Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies (EBA) Versie 2.0
|
|
- Johannes Lambrechts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies (EBA) Versie 2.0
2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Het instrumentarium 4 3. Toegepaste methodieken Energie Binnenmilieu ISSO publicatie 89 Binnenmilieu scholen Eéndagsmethode GGD Publicatie De Frisse basisschool GGD richtlijn Beoordelen van ventilatie scholen Programma van Eisen - Frisse Scholen 7 4. Stappenplan Voorbereiding Overleg met school(bestuur) Opname van het schoolgebouw CO₂ meting Invoeren van de opname in het EBA rekenmodel Fitten energieverbruik Aandragen verbeteropties Technische verbetermaatregelen energiegebruik Low-budget verbetermaatregelen energiegebruik Technische verbetermaatregelen binnenmilieu Low-budget verbetermaatregelen binnenmilieu Rapportage Rapportage Samenvatting Algemene gegevens en gebouw eigenschappen Energiegebruik Binnenmilieu Binnenluchtkwaliteit Thermisch binnenmilieu Risico inventarisatie overige binnen klimaataspecten Beoordeling binnenmilieu Verbetermaatregelen Verbetermogelijkheden energiebesparing Verbetermogelijkheden binnenmilieu Kosten en baten verbetermogelijkheden Kwaliteitseffecten van de verbeteropties 20 Bijlage A: Beoordeling binnenmilieu conform ISSO Bijlage B: Mogelijke ventilatieconcepten EBA rekenmodel Invoer Algemeen Invoer Energiegebruik Fitten energieverbruik Invoer gebouwschil Invoer verwarming en tapwater Invoer ventilatie Invoer verlichting Invoer lokaaltype 16 twee keer 5.3! 2 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies
3 1 Inleiding Het Energie & Binnenmilieu Advies (EBA) voor primair en voort gezet onderwijs is tot stand gekomen in het kader van het programma Frisse Scholen van Agentschap NL Energie & Klimaat. Het programma Frisse Scholen is onderdeel van het programma Energie & Gebouwde omgeving van het Ministerie van BZK/WWI. Dit document betreft de handleiding voor het opstellen van het Energie & Binnenmilieu Advies (EBA). In de handleiding wordt omschreven op welke wijze de huidige situatie m.b.t. energie en binnenmilieu op primair en voortgezet scholen beoordeeld kan worden, welke verbeteropties mogelijk zijn, wat de kosten en baten zijn en wat het effect op het energiegebruik en het binnenmilieu zal zijn van de verbetermogelijkheden. Het EBA is wat betreft de energetische aspecten vooral gebaseerd op de EPA-U methodiek en wat betreft de binnenmilieu aspecten vooral op de ISSO 89 en de ééndagsmethode van de GGD. Het is dan ook mogelijk om informatie uit een reeds opgesteld EPA-advies en/of advies conform de ééndagsmethode te integreren in het EBA. Een groot voordeel is bijvoorbeeld dat de gebouweigenschappen in de EBA rekensoftware niet opnieuw ingevoerd dienen te worden indien reeds een EPA is uitgevoerd. Kosten en Baten van energiebesparende maatregelen kunnen uit een EPA-advies overgenomen worden en aanbevolen maatregelen en CO₂ metingen kunnen overgenomen worden uit de rapportage van een advies conform de ééndagsmethode. De beoordeling van de energetische kwaliteit en de kwaliteit van het binnenmilieu geschiedt op uniforme wijze. Voor het aandragen van verbeteropties met kosten en baten worden voorbeelden aangereikt. De adviseur, welke het EBA opstelt, dient op basis van eigen inzicht te bepalen welke maatregelen specifiek voor de school van toepassing zijn. Ook dient de adviseur te beoordelen of de in de EBA aangereikte kosten gehanteerd kunnen worden voor een specifieke school. De EBA adviseur is uiteindelijk verantwoordelijk voor de inhoud van de EBA rapportage. 3 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies
4 2 Het instrumentarium Het EBA instrumentarium bestaat uit de volgende voor de adviseur beschikbare instrumenten: EBA - rapportageformat EBA - handleiding EBA - rekenmodel EBA - opnameformulier EBA - logboek t.b.v. CO₂ meting De adviseur dient naast de in de handleiding opgenomen documenten te beschikken over: ISSO 89: Binnenmilieu scholen ISSO 75.1 en 75.2: Handleiding Energie Prestatie Advisering Eéndagsmethode GGD Publicatie De Frisse basisschool van de GGD IJsseland te verkrijgen via De EBA adviseur dient naast de instrumenten, welke noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een Energie & Binnenmilieu Advies (EBA) te beschikken over: (gekalibreerde) CO₂-meter, welke om de 5 minuten de gemeten CO₂ waarde logt. Een meetapparaat voor debietmeting van mechanische luchttoevoer en -afvoer. Dit kan met een vleugelradanemometer met meet conus, een balometer, of met een debietmeter met nuldruk compensatie (aanbevolen) Een geluidsniveaumeter (type I of type II) met minimaal geluidsniveau 30 db(a) 4 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 2 Het instrumentarium
5 3 Toegepaste methodieken Het Energie & Binnenmilieu advies is voor een groot deel gebaseerd op reeds beschikbare methodieken/instrumenten. Op deze wijze wordt zowel op het vlak van het energieadvies als op het vlak van het binnenmilieuadvies eenduidig geadviseerd. In dit hoofdstuk worden voor zowel het energie aspect als voor het binnenmilieu aspect de gehanteerde methodieken vermeld. 3.1 Energie Voor wat betreft het energieadvies wordt zoveel mogelijk de methodiek van het EPA-U advies gehanteerd. Hiervoor wordt verwezen naar de ISSO publicaties 75.1, 75.2 en Zo wordt het energiegebruik voor en na het doorvoeren van maatregelen berekend middels de formulestructuur van het EPA-U (versie 2009). Er wordt echter slechts een indicatie gegeven van het energielabel. Verondersteld wordt dat de EBA adviseur op de hoogte is van de EPA-U methodiek. Koeling wordt niet meegenomen in het advies en de bepaling van het energielabel. Het fitten van het energiegebruik geschiedt op basis van slechts enkele variabelen. Slechts de eenvoudige terugverdientijd kan berekend worden. Technieken, welke vrijwel niet in onderwijsgebouwen worden toegepast, kunnen niet ingevoerd worden. Denk hierbij aan WKK, bevochtiging, enz. Het gebruiksoppervlak wordt niet gehanteerd. In plaats daarvan wordt het bruto vloeroppervlak gehanteerd. Er wordt vanuit gegaan dat alle verlichting in de gangen centraal geschakeld wordt. Er wordt, tenzij er gebruik gemaakt wordt van daglichtregeling, van uitgegaan dat de verlichting in kantoren, lokalen per vertrek geschakeld wordt. Besparende maatregelen m.b.t. warm tapwater worden niet doorgerekend. De volgende vereenvoudigingen ten opzichte van de EPA methodiek zijn doorgevoerd: Het verdelen van het gebouw in bouwdelen/sectoren vindt slechts plaats op basis van gescheiden verwarmingsinstallaties. Er kunnen maximaal vier bouwdelen/sectoren ingevoerd worden. Per bouwdeel wordt bij gescheiden ventilatiesystemen een gemiddeld rendement voor warmteterugwinning berekend. Per bouwdeel wordt bij gescheiden ventilatiesystemen een gemiddeld infiltratievoud berekend. Het gehele schoolgebouw krijgt een onderwijsfunctie. 5 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 3 Toegepaste methodieken in kader EBA
6 3.2 Binnenmilieu Voor wat betreft het binnenmilieu advies wordt gebruik gemaakt van de diverse reeds beschikbare literatuur, waarin wordt weergegeven op welke wijze de kwaliteit van het binnenmilieu kan worden beoordeeld en welke verbetermaatregelen mogelijk zijn. De betreffende literatuur, waarover de EBA adviseur dient te beschikken betreft: ISSO publicatie 89 Binnenmilieu scholen Eéndagsmethode GGD De publicatie De Frisse basisschool van de GGD IJsseland GGD richtlijn Beoordelen van ventilatie scholen Programma van Eisen Frisse scholen van NL Energie & Klimaat van Agentschap NL Van bovenstaande publicaties zijn enkele te vinden op de site In dit hoofdstuk wordt weergeven op welke wijze de verschillende bronnen in het EBA worden toegepast ISSO publicatie 89 Binnenmilieu scholen In ISSO publicatie 89 wordt weergegeven op welke wijze de kwaliteit van het binnenmilieu beoordeeld wordt. Deze beoordelingsmethodiek dient als basis voor de in de EBA gehanteerde beoordelingsmethodiek. In ISSO publicatie 89 is een beoordelingsmethodiek opgezet met als uitgangspunt vier klasse indelingen. De vierklassen worden als volgt gedefinieerd (e.e.a. op basis van de definitie in NPR CR 1752 en de TVVL Voorstudie Installatietechnische oplossingen voor een gezonde, prestatiebevorderende basisschool 2006 ): Klasse A: Hoog verwachtingspatroon bij gebruikers ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu. Klasse B: Gemiddeld verwachtingspatroon bij gebruikers ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu. Klasse C: (Ca. wettelijk minimumniveau nieuwbouw vanaf 2003) matig verwachtingspatroon bij gebruikers ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu. Klasse D: ( Lager dan wettelijk minimumniveau voor nieuwbouw) restklasse, laag verwachtingspatroon bij gebruikers ten aanzien van de kwaliteit van het binnenmilieu. In de ISSO publicatie wordt met name het ventilatiesysteem beoordeeld en niet andere comfortbepalende aspecten, zoals mate van zontoetreding en isolatiewaarde glas. In de EBA methodiek vindt op basis van de onderstaande aspecten een aanpassing van de beoordeling conform ISSO 89 plaats: Indien er geen sprake is van buitenzonwering of het platte dak is matig geïsoleerd, zal de beoordeling van het thermisch binnenmilieu in de zomer een klasse lager uitvallen in vergelijking met de beoordeling volgens ISSO 89. Indien het ventilatievoud door mechanische ventilatie en natuurlijke (spui)voorzieningen ontoereikend is zal de beoordeling van het thermisch binnenmilieu in de zomer één klasse lager uitvallen in vergelijking met de beoordeling volgens ISSO 89. Indien er geen naregeling (o.a. thermostaatkranen) van de binnentemperatuur mogelijk is of er is sprake van enkele beglazing zal de beoordeling van het thermisch binnenmilieu in de winter een klasse lager uitvallen in vergelijking met de beoordeling volgens ISSO 89. Indien na aanleiding van de EBA besloten wordt om de ventilatievoorzieningen te verbeteren, is ISSO 89 een instrument op basis waarvan verschillende ventilatieconcepten geselecteerd kunnen worden. De verschillende concepten worden in Bijlage B weergegeven Eéndagsmethode GGD De overheid heeft met de GGD afgesproken dat de GGD in een periode van vijf jaar alle basisscholen met natuurlijke ventilatie volgende de ééndagsmethode zal bezoeken. Dit project is gestart in In Bijlage C is een standaard format van de ééndagsmethode opgenomen. Het is dan ook mogelijk dat voor een school waarvoor een EBA wordt opgesteld reeds een advies m.b.t. de kwaliteit van het binnenmilieu beschikbaar is. Informatie uit het advies volgens de ééndagsmethode van de GGD s is bruikbaar voor het EBA. De volgende zaken uit het advies volgens de ééndagsmethode zijn bruikbaar voor het EBA: de berekende ventilatiecapaciteit van enkele representatieve lokalen; de meetresultaten van de CO₂ metingen; de lijst met bouwkundige verbetermaatregelen. De EBA adviseur kan een korting geven op de advieskosten indien de gegevens uit de ééndagsmethode bruikbaar zijn. De wijze waarop het binnenmilieu volgens ISSO 89 beoordeeld wordt, wordt weergegeven in Bijlage A. 6 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 3 Toegepaste methodieken
