Jaarverslag Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal DEFINITIEF

Transcriptie

1 Jaarverslag 2014 Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal DEFINITIEF

2 Inhoud 1 Leeswijzer Bestuursverslag Ter inleiding Algemeen Bestuur en Organisatie De Alliantiescholen en leerlingenaantallen Planning- en controlcyclus / Kengetallen Treasury management Algemeen Ervaring accountant Beleidsresultaten Bestuur en Organisatie Onderwijs Inspectie Excellente scholen Samenwerkingsverbanden en overleggen Leerlingen Klachten en contacten vertrouwenspersoon Communicatie Personeel Financiën/middelen ICT Huisvesting Bestuursbureau Verantwoording kwaliteitsresultaten, Vensters Voortgezet Onderwijs Algemeen Slaagpercentages (onderwijsprestaties; domein 1) Gemiddeld examencijfer (onderwijsprestaties: domein 1) Kenmerken leerlingen (effectief onderwijsbeleid; domein 2) Tevredenheid leerlingen (kwaliteitszorg; domein 3) Tevredenheid ouders (kwaliteitszorg; domein 3) Jaarverslag van 300

3 Domein 4, Bedrijfsvoering, indicator financiën Financiële paragraaf Risico paragraaf Analyse van het exploitatiesaldo Analyse van de financiële positie Kader financieel continuiteitstoezichtskader Inspectie Dashboard Alliantie Voortgezet Onderwijs - samengevoegd Toelichting op het dashboard - Alliantie Voortgezet Onderwijs Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor en financiële buffer Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk Gymnasium Bestuursbureau Onderwijshuisvesting Nijmegen Servicebureau Boeken Alliantie Continuiteitsparagraaf Algemeen Beschouwing van de verwachte ontwikkeling van de financiële positie Staat van baten en lasten Staat van baten en lasten Verwachte ontwikkelingen in de bekostiging Meerjaren balans Fomatieplan Investeringsbegroting Kasstroomoverzicht Verwachte ontwikkelingen in de leerlingaantallen Kengetallen overzicht Risico paragraaf Jaarrekening Grondslagen Vergelijkende cijfers Waardering van de activa en passiva Materiële vaste activa Financiële vaste activa Effecten Overig Jaarverslag van 300

4 Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden en overlopende passiva Pensioenvoorziening Langlopende schulden Staat van baten en lasten Algemeen Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Afschrijvingen op materiële vaste activa Personeelsbeloningen Financiële baten en lasten Verbonden partijen Toelichting op het kasstroomoverzicht A.1 Samengevoegde jaarrekening A.1.2 Samengevoegde balans (na resultaatsbestemming) per 31 december A.1.2 Samengevoegde staat van baten en lasten over A.1.3 Samengevoegd kasstroomoverzicht over A.1.4 Toelichting behorende tot de samengevoegde balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overzicht verbonden partijen Jaarverslag van 300

5 3.2.8 Toelichting behorende tot de samengevoegde staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten A.1.8 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke sector Overige gegevens Gegevens over de rechtspersoon Controle verklaring Gebeurtenissen na balansdatum Bijlagen SSgN A.1.5 Balans SSgN per 31 december Staat van baten en lasten SSgN over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

6 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Dominicus College A.1.5 Balans Dominicus College per 31 december Staat van baten en lasten Dominicus College over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Mondial College A.1.5 Balans Mondial College per 31 december Staat van baten en lasten Mondial College over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Jaarverslag van 300

7 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Pax Christi College A.1.5 Balans Pax Christi College per 31 december Staat van baten en lasten Pax Christi College over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

8 5.4.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Maaswaal College A.1.5 Balans Maaswaal College per 31 december Staat van baten en lasten Maaswaal College over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Citadel College A.1.5 Balans Citadel College per 31 december Staat van baten en lasten Citadel College over Jaarverslag van 300

9 5.6.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Stedelijk Gymnasium A.1.5 Balans Stedelijk Gymnasium per 31 december Staat van baten en lasten Stedelijk Gymnasium over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Jaarverslag van 300

10 Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Bestuursbureau A.1.5 Balans Bestuursbureau per 31 december Staat van baten en lasten Bestuursbureau over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Onderwijshuisvesting Nijmegen Jaarverslag van 300

11 5.9.1 A.1.5 Balans Onderwijshuisvesting Nijmegen per 31 december Staat van baten en lasten Onderwijshuisvesting Nijmegen over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Servicebureau Boeken Alliantie A.1.5 Balans Servicebureau Boeken Alliantie per 31 december Staat van baten en lasten Servicebureau Boeken Alliantie over Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Verantwoording rijkssubsidies Jaarverslag van 300

12 Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

13 1 Leeswijzer Globale indeling jaarverslag Het jaarverslag is in hoofdlijnen opgedeeld in de volgende onderdelen: 1) Leeswijzer 2) Bestuursverslag 3) Jaarrekening (Alliantie Voortgezet Onderwijs samengevoegd) 4) Overige gegevens 5) Bijlagen (jaarrekeningen per resultaat verantwoordelijke eenheid) Segmentatie Met de introductie van de nieuwe richtlijn voor de jaarverslaggeving per 1 januari 2008 is de voorheen verplichte voorgeschreven segmentatie van de jaarrekening naar het brinnummer vervallen. De Alliantie Voortgezet Onderwijs heeft gekozen voor een segmentatie in de verslaggeving die aansluit op de onderscheiden resultaat verantwoordelijke eenheden binnen de organisatie. De volgende segmentatie is in deze jaarrekening toegepast: Brinnummer 1) SSgN 20EO 2) Dominicus College 14NQ 3) Mondial College 21SK 4) Pax Christi College 17IR 5) Maaswaal College 00OB 6) Citadel College 30AU 7) Stedelijk Gymnasium 20CI 8) Bestuursbureau Geen brinnummer 9) Onderwijshuisvesting Nijmegen Geen brinnummer 10) Servicebureau Boeken Alliantie Geen brinnummer Een complete jaarrekening per resultaat verantwoordelijke eenheid is in onderdeel 5 van deze jaarrekening opgenomen. Jaarverslag van 300

14 2 Bestuursverslag 2.1 Ter inleiding 2.2 Algemeen In dit jaarverslag kijken wij terug op het jaar Voor 2014 hadden we naast ons strategisch beleidsplan en schoolplannen vier duidelijke hoofddoelstellingen met de bijbehorende subdoelen: 1. Goed onderwijs Kwaliteit van al onze scholen is voldoende SSgN en het Stedelijk Gymnasium behouden predicaat excellent 2. Professionele school met ruimte voor professionele medwerkers Iedere school een helder profiel. Docent vervult cruciale rol en ondersteunend personeel een aanvullende onmisbare rol Investeren in scholing van personeel Docenten, ouders en leerlingen hebben de ruimte mee te sturen Tijdige en loyale invulling nieuwe cao-afspraken 3. Leerling centraal, dus onderwijs en zorg op maat Extra zorg voor leerlingen die het nodig hebben o Beleidsrijke invoering passend onderwijs o Sluitend zorgaanbod in de regio Extra mogelijkheden voor leerlngen die meer kunnen Goede afspraken met collegaschoolbesturen om zorg te dragen voor een goed bereikbaar en gevarieerd voortgezet onderwijsaanbod 4. Solide financiële basis Begroting is leidend voor exploitatie Duidelijk actueel risicomanagement Krimpbeleid en passend sturingsmodel en tijdig en tegelijkertijd duurzaam te anticiperen op de ontgroening (krimp leerlingenaanbod) in de regio Uit dit jaarverslag blijkt dat we deze doelen hebben waargemaakt. Dat maakt onze scholen tot betrouwbare partners en het geeft vertrouwen in de toekomst. In dit jaarverslag 2014 verantwoorden wij ons voor de volle breedte: onderwijskwaliteit, personeelsbeleid, leerlingenen zorgbeleid, samenwerking en financiën. U kunt over al deze zaken lezen welke resultaten wij hebben geboekt. Wij verantwoorden ons niet alleen in dit jaarverslag. De Alliantiescholen doen overtuigd mee aan het project Vensters Voortgezet Onderwijs. Op basis van twintig belangrijke indicatoren als leerresultaten, tevredenheidonderzoeken, leerlingensamenstelling, onderwijsuitgangspunten, personeelsbeleid, financiën kan iedereen op de website van de Alliantie voortgezet Onderwijs en de afzonderlijke scholen een goed beeld van de scholen krijgen. Een volledig overzicht is in te zien op onze site (Vensters Voor Verantwoording) of op de sites van de afzonderlijke scholen. Graag ontvangen wij uw reacties op dit jaarverslag en onze sites. In 2014 hebben wij hard gewerkt aan het opstellen van een nieuw strategisch beleidsplan. Dit beleidsplan zal uiterlijk in het voorjaar van 2015 worden vastgesteld. Vooruitlopend op dit beleidsplan hebben wij een actuele missie vastgesteld. De Alliantie Voortgezet Onderwijs is het bestuur (bevoegd gezag) van zeven scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Jaarverslag van 300

15 Nieuwe missie: Onze leerlingen benutten hun talenten optimaal Wij bieden leerlingen kwalitatief goed onderwijs in een omgeving waarin ze alle ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en te groeien. Wij dagen onze leerlingen uit om hun talenten optimaal te benutten. Door zelf initiatief te nemen. Met elkaar samen te werken. Op een manier die aansluit bij wat ze willen en wie ze zijn. Leerlingen die het nodig hebben, krijgen extra ondersteuning en begeleiding om achterstanden of tussentijdse uitval te voorkomen. Excellente leerlingen dagen we uit om de grenzen van gebaande paden te verkennen en zichzelf te overtreffen. Onze mensen krijgen de ruimte zich te ontwikkelen Onze docenten en medewerkers zijn bepalend voor de ontwikkeling van onze leerlingen. Daarom investeren wij in onze mensen, op alle momenten in hun carrière. Wij bieden een passend en aantrekkelijk pakket primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Hanteren een eigentijds wervings- en opleidingsbeleid. Onze mensen zijn zélf verantwoordelijk voor hun eigen ontwikkeling, in lijn met die van hun school. Personeel en management voeren dan ook samen de regie over het meest geschikte en best passende loopbaanbeleid. Onze scholen verzorgen samen een herkenbaar onderwijsaanbod Onze scholen verzorgen samen een volledig onderwijsaanbod in deze regio en hebben afzonderlijk ieder een eigen herkenbaar profiel. Leerlingen en hun ouders kunnen dus écht kiezen. Onze systematische manier van werken vertaalt zich in een structureel hoge onderwijskwaliteit, resulterend in goede leeropbrengsten en examenresultaten. Bovendien vinden wij het belangrijk dat onze scholen een duidelijke bijdrage leveren aan de brede vorming van onze leerlingen. Wij onderhouden intensieve contacten met basisscholen en instellingen in het middelbaar, hoger en universitair onderwijs. Hierdoor weten we wat er speelt in het onderwijsveld en zijn onze leerlingen verzekerd van een optimale doorstroming. Onze scholen zijn verbonden met de samenleving De wereld om ons heen verandert. Digitalisering rukt op. Individualisering en internationalisering nemen toe. Onze scholen anticiperen op deze ontwikkelingen. Spelen in op wat er in hun omgeving gebeurt of gaat gebeuren. Wij zijn sterk vertegenwoordigd en stevig verankerd in stad en regio. Waar mogelijk leggen wij verbindingen of werken we samen met bedrijven, organisaties en instellingen. Andersom halen wij de samenleving naar binnen. Onder meer via het organiseren van andere activiteiten dan onderwijs alleen. De hoofdlijnen van het nog lopende beleidsplan zijn: Bestuur en organisatie: Heldere scheiding van management, bestuur en toezicht. Vastleggen van voldoende checks en streven naar de juiste balances. De positie van de Raad van Toezicht en het bestuur is in de statuten geregeld. De positie van rectoren die verantwoordelijk zijn voor de scholen is vastgelegd in het directiestatuut. De Code Goed Bestuur Voortgezet Onderwijs wordt onderschreven en nageleefd. Het bestuur kent een klokkenluidersregeling en integriteitcode. Onderwijs: Scholen onderscheiden zich op hun eigen wijze, waarbij de kwaliteit van het onderwijs voorop staat. Iedere school kent een eigen profilering. Samen bieden de scholen een evenwichtig keuzepalet. Scholen werken aan een goede aansluiting met het basis- en afnemend onderwijs (middelbaar beroeps- en hoger onderwijs) en een maximale beperking van de uitval van leerlingen. Bij onderwijskundige veranderingen worden personeel, ouders en leerlingen betrokken. Scholen en bestuur zijn gericht op samenwerking. De Alliantiescholen kennen een eigen ondersteuningsplan en houden gezamenlijk met de andere besturen in de regio het Flex College - de voorziening voor risicoleerlingen - in stand. Scholen zijn goed bereikbaar. In het kader van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen zijn afspraken gemaakt over de omvang van alle scholen voor voortgezet onderwijs en de Jaarverslag van 300

