale bevoegdheid, of er geluidknelpunten zijn door militair vliegverkeer is onbekend. Uit onderzoek van de GGD is wel bekend dat straaljagers in Fryslân veel geluidhinder opleveren. Voor wat betreft de geluidhinder rond provinciale bedrijven is er nog steeds één knelpunt. Het gaat om een scheepswerf, waarvoor de vergunning geweigerd zou moeten worden. Bij een nieuwe procedure wordt de gemeente het bevoegd gezag, het bedrijf heeft echter verzocht de vergunningaanvraag voorlopig aan te houden. Met betrekking tot geluidknelpunten rond gemeentelijke bedrijven bestaat geen goede informatie. Er is dus geen overzicht van van álle geluidknelpunten in Fryslân, maar er is wél een goed inzicht in de knelpunten waar de provincie een verantwoordelijkheid heeft. Volgens het Milieuprogramma moet in 2012 in totaal 40% van deze knelpunten gesaneerd zijn. De uitvoering ligt op dit punt ruim op schema. Naar aanleiding van het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en Aanpak Spoedlocaties, in juli 2009 gesloten tussen rijk, IPO, VNG en UvW, zijn de humane in kaart gebracht. In totaal zijn er 22 humane in Fryslân, waaronder 11 landbodemlocaties en 11 waterbodemlocaties. Dit is een hoger aantal dan de 10 waarvan oorspronkelijk in het Milieuprogramma was uitgegaan. Voor de aanpak van deze locaties is een Projectenplan Humane Spoedlocaties gemaakt dat in juli 2012 door GS is vastgesteld. De uitvoeringsplanning van dit projectenplan vervangt daarmee de planning die oorspronkelijk in het Milieuprogramma stond. Van de 11 landbodemlocaties zijn er nog 7 over. In totaal 3 locaties zijn afgevallen op basis van een uitgebreide risicobeoordeling en 1 locatie is gesaneerd. Einde 2012 was er verder nog 1 sanering in uitvoering en stonden er 3 saneringen in de planning. Van de 11 waterbodemlocaties zijn er nog 9 over. Einde 2012 waren 2 locaties gesaneerd, was er 1 sanering in uitvoering en stonden er 2 saneringen in de planning voor Verder staan er 3 saneringen gepland om te worden uitgevoerd in combinatie met het project Centrale As. Van de oorspronkelijke lijst van 22 locaties zijn er dus einde 2012 in totaal 6 stuks gesaneerd of afgevoerd van de lijst. Ten opzichte van de gewijzigde uitvoeringplanning ligt de uitvoering van dit onderdeel van het Milieuprogramma op schema. In het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en Aanpak Spoedlocaties van juli 2009 zijn ook afspraken gemaakt over de overige. Dit zijn locaties met een risico van verspreiding van de verontreiniging en/of een risico voor de ecologie (dus geen humane risico s). Voor de aanpak van deze overige geldt de inspanningsverplichting dat de risico s per 31 december 2015 minimaal in beeld zijn gebracht en daar waar mogelijk zijn beheerst door middel van beveiligingsmaatregelen. In het Projectenplan Spoedlocaties is vastgelegd dat de locaties met ecologische en verspreidingsrisico s vóór 1 juli 2013 in kaart zijn gebracht. Op dit moment zijn er 6 locaties geïdentificeerd waar mogelijk onaanvaardbare risico s van verspreiding aanwezig zijn. Bij 10 locaties vindt nog onderzoek plaats naar de aanwezigheid van dergelijke risico s. Ook onderzocht zal worden in hoeverre de voormalige stortplaatsen uit het zogenaamde NAVOS programma nog ecologische en/of verspreidingsrisico s opleveren. Hierdoor kan het aantal locaties met deze risico s oplopen tot maximaal 40. Momenteel zijn er van de overige twee in uitvoering (1 fysiek en 1 beheersvariant). In 2013 staat 1 locatie op de planning voor sanering. De rest van de locaties met verspreidingsrisico s moet nog worden geprogrammeerd. Op het moment dat deze programmering gereed is kan de planning van het Milieuprogramma worden aangepast. Tot die tijd is de beoordeling dat de uitvoering van dit onderdeel van het milieuprogramma op schema ligt. De financiering van de sanering van de overige is overigens op dit moment nog niet geregeld. Alle inrichtingen in Fryslân die onder het provinciaal bevoegd gezag vallen voldoen einde 2012 aan de wettelijke eisen inzake de emissie van luchtverontreinigende stoffen. In 2011 waren er nog twee bedrijven die niet voldeden. Via de vergunningverlening is ervoor gezorgd dat ook deze bedrijven weer voldoen aan de wettelijke eisen. De emissies zijn daartoe getoetst aan de van toepassing zijnde regelgeving, zoals beschreven in het Besluit emissie-eisen stookinstallaties (BEES), het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS), de Nederlandse emissie Richtlijnen Lucht, de Best available techniques reference documents (BREF s) en waar nodig aan de luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. Daarmee ligt de uitvoering van het Milieuprogramma voor dit punt op schema.