7 3.2.3 Publicatie De Frisse basisschool De GGD IJsselland heeft in 2008 een publicatie ontwikkeld, die de schooldirecties en schoolbesturen kan ondersteunen bij het nemen van beslissingen m.b.t. het verbeteren van de kwaliteit van de binnenlucht. Praktisch tips in dit boekje zijn terug te vinden in o.a. de ééndagsmethode van de GGD s. Ook wordt in het boekje weergegeven op welke wijze een indicatie gegeven wordt van de berekende ventilatiecapaciteit. In het EBA is de berekeningswijze overgenomen, zodat op relatief eenvoudige wijze een oordeel geveld kan worden over de beschikbare ventilatievoorzieningen. De publicatie De Frisse basisschool van de GGD IJsseland is te downloaden op Programma van Eisen - Frisse Scholen Op basis van het Programma van Eisen - Frisse Scholen kan men voor een school een ambitieprofiel wat betreft binnenmilieu en energiezuinigheid vaststellen (of bijstellen). Dit ambitieprofiel kan men vervolgens opnemen in het Programma van Eisen voor de bouw of verbouw van de school. Een Programma van Eisen is nodig bij het laten opstellen van offertes en het verlenen van (bouw)- opdrachten. Maar ook bij het toezien op de uitvoering daarvan en de toetsing van het eindresultaat. Dit PVE Frisse Scholen is geen compleet Programma van Eisen, maar helpt u om de juiste eisen te stellen en te toetsen GGD richtlijn Beoordelen van ventilatie scholen De GGD richtlijn dient als basis voor de ééndagsmethode en de publicatie De Frisse basisschool van de GGD IJsseland. De richtlijn is als bijlage D opgenomen in deze handleiding. De richtlijn gaat in op o.a. de verschillende ventilatiesystemen, binnenlucht en gezondheid, wet en regelgeving, gezondheidskundige toetswaarden en de wijze van advisering door de GGD. De onderstaande beknopte lijst voor beoordeling van de bruikbaarheid van ventilatievoorzieningen wordt ook in het EBA gehanteerd: Zijn de relevante ventilatievoorzieningen goed bruikbaar? Kan de ventilatievoorziening worden gebruikt zonder tochthinder in de leefzone (subjectieve beoordeling)? Zijn de ventilatievoorzieningen gemakkelijk en fijn te regelen? Is de bediening van de ventilatie gemakkelijk bereikbaar en hanteerbaar? Zijn er belemmeringen, zoals voorhangende gordijnen of zonwering? De gordijnen en de zonwering mogen, zowel in open als gesloten toestand, de ventilatieopeningen niet afdekken aangezien dan onvoldoende verse buitenlucht kan binnenkomen c.q. binnenlucht kan worden afgevoerd. Zijn, bij natuurlijke ventilatie, eventuele roosters schoon? Is er bij gebruik van de ventilatievoorzieningen sprake van hinderlijk geluid (subjectief of > 35 dba)? Zijn bij mechanische luchttoevoer de filters schoon? 7 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 3 Toegepaste methodieken
8 4 Stappenplan Energie Hoofdstuk 4 gaat in op de verschillende stappen welke doorlopen moeten worden bij het opstellen van een EBA. Voor wat betreft de opname van de energetische aspecten wordt opgenomen conform de EPA-U methodiek met als uitzondering daarop de in hoofdstuk 3.1 genoemde vereenvoudigingen. Voor wat betreft de opname van de binnenmilieu aspecten wordt voor een groot deel opgenomen conform de ééndagsmethode van de GGD. Aanbevolen wordt de volgende stappen te doorlopen: Stap 1: Voorbereiding Stap 2: Overleg met school(bestuur) Stap 3: Opname van het schoolgebouw Stap 4a: CO₂ metingen Stap 4b: Geluidsmetingen (indien van toepassing) Stap 5: Invoeren van de opname in het EBA rekenmodel Stap 6: Aandragen verbeteropties Stap 7: Rapportage 4.1 Voorbereiding Ter voorbereiding kunnen de onderstaande zaken opgevraagd worden: Plattegronden van de scholen (vereist) Gevelaanzichten (zeer wenselijk) Overige bouwkundige tekeningen (wenselijk) Energienota s met energiegebruiken (vereist) MeerjarenOnderhoudsPlannen (wenselijk). Vanwege de gescheiden verantwoordelijkheid dient meestal het MOP van de gemeente als van het schoolbestuur opgevraagd te worden. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor de gebouwschil en de school voor de ketels. Installatietechnische (principe) tekeningen met o.a. ventilatiecapaciteiten van mechanische ventilatie (wenselijk) 4.2 Overleg met school(bestuur) Er dient voor of tijdens het bezoek aan de school een overleg plaats te vinden met de verantwoordelijke binnen de school en/of het schoolbestuur. In het overleg kunnen de volgende zaken besproken worden: Bewustwording met betrekking tot kwaliteit binnenmilieu in relatie tot gezondheid en leerprestaties. Welke relevante onderzoeken zijn in het verleden reeds uitgevoerd (o.a. ééndagsmethode GGD)? Welke bouwdelen zijn wanneer gebouwd? Zijn er renovatie of uitbreidingsplannen (natuurlijke momenten voor maatregelen)? In hoeverre en bij wie is noodzakelijke/wenselijke informatie beschikbaar? Welke verbetermaatregelen hebben prioriteit? Wat is het ambitieniveau? Is er budget beschikbaar? 8 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 4 Stappenplan
9 4.3 Opname van het schoolgebouw De opname van het schoolgebouw geschiedt voor wat betreft de energetische aspecten voornamelijk conform de EPA-U methodiek. Voor wat betreft de binnenmilieuaspecten wordt voornamelijk opgenomen volgens de systematiek van de ééndagsmethode van de GGD. Benodigde hulpmiddelen: ISSO-publicatie 75.1 en 75.2 Eéndagsmethode GGD De Frisse basisschool van de GGD IJsseland Een meetlint en/of (digitale) afstandsmeter Een digitale fotocamera Een meetapparaat voor debietmeting van mechanische luchttoevoer en -afvoer. Dit kan met een vleugelradanemometer met meetconus, een balometer, of met een debietmeter met nuldrukcompensatie (aanbevolen) Een geluidsniveaumeter (type I of type II) met minimaal geluidsniveau 30 db(a) EBA-opnameformulier De volgende uitgangspunten kunnen daarbij in volgorde van prioriteit worden gehanteerd: Maak onderscheid tussen lokalen met natuurlijke enkelvoudige ventilatie, natuurlijke dwarsventilatie, mechanische afzuiging en gebalanceerde mechanische ventilatie. Maak onderscheid in lokalen, waarbij de ventilatie voorzieningen zich veelal onder en boven 1,8 meter bevinden. Ventilatie voorzieningen onder de 1,8 meter zijn veelal niet nuttig bruikbaar. Maak onderscheid in lokalen met verschillende natuurlijke voorzieningen (o.a. ramen en roosters). Maak onderscheid in lokalen met en zonder zonwering, waarbij de oriëntatie gelijk is. Voor lokalen aan de noordzijde zonder zonwering hoeft bijvoorbeeld geen apart type te worden aangemaakt. Maak onderscheidt in lokalen met en zonder naregeling van de verwarming. Maak onderscheid in lokalen welke goed en matig geïsoleerd zijn. Indien meer dan vier lokaaltypen te definiëren zijn, dienen de meest op elkaar lijkende lokalen gebundeld te worden. vleugelrad-anemometer luchtdebietmeter met nuldrukcompensatie balometer Nadat de lokaaltypen gedefinieerd zijn dienen de afmetingen van de voorzieningen per lokaaltype op het opnameformulier vermeldt te worden. De afmetingen dienen volgens onderstaande wijze opgenomen te worden. Voor verdere uitleg wordt verwezen naar de publicatie De frisse basisschool bladzijde 39. Het opnameformulier kan als leidraad dienen voor de opname op locatie. Het is niet altijd noodzakelijk om het gehele opname formulier op locatie in te vullen. Zo kunnen oppervlakten ook op kantoor met behulp van tekeningen vastgesteld worden. Het is wel van belang om alle opnamebladen te doorlopen, zodat gecontroleerd kan worden of alle informatie aanwezig of beschikbaar is. Per blad wordt in dit hoofdstuk een toelichting gegeven. Voorblad: Ten behoeve van het invoeren de van de algemene gegevens, zoals adres, bezoekdatum, energiegebruik, enz. Ventilatie: De meeste scholen beschikken over lokalen met verschillende ventilatie voorzieningen. Zo kan het zijn dat in het ene lokaal gebruik gemaakt kan worden van dwarsventilatie en in de ander niet. Tijdens de opname van het gebouw dienen maximaal vier verschillende lokaal typen gedefinieerd te worden op basis van de aanwezige ventilatievoorzieningen, isolatiegraad en zonwering. Bij het definiëren van de lokaaltypen dient men pragmatisch te werk te gaan. raam rooster Indien er sprake is van mechanische ventilatie is het wenselijk de luchtdebieten te achterhalen. Dit kan op basis van het typeplaatje op de ventilator, tekeningen of op basis van een debietmeting. Een debiet meting heeft sterk de voorkeur, omdat vanuit de praktijk vaak blijkt dat mechanische ventilatie systemen verkeerd ontworpen zijn, waardoor niet meer aan de ontwerpuitgangspunten wordt voldaan. Meet het luchtdebiet bij een acceptabel geluidsniveau van de ventilatoren (< 35 db(a)). Een geluidsmeter is een wenselijk instrument om het geluidsniveau objectief vast te stellen. 9 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 4 Stappenplan
