Monitor effecten BTW-verlaging arbeidsintensieve diensten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor effecten BTW-verlaging arbeidsintensieve diensten"

Transcriptie

1 Monitor effecten BTW-verlaging arbeidsintensieve diensten Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Financiën Martine Olde Wolbers Arnold Ziegelaar B2315 Leiden, 24 september 2002

2

3 Voorwoord In opdracht van het Ministerie van Financiën is een onderzoek uitgevoerd naar de effecten op de werkgelegenheid van de BTW-verlaging op arbeidsintensieve diensten. De BTW-verlaging is als proef ingesteld voor de jaren Ondernemers die diensten verrichten waarvoor het lage BTW-tarief geldt, worden in drie metingen (2000, 2001 en 2002) ondervraagd over onderwerpen als het aantal werknemers, omzet, winst en prijsstellingen. De resultaten van de eerste en tweede peiling zijn beschreven in de rapporten Monitor effecten BTW-verlaging arbeidsintensieve diensten, resultaten eerste peiling en resultaten tweede peiling. Dit rapport bevat de resultaten van de derde en laatste peiling en vormt tegelijk de overkoepelende rapportage over alledrie de peilingen. Het onderzoek is uitgevoerd door Martine Olde Wolbers onder leiding van ondergetekende en vanuit het Ministerie van Financiën begeleid door dhr. Drs. D. Gorter, dhr. Drs. J. Zijlstra, mevr. Mr. D. Vente en dhr. Drs. Ir. K. den Boogert mba. Het onderzoeksteam dankt de begeleidingscommissie voor de prettige samenwerking. Arnold Ziegelaar Projectleider 3

4 4

5 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusie 7 Summary and conclusion 15 1 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek Wetswijziging Wet op de omzetbelasting Doelstelling en onderzoeksvragen Derde peiling Leeswijzer 25 2 Ontwikkeling in de prijzen/tarieven van arbeidsintensieve diensten Toepassing BTW-maatregel Doorberekening van de BTW-verlaging in de prijzen/ tarieven Vergelijking tarieven Ontwikkeling in omzet, vraag en winst 35 4 Effecten BTW-verlaging op de werkgelegenheid Vergelijking werkgelegenheid Totale werkgelegenheid Werkgelegenheid arbeidsintensieve diensten Trendanalyse Gedane aannames bij de trendanalyse Trendanalyse vergelijkbare branches Trendanalyse branches arbeidsintensieve diensten Inschatting effecten BTW-verlaging ondernemers 54 5 Conclusies effecten BTW-verlaging 63 Bijlage 1 Onderzoeksopzet en uitvoering 67 Bijlage 2 Trendanalyse vergelijkbare branches 73 5

6 6

7 Samenvatting en conclusie Nederland neemt deel aan een experiment van de Europese Unie dat het mogelijk maakt op een aantal arbeidsintensieve diensten een verlaagd BTW-tarief van 6% in plaats van de gebruikelijke 19% toe te passen. Het experiment loopt van 1 januari 2000 tot 31 december 2002 en heeft betrekking op de volgende vijf branches: het herstellen van fietsen; het herstellen van schoeisel en lederwaren; het herstellen en vermaken van kleding en huishoudlinnen; de diensten die door kappers als zodanig worden verricht; het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 15 jaar. Door verlaging van het BTW-tarief op deze diensten kunnen verlagingen in de prijzen ontstaan, waardoor de vraag toeneemt. Het experiment heeft tot doel via dit prijsmechanisme de werkgelegenheid in de branches te stimuleren. In dit onderzoek is nagegaan of de BTW-verlaging daadwerkelijk een (aantoonbaar) effect op de werkgelegenheid heeft. Daartoe is drie keer (september 2000, mei 2001 en mei 2002) een schriftelijke vragenlijst voorgelegd aan een panel van ondernemers in de vijf branches. De vragenlijst ging in op de toepassing van de BTW-maatregel, de prijzen voor de dienstverlening, het aantal werknemers, het aantal fulltime eenheden, de omzet en de winst over de periode Met behulp van historische gegevens van de Vereniging Kamers van Koophandel over de periode is een trendanalyse uitgevoerd van het aantal werknemers in de branches. Hierbij is een trendlijn berekend die voor 2000 en latere jaren weergeeft wat het aantal werknemers geweest zou zijn indien het BTW-tarief niet verlaagd was. Tegen deze trendlijn zijn de gegevens uit de enquête met betrekking tot het aantal werknemers afgezet en is beoordeeld of er al dan niet een trendbreuk waar te nemen is. Naast deze methode om het effect van de BTW-verlaging op de werkgelegenheid vast te stellen is de ondernemers gevraagd of de hoeveelheid werk is toegenomen na de BTW-verlaging en zo ja of zij denken dat dit een gevolg van de BTW-verlaging is. Hieronder worden de resultaten van het onderzoek besproken. Toepassing BTW-maatregel De mate waarin gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om het lage BTW-tarief toe te passen is op twee manieren vastgesteld. Ten eerste is gebruik gemaakt van gegevens van de Belastingdienst en ten tweede is de ondernemers naar de toepassing van de maatregel gevraagd. Gebleken is dat een deel van de (volgens de Belastingdienst) niet gebruikers naar eigen zeggen wel degelijk gebruik maken van de BTW-verlaging. In onderstaande tabel is het totaal aantal bedrijven waarvoor de BTW-maatregel geldt en de percentages niet gebruik op basis van de twee gegevensbronnen weergegeven. 7

8 Tabel S1 Gebruik BTW-maatregel door ondernemers volgens gegevens van de Belastingdienst en volgens de ondernemers zelf Totaal aantal bedrijven waarvoor BTW-maatregel geldt Perc. niet gebruikers volgens Belastingdienst Perc. niet gebruikers volgens ondernemers Fietsherstellers % 10% Kappers % 1% Kledingherstellers % 33% Schilders- en stukadoors % 9% Schoenherstellers 812 3% 0% Totaal % 8% In de kappers- en de schoenherstelbranche is het percentage ondernemers dat geen gebruik van de BTW-maatregel maakt klein, zowel als men afgaat op de gegevens van de Belastingdienst (6% respectievelijk 3%) als op basis van wat de ondernemers zelf aangeven (respectievelijk 1% en 0%). Met name in de kledingherstelbranche is het niet gebruik hoog, volgens de gegevens van de Belastingdienst maakt 49% van de branche geen gebruik van de maatregel. De fietsherstel- en schilders- en stukadoorsbranche zitten er tussen in. Aangezien het voornamelijk de kappers en schoenherstellers zijn geweest die om de BTW-verlaging verzocht hebben is het niet verwonderlijk dat het gebruik in deze branches ook het hoogste is. Alhoewel ook de schilders om de BTW-verlaging gevraagd hebben is het gebruik in deze branche iets minder groot. Ontwikkeling in de prijzen Voor degenen die de BTW-maatregel wel toepassen zou volledige doorberekening van de BTWverlaging een daling in prijs inclusief BTW van 9,8% tot gevolg hebben. Rekening houdend met een correctie van de kostenstijgingen van gemiddeld 4% in de tarieven exclusief BTW, werd een daling van de tarieven inclusief BTW van 6,2% verwacht in 2000 ten opzichte van In de jaren daarna werd een jaarlijkse stijging van circa 4% verwacht ter correctie van gestegen kosten. In onderstaande tabel zijn de gemiddelde tariefstijgingen inclusief BTW weergegeven tussen , , en Tabel S2 Gemiddelde tariefstijging van de groep gebruikers inclusief BTW per branche in % over de jaren , , en Fietsherstellers 0,6% 3,5% 8,5% 13,0% Kappers -0,9% 3,4% 3,7% 6,3% Kledingherstellers -3,1% -9,7% 15,6% 1,2% Schilders -7,1% 4,0% 5,4% 1,8% Stukadoors -6,0% 6,4% 0,7% 0,7% Schoenherstellers -2,6% 3,6% 11,4% 12,4% 8