16 instroomaantallen in onze regio. Hierdoor is een meer stabiele ontwikkeling van de scholen mogelijk. Personeel: De Alliantiescholen kiezen voor de ontwikkeling van de professionele school. In de school vervult de docent een sleutelrol, waarbij ondersteunende en sturende collega s onmisbaar zijn. We investeren in permanent leren en ontwikkelen. Onze scholen zijn academische opleidingsscholen en werken nauw samen met de lerarenopleidingen van de HAN en RU. Onze docenten kennen een onderzoekende houding. Wij hebben een eigentijds wervingsbeleid en proberen de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk te houden. De Alliantie is zich bewust van het dreigende tekort aan bevoegde docenten en anticipeert daar doelgericht op door tijdig passende maatregelen te nemen. Financiën en middelen: De Alliantie kent een heldere planning- en controlcyclus. Begrotingen en jaarrekeningen zijn transparant en toegankelijk en maken resultaten aan de hand van kengetallen zichtbaar. Goed onderwijs moet plaatsvinden in eigentijdse schoolgebouwen, waar het goed leren en werken is voor leerlingen en personeel. Kwaliteitszorg: Kwaliteitszorg is geen doel op zich, maar een middel om ervoor te zorgen dat onze scholen de goede dingen doen en die activiteiten ook op een goed niveau verrichten. De Alliantie Voortgezet Onderwijs kent een duidelijke kwaliteitscyclus, waarbij tevredenheidsonderzoeken een vast onderdeel vormen. Meten is pas zinvol als er lering uit wordt getrokken. Daarom zijn alle geledingen in de organisatie betrokken bij kwaliteitszorg. Alle scholen nemen deel aan het project Vensters Voortgezet Onderwijs. Op basis van twintig indicatoren leggen bestuur en scholen aan interne en externe partijen op een heldere wijze verantwoording af. Informatie- en communicatietechnologie (ICT): ICT geeft nieuwe mogelijkheden in de sfeer van toetsing, leermateriaal, uitwisseling en elektronische leeromgeving. ICT is een middel om beter te differentiëren en het onderwijs efficiënter in te richten. Scholen zullen expertise uitwisselen en daar waar nuttig deze ook bundelen. Ook bij de ondersteuning van administratieve processen zullen de samenwerkingsmogelijkheden optimaal worden benut. Communicatie en PR: Scholen dragen zorg voor een goede, frequente informatievoorziening aan hun personeelsleden, leerlingen en ouders. Communicatie en public relations staan altijd in dienst van de school en het bestuur. 2.3 Bestuur en Organisatie De stichting kent een eenhoofdig College van Bestuur (de bestuurder), dat optreedt als het bevoegd gezag. De bevoegdheden van de bestuurder zijn vastgelegd in de statuten. De governance code van de VO-raad is volledig van toepassing op de bestuurder en Raad van Toezicht. De zeven scholen worden geleid door een rector. De rector is binnen de beleidskaders van de stichting integraal eindverantwoordelijk voor de eigen school en legt verantwoording af aan het College van Bestuur. De stichting hanteert een bestuursfilosofie, waarin de scholen binnen het door het bestuur vastgestelde beleidskader, de ruimte hebben voor het voeren van eigen beleid. De bevoegdheden van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de rectoren/directeuren zijn vastgelegd in de statuten en het directiestatuut. Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht werkt conform de door de VO-raad vastgestelde governance code en is aangesloten bij de VTOI (Vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen). Op 31 december 2014 telde de raad zes leden. Voor de Raad van Toezicht is - in samenwerking met de rectoren en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad - een profiel opgesteld, dat bepalend is voor de samenstelling van de raad. Dat profiel voorziet erin dat onafhankelijkheid, deskundigheid en verankering in de samenleving en de maatschappelijke omgeving Jaarverslag van 300

17 is gewaarborgd. In 2015 zullen er een tweetal vacatures optreden, daarop wordt tijdig geanticipeerd. De Raad van Toezicht bestond op 31 december 2014 uit: Prof. Dr. C.W.P.M. Blom (voorzitter) Oud-rector magnificus Radboud Universiteit Nijmegen, persoonlijk hoogleraar Experimentele Planten Ecologie, lid Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, brede ervaring in bestuurlijke en toezichthoudende functies. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Nevenfuncties: Voorzitter van de jury voor de Vredespenning van Nijmegen. Lid Raad van Toezicht Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Lid Hochschulrat (RvT) Universität Duisburg-Essen. Lid Raad van Toezicht Stichting Tuur (goede doelen stichting). Lid Raad van Advies WON Akademie (Wetenschap Oriëntatie Nederland, aansluiting VWO en Hoger Onderwijs). Mr. A. M. Breedveld Senior advocaat Dirkzwager advocaten & notarissen, senior arbeidsrechtdeskundige, oud voorzitter OR Dirkzwager. Ervaring als secretaris van een College van Beroep. Prof. Dr. H.P.J.M. Dekkers Voormalig decaan Faculteit Sociale Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen, hoogleraar Onderwijskunde, brede bestuurservaring, lid van diverse programmaraden, adviescommissies in de sfeer van onderwijs en onderzoek. Officier in de Orde van Oranje Nassau. Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht NIM, Stichting voor Maatschappelijk werk Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Lid adviescommissie Longitudinale Cohorten primair en voortgezet onderwijs van OC&W/PROO. Voorzitter Programmaraad Beleidsonderzoek (Nationaal Regieorgaan voor de Onderwijswetenschappen (NRO/NWO). Lid Overkoepelende programmaraad NRO (OPRO). Lid Commissie Sectorplan voor de Onderwijswetenschappen (VSNU/OC&W). Voorzitter Stichting Social Work (t.b.v. Leerstoel Social Work Tilburg University). Lid Bestuur Mr. J.J.L. van der Brugghen Stichting. Dhr. P. M. Huisman Ondernemer, Directeur Eigenaar Huisman Elektrotechniek (Druten, Elst, Nijmegen) en DGA Novi Net Nederland. Beroepsmatige ervaring met ontwikkeling en exploitatie bedrijfsmatig onroerend goed. Dhr. J. Klomp Voormalig regiodirecteur SNS Bank Gelderland, bestuurslid diverse zakelijke platformen. Nevenfunctie: Lid Raad van Toezicht NIM, Stichting voor Maatschappelijk werk Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Drs. M.A.M. Veldhoven Voorzitter van de Raad van Bestuur van Zuidzorg, een grote organisatie voor extramurale zorg in de regio Eindhoven. Hiervoor was hij van voorzitter College van Bestuur van ROC de Leijgraaf en is hij werkzaam geweest bij de uitgeverij Malmberg. Dhr. Veldhoven begon zijn carrière als biologieleraar op de SG Nijmegen West / Dominicus College. Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen van Up Learning Wageningen. Lid Raad van Toezicht OCGH Helmond. Jaarverslag van 300

18 De Raad van Toezicht heeft in 2014 vijfmaal vergaderd. De Raad van Toezicht kent een auditcommissie die bestaat uit de leden Huisman, Klomp en Veldhoven. De auditcommissie bereidt de bespreking van de kwartaalrapportages, de begroting en het jaarverslag voor. Zij heeft jaarlijks een persoonlijk gesprek met de accountant waarbij ook de Managementletter wordt besproken. De leden Breedveld en Dekkers vormen de personeelscommissie (remuneratiecommissie). Op het terrein van identiteit hebben de leden Blom en Dekkers een specifiek toezichthoudende taak. De leden Breedveld en Blom hebben het jaarlijkse beoordelingsgesprek met de bestuurder gevoerd. De leden Blom en Klomp voerden eenmaal per jaar overleg met de GMR. Aan de volgende beleidsvoorstellen heeft de Raad van Toezicht in 2014 haar goedkeuring verleend: De jaarrekening 2013 De begroting 2015 inclusief de drie aanbevelingen van de auditcommissie: o Het bestuur dient de formatiereductie bij het Pax Christi College op de voet te volgen. o Nog eenmaal akkoord met de rode cijfers van het Dominicus College. De school dient in 2016 weer een positieve exploitatie te hebben. o De krimp/ontgroening zal extra inspanning van de scholen en bestuur vragen. De Raad van Toezicht zal zich stelselmatig laten informeren over de voortgang van de ontwikkeling van het krimpmodel. Het bestuurlijk formatieplan 2015 (ingebed in de begroting) Het accountantsverslag 2013 en de managementletter 2013 Dhr. Van Bennekom blijft in de huidige individuele cao-vo en gaat niet over naar een cao voor bestuurders. Bij de aanstelling van de nieuwe bestuurder wordt een nieuw besluit genomen. Besluiten van de Raad van Toezicht in 2014: Vaststelling profiel en wervings-/selectieprocedure nieuwe voorzitter College van Bestuur. Vaststelling samenstelling benoemingsadviescommissie (bac) Dhr. Blom, mevr. Breedveld en dhr. Huisman nemen namens de Raad van Toezicht zitting in de benoemingsadviescommissie voor de benoemingsprocedure nieuwe bestuurder. Dhr. Bertram wordt benoemd als secretaris van de benoemingsadviescommissie voor de benoemingsprocedure nieuwe bestuurder. Dhr. Blom wordt de voorzitter van de benoemingsadviescommissie voor de benoemingsprocedure nieuwe bestuurder. De nieuwe voorzitter College van Bestuur zal per 1 september 2015 worden benoemd. De huidige voorzitter College van Bestuur zal per 1 september 2015 terugtreden als voorzitter College van Bestuur en tot 1 januari 2016 bestuurlijke taken verrichten. De volgende beleidstukken en ontwikkelingen zijn in de Raad van Toezicht besproken: Voortgangsrapportage (bij iedere vergadering) over relevante landelijke ontwikkelingen, situatie scholen en Bestuursbureau Verslag van het gesprek dat de auditcommissie met de accountant heeft gevoerd Bespreking Managementletters Accountant en reactie plan van aanpak bestuurder / controller Verslag van het gesprek tussen bestuurder en inspectie VO Alle inspectierapporten en de opbrengstenkaarten van de afzonderlijke scholen De resultaten van overige kwaliteitsonderzoeken, waaronder de tevredenheidsonderzoeken ten behoeve van Vensters V.O. Positioneringsonderzoek De jaarlijkse examenresultaten van de scholen Driemaandelijkse financiële overzichten Voorstel BTW-suppletie Jaarverslag van 300

19 Relevante landelijke ontwikkelingen (Passend Onderwijs, landelijke budgetontwikkelingen voortgezet onderwijs, Leraar 2020, Actieplan Beter Presteren, Sectorakkoord minister OCW VO-raad, adviezen / rapporten Onderwijsraad, gemeentelijke ontwikkelingen, advies Raad voor de Jaarverslaglegging) Resultaten jaaractiviteitenplan schooljaar Jaaractiviteitenprogramma schooljaar Samenwerkingsovereenkomst vmbo Voortgang Regionaal Plan Voortgezet Onderwijs Ontwikkelingen (Academische) Opleidingsschool Voorziening voor risicoleerlingen (Flex College) en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Ontwikkelingen in de samenwerking met de VO-schoolbesturen, het ROC Nijmegen, de hogeschool (HAN) en universiteit (Radboud Universiteit). Specifieke aandacht is besteed aan de projectactiviteiten op het terrein van het vmbo en mbo (Novia). Ontwikkelingen ten aanzien van nieuwbouw Meeuwse Acker, verbouw en aanpassingen op de diverse schoollocaties Activiteiten om belangstelling voor Bèta / techniek te vergroten. De scenarioverkenning met Kristallis Het voorstel ten aanzien van de bezuiniging Onderwijshuisvesting van de gemeente Nijmegen De Raad van Toezicht bezoekt jaarlijks twee of drie scholen om zicht te houden op de specifieke schoolontwikkelingen. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft jaarlijks een individueel gesprek met de rectoren. Tenslotte bezoekt ieder lid van de Raad van Toezicht tenminste één diplomering. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een vaste vergoeding. In 2002 is deze vergoeding voor leden vastgesteld en vervolgens is de vergoeding ieder jaar geïndexeerd op basis van het CBS prijsindexcijfer. De vergoeding bedroeg in 2014 voor een gewoon lid 2.441,81 (bestaande uit een vaste bestuursvergoeding van 1.830,85 en een vaste onkostenvergoeding van 610,97) Voor de voorzitter bedroeg de vergoeding 5.608,38 (bestaande uit een vaste bestuursvergoeding van 3.661,69, een vaste onkostenvergoeding van 1.218,86 en een reiskostenvergoeding van 727,83). De aard en samenstelling van de vergoeding betekent dat reguliere (reis)kosten niet worden gedeclareerd. Was getekend Prof. Dr. C.W.P.M. Blom Voorzitter Raad van Toezicht Nijmegen Jaarverslag van 300