10 Externe veiligheid Geluid Het plaatsgebonden risico wordt nergens in Fryslân overschreden. Friese burgers hebben via de Risicokaart inzicht in de risico s die zich in Fryslân voordoen. De provincie brengt de geluidbelasting in beeld van alle provinciale wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer. De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting van woningen aan provinciale wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer én een geluidbelasting boven de plandrempel te verlagen. De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting op urgente locaties in het kader van stads- en dorpsvernieuwing, te verlagen. De provincie neemt maatregelen om de geluidbelasting in alle stiltegebieden te waarborgen. Wat de inrichtingen betreft zijn er einde 2012 twee situaties waar het plaatsgebonden risico wordt overschreden, het bevoegd gezag is bij deze inrichtingen bezig met de aanpassing van de vergunningen. Wat het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, over het water en over het spoor betreft zijn er geen risicosituaties in Fryslân. Voor buisleidingen is er medio 2010 aanvullende regelgeving van kracht geworden, de risicosituatie rond buisleidingen is op basis van deze nieuwe regelgeving in kaart gebracht. Daarbij is door het Bureau Externe Veiligheid Fryslân een viertal knelpunten geconstateerd: 1) Een knelpunt voor een leiding van de Gasunie in Weststellingwerf, dit knelpunt is door Gasunie inmiddels opgelost. 2) Een knelpunt voor een leiding van Vermilion in Heerenveen, de leidingeigenaar is hiervan op de hoogte gesteld en verzocht om dit knelpunt op te lossen. 3) Een knelpunt voor een leiding van Vermilion in Smallingerland, de leidingeigenaar is ook hier van dit knelpunt op de hoogte gesteld en verzocht dit knelpunt op te lossen. 4) Een knelpunt voor een leiding van Zebra in Leeuwarden. De gemeente is hiervan op de hoogte gesteld en verzocht hierover contact met Zebra op te nemen. Voor buisleidingen van NAM zijn geen knelpunten geconstateerd. De beoordeling is derhalve dat de situatie in Fryslân einde 2012 niet volledig voldoet aan de de ambities van het Milieuprogramma. De knelpunten bij bedrijven zijn vergunningtechnisch van aard en zullen snel zijn opgelost. De knelpunten langs buisleidingen zijn het gevolg van nieuwe regelgeving en zullen op korte termijn worden aangepakt door de leidingeigenaren. De bevoegde gezagen (gemeenten en provincie) zijn verantwoordelijk voor het actueel houden van de Risicokaart. Daarvoor zijn twee onderliggende datasystemen van belang: het Risico Register Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en het Informatie Systeem Overige Ramptypen (ISOR). Sinds september 2011 is de coördinatie van de risicokaart ondergebracht bij het Bureau Externe Veiligheid, dat is opgezet door de samenwerkende partijen in de uitvoering van het externe veiligheidsbeleid. Vanuit het Bureau is in 2011 een actie gestart om ervoor te zorgen dat de gegevens van de gemeenten en de provincie in de Risicokaart actueel zijn. Einde 2012 heeft 96% van de bevoegde gezagen het RRGS op orde en 81% heeft het ISOR op orde. De situatie is aanzienlijk verbeterd ten opzichte van einde 2011 (toen was 81% van het RRGS en 71% van het ISOR op orde). De doelstelling van het Milieuprogramma voor 2012 (100% actueel) is daarmee echter nog niet bereikt. Verwacht wordt dat in 2013 de Risicokaart volledig actueel zal zijn. De geluidknelpunten langs de provinciale wegen met een jaarintensiteit van 6 miljoen voertuigen of meer waren reeds in een eerder stadium in beeld gebracht en zijn inmiddels ook gesaneerd. Het onderzoek naar geluidknelpunten richtte zich nadien op de overige provinciale wegen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond, in juni 2012 is de geluidbelastingkaart voor alle overige provinciale wegen vastgesteld. Hieronder zitten ook de wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer zoals bedoeld in het Milieuprogramma. De geluidbelasting langs alle provinciale wegen is echter in beeld gebracht en daarmee ligt de uitvoering van het Milieuprogramma voor dit punt op schema. De geluidknelpunten langs de provinciale wegen met een jaarintensiteit van 6 miljoen voertuigen of meer waren reeds in een eerder stadium gesaneerd. De geluidbelastingkaart van juni 2012 geeft aan dat er nog een aantal knelpunten aanwezig is langs de overige provinciale wegen. Daaronder zitten ook de wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer. De plandrempel staat aangegeven als 63 db maar is nog niet definitief vastgesteld. Deze bepaalt in sterke mate het aantal geluidknelpunten. Er wordt gewerkt aan een actieplan voor de aanpak van de overgebleven knelpunten dat naar verwachting in juli 2013 klaar zal zijn. In het kader van dit actieplan wordt een aantal opties uitgewerkt gebaseerd op verschillende plandrempels. Ook wordt onderzoek gedaan naar de keuze tussen de aanpak van alle provinciale wegen of de aanpak van alléén de wegen met een jaarintensiteit van 3 miljoen voertuigen of meer. Na juli 2013 zal het actieplan door GS worden vastgesteld en zal er een keuze zijn gemaakt. Daarmee wordt de plandrempel vastgesteld en is het aantal aan te pakken geluidknelpunten langs de provinciale wegen bekend. Volgens het Milieuprogramma zou in 2012 reeds 25% van de knelpunten moeten zijn aangepakt. Dit is nog niet het geval, de uitvoering van de Milieuprogramma loopt op dit punt dus achter. Deze actie van het Milieuprogramma richt zich op de aanpak van urgente locaties voor de geluidbelasting in het kader van de integrale stads- en dorpsvernieuwing (ISV). Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe verordening waaronder gelden aan de gemeenten kunnen worden uitgekeerd voor de aanpak van deze knelpunten. In 2012 is er daardoor vertraging in de financiering van de projecten ontstaan waardoor de lopende projecten wel konden worden afgemaakt maar er geen nieuwe projecten zijn aangepakt. De nieuwe verordening zal begin 2013 gereed zijn waarna de financiering kan worden hervat. De aanpak van deze knelpunten is overigens reeds ver gevorderd. De inschatting is dat einde 2012 circa 85% van de oorspronkelijke knelpunten is opgelost. Volgens het Milieuprogramma zou dat 40% moeten zijn dus de uitvoering ligt ondanks de vertraging nog steeds ruim op schema. Op basis van de ontwikkelingen wordt verwacht dat in 2016 op 100% van de knelpunten maatregelen zullen zijn genomen. Er zijn acht stiltegebieden in Fryslân, het grootste aaneengesloten gebied betreft de Waddenzee en de eilanden. In 2005 en 2009 werd onderzoek gedaan naar de geluidbelasting van de Friese stiltegebieden. In 2012 is opnieuw en uitgebreider onderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat het geluidniveau in de Friese stiltegebieden wel fluctueert door tijdelijke verstoringen, maar over langere periode niet is toegenomen en ook niet is afgenomen. De meeste verstoringen komen van vliegtuigen (Ameland, Schiermonnikoog en Drents-Friese Wold), vaartuigen (Alde Feanen) en wegverkeer (Drents-Friese Wold). De verstoringen op de Waddeneilanden zijn van kortere duur dan in de overige stiltegebieden. Overigens is het wel zo dat de gemiddelde geluidsintensiteit (Leq) in de meeste stiltegebieden boven de (nationale) streefwaarde van 40dB zit, alleen op Schiermonnikoog en Vlieland zit het gemiddelde niveau rond de 40dB. De provincie neemt in praktijk weinig maatregelen om het geluidniveau in de stiltegebieden te waarborgen. In een beperkt aantal gevallen wordt op basis van de Provinciale Milieu Verordening (PMV) ontheffing voor activiteiten verleend. Voor het eventueel terug brengen van de geluidsbelasting van de N381 op het Drents-Friese Wold zijn er nog geen maatregelen voorzien. Het Milieuprogramma geeft aan dat de provincie in 2012 voor 90% van de stiltegebieden maatregelen moet hebben genomen om de geluidbelasting te waarborgen. Gezien het beperkte deel van het stiltegebied waar voor dit doel maatregelen nodig zijn, is de beoordeling dat de uitvoering van het Milieuprogramma op schema ligt.

11 Uitvoeringsspoor 2: Ruim baan voor duurzame innovaties Thema Te realiseren Beschrijving situatie 2012 Water Zand, grind en klei Fossiele energiedragers Landbouw Verminderen van de afhankelijkheid van gebiedsvreemd water in natuurgebieden (verdrogingsbestrijding). Stimuleren van het hergebruik van in provinciale werken vrijkomende grondstoffen door werk met werk te maken. Een reductie van de CO 2-uitstoot door het afremmen van de toepassing van fossiele brandstoffen. Donkertebescherming door de reductie van de lichtemissie uit ligboxenstallen en uit kassen. De bestrijding van de verdroging verliep tot en met 2010 voorspoedig. Na eenzijdige opzegging van de bestuurovereenkomst ILG door de Rijksoverheid in oktober 2010 viel echter de financiële basis onder de verdrogingsbestrijding weg. Over de ontstane situatie zijn in 2011 onderhandelingen gevoerd tussen het Rijk en de provincies in IPO verband. In september 2011 heeft dit geleid tot het Onderhandelingsakkoord Natuur tussen Rijk en IPO. Provinciale Staten van Fryslân hebben dit akkoord niet aanvaard maar hebben aangegeven wel te zullen meewerken aan de uitvoering ervan. De verminderde rijksbudgetten betekenden echter dat de provincie haar beleid voor natuur en het landelijk gebied opnieuw tegen het licht moest houden. Dit is geschied in de Nota Natuer en Lanlik Gebiet van mei De nota voorziet echter tot op heden niet in een financiële basis voor het hervatten van de verdrogingsbestrijding. In 2011 is nog een aantal projecten afgerond, maar door de onzekerheid over de financiering zijn er daarna geen nieuwe verdrogingsbestrijdingsprojecten meer gestart. Volgens het Waterhuishoudingsplan en ook volgens het Miljeuprogramma zou jaarlijks op 500 hectare natuurgebied de verdroging worden bestreden. Voor 2011 is dat doel nog gehaald maar in 2012 blijft de verdrogingsbestrijding achter bij de doelen. In 2010 werd het initiatief Grip op Grond gestart om vraag en aanbod van grondstromen binnen provinciale projecten beter op elkaar af te stemmen. Het initiatief is gericht op het koppelen van provinciale projecten waarbij de vrijkomende hoeveelheden grond uit het ene project worden toegepast in het andere project. Daarbij worden verschillende innovatieve oplossingen bedacht en uitgevoerd. Grip op Grond richt zich niet alleen op grond maar ook op het nuttig toepassen van vrijkomende baggerspecie, waarbij de wijze van toepassing wordt afgestemd op de kwaliteit van de vrijgekomen specie. De provinciale gronddepots worden maximaal ingezet in de vraagbehoefte en om te dienen als tijdelijke opslaglocatie. Bij het maken van koppelingen wordt er ook over de provinciegrenzen heen gekeken. In 2012 werden de drie pilotprojecten uit 2010 en 2011 geëvalueerd en werd de daaruit voortkomende kennis ingezet. Einde 2012 waren er reeds zes succesvolle projectkoppelingen gerealiseerd en waren er negen koppelingen in voorbereiding. Er liggen nog vele koppelkansen voor de komende jaren. Daarmee blijkt de aanpak van Grip op Grond zeer succesvol. Het is nog niet goed aan te geven welk percentage grond in provinciale werken wordt hergebruikt. Dat komt omdat het niet eenvoudig om de totale hoeveelheid grond die vrijkomt bij provinciale werken in beeld te krijgen. Dat komt omdat verschillende onderdelen van de provincie met grond bezig zijn (beheer en onderhoud, infrastructurele projecten, natuur en landschap). Voor baggerspecie is wel redelijk goed in te schatten wat er aan specie vrijkomt. In de jaren 2000 tot en met 2012 werd er gemiddeld kubieke meter specie per jaar opgebaggerd. Gedurende deze jaren was er echter sprake van een stijgende trend. Op basis van deze trend moet voor de jaren 2013 en 2014 gerekend worden op circa à kubieke meter per jaar. In 2013 wordt gewerkt aan het beter kwantificeren van het hergebruik van uit provinciale activiteiten vrijkomende grond en baggerspecie. Het beeld wordt steeds completer. De beoordeling is dat de uitvoering van het Milieuprogramma voor dit onderdeel op schema ligt. De toepassing van fossiele brandstoffen wordt afgeremd door besparing op het gebruik van energie, het zo efficiënt mogelijk aanwenden daarvan en door de opwekking en het gebruik van duurzame energie. De provincie Fryslân werkt sinds een aantal jaren structureel aan deze onderwerpen. De vermeden uitstoot van CO 2 die het gevolg is van al deze inspanningen wordt in Fryslân gemeten met de CO 2 monitor. Deze monitor registreert gerealiseerde klimaatprojecten en rekent deze om in kilotonnen vermeden CO 2 emissie per jaar. De monitor registreert projecten op het gebied van windenergie, zonne-energie en biogas en daarnaast energiebesparingsprojecten op het gebied van mobiliteit en wonen. De nauwkeurigheid van de meting van de CO 2 monitor hangt samen met de volledigheid van de invoer van projecten. Einde 2011 was de invoer van de monitor nog onvoldoende om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de reductie van de CO 2 uitstoot. In 2012 is er daarom veel werk van gemaakt om de invoer zo volledig mogelijk te krijgen. Hierdoor is de gegevensbasis van de monitor einde 2012 voor circa 80% op orde, een niveau dat het toelaat om een goede schatting te maken van de reductie van de CO 2 uitstoot per jaar in Fryslân. In 2013 wordt de verbeteringsslag doorgezet waardoor naar verwachting einde 2013 een meer nauwkeurige meting mogelijk is. De uitkomsten van de CO 2 monitor voor Fryslân worden geijkt met behulp van de meest recente getallen van de Nederlandse Emissieregistratie. De CO 2 monitor geeft aan dat de reductie van de CO 2 uitstoot in Fryslân ultimo 2012 circa kton per jaar bedraagt. Ten tijde van de opstelling van het Milieuprogramma was het Klimaat en energieakkoord tussen rijk en provincies geldig. Hierin was voor 2020 een reductie van 30% ten opzichte van 1990 vastgelegd. Omgerekend naar de Friese situatie zou dit voor het jaar 2012 een reductie van 950 tot kton per jaar moeten zijn. De bereikte reductie in Fryslân is groter zodat geconcludeerd kan worden dat het Milieuprogramma voor dit onderdeel op schema ligt. Deze actie wordt uitgevoerd in het kader van de Landbouwagenda. De ambitie voor de beperking van de lichtemissie is dat er in 2014 nieuw provinciaal beleid is dat praktisch haalbare en betaalbare maatregelen voorschrijft voor ligboxenstallen. Via praktijkproeven wordt achterhaald wat praktische en betaalbare maatregelen zijn om de lichtuitstoot uit ligboxstallen terug te dringen en welke resultaten daarmee haalbaar zijn. De gemeente Tytstjerksteradiel startte daar begin 2012 al mee. LTO en Milieufederaties van Groningen en Fryslân zijn in het najaar begonnen. De eerste resultaten van de praktijkproeven zijn in de eerste helft van 2013 te verwachten. Deze monden uit in een convenant dat als advies aan de provincie en de gemeenten wordt voorgelegd. Mede op basis daarvan zal GS een voorstel voor beleid maken. Het s-nachts doven van het licht in stallen en het onderbouwen van een bouwaanvraag met een professioneel lichtplan zijn maatregelen waaraan in elk geval wordt gedacht. Verder wordt in 2013 onderzocht wat de situatie met lichtuitstraling in het glastuinbouwgebied in en rond Berlikum is en of daarvoor nader beleid wenselijk is. Door het sluiten van een vestiging in Menaldum en het overgaan op een andere teelt in Berlikum is op twee locaties de lichtemissie door groeilicht volledig gestopt. Hierdoor blijft er in en rond Berlikum nog één glastuinbouwbedrijf over dat simulatielicht toepast. De tuinders in Sexbierum hebben in het kader van het glastuinbouwontwikkelingsproject Waddenglas eerder al afspraken met de gemeente gemaakt over vergaande reductie van lichtemissie. Gezien de stand van zaken in de voorbereiding van het beleid is de beoordeling dat dit onderdeel van de Landbouwagenda en het Milieuprogramma op schema ligt.