9 Het verschil in tarief loopt tussen 1999 en 2000 uiteen van een geringe stijging van 0,6% in de fietsherstelbranche tot een daling van 7,1% in de schildersbranche. Hieruit blijkt dat de prijsdaling in 2000 ten opzichte van 1999 in alle branches met uitzondering van de schilders- en stukadoorsbranche minder sterk is dan op basis van de hoogte van de BTW-verlaging verwacht werd (namelijk 6,2%). Dit betekent dat de BTW-verlaging (gemiddeld over alle bedrijven) niet geheel is doorberekend aan de klant. Met uitzondering van de kledingherstelbranche en de stukadoorsbranche ligt de gemiddelde procentuele prijsstijging in 2001 ten opzichte van 2000 rond de 3,5%. Dit is op het niveau van de te verwachten kostenstijgingen (3% - 4%). Over de periode laten de prijsstijgingen een grilliger patroon zien, hetgeen wellicht te maken heeft met de invoering van de euro. De cijfers over de gehele onderzoeksperiode laten zien dat de prijzen in de fietsherstelbranche het meest gestegen zijn. In de kledingherstel-, schilders- en stukadoorsbranche zijn de prijzen nauwelijks gestegen over de periode Ontwikkeling in omzet en vraag De verwachting was dat de vraag naar arbeidsintensieve diensten toe zou nemen als gevolg van prijsdalingen. De vraag is berekend op basis van de omzet met betrekking tot arbeidsintensieve diensten en de gemiddelde prijzen in de verschillende jaren. Gebleken is dat de vraag in het jaar dat de BTW-verlaging is ingevoerd (2000) gestegen is in alle branches met uitzondering van de kledingherstelbranche (zie figuur 3.2). In deze branche heeft in 2001 een flinke stijging van de vraag plaatsgevonden. Vanwege het lage aantal respondenten in deze branche wordt echter aan de betrouwbaarheid van de vraagberekening getwijfeld. Aangezien de stijging in de vraag over de periode procentueel gezien achter blijft bij de stijging in de omzet (met uitzondering van de kledingherstelbranche), wordt geconcludeerd dat de stijging in de omzet niet alleen wordt verklaard door een grotere vraag, maar ook door hogere prijzen. Dit is in overeenstemming met de al eerder getrokken conclusie dat de BTW-verlaging niet volledig doorberekend is aan de klant. Ontwikkeling in de werkgelegenheid Om vergelijking met trendgegevens van de Kamer van Koophandel mogelijk te maken is in de vragenlijsten gevraagd naar het aantal werknemers die 15 uur of meer per week werken. Ook is gevraagd naar het aantal uren dat per week gewerkt wordt door het personeel, waarbij onderscheid is gemaakt tussen contracturen, overuren en uren gemaakt door mensen die niet op de loonlijst staan (bijvoorbeeld meewerkende gezinsleden). Onderstaande figuren geven de ontwikkeling weer in het aantal werknemers (die meer dan 15 uur per week werken) en het aantal fte s (inclusief overuren en andere niet-contracturen). Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen de gebruikers en de niet gebruikers van de maatregel. 9

10 Figuur S1 Aantal werknemers die 15 uur of meer per week werken in 1999, 2000, 2001 en 2002 voor de gebruikers en niet gebruikers van de BTW-maatregel Gebruikers Niet gebr 1999 Gebruikers Niet gebr 2000 Gebruikers Niet gebr 2001 Gebruikers 2002 Niet gebr fietsherstellers kappers kledingherstellers schilders- en stuk schoenherstellers Figuur S2 Totaal aantal fulltime eenheden in 1999, 2000, 2001 en 2002 voor de gebruikers en niet gebruikers van de BTW-maatregel Gebruikers Niet gebr 1999 Gebruikers Niet gebr 2000 Gebruikers Niet gebr 2001 Gebruikers 2002 Niet gebr fietsherstellers kappers kledingherstellersschilders- en stukschoenherstellers 10

11 Fietsherstelbranche In de fietsherstelbranche is in 2000 een stijging in het aantal werknemers opgetreden ten opzichte van 1999 (van 6600 naar ruim 6800 werknemers) die in de jaren daarna min of meer op hetzelfde niveau gehandhaafd blijft. In tegenstelling tot het aantal werknemers neemt het aantal fte s in de branche gestaag toe van 6850 in 1999 tot 7250 in Opvallend is dat het aantal fte s hoger is dan het aantal werknemers die 15 uur per week of meer werken. Dit betekent dat er in de branche ofwel veel wordt overgewerkt, ofwel veel wordt meegewerkt door niet medewerkers zoals gezinsleden, ofwel veel gewerkt wordt door mensen die minder dan 15 uur per week werken (of een combinatie van deze drie). Kappersbranche In de kappersbranche is in het eerste jaar na de BTW-verlaging een forse stijging in het aantal werknemers opgetreden van ongeveer in 1999 tot in In de jaren erna wordt deze deels weer teniet gedaan. Het totaal aantal blijft met werknemers in 2002 echter hoger dan in Ook het aantal fte s neemt flink toe in 2000 ten opzichte van In tegenstelling tot het aantal werknemers blijft deze toename in het aantal fte s min of meer gehandhaafd in 2001 en in 2002 stijgt het aantal fte s zelfs nog verder tot Kledingherstelbranche De kledingherstelbranche laat een geleidelijke stijging van het aantal werknemers zien over de periode (van 7800 naar 9500). In 2002 daalt het aantal werknemers echter weer enigszins. Het aantal fte s volgt hetzelfde patroon. Schilders- en stukadoorsbranche De schilders- en stukadoorsbranche laat een stijging in 2000 (van naar bijna 55000) en stabilisatie in de jaren erna zien. In 2002 is een lichte daling opgetreden in het aantal werknemers. Het aantal fte s daarentegen vertoont in de gehele periode een stijgende lijn. Dit betekent dat het bestaande personeel meer is gaan werken, waardoor het aantal fte s wel en het aantal werknemers niet toeneemt. Schoenherstelbranche Het aantal werknemers in de schoenherstelbranche tenslotte laat een licht dalende lijn zien over de periode In 2002 is het aantal werknemers weer iets gestegen. Het aantal fte s schommelt tussen de 1580 en 1650 fte s en is daarmee min of meer stabiel. Trendanalyse Met uitzondering van de schoenherstelbranche is het aantal werknemers in alle branches gestegen. De vraag is nu in hoeverre deze toenames veroorzaakt worden door de BTW-verlaging. Ter beantwoording van deze vraag zijn trendanalyses uitgevoerd. Daarbij is gekeken of er in de jaren na de BTW-verlaging een trendbreuk is opgetreden in het aantal werknemers. Hierbij werd uitgegaan van de veronderstelling dat als dit inderdaad zo was, dit het gevolg was van de BTWverlaging. Deze veronderstelling is getoetst door middel van trendanalyses bij vergelijkbare branches, waaruit is gebleken dat in deze branches geen trendbreuk is opgetreden. Voor de figuren wordt verwezen naar (branches waarvoor BTW-verlaging geldt) en bijlage 2 (vergelijkbare branches). 11