10 Verwarming: Conform de EPA-U methodiek kunnen verwarmingsystemen per sector/bouwdeel worden opgenomen. Voor de rapportage is het van belang om aan te geven welke radiatorgroepen van warmte worden voorzien. Voor de subsidie is het van belang om aan te geven hoeveel radiatoren nog niet zijn voorzien van thermostaatkranen. Tapwater, Apparatuur en Koeling: Conform de EPA-U methodiek kunnen de tapwatersystemen, de aanwezige Pc s en de aanwezige koeling worden ingevoerd. Ramen: Opname Conform de EPA-U methodiek Constructie: Opname conform de EPA-U methodiek Verlichting: Opname conform de EPA-U methodiek Instellingen klimaatregeling: Op veel scholen wordt energie verspild door niet goed ingestelde regelingen van klimaatinstallaties. Zo worden de vakanties nog wel eens niet ingevoerd, zijn kloktijden te ruim en/of stooklijnen te hoog. Op het opnameformulier kunnen de belangrijkste variabelen ingevoerd worden. Op basis hiervan kan besloten worden of verdere optimalisatie mogelijk is. 4.4 CO₂ meting De CO₂-concentratie is een indicator voor luchtverversing. In het EBA is daarom een CO₂ meting opgenomen, welke de bevindingen m.b.t. de berekende ventilatiecapaciteit op basis van de aanwezige ventilatievoorzieningen ondersteund. Aangezien een CO₂ meting slechts een momentopname betreft kunnen geen harde conclusie getrokken worden over de beschikbare ventilatiecapaciteit op basis van slechts de CO₂ meting. Zo kan het voorkomen dat er wel voldoende ventilatievoorzieningen aanwezig zijn, maar dat de gebruiker hier onvoldoende gebruik van maakt. Het CO₂ niveau dient gemeten te worden met een meter, welke de meetwaarden periodiek (bijvoorbeeld) om de vijfminuten logt. Op basis van deze gegevens dient men voor de meetperiode een grafiek te kunnen genereren met de meetresultaten. Een CO₂ meting is slechts zinvol indien gedurende de meting het gedrag van de gebruiker m.b.t. het gebruik van de ventilatievoorzieningen bekend is. Aanbevolen wordt dan ook op de gebruiker tijdens de duur van een meting een logboek in te laten vullen. Dit logboek is als afzonderlijk document beschikbaar. Het logboek is goed in te vullen op basisscholen waar er in de bemeten ruimten relatief weinig wisselingen van leerkrachten plaats vinden. Meestal dient men slechts 1 leerkracht te instrueren m.b.t. het gebruik van de ventilatievoorzieningen en het invullen van het logboek. Aanbevolen wordt om per type lokaal (zie hoofdstuk 4.3) gedurende 2 dagen te meten tijdens het stookseizoen. Vanwege tijdsdruk bij de uitvoering van de EBA kan de meetperiode beperkt worden tot slechts een dag. Meting van een dag komt overeen met de meting van de GGD en het is belangrijk om een hele schooldag in beeld te brengen om het verloop gedurende de dag te zien Van 8 tot 4. Ook kan de meting buiten het stookseizoen plaats vinden. Hierbij dient de gebruiker (leerkracht) goed geïnstrueerd te worden op welke wijze hij de ventilatievoorzieningen tijdens de meetperiode dient te gebruiken. De volgende instructies dienen gehanteerd te worden: Plaats de CO₂ meter op 1,5-2 meter hoogte niet te dicht bij een ventilatievoorziening. Gebruik tijdens de meetperiode geen spui voorzieningen (ventilatievoorzieningen lager dan 1,8 meter) Maak zoveel mogelijk gebruik van dwarsventilatie. Gebruik geen ventilatievoorzieningen, welke in de wintermaanden niet gebruikt kunnen worden vanwege tocht. Zet de ventilatievoorzieningen in de hoogste stand. Dit wil onder andere zeggen roosters maximaal open en ventilatoren in de hoogste stand. Indien de ventilatoren in de hoogste stand te veel lawaai maken (> 35 db(a)) dient de ventilatie in een lagere stand gezet te worden. Een geluidsmeter is een wenselijk instrument om het geluidsniveau objectief vast te stellen. Sluit de deuren Toelichting logboek: Voor zowel PO-scholen als voor VO-scholen is een logboek ontwikkeld, welke gebruikt kan worden tijdens de meetperiode. De EBA adviseur dient de ventilatievoorzieningen van het te bemeten lokaal op de plattegrond in te vullen. De leerkracht/docent kan vervolgens invullen op welke tijden de ventilatievoorzieningen zijn gebruikt. Volg bij de meting zoveel mogelijk de vermelde instructies op! 4.5 Invoeren van de opname in het EBA rekenmodel Nadat de opname van een schoolgebouw heeft plaats gevonden kunnen de gegevens verwerkt worden in het EBA rekenmodel. Het EBA rekenmodel is een Excel applicatie, waarmee de volgende zaken in kaart kunnen worden gebracht: Indicatie van het energielabel van het gebouw Benchmark energiegebruik Kwaliteitsklasse binnenmilieu Kosten en baten energiebesparende maatregelen Energielabel na doorvoering van geadviseerde maatregelen Kosten technische verbetermaatregelen binnenmilieu Kwaliteitsklasse binnenmilieu na doorvoering maatregelen Effect technische verbetermaatregelen binnenmilieu op het energiegebruik In hoofdstuk 5 wordt de handleiding m.b.t. het EBA rekenmodel weergegeven. 10 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 4 Stappenplan Energie & Binnenmilieu Advies
11 4.6 Fitten energiegebruik Bij bepaling van het energielabel van een gebouw wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag. Zo zijn de gebruikstijden, gebruik van apparatuur en de binnen- en buitentemperaturen gestandaardiseerd. De gebruiker heeft daarmee geen invloed op het energielabel. Voor bepaling van de terugverdientijd van energiebesparende maatregelen speelt het gebruikersgedrag wel een belangrijke rol. Zo zal bij hogere binnentemperaturen de terugverdientijd van isolerende maatregelen korter zijn dan bij lagere binnentemperaturen. In het EBA rekenmodel kunnen enkele gebruikersafhankelijke variabelen worden aangepast. Hiermee kan het berekende gasverbruik gefit worden op basis van het werkelijke gasverbruik. De afwijking tussen het berekende gasverbruik en het werkelijke gasverbruik moet minder zijn dan 5%. In hoofdstuk 5 wordt de handleiding m.b.t. het EBA rekenmodel weergegeven. 4.7 Aandragen verbeteropties In het EBA rekenmodel en de EBA rapportage dienen zowel energetische als binnenmilieuverbeter maatregelen te worden aangedragen. Hierbij kan men onderscheidt maken in de volgende type maatregelen: Technische verbetermaatregelen energiegebruik Low-budget verbetermaatregelen energiegebruik Technische verbetermaatregelen binnenmilieu Low-budget verbetermaatregelen binnenmilieu Technische verbetermaatregelen energiegebruik De meest voorkomende technische verbetermaatregelen kan men doorrekenen met het EBA rekenmodel. De EBA adviseur is vrij om eventueel overige energiebesparende maatregelen aan te dragen, welke specifiek van toepassing zijn voor het onderzochte schoolgebouw. De volgende minimaal te overwegen maatregelen kunnen voor wat betreft de kosten en de baten doorgerekend worden met het EBA rekenmodel: Toepassen HR++ glas of voorzetramen Isoleren van de gevel, vloer of dak Toepassen van een HR107-ketel Naregeling verwarming (o.a. thermostaatkranen) Toepassen energiezuinige hoogfrequente verlichting met eventueel daglichtregeling en aanwezigheiddetectie. Gebalanceerde mechanische ventilatie met warmteterugwinning Low-budget verbetermaatregelen energiegebruik Naast de in vermelde technische verbetermaatregelen zijn onder andere de onderstaande low-budget of gedragsverbeterende maatregelen mogelijk: Optimaliseren instellingen klimaatregeling: Op veel scholen wordt energie verspild door niet goed ingestelde regelingen van klimaatinstallaties. Zo worden de vakanties nog wel eens niet ingevoerd, zijn kloktijden te ruim en/of stooklijnen te hoog. Goed gebruik thermostaatkranen Instellen powermanagement op Pc s Technische verbetermaatregelen binnenmilieu De technische maatregelen m.b.t. het binnenmilieu zijn divers. Het selecteren van een maatregel wordt met name complex, doordat zowel de kosten, de technische haalbaarheid en de gewenste kwaliteitsklassen een rol spelen. In het EBA wordt niet één maatregel aanbevolen, maar worden diverse mogelijke maatregelen aangedragen. Op basis van de in de EBA aangedragen kosten, effecten op energiegebruik en te realiseren kwaliteitsklasse kan de opdrachtgever een eigen selectie maken. Bij ventilatie dient bijvoorbeeld een keus gemaakt te worden uit de diverse mogelijke ventilatie concepten. Voorbeelden hiervan worden in Bijlage B weergegeven. De EBA adviseur dient in het EBA aan te geven welke ventilatieconcepten technisch wel of niet haalbaar zijn. Vele schoolgebouwen bestaan uit bouwdelen uit verschillende jaren met verschillende gebouwgebonden eigenschappen (isolatiewaarde en ventilatievoorzieningen). De selectie van geadviseerde maatregelen kan dan ook per bouwdeel verschillen. In de EBA is hierin voorzien doordat 4 verschillende type lokalen gedefinieerd kunnen worden. Diverse binnenmilieuverbetermaatregelen hebben een effect op het energiegebruik. Indien binnenmilieuverbetermaatregelen tevens het energiegebruik verlagen, kan de energiekosten reductie als extra argument dienen om een maatregel door te voeren. In hoofdlijnen dienen de volgende technische binnenmilieuverbetermaatregelen overwogen te worden: Gebruik van zonwering, waarbij de ventilatievoorzieningen goede gebruikt kunnen worden. Bijvoorbeeld geen screens voor roosters plaatsen, maar uitvalschermen. Gebruik naregeling per lokaal (o.a. thermostaatkranen) Verbeteren dakisolatie. Enkelglas vervangen door HR++ glas of voorzetramen toepassen Toepassen aanvullende natuurlijke ventilatievoorzieningen, welke zich boven 1,8 meter van de vloer bevinden. Bij voorkeur toepassen van dwarsventilatie. Hiermee kan maximaal kwaliteitsklasse C worden gerealiseerd. Toepassen mechanische afzuiging met eventueel aanvullende natuurlijk voorzieningen, welke zich boven 1,8 meter van de vloer bevinden, voor de lucht toevoer. Hiermee kan maximaal kwaliteitsklasse C worden gerealiseerd. Toepassen gebalanceerde mechanische ventilatie met warmteterugwinning 11 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 4 Stappenplan
