Loopbaangericht gesprek voeren. Dag 2. Juni 2016 Loopbaangerichte dialoog

Transcriptie

1 Loopbaangericht gesprek voeren Dag 2

2 Warming up! Pak je telefoon, laptop of tablet.

3 Herhalen: 5 loopbaancompetenties

4

5 Waarom loopbaangerichte gesprekken? begin bij Helicon zelfsturing eigen verantwoordelijkheid omgaan met vrijheden einde bij Helicon

6 Loopbaancompetenties in reis Kwaliteitenreflectie ontdek je talent Motievenreflectie ontdek je passie Werkexploratie ontdek je werplek Loopbaansturing zelf aan zet Netwerken in gesprek met

7 Loopbaangericht gesprek in reis Dialoog op basis van een recente au- of wauwervaring waarbij wordt ingaan op 1 of meerdere van de 5 loopbaancompetenties met als doel om de loopbaanidentiteit te vergroten. Dus: kleine verhalen uitvragen en op zoek naar emotie (verbaal en non-verbaal)

8 Loopbaangericht gesprek in reis handen hoofd hart stage betekenisvolle ervaring excursies theorieles prak7jkles reflec7e toetsen

9 Loopbaangericht gesprek

10 Het doel Loopbaangericht gesprek Hoe je het doel bereikt De student is aan het woord o Ruimte voor verhaal o Open vragen De student wordt begrepen o Valideren o Duiden van bedoeling en emotie Het zelfvertrouwen wordt vergroot o Waarderen o Nadruk op eigen verantwoordelijkheid De student ontdekt kwaliteiten en motieven De student is zelf aan zet, ontdekt zijn werkplek, en bouwt ervaringen, prestatiebewijzen en netwerk op Terugkijken / Reflecteren o Concrete ervaring die er toe doet o Specificeren (van kwaliteit/motief) o Generaliseren (naar andere situaties) o Richting geven (sturen op nieuwe inzichten, kwaliteit / motief benoemen en relateren aan actie) Vooruitkijken / Activeren o Aanzetten tot actie: exploreren, leren, experimenteren, organiseren, profileren o Aansluiten op actiefase en uitkomsten reflectie o Positieve ervaringen uitlokken: haalbaar o Uitdagen tot iets dat hij niet kan/durft o Netwerk inschakelen

11 Loopbaangericht gesprek Spreek met en niet tegen de leerling Nodig de student uit tot het vertellen van een recente ervaring Let op emotiewoorden, die geven aan dat het gaat om een ervaring die er voor de leerling toe doet Waardeer emoties en geef ze aandacht, maar blijf bij de ervaring Vraag wat er precies gebeurde (verdiepen) Verbreed het verhalen naar soortgelijke ervaringen (zoek het grotere verhaal) waardoor motieven kunnen komen boven drijven Help de leerling een kernwoord te vinden voor het grotere verhaal Luister `leeg en vanuit een `niet weten Stel geen waarom-vragen (veronderstellen dat de leerling al weet door welke motieven hij zich laat leiden) NIVEA Niet Invullen Voor Een Ander

12 Voorbeeld Filmpje loopbaangericht gesprek

13 Feedback op eigen video s Opdracht: Bekijk in drietallen elkaars opgenomen gesprekken en ga op zoek naar momenten waarop emotie* voorbij komt (zowel verbaal als non-verbaal). Wordt daar in het gesprek op ingegaan? * Emotie: kan zijn au of wauw, dus verdriet, pijn of enthousiasme, trots, plezier, etc.

14 Feedback op eigen video s Belangrijk bij feedback: - Feedback geef je om de ander verder te helpen - Feedback geef je op objectief waarneembaar gedrag (ik zie, ik hoor) - Feedback geef je op gedrag waar de ander zich niet (altijd) bewust van is - Ontvang feedback als een geschenk (dus niet in de verdediging of verantwoording gaan)

15 Werkexploratie Doel: goed beeld krijgen van het beroepsbeeld Past dit werk bij mijn kwaliteiten? Komt de arbeidsethiek overeen met mijn waarden?

16 Opdracht: Werkexploratie 1. Omschrijf/verbeeld je huidige beroep, of een doorsnee werkdag in je huidige beroep 2. Omschrijf/verbeeld je ideale beroep, of een ideale werkdag voor jou

17 Netwerken Doel: je netwerk kennen en weten wat je daarmee kunt bereiken. Wie zit er allemaal in je netwerk? Wat kunnen zij voor je betekenen? Zijn het warme of koude contacten?

18 Netwerken Opdracht: kies van iemand een vraag, opdracht aan zichzelf of probleem waar hij/zij zelf niet uitkomt Breng het netwerk in kaart van mensen die kunnen helpen bij de vraag, opdracht of probleem

19 Netwerken Bepaal de kwantiteit en kwaliteit van het netwerk Breid het netwerk uit met niet voor de hand liggende mensen Besluit wie het beste benaderd kan worden, wanneer, hoe diegene benaderd moet worden, wat je van diegene zou willen en wat je de ander te bieden hebt

20 Opdracht: Vragen bedenken Bedenk eerst individueel bij elke loopbaancompetentie een aantal (creatieve) vragen en noteer deze op een post-it (1 vraag per post-it) Deel om en om de bedachte vragen en plak de post-its bij de juiste loopbaancompetentie op jullie flip-over

21 Opdracht: Vragen bedenken Maak een ronde langs de andere flip-overvellen en bekijk de vragen die daar bedacht zijn Noteer voor jezelf de beste en meest bruikbare vragen

22 Aanzetten tot actie in gesprek 5 fases Ac7e gesprekspartner Jouw ac7e 1. Niet van plan 1. Ruimte voor emo=es 2. Twijfel over verandering 3. Voornemen tot verandering 4. Ac=e 5. Gedragsbehoud 2. Exploreren van twijfel en barrières 3. Help bepalen wat beste strategie is, zelfvertrouwen vergroten 4. Help stappen nemen, waarderen 5. Uitdagende stappen, zelfsturing

23 Terugkijken en vooruit kijken Wat wil je vasthouden van vandaag? In welke fase van actie zit jij? Voor fase 1 en 2: met wie ga je praten, wat ga je uitzoeken? Voor fase 3, 4, 5: Wat ga je voor volgende keer uitzoeken, uitproberen, oefenen, laten zien?