12 In de fietsherstel-, schilders- en stukadoors- en kappersbranche lag het aantal werknemers in 2000 hoger dan de trendwaarde. Hierdoor leek het er even op dat een trendbreuk op zou treden. In de fietsherstel en de schilders- en stukadoorsbranche valt het aantal werknemers in 2002 echter weer samen met de trendlijn. Van een trendbreuk is dan ook geen sprake. In de kapperbranche is het aantal werknemers in 2002 nog wel iets groter dan verwacht op basis van de trendanalyse. Het verschil is echter te klein om van een trendbreuk te spreken. Ook in de schoenherstelbranche treedt geen trendbreuk op. Het aantal werknemers ligt in 2000 en 2001 zelfs onder de trendlijn. In 2002 vallen beide waarden vrijwel samen. In de kledingherstelbranche tenslotte is geen trendanalyse uitgevoerd, aangezien voor deze branche geen historische gegevens voorhanden waren. Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er op basis van de trendanalyse geen reden is om aan te nemen dat in de branches waarvoor de lage BTW-tarief geldt een extra werkgelegenheidseffect optreedt als gevolg van de BTW-maatregel. Daarbij wordt de kanttekening geplaatst dat de trendanalyse in de schilders- en stukadoorsbranche niet geheel zuiver is aangezien de historische gegevens van deze branche niet helemaal aansluiten bij de doelgroep van de maatregel (in de gegevens van de Kamer van Koophandel zijn bijvoorbeeld ook de glaszetters betrokken). Inschatting ondernemers De ondernemers is gevraagd zelf een inschatting te geven van het effect van de BTW-verlaging op de werkgelegenheid door in te schatten hoeveelheid extra tijd in 2000 (eerste peiling), 2001 (tweede peiling) en 2002 (derde peiling) besteed is aan arbeidsintensieve diensten ten opzichte van 1999 en hoeveelheid werk is blijven liggen als gevolg van personeelstekorten. Aan de ondernemers die een toename van de hoeveelheid werk constateren is gevraagd of men denkt dat dit door de BTW-verlaging komt. Ook is gevraagd of het moeilijk is personeel te krijgen. Uit deze vragen is gebleken dat in ieder geval een deel van de ondernemers van mening is dat de BTW-verlaging meer werk oplevert. Variërend van een derde in de kledingherstelbranche tot 80% in de schoenherstelbranche geeft aan sinds de BTW-verlaging meer tijd te besteden aan arbeidsintensieve diensten. Een hoog percentage van deze ondernemers geeft aan dat dit volledig of gedeeltelijk het gevolg is van de BTW-verlaging. Als men de percentages van deze twee vragen combineert blijkt dat een aanzienlijk deel van de ondernemers (variërend van 21% in de kledingherstelbranche tot 77% in de schoenherstelbranche in 2002) aangeeft dat men als gevolg van de BTW-maatregel meer tijd is gaan besteden aan arbeidsintensieve diensten. Het feit dat 20 tot 60% van de ondernemers in de vijf intensieve branches meer tijd zou besteden aan de arbeidsintensieve diensten als er meer personeel zou zijn, geeft aan dat groei mogelijk is in de branches. Een mogelijk remmende factor op het effect van de BTW-verlaging op de werkgelegenheid is krapte op de arbeidsmarkt. De helft van de ondernemers (kappersbranche) of meer (overige branches) geeft aan dat het heel moeilijk is om personeel te krijgen. De inschatting van de ondernemers dat door de BTW-verlaging de hoeveelheid tijd besteed aan arbeidsintensieve diensten is toegenomen, ziet men niet terug in een (meer dan trendmatige) toename van het aantal werknemers. Reden hiervoor kan zijn dat de ondernemers niet voldoende rekening hebben kunnen houden met andere verklarende factoren zoals economische conjunctuur. Bovendien hoeft een toename in de hoeveelheid werk zich niet te vertalen in een toename van het aantal werknemers. Het is immers goed denkbaar dat het extra werk wordt opgevangen door bestaande werknemers. Al met al is er onvoldoende aanleiding om uit de inschatting van de ondernemers over het effect van de BTW-verlaging op de hoeveelheid werk te concluderen dat de verlaging een positief effect heeft op het aantal werknemers. 12

13 Conclusie De slotconclusie van de drie peilingen luidt dat de BTW-verlaging geen aantoonbaar effect heeft gehad op het aantal werknemers in, in ieder geval drie van de vijf branches waarvoor de BTWmaatregel geldt. In de fietsherstel-, kappers- en schoenherstelbranche is immers geen trendbreuk in het aantal werknemers waargenomen na de invoering van de BTW-maatregel. In de schildersen stukadoorsbranche is ook geen trendbreuk waargenomen. Echter aangezien de gegevens waarop de trendanalyse gebaseerd is niet geheel aansluiten bij de doelgroep van de BTWmaatregel kan geen definitief uitsluitsel over het effect van de BTW-maatregel op de werkgelegenheid in deze branche worden gegeven. Ditzelfde geldt voor de kledingherstelbranche waarvoor helemaal geen trendanalyse is uitgevoerd in verband met het ontbreken van historische gegevens. 13

14 14

15 Summary and conclusion The Netherlands take part in an experiment of the European Union to lower VAT rates on several labour-intensive services from the usual 19% to 6%. The project runs from January 1 st, 2000 till December 31 st, The experiment includes the following services: reparation of bicycles; reparation of foot- and leatherwear; reparation and remodelling of clothing and domestic linen; hairdressing services; painting and plastering of houses older than 15 years. The goal of the experiment is to promote employment in the five branches. This can be done by reducing VAT rates, for a lower VAT rate can cause a decrease in prices, which in turn causes an increase in the demand. The survey carried out by Research voor Beleid is set up to determine a demonstrable effect on employment after lowering the VAT rates. A panel of employers has been asked to fill in a questionnaire (in September 2000, May 2001 and May 2002) about the use of the low VAT rate, the prices, number of employees, number of fulltime units, returns and profits over a period of four years ( ). The employers were specifically asked whether the amount of work increased after the VAT reduction and whether they thought this could be described to the VAT measure or not. With the use of historical data of the years from the United Chambers of Commerce, a trend analysis of the number of employees was carried out. This analysis determines the expected number of employees for the year 2000 and onwards, based on the assumption that the VAT rates are not lowered. The data retrieved from the questionnaires have been compared to the trend values so as to determine whether a break in the trend had occurred or not. If so, this break could be ascribed to the tax measure. Use of the lower VAT rate The extent to which the mentioned services use the low VAT rate has been determined in two ways. In the first place, data from the tax department demonstrates the use of VAT rates. Secondly the employers have been asked whether they apply the low rates. The results of the survey show that part of the employers, marked as non-users by the tax department data, says that in fact they do use the VAT measure. The table below shows the total number of companies subject to the VAT measure and the percentages of non-users (according to the tax department and the employers themselves). 15

16 Table S1 Application of the VAT measure by employers according to tax department data and the employers themselves Total of companies subject to VAT measure Perc. Non-users according to tax department Perc. Non-users according to employers Bicycle repair % 10% Hairdressing % 1% Clothing repair % 33% Painting and plastering % 9% Footwear repair 812 3% 0% Total % 8% In the hairdressers- and shoe repair branches the percentage of non-users is low, both according to the tax department data (respectively 6 and 3%) and to the employers (respectively 1 and 0%). Especially in the clothes repair branch there is a high percentage of employers who do not use the new VAT measure. According to tax department data the percentage is 49%. The cycle repair and painting and plastering branches lie in between. Since it were mainly the Dutch hairdressersand shoe repair branches that asked for the measure to lower the VAT rates, it is not surprising that the use of the measure is highest in these branches. The painters and plasterers branches also asked for the implementation of the measure, the use in this branch is somewhat lower. Development of prices A complete pass-on of the lower VAT rate to the customer would result in a reduction of prices (VAT included) of 9.8%. Accounting for a yearly cost increase of 4% (VAT excluded) a reduction of the prices (VAT included) of 6.2% was expected in 2000 compared to After 2000 a yearly rise of 4% was expected to compensate for cost increases. In the table below average increases in prices (VAT included) are shown for , , and Table S2 Average increases in prices (VAT included) per branch in % over the years , , en Bicycle repair 0,6% 3,5% 8,5% 13,0% hairdressing -0,9% 3,4% 3,7% 6,3% Clothing repair -3,1% -9,7% 15,6% 1,2% Painting -7,1% 4,0% 5,4% 1,8% Plastering -6,0% 6,4% 0,7% 0,7% Footwear repair -2,6% 3,6% 11,4% 12,4% 16