12 Aangezien er bij toepassing van gebalanceerde mechanische ventilatie zich veel problemen voordoen wordt aanbevolen de volgende aspecten in ogenschouw te nemen: Ventilator vanwege geluid bij voorkeur niet in lokaal plaatsen. Bij plaatsing boven verlaagd plafond in een lokaal voorzieningen treffen om geluidshinder tegen te gaan (dempers/omkasting). Geluidsniveau installatie < 33 db(a). Norm bouwbesluit is < 35 db(a) Geluidsniveau installatie mag ook s nachts niet hinderlijk zijn voor omwonenden Minimaal kwaliteitsklasse klasse C systemen selecteren. Klasse B of A systemen zijn wenselijk. Ventilatoren schakelen met schakelklok (incl. vakantieprogramma) Nachtventilatie toepassen (t.b.v. koeling) Bypass op warmteterugwinning toe te passen. Roosters toepassen waarbij luchtstroom in eerste instantie met voldoende werveling (inducerend) onder het plafond uitgeblazen wordt. Dus luchtstroom niet direct verticaal inblazen (voorkomen tochtklachten. Warmteterugwinning toepassen, zodat naverwarming niet noodzakelijk is. Systemen met naverwarming worden aanbevolen indien tevens de warmteafgiftesystemen (o.a. radiatoren) vervangen worden. Er kan dan eventueel overgestapt worden naar een systeem waarmee zowel geventileerd als verwarmd wordt met lucht. Deze optie is slechts mogelijk bij goed geïsoleerde scholen. Filters moeten eenvoudig vervangen kunnen worden. Het onderhouden en dan met name het vervangen van de filters is kostbaar. Sluit een onderhoudscontract Ontwerp een systeem met lage luchtweerstand in de luchtkanalen, zodat voldaan wordt aan de minimale ventilatiecapaciteiten. Vaak wordt een luchtbehandelingkast geselecteerd, welke in de basis aan de gewenste capaciteit voldoet. Door hoge weerstanden in (flexibele) kanalen wel de werkelijke capaciteit nog wel eens veel lager zijn dan de ontwerp uitgangspunten. Meet de capaciteit altijd voor definitieve oplevering. Voor de selectie van mogelijke technische maatregelen wordt verwezen naar ISSO publicatie 89 Binnenmilieu scholen, de publicatie De frisse basisschool, de site van NL Energie & Klimaat van Agentschap NL Low-budget verbetermaatregelen binnenmilieu De Low-budget maatregelen worden niet doorgerekende met het EBA rekenmodel. Wel dienen deze voor zover van toepassing in de EBA rapportage aanbod te komen. Het gaat hierbij o.a. om de volgende maatregelen: Zet alle hooggelegen ramen op een kierstand in plaats van slechts enkele ramen helemaal open. Stem de grote van de kier af op het aantal kinderen Zorg voor dwarsventilatie Ventileer buitenlestijd tenminste 180 m³/h. Veelal gebeurd dit reeds via roosters, kieren en naden. Lucht voor en na de les. Zet de grootste groepen in de grootste ruimte. Houdt rekening met de leefzone. Zet kinderen dus niet direct aan de raamzijde. Zorg voor voldoende ventilatie in gangen, welke ook als gebruiks ruimte gebruikt worden. Schaf een kooldioxidemeter aan. Verbeter de regelbaarheid van de klepramen. Herstel defecten aan de (ventilatie)voorzieningen. Verplaats de vensterbanken, zodat de warme lucht zich goed kan verspreiden. Breng zijschoten aan bij laaggeplaatste draai-/kiepramen. Plaats de binnentemperatuursensoren t.b.v. de C.V.-regeling op een juiste plek. Sluit zonwering tijdig. Zuig bij mechanische toevoer de lucht niet direct aan vanaf het hete platte dak. Enz. De EBA methodiek geeft geen kosten voor de low-budget maatregelen. De kosten kunnen vanwege de diversiteit sterk uiteenlopen per schoolgebouw. De EBA adviseur kan naar eigen wens kosten voor low-budget maatregelen vermelden. Voor de mogelijke Low-budget maatregelen wordt verwezen naar de publicatie De frisse basisschool. 4.8 Rapportage Nadat de huidige situatie is verwerkt in het EBA rekenmodel, de kwaliteitsklassen zijn vastgesteld en verbeteropties zijn aangedragen kan een EBA rapportage worden opgesteld. In het Excel bestand is een tabblad uitvoer aanwezig. De adviseur kan tabellen en/of tekst knippen en plakken naar de rapportage. Automatische koppelingen dient de adviseur zelf aan te maken. In de rapportage dienen ook zaken aan de orde te komen welke niet aanbod komen in het EBA rekenmodel. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de low-budget maatregelen binnenmilieu. In hoofdstuk 6 wordt weergegeven op welke wijze de rapportage per hoofdstuk vorm kan worden gegeven. 12 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 4 Stappenplan
13 5 EBA rekenmodel Het EBA rekenmodel is een belangrijk instrument bij het opstellen van het EBA. Dit hoofdstuk betreft een inleiding voor het gebruik van het rekenmodel. Per invoerblad wordt weergegeven op welke wijze men het rekenmodel dient te hanteren. Aanbevolen wordt om altijd vanuit een nieuw ( schoon ) rekenmodel te starten en niet een reeds ingevuld rekenmodel te gebruiken. 5.1 Invoer Algemeen In het tabblad Invoer algemeen worden o.a. de adresgegevens ingevoerd. Verder kan per bouwdeel worden weergegeven wat het bruto vloeroppervlak is. Er is sprake van verschillende bouwdelen indien er gebruik gemaakt wordt van gescheiden verwarmingsystemen met verschillende type toegepaste ketels. Via een link in het tabblad Invoer algemeen kan men 4 verschillende type lokalen definiëren. Het definiëren van de lokalen vindt plaats conform hoofdstuk 4.3. Per bouwdeel dient het aantal lokalen per lokaaltype ingevoerd te worden. Op basis van het aantal lokaaltypen wordt het kwaliteitslabel m.b.t. het binnenmilieu bepaald. Het rekenmodel heeft als basis een blauwe kleur. De cellen, welke door de adviseur kunnen worden ingevoerd of gewijzigd hebben een afwijkende kleur. Zie hiervoor onderstaande tabel. In te vullen door adviseur Wordt berekend Default waarde, welke kan worden aangepast door adviseur 5.2 Invoer Energiegebruik In het tabblad Invoer energiegebruik worden de energiegebruiken en de kosten ingevoerd. Op basis van het energiegebruik en het bruto vloeroppervlak wordt een vergelijking gemaakt met overige scholen. Voor de scholen wordt de volgende benchmark gehanteerd, die door EnerDeCo op basis van honderden scholen is opgesteld. De energiegebruiken kunnen op basis van de energienota s ingevoerd worden. Indien de meetperiodes niet een geheel jaar bestrijken kan middels het rekenmodel het verbruik gecorrigeerd worden. Voor correctie van het elektriciteitsverbruik kan de adviseur een eigen correctiefactor hanteren. Bijvoorbeeld op basis van aantal gemeten gebruiksweken gedeeld door de gebruiksweken in een jaar. PO-scholen VO-scholen hoog gemiddeld laag hoog gemiddeld laag Elektriciteit [kwh/m 2 ] > < 20 > < 25 Gas[m 2 /m 2 ] > < 10 > < 10 Warmte [MJ/ m 2 ] > < 330 > < Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 5 EBA rekenmodel
14 Voor correctie van het gas-/warmteverbruik kan gecorrigeerd worden op basis van graaddagen. In het rekenmodel worden reeds kosten voor het energiegebruik weergegeven. Het is wenselijk de kosten echter te baseren op de werkelijke energiekosten van de onderzochte school. 5.3 Fitten energieverbruik Bij bepaling van het energielabel van een gebouw wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag. Zo zijn de gebruikstijden, gebruik van apparatuur en de binnen- en buitentemperaturen gestandaardiseerd. De gebruiker heeft daarmee geen invloed op het energie label. Voor bepaling van de terugverdientijd van energiebesparende maatregelen speelt het gebruikersgedrag wel een belangrijke rol. Zo zal bij hogere binnentemperaturen de terugverdientijd van isolerende maatregelen korter zijn dan bij lagere binnentemperaturen. In het EBA rekenmodel kunnen de volgende gebruikersafhankelijke variabelen worden aangepast: Interne warmtelast apparatuur Interne warmtelast personen Ventilatievoud natuurlijke ventilatie Correctie weersinvloeden t.o.v. TRY De Bilt Correctiefactor afwijkende binnentemperaturen. Hiermee kan het berekende gasverbruik gefit worden op basis van het werkelijke gasverbruik. De afwijking tussen het berekende gasverbruik en het werkelijke gasverbruik moet minder zijn dan 5%. In het rekenmodel wordt weergegeven welke waarden voor boven staande variabelen als standaard worden gehanteerd. De adviseur kan zijn eigen waarden hanteren in de donkerblauwe cellen. Op basis van praktijkervaring worden reeds waarden aangedragen. Interne warmtelast apparatuur: Bij berekening van het energielabel wordt ten opzichte van de werkelijkheid een veel te lage waarde aangehouden voor de interne warmtelast van apparatuur. De belangrijkste bron binnen het onderwijs zijn de computers. De interne warmtelast van apparatuur kan door de adviseur ingeschat worden op basis van het aantal Pc s, de gebruiksuren en het opgestelde vermogen. Interne warmtelast personen: Bij berekening van het energielabel wordt ten opzichte van de werkelijkheid een te lage waarde aangehouden voor de interne warmtelast van personen. De interne warmtelast van personen kan door de adviseur ingeschat worden op basis van het aantal aanwezige personen en een warmteontwikkeling van 70 watt per persoon. Dus op een school met 200 leerlingen, 10 docenten en een vloeroppervlak van 1000 m² zal de interne warmtelast van personen 70 * 210 / 1000 = 14,7 