20 2.4 De Alliantiescholen en leerlingenaantallen. De Alliantie Voortgezet Onderwijs was in 2014 het bevoegd gezag van de volgende scholen: School Adres hoofdlocatie Onderwijssectoren Citadel College (30AU) Griftdijk 9A vmbo, havo, vwo 6663 AA Lent Dominicus College (14NQ) Energieweg CZ Nijmegen havo en vwo Mondial College (21SK) Leuvensbroek TD Nijmegen vmbo, havo en vwo Maaswaal College (*00OB) Pax Christi College (17IR) Stedelijke Scholen-gemeenschap Nijmegen (20EO) Stedelijk Gymnasium Nijmegen (20CI) Oosterweg HL Wijchen Meester van Coothstraat ZJ Druten IJsbeerstraat PL Nijmegen Kronenburgersingel AS Nijmegen vmbo, havo en vwo vmbo, havo, vwo vmbo-t, havo, vwo gymnasium In de onderstaande tabel zijn de leerlingen per school (1 oktober telling) opgenomen. Op de volgende pagina is de ontwikkeling van de leerlingaantallen per school in een grafiek opgenomen SSgN DC LC FC MC PCC MWC CC TSJ SGN Totaal Jaarverslag van 300

21 Leerlingen Ontwikkeling leerlingaantallen per school (peildatum 1 oktober) Maaswaal College Pax Christi College Mondial College SSgN Stedelijk Gymnasium Citadel College Dominicus College Jaren In 2014 groeide het leerlingaantal met 339 van naar Een sterke groei deed zich voor bij het Citadel College (198 autonome groei vanwege de opbouw van de school) en het Mondial College (125). De stijging van het Mondial College deed zich niet alleen voor bij de nieuwe vmbo-locatie Meeuwse Acker maar ook bij het havo en vwo op Leuvensbroek. Ook bij het Dominicus College (10), het Maaswaal College (34), de SSgN (61) en het Stedelijk Gymnasium (17) groeide het leerlingaantal. Een onverwachte leerlingdaling deed zich voor bij het Pax Christi College (-106). Enigszins laat de krimp zich in deze regio (Land van Maas en Waal) het eerst voelen, anderzijds kiezen meer ouders voor een havo/vwo-school in de stad Nijmegen. Naar de motieven wordt onderzoek gedaan. In het overzicht zijn de leerlingen die ingeschreven staan bij de betreffende school, maar onderwijs volgen op het Flex College (inclusief VAVO) volgen, meegeteld. Jaarverslag van 300

22 2.5 Planning- en controlcyclus / Kengetallen De Alliantie Voortgezet Onderwijs kent een duidelijke planning- en controlcyclus. Kenmerkend is de integrale en cyclische aanpak. De begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages komen op basis van heldere proces- en resultaatafspraken tot stand. De formatieplanning is in dit proces geïntegreerd. Vanaf 2010 worden ook de inkomsten en uitgaven in het kader van de functiemix in de begroting meegenomen. Op deze wijze is de personeelsplanning en personeelsinzet gekoppeld aan de financiële overzichten. Dit vergroot het overzicht en de beheersbaarheid omdat onverwachte en ongewenste ontwikkelingen eerder worden gesignaleerd en er sneller passende maatregelen kunnen worden getroffen. Uitgangspunt is dat de begroting kaderstellend is voor de formatieplanning. De gehele cyclus kent een heldere jaarplanning voor scholen en bestuursbureau. Voor begroting, jaarrekening en formatieplan worden op bestuursniveau formats gehanteerd, die enerzijds heldere kaders aangeven en anderzijds de scholen en het bestuursbureau binnen die kaders de ruimte geven voor de invulling van de eigen (specifieke) beleidsambities en gegevens. In 2011 en 2012 is een uitgebreid risicomanagement instrument ontwikkeld en vastgesteld. Op basis van dit instrument is vanaf de begroting 2013 een uitgebreidere risicoparagraaf toegevoegd. De risicoanalyses worden toegepast op alle scholen en zelfstandige financiële clusters, zoals Bestuursbureau, Onderwijshuisvesting Nijmegen en SBA. De gehanteerde criteria worden jaarlijks getoetst. De administratieve organisatie (personeel en financiën) is beschreven in de Administratieve Organisatie/Interne Controle. Deze beschrijving is digitaal beschikbaar en wordt jaarlijks geactualiseerd. De tussentijdse financiële rapportages kwamen ook in 2014 driemaandelijks beschikbaar. Deze rapportages blijken waardevolle instrumenten, waardoor op basis van de beschikbare informatie tijdige bijsturing mogelijk is. Op basis van een vaste reeks financiële kengetallen worden de scholen jaarlijks vergeleken (en de stichting waar mogelijk - met andere besturen). Deze kengetallen zijn opgenomen in zowel de begroting als de jaarrekening. Ook op het terrein van het personeelsbeleid wordt met kengetallen gewerkt. De personeelslasten in onze sector nemen de laatste jaren sterk toe. Uit de tussenrapportage onderzoek bekostiging voortgezet onderwijs (d.d. 16 oktober 2013) van de Algemene Rekenkamer bleek dat de personeelslasten van 2005 tot 2012 maar liefst met 21% zijn toegenomen. Belangrijk is te beseffen dat de GPL-lasten per school sterk uiteen kunnen lopen. Ook in 2014 namen de GPL-lasten toe. Scholen met een gemiddeld ouder personeelsbestand en weinig verloop zoals de SSgN, het Stedelijk Gymnasium Nijmegen en het Mondial College kennen een veel hogere gemiddelde GPL-last dan scholen met een jonger personeelsbestand en veel nieuwe / jonge instroom zoals het Citadel College en het Maaswaal College. Door mobiliteitsmaatregelen kunnen de lasten wat meer evenredig worden verdeeld. Doordat de overheid jarenlang het referentiemodel niet toepaste, was er sprake van een afname van de bekostiging. Ook de kosten voor de bapo bleven stijgen. Doordat personeel langer blijft werken vanwege de ophoging van de pensioengerechtigde leeftijd en door de afschaffing van de prepensioenregeling wordt langduriger gebruik gemaakt van de bapo. Bovendien wordt doordat de leeftijdsgroep van vijftigplussers is oververtegenwoordigd, door meer collega s gebruik gemaakt van de bapo. De kosten bedroegen tot 1 augustus 2014 ruim 4,6% van de personele lasten. In 2014 is het beleid van de overheid bijgesteld. Het referentiemodel is weer (gedeeltelijk) gehanteerd. Op 1 augustus kwam een nieuwe cao voortgezet onderwijs tot stand. Deze cao bracht een extra stijging van de personeelslasten met zich mee door de loonsverhoging van 1,2% en de eenmalige invoering van het entreerecht. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is het omzetten van de bapo in een individueel budgetrecht van 50 uren en een aangepaste seniorenregeling. De nieuwe regeling zal de eerste jaren extra middelen vragen. De Alliantie Voortgezet Onderwijs hanteert de financiële advieskengetallen, die het ministerie van OCW hanteert voor rentabiliteit, solvabiliteit, liquiditeit en het weerstandsvermogen. Bij de presentatie van de jaarrekening en jaarbegroting(en) worden deze kengetallen weer- Jaarverslag van 300

23 gegeven. Bovendien is ook de kapitalisatienorm voor zowel de Alliantie Voortgezet Onderwijs als geheel, als per school opgenomen in onze verslaglegging. De kapitalisatienorm geeft echter naar onze opvatting - een onvoldoende beeld van het vermogen van de scholen. Daarom blijft het bestuur in het kader van het risicomanagement vooral sturen op het weerstandvermogen. Sinds de doordecentralisatie van de middelen voor onderwijshuisvesting in de gemeente Nijmegen per 1 januari 2008 heeft het bestuur een aparte jaarrekening en begroting ingericht voor de Onderwijshuisvesting Nijmegen. Op deze wijze kunnen de bijbehorende geldstromen op heldere en controleerbare wijze worden weergegeven en wordt vermenging met de basisactiviteit (onderwijs) voorkomen. Een werkgroep draagt zorg voor de uitvoering van de interne huisvestingverordening, het huisvestingsplan en de uitvoering van het huisvestingsbeleid. Voor de activiteiten en de baten- en lastenstromen die samenhangen met de gratis schoolboeken heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs ook een separate organisatie en administratie ingericht: Servicebureau Boeken Alliantie (SBA). De samenstelling en bezorging van de boekenpakketten verliep in 2014 naar tevredenheid. De boekenpakketten waren ook dit jaar goed van samenstelling en zijn vrijwel allemaal tijdig bezorgd. Sinds 2014 kiezen alle scholen er voor de boekenpakketten op school uit te reiken. Dit gaf een besparing op de verzendkosten. De financiële resultaten van het SBA stemden ook in 2014 naar tevredenheid. 2.6 Treasury management Algemeen De Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het Land van Maas en Waal heeft een Treasury Statuut vastgesteld. De Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek heeft mede als basis gediend voor het vaststellen van de beleidskaders van het Treasury Statuut. De laatste actualisering van het Treasury Statuut heeft in 2012 plaatsgevonden. Wij hebben in 2012 geconstateerd dat de huidige regeling rond treasurybeleid van het ministerie van OCW het eigenlijk niet meer mogelijk maakt om uit meerdere banken te kiezen. In feite voldoet alleen de Rabobank aan de eisen. Wij hebben de situatie zowel voorgelegd aan de VO-raad als aan het ministerie van OCW. In 2014 hebben wij noch van de VO-raad en noch van het ministerie een afdoende reactie gehad op onze vraag. De Alliantie Voortgezet Onderwijs schatkistbankiert vanaf 2008 bij het ministerie van Financiën. In 2010 is een scheiding gemaakt tussen privaat en publiek eigen vermogen. Het schatkistbankieren wordt sinds 2014 niet meer uitgevoerd door het ministerie van Financiën maar door het ministerie van OCW. Onze ervaring is dat dit leidt tot tragere afhandeling van onze vragen en het stellen van extra eisen (bijvoorbeeld gemeentegarantie) bij het aanvragen van hypothecaire leningen. 2.7 Ervaring accountant Vanaf 1 januari 2011 treedt Flynth (als rechtsopvolger van de GIBO-groep) op als accountant van de Alliantie Voortgezet Onderwijs. De werkzaamheden van Flynth zijn naar wederzijdse tevredenheid verlopen. Naast de jaarlijkse controle heeft Flynth ook een tussentijds onderzoek verricht. Daarbij is ook scherp gekeken naar de financiële processen en afspraken op de scholen. Flynth is van opvatting dat de financiële processen bij de Alliantie Voortgezet Onderwijs goed zijn geborgd. De accountant heeft voorafgaande aan de besluitvorming bij bestuur en Raad van Toezicht zowel overleg met de bestuurder als rechtstreeks met de auditcommissie van de Raad van Toezicht. Ten aanzien van het traject van de BTW-suppletie wordt de Alliantie Voortgezet Onderwijs ondersteund door Deloitte. Na vier jaar (eind 2015) loopt de overeenkomst met de huidige accountant af. In 2015 zal de Raad van Toezicht een nieuw traject starten voor de werving van een accountant. Jaarverslag van 300