17 The difference in prices between 1999 and 2000 varies from a slight increase of 0.6% in the cycle repair branch to a decrease of 7.1% in the painting branch. It turns out that the decrease in prices between 1999 and 2000 in all branches except the painting and plastering branches, is less than expected (namely 6.2%) on the basis of the decrease of VAT from 19% tot 6%. This means that the VAT reduction was not completely passed-on to the customer (averaged out of all employers). Except from the clothes repair and plastering branches, the average price increase (in terms of percentages) in 2001 in comparison with 2000 is roughly 3.5%. This is as expected because of cost increases. Over the period the price increases are less stable, which could be explained by the introduction of the euro. In the last column, it can be seen that over the whole period ( ) prices have increased mostly in the bicycle repair branch. In the clothes repair, painting and plastering branches prices hardly went up during that period of time. Development of trade and demand Owing to the decrease of VAT rates, an increase of the demand for labour-intensive services was expected. The demand was calculated on trade and average prices in the different years. The demand increased in the year after the lowering of VAT rates in all branches except for the clothes repair branch. In this branch an increase in the demand occurred a year later, in The reliability of these results can be considered low because of small response rates in this particular branch. The increase in demand over the period is relatively smaller than the increase of trade. Therefore it can be concluded that the increase in trade is not only explained by a bigger demand but also by higher prices. This is in accordance with the aforementioned conclusion that the VAT lowering has not been completely passed on to the customers. Development in employment The panel of employers was asked to fill in the number of employees who work 15 hours or over weekly. This to make comparison with the data from the United Chambers of Commerce possible. Also the number of hours a week worked by all the employees together is asked. In the figures below the development in the number of employees (15 hours or more) and the number of fulltime units is shown. Hereby a difference is made between users and non-users of the VAT measure. 17

18 Figure S1 Number of employees working 15 hours or more in 1999, 2000, 2001 and 2002 for the users and not users of the VAT measure Users Not users 1999 Users Not users 2000 Users Not users 2001 Users 2002 Not users cycle repair hairdressing clothes repair painting and plast. shoe repair Figure S2 Number of fulltime units in 1999, 2000, 2001 and 2002 for the users and not users of the VAT measure Users 1999 Not users 1999 Users 2000 Not users 2000 Users Not users 2001 Users Not users cycle repair hairdressing clothes repair painting and plastṣhoe repair 18

19 Cycle repair branch In the cycle repair branch an increase in the number of employees occurred in the year 2000 in comparison with 1999 (from 6600 to well over 6800 employers). In the years 2001 and 2002 this number continues to be on the same level. The number of fulltime units is gradually increasing over the period from 6850 in 1999 tot 7250 in Remarkably the number of fulltime units is higher than the number of employees. This points to overtime by the employees working 15 hours or over, or to work done by people working less than 15 hours a week (or a combination of both). Hairdressing branch In the hairdressing branch there has been a considerable increase in the number of employees in the first year after the implementation of the VAT reduction (from in 1999 to in 2000). In the years after, this increase is partly undone. With employees in 2002, the number is above the level of Contrary to the number of employees the number of fulltime units in 2002 is higher than the number in Clothes repair branch In the clothes repair branch a gradual increase in the number of employees occurs over the period (from 7800 to 9500). In 2002 however the number decreases slightly. The same pattern is seen in the number of fulltime units. Pasting and plastering branch In this branch an increase in the number of employees is observed in 2000 (from to almost 55000). This level is maintained in the years after. In 2002 a slight decrease in the number of employees is observed. The number of fulltime units however continue to increase during the whole period. This means that personnel works more and more, which causes the number of fulltime units to go up while the number of employees stays the same. Foot wear repair branch The number of employees in the footwear repair branch shows a declining trend in the period In 2002 the number slightly increases again. The number of fulltime units fluctuates between 1580 and 1650 and is therefore more or less stable. Trend analysis Except from the footwear repair branch, the number of employees increases in all branches. The question the survey needs to answer, is to what extent these increases are due to the lowering of the VAT rate. To answer this question trend analyses have been carried out to determine a possible break in the number of employees in the years after the introduction of the VAT reduction. By comparing employee data in our five branches to those in other branches, it has been determined that if a break is found, this can be due to the VAT measure. This because in other branches no break occurred in the years after the VAT measure. (See also (branches the VAT measure applies for) and annex 2 (comparable branches)). 19

20 In the cycle repair, pasting and plastering and hairdressing branches, the number of employees in 2000 exceeded the trend value. It therefore looked like a break would occur. However in 2002 the number of employees in these branches, excluding the hairdressing branch, coincided with the trend value. This means that a break did not occur. In the hairdressing branch the number of employees is in 2002 still above the expected number. The difference however is too small to speak of a true break. The shoe repair branch does not show a rupture. In 2000 and 2001 the number of employees is even lower than expected. In 2002 both values coincide more or less. In the clothing repair branch there were no historical data available so trend analyses were not possible. It is concluded that on the basis of the trend analysis there is no reason to assume an effect of the VAT measure on the employment. The trend analysis of the painting and plastering branch however is of limited value because the historical data of this branch do not completely cover the right target group of the VAT measure. Employers The employers is asked to assess the effect of the VAT measure on the employment by estimating the amount of extra time needed for the labour-intensive services in 2000, 2001 and 2002 in comparison to The employers that noticed an increase in the amount of work is asked whether they considered this to be an effect of the VAT measure. It is also asked whether they think it is difficult to find new personnel. It is shown that at least a part of the employers is of the opinion that the VAT measure has an positive effect on the amount of work. From one third in the clothing repair branch to 80% in the shoe repair branch, the employers say that after the introduction of the VAT measure more time is being spent on the labour-intensive services. A high percentage of these employers say that this is completely or partly the result of the VAT reduction. The combination of the answers on both questions shows that a considerate part of the employers (varying from 21% in the clothing repair branch to 77% in the shoe repair branch) is of the opinion that because of the VAT reduction the amount of time spent on labour-intensive services has increased. Twenty to sixty percent of the employers in the five branches says that they would spent more time on labour-intensive services if they would have more personnel. The tight labour market could hinder the growth of employment, because 50% (in the hairdressing branch) or more (in the other branches) of the employers find it very difficult to find new personnel. Although the employers think the VAT measures has a positive effect on the employment, an (more than normal) increase in the number of employees is not found. Reason for this discrepancy could be that the employers are not able to isolate the effect of the VAT rate on the amount of work from other determining factors, such as market conditions. Besides that an increase in the amount of work does not automatically mean an increase in the number of employees. It is quite conceivable that the existing personnel carries out the extra work. All in all, based on the answers of the employers, it can not be concluded that the VAT measure has an effect on the employment. 20

21 Conclusion The final conclusion of the survey is that the VAT measure has no demonstrable effect on the number of employees, in at least three of the five branches. After all, there was no trend break found in the number of employees in the bicycle repair, hairdressing and foot wear repair branches after the introduction of the lower VAT rate. Neither in the painting and plastering branch a trend break was found. Though, because the historical data did not completely cover the right branch, a definite conclusion on the effect of the VAT measure on the employment in this branch can not be drawn. The same goes for the clothing repair branch. In this branch there were no historical data at all, which means that no trend analysis has been carried out. 21