watt/m² bedragen. Ventilatievoud natuurlijke ventilatie: In de berekening van het energielabel wordt er vanuit gegaan dat er geventileerd wordt conform bouwbesluit Bekend is dat er op scholen vaak te weinig voorzieningen aanwezig zijn en/of dat ze niet (goed) gebruikt worden. In de praktijk is het ventilatievoud dan ook vaak lager. Middels de correctiefactor kan dit gecompenseerd worden. Correctie weersinvloeden t.o.v. TRY De Bilt: Het energiegebruik wordt berekend op basis van een gemiddeld klimaatjaar. Hiervoor wordt TRY De Bilt aangehouden. TRY staat voor TestReferenceYear. Het jaar waarvan de energiegebruik gegevens zijn ingevoerd in de software wijkt voor wat betreft de weersgesteldheid af van TRY De Bilt. Dit dient gecorrigeerd te worden. Indien het kouder is geweest dan TRY De Bilt dient een correctiefactor groter dan 1 ingevoerd te worden (meer gasverbruik) en indien het warmer is geweest dient een correctiefactor kleiner dan 1 ingevoerd te worden (lager gasverbruik). Correctiefactor afwijkende binnentemperaturen: Het energiegebruik wordt berekend op basis van een etmaal gemiddelde binnentemperatuur (gemiddelde tijdens stookseizoen) van 19 graden. De werkelijk gemiddelde etmaal temperatuur kan afwijken. Bij met name slecht geïsoleerde scholen zal de gemiddelde etmaaltemperatuur lager zijn dan 19 graden. Indien de werkelijk gemiddelde etmaaltemperatuur lager is, dient een correctiefactor groter dan 1 ingevoerd te worden (meer gasverbruik) en indien de werkelijk gemiddelde etmaaltemperatuur hoger is dient een correctiefactor kleiner dan 1 ingevoerd te worden (lager gasverbruik). Voorbeeld berekening: School met bruto vloeroppervlak van 1000 m 2 40 PC s met monitoren (per PC met monitor 200 watt) 1000 watt aan overig apparatuur (gemiddeld dag en nacht) 40 gebruiksuren per week Interne warmtelast tijdens gebruikstijd = (40 * )/1000 = 9 watt/m 2 Interne warmtelast buiten gebruikstijd =1000 /1000 = 1 watt/m 2 Gemiddelde interne warmtelast = (40 * 9 + (168-40) * 1)/168 = 2,9 watt/m 2 14 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 5 EBA rekenmodel
15 5.3 Invoer gebouwschil In het tabblad Invoer gebouwschil worden de constructies van de gevels, daken, vloeren en beglazing ingevoerd. Invoer geschiedt op basis van de EPA-U methodiek. In kolom F wordt een berekende Rc waarde getoond. De adviseur kan deze overrulen door zelf een Rc waarde in te voeren. De besparingsmaatregelen kunnen tevens via dit tabblad ingevoerd worden. De keuzes zijn hierbij beperkt tot een aantal mogelijkheden. De adviseur kan altijd zelf een constructie toevoegen op basis van eigen isolatiewaarden. Indien voor constructies geen verbetering wordt aanbevolen, hoeft de huidige constructie niet opnieuw bij besparingsopties ingevoerd te worden. 5.4 Invoer verwarming en tapwater In het tabblad Invoer verwarming en tapwater worden de warm tapwater bereiders, de ketels, de distributiemethoden en wijze van naregelingen per bouwdeel ingevoerd. Invoer geschiedt op basis van de EPA-U methodiek. De nominale vermogens van de ketels zijn niet bepalend voor het energiegebruik en het indicatieve energielabel. De vermogens zijn welbepalend voor het bepalen van de kosten en voor de inventarisatietekst. De besparingsmaatregelen kunnen tevens via dit tabblad ingevoerd worden. De keuzes zijn hierbij beperkt tot een aantal mogelijkheden. Het aantal thermostaatkranen kan ingevoerd worden. Dit is met name van belang voor het bepalen van de kosten. Indien op basis van de aangetroffen instellingen in de klimaatregeling blijkt dat de instellingen geoptimaliseerd kunnen worden kan een gas besparingspercentage door de adviseur ingevoerd worden. De besparingspercentage kan als volgt bepaald worden: Invoeren vakanties bespaart 7% t.o.v. niet invoeren van vakanties. Een uur later verwarmen bespaart ongeveer 7% Een uur korter verwarmen bespaart ongeveer 3% Het verlagen van de binnentemperatuur met 1 graad bespaart bij slecht geïsoleerde gebouwen ongeveer 5% per graad. 5.5 Invoer ventilatie In het tabblad Invoer ventilatie worden per bouwdeel de mechanische ventilatiesystemen ingevoerd. De invoer wijkt af van de EPA-U methodiek, omdat gescheiden ventilatiesystemen in de EBA methodiek niet leidt tot verschillende energiesectoren. Per bouwdeel dienen de ventilatiesystemen ingevoerd te worden. Op basis hiervan wordt een gemiddeld rendement vanwege warmteterugwinning bepaald. Indien het debiet van het ventilatiesysteem niet bekend is wordt conform de EPA-U methodiek op basis van het vloeroppervlak en de eisen in het bouwbesluit een debiet vastgesteld. De EPA-U adviseur kan in de cellen van kolom E het werkelijke debiet invoeren. In tabel F staat het debiet vermeld welke op basis van de EPA-U methodiek gebruikt wordt voor bepaling van het indicatieve energielabel. Aangezien het op scholen nog al eens voorkomt dat dezelfde systemen vaker worden toegepast kan men het aantal ingevoerde systemen invoeren. De besparingsmaatregelen kunnen tevens via dit tabblad ingevoerd worden. Hierbij dient men aan te geven welk kwaliteitsniveau (kolom D) men wenst te hanteren en of de maatregel van toepassing is op lokalen of niet (kolom K). Het rekenmodel bepaalt op basis van kengetallen de investering voor een verbetermaatregel (kolom L). Vanwege een specifieke situatie op de school kunnen de kosten hoger uitvallen. Bijvoorbeeld vanwege noodzakelijke bouwkundige aanpassingen. Ook zullen de kosten hoger zijn indien de lokalen niet of slechts beperkt gegroepeerd zijn. Er kunnen dan minder lokalen aan een ventilatiesysteem gekoppeld worden. De adviseur kan eigen kosten hanteren voor een maatregel door een eigen waarde in te voeren. Indien men het effect van verschillende maatregelen met elkaar wil vergelijken dienen de maatregelen opnieuw ingevoerd te worden. Eventueel kan het rekenmodel gekopieerd worden. 5.6 Invoer verlichting In het tabblad Invoer verlichting wordt conform de EPA-U methodiek de verlichting ingevoerd. Op basis van het type ruimte (kolom C) wordt de wijze van schakeling van de verlichting bepaald. Op basis van lamptype (kolom D) en aantalen armaturen van het betreffende lamptype (kolom G) wordt het opgestelde vermogen (kolom H) voor het betreffende lamptype bepaald. De adviseur kan een eigen vermogen invullen. Bijvoorbeeld wanneer het lamptype niet in kolom D voorkomt of wanneer de adviseur meerdere lamptypes wil bundelen. In kolom E kan aangegeven worden of er sprake is van daglichtregeling. Indien slechts een deel van de verlichting in een ruimte voorzien is van daglichtregeling dient voor de hele ruimte aangehouden te worden dat er sprake is van daglichtregeling. In kolom I kan aangegeven worden of er sprake is van aanwezigheiddetectie. De besparingsmaatregelen kunnen tevens via dit tabblad ingevoerd worden. In kolom O kunnen de aantallen aanwezigheidsdetectoren ingevoerd worden ter bepaling van de kostprijs. In kolom P kan het aantal armaturen ingevoerd worden waar daglichtregeling op toegepast kan worden. Meestal hanteert men hiervoor de armaturen aan de raamzijde. 15 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 5 EBA rekenmodel
16 5.7 Invoer lokaaltype In het tabblad Invoer lokaaltype kunnen van een lokaaltype met een specifiek ventilatieconcept de variabelen ingevoerd worden welke van invloed zijn op de kwaliteit van het binnenmilieu. Tevens kunnen de verbeteropties ingevoerd worden. Per verbeteroptie worden de kosten weergegeven. Tevens kan men een aanbevolen pakket van maatregelen invoeren. Indien men meerdere pakketten van maatregelen wil vergelijken, dienen de pakketten meerdere malen ingevoerd te worden om het effect op de kwaliteitsklassen inzichtelijk te maken. De beoordeling geschiedt conform hoofdstuk Onder een maatregel ter voorkoming van tocht wordt verstaan een spoiler of een koof. Voor gedetailleerdere informatie wordt verwezen naar ISSO 89. Voor wat betreft de ventilatievoorzieningen wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere natuurlijke ventilatie, spuivoorzieningen en mechanische ventilatie. Hierbij mogen ventilatievoorzieningen, waarvan de opening zich bevinden boven een hoogte van 1,8 meter aangemerkt worden als reguliere ventilatie en de ventilatievoorzieningen onder een hoogte van 1,8 meter als spuiventilatie. De beschikbare ventilatie capaciteit dient volgens de methode van de GGD, zoals omschreven op bladzijde 39 van de publicatie De frisse basisschool te worden berekend. Iedereen moet dezelfde methode hanteren. Hiertoe dienen de afmetingen van de ventilatievoorzieningen conform hoofdstuk 4.3 ingevoerd te worden. De ventilatievoorzieningen dienen per gevel ingevoerd te worden (kolom E). Gevel 1 is de gevel met de meeste ventilatievoorzieningen. Gevel 2 is de gevel met ventilatievoorzieningen recht tegenover gevel 1. Indien er geen gevel met natuurlijke ventilatievoorzieningen bestaat recht tegenover gevel 1, kan gevel 2 ook een andere gevel zijn. Gevel 3 is de overige gevel indien gevel 1 en 2 reeds zijn ingevoerd. Indien sprake is van mechanische ventilatie kan het debiet ingevoerd worden. Indien het debiet niet bekend is wordt het debiet bepaald op basis van de ingeschatte ventilatieklasse. In de praktijk zal de ingeschatte ventilatieklasse meestal klasse D of klasse C betreffen. Deze inschatting is te maken op basis van bijvoorbeeld de kanaaldiameter. Beter is het om de debieten daadwerkelijk te meten. Het rekenmodel bepaalt op basis van kengetallen de investering voor een verbetermaatregel (kolom J). Vanwege een specifieke situatie op de school kunnen de kosten hoger uitvallen. Bijvoorbeeld vanwege noodzakelijke bouwkundige aanpassingen. Ook zullen de kosten hoger zijn indien de lokalen niet of slechts beperkt gegroepeerd zijn. Er kunnen dan minder lokalen aan een ventilatiesysteem gekoppeld worden. De adviseur kan eigen kosten hanteren voor een maatregel door een eigen waarde in te voeren. 16 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 5 EBA rekenmodel