12 Biodiversiteit Vermindering van de verzuring en vermesting van de natuur door een reductie van de ammoniakemissie van de veeteelt. Verminderen van de milieudruk van de agrarische sector door een toename van de biologische akkerbouw, tuinbouw en veeteelt. Beperking van het broeikaseffect door een toename van de productie en het gebruik van duurzame energie door agrarische bedrijven Het in stand houden en duurzaam gebruiken van biodiversiteit door draagvlak te creëren bij, en handelingsperspectief te bieden aan burgers, bedrijven en overheden. Deze actie wordt uitgevoerd in het kader van de Landbouwagenda. Landelijk werken het ministerie van EZ, het ministerie van I&M en het IPO samen aan de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Deze aanpak omhelst een methodiek om de ecologische instandhoudingsdoelen van de Natura 2000 gebieden te behalen met behoud van economische ontwikkeling. Dit gebeurt door verlaging van de stikstofdepositie in combinatie met herstelmaatregelen. Verwacht wordt dat deze aanpak begin 2014 van start kan gaan. De ambitie van de Landbouwagenda is dat er in 2014 een plan van aanpak en flankerend beleid klaar liggen voor de uitvoering van het PAS. In afwachting van de PAS vindt op dit moment vergunningverlening plaats op basis van de Natuurbeschermingswet. Dat betekent dat alleen vergunning verleend wordt aan bedrijven die uitbreiden wanneer hierdoor geen verhoging van de stikstofdepositie ontstaat. Dit kan door interne bedrijfsmaatregelen of door te salderen met bedrijven die stoppen. De situatie met betrekking tot de ontwikkeling van het PAS in aanmerking nemende is de beoordeling dat de uitvoering van dit onderdeel van de Landbouwagenda en van het Milieuprogramma op schema ligt. Deze actie wordt uitgevoerd in het kader van de Landbouwagenda. De ambitie is om de biologische landbouw te versterken, de gangbare landbouw meer kennis te laten maken met de biologische landbouw en het aantal biologische landbouwbedrijven en het grondgebruik door deze bedrijven in Fryslân toe te laten nemen. Om dit te ondersteunen is het streven om van de provinciale middelen voor uitrol van kennis minimaal 12% in te zetten voor de biologische sector. In de periode 2011 en 2012 is er van de provinciale middelen voor projecten uitrol van kennis 23% ingezet voor biologische projecten. De biologische landbouw liftte daarnaast ook in meer of mindere mate mee met andere projecten van de Landbouwagenda. De doelstelling van 12% is dus ruimschoots gehaald. Het aantal biologische bedrijven in Fryslân blijft min of meer stabiel: in 2004, 2007 en 2011 telde Fryslân respectievelijk 128, 117 en 130 biologische bedrijven. De hoeveelheid grond in gebruik bij biologische bedrijven bedroeg in 2004, 2007 en 2011 respectievelijk 4.990, en ha. Hierbij is sprake van een groei van 15%. Die groei vond met name plaats in de jaren 2004 tot en met In de jaren na 2007 was er wel sprake van groei maar lag deze lager dan in de voorgaande periode. De beoordeling is dat daarmee de uitvoering van dit onderdeel van de Landbouwagenda en van het Milieuprogramma op schema ligt. Deze actie wordt uitgevoerd in het kader van de Landbouwagenda. De ambitie is om de productie en ook het gebruik van duurzame energie door de landbouw te verhogen. Voor het glastuinbouwontwikkelingsproject Waddenglas zijn de voorbereidingen getroffen voor duurzame energie. Hiervoor is er intensief gewerkt aan een plan voor gebruik van restwarmte van Omrin en een temperatuuropslagsysteem. Dit plan is echter niet geslaagd. Inmiddels werkt een van de bedrijven aan de realisatie van geothermie. Ook in Berlikum zijn de tuinders met geothermie bezig. Het initiatief voor een biogasleiding in Noordoost Fryslân stokt omdat deze alleen met een forse exploitatiesubsidie rendabel is. Verder zit mest-covergisting in moeilijk vaarwater, doordat de prijs van covergistingsmateriaal zodanig is gestegen dat het rendement onder druk staat. Daar staat tegenover dat er concrete kleinschalige initiatieven gerealiseerd zijn waarbij biogas en/of warmte, geproduceerd op een agrarisch bedrijf, wordt afgezet bij derden: in Stiens wordt biogas uit mest geleverd aan een zwembad, in Tirns wordt geleverd aan het gasnet. De provincie ondersteunt op het gebied van biogas een drietal initiatieven: 1) Greenstep, een installatie die bij een mestvergister enzymen produceert waardoor de de biogasproductie stijgt, 2) Manure, een project gericht op mestscheiding en productie van biogas uit de dunne fractie en 3) Beddingmaster, gericht op winning van warmte uit de dikke fractie van de mest. Op het gebied van zonne-energie ondersteunde de provincie een initiatief van de Noardlike Fryske Wâlden voor collectieve inkoop van zonnepanelen voor onder andere agrarische bedrijven. De provincie is ook betrokken bij gelijksoortige initiatieven in Zuidwest Fryslân en op de Waddeneilanden. De provincie ondersteunt verder de voorlichting aan boeren op het gebied van zonnestroom. Bij de zonnestroomprojecten speelt de verwijdering van asbestdaken een rol, de kosten die hiermee gemoeid zijn weerhouden een deel van de boeren om zonnepanelen te plaatsen. Voor 2013 of 2014 komt er naar verwachting rijksgeld beschikbaar voor asbestverwijdering gekoppeld aan zonnepanelen. Tenslotte ondersteunde de provincie een aantal projecten gericht op energiebesparing. Ondanks het feit dat niet alle projecten slagen is de beoordeling gezien de grote inzet van de provincie dat dit onderdeel van de Landbouwagenda en van het Milieuprogramma op schema ligt. De provincie werkt op verschillende vlakken aan het draagvlak en aan handelingsperspectieven voor biodiversiteit. Voorbeeld is het Werkplan weidevogels, waarbij onder andere wordt ingezet op de agrarische sector, terreinbeheerders en gemeenten. Daarnaast voert de Friese Milieufederatie voor de provincie enkele campagnes uit die gericht zijn op verbetering van de bewustwording voor biodiversiteit, te weten: de Friese vogelspothappening Frysk Fûgelpaad, het project nieuwe natuur in de stad, het toegankelijk maken van de kolonie meervleermuizen in Tjerkwerd via webcams en de uitvoering van het project roofvogels in beeld. Jaarlijks ontvangt het IVN een provinciale bijdrage voor de uitvoering van Natuur en Milieu Educatie (NME) in Fryslân. Biodiversiteit en duurzaamheid zijn thema s die daarin een belangrijke component zijn. Kernopgaven zijn: versterken van de NME centra, opleiding en kennisversterking voor vrijwilligers, lesprogramma s voor het basis onderwijs en ondersteuning van voorlichting en educatie voor de Nationale Parken. De opdracht voor 2013 is het verder versterken en uitbouwen van het NME netwerk in Fryslân, waaronder betrokkenheid van de gemeenten. Het Milieuprogramma meet het resultaat van deze inspanningen met de Natuurwaarde (NW). Deze indicator berekent de natuurkwaliteit van een gebied aan de hand van de oppervlaktes aanwezige ecosystemen en de kwaliteit van die ecosystemen. Op nationaal niveau is de natuurwaarde 18%. In 2012 zijn de basisgegevens voor de berekening van de Friese NW verzameld en is opdracht gegeven aan Alterra voor de berekening van deze indicator voor de Friese biodiversiteit. De indicator omvat het areaal en de kwaliteit van de natuurtypen, de recente trend per natuurtype en de ontwikkeling van de populatie-omvang van soorten. De verwachting is dat het resultaat in maart 2013 gereed zal zijn. Gezien de brede inzet van de provincie op biodiversiteit is de beoordeling dat de uitvoering van dit onderdeel van het Milieuprogramma op schema ligt.