22 22

23 1 Achtergrond en doelstelling van het onderzoek 1.1 Wetswijziging Wet op de omzetbelasting De in Nederland geldende BTW-tarieven zijn vastgelegd in de Wet op de omzetbelasting De Raad van de Europese Unie heeft een richtlijn vastgesteld die het mogelijk maakt op een aantal arbeidsintensieve diensten een verlaagd BTW-tarief toe te passen van 6 in plaats van het in 2002 geldende tarief van 19% 1. Nederland heeft een machtiging gevraagd om aan dit experiment deel te nemen. Bij beschikking van 28 februari 2000 is deze machtiging aan Nederland verleend voor de periode 1 januari 2000 tot en met 31 december Dienovereenkomstig is de Wet op de omzetbelasting gewijzigd. Het experiment geldt voor drie categorieën uit een lijst van diensten, vastgelegd in de Zesde BTW-richtlijn. Deze drie categorieën omvatten vijf soorten arbeidsintensieve diensten: het herstellen van fietsen; het herstellen van schoeisel en lederwaren; het herstellen en vermaken van kleding en huishoudlinnen; de diensten die door kappers als zodanig worden verricht; het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 15 jaar. Door verlaging van het BTW-tarief op deze diensten kunnen verlagingen in de prijzen ontstaan, waardoor de vraag toeneemt. Het experiment heeft tot doel via dit prijsmechanisme de werkgelegenheid in de branches te stimuleren. 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen Zoals gezegd geldt de BTW-verlaging voor drie jaar. De effecten van de verlaging worden door het ministerie van Financiën geëvalueerd, waarbij gekeken wordt of het doel van de wet - toename van de werkgelegenheid in de betreffende sectoren wordt bereikt. De doelstelling van het evaluatieonderzoek is: Vast te stellen in hoeverre de toepassing van het BTW-tarief van 6% op vijf arbeidsintensieve diensten leidt tot een toename van de werkgelegenheid in de bedrijven die deze arbeidsintensieve diensten verrichten. Daarbij kan werkgelegenheid op twee manieren worden opgevat. Enerzijds als het werkelijke aantal werknemers (of fulltime eenheden), anderzijds als de optelsom van het werkelijke aantal werknemers en het aantal vacatures bij de bedrijven in de vijf branches. 1 Per 1 januari 2001 is het algemene BTW -tarief verhoogd van 17,5 tot 19%. In het rapport wordt omwille van de duidelijkheid over 19% gesproken. 23

24 Deze doelstelling is uitgewerkt in een aantal concrete onderzoeksvragen. Doorberekening in de prijzen 1. In hoeverre wordt door ondernemers die arbeidsintensieve diensten verrichten waarvoor het lage BTW-tarief geldt, gebruik gemaakt van de BTW-maatregel? 2. In hoeverre leidt de BTW-verlaging tot een verlaging van de prijzen van de betreffende diensten (zowel inclusief als exclusief BTW)? 3. Bij welk deel van de ondernemers wordt de verlaging volledig doorberekend in de prijzen, bij welk deel gedeeltelijk en bij welk deel helemaal niet? 4. Als de BTW-verlaging niet of slechts gedeeltelijk wordt doorberekend in de prijzen, wat gebeurt er met de extra inkomsten? Te denken valt aan investeringen, verbetering arbeidsvoorwaarden zittend personeel, uitbreiding van het personeel of verhoging winstmarge. 5. Wat zijn de redenen om de verlaging al dan niet door te berekenen? 6. Zijn er verschillen tussen de verschillende sectoren? Toename vraag/omzet 1. In hoeverre is er in de onderzoeksperiode ( ) sprake van een toename van de vraag naar de betreffende diensten? 2. In hoeverre is de eventuele toename in vraag naar en omzet in de betreffende diensten toe te schrijven aan de verlaging van het tarief? Dat wil zeggen welk deel van de toename voltrekt zich autonoom en welk deel komt voort uit de maatregel? 3. Zijn er wat dit betreft verschillen tussen de verschillende sectoren? Bij welke sectoren heeft de maatregel het meeste c.q. het minste effect? Bevordering werkgelegenheid 1. Wat zijn de veranderingen in werkgelegenheid over de periode in de betreffende sectoren? Hoe is deze werkgelegenheid opgebouwd uit werkzame personen en vacatures? 2. Leidt toename van werkgelegenheid ook tot toename van aantal werkzame personen? Met andere woorden: slagen ondernemers erin om hun vacatures te vervullen? 3. In hoeverre zijn deze veranderingen in werkgelegenheid een gevolg van de BTW-maatregel? 4. Zijn er verschillen tussen de sectoren ten aanzien van het effect van de maatregel? 1.3 Derde peiling Net als in de voorgaande twee peilingen is een schriftelijke vragenlijst verspreid onder een panel van ondernemers, waarin gevraagd is naar het gebruik van de BTW-maatregel, prijzen, werkgelegenheid, omzet en winst. Op basis van de enquêtegegevens en met behulp van bestanden van de Belastingdienst zijn populatieschattingen gemaakt van de werkgelegenheid in de branches als geheel. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen bedrijven die wel en bedrijven die geen gebruik maken van de BTW-maatregel. Voor meer informatie over de onderzoeksmethode en de responsverantwoording wordt verwezen naar bijlage 1. Verder wordt opgemerkt dat de in deze rapportage vermelde bedragen in tegenstelling tot de twee eerdere rapportages alle in euro s zijn weergegeven. 24

25 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op de effecten van de BTW-maatregel op de prijsstelling. In hoofdstuk 3 wordt de ontwikkeling in omzet, vraag en winst in 1999, 2000 en 2001 in de vijf branches besproken. Hoofdstuk 4 beschrijft de effecten van de BTW-maatregel op de werkgelegenheid. In hoofdstuk 5 tenslotte worden conclusies getrokken omtrent het effect van de BTW-verlaging op basis van de resultaten van de drie peilingen. Zoals gezegd wordt voor uitleg omtrent de onderzoeksmethode en de responsverantwoording verwezen naar bijlage 1. 25

26 26

27 2 Ontwikkeling in de prijzen/tarieven van arbeidsintensieve diensten In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op de mate van toepassing van de BTW-maatregel en de redenen om deze wel of niet toe te passen ( 2.1). Vervolgens wordt ingegaan op de doorberekening van de BTW-verlaging in de prijzen/tarieven en de redenen om de verlaging wel/ niet door te berekenen ( 2.2). In 2.3 worden vervolgens de ontwikkeling in de gemiddelde prijzen inclusief en exclusief BTW besproken. 2.1 Toepassing BTW-maatregel Bedrijven die volgens de bestanden van de Belastingdienst geen gebruik maken van de BTWmaatregel is in de tweede peiling met behulp van een telefonische enquête gevraagd of dit inderdaad zo is. Een deel van de ondervraagde niet gebruikers heeft aangegeven de maatregel wel degelijk toe te passen. In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel bedrijven wel en hoeveel geen gebruik maken van de maatregel op basis van de bestanden van de Belastingdienst en op basis van wat de ondernemers zelf zeggen. Tijdens de tweede peiling werd als mogelijke verklaring voor de discrepantie in de gegevens van de Belastingdienst en de antwoorden van de ondernemers over het gebruik van de BTW-maatregel aangedragen dat de gegevens van de Belastingdienst betrekking hadden op het jaar 2000 en de antwoorden van de ondernemers op De redenering was dat de ondernemers in 2000 nog niet, maar in 2001 inmiddels wel gebruik maakten van de maatregel. Aangezien de gegevens van de Belastingdienst geactualiseerd zijn en dus ook betrekking hebben op 2001 vervalt deze verklaring. Tabel 2.1 Gebruik BTW-maatregel door ondernemers volgens gegevens Belastingdienst en ondernemers Totaal aantal waarvoor BTW - maatregel geldt Gebruikers Niet gebruikers Perc. niet gebr. volgens be- BTWmaatregel (A) standen BD (B) (B: A+B) Niet gebruikers volgens ondernemers (C) Perc. niet gebr. (C: A+B) Fietsherstellers % % Kappers % 127 1% Kledingherstellers % % Schilders- en stuk % 873 9% Schoenherstellers % 0 0% Totaal % % Kolom 1 optelling kolom 2 + 3; kolom 2 uit populatiebestand Belastingdienst; kolom 3 en kolom 5 schattingen op basis van telefonische enquête. In de kappers- en de schoenherstelbranche is het percentage ondernemers dat geen gebruik van de BTW-maatregel maakt klein, zowel als men afgaat op de gegevens van de Belastingdienst (6% respectievelijk 3%) als op basis van wat de ondernemers zelf aangeven (respectievelijk 1% en 0%). Met name in de kledingherstelbranche is het niet gebruik hoog, volgens de gegevens van de Belastingdienst maakt 49% van de branche geen gebruik van de maatregel. De fietsherstel- en schilders- en stukadoorsbranche zitten er tussen in. Aangezien het voornamelijk de kappers en schoenherstellers zijn geweest die om de BTW-verlaging verzocht hebben is het niet 27