24 2.8 Beleidsresultaten Bestuur en Organisatie De Alliantie Voortgezet Onderwijs werkte ook in 2014 met duidelijk onderscheiden beleidsdomeinen en beleidsgroepen, waarin de eindverantwoordelijke schoolleiders een belangrijke rol vervullen. De Alliantie Voortgezet Onderwijs onderscheidt een aantal domeinen. Per domein is een beleidsgroep werkzaam. De taak en functie van de beleidsgroep is signalering en voorbereiding van beleid voor de rectorenraad. In een beleidsgroep zitten leden van de schoolleiding. Met deze werkwijze worden twee belangrijke doelen gerealiseerd: beleid wordt grondiger voorbereid door een bredere groep uit de schoolleiding (vergroten draagvlak), waardoor de rectorenraad zich beter op hoofdlijnen van beleid kan concentreren. De volgende beleidsdomeinen worden onderscheiden: strategie en missie, bestuur en organisatie, onderwijs, zorg, leerlingen, personeel, financiën en middelen, huisvesting, kwaliteitsbeleid en ICT-beleid. De taken van communicatie en pr zijn ondergebracht bij het bestuursbureau. Een tweetal rectoren adviseert hierover de bestuurder bij voorkomende gelegenheden. Naast de beleidsgroepen kent de Alliantie Voortgezet Onderwijs de Treasury Commissie en de werkgroep Onderwijshuisvesting Nijmegen. De bestuurder van de Alliantie Voortgezet Onderwijs was tot begin december 2011 lid van het algemeen bestuur van de VO-raad. Vanaf december 2011 is hij met goedkeuring van de Raad van Toezicht lid geworden van het driekoppige dagelijkse bestuur van de VO-raad. De Alliantie Voortgezet Onderwijs krijgt op detacheringsbasis de betreffende personeelslasten van de bestuursvoorzitter vergoed. Deze detachering is tot 1 december 2014 onder dezelfde voorwaarden gecontinueerd. Vanaf 1 december 2014 is de bestuurder weer lid van het algemeen bestuur van de VO-raad. De VO-raad is de sectororganisatie van het voortgezet onderwijs. De VO-raad organiseert zowel de werkgevers als de schoolleiders in het voortgezet onderwijs. Ook in 2014 vervult Vensters Voortgezet Onderwijs voor de horizontale verantwoordingswijze van de Alliantie Voortgezet Onderwijs een belangrijke rol. Vensters VO geeft belanghebbende partijen een betrouwbaar beeld van iedere school. Vensters VO biedt ook een managementtool bij het kritisch kijken naar de belangrijkste achterliggende cijfers die de kwaliteit van de school bepalen en biedt indien nodig goed analysemateriaal voor het opzetten van gerichte verbeteracties. Beide leerlingvolgsystemen (Magister, SOM) hebben instrumenten ontwikkeld om met name op docent- en teamniveau goede aanvullende managementinformatie te verzorgen. Zo vervult deze aanpak een belangrijke functie voor docenten, schoolleiding, ouders en leerlingen. Op landelijk niveau is Schoolkompas beschikbaar: een instrument dat op basis van een aantal gegevens uit Vensters VO ouders en basisschoolleerlingen uit groep 7 en 8 die zich oriënteren op een school voor hun kinderen, op eenvoudige wijze inzicht geeft in de belangrijkste kenmerken van de scholen in de regio. Schoolkompas is door de Alliantiescholen van de meest actuele informatie voorzien en ook in 2014 toegankelijk voor iedereen. De gegevens Vensters VO en Schoolkompas worden jaarlijks geactualiseerd. Ook in 2014 is een actueel overzicht van de organisatiestructuur van de Alliantiescholen gepresenteerd. In het jaarverslag en de begroting wordt voor elke school aan de hand van kengetallen een kort overzicht verstrekt van de resultaten. Zo ontstaat een krachtig instrument om resultaten en kosten te vergelijken en als daartoe aanleiding bestaat (beleids)maatregelen te nemen Onderwijs Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Vanaf het voorjaar van 2012 kent onze regio een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen. In ons RPO waren kwantumafspraken gemaakt ten aanzien van de instroom in het eerste jaar op basis van de maximale leerlingbezetting voor het vwo, havo en vmbo-t van de verschillende schoollocaties in de stad Nijmegen. Deze afspraken zijn vooral voor de Nijmeegse situatie van belang, omdat de huisvesting in Nijmegen is doorgedecentraliseerd en de Jaarverslag van 300

25 schoolbesturen willen voorkomen dat wisselingen in leerlingenaantallen leiden tot desinvesteringen in de huisvesting en tegelijkertijd de keuzemogelijkheden voor ouders en leerlingen zo optimaal mogelijk te houden. In 2013 zijn deze afspraken geëvalueerd. Uit de evaluatie is de conclusie getrokken dat de afspraken goed worden nagekomen. In 2014 zijn vanuit dezelfde overwegingen die ten grondslag lagen aan het RPO aanvullende kwantumafspraken gemaakt voor de vmbo-locaties in de stad Nijmegen. Deze afspraken behelzen de volgende maximale instroomafspraken per locatie. - Kandinsky College, Hatertseweg Canisius College, Goffertseweg Citadel College, Dijkstraat Montessori College Nijmegen Helicon Groenschool Mondial College, Meeuwse Acker 120 Scholen mogen op basis van recente ervaringen bij het maximale aantal leerlingen dat mag instromen in het eerste jaar een buffer hanteren, omdat het in de praktijk voorkomt dat leerlingen zich terugtrekken. Met deze afspraken kunnen de VO-besturen ook voor de komende jaren een goede spreiding en een rijk geschakeerd aanbod van vmbo-locaties in Nijmegen garanderen. Landelijke ontwikkelingen In 2014 waren de volgende landelijke ontwikkelingen op het terrein van onze sector ook voor het beleid van de Alliantie Voortgezet Onderwijs belangrijk: Sectorakkoord voortgezet onderwijs (VO 2020) Het kabinet en de VO-raad bereikten in april 2014 een sectorakkoord. Jaarlijks komt er een extra bedrag beschikbaar voor het voortgezet onderwijs, dat oploopt tot 369 miljoen euro in Van dit bedrag moeten nog wel de bezuinigingsbedragen van dit kabinet worden afgetrokken. De inzet is van vo-sector was gebaseerd op de inbreng van de leden in de zogenaamde VO-2020 tour. In het principeakkoord staat dat in 2020 talenten van middelbare scholieren optimaal benut worden, zij meer ruimte krijgen om te differentiëren in niveau en tempo en de helft van de docenten op de middelbare school een masteropleiding heeft. Bovendien is de inzet dat er minder leerlingen blijven zitten en geven scholen ouders en leerlingen meer inzicht in de kwaliteit van de school. Met de afspraken, die voortvloeien uit het Nationaal Onderwijsakkoord (september 2013), is jaarlijks een bedrag gemoeid dat in 2018 oploopt tot 369 miljoen euro, waarvan een groot deel ten gunste komt van het bijhouden en vergroten van vakkennis en deskundigheid van leraren. Met het Sectorakkoord VO willen OCW en de vo-sector stimuleren dat leraren en schoolleiders werken in een professionele organisatie met een uitdagende werkomgeving. Er wordt ingezet op de verdere professionele ontwikkeling van leraren, schoolleiders en bestuurders, onder meer door verdere ontwikkeling van onder andere het Lerarenregister en de Lerarenbeurs. Hiernaast wordt ook de vormende en socialiserende waarde van het voortgezet onderwijs benadrukt. Het sectorakkoord is een van de basisdocumenten bij het opstellen van het nieuwe strategisch beleidsplan van de Alliantie Voortgezet Onderwijs verschillende maatregelen bevat om de opleidingen beter maar ook flexibeler te maken. Debat curriculum: onderwijs 2032 Staatssecretaris Dekker wil nog verder kijken dan het jaar In het najaar van 2014 initieerde hij een nationale dialoog over de opdracht voor het funderend onderwijs in Op basis van de dialoog wil hij komen tot een integrale visie op het curriculum. De dialoog zal vooral in het jaar 2015 plaats vinden. Het voorstel van de staatssecretaris voor een (periodieke) herijking van het curriculum is een antwoord op de kritiek van de WRR in haar rapport Naar een lerende economie dat de inhoud van het onderwijs onvoldoende aansluit op de ontwikkelingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Jaarverslag van 300

26 CAO Vakbonden en VO-raad sloten een nieuwe cao af, die inging per 1 augustus 2014 en een looptijd heeft van 1 jaar. De CAO VO behelst onder meer een loonsverhoging van tenminste 1,2%. Ook is afgesproken dat de huidige seniorenregeling (BAPO) komt te vervallen. Daarvoor in de plaats kwam een nieuwe regeling voor alle medewerkers, die hen in een urenbudget geeft van 50 uren om die in te zetten bij keuzes die passen bij hun levensfase en persoonlijke situatie en leiden tot werk-drukverlaging. In dat kader werd de baporegeling omgezet tot een seniorenregeling, met een aantal overgangsrechten. Daarnaast geeft de nieuwe cao ruimte voor verdere professionalisering van werknemers. Zo krijgen docenten een vrij te besteden jaarlijks basisbudget voor professionalisering, bestaande uit 5% van hun normjaartaak en 600 euro. De afspraken leiden tot hogere personeelslasten, met name ook omdat de nieuwe leeftijdsbewuste regeling mede van wege de overgangsrechten - in de eerste jaren duurder uitpakt dan de huidige baporegeling. Het entreerecht wordt eenmalig voor een jaar uitgevoerd. Dit leidt voor de Alliantiescholen tot een hogere last in het kader van de functiemix. al nog een jaar in stand blijven, maar komt daarna te vervallen. Nieuwe bekostigingssystematiek (advies Algemene Rekenkamer) De Algemene Rekenkamer (ARK) heeft in 2014 een rapport gepubliceerd over de bekostiging van het vo. De kamer pleit, in lijn met de aanbevelingen die de VO-raad eind 2012 aan staatssecretaris Dekker deed, onder meer voor een nieuwe bekostigingssystematiek die beter aansluit op de praktijk. De Rekenkamer constateert in het rapport 'Bekostiging voortgezet onderwijs' dat er binnen de sector grote verschillen tussen scholen en schoolbesturen zijn. Het onderzoek bij 30 schoolbesturen laat zien dat dit onder meer te maken heeft met krimpende leerlingenaantallen, tegenvallende huisvestingslasten, personeelssamenstelling en gebrekkige sturing en bedrijfsvoering. Zaken die wij als Alliantiescholen herkennen. Een belangrijke constatering van de ARK is het feit dat personeel de afgelopen jaren per fte veel duurder geworden is. Dit komt door een aantal kostenverhogende ontwikkelingen in de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, onverwachte kostenstijgingen van de werkgeverspremies en toename van het gebruik van de BAPO-regeling en van het convenant Leerkracht (schaalverkorting, promoties naar hogere schalen). Als gevolg van de duurdere arbeid is de werkgelegenheid tussen 2009 en 2012 fors gedaald, hoewel alle extra middelen zijn uitgegeven aan personeel; scholen zetten de tering naar de nering. In zijn rapport constateerde de ARK daarnaast dat door verouderde parameters, bezuinigingen, beleidsintensiveringen en tussentijdse aanpassingen een complex en ondoorzichtig systeem ontstaan is dat onvoldoende aansluit op de werkelijke exploitatie van schoolbesturen. De batenbepalende en de kostenbepalende factoren zijn daardoor niet in één lijn met elkaar. De Rekenkamer constateert terecht dat het gebrek aan sturingsmogelijkheden, onvoorspelbaar beleid en achterblijvende professionaliteit factoren zijn die in de praktijk een goede werking van de bedrijfsvoering belemmeren. De staatssecretaris zal in 2015 met een voorstel komen voor een nieuwe bekostigingssystematiek. Een tijdige voorbereiding ook voor bestuur en Alliantiescholen is daarbij cruciaal/ Overhead voortgezet onderwijs op orde De omvang van de overhead in het vo is vergelijkbaar met de overhead in andere publieke sectoren en het vo communiceert hier transparant over. Dit staat in een brief die minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker op 29 oktober 2014 aan de Tweede Kamer stuurden. De brief was toegezegd in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag OCW 2013 op 18 juni jl. In de brief van de bewindslieden wordt de overhead in de verschillende onderwijssectoren tegen het licht gehouden. Het vo komt er daarbij goed vanaf. Ook wordt in de brief benadrukt dat in het vo transparant wordt gecommuniceerd over de overhead. In Vensters VO wordt inzichtelijk gemaakt welk deel van het personeelsbestand bestaat uit docenten, uit schoolleiding en uit ondersteunend personeel. Aanvullend wordt nog aangegeven welk deel van het ondersteunend personeel direct met onderwijs te maken heeft, en welk deel indirect en dus kan worden gezien als overhead. Jaarverslag van 300

27 Maatschappelijke stage wordt facultatief De Eerste Kamer heeft op 17 juni 2014 ingestemd met het wetsvoorstel van staatssecretaris Dekker om de verplichte maatschappelijke stage af te schaffen. Hiermee werd de maatschappelijke stage facultatief. De financiering voor de maatschappelijke stage wordt stopgezet per schooljaar Voor het schooljaar is er nog een financiële overbruggingsregeling. Feitelijk gaat het om een bezuiniging van 75 miljoen euro per jaar. De verplichte maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs werd pas ingevoerd in het schooljaar De meeste Alliantiescholen handhaven een lichte vorm van vrijwillige maatschappelijke stage. Rekentoets In 2014 is uitvoerig gediscussieerd o ver de invoering van de Rekentoets in het voortgezet onderwijs. Er bestond veel kritiek over de kwaliteit van de rekentoetsen en de werkwijze en tempo waarbij de toets is ingevoerd. Hoewel de kritiek door de onafhankelijke commissie Bosker grotendeels werd onderschreven, heeft de staatssecretaris besloten vast te houden aan de rekentoets en het voornemen de toets onderdeel te maken van het eindexamen en de kernvakken. Wel treft hij aanvullende maatregelen voor rekenzwakke leerlingen en de toets voor de leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo. Vanuit de ervaring met de rekentoetsen op de Alliantiescholen achten wij het verstandiger om eerst zorg te dragen voor een passend toets, voordat wordt besloten of dit onderdeel tot het eindexamen moet gaan behoren. M-Tech programma Het M-Tech programma maakt deel uit van het Techniekpact. Doel van het programma is dat meer vmbo-tl-leerlingen kiezen voor technologische/exacte vakken en doorstromen naar een technologische vervolgopleiding. Het M-Tech programma richt zich specifiek op categorale mavo/vmbo-tl-scholen of mavo/vmbo-tl-scholen verbonden aan het havo/vwo. Het Mondial College heeft zich aangemeld voor dit programma. Overstapservice Onderwijs De Overstapservice Onderwijs (OSO) is de landelijke standaard voor de digitale uitwisseling van leerlinggegevens tussen primair en voortgezet onderwijs. Het Pax Christi College heeft meegedaan aan de pilot. Het is de bedoeling dat de overige scholen uiterlijk in 2016 overstappen op OSO. Uitkomsten lerarenonderzoek TALIS De OESO heeft de uitkomsten van TALIS 2013, een grootschalig internationaal onderzoek onder leraren in de onderbouw vo, gepubliceerd. De VO-raad ziet deze uitkomsten als een bevestiging van de agenda en ambities van het sectorakkoord VO. De Alliantie Voortgezet Onderwijs neemt de uitkomsten van dit onderzoek mee in haar HRM-beleid. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de wet- en regelgeving rond passend onderwijs ingegaan. Landelijk is dit zonder grote incidenten gebeurd. Ook in onze regio zijn geen noemenswaardige incidenten te melden. In paragraaf wordt nader ingaan op de regionale situatie. Pesten Mede vanwege enkele landelijke incidenten stond pesten prominent in de aandacht. Mede op aandrang van de Tweede Kamer is de regelgeving rond pesten verscherpt. Scholen zullen worden verplicht om in 2015 een antipestcoördinator aan te stellen. Jaarverslag van 300