13 Broeikasgassen Afval Op innovatieve wijze invulling geven aan het terugdringen van de emissie van broeikasgassen. Samen met gemeenten burgers en bedrijven inspireren en uitdagen om de hoeveelheid huishoudelijk afval in Fryslân in 2013 met 25% te verminderen. De provincie ondersteunt een aanzienlijk aantal innovatieve projecten die bij opschaling een bijdrage kunnen leveren aan de terugdringing van de emissie van broeikasgassen. Voorbeelden van inhoudelijk innovatieve projecten zijn: de ontwikkeling van een geheel nieuwe opslag-, distributie- en gebruiksketen voor biogas en groengas, de ontwikkeling van hoogrendement, flexibele en beloopbare zonnepanelen en een bijbehorende hoogrendement converter voor vaar- en voertuigen, de ontwikkeling van nieuwe encapsulatietechnieken voor het lamineren van zonnecellen, het testen en doorontwikkelen van de warmwatermotor waarmee het mogelijk wordt om efficiënt elektriciteit uit warmte van een lagere temperatuur te halen, de ontwikkeling van een totaalconcept waarmee de waardevolle componenten die in mest zitten van elkaar worden gescheiden en biogas wordt geproduceerd, de demo voor alternatieve inzet van aardwarmte in een woning, de pilot waarbij biogas geproduceerd wordt uit rest- en afvalstoffen en het toepassen van bio-lng als een hoogwaardige, duurzame en milieuvriendelijke transportbrandstof voor vrachtwagens. Voorbeelden van procesmatig innovatieve projecten zijn: de ontwikkeling van het energieneutrale werklandschap bij Oosterwolde, het onderzoek naar het energielandschap bij Heerenveen, het project slim wonen met energie dat zich richt op de ontwikkeling van energiebesparingsconcepten, de energy challenge op scholen waarbij deze scholen door leerlingen in wedstrijdvorm worden verduurzaamd, de grien deal waaronder 16 filialen van zorggroep Tellens worden verduurzaamd, de inzet op subsidiëring van de tuinders in Berlikum en Sexbierium bij de omschakeling naar duurzame energie, de acties die in samenwerking met het Netwerk Duurzame Dorpen worden uitgevoerd om burgers meer te betrekken bij de realisatie van de doelstelling om in Fryslân 50 Mw aan zonnestroom op te wekken, het onderzoek naar zonnepanelen op eigen gebouwen en de voorbereidingen om door middel van luchtfoto-interpretatie de ontwikkeling van zonne-energie te monitoren. Gezien de omvang van de inzet op innovatieve projecten is de beoordeling dat de uitvoering van het Milieuprogramma op dit punt op schema ligt. Afvalbeheer is primair een taak van de gemeenten. Conform het Landelijk Afvalbeheer Plan hebben provincies een ondersteunende functie bij het bevorderen van afvalpreventie en scheiding van afvalstoffen. Met het Afval Actie Programma (AAP) heeft de provincie Fryslân actie ondernomen om hier samen met betrokken partijen via ketenoverleg inhoud aan te geven. Via het AAP werd in 2011 en 2012 locaal en industrieel ketenbeheer op gang gebracht, in eerste instantie met name gericht op voedsel-gerelateerd afval. Daarna volgden meer voorbeelden van deze ketenaanpak, onder andere op het gebied van textiel, PET, wit- en bruingoed en biomassa. De absolute hoeveelheid huishoudelijk afval bedroeg in 2009: ton, in 2010: ton en in 2011: ton. Deze hoeveelheid neemt dus langzaam toe (3%). Het aantal inwoners van Fryslân is echter in deze periode met 6% nog sterker toegenomen. De hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner is dus langzaam afgenomen en bedroeg in 2009: 643 kg/inw, in 2010: 621 kg/inw en in 2011: 625 kg/inw. Het AAP zet in op de hele keten en niet alleen op de huishoudens. Om te volgen wat het effect is van de inspanningen wordt daarom gekeken naar de afname van het afval, afkomstig van huishoudens in Friesland, dat in de eindfase van de verwerking terecht komt (verbranden en storten). Hiermee komt het totale effect van maatregelen om afval te voorkomen, te hergebruiken en om het minder schadelijk of beter recyclebaar te maken, in beeld. In 2009 werd er ton restafval uit huishoudelijk afval aangeboden aan de eindverwerking, overeenkomend met 221 kg per inwoner. In 2010 was dat ton en 212 kg per inwoner en in 2011 was dat ton en 210 kg per inwoner. Wanneer naar het restafval per inwoner wordt gekeken is de reductie dus 5%. Een van de belangrijke resultaten van het AAP is dat er samen met de Omrin een gemeenschappelijk platform voor huishoudelijke afvalstoffen is ontstaan. Een belangrijk inzicht dat daarbij is verworven is dat het beter is om het afvalprobleem aan te pakken in de bredere context van duurzaam grondstoffenbeheer. In dat kader is het ook beter om in te zetten op meer soorten afval dan op huishoudelijk afval alleen. Duurzaam met grondstoffen omgaan betekent dat de hoeveelheid overblijvend afval wordt geminimaliseerd terwijl er tegelijkertijd sprake is van economische optimalisatie. Het in kringloop brengen van grondstoffen is een belangrijk onderdeel van duurzame ontwikkeling en levert tevens een belangrijke bijdrage aan energiebesparing. Tijdens het (AAP) symposium meer groei door minder afval in november 2012 werd daarom met de ketenpartners besproken om samen verder te werken aan de Friese Grondstoffenagenda. Deze richt zich op de landbouw en agrosector, op de industrie en het MKB, op instellingen en op huishoudens. In de bredere context van de Friese Grondstoffenagenda wordt verder gewerkt aan de doelstelling van de Milieuprogramma op de hoeveelheid huishoudelijk afval in Fryslân te verminderen. Door de provincie is daartoe samen met de Omrin een intentie overeenkomst voor huishoudelijk afval en grondstoffenbeheer opgesteld. Er worden dus duidelijke resultaten geboekt, hoewel in strikte zin de tussendoelen van het Milieuprogramma niet worden gehaald. Geur Beperken van geurgehinderden. De provincie heeft ten behoeve van de vergunningverlening beleidsregels opgesteld waarin wordt vastgelegd op welke wijze het acceptabele niveau van geurhinder door bedrijven wordt bepaald. Deze beleidsregels zullen naar verwachting in 2013 door gedeputeerde staten worden vastgesteld en gaan daarna gelden voor de bedrijven die onder het provinciaal bevoegd gezag vallen. Daarna zal het mogelijk zijn te inventariseren hoe het staat met de geuremissies van provinciale bedrijven in relatie tot deze normen. Overigens moet in aanmerking worden genomen dat de provincie niet kan sturen in de geurhinder die wordt veroorzaakt door bedrijven die onder het gemeentelijk bevoegd gezag vallen. Het Milieuprogramma stelt zich ten doel om het aantal geurgehinderen in Fryslân terug te brengen naar 25% van de bevolking in Via de GGD gezondheidsenquête wordt periodiek het percentage geurgehinderden in Fryslân gemeten. In 1998 had 39% van de inwoners van Fryslân last van geurhinder of ernstige geurhinder. Ook in 2006 lag de geurhinder op dat niveau. Uit de GGD meetronde van 2010 is het percentage geurgehinderden (geurhinder plus ernstige geurhinder uit alle bronnen) niet op te maken. Aangenomen wordt dat dit eveneens rond de 39% lag. In 2012 is er door de GGD Fryslân een nieuwe meetronde uitgevoerd, het is nog niet duidelijk of en wanneer de resultaten van deze meetronde beschikbaar komen. Over de situatie in 2012 bestaat derhalve geen duidelijkheid. Wanneer in de periode van 2010 tot en met 2014 het percentage geurgehinderden terug zou moeten lopen van 39% naar 25% kan worden berekend dat in 2012 het percentage geurgehinderden 32% zou moeten zijn. Gezien de trend van 1998 tot en met 2006 lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat deze afname is bereikt. Gezien het ontbreken van goede meetgegevens is hierover echter geen zekerheid.