17 6 Handleiding Rapportage Nadat de huidige situatie is verwerkt in het EBA rekenmodel, de kwaliteitsklassen zijn vastgesteld en verbeteropties zijn aangedragen kan een EBA rapportage worden opgesteld. In het Excel bestand is een tabblad uitvoer aanwezig. De adviseur kan tabellen en/of tekst knippen en plakken naar de rapportage. Automatische koppelingen dient de adviseur zelf aan te maken. In de rapportage dienen ook zaken aan de orde te komen welke niet aan bod komen in het EBA rekenmodel. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de low-budget maatregelen binnenmilieu. Per hoofdstuk wordt de rapportage kort besproken. 6.1 Samenvatting Na een introductie wordt als eerste een indicatie van het energielabel weergegeven. Het energielabel wordt gepresenteerd in het uitvoerblad van het EBA rekenmodel. Eventueel kan de adviseur zelf een automatische koppeling met het Excel bestand en het format van de EBA rapportage maken. De adviseur dient zelf de juiste kleur voor het label te selecteren. De tabel met de energiegebruiken, de kosten en de benchmark wordt gepresenteerd in het uitvoerblad van het EBA rekenmodel. Eventueel kan de adviseur zelf een automatische koppeling met het Excel bestand en het rapportageformat maken. De adviseur dient zelf de juiste kleur voor de verbruiksklasse te selecteren. In de alinea onder de tabel dient een verklaring gegeven te worden voor het energiegebruik ten opzichte van een gemiddelde school (de benchmark). Dezelfde tekst kan gehanteerd worden als in hoofdstuk 3.1 van het rapportageformat. Na beoordeling van het energiegebruik vindt een beoordeling van het binnenmilieu plaats conform hoofdstuk De ventilatiecapaciteit wordt beoordeeld op basis van de aanwezige ventilatievoorzieningen conform de rekenmethodiek genoemd in de publicatie De frisse basisschool. De klasse indeling is conform ISSO 89 (klasse A, B, C en D). De tabel met ventilatiecapaciteit van de ventilatieconcepten wordt gepresenteerd in het uitvoerblad van het EBA rekenmodel. Eventueel kan de adviseur zelf een automatische koppeling met het Excel bestand en het format van de EBA rapportage maken. Niet van toepassing zijnde rijen kunnen verwijderd worden. De klasse indeling wordt in de alinea onder de tabel vergeleken met de gemeten CO₂- waarden. Aangezien een CO₂ meting slechts een momentopname betreft dient aangeven te worden of de beoordeling van de meting overeenkomt met wat men mag verwachten op basis van de aanwezige ventilatie voorzieningen. 17 Handleiding Energie & Binnenmilieu Advies 6 Handleiding Rapportage
Invoer Algemeen. Type 1 Type 2 Type 3 Type 4 Klik op type om binnenklimaat van de lokaaltypen te bepalen. Naam school. Onderwijsvorm.
Invoer Algemeen Naam school Onderwijsvorm primair onderwijs Adres Postcode Plaats Invoer lokaaltypen Type 1 Type 2 Type 3 Type 4 Klik op type om binnenklimaat van de lokaaltypen te bepalen. Bouwjaar B.V.O.
Nadere informatieProgramma van Eisen Frisse Scholen april 2012
Programma van Eisen Frisse Scholen april 2012 Voor u ligt het Programma van Eisen Frisse Scholen. Dit Programma van Eisen dient als leidraad voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen
Nadere informatieGemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Windvang (noodgebouw)
Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Windvang (noodgebouw) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak... 4 3.1 Afbakening
Nadere informatie4 Energiebesparingsadvies
4 Energiebesparingsadvies 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte
Nadere informatieOp weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen
Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen Seminar Swegon Air Academy 11 november 2008 ir. Froukje van Dijken BBA Binnenmilieu 010-2447025 www.binnenmilieu.nl Dagelijks 20.000 leerlingen
Nadere informatieENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN
Beta Testbedrijf E. van Dijk 007 Kleveringweg 12 2616 LZ Delft info@vabi.nl Delft, 8 februari 2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: Opdrachtgever BV A. Bee Projectgegevens: Voorbeeldproject
Nadere informatieGemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. Willem van Veenschool (noodgebouw)
Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw Willem van Veenschool (noodgebouw) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak...
Nadere informatieENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN
4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software
Nadere informatieA (zie toelichting in bijlage)
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieEnergie & Binnenmilieu Advies (EBA)
Energie & Binnenmilieu Advies (EBA) Leidraad uitbesteding voor schoolbestuur en/of gemeente In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Maart 2016 Inleiding Veel schoolbesturen
Nadere informatie3 Energiegebruik huidige situatie
3 Energiegebruik huidige situatie 3.1 Het Energie Prestatie Certificaat In het kader van de Europese regelgeving (EPBD) bent u verplicht om, bij verkoop of verhuur van de woning, een energiecertificaat
Nadere informatieGGD-criteria bij de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009
GGD-criteria bij de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 Inleiding De Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 stelt subsidie aan gemeenten
Nadere informatieInvulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Scholen Concept Klimaatgroep Holland, type CP oktober 2016
Invulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Klimaatgroep Holland, type CP15 32 Inhoud: - Inleiding pagina 1 - Invulinstructie pagina 2 en 3 Inleiding Klimaatgroep Holland brengt sinds kort de vernieuwde
Nadere informatierdelijk zijn, Adres Bruto van basisschool verduurzaming van
Verduurzaming basisschool De Handreiking Schoolbestuur SKPO wil de schoolgebouwen waarvoor zij verantwoorv rdelijk zijn, systematisch verduurzamen op basis van een eigen uniforme (kwaliteit) standaard
Nadere informatieAfkorting Naam gebouw of variant Fit Cert Adv Fin huidig X X v ariant 1 Variant HR-ketel X X X v ariant 2 Variant isoleren X X X
15 februari 2007 15:32 uur Blz. 1 / 6 1 Fitten op de meterstanden In onderstaande tabel wordt een overzicht van de berekeningen getoond. Voor zowel de e situatie als voor de varianten wordt de afkortingen
Nadere informatieSlimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen
Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Interactie tussen gevelisolatie, ventilatiesystemen en capaciteit warmtepompsystemen Per 1 januari 2015 worden de EPCeisen aangescherpt. Voor woningen
Nadere informatieGemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Duinroos (gymzaal)
Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Duinroos (gymzaal) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 4 3 Plan van aanpak... 4 3.1 Afbakening
Nadere informatieTool Nieuwbouw Onderhoud & beheer Handleiding bouwen aan Frisse Scholen PVE Frisse Scholen Frisse Scholen Toets Ervaringen met de Frisse Scholen
Tools voor Frisse Scholen een overzicht Ir. Bert Meijering 07.11.2012 Tool Nieuwbouw Onderhoud & beheer Handleiding bouwen aan Frisse Scholen PVE Frisse Scholen Frisse Scholen Toets Ervaringen met de Frisse
Nadere informatieF (zie toelichting in bijlage)
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden F (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieISSO-publicatie 75.2 EPA-maatwerkadvies
ISSO-publicatie 75.2 EPA-maatwerkadvies Programma EP-certificaat vs maatwerkadvies Inhoud ISSO-publicatie 75.2 Kansen/bedreigingen voor de installatiesector Kees Arkesteijn ISSO EP-certificaat vs maatwerk
Nadere informatieRapportageformulier. Rapportage jaar School Locatie adres. (In te vullen door de preventiemedewerker) vorige volgende. Binnenmilieuscan Basisscholen
(In te vullen door de preventiemedewerker) Rapportage jaar School Locatie adres controle kwartaal 1 controle kwartaal 2 controle kwartaal 3 controle kwartaal 4 Naam rapporteur Naam rapporteur Naam rapporteur
Nadere informatieEPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel
Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPA U Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf
Nadere informatieMethodiek Binnenmilieuprofiel
Methodiek Binnenmilieuprofiel ISSO Landelijke Informatiedag Binnenmilieuprofiel 17 februari 2011 ir. Jaap Balvers BBA Binnenmilieu Tel 010-2447025 jb-bba@binnenmilieu.nl Inhoud Uitgangspunten Benodigdheden
Nadere informatieRapportage energielabel. Kantoorpand Molensteijn PT De Meern
Rapportage energielabel Kantoorpand Molensteijn 60 3454 PT De Meern EPA-U Energielabel Datum inspectie : 16-07-2015 Datum rapportage : 12-08-2015 Status rapportage : definitief Objectgegevens Aard gebouw
Nadere informatieEnergiebesparing. Kantoren A-01
Energiebesparing in Kantoren A-01 Meijer Energie- & Milieumanagement BV, Laan van N.O.I. 277, 2593 BS Den Haag. tel: 070-315 57 15 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd,
Nadere informatieRENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE
RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE SAMENVATTING 0. INLEIDING 1. ISOLATIE 2. INSTALLATIE 3. RAMEN EN KOZIJNEN 4. ZONWERING EN KOELING 5. VERLICHTING DIA duurzame auteur:
Nadere informatieBouwfysica. Ventilatie en Infiltratie. hoofdstuk 6 Bouwfysica. eisen m.b.t. ventilatie oppervlakte
Bouwfysica Ventilatie en Infiltratie hoofdstuk 6 Bouwfysica 1 Onderwerpen Inleiding Bouwbesluit eisen m.b.t. ventilatie oppervlakte Ventilatie Basisventilatie (luchtverversing) Spuiventilatie (zomerventilatie)