28 2.8.3 Inspectie In 2014 heeft de inspectie voortgezet onderwijs in het kader van het risicogeoriënteerde toezicht het jaarlijks inspectiebezoek gebracht aan het bestuur en gesproken over de kwaliteit van de Alliantiescholen. Al onze scholen wisten hun kwaliteit meer dan op niveau te houden getuige het feit dat dit jaar alle opleidingen van de Alliantiescholen het basisarrangement kregen toegewezen. Dit betekent dat er vanwege de geconstateerde degelijke kwaliteit van de aangeboden onderwijssoorten geen aanleiding is voor nader onderzoek. Alle opleidingen van de Alliantiescholen functioneren dus in de ogen van de inspectie op niveau. In het overzicht van Vensters Voortgezet Onderwijs (zie hoofdstuk 2.9) wordt ook gerapporteerd over de opbrengstenkaarten (resultaten) van alle afzonderlijke scholen. De inspectie deed in 2014 in het kader van thema-onderzoeken onderzoek bij het Mondial College (professionele ruimte) en het Citadel College (professionele ruimte). Opbrengstenkaarten / kwaliteitskaarten De Inspectie Voortgezet Onderwijs publiceert jaarlijks de kwaliteitskaarten en opbrengstkaarten van de VO-scholen. In de kwaliteitskaart wordt het onderdeel van de inspectie op basis van het laatste PKO (Periodiek KwaliteitsOnderzoek) weergegeven. De opbrengstenkaart levert inzicht in: het rendement van de onderbouw het rendement van de bovenbouw de resultaten van het centraal examen het verschil in resultaten van schoolexamen en centraal examen De opbrengstenkaarten van de Alliantiescholen laten in 2013 een bevredigend beeld zien. Alle opleidingen van de Alliantiescholen scoren (meer dan) voldoende Excellente scholen In januari 2014 hebben het Stedelijk Gymnasium en de SSgN het predicaat Excellente school verworven. Een onafhankelijke jury heeft bepaald dat de scholen prima onderwijsresultaten behaalden en daarbij een ambitieuze leercultuur voor leerlingen en personeel hebben gerealiseerd. In 2014 hebben het Stedelijk Gymnasium en de SSgN het predicaat Excellente school voor 2014 aangevraagd. Beide scholen ontvingen dit predicaat in januari Een resultaat om trots op te zijn Samenwerkingsverbanden en overleggen Flex College Nijmegen Het Flex College functioneert vanaf augustus 2008 als een voorziening voor alle risicoleerlingen in het voortgezet onderwijs en het mbo in de brede regio Nijmegen. De besturen in het voortgezet onderwijs en het ROC Nijmegen dragen dit initiatief. De voorzieningen uit het voortgezet onderwijs hebben de formele status van Orthopedagogische Didactisch Centrum (OPDC). Het Flex College voorziet in een: 1) Expertisecentrum en schakel- en opvangvoorziening. 2) Centrum voor beroepsopleiding en arbeidsmarkttoeleiding (CBA). 3) Centrum voor algemeen vormend onderwijs (vmbo-t, havo, vavo en vwo) / CAVO. Vanaf 1 augustus 2012 zijn alle vmbo- en mbo-activiteiten in de gemeente Nijmegen van het Flex College geconcentreerd op de Steekweg 20. Ten behoeve van de vmbo-licenties is er nog een formele relatie tussen het Mondial College en het Flex College, zodat de vmbo-leerlingen op het Flex College examen kunnen doen. De onderwijsopbrengsten van het Flex College zijn - gegeven de doelgroep van risicoleerlingen - bevredigend. De inspectie heeft een specifiek toezichtskader voor dit type voorzieningen ontworpen. Hiernaast wordt het Flex College om de twee jaar door het onderzoeksbureau Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt onderzocht op zijn resultaten. Jaarverslag van 300

29 BeVO De schoolbesturen in Nijmegen e.o. (in 2014 is ook het schoolbestuur Metameer uit Stevensbeek toegetreden) werken al jarenlang samen en kennen een structureel bestuurlijk overleg het BeVO (Bestuurlijk overleg voortgezet onderwijs Nijmegen). In het maandelijks overleg worden belangrijke (gemeentelijke) beleidsthema s aan de orde gesteld en wordt aandacht besteed aan strategie en afstemming. In 2014 waren de belangrijkste onderwerpen de overgang PO-VO, evaluatie wervingsactiviteiten informatiemarkten, analyse aanmeldingen, voorbereiding op de Transitie Jeugdzorg, het leerplichtbeleid, financiering schoolmaatschappelijk werk, bezuiniging op onderwijsachterstandenbeleid en Flex College, samenwerking ROC-Nijmegen, krimp in het onderwijs, toekomst vmbo, ingroeiregeling voortgezet onderwijs versus doordecentralisatiebudget, bezuinigingen op onderwijshuisvesting en informatieoverdracht. Het BeVO is tien maal bijeen geweest. De belangrijkste resultaten in 2014 waren: Actualisering leerlingprognoses Nijmegen e.o. Instroomafspraken voor het beroepsgerichte vmbo in de stad Nijmegen Overeenstemming inzet en verdeling middelen schoolmaatschappelijk werk Continuering voor 2014 van de gemeentesubsidie voor het Flex College Toekomst VM2 (onderzoek Maurice de Greef) Bestrijding voortijdig schooluitval (vsv) Transitie Jeugdzorg (aandacht besteding convenantsmiddelen voor positionering schoolmaatschappelijk werk) Overgangsprotocol PO VO 2014 Vaststelling vakantierooster Project Gezondheidscheck klas 4 Afstemming GGD Toekomst maatschappelijke stage Uitwisseling informatie uitvoering cao 2014/2015, met name aandacht voor eenmalige invoering entreerecht Afspraken activiteiten doorgaande leerlijnen PO VO Pilots Elektronisch Leerlingdossier / OSO (pilots Pax Christi College en Montessori College) Participatie Juniortechnovium Participatie (inclusief financiële bijdrage) in Playing for Success door Scholengroep Rijk van Nijmegen, Montessori College en Alliantie Voortgezet Onderwijs Continuering deelname Overbetuwe College aan onderwijsmarkt in gemeente Nijmegen Organisatie informatiebijeenkomst voor gemeenteraadsleden en fractievolgers Vaststelling VAVO-tarieven Deelname pilot zomerscholen Contract NIM over begeleiding schoolmaatschappelijk werk BoVo De Nijmeegse schoolbesturen hebben in 2014 vijfmaal een bestuurlijk overleg (BoVo) gevoerd met de wethouder onderwijs. Hierbij was tweemaal de wethouder jeugdbeleid van de gemeente Nijmegen aanwezig. Een deel van het overleg wordt gezamenlijk met het ROC Nijmegen gevoerd. De belangrijkste gespreksonderwerpen waren: Opbrengstenkaarten / kwaliteit scholen voortgezet onderwijs (aandacht voor de excellente scholen) Financiering Flex College en afspraken rond de ESF-subsidie Bezuinigingen onderwijshuisvesting Bezuinigingen op jeugdbeleid gemeente Nijmegen (onderzoeksopdracht Onderwijs en Jeugd) Voortijdige schooluitval (VSV) / besteding convenantsmiddelen Evaluatie doordecentralisatie onderwijshuisvesting / vaststellen verbeterpunten voor doordecentralisatieovereenkomst Verbouw- en nieuwbouwplannen van de VO-scholen in de stad Nijmegen. Ingroeiregeling voortgezet onderwijs. Gemeente Nijmegen weigert doorgroeiregeling in budget doordecentralisatie onderwijshuisvesting door te berekenen. Mediation leidt niet tot een oplossing Jaarverslag van 300

30 Transitie Jeugdzorg met name goede aansluiting schoolmaatschappelijk werk VO Beleid Leerplicht gemeente Nijmegen / evaluatie protocol Passend Onderwijs en regionaal ondersteuningsplan Visie vmbo van Nijmeegse schoolbesturen / instroomafspraken beroepsgerichte vmbo Project GGD (gezondheidscheck klas 4) Krimponderzoek voortgezet onderwijs. Aanmeldingsprocedure VO. Perspectiefnota 2014 Sectorakkoord voortgezet onderwijs Project Jeugd actief en kansrijk Onderwijsachterstandenbeleid Aanvalsplan armoede en schulden Combifunctionarissen in het voortgezet onderwijs In de gemeenten Wijchen, Druten en West Maas en Waal heeft een vergelijkbaar overleg tussen gemeente en besturen en besturen onderling plaatsgevonden. In deze overleggen werd de Alliantie Voortgezet Onderwijs vertegenwoordigd door de rector van het Maaswaal College, respectievelijk het Pax Christi College. PO-VO Het bestuurlijk overleg tussen primair en voortgezet onderwijs in Nijmegen vond in 2014 viermaal plaats. De belangrijkste gespreksonderwerpen waren de projecten doorgaande leerlijnen PO-VO, onderwijshuisvesting, contacten met de gemeenteraad, het overgangsprotocol PO-VO, evaluatie van de voorlichting aan PO-leerlingen, ontwikkelingen Flex College, Passend Onderwijs en elektronisch leerlingdossier OSO. Resultaten die we (niet) boekten zijn: Op 25 januari 2014 hebben PO en VO een gezamenlijke geslaagde bijeenkomst georganiseerd voor leden van de Nijmeegse gemeenteraad over de ins en outs van de doordecentralisatieovereenkomst. Bijstelling van het overgangsprotocol primair onderwijs voortgezet onderwijs. Start pilots met betrekking tot implementatie van het Elektronisch Leerling Dossier (ELD) / OSO. (Pilots bij Montessori College en Pax Christi College). De pilot bij het Montessori College heeft geen doorgang gevonden. Nieuwe wet- en regelgeving rond eindtoets PO ( citotoets ) en PO-advies. In de regio Nijmegen hanteren we al jarenlang dat het basisschooladvies leidend is. Het volgen van de projecten in het kader van Doorgaande leerlijnen. Afspraken over het faciliteren van de deelnemers aan het project. De besturen continueren de ondersteuning van de kleinschalige, succesvolle projecten. In Wijchen en het Land van Maas en Waal vindt een vergelijkbaar overleg plaats tussen respectievelijk het Maaswaal College, het Pax Christi College en de besturen / scholen voor primair onderwijs. NOVIA NOVIA is de projectmatige samenwerking tussen de Alliantie Voortgezet Onderwijs, de Scholengroep Rijk van Nijmegen, het Montessori College en het ROC Nijmegen op het terrein van de aansluiting vmbo - mbo. Sinds 2012 participeren ook de Helicon Groenschool (vmbo) en MBO Helicon Nijmegen in deze projectmatige samenwerking. In 2013 is afgesproken om ook vertegenwoordigers van Metameer en OMO uit te nodigen. Onder de noemer van NOVIA vinden gerichte activiteiten plaats om de aansluiting tussen vmbo en mbo te verbeteren. Uitgangspunt van de samenwerking is de gezamenlijke visie op het vmbo en aansluiting vmbo - mbo. In deze visie wordt uitgegaan van een drietal typen van vmbo-leerlingen. We onderscheiden leerlingen die: Gericht zijn op doorstuderen vmbo-mbo-hbo. Gericht zijn op het behalen beroepsdiploma niveau 2 4. Gericht op het behalen vmbo-diploma en mbo niveau 1 2. Jaarverslag van 300