14 Licht Synthetische verbindingen Zeldzame aardmetalen Metalen Provinciale wegen worden niet verlicht tenzij de verkeers- of sociale veiligheid daar aanleiding toe geeft. Het niveau van donkerte blijft in Fryslân minimaal gelijk. We inventariseren daarnaast mogelijkheden om (lokale) lichthinder en lichtvervuiling te verminderen en benutten deze mogelijkheden in de planperiode. Uitvoeren van een pilotproject gericht op het verbouwen van biologische alternatieven voor synthetische verbindingen als grondstof voor verpakkingen (cradle to cradle). In kaart brengen van de problematiek van zeldzame aardmetalen zoals iridium en neodymium en uitvoeren van een pilotproject gericht op het beperken van de toepassing van nieuw gewonnen, zeldzame aardmetalen. Samenwerking op gang brengen en houden met afvalbranche en metaalverwerkende bedrijven, c.q. branches), gericht op 100% hergebruik van metalen. In 2011 is het Uitvoeringsprogramma Openbare Verlichting vastgesteld. In het uitvoeringsprogramma is aangegeven dat van de openbare lichtpunten langs provinciale wegen er 749 zullen vervallen. De overige lichtpunten worden via de onderhoudsprogramma s vervangen door energiezuinige verlichting. De voorbereidingen voor de uitvoering hebben inmiddels plaatsgevonden. Begin 2013 vindt de eerste aanbesteding plaats waarna de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. De planning is om de werkzaamheden in 2014 af te ronden. Daarmee ligt de uitvoering van dit onderdeel van het Milieuprogramma op schema. In 2011 is de Friese hemelhelderheidkaart gereed gekomen. Op basis van metingen is op deze kaart in beeld gebracht wat de situatie is met betrekking tot donkerte in Fryslân. De kaart geeft gedetailleerd en provinciedekkend aan waar lichtuitstraling plaatsvindt en hoe groot deze uitstraling is. Circa 3% van het areaal van Fryslân is nog echt donker, deze plekken zijn voornamelijk te vinden op de waddeneilanden. Circa 0,5% van het areaal van Fryslân is zeer licht. De plekken met de grootste lichtuitstraling zijn Leeuwarden, Drachten en Heerenveen. Het Milieuprogramma geeft aan dat het niveau van donkerte in Fryslân tot 2014 minimaal gelijk moet blijven en geeft daartoe een norm voor de hemelhelderheid. In totaal 87% van het oppervlak van Fryslân voldoet aan deze norm. Gebieden die nu nog donker zijn kunnen echter veel lichter worden zonder dat de waarde van 87% wordt overschreden. Het hanteren van deze doelstelling van het Milieuprogramma kan daardoor leiden tot opvulling van de norm. De doelstelling dekt dus niet de ambitie van het Milieuprogramma. De provincie werkt met een aantal maatregelen aan het beperken van de lichtuitstraling. De aanpak van de openbare verlichting via het Uitvoeringsprogramma Openbare Verlichting is in het voorgaande onderdeel van het punt Licht uiteengezet. De activiteiten gericht op de beperking van de lichtuitstraling van ligboxenstallen zijn onder het punt Landbouw uiteengezet. Verder werkt de provincie bij de grote infrastructurele projecten, zoals de Haak om Leeuwarden en de Centrale As, innovatieve ideeën voor de beperking van de lichtuitstraling uit en realiseert deze ideeën waar mogelijk. Tenslotte ondersteunt de provincie de jaarlijkse ontwerpwedstrijd Light Challenge. Hierin werken studenten in multidisciplinaire teams aan nieuwe duurzame lichtconcepten voor woonstraten. De provincie gaat in 2013 inventariseren wat er inmiddels gebeurt op het gebied van donkertebescherming en onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de lichtuitstraling verder aan te pakken. Gezien de brede inzet van de provincie op dit onderwerp is de beoordeling dat de uitvoering van dit onderdeel van het Milieuprogramma op schema ligt. Bij de inzet van de provincie op een biobased economy komen onder andere biologische alternatieven voor synthetische producten aan de orde. Er is een marktverkenning uitgevoerd die een roadmap biobased economy heeft opgeleverd. Hierin komen mogelijkheden aan de orde voor de toepassing van organisch materiaal uit de landbouw voor de productie van bioplastics. Tevens zijn er mogelijkheden voor toepassing van gras voor de productie van papier en karton. In beide gevallen is er sprake van biologische alternatieven voor verpakkingsmateriaal. Dit levert voordelen op met het oog op een duurzaam grondstoffenbeheer en tevens in de vorm van een hogere toegevoegde waarde voor landbouwproducten. Een volgende stap is het zoeken naar pilots waarmee deze biologische alternatieven voor synthetische verbindingen op de kaart kunnen worden gezet. Er is nog geen concreet pilotproject geformuleerd. De conclusie is dat dit onderdeel van het Milieuprogramma is opgepakt maar dat de uitvoering achter loopt op schema. In 2012 is een project gestart dat is gericht op het in beeld brengen van de situatie rond zeldzame aardmetalen in Fryslân. Dit project onderzoekt in welke producten deze metalen voorkomen en om welke hoeveelheden het daarbij gaat. Vervolgens worden de productstromen in kaart gebracht en wordt onderzocht langs welke kanalen en in welke hoeveelheden deze metalen in het hergebruikcircuit, c.q. het afvalcircuit terecht komen. Tegelijkertijd wordt geïnventariseerd welke partijen een rol spelen met betrekking tot de zware aardmetalen. Wanneer deze situatie in kaart is gebracht wordt in overleg met betrokken partijen de meest optimale vorm voor de provinciale inzet gekozen. Hierbij wordt rekening gehouden met het tempo waarmee de marktwerking het probleem uiteindelijk zal reduceren of oplossen. De gekozen inzet wordt in samenwerking met de betrokken partijen in de vorm van een pilotproject gerealiseerd. Het resultaat van het inventariserend onderzoek zal naar verwachting in april 2013 beschikbaar zijn, waarna medio 2013 met de pilot kan worden gestart. Daarmee loopt deze actie van het Milieuprogramma iets achter op de planning. In het kader van de ontwikkeling van het Afval Actie Programma wordt onder meer aandacht besteed aan de scheiding en het hergebruik van metalen. Het gaat hier echter om een klein aandeel, huishoudelijk afval levert slechts 2% van het totaal aan metaalafval. Het initiatief voor de Friese Grondstoffenagenda maakt het mogelijk om dit onderwerp integraal aan te pakken door specifiek voor metalen een ketenoverleg te starten. Via dit ketenoverleg kunnen met de partners afspraken worden gemaakt over inzameling, hergebruik en waar mogelijk efficiëntere recycling van metalen en kunnen deze afspraken worden gerealiseerd. De intentie is daarom om metalen op te nemen als een van de modulen binnen het duurzaam grondstoffenbeheer. De planning van het Milieuprogramma was om in 2011 de situatie met betrekking tot metaalafval en hergebruik van metaal in beeld te brengen en om in 2012 met de branche afspraken te maken over hergebruik. Ten opzichte van deze planning loopt dit onderdeel van de uitvoering van het Milieuprogramma achter op schema, maar worden metalen indien mogelijk in 2013 opgenomen in de Grondstoffenagenda.