28 verwonderlijk dat het gebruik in deze branches ook het hoogste is. Ook de schilders hebben om de BTW-verlaging gevraagd. In deze branche is het gebruik echter iets minder groot. De redenen die de ondernemers hebben gegeven waarom ze geen gebruik maken van de BTWverlaging staan weergegeven in figuur 2.1. In deze figuur zijn alleen de redenen weergegeven die respondenten van de derde peiling hebben aangedragen. Op deze manier (zonder de oude antwoorden van eerdere peilingen mee te nemen) ontstaat een recent beeld van de redenen voor het niet gebruik van de maatregel. Figuur 2.1 Redenen niet gebruik BTW-maatregel Geen/weinig diensten waarvoor 6% geldt uitgevoerd 39% De administratieve lasten zijn te hoog 38% Het levert te weinig op 27% Ik ben niet bekend met de maatregel 11% Ik weet niet voor welke diensten het lage BTW-tarief geldt 4% Reparatie is gratis service 1% Andere reden 7% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% De meest genoemde redenen voor het niet gebruik zijn dat er geen of weinig diensten waarvoor het 6% tarief geldt worden uitgevoerd en dat de administratieve lasten te hoog zijn (overigens overlappen deze twee redenen elkaar grotendeels). Ruim een derde van de niet gebruikers geeft dit als reden op. Een andere reden die de niet gebruikers opgeven en die hoogstwaarschijnlijk samenhangt met bovenstaande twee redenen is dat het toepassen van het lage BTW-tarief de ondernemer te weinig oplevert (27%). Ruim 10% is niet bekend met de maatregel. Dit jaar is deze reden aanzienlijk minder vaak genoemd dan tijdens de tweede peiling (21%). Ook de reden dat men niet weet voor welke diensten het lage BTW-tarief geldt is minder vaak aangedragen dan vorig jaar (respectievelijk 4% en 7%). Dit geeft aan dat er nog steeds ondernemers zijn die de maatregel niet kennen maar dat dit percentage geleidelijk afneemt. 28

29 2.2 Doorberekening van de BTW-verlaging in de prijzen/ tarieven In de eerste twee peilingen is de vraag gesteld of de ondernemer de BTW-verlaging op het moment dat deze van kracht werd heeft doorberekend in de prijzen/uurtarieven, oftewel of hij de klant heeft laten profiteren van de BTW-verlaging. In de derde peiling is deze vraag niet opnieuw gesteld, omdat (de overgrote meerderheid van) de respondenten deze vraag reeds beantwoord heeft. Dit betekent dat er geen nieuwe gegevens beschikbaar zijn gekomen over de doorberekening van de BTW-maatregel. Hieronder worden nogmaals kort de resultaten van de eerste twee peilingen weergegeven. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het rapport over de tweede peiling, 2.2. In tabel 2.2 zijn de percentages gegeven van respondenten die de maatregel volledige, gedeeltelijke en niet doorberekend hebben (het gaat hierbij alleen om de gebruikers van de maatregel). Tabel 2.2 Doorberekening BTW-verlaging in prijzen/tarieven (resultaten eerste en tweede peiling) Volledig doorberekend Gedeeltelijk doorberekend Niet doorberekend Fietsherstellers 54% 26% 20% Kappers 55% 33% 12% Kledingherstellers 45% 23% 32% Schilders- en stukadoors 79% 4% 16% Schoenherstellers 64% 31% 5% De tabel laat zien dat de meerderheid van de ondernemers aangeeft de BTW-verlaging geheel of gedeeltelijk te hebben doorberekend in de prijzen. Met name in de schilders- en stukadoorsbranche is de volledige doorberekening hoog aangezien daar veelal wordt gewerkt met prijzen exclusief BTW. De meest genoemde reden om de BTW-verlaging wel door te berekenen in de prijs is dat men zelf ook minder BTW hoeft af te dragen (82% van de ondernemers die gebruik maken van de maatregel dragen deze reden aan). Een groot deel geeft (ook) aan op deze manier meer klanten te willen trekken (49%). De drie meest genoemde redenen om de BTW-verlaging niet door te berekenen zijn de onzekerheid of de BTW-verlaging definitief is (35%), de mogelijkheid om zo het rendement te verbeteren (25%) en om investeringen te kunnen doen (22%). Bijna een vijfde (18%) geeft aan het extra geld te gebruiken voor de aanname van nieuw personeel. 29

30 2.3 Vergelijking tarieven Net als voorgaande jaren is gevraagd naar de prijzen en uurtarieven voor arbeidsintensieve diensten zoals die aan de klant berekend worden. Gedurende de drie peilingen zijn gegevens over 1999, 2000, 2001 en 2002 verzameld. Voor de vijf branches gaat het om de volgende diensten. Fietsherstellers: uurtarief reparatie fiets Kappers: prijs wassen, knippen, stylen dames Kledingreparatie: prijs inkorten broek Schilders: uurtarief schilderwerk Stukadoors: uurtarief stukadoorswerk Schoenreparatie: uurtarief reparatie schoeisel In figuur 2.2 is het verloop van de prijzen exclusief BTW weergegeven over de periode Het betreft de gemiddelde prijzen van de groep ondernemers die (volgens de gegevens van de Belastingdienst) gebruik maakt van de BTW-maatregel. De bedragen voor 1999, 2000 en 2001 zijn omgerekend naar euro s 1. Figuur 2.2 Gemiddelde tarieven exclusief BTW in euro s over de periode (gebruikers) 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 30,6 28,2 27,3 24,4 22,0 21,2 20,5 18,6 32,7 31,0 32,2 32,0 29,8 29,0 30,0 28,8 32,3 29,0 28,0 25, ,0 7,4 7,9 8,2 7,1 5,0 0,0 fietsherstellers kappers kledingherstellers schilders stukadoors schoenherstellers 1 De gemiddelde tarieven voor de kappersbranche hebben betrekking op een knipbeurt voor dames. In de vorige peilingen zijn de tarieven voor een knipbeurt voor heren weergegeven. 30