Nadere informatieEnergielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking met gebouwen met overeenkomstige
Nadere informatieA (zie toelichting in bijlage)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieConcepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten
Concepten EPC 0.4 Om een EPC 0.4 te realiseren voor de referentiewoningen zijn er verschillende concepten ontwikkeld die onderling verschillen op de wijze van ventileren en verwarmen. Aan de basis van
Nadere informatieGemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Leidse Buitenschool (gymzaal)
Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Leidse Buitenschool (gymzaal) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak... 4
Nadere informatieB (zie toelichting in bijlage)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden B (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieMechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding
Mechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding Goede ventilatie in school is belangrijk voor de gezondheid van leerlingen en personeel. Met het regelmatig verversen van de
Nadere informatieVerduurzamen meerjarenonderhoud bij basisscholen
Verduurzamen meerjarenonderhoud bij basisscholen Workshop 8 Gezonde scholen Congres GEZONDRONDOM 15 mei 2013 ir. Henk Versteeg Onafhankelijk advies- en ingenieursbureau te Nieuwegein met veertig jaar ervaring
Nadere informatieSPECIMEN. E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw. Dit gebouw. Standaard energiegebruik voor dit gebouw. 968,3 MJ/m 2
Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking met gebouwen met overeenkomstige
Nadere informatieWoningventilatie en renovatie
Woningventilatie en renovatie Bouwbesluit, bewoners en de praktijk Workshop Energie Nul73 Ir. H.J.J. (Harm) Valk Nieman Raadgevende Ingenieurs BV 19 mei 2015 Ventilatie Waarom ventileren? Kwaliteit en
Nadere informatieEnergielabel. SKG-IKOB gecertificeerd BRL & BRL
Energielabel SKG-IKOB gecertificeerd BRL 9500-01 & BRL 9500-03 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u het energielabel welke wij voor u hebben opgenomen. Dit label hebben wij vervaardigd in samenwerking
Nadere informatiePDFlib PLOP: PDF Linearization, Optimization, Protection. Page inserted by evaluation version www.pdflib.com sales@pdflib.com
PDFlib PLOP: PDF Lineariation, Optimiation, Protection Page inserted by evaluation version www.pdflib.com sales@pdflib.com p Energielabel woning supplement* Afgegeven conform de Regeling energieprestatie
Nadere informatieConcept second opinion voor de Schaepmanstraat, Katwijk
Concept second opinion voor de Schaepmanstraat, Katwijk Geert-Jan Persoon Adviseur woningkwaliteit Vereniging Nederlandse Woonbond Nieuwe Achtergracht 17 1018 XV Amsterdam 020-5517784 www.woonbond.n www.bespaarenergiemetdewoonbond.nl
Nadere informatieWoningen met EPC ( 0,8
Een initiatief van in samenwerking met 1 Woningen met EPC ( 0,8 Toelichting wijzigingen en bouwkundige aandachtspunten en duurzame energie - ontwerp- en adviesbureau BNA ir. F.W. den Dulk (Freek) 2 1 Onderwerpen
Nadere informatieInstallatiescan Scholen
Installatiescan Scholen Rapportageformulier (in te vullen door de installateur) Januari 2016 School Installatiebedrijf Datum Naam school Adres school Telefoon school Naam contactpersoon Naam bedrijf Telefoon
Nadere informatieVvE s met Energie. Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW
VvE s met Energie Onderzoek VvE Schiezicht 10 april 2014 Wouter van den Acker PKW Inhoud Het Energiemodel Bestaande situatie Trias Energetica Maatregelen Scenario s Hoe verder? Energieadvies voor Schiezicht
Nadere informatieRapport aanvraag omgevingsvergunning Altra College Bleichrodt te Amsterdam
Rapport aanvraag omgevingsvergunning Altra College Bleichrodt te Amsterdam Datum: 3 maart 2017 Projectnr: 1342 Status: Definitief Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitgangspunten... 4 2.1 Scope Gezonde
Nadere informatieNTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1
NTA 8800 Nieuw tijdperk energieprestatie 1 Toekomstvisie overheid 2015 1 juli 2018 2019 2020 tussenperiode 2050 50% EPC aanscherping Overheids-gebouwen Aansluitplicht aardgas BENG nieuwbouw vervalt Nieuwbouw
Nadere informatieJBo/ /NRe Rotterdam, 29 januari 2003
Notitie 20021236-4: Het ClimaRad ventilatieconcept en het thermische binnenklimaat in de zomerperiode. JBo/20021236-4/NRe Rotterdam, 29 januari 2003 1. Inleiding. In opdracht van Brugman Radiatoren is
Nadere informatieEindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw
Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector
Nadere informatieEPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,
EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, ir. F.W. (Freek) den Dulk Nieuwe eis per 1 januari 2006 EPC 0,8 Herziening norm: NEN 5128:2004 Energieprestatie van woonfuncties en
Nadere informatieMeten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven. Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009
Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven ir. Henk Versteeg Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009 Lichtveld Buis & Partners BV Raadgevende ingenieurs
Nadere informatieVerbetering binnenklimaat van de basisscholen in Amstenrade en Oirsbeek. Gemeentebladnummer: 2010/34 Vergaderdatum: 03 juni 2010 Agendapunt: 10
Verbetering binnenklimaat van de basisscholen in Amstenrade en Oirsbeek. Gemeentebladnummer: 2010/34 Vergaderdatum: 03 juni 2010 Agendapunt: 10 Aan de Raad Voorstel: tot het beschikbaar stellen van een
Nadere informatieJa Nee Nvt Maatregel Foto. Installaties & regelingen. Zijn de binnen- en buitensensoren op een representatieve locatie geïnstalleerd?
Checklist Energiebesparing bedrijven algemeen Met behulp van deze checklist kunt u energiebesparende maatregelen in uw bedrijf inventariseren. Toelichting per maatregel of meer maatregelen kunt u vinden
Nadere informatie1. Op 26 maart 2010 hebben we een beschikking
Collegevoorstel Inleiding In het voorjaar van 2009 heeft het kabinet in het aanvullend coalitieakkoord impulsmiddelen opgenomen voor verlichting van de effecten van de economische crisis. Deze impulsmiddelen
Nadere informatieWorkshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje
Workshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje Bouwadviesburo van Niekerk, Emile Niekerk Gespreksleider: Steven van der Lelie (GGD Gelre- Ijssel) inhoudsopgave Inleiding Voorbeeld
Nadere informatieA (zie toelichting in bijlage)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieB (zie toelichting in bijlage)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden B (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieAlgemene beschrijving Ezie. GEN Methodiek kansrijk aanbod
Algemene beschrijving Ezie GEN Methodiek kansrijk aanbod Algemene beschrijving Ezie GEN Methodiek kansrijk aanbod Arie Kalkman 11 november 2013 Versie 1.0 Inhoudsopgave 1 / Algemene beschrijving Ezie
Nadere informatieGefeliciteerd met uw vernieuwde woning!
Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! Verbeteringen aan uw woning Condens aan de buitenkant: Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! De verbeteringen die we hebben doorgevoerd verschillen per woning,
Nadere informatieToetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra
Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra Frans Duijm arts medisch milieukundige Kenniscentrum Milieu & Gezondheid GGD s Groningen, Friesland, Drenthe 21 maart 2007 ventilatie in scholen
Nadere informatieHoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen
Herziene versie 2013 ISSO-publicatie 75.1 Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen Methode 2013, wettelijke aanwijzing per 1 Juli 2014 1 6 Opnameprotocollen 6.1 Inleiding In ISSO 75.1 worden
Nadere informatiePassief Bouwen in de praktijk
Passief Bouwen in de praktijk Velve-Lindenhof: van idee tot realisatie ir. H.J.J. (Harm) Valk / ing. A.F. (André) Kruithof adviseur Energie & Duurzaamheid Programma Projectomschrijving Ontwerpvisie Bouwfysische
Nadere informatieFrisse Scholen Toets. Hulpmiddel voor schoolbestuur en gemeente. >> Als het gaat om energie en klimaat
Frisse Scholen Toets Hulpmiddel voor schoolbestuur en gemeente >> Als het gaat om energie en klimaat Het opstellen van een goed Programma van Eisen (PvE) voor de bouw of renovatie van een Frisse School
Nadere informatieFinancieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen. Verschillen naar woningtype en energielabel
Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen Verschillen naar woningtype en energielabel Financieringslastpercentages voor verschillende soorten woningen Verschillen naar woningtype
Nadere informatievan schets naar definitief ontwerp gebruikersindeling klimaat daglicht energie interieurconcept poort als entree achtergevel plein als verbinding
de brede reus van schets naar definitief ontwerp gebruikersindeling klimaat daglicht energie interieurconcept poort als entree achtergevel plein als verbinding planning van schets naar definitief ontwerp
Nadere informatieEindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie
Eindtermen en toetsmatrijs: toets energielabel nieuwbouw Utiliteit Vastgesteld door de EPA-examencommissie Examen Energielabel nieuwbouw bestaat uit twee delen: 40 MC tijdsduur 0 minuten Softwaretoets
Nadere informatie~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"
~omazo..... j\ Hoofdbedrijfs(hap l'v Ambachte'ß -c TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen" AUTOMATISCHE ZONWERING BESPAART ENERGIE EN VERBETERT BINNENKLIMAAT Automatische zonwering kan op kantoor en
Nadere informatiePassief Bouwen: waarom en hoe?