15 Uitvoeringsspoor 3: Bouwen aan een duurzame samenleving Thema Te realiseren Beschrijving situatie 2012 Onttrekkingen: water, zand, grind en klei, fossiele energiedragers, zeldzame aardmetalen, mineralen, vitale bodem, biodiversiteit.. Toevoegingen: broeikasgassen, meststoffen, verzuring, afval, geur, licht, synthetische verbindingen, metalen. Een uitwisseling van kennis en ervaringen ten aanzien van duurzaam ondernemen door lerende netwerken van bedrijven en instellingen binnen zeven branches, te weten: landbouw, zorg, recreatie, metaal en elektro, bouwnijverheid, transport en openbaar bestuur. Een bijdrage leveren aan een verandering van kennis, houding en gedrag ten aanzien van duurzaamheid bij Friese burgers. Uitwisseling van kennis en ervaring over duurzaamheid in lerende netwerken gebeurt op grote schaal in Fryslân. Uit een onderzoek dat in opdracht van de provincie in 2012 is uitgevoerd zijn 35 operationele lerende netwerken naar voren gekomen. Lerende duurzaamheidsnetwerken zijn er op het gebied van afvalreductie, hergebruik, grondstoffen, duurzaamheidskennis, kennisuitwisseling, fair trade, locale veerkracht, klimaat, natuur en milieu, duurzame energie, duurzame mobiliteit, duurzaam ondernemen, duurzame samenleving, locale energiecoöperaties, duurzame productie, millenniumdoelen, duurzame innovatie, cradle to cradle, duurzaam bouwen, schone technologie, biobased economy, duurzame landbouw, duurzaamheidseducatie en duurzaamheid in de zorg. Enkele van deze netwerken zijn ontstaan op initiatief van de provincie. Veruit de meeste lerende netwerken echter zijn ontstaan zonder inbreng van de provincie. Grofweg kunnen de netwerken ingedeeld worden in bedrijfsnetwerken, kennisnetwerken en inspiratienetwerken. Voor alle netwerken geldt dat ze gemakkelijk ontstaan, ook zonder bemoeienis van de provincie. Inspiratienetwerken kennen meestal een enthousiast begin maar zijn geen lang leven beschoren. Bedrijfs- en kennisnetwerken opereren over het algemeen meer bedrijfsmatig en blijven langer operationeel. De provincie wil stimulerend en ondersteunend optreden en actief werken aan sturingsfilosofieën die duurzaamheid centraal stellen. Het Milieuprogramma is daartoe gericht op het stimuleren van het opzetten van netwerken in een aantal branches. Met de resultaten van het genoemde onderzoek zal in 2013 een afwegingskader ontwikkeld worden waarmee de provincie kan bepalen of en zo ja welke lerende netwerken in de toekomst ondersteund moeten worden. Gezien de grote mate waarin uitwisseling van kennis en ervaring over duurzaamheid in Fryslân reeds plaatsvindt is de beoordeling dat de ambitie van het Milieuprogramma in elk geval wordt gehaald en dat daarmee de uitvoering van het Milieuprogramma op dit onderdeel op schema ligt. Uit het onderzoek naar lerende netwerken in Fryslân dat in 2012 is uitgevoerd blijkt dat er in elk van de genoemde 7 branches sprake is van een levendige activiteit op het gebied van deze netwerken. De inschatting is dat er geen beperkingen liggen voor bedrijven om aan deze netwerken deel te nemen, in elk geval liggen er geen barrières. Aan de ambitie van het Milieuprogramma is daarmee voldaan. Op basis van het genoemde onderzoek is een negental netwerken geselecteerd voor nader onderzoek. Dit onderzoek zal zich met name richten op het determineren van de faal- en succesfactoren voor deze netwerken en op het bepalen van de meest effectieve rol van de overheid om de netwerken tot een succes te maken. Het doel is om de resultaten van dit onderzoek begin 2013 beschikbaar te hebben. Op vele vlakken zet de provincie in samenwerking met andere organisaties in op het vergroten van het duurzaamheidsbewustzijn bij burgers. Voorbeelden zijn de campagnes Afval Awareness, de Nacht van de nacht, Duurzame scholen in bedrijf, Duurzaam Fryslân 2040, de campagnes rondom de Friese ecologische voetafdruk, waaronder Ik hou van Fryslân, de Monitor Friese Voetafdruk, Fair Fibers, Jongerenpanel Duurzaam Fryslân en Oars Ite met aandacht voor streekproducten, voedselverspilling en het verminderen van de vleesconsumptie. Verder zijn er de activiteiten van de diverse locale milieugroepen, het Event Groen in de WTC expo in Leeuwarden in februari 2012, de Slim campagne over energiezuinig wonen, de Frisian solar challenge met zonneboten langs de elfstedenroute, het voor het voetlicht brengen van goede duurzaamheidsvoorbeelden van gemeenten, bedrijven en particulieren via diverse media en de Energieveiling Groene Energie. Het Milieuprogramma hanteert de ecologische voetafdruk van de Friese burger als indicator voor de bewustwording. In opdracht van de provincie meet de Friese Milieufederatie sinds 2009 jaarlijks de gemiddelde ecologische voetafdruk van de Friese burger. In 2009 was deze 4,41 hectare, in 2010 was er een afname tot 4,19 hectare en in 2011 een verdere afname tot 4,06 hectare. In 2012 kwam de voetafdruk uit op op de iets hogere waarde van 4.16 hectare. De afname tussen 2009 en 2011 was met name toe te schrijven aan de toenemende aandacht voor duurzaam consumeren en daarnaast de economische terugval. Door de lichte toename in 2012 ten opzichte van 2011 lijkt het erop dat de afname inmiddels tot staan is gekomen. Vleesconsumptie levert de grootste bijdrage aan de voetafdruk gevolgd door autokilometers. De Friese voetafdruk neemt af maar niet zo snel als in het Milieuprogramma is gepland. Daarmee ligt de realisatie van deze ambitie van het Milieuprogramma iets achter op schema. Gezien de grote inzet op het duurzaamheidsbewustzijn is de conclusie is dat dit vooral te maken heeft met de scherpte van de doelen van het Milieuprogramma.

FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2013 Provincie Fryslân, Afdeling K&E, eindversie

FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2013 Provincie Fryslân, Afdeling K&E, eindversie FRIES MILIEUPROGRAMMA MONITORING JAAR 2013 Provincie Fryslân, Afdeling K&E, eindversie Op 9 februari 2011 werden het Fries Milieuplan 2011-2014 en het bijbehorende Fries Milieuprogramma 2011-2014 door

Nadere informatie

Milieuprogramma 2011-2014. vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân op 30 november 2010

Milieuprogramma 2011-2014. vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân op 30 november 2010 Milieuprogramma 2011-2014 vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân op 30 november 2010 1 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en status Milieu en duurzaamheid zijn dynamische werkvelden:

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016

edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 1 edup 2015 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn januari 2016 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2015: het edup

Nadere informatie

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE WATER- SCHAPPEN & ENERGIE Resultaten Klimaatmonitor Waterschappen 2014 Waterschappen willen een bijdrage leveren aan een duurzame economie en samenleving. Hiervoor hebben zij zichzelf hoge ambities gesteld

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel. Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden.

Initiatiefvoorstel. Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden. Initiatiefvoorstel Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden Wietse Martens 20 juni 2014 (Foto gemeente Tytsjerksteradiel) Inleiding De nacht

Nadere informatie

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen Inleiding Via de Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen (NZO) en melkveehouders (LTO) gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector.

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel. Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden.