31 De figuur laat zien dat met uitzondering van de kledingherstelbranche een regelmatige tariefstijging heeft plaatsgevonden in de periode Een verklaring voor het onregelmatige patroon in de kledingherstelbranche is het kleine aantal respondenten in met name de eerste peiling waarin gevraagd is naar de prijzen voor 1999 en 2000 (47 respondenten). Figuur 2.3 geeft de gemiddelde tarieven inclusief BTW weer, waardoor zichtbaar wordt hoe de prijzen die de klant betaalt zich ontwikkeld hebben. Figuur 2.3 Gemiddelde tarieven inclusief BTW in euro s over de periode (gebruikers) 40,0 35,0 30,0 32,5 28,7 29,9 28,9 34,7 34,1 34,1 32,9 33,9 33,9 31,6 31,8 34,2 30,5 30,7 29,7 25,0 20,0 15,0 23,3 22,4 21,921, ,0 8,6 8,7 8,4 7,6 5,0 0,0 fietsherstellers kappers kledingherstellers schilders stukadoors schoenherstellers Zoals in de eerste en tweede peiling reeds is gebleken zijn als gevolg van de BTW-verlaging in alle branches (met uitzondering van de fietsherstelbranche) de gemiddelde prijzen in 2000 gedaald ten opzichte van In 2001 en 2002 zijn de gemiddelde prijzen weer gestegen, met uitzondering van de kledingherstelbranche in De ontwikkeling in de gemiddelde prijzen zoals gehanteerd door de niet gebruikers laat een ander patroon zien. Aangezien deze ondernemers niet minder BTW af zijn gaan dragen zijn de prijzen voor de klant ook niet gedaald in 2000 ten opzichte van Figuur 2.4 laat dit zien. 31

32 Figuur 2.4 Gemiddelde tarieven inclusief BTW in euro s over de periode (niet gebruikers volgens gegevens Belastingdienst) 45,0 40,0 37,4 39,0 35,0 30,0 25,0 20,0 33,0 28,7 27,6 26,9 22,5 31,3 29,8 25,9 31,7 30,8 27,1 34,0 30,6 28,9 30, ,0 15,2 13,9 13,4 12,4 10,0 5,0 6,4 5,86,0 0,0 fietsherstellers kappers kledingherstellers schilders stukadoors schoenherstellers Uit de figuur blijkt dat de prijzen in 2002 aanzienlijk zijn gestegen ten opzichte van Een voor de hand liggende verklaring hiervoor is de invoering van de euro. Opvallend is echter dat deze meer dan normale stijging bij de gebruikers van de BTW-maatregel niet gesignaleerd is. Een mogelijke verklaring is dat ondernemers die geen gebruik maken van de BTW-maatregel de invoering van de euro hebben aangegrepen om hun rendement te verbeteren, terwijl de gebruikers van de maatregel hiervoor de invoering van de BTW-verlaging al hebben aangegrepen. Het resultaat is in ieder geval dat de gemiddelde prijzen van de groep niet gebruikers in 2002 in de meeste branches hoger is dan die van de gebruikers. Voor de jaren geldt juist het omgekeerde. 32

33 Procentuele prijsstijgingen In de tweede peiling is reeds geconstateerd dat de daling van de prijzen in 2000 ten opzichte van 1999 die als gevolg van de BTW-verlaging is opgetreden, minder groot is dan verwacht. In de fietsherstelbranche is zelfs een kleine stijging van de gemiddelde prijs inclusief BTW opgetreden. Hieronder wordt nog eens kort ingegaan op de verwachte en opgetreden prijsdalingen en stijgingen, zoals al bekend na de tweede peiling. In de tabel zijn de prijsstijgingen tussen 2001 en 2002 toegevoegd. Bij een gelijkblijvend tarief exclusief BTW in 1999 en 2000 zou als gevolg van de BTW-verlaging een daling van 9,8% in het tarief inclusief BTW optreden. Rekening houdend met een correctie van de kostenstijgingen van gemiddeld 4% in de tarieven exclusief BTW, werd een daling van de tarieven inclusief BTW van 6,2% verwacht in 2000 ten opzichte van In tabel 2.3 zijn de gemiddelde tariefstijgingen inclusief BTW weergegeven tussen , , en Tabel 2.3 Gemiddelde tariefstijging van de groep gebruikers inclusief BTW per branche in % over de jaren , , en Fietsherstellers 0,6% 3,5% 8,5% 13,0% Kappers -0,9% 3,4% 3,7% 6,3% Kledingherstellers -3,1% -9,7% 15,6% 1,2% Schilders -7,1% 4,0% 5,4% 1,8% Stukadoors -6,0% 6,4% 0,7% 0,7% Schoenherstellers -2,6% 3,6% 11,4% 12,4% Het verschil in tarief loopt tussen 1999 en 2000 uiteen van een geringe stijging van 0,6% in de fietsherstelbranche tot een daling van 7,1% in de schildersbranche. Hieruit blijkt dat de prijsdaling in 2000 ten opzichte van 1999 in alle branches met uitzondering van de schilders- en stukadoorsbranche minder sterk is dan op basis van de hoogte van de BTW-verlaging verwacht werd (namelijk 6,2%). Dit betekent dat de BTW-verlaging (gemiddeld over alle bedrijven) niet geheel is doorberekend aan de klant. Met uitzondering van de kledingherstelbranche en de stukadoorsbranche ligt de gemiddelde procentuele prijsstijging in 2001 ten opzichte van 2000 rond de 3,5%. Dit is op het niveau van de te verwachten kostenstijgingen (3% - 4%). Over de periode laten de prijsstijgingen een grilliger patroon zien, hetgeen wellicht te maken heeft met de invoering van de euro. De cijfers over de gehele onderzoeksperiode laten zien dat de prijzen in de fietsherstelbranche het meest gestegen zijn. In de kledingherstel-, schilders- en stukadoorsbranche zijn de prijzen nauwelijks gestegen over de periode

fin0000308 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën Den Haag, 3 mei 2001

fin0000308 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën Den Haag, 3 mei 2001 fin0000308 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Financiën Den Haag, 3 mei 2001 Op 11 oktober 2000 heb ik met de vaste commissie voor Financiën overleg gevoerd over mijn brief van 14 juni 2000

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Socio-economic situation of long-term flexworkers Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units. Digit work Here's a useful system of finger reckoning from the Middle Ages. To multiply $6 \times 9$, hold up one finger to represent the difference between the five fingers on that hand and the first

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks STANDAARDKOSTPRIJS Een bedrijf moet een verkoopprijs bepalen om zijn producten te kunnen verkopen. De klant moet vooraf weten welke prijs betaald moet worden voor het aangeboden product. De standaardkostprijs

Nadere informatie

Travel Survey Questionnaires

Travel Survey Questionnaires Travel Survey Questionnaires Prot of Rotterdam and TU Delft, 16 June, 2009 Introduction To improve the accessibility to the Rotterdam Port and the efficiency of the public transport systems at the Rotterdam

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K.

PERSOONLIJKHEID EN OUTPLACEMENT. Onderzoekspracticum scriptieplan Eerste begeleider: Mw. Dr. T. Bipp Tweede begeleider: Mw. Prof Dr. K. Persoonlijkheid & Outplacement: Wat is de Rol van Core Self- Evaluation (CSE) op Werkhervatting na Ontslag? Personality & Outplacement: What is the Impact of Core Self- Evaluation (CSE) on Reemployment

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

04/11/2013. Sluitersnelheid: 1/50 sec = 0.02 sec. Frameduur= 2 x sluitersnelheid= 2/50 = 1/25 = 0.04 sec. Framerate= 1/0.

04/11/2013. Sluitersnelheid: 1/50 sec = 0.02 sec. Frameduur= 2 x sluitersnelheid= 2/50 = 1/25 = 0.04 sec. Framerate= 1/0. Onderwerpen: Scherpstelling - Focusering Sluitersnelheid en framerate Sluitersnelheid en belichting Driedimensionale Arthrokinematische Mobilisatie Cursus Klinische Video/Foto-Analyse Avond 3: Scherpte

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages 22/03/2013 Housing market in crisis House prices down Number of transactions

Nadere informatie

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 Bijlage 2 Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007 In opdracht van: WestHolland Foreign Investment Agency 11-11-2013 1. Opdrachtformulering en totstandkoming opdracht ScoutOut is door WFIA benaderd

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Group work to study a new subject.