31 In 2014 zijn de volgende resultaten bereikt en onderwerpen besproken: 1) Beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering is neergelegd bij het directeurenoverleg vmbo-mbo. De besturen hebben een beleidsvaststellende functie en controleren de voortgang van de samenwerking. 2) Ontwikkeling van een gezamenlijk loopbaanoriëntatieprogramma (LOB). 3) Voor 2014 continuering van het programma Keuze op Maat. 4) Een werkgroep onder leiding van prof. dr. Maurice de Greef, heeft de opdracht gekregen een alternatief programma te ontwikkelen voor het huidige VM-2 programma. 5) Informatieoverdracht in het kader van de nieuwe inrichting van het mbo en de nieuwe programmering van het vmbo. 6) Informatie-uitwisseling over de vmbo regio Nijmegen en de VO-schoolbesturen. Regionaal bestuurlijk overleg opleidingsscholen: De twee lerarenopleidingen overleggen vijfmaal per jaar met de Academische Opleidingsscholen uit de regio Nijmegen, Twente, Noord Limburg en Noordoost Brabant over de voortgang van de Academische Opleidingsscholen en vraagstukken rond lerarenopleidingen en arbeidsmarktproblematiek PLANA Samen met Voortgezet Onderwijs Achterhoek, Quadraam (Scholengroep werkzaam in de regio Arnhem / De Liemers) en de Scholengroep Rijk van Nijmegen werkt de Alliantie Voortgezet Onderwijs samen aan het regionaal samenwerkingsverband PLANA. De samenwerking concentreert zich op een gemeenschappelijk regionaal arbeidsmarktbeleid. Verdere inhoudelijke verslaggeving wordt gegeven in de personeelsparagraaf. Jaarverslag van 300

32 2.8.6 Leerlingen Aantal leerlingen Ook in 2014 nam het leerlingenaantal van de Alliantie Voortgezet Onderwijs toe. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 2.4. Veiligheid Veiligheid voor leerlingen en personeel bleef ook dit jaar een belangrijk thema. Vanwege enkele ernstige incidenten stond pesten in het middelpunt van de belangstelling. De resultaten van enquêtes over de beleving van de veiligheidssituatie bij de verschillende scholen laten zien dat leerlingen en personeel hun situatie bij de onderzochte locaties als (zeer) veilig beleven. In enquêtes scoort vrijwel geen enkele school op een schaal van 10 lager dan een 8. Er hebben zich in behoudens een klein incident bij een scheikundeproef - geen problemen van belang met veiligheidssituaties op de Alliantiescholen voorgedaan. Dit jaar is opnieuw aandacht gegeven aan calamiteitenbeleid. De scholen zijn voorbereid op bekende calamiteiten als branden, ongelukken e.d. Op geregelde tijden worden oefeningen gehouden. Mede omdat de staatssecretaris met een regeling rond pesten komt, hebben wij besloten alle regelingen rond veiligheid op te nemen in het sociaal veiligheidsplan. Dit plan bevat de (kader)regelingen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs en de specifieke schoolregelingen. Voorkomen van uitval In 2008 werd een convenant tussen de gemeentebesturen en de schoolbesturen afgesloten om de schooluitval verder terug te dringen. In onderling overleg zijn aanvullende preventieve maatregelen genomen. Het goed blijven volgen van (gediplomeerde) vmbo-leerlingen tot zij zich hebben ingeschreven bij een MBO-instelling leidde tot minder uitval. Het uitvalpercentage in het voortgezet onderwijs in onze regio is in 2013 nog iets teruggelopen, tot net iets onder de 1%. Ondanks het feit dat er sprake is van een stedelijk gebied (waar de schooluitval over het algemeen hoger ligt) blijft de uitval in het voortgezet onderwijs in Nijmegen en omgeving duidelijk onder het landelijk percentage. De uitval in het middelbaar beroepsonderwijs daalde in 2014 sterk en komt steeds meer op het niveau van de landelijke benchmark. De groep thuiszitters vormt een nieuwe uitdaging voor de Alliantiescholen. Het samenwerkingsverband probeert samen met de verzuimambtenaren de groep zo goed mogelijk in kaart te brengen zodat er gerichter beleid kan worden ontwikkeld. Onderwijs en begeleiding voor risicoleerlingen De bestuurder heeft namens de Alliantie Voortgezet Onderwijs zitting in het bestuur van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs VO en ROC voor de regio Nijmegen. Van 1 maart 2008 tot 1 augustus 2014 was hij voorzitter van dit bestuur. Vanaf begin 2014 is in onze regio het Samenwerkingsverband V(S)O ingericht. Dit betekent dat de VSO besturen structureel onderdeel uitmaken van het bestuur. Het bestuur van het ROC Nijmegen maakt geen deel meer van het bestuur uit. Het Flex College valt onder de verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband. Ieder jaar wordt een voortgangsmonitor afgenomen. De belangrijkste bevindingen van de monitor over het Flex College zijn: Het Flex College voorziet in een duidelijke behoefte. Het lukt tot nu toe bijna 70% van de leerlingen via het Flex College (alsnog) aan een passend diploma te helpen. Met name het vmbo is succesvol in het diplomeren van risico-leerlingen. Goede afstemming met mbo blijft gewenst. Vooralsnog blijft de voorziening voor havo/vwo een eigen locatie houden. Het Samenwerkingsverband stak in 2014 veel tijd en energie in de implementatie van Passend Onderwijs. Resultaten van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O regio Nijmegen zijn: Jaarverslag van 300

33 - Ontwikkeling en vaststelling Ondersteuningsplan voor één jaar. - Inrichting organisatie en Ondersteuningsplanraad. Schoolmaatschappelijk werk Vanaf 1 augustus 2007 is de subsidie voor het schoolmaatschappelijk werk door de gemeente Nijmegen rechtstreeks aan de schoolbesturen beschikbaar gesteld. Vanaf 2009 dragen behalve Wijchen alle regiogemeenten bij aan dit budget. Door deze doordecentralisatie is het mogelijk geworden meer uren maatschappelijk werk op de scholen te realiseren. Het aantal uren voor schoolmaatschappelijk werk is op hetzelfde niveau gecontinueerd. De schoolmaatschappelijk werkers vervullen een belangrijke rol in de signalering, het oppakken van eenvoudige hulpvragen, het doorverwijzen bij complexe problematiek, ondersteuning of uitvoering van preventieve activiteiten, als sparringpartner voor de zorgcoördinator en als lid van het zorgadviesteam. De belangrijkste problemen waar de schoolmaatschappelijk werkers van de Alliantie Voortgezet Onderwijs in 2014 mee werden geconfronteerd zijn: Relatie tot anderen in de school (medeleerlingen, personeel) Relatie ouders kind Gedragsproblemen Psychische problemen Schoolmotivatieproblemen Identiteitsproblematiek Huiselijk geweld, misbruik Gezondheidsstoornissen Inkomensproblematiek Verslavingen Voor het schoolmaatschappelijk werk is een aparte verantwoording in de vorm van een verslag opgesteld voor de gemeenten. Dit verslag is op aanvraag verkrijgbaar. Zorgadviesteams Ook in 2014 vervulden de zorg- en adviesteams (ZAT) een belangrijke functie. Elke school-(locatie) had een zorg- en adviesteam om in overleg met GGD en Bureau Jeugdzorg een goede begeleiding van de zorg- en risicoleerlingen te waarborgen. De transitie van de jeugdzorg vroeg veel aandacht. De inzet is dat de hulpverleners vanuit de desbetreffende gemeente in wijkteams in de ZAT s gaan participeren. Gezien het regionale karakter van de VO-scholen kan dit tot knelpunten leiden. Een goede afstemming met de jeugdzorg/jeugdhulpverlening zal in 2015 veel aandacht en inzet vragen. Ondersteuningsprofiel In 2013 heeft iedere school, in het kader van het Passend Onderwijs, een concept-ondersteuningsprofiel ontwikkeld. Het ondersteuningsprofiel geeft op basis van indicatoren een helder beeld van het zorgaanbod van de school. Deze conceptplannen zijn in 2014 omgezet in definitieve ondersteuningsplannen. Uitgangspunt van de ondersteuningsprofielen is dat deze profielen een regionaal dekkend aanbod voor zorgleerlingen omvatten Klachten en contacten vertrouwenspersoon Klachten en klachtenregeling. De Alliantiescholen kennen duidelijke klachtenprocedures. Problemen worden doorgaans in goed overleg op schoolniveau opgelost. De Alliantie Voortgezet Onderwijs heeft voor die gevallen waar dat niet lukt een bovenschoolse klachtenregeling. Ook is er een gedragscode ter preventie van seksuele intimidatie en ongewenst (seksueel) gedrag. De scholen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs zijn aangesloten bij de regionale klachtencommissie voor Nijmegen e.o. De scholen hebben op elke locatie een of twee Jaarverslag van 300

34 contactpersonen die het eerste aanspreekpunt zijn bij klachten. Tevens kent de Alliantie twee onafhankelijke externe vertrouwenspersonen (vertrouwensartsen van de GGD). In 2014 hebben de externe vertrouwenspersonen tweemaal een intervisiebijeenkomst georganiseerd voor de contactpersonen van de scholen. Informatie over de klachtenprocedure is in de schoolgidsen van de Alliantiescholen opgenomen en via de website van de school bereikbaar. Er is één foldertekst vastgesteld voor alle scholen die de mogelijkheden tot vragen en klagen helder uit de doeken doet. Klokkenluidersregeling en integriteitsregeling Naast de klachtenregeling kent de Alliantie Voortgezet Onderwijs een klokkenluidersregeling en Integriteitscode. Beide regelingen staan op de website. In 2014 is van beide regelingen geen gebruik gemaakt. Geregistreerde klachten in 2014 Het bevoegd gezag van de Alliantie Voortgezet Onderwijs ontving in 2014 vier klachten. Hierbij waren drie verschillende scholen betrokken: Stedelijk Gymnasium, het Pax Christi College en Maaswaal College. De bemiddeling van het bestuur leidde er in alle gevallen toe dat in overleg met klagers en schoolleiding een voor alle partijen bevredigende oplossing kon worden gevonden. Bij de regionale klachtencommissie werden in 2014 twee klachten ingediend. Het betrof een klacht tegen het Mondial College over het niet adequaat reageren op pestgedrag. De Geschillencommissie was van opvatting dat de school zich wel had ingezet maar procedureel gezien concreter had moeten handelen. Een klacht over een sanctiemaatregel van het Pax Christi College met betrekking tot het onrechtmatig handelen van een leerling bij het schoolexamen Duits werd ongegrond verklaard. De externe vertrouwenspersoon Daarnaast heeft de externe vertrouwenspersonen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs in 2014 negen keer bemiddeld en adviezen verstrekt: Klachten worden eenmaal per jaar in de rectorenraad met de externe vertrouwenspersonen doorgesproken. Tijdens dit gesprek komt ook de beleidsmatige kant (signalering, preventie) aan de orde Communicatie Alliantielezing: De vijfde Alliantielezing werd in januari 2014 gehouden door professor dr. Micha de Winter. Micha de Winter is hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht. In zijn lezing kwam de rol van opvoeding en vorming in het VO, nu en in de toekomst aan bod. Website: De website van de Alliantie Voortgezet Onderwijs ( werd ook in 2014 geactualiseerd. De Alliantiesite bestaat uit een algemeen toegankelijk gedeelte en een intern deel dat alleen toegankelijk is voor medewerkers van de Alliantie Voortgezet Onderwijs. Op de interne site kunnen collega s beleidsstukken en formulieren vinden. Hiernaast is er een extra besloten gedeelte met informatie over de administratieve organisatie en het digitale archief. Het externe gedeelte bevat alle relevante informatie over de Alliantie en de zeven aangesloten scholen en een aantal links, waaronder de link naar de PLANA website. Op de PLANA website vindt de werving van personeel plaats in samenwerking met vier andere besturen in de regio. Hiernaast werkt de Alliantie Voortgezet Onderwijs ook met de site meesterbaan.nl. In het kader van de horizontale verantwoording zijn alle gegevens uit Vensters Voortgezet Onderwijs ( Scholen op de kaart ) te vinden via de site, zodat iedereen die zich betrokken voelt bij het werk van onze scholen alle belangrijke verantwoordingsgegevens en documenten kan inzien. De website van de Alliantie kende in 2014 tussen de 1000 en 1800 bezoekers per maand. Jaarverslag: In 2014 is een digitaal publieksjaarverslag gepubliceerd. In het jaarverslag zijn op begrijpelijke wijze de belangrijkste ontwikkelingen geboekstaafd. Het verslag is onder het personeel en alle externe relaties verspreid. Dit jaarverslag is een van de middelen voor een bredere verantwoording en om reacties van andere (maatschappelijke) Jaarverslag van 300