Initiatiefvoorstel. Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden. Initiatiefvoorstel Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden Wietse Martens 20 juni 2014 (Foto gemeente Tytsjerksteradiel) Inleiding De nacht

Nadere informatie

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân 28 november 2016 1 Context Procesgang Energiestrategie Fryslân Voorbereiding Proces ontwerpen Definiëren uitgangspunten Zoeken en committeren

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017

edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 1 edup 2016 Overzicht monitoringinstrumenten planet -onderdelen (onderdeel II) Gemeente Zuidhorn februari 2017 2 Inleiding Voor u ligt het de evaluatie van het Duurzaamheidsuitvoeringsplan 2016: het edup

Nadere informatie

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Jennie van der Kolk, Alterra Helmond, 22-02-13 Nico Verdoes, Livestock Research Inhoud presentatie Wetenschapswinkel

Nadere informatie

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom 19 november 2015 1 Opzet presentatie 1. Inleiding 2. Terugblik/voorgeschiedenis 3. Gemeentelijke ambitie vertaald naar

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

Convenant bodem en ondergrond

Convenant bodem en ondergrond Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 Na 35 jaar komt een historische mijlpaal in zicht: rond 2020 zijn er geen locaties meer waar bodemverontreiniging voor onaanvaardbare risico s zorgt. Ons land begint

Nadere informatie

tot eind 2025 - LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten

tot eind 2025 - LED verlichting bij vervanging - inzet slimme verlichtingsconcepten Doelstelling Actie Doorlooptijd Wat gaan we doen Eigenaarschap Eigen organisatie 20% energiebesparing t.o.v. 2015 Energiebesparing gemeentelijke gebouwen 20% transitie naar hernieuwbare energie t.o.v.

Nadere informatie

provinsje fryslân provincie fryslân

provinsje fryslân provincie fryslân nulmeting provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 Provinciale staten van Fryslan vvw.fryslan.nl provinciefryslanni

Nadere informatie

Duurzaamheid, Energie en Milieu

Duurzaamheid, Energie en Milieu Duurzaamheid, Energie en Milieu In de uitvoeringsagenda duurzaamheid van de gemeente staat: Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van huidige generaties zonder de mogelijkheden

Nadere informatie

Klimaatakkoord Rijk en UvW

Klimaatakkoord Rijk en UvW Klimaatakkoord Rijk en UvW Politieke en beleidsmatige context (klimaatbeleid) Rafaël Lazaroms 25 mei 2010 1 Inhoud presentatie Voorstellen Internationaal en nationaal klimaatbeleid Positie waterschappen

Nadere informatie

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018

Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Gezamenlijke aanzet uitvoeringsprogramma Mest Eindconcept, versie 30 april 2018 Aanleiding De provincie Noord Brabant en de regio s Zuidoost en Noordoost Brabant vinden het belangrijk om de handen in één

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2014 1e half jaar Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies januari 2015 Opgesteld door: M. Kelger Rapportage 2014 1e half jaar Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie

Meer grip op klimaatbeleid

Meer grip op klimaatbeleid Meer grip op klimaatbeleid Klimaatbeleid voeren is complex. Het is interdisciplinair en omgeven met onzekerheid. Hoe zorg je als overheid dat je klimaatbeleid aansluit bij je ambities? En waarmee moet

Nadere informatie

Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016

Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016 Evaluatie CO 2 -footprint en besparingsplan CO 2 -prestatieladder 2016 Inleiding In dit document wordt de evaluatie van de CO 2 -footprint en het CO 2 -besparingsplan van SUEZ Nederland weergegeven. De

Nadere informatie

20 Verbranden als vorm van verwijdering

20 Verbranden als vorm van verwijdering 20 Verbranden als vorm van verwijdering 20.1 Inleiding Afvalstoffen die niet nuttig kunnen worden toegepast, moeten op een milieuhygiënisch verantwoorde manier worden verwerkt. Het beleid voor brandbaar

Nadere informatie

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie

Inzicht. Doelstelling CO2-reductie Loonbedrijf J. van Etten BV en Grondbewerkingsbedrijf Blijdorp BV zijn twee bedrijven die bij J van Etten Holding behoren. Loonbedrijf van Etten is één van de grootste tuinbouwloonbedrijven van Nederland,

Nadere informatie

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming 26-06-2018 Wouter Schouwenberg Lieuwe Leijstra DE HISTORIE VAN ENNATUURLIJK Essent Local Energy Solutions (ELES); Een business

Nadere informatie

Achtergrond en doel presentatie

Achtergrond en doel presentatie Achtergrond en doel presentatie Achtergrond Uitnodiging van de raad; Nuon heeft reeds wind turbines in de Hoofdplaatpolder; Nuon ziet mogelijkheden voor het op termijn vervanging van de huidige turbines

Nadere informatie

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015

Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Halfjaarlijkse CO 2 rapportage 2015 Status: Definitief Datum van uitgifte: 16-08-2015 Datum van ingang: 07-09-2015 Versienummer: 1.0 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. CO 2 EMISSIES 1E HALFJAAR 2015... 4 2.1

Nadere informatie

Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid

Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid Duurzaamheidsbeleid van de Gemeente Goeree-Overflakkee 2016 Inhoud Introductie: Wat verstaan we onder duurzaamheid? 2 Aanleiding; Waarom een actualisatie van

Nadere informatie

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5 Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 2/5 Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat

Nadere informatie

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem: Wereldwijd toename energie uit fossiele brandstof Gevolg: CO2 uitstoot, slinkende brandstofvoorraden en toenemende milieubelasting Waarschijnlijk

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Mono vergisting in Wijnjewoude?! Mono vergisting in Wijnjewoude?! Jan Willem Bijnagte bijnagte@cocos.nl www.cocos.nl 06 82404591 Inhoud CCS Mono mestvergisting Gasverwaarding Noord Deurningen Bio-Up Kansen Wijnjewoude Mono mestvergisting

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

Vario Grass B.V. Keteninitiatieven. Masters in Green. CO2-Prestatieladder Eis: 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1. Koningslinde 5b. 7131 MP, Lichtenvoorde

Vario Grass B.V. Keteninitiatieven. Masters in Green. CO2-Prestatieladder Eis: 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1. Koningslinde 5b. 7131 MP, Lichtenvoorde Keteninitiatieven CO2-Prestatieladder Eis: 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Vario Grass Masters in Green Organisatie: Adres: Opgesteld door: Vario Grass B.V. Koningslinde 5b 7131 MP, Lichtenvoorde Jasper Eppingbroek

Nadere informatie

Balans van de Leefomgeving

Balans van de Leefomgeving Balans van de Leefomgeving 14 september 2010 Maarten Hajer Agenda 2 In vogelvlucht Successen Resterende problemen Inzoomen op grote dossiers, inclusief beleidsopties Gevolgen van economische crisis Successen:

Nadere informatie

Wat is het Agroconvenant?

Wat is het Agroconvenant? Wat is het Agroconvenant? Nationale doelen Agroconvenant: 200 PJ Biomassa, 12 PJ Windenergie 2 %/jr Efficiencyverbetering 30 % Reductie broeikasgasemissies Gebaseerd op ambitieuze Schoon & Zuinig doelen,

Nadere informatie

2018D Lijst van vragen

2018D Lijst van vragen 2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage

Nadere informatie

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Onderwerp: Kaders voor windenergie Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Vaststellen van beleidskaders voor windenergie-initiatieven; 2. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben.

gemeente Eindhoven Hierin wil GroenLinks in ieder geval de volgende vragen beantwoord hebben. gemeente Eindhoven Inboeknummer 15bst00959 Beslisdatum B&W 14 juli 2015 Dossiernummer 15.29.103 (2.3.1) Raadsvragen Van het raadslid dhr. R. Thijs (GroenLinks) over klimaatambities Eindhoven na gerechtelijke

Nadere informatie

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV.

Initiatieven CO2 reductie MVOI BV. Initiatieven CO2 reductie MVOI BV. MVOI BV Versie: 1 Datum: 15-05-2017 Pagina 1 van 6 Inhoud 1 Inleiding...3 2. Initiatieven waarin we zijn toegetreden....4 2.1 Warmtetafel. (Warmtenetwerk)...4 De Warmtetafel

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Context Agendaverzoek GS: Gelders Provinciaal Ambitie Statement leren voor Duurzame

Nadere informatie

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW

HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW HOOFDLIJNENAKKOORD WATERZUIVERING IN DE GLASTUINBOUW LTO Glaskracht Nederland, Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie (Nefyto), Unie van Waterschappen (UvW), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG),

Nadere informatie

Actieplan CO 2 -prestatieladder

Actieplan CO 2 -prestatieladder Actieplan CO 2 -prestatieladder 2017-2019 Inleiding Dit actieplan CO 2 -prestatieladder beschrijft de doelstellingen voor de reductie van scope 1, 2 en 3 emissies over een periode van drie jaar en wordt

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Schriftelijke vragen inzake Beantwoording schriftelijke vragen op grond van het Reglement van Orde betreffende oude stortplaatsen gemeente Deurne

Nadere informatie

Factsheet CO2-Prestatieladder

Factsheet CO2-Prestatieladder Beleid Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO: People Planet - Profit) speelt een steeds belangrijkere rol binnen de bedrijfsvoering van Bureau Waardenburg B.V. Wij zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheid

Nadere informatie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie

feiten& weetjes energiecentrale REC Alles wat je zou moeten weten... Hoe Hoe eigenlijk? zit het eigenlijk? De REC maakt van uw afval duurzame energie Alles wat je zou moeten weten... feiten& weetjes zit het energiecentrale REC De REC maakt van uw afval duurzame energie Omrin is koploper in het scheiden van huishoudelijk afval. Ons doel? Zo veel mogelijk

Nadere informatie

Rapportage 2013 Swietelsky Rail Benelux B.V.