Group work to study a new subject. CONTEXT SUBJECT AGE LEVEL AND COUNTRY FEATURE OF GROUP STUDENTS NUMBER MATERIALS AND TOOLS KIND OF GAME DURATION Order of operations 12 13 years 1 ste year of secundary school (technical class) Belgium

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. Puzzle a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. een beloning voor de winnaar iemand die piano speelt een uitvoering 4 wat je wil gaan doen; voornemens 5 niet dezelfde 6 deze heb je

Nadere informatie

Survey on lending and current accounts for SMEs

Survey on lending and current accounts for SMEs Survey on lending and current accounts for SMEs April 014 GfK 014 Survey on lending and current accounts for SMEs April 014 1 Table of contents 1. Management Summary. Research design 3. Research findings

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Consumer survey on personal savings accounts

Consumer survey on personal savings accounts Consumer survey on personal savings accounts April 04 GfK 04 Consumer survey on personal savings accounts April 04 Table of contents. Management Summary. Research design. Research findings GfK 04 Consumer

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Analyse 6 januari 203, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Understanding and being understood begins with speaking Dutch Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid tegenwoordige tijd SirPalsrok @meestergijs It has taken me a while to make this grammar explanation. My life has been quite busy and for that reason I had little time. My week was full of highs and lows. This past weekend

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT

MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT JANUARY 2019 TABLE OF CONTENTS 03 INTRODUCTION 04 A QUICK LOOK 07 MEAN MANHATTAN RENTAL PRICES 11 MANHATTAN PRICE TRENDS 12 NEIGHBORHOOD PRICE TRENDS 12 BATTERY PARK CITY

Nadere informatie

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond. Opgaven in Nederlands. Alle opgaven hebben gelijk gewicht. Opgave 1 Gegeven is een kasstroom x = (x 0, x 1,, x n ). Veronderstel dat de contante waarde van deze kasstroom gegeven wordt door P. De bijbehorende

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Consumer survey on personal current accounts

Consumer survey on personal current accounts Consumer survey on personal current accounts April 24 GfK 24 Consumer survey on personal current accounts April 24 Table of contents. Management Summary 2. Research design. Research findings GfK 24 Consumer

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Work related road safety trends and analysis in Belgium. PRAISE Madrid - October 1, 2015

Work related road safety trends and analysis in Belgium. PRAISE Madrid - October 1, 2015 Work related road safety trends and analysis in Belgium PRAISE Madrid - October 1, 2015 Study conducted by BRSI support of the Fund for Occupational Accidents analysis of 81.080 accidents (period 2008-2012)

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt The role of mobility in higher education for future employability The role of mobility in higher education for future employability Jim Allen Overview Results of REFLEX/HEGESCO surveys, supplemented by Dutch HBO-Monitor Study migration Mobility during and after HE Effects

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Turnover at the Police: the Role of Procedural and Interactional Justice and Commitment Inge E. F. Snyders

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT

MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT MANHATTAN RENTAL MARKET REPORT FEBRUARY 2019 TABLE OF CONTENTS 03 INTRODUCTION 04 A QUICK LOOK 07 MEAN MANHATTAN RENTAL PRICES 11 MANHATTAN PRICE TRENDS 12 NEIGHBORHOOD PRICE TRENDS 12 BATTERY PARK CITY

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market Aim of this presentation Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market Energieleveranciers.nl (Energysuppliers.nl) Founded in 2004

Nadere informatie

Esther Lee-Varisco Matt Zhang

Esther Lee-Varisco Matt Zhang Esther Lee-Varisco Matt Zhang Want to build a wine cellar Surface temperature varies daily, seasonally, and geologically Need reasonable depth to build the cellar for lessened temperature variations Building

Nadere informatie

Agenda: Rotary Industry Group

Agenda: Rotary Industry Group KiC MPI 21juni 2018 Rotary Industry Group Agenda: a) Korte introductie: wie zijn wij wat doen wij? b) Nieuwe ontwikkelingen binnen Rotary Industry Group c) Contactloze magnetische koppeling d) Business

Nadere informatie

Contextanalyse. Patrick v/d Vlist

Contextanalyse. Patrick v/d Vlist Contextanalyse Patrick v/d Vlist Contextanalyse Patrick v/d Vlist Krimpen ad IJsel 10-01-2016 Verdoold Installatiebedrijf Voorwoord Ik heb dit rapport geschreven naar aanleiding van een communicatieopdracht

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST National Treasury/ Nasionale Tesourie 838 Local Government: Municipal Finance Management Act (56/2003): Draft Amendments to Municipal Regulations on Minimum Competency Levels, 2017 41047 GOVERNMENT NOTICE

Nadere informatie

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

ALGORITMIEK: answers exercise class 7

ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 1. See slides 2 4 of lecture 8. Problem 2. See slides 4 6 of lecture 8. ALGORITMIEK: answers exercise class 7 Problem 5. a. Als we twee negatieve (< 0) getallen bij elkaar optellen is het antwoord

Nadere informatie

Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet.

Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet. Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet. General: Please use the latest firmware for the router. The firmware is available on http://www.conceptronic.net! Use Firmware version

Nadere informatie

Davide's Crown Caps Forum

Davide's Crown Caps Forum pagina 1 van 6 Davide's Crown Caps Forum A Forum for Crown Cap Collectors Zoeken Uitgebreid zoeken Zoeken Forumindex Crown Caps Unknown Caps Lettergrootte veranderen vriend Afdrukweergave Gebruikerspaneel

Nadere informatie

TOELICHTING OP FUSIEVOORSTEL/

TOELICHTING OP FUSIEVOORSTEL/ TOELICHTING OP FUSIEVOORSTEL/ EXPLANATORY NOTES TO THE LEGAL MERGER PROPOSAL Het bestuur van: The management board of: Playhouse Group N.V., een naamloze Vennootschap, statutair gevestigd te Amsterdam,

Nadere informatie

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum Ontpopping Veel deelnemende bezoekers zijn dit jaar nog maar één keer in het Van Abbemuseum geweest. De vragenlijst van deze mensen hangt Orgacom in een honingraatpatroon. Bezoekers die vaker komen worden

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN STAFLEU

Nadere informatie

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Woordkennis 1 Bestuderen Hoe leer je 2000 woorden? Als je een nieuwe taal wilt spreken en schrijven, heb je vooral veel nieuwe woorden nodig. Je

Nadere informatie

Four-card problem. Input

Four-card problem. Input Four-card problem The four-card problem (also known as the Wason selection task) is a logic puzzle devised by Peter Cathcart Wason in 1966. It is one of the most famous tasks in the study of deductive

Nadere informatie

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance Online Resource 1 Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance Journal: Higher Education Authors: Anja J. Boevé, Rob R. Meijer, Roel J. Bosker, Jorien

Nadere informatie

B1 Woordkennis: Spelling

B1 Woordkennis: Spelling B1 Woordkennis: Spelling Bestuderen Inleiding Op B1 niveau gaan we wat meer aandacht schenken aan spelling. Je mag niet meer zoveel fouten maken als op A1 en A2 niveau. We bespreken een aantal belangrijke

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Who benefits from the company car regime?

Who benefits from the company car regime? Who benefits from the company car regime? Brussels, the 13 th of September 2017 Xavier May (ULB-IGEAB) Cost/benefit for the employer-worker-state Bax analysis of the company car regime Benchmark = private

Nadere informatie

This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact.

This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact. This appendix lists all the messages that the DRS may send to a registrant's administrative contact. Subject: 1010 De houdernaam voor #domeinnaam# is veranderd / Registrant of #domeinnaam# has been changed

Nadere informatie