Passief Bouwen: waarom en hoe? Ontwerpen en bouwen vanuit een visie ir. H.J.J. (Harm) Valk senior adviseur Energie & Duurzaamheid Passief Bouwen Kenmerken o hoogwaardige thermische schil o goed comfort
Nadere informatieDatum: 18 februari 2013-22 januari 2014 Project: NAM-gebouw De Boo te Schoonebeek Referentie: 2012032 20079
Datum: 18 februari 2013-22 januari 2014 Project: NAM-gebouw De Boo te Schoonebeek Referentie: 2012032 20079 Uitgangspunt Bestaand, oorspronkelijk gebouw had als gebruik een mix aan functies. Dit waren
Nadere informatieZonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager
Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Als facilitair manager bent u verantwoordelijk voor de huisvesting. Daarmee ook voor het energiegebruik van de huisvesting. In deze
Nadere informatieVentilatiemetenmetCO2alstracergas2009
VentilatiemetenmetCO2alstracergas2009 Ventilatie meten met CO 2 als tracergas December 2009 G. Meijer F. Duijm GGD Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen Samenvatting De capaciteit van mechanische ventilatie
Nadere informatieReferentiegebouwen utiliteitsbouw
EPN en Nieuwbouw Referentiegebouwen utiliteitsbouw Gezondheidszorg 7.000m² Het voorbeeld betreft een verpleeghuis dat is voorzien van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Een warmtepomp zorgt
Nadere informatieEnergiebesparing. Betonkernactivering. Programma. Energiebesparing EPBD. Energy Performance Building Directive. Europese richtlijn.
Programma Energiebesparing & Betonkernactivering Energiebesparing Europa Nederland Besparingspotentieel Specialisten gevraagd? Betonkernactivering Publicatie Leergang Kees Arkesteijn 1 2 Energiebesparing
Nadere informatieBenchmarkrapportage 2013
Benchmarkrapportage 2013 Hartelijk dank voor het deelnemen aan de monitoringronde 2013. Voor u liggen de resultaten voor uw corporatie ten opzichte van de totale groep deelnemende corporaties. Graag vernemen
Nadere informatieDe nieuwe ISSO 51, 53 & 57 publicaties
Nieuwe ISSO 51, 53 & 57 in de praktijk Benchmark versus De nieuwe ISSO 51, 53 & 57 publicaties Op 1 juli heeft ISSO drie nieuwe warmteverliespublicaties uitgebracht. Deze zijn in lijn met de laatste Europese
Nadere informatieEnergie en duurzaamheid. Informatiebijeenkomsten VvE Belang 2016
Energie en duurzaamheid Informatiebijeenkomsten VvE Belang 2016 Mr C.J.C.M. (Kees) Oomen Klik Directeur om Organisatie de titelstijl en Public van Affairs het Stichting VvE Belang model te bewerken ing.
Nadere informatieWie zijn wij? Van 0-meting tot haalbare business case. Programma. De methode. Meten van duurzaamheid. Heldere kijk op duurzaamheid.
Van 0-meting tot haalbare business case Meer informatie: www.w-e.nl www.gprsoftware.nl ir. Janny Stevens (stevens@w-e.nl) ir. Saskia van Hulten (hulten@w-e.nl) Wie zijn wij? W/E adviseurs www.w-e.nl Saskia
Nadere informatieENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW
ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW In t Hart van de Bouw ENERGIEBEHOEFTE WONINGBOUW Nederlandse Isolatie Industrie Postbus 8408 3503 RK UTRECHT 030-6623266 Vertegenwoordigd door: de heer ir. E. Las Nieman Raadgevende
Nadere informatieUitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd)
Op xxx controleerde de heer xx van de DCMR Milieudienst Rijnmond uw organisatie aan de xxx in xxxxx. Xx werd hierbij te woord gestaan door uw contactpersoon, de heer xx. Tijdens het controlebezoek is gecontroleerd
Nadere informatieObject. Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A
Object Hoge Zand 35 DEN HAAG Energielabel A Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden A (zie toelichting in bijlage) Dit gebouw Weinig besparingsmogelijkheden
Nadere informatieEPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel
Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPC berekening Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf
Nadere informatieBeknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen
Beknopte beschrijving wijzigingen label methodiek woningen Datum: juli 2009 Conceptversie Hoofdstuk 6 ISSO 82.1 In de onderstaande notitie zijn de wijzigingen en uitbreidingen beschreven die per 1 oktober
Nadere informatieNieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²]
736 woongeb. 26 app Halfweg - Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren F2 0,79 Algemene gegevens projectomschrijving Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren variant F2 straat /
Nadere informatieGefeliciteerd met uw vernieuwde woning!
Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! Verbeteringen aan uw woning Condens aan de buitenkant: Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! De verbeteringen die we hebben doorgevoerd verschillen per woning,
Nadere informatieMeer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp
Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is
Nadere informatieENERGIE 0 IN DE PRAKTIJK KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN
ENERGIE 0 IN DE PRAKTIJK KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN Wim van den Bogerd HOGERE DOEL Woonwijken met gezonde, energiezuinige en kwalitatief hoogstaande woningen waar het fantastisch wonen is! PROGRAMMA
Nadere informatieEindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van
Eindtermen en toetsmatrijs: Netto warmtevraag zeer energiezuinige woningen Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door de COEC van KvINL op 0--06 versie Oktober 06 Het examen Netto warmtevraag
Nadere informatieBENG. Update
BENG Update 21-12-2018 Congres EPG 2.0 d.d. 20 november 2018 Tijdens het NEN-congres op dinsdag 20 november 2018 maakte het ministerie van BZK de nieuwe concept geadviseerde BENG-eisen bekend. Ook werd
Nadere informatieNatuurlijke ventilatie van leslokalen
Natuurlijke ventilatie van leslokalen Seminar Actiflow - CFD in de bouw 20 mei 2011 ir. Henk Versteeg Inhoud presentatie Introductie LBP SIGHT Binnenmilieu basisscholen Ventilatie basisschool De Schakel
Nadere informatieEnergieprestatie. metalen gevelelementen in EP berekening Ubouw. 3, 10 en 17 november 2008 VMRG bijeenkomst. door Peter Vierveijzer
Energieprestatie metalen gevelelementen in EP berekening Ubouw 3, 10 en 17 november 2008 VMRG bijeenkomst door Peter Vierveijzer aanleiding Denkt u projecten te missen doordat houten en kunststof kozijnen
Nadere informatieTips berekenen EPC. EPN en Nieuwbouw. Modellering
EPN en Nieuwbouw Tips berekenen EPC Modellering Iedere bouwlaag dient als een aparte verwarmde zone gemodelleerd te worden. Indien bouwlagen, bijvoorbeeld tussenverdiepingen van een woongebouw, exact gelijk
Nadere informatie5 OPNAMEFORMULIER BINNENMILIEUPROFIEL WONINGEN
5 OPNAMEFORMULIER BINNENMILIEUPROFIEL WONINGEN Inleiding In dit hoofdstuk staat het opnameformulier weergegeven dat een adviseur nodig heeft voor het opnemen van een woning voor het Binnenmilieuprofiel.
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Uitgangspunten. Notitie. 2.1 Berekeningswijze
Notitie Project Isover/Energiebesparing bestaande bouw Betreft Onderzoek naar effect op Energie-index (EI) Ons kenmerk E.2012.1379.00.N001 Versie 001 Datum 8 maart 2013 Verwerkt door RLO HW Contactpersoon
Nadere informatieBij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:
Project: Brede School Rembrandtkwartier te Rijswijk Projectnr.: 6.053 Datum: 20 februari 2017 Betreft: Ontwerpnotitie Ventilatie 1. UITGANGSPUNTEN Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante
Nadere informatieDE PEETERSSCHOOL VERNIEUWBOUW 2011-2012. 1e REACTIE OP VO 12-12-2011 G R E E N T E A M B O U W
DE PEETERSSCHOOL VERNIEUWBOUW 2011-2012 1e REACTIE OP VO INLEIDING Voor u ligt een eerste verkenning van mogelijkheden tbv de vernieuwbouw van de St. Peeterschool te Amsterdam waarbij door het bestuur
Nadere informatieC (zie toelichting in bijlage)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden C (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatieReleasenotes Vabi Assets Energie 6.41
Releasenotes Vabi Assets Energie 6.41 Inleiding Welkom bij de servicerelease van Vabi Assets Energie 6.41. In deze service release hebben wij een drietal punten opgelost die gemeld zijn naar aanleiding
Nadere informatieEindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw
Eindtermen en toetsmatrijs: examen energieprestatiecertificaat bestaande utiliteitsbouw Vastgesteld door de EPA-examencommissie en goedgekeurd door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector
Nadere informatieEnergielabel woning. Uw woning. Standaard energiegebruik voor uw woning MJ (megajoules)
Energielabel woning Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden D (zie toelichting in bijlage) Uw woning Weinig besparingsmogelijkheden Labelklasse maakt vergelijking
Nadere informatie3-6-2013. Doorontwikkeling Bouwtransparant (en in relatie tot Energielabel Nieuwbouw) Project dossier Energielabel Nieuwbouw voorbeeld: isolatie
Ontwikkelingen in 2013-2014: Doorontwikkeling Bouwtransparant (en in relatie tot ) Vrijwillige invoering naar verwachting 1 september 2013. Uiteindelijk zal dit worden verplicht gesteld. Doel: weergave
Nadere informatieEnergielabel. Object. Noordeinde 49 DEN HAAG
Energielabel D Object Noordeinde 49 DEN HAAG Energielabel gebouw Afgegeven conform de Regeling energieprestatie gebouwen. Veel besparingsmogelijkheden D (zie toelichting in bijlage) Weinig besparingsmogelijkheden
Nadere informatieEenvoudige oplossingen voor ventilatieproblemen in de kinderopvang
1 Eenvoudige oplossingen voor ventilatieproblemen in de kinderopvang vijf casussen onderzocht W/E adviseurs: Marit Béguin en Cees Leenaerts BOinK, Belangenvereniging Ouders in de Kinderopvang: Gjalt Jellesma
Nadere informatieBasisscholen die meedoen aan het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid. Hoofdstuk 1 Binnenmilieu in basisscholen...
Achtergrondinformatie project mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid Achtergrondinformatie behorend bij het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid Voor wie
Nadere informatie