Rapportage 2013 Swietelsky Rail Benelux B.V. Rapportage 2013 Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO2 emissies juni 2014 Opgesteld door: M. Kelger Rapportage 2013 Energieverbruik en CO 2 emissies Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Energieverbruik

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is Klare taal Inleiding Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is ook een kwetsbare provincie. De bodem daalt en de zeespiegel stijgt door klimaatverandering. Er

Nadere informatie

Dit betekent concreet dat gemeenten, provincies en Rijk bij vergunningverlening geen beroep meer kunnen doen op het PAS.

Dit betekent concreet dat gemeenten, provincies en Rijk bij vergunningverlening geen beroep meer kunnen doen op het PAS. Onderwerp Steller Beantwoording vragen ex art. 38 RVO Partij voor de Dieren over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State over de PAS voor onze gemeente Ronald Klaassen De leden van de raad van

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Bio-WKK voor een duurzame glastuinbouw Workshop 10 september 2009 Jan Smits Agenda Productschap Tuinbouw & kengetallen glastuinbouw Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren

Nadere informatie

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen Ondergetekenden: 1. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, handelend als bestuursorgaan, hierna

Nadere informatie

Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012

Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012 Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012 Indicator 25 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Urgente sanering LPGtankstations

Urgente sanering LPGtankstations VROM-Inspectie Portefeuillehouder Veiligheid & Risico Urgente sanering LPGtankstations Een onderzoek naar de voortgang van de urgente sanering van LPG-tankstations Cascadeplein 10 Postbus 30020 9700 RM

Nadere informatie

Swung-2. Voortgang en ontwikkelingen. Toon Giele Ton Bos

Swung-2. Voortgang en ontwikkelingen. Toon Giele Ton Bos Swung-2 Voortgang en ontwikkelingen Toon Giele Ton Bos Stand van zaken Voortgang Swung-1 voor rijksinfra in Wet milieubeheer sinds 1 juli 2012 Regeling decentrale wegen en industrie in Swung-2 Uitvoering

Nadere informatie

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL)

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL) Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL) Inleiding De primaire functie van openbare verlichting is een bijdrage te leveren aan verkeersveiligheid en de sociale veiligheid op

Nadere informatie

MVO Programma

MVO Programma 2017-2020 Inleiding Jan Bakker heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld in de agrarische sector en de grond-, wegen waterbouw. We zijn gegroeid en geprofessionaliseerd, maar met behoud van onze eigen

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010 Aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten Afdeling Ruimtelijk Ordening T.a.v. de heer S. Olschewsky Postbus 290 5720 AG Asten Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 100486-002-verzoek

Nadere informatie

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden sectorplan Restafval van handel, diensten en overheden 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Organisch afval, papier/karton, kunststoffen 2. Belangrijkste bronnen HDO-sectoren. Aanbod in

Nadere informatie

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Van gas los! Klimaat Opties glastuinbouw Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Minder energie gebruiken CO2

Nadere informatie

Route naar een Duurzame Energievoorziening

Route naar een Duurzame Energievoorziening Route naar een Duurzame Energievoorziening Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel Bijeenkomst: 25 november 2013, Power Lab 5 / USI & KIVI-NIRIA Inhoud Energie-transitie Energieakkoord voor duurzame groei

Nadere informatie

Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij

Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij 19 november 2014 ABO Ooststellingwerf Nijeberkoop LTO Noord Programma Duurzame Energie Auke Jan Veenstra (aveenstra@ltonoord.nl) Inhoud Activiteiten

Nadere informatie

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid 2014-2018

Riedsútstel. Underwerp Duurzaamheidsbeleid 2014-2018 Riedsútstel Ried : 22 januari 2015 Status : Opiniërend/Besluitvormend Eardere behandeling : Informerend d.d. 6 november 2014 Agindapunt : 10 Portefúljehâlder : M. van der Veen Amtner : mw. R.M.A. van Sonsbeek

Nadere informatie

7-PUNTENPLAN 2013-2014

7-PUNTENPLAN 2013-2014 7-PUNTENPLAN 2013-2014 oplegger bij het meerjarig actieplan DUURZAME WADDENEILANDEN OP WEG NAAR EEN ENERGIEKE TOEKOMST IN 2020 1 1. Inleiding Dit 7-punten plan is een oplegger bij het meerjarig actieplan

Nadere informatie

Mededeling. Voortgang uitvoering geluidbeleid provinciale wegen ,

Mededeling. Voortgang uitvoering geluidbeleid provinciale wegen , Onderwerp Registratienummer Voortgang uitvoering geluidbeleid provinciale wegen, Doel van deze mededeling: 24 september 2013 1. inzicht te bieden in de voortgang bij de uitvoering van het geluidbeleid.

Nadere informatie

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra Partijen: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Nadere informatie

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5 Het betreft de eerste uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2017. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel uit van de stichting LISA. LISA vertegenwoordigt 20 regionale registers die

Nadere informatie

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0

MER-Evaluatie. E.ON Energy from Waste Delfzijl BV. Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 MER-Evaluatie E.ON Energy from Waste Delfzijl BV Datum 24 juli 2012 Versie 1.0 Inhoud Inleiding... 2 Aanleiding... 2 Omschrijving van de MER evaluatieprogramma... 2 MER Evaluatie... 3 Luchtemissies...

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

2.1.2 lucht De luchtkwaliteit binnen Baarn wordt inzichtelijk gemaakt op de vmk (GVVP) X X

2.1.2 lucht De luchtkwaliteit binnen Baarn wordt inzichtelijk gemaakt op de vmk (GVVP) X X 3.4 Het Milieu Uitvoeringsprogramma 2012-2015 Overzicht uren Overzicht budget 2.1.1 bodem 750 750 750 750 29.266 29.266 29.266 29.266 2.1.1.1 uiterlijk 2015 alle spoedeisende locaties in beeld en gesaneerd

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018

Raadsvoorstel. Voorloper. Startnotitie Duurzaam Druten. Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018 Voorloper Onderwerp Startnotitie Duurzaam Druten Datum collegebesluit 9 januari 2018 Datum presidium 8 januari 2018 Portefeuillehouder A. Springveld Behandelend team Team strategie en beleid Behandelend

Nadere informatie

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning.

Z Naast de gegevens uit het E-PRTR is er gebruik gemaakt van de gegevens uit de vigerende vergunning. Notitie Aan Van Onafhankelijk Papendrecht OZHZ Dossier Nedstaal Zaaknummer Kenmerk Datum 14 december 2016 Onderwerp Beantwoording vragen Z-16-313511 BEANTWOORDING VRAGEN EX ARTIKEL 40 REGLEMENT VAN ORDE

Nadere informatie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie Regionale Energie Strategie Regionaal samenwerken voor realisatie van de Klimaatopgave Een historische opgave Om de opwarming van de aarde te beteugelen, zijn drastische maatregelen nodig. Dit jaar wordt

Nadere informatie

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden

Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden. Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden Hans Haring, wethouder duurzaamheid Woerden Duurzaamheid: ervaringen uit Woerden - Woerden: duurzaamheid tot in de haarvaten van de samenleving - Het klimaatakkoord

Nadere informatie

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen

Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Klimaat- en energiebeleid Gemeente Nijmegen Fons Claessen sr.adviseur klimaat, energie & duurzaamheid Gemeente Nijmegen Waarom moeten we iets doen?? 1: Klimaatverandering 2: Energie en grondstoffen 3.

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van A van Ooijen Woerden B.V. Auteur(s): Mevr. G.A.W. Mielke-van

Nadere informatie

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, Indicator 24 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De fractie gescheiden ingezameld

Nadere informatie

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 Toelichting ISO 14001 Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 SCCM heeft een instrument ontwikkeld waarmee u goed inzicht krijgt in de milieuprestaties van uw organisatie, de ISO 14001 Milieuprestatiemeting.

Nadere informatie

Sector- en keteninitiatieven

Sector- en keteninitiatieven Sector- en keteninitiatieven Conform 1.D.1, 1.D.2 en 3.D.1 Onderzoek naar initiatieven en toelichting op de actieve deelname aan het initiatief van A van Ooijen Woerden B.V. Auteur(s): Mevr. G.A.W. Mielke-van

Nadere informatie

Carbon footprint 2011

Carbon footprint 2011 PAGINA i van 12 Carbon footprint 2011 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2011_1.2 Versie: 1.2 Status: Definitief Uitgegeven

Nadere informatie