35 2.8.9 Personeel organisaties los te maken. In 2015 zal worden geëvalueerd of de digitale verspreiding de voorkeur blijft verdienen. Informatiebulletin: In 2014 zijn vijf informatiebulletins van de Alliantie Voortgezet Onderwijs voor de medewerkers van de Alliantie gepubliceerd. In de informatiebulletins wordt naast opvallende informatie vanuit de scholen ook landelijke en bovenschoolse informatie verstrekt die van belang is voor Alliantiemedewerkers. Zo werd er bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het Sectorakkoord, de nieuwe cao 2014/2015, de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs, lerarenregister, academische opleidingsschool, onderzoek op scholen en excellente scholen. Folders: In 2014 is de folder voortgezet Onderwijs voor de toekomst van uw zoon of dochter bijgesteld met informatie over de Alliantie Voortgezet Onderwijs en de scholen die tot de Alliantie behoren. De folder wordt vooral verspreid op open dagen. Agenda: De agenda voor medewerkers van de Alliantie Voortgezet Onderwijs is net als in voorgaande jaren in 2014 in samenwerking met de uitgeverij agenda tot stand gebracht. Wervingsbrochure personeel: voor de werving van nieuw personeel hebben we een brochure. In 2013 is besloten deze brochure te actualiseren. De nieuwe uitgave is begin 2014 uitgegeven. Arbeidsmarktbeleid In 2014 hebben wij ons voorbereid op de krapte die wij op de arbeidsmarkt verwachten. Het te verwachten tekort aan docenten vanaf ongeveer 2017 wordt grotendeels veroorzaakt door de vergrijzing van de Nederlandse bevolking. Bij de Alliantie was in % van de docenten 55 jaar of ouder. 42% was 50 of ouder. Op basis van dit perspectief is landelijk een aantal maatregelen genomen om het beroep van docent aantrekkelijker te maken, zoals een betere salariëring, het bieden van meer carrièreperspectief en verdere professionalisering van school en beroep. Dit is kernachtig vertaald in de CAO-afspraak met betrekking tot de functiemix. Ook is een aantal korte termijnmaatregelen voorgesteld, zoals meer ruimte voor zij-instromers, de lerarenbeurs voor doorgroei naar eerstegraads docent en daar waar mogelijk het aannemen van gepensioneerde docenten. Van deze maatregelen heeft de Alliantie VO ook in 2014 gebruik gemaakt. De Alliantie VO heeft in het kader van het te verwachten tekort aan docenten nieuwe initiatieven genomen op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie: nadat in 2013 de Regeling Overplaatsingen en het sociaal statuut zijn geactualiseerd, is in 2014 een werkgroep Krimp ingesteld (zie toelichting verderop). Ook blijven de scholen zoveel mogelijk elkaars boventallige medewerkers herplaatsen. In ruimer verband is ook de samenwerking in het kader van PLANA gecontinueerd en uitgebreid en de academische opleidingsschool is volledig ingebed in de organisatie. De Alliantie blijft zich inzetten om goed gekwalificeerd personeel te vinden en te behouden. Dit is ook in 2014 gerealiseerd door een actief en efficiënt wervingsbeleid en het profileren van de Alliantie als aantrekkelijke werkgever in de regio. Samen met Achterhoek VO, Quadraam en de Scholengroep Rijk van Nijmegen heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs ook dit jaar vorm gegeven aan het regionaal samenwerkingsverband PLANA. De samenwerking concentreert zich op een gemeenschappelijk regionaal arbeidsmarktbeleid en op het gezamenlijk ontwikkelen van opleidingsbeleid. Vacatures en advertenties Er waren in 2014 in totaal 136 vacatures bij de Alliantie VO (ter vergelijking: in 2013 waren er 131), waarvan er uiteindelijk 10 weer zijn vervallen. 33 vacatures zijn intern vervuld, 88 nieuwe collega s zijn via de wervingskanalen van PLANA en Meesterbaan (zie hieronder) aangesteld en de andere 5 via via, onder andere via Tip een Topper. De advertentiekosten bedroegen in Ter vergelijking: in 2013 was dat Het verschil is te verklaren door de aard van de vacatures waarvoor in 2014 invulling gezocht werd, o.a. de voorzitter van het College van Bestuur en verschillende afdelingsleiders. Jaarverslag van 300

36 De advertenties werden geplaatst in landelijke en regionale dagbladen. Op basis van marktonderzoek zullen ook in het digitale tijdperk advertenties nuttig en nodig zijn; ze vergroten de attentiewaarde voor de digitale media. Op de site van PLANA ( kunnen deelnemende schoolbesturen vacatures en hun profiel plaatsen. Medewerkers die intern willen doorstromen, personen die een open sollicitatie naar de Alliantie sturen en sollicitanten die reageren op vacatures die geplaatst zijn op de website van de Alliantie worden allen naar de PLANA-website verwezen. Vanaf mei 2014 maakt de Alliantie VO gebruik van het landelijk wervingskanaal Meesterbaan. De PLANA- site is hier een onderdeel van geworden. Voor de Alliantie VO is de afhandeling van vacatures aanzienlijk vereenvoudigd en versneld. Werkgelegenheidsbeleid Tussen 2017 en 2021 krijgt de Alliantie gedurende enkele jaren mogelijk te maken met boventallige werknemers, ten gevolge van daling van leerlingenaantallen en dus van de financiële mogelijkheden van een of meerdere scholen. Daarna wordt voor een aantal vakken juist een (groot) tekort verwacht. In 2013 zijn sociaal statuut en de interne Regeling overplaatsingen geherformuleerd om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. Naast de regiegroep Boventalligheid, die eens per jaar bijeen komt en zich richt op de korte termijn, is in 2014 ook de werkgroep Krimp ingesteld, die zich vooral bezighoudt met de problematiek rond personeelsontwikkeling op langere termijn. De Regeling Overplaatsingen geeft de kaders aan hoe te handelen indien de werkgever op het niveau van de organisatorische eenheid niet langer de werkgelegenheidsgarantie kan handhaven en draagt bij aan een zorgvuldige afhandeling van de situatie van bovenformatief geworden werknemers. De werkgelegenheidsgarantie van de stichting geldt op bestuursniveau. Dit betekent dat gedwongen mobiliteit tussen de verschillende organisatorische eenheden niet kan worden uitgesloten. Overigens blijkt vrijwillige interne mobiliteit tussen de Alliantiescholen steeds gangbaarder te worden. In 2014 is op deze manier 33% van de vacatures vervuld. Naast bovenformatief geworden werknemers, die gedwongen kunnen worden een functie te aanvaarden op een van de andere scholen, zijn er zoals gezegd ook steeds meer collega s die uit zichzelf aangeven wel eens op een andere school te willen werken, of die daartoe gestimuleerd kunnen worden. In 2014 is gekeken welke voorwaarden een overstap aantrekkelijk maken, vanuit het standpunt dat het voor zowel personeelsleden als voor de organisatie goed is als mensen zich persoonlijk en professioneel blijven ontwikkelen en kennis delen. Mobiliteitbevorderende maatregelen kunnen ook worden ingezet om een meer evenwichtige leeftijdsspreiding over de scholen te krijgen. In de in 2014 geformuleerde notitie Mobiliteit wordt ingegaan op de verschillende vormen van mobiliteit en op de financiële consequenties ervan. In 2014 is begonnen met ontwikkelen van het zogenaamde Krimpmodel. Daarmee wordt een integraal beeld geschetst van de impact die de te verwachten krimp heeft op de Alliantie VO in zijn geheel en op de afzonderlijke scholen, in relatie tot de huidige en toekomstige financiële vraagstukken. De werkgroep Krimp heeft hiermee de te verwachten ontwikkelingen en consequenties t.g.v. krimp tussen 2014 en 2034 in kaart gebracht, gebaseerd op het natuurlijk verloop binnen de scholen (uitstroom pensioengerechtigden) en de leerlingenontwikkeling (o.b.v. gegevens van het ITS). Daarna heeft de werkgroep in diverse sessies met de rectoren, in de vorm van oplossingsrichtingen, mogelijke scenario s en te verwachten werkbare maatregelen, toegespitst op concrete situaties die ook één of enkele scholen kunnen betreffen. De werkgroep ondersteunt de scholen bij het anticiperen op de in kaart gebrachte ontwikkelingen, ook in relatie tot de personele en financiële consequenties van een en ander. Het model zal op basis van nieuwe relevante gegevens voortdurend bijgesteld worden. Jaarverslag van 300

37 Employee benefits / Werkkostenregeling Sinds 1 januari 2011 geldt een nieuwe regeling: de werkkostenregeling (WKR). Tot 1 januari 2014 konden werkgevers ervoor kiezen deze regeling in te voeren, of van bestaande regelingen gebruik te blijven maken; vanaf 1 januari 2014 is de invoering verplicht en vervallen de eerdere regelingen in dit kader. De WKR houdt in dat een werkgever op jaarbasis maximaal 1,5% van de totale fiscale loonsom (de 'vrije ruimte') onbelast kan vergoeden en verstrekken aan haar medewerkers. Over het bedrag dat binnen de vrije ruimte valt hoeft geen eindheffing betaald te worden; over het bedrag daarboven een eindheffing van 80%, maar geen premies volks- en werknemersverzekeringen of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Dat laat onverlet dat de werkgever wel kosten maakt als ervoor gekozen wordt om gebruik te maken van de vrije ruimte. Daar zullen dan ook de middelen voor moeten zijn. In 2014 zijn uit de WKR de volgende posten bekostigd: fietsregeling, bedrijfssport, extra kilometervergoeding, vakbondscontributie, jubilea, attenties en uitjes. Totaal: ,-. Eindejaarsuitkering Ook dit jaar werd de medewerkers van de Alliantie de mogelijkheid geboden de bruto eindejaarsuitkering uit te wisselen tegen een netto vergoeding woon/werkverkeer, wat voor de meeste medewerkers een financieel voordeel oplevert. 961 collega s (75%) maakten gebruik van dit aanbod. In 2013 waren dat er 880 (71%). PSA / Afas / Profit implementatie Per 1 januari 2012 is de Alliantie VO voor de salarisverwerking van haar medewerkers overgestapt op het softwarepakket Profit van Afas. Vanaf dat moment is het werken met Profit steeds verder geoptimaliseerd. De Alliantie heeft nu de volledige verantwoordelijkheid voor het volledige proces van de inrichting van de applicatie, het up-to-date houden van alle personeelsgegevens en de communicatie met externe partijen, zoals bijv. de belastingdienst en het ABP. In 2013 is een start gemaakt met de inrichting van HRM-onderdelen in het personeelsinformatiepakket van Afas. Voor een zorgvuldige voorbereiding en controle op de inrichting van de hieronder genoemde onderdelen zijn steeds kleine werkgroepjes actief geweest, bestaande uit P&O-, financiële en beleidsmedewerkers van de scholen en van het bestuursbureau. In 2014 is begonnen met de decentrale digitale invoer van alle personeelsmutaties. Hiervoor is het pakket Afas InSite ingericht. InSite is een Portal waarin HRM-processen zijn gebouwd om de dagelijkse processen efficiënt en zo standaard mogelijk te laten verlopen. De processen zijn geautomatiseerd middels workflows en benaderbaar vanuit elke plek waar beschikking is over internet. Na de zomervakantie is gestart met de implementatie op de scholen en sinds de herfstvakantie worden de mutaties door de P&O-afdelingen op locatie verwerkt via InSite en is het nieuwe werken een dagelijks proces, waarin P&O, rectoren en de afdeling PSA een rol vervullen. Daarnaast is gewerkt aan de rapportagemogelijkheden van het pakket, zowel wat betreft overzichten met betrekking tot de omvang en samenstelling van de personeelsformatie als met betrekking tot de personeelskosten. Er is een koppeling gerealiseerd van de gegevens vanuit het PSA/HRM-pakket naar Qlikview. Qlikview is een managementsysteem waar managementgegevens op een eenvoudige en snelle manier worden gepresenteerd. Het management beschikt hiermee altijd over de meest actuele stuurinformatie, toegespitst op zijn/haar specifieke rol. Dat betekent dat de gesprekken niet meer over de beschikbaarheid of juistheid van cijfers gaan, maar over de interpretatie ervan. Met Qlikview zijn de rapportagemogelijkheden uitgebreid en zijn de rapportagemogelijkheden vergemakkelijkt. Er is ook een koppeling gemaakt van VX naar het PSA/HRM-pakket, waarbij de ziekteverzuimgegevens dagelijks worden geïmporteerd van VX naar het PSA/HRM-pakket. Hierdoor worden ook de ziekteverzuimgegevens aan DUO geleverd op de voorgeschreven termijnen. Jaarverslag van 300

38 Ook de digitale verwerking van verlofverzoeken is inmiddels gerealiseerd. Het gaat om de administratieve aspecten met betrekking tot verlof, zoals het bepalen van de omvang van het verlof, het afboeken van toegekende verlofverzoeken en de toekenning van de 50 LBP-uren. Het PSA/HRM-pakket bleek niet voldoende toegerust om de communicatieve en administratieve aspecten van aanvragen en registraties van verlof van OOP te borgen. Daarom is een nieuwe verlofmodule voor OOP is aangeschaft, vanuit een externe instantie, los van het PSA/HRM-pakket. Deze is in 2014 op alle scholen geïmplementeerd. Ter ondersteuning van de uitvoering van de gesprekkencyclus, het zogenaamde bekwaamheidsdossier, heeft de Alliantie het voornemen om in de toekomst gebruik te maken van het pakket Kwaliteitsscholen. In Kwaliteitsscholen wordt momenteel een specifiek voor de Alliantie geldende lijn voor de gesprekkencyclus ingericht. Een werkgroep, met daarin P&O-beleidsmedewerkers van vijf scholen, heeft voor de definitieve vorm van de formulieren en formats gezorgd. Hierdoor is bij de scholen het draagvlak gegroeid om Kwaliteitsscholen te gaan gebruiken voor de uitvoering van de gesprekkencyclus, waardoor meer uniformiteit gerealiseerd wordt. Verschillen in aanpak tussen scholen of binnen afdelingen van een school lijken daarmee tot een eind te komen. In deze werkgroep is de gesprekkencyclus concreet uitgewerkt voor de drie personeelscategorieën (directie, docenten en OOP), waarbij in het bijzonder de kaderregeling gesprekkencyclus voor het OOP tegen het licht is gehouden. In de nieuwe kaderregeling voor het OOP wordt veel meer recht gedaan aan de verschillende functies binnen deze groep. Eind 2014 was een pilot in voorbereiding om de uitvoering van de gesprekkencyclus in Kwaliteitscholen ook daadwerkelijk op een school uit te testen bij docenten. Naar verwachting zullen in het voorjaar van 2016 de eerste gesprekken in de gesprekkencyclus uitgevoerd worden met volledige ondersteuning vanuit het pakket Kwaliteitsscholen. In augustus 2014 is de nieuwe cao VO opgenomen in Afas Insite en zijn de administratieve consequenties voor de medewerkers van de Alliantie VO verwerkt. Gezien het late tijdstip waarop de formele tekst van de cao beschikbaar was en het tijdstip waarop de cao is ingegaan was dit bepaald geen gemakkelijke klus. Professionalisering Professionele ontwikkeling en kwaliteitsborging zijn thema s die hoog op de P&O-agenda staan. Dat geldt voor zowel OP als OOP. Van zittende docenten wordt een actieve bijdrage verwacht in de rol van pedagoog, didacticus, begeleider, opleider, ontwikkelaar of onderzoeker. Het onderhouden van de eigen competenties is daarvoor noodzakelijk. Docenten worden in staat gesteld zich te professionaliseren door o.a. intervisie, coaching en vakgerichte opleidingen. Daarnaast voorziet de Alliantie in haar eigen managementpotentieel door te investeren in management development, zowel binnen OP als OOP. In 2014 zijn bovenschools in totaal ongeveer 25 cursussen, opleidingen, lezingen en workshops aangeboden. Het totale aantal deelnemers bedroeg ongeveer 200. De cursus Orde en sfeer is verplicht voor nieuwe docenten en staat open voor andere geïnteresseerden. De meest succesvolle cursussen in 2014 waren: Oplossingsgericht coachen van leerlingen, Timemanagement in de 21 e eeuw en Mindfullness. De komende jaren wordt twee keer per jaar een middag voor alle afdelingsleiders verzorgd, waarbij in workshops kort thema s voor het voetlicht worden gebracht die voor hun functie van belang zijn. Daarbij is de insteek dat we van elkaar leren, via best practices. De eerste bijeenkomst vond plaats in In 2015 worden deze bijeenkomsten voortgezet. Professionalisering LD-functie / Entreerecht In het kader van het entreerecht is voor de LD-gerechtigden een ondersteunende modulaire cursus ontwikkeld. We benadrukken dat ook in de LD-functie het accent op de lesgevende taken ligt: het lesgeven vormt de kerntaak van de docent. Van een LD-docent wordt naast een goede invulling van de kerntaak ook een aantoonbare bijdrage gevraagd in de sfeer van onderwijs- en vakexpertise, onderwijsontwikkeling, het begeleiden/coachen en het bijdragen aan verbetering en vernieuwing. De cursus voor LD-gerechtigden kent de volgende modules: een startbijeenkomst over de positionering van de LD-functie in school; de module Projectmatig werken en Opbrengstgericht werken; de module Leidinggeven en coachen van col- Jaarverslag van 300

39 lega s zonder bevoegdheden; de module Veranderkunde en de module Onderzoeksvaardigheden. Voor wat betreft nascholing op de lesgevende taken verwijzen we naar de reguliere nascholingsinstituten, bijvoorbeeld de Radboud Docentenacademie, ILS-HAN, de Landelijke Pedagogische Centra, e.d. De Academische Opleidingsschool (AOS) Alliantie VO & Notre Dame Dankzij het partnership met de opleidingsinstituten ILS-HAN en de Radboud Docenten Academie en de samenwerking met schoolbesturen uit de regio heeft de Academische Opleidingsschool zich ontwikkeld tot een succesvol samenwerkingsverband, waarin het opleiden van leraren, het doen van onderzoek en schoolontwikkeling bijdragen aan zowel de kwaliteit van de scholen als de kwaliteit van lerarenopleidingen. Aan deze intensieve samenwerking wordt groot belang gehecht; de hogeschool en de universiteit vervullen immers een cruciale rol in het opleiden van onze docenten en de bewerking van de arbeidsmarkt. Doordat de Alliantiescholen academische opleidingsscholen zijn, krijgen onderzoek, leren en ontwikkelen een permanente impuls. Want als opleidingsschool is de school, naast het coachen van de op te leiden leraar, mede verantwoordelijk voor het curriculum van de opleiding. Hiertoe zijn opleiders binnen school actief die opleidingsonderdelen ontwikkelen, verzorgen, supervisie geven en interne coaches trainen in begeleidingsvaardigheden. In 2014 lag het accent op de voorbereiding van de beoordeling van de AOS in het voorjaar van Met alle betrokkenen uit de AOS is gereflecteerd op de resultaten van zes jaar samenwerking. Dit heeft geleid tot een Kritisch Reflectie Document, waarin de resultaten en ambities voor de toekomst zijn weergegeven. Workshops voor SPD s Met een serie workshops op alle Alliantiescholen en Notre Dame des Anges maakte de Academische Opleidingsschool in 2014 serieus werk van de professionalisering van SPD s en van de stagebegeleiders van de docenten in opleiding. Iedere school binnen de AOS heeft in samenwerking met de lerarenopleiding van de HAN en de Radboud Docenten Academie op de eigen thema s meerdere workshops ontwikkeld. Alle SPD s worden nadrukkelijk uitgenodigd, en op sommige scholen zelfs verplicht, workshops te volgen. Professionalisering van SPD s is in het schooljaar dan ook speerpunt voor de Alliantie. Doel van de workshops is om de SPD nog beter toe te rusten op wat er van hem wordt verwacht. De rol van de SPD in de hoofdfase van de tweedegraadslerarenopleiding is aan het veranderen. Hij is rolmodel en leermeester, hij onderwijst, daagt uit en geeft feedback. Hij kijkt samen met de student naar het leerwerkplan en wordt daarmee meer richtinggevend voor de individuele ontwikkeling van de student. De thema s van de workshops sluiten aan bij die ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld: het begeleiden en beoordelen van leerwerktaken, koppeling van theorie en praktijk en begeleiding van studenten met behulp van video. Omgaan met verschillen en leren met ICT Vanaf augustus 2014 zijn op zes scholen Professionele leergemeenschappen actief om expertise op het gebied van Omgaan met verschillen door inzet van ICT te ontwikkelen. De kracht van deze leergemeenschappen is dat ze qua samenstelling en doelstelling aansluiten bij de huidige ontwikkelingen op school. Via kleine praktijkonderzoekjes in de lessen wordt op de scholen bepaald of de leeropbrengsten van de meer individueel georiënteerde inzet van ICT in de klas inderdaad hoger worden. De leergemeenschappen gebruiken deze resultaten om in de klas meer te kunnen differentiëren en om goed om te kunnen gaan met verschillen. Tevens worden de resultaten gebruikt om het curriculum van de lerarenopleidingen te verbeteren. De leergemeenschappen komen voort uit een subsidie die in december 2013 aan de Academische Opleidingsschool is toegekend om de samenwerking binnen de AOS te versterken. Er bestaat behoefte aan meer expertiseontwikkeling op de scholen en samenwerking tussen de partners op dit gebied. Vanuit de gedachte dat ICT niet meer weg te denken is uit onze maatschappij is gekozen voor het thema Omgaan met verschillen en leren met ICT, als paraplu van de subsidieaanvraag. In de uitwerking gaat het onder andere om het onderwijs meer op maat te maken en daarmee recht te doen aan tempo- en niveauverschillen: om remediëren van leerlingen met leerachterstanden, maar zeker ook om ruimte voor excellente leerlingen, zowel in de verdieping als in de verbreding. Jaarverslag van 300

40 Scholingskosten per school, verdeeld over OP, directie en OOP (afgerond op hele euro s). Gebruikte afkortingen: CC: Citadel college DC: Dominicus College MWC: Maaswaal College MC: Mondial College PCC: Pax Christi College SGN: Stedelijk Gymnasium Nijmegen SSgN: Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen BB: Bestuursbureau School OP kosten Directie kosten OOP kosten Tot in euro s Vgl Vgl CC DC MWC MC PCC SGN SSgN BB 2.168* Totaal *o.a. bijdrage in opleidingskosten LC-LD In Plana-verband zijn de opleidingstrajecten voor midden- en hoger management opnieuw uitgevoerd. De kosten van beide opleidingen zijn doorberekend aan de scholen. Functiemix In 2014 zijn 14 docenten doorgegroeid van schaal LB naar LC, 54 van LC naar LD en 36 van LB naar LD. Kwaliteitszorg In 2014 is onderzoek gedaan naar de tevredenheid onder medewerkers van de Alliantiescholen over de dienstverlening van het bestuursbureau. Het beeld is over het algemeen zeer positief en het streven is om de resultaten minimaal op dit niveau houden. Jaarverslag van 300

41 MEDEWERKERS Scholen Aantal mw Aantal mw Aantal mw Aantal mw Aantal mw CC % DC % MWC % MC % PCC % SGN % SSgN % BB 28*) 30*) % Totaal % 2014 in % o.b.v. totale pers.bestand *) Inclusief stagiaires, schoolmaatschappelijk werksters, (parttime-)medewerkers op projectbasis en medewerkers bureau onderwijshuisvesting en servicebureau schoolboeken. Leeftijdsopbouw Alliantie-medewerkers: Leeftijd Aantal pers Percentage 2013 Aantal pers Percentage 2014 < > Totaal Gebruikte afkortingen: CC: Citadel college DC: Dominicus College MWC: Maaswaal College MC: Mondial College PCC: Pax Christi College SGN: Stedelijk Gymnasium Nijmegen SSgN: Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen BB: Bestuursbureau Jaarverslag van 300

42 In- en uitstroom Alliantie-personeel: school 2013 instroom 2013 uitstroom 2014 instroom 2014 uitstroom CC DC MWC MC PCC SGN SSgN BB* totaal * SBA is inbegrepen bij BB. Personeelsformatie Alliantie, verdeling man-vrouw in lijst en tabel Man 2013 Man 2014 Vrouw 2013 Vrouw 2014 Totaal 2013 Totaal 2014 Directie, incl. teamleiders OOP OP Totaal Tabel 2014: man vrouw ARBO Jaarrapportage bedrijfsarts Sinds 2008 werkt de Alliantie VO samen met MaetisArdyn aan optimalisering van de inzetbaarheid van medewerkers en dus aan verzuimbeperking binnen de organisatie. De door MaetisArdyn gedetacheerde bedrijfsarts is gehuisvest op de locatie van het bestuursbureau. Mede daardoor verloopt de afstemming tussen de Arbodienst en de P&O-afdelingen van de Jaarverslag van 300

43 scholen en het bestuursbureau zeer goed. Afspraken worden vlot gepland en naast de officiele overlegmomenten is ook informeel tussentijds overleg mogelijk. In 2014 heeft de bedrijfsarts naast de reguliere spreekuren gemiddeld 3 á 5 keer overleg gehad met het Sociaal Medische Teams van elke school. In de jaarrapportage 2014 worden als belangrijkste aandachtspunten voor 2015 genoemd: - behoud laag verzuimpercentage - behoud lage meldingsfrequentie - t.a.v. langdurig verzuim goed blijven kijken naar interventie- en re-integratiemogelijkheden. Ziekteverzuim Bij de Alliantie VO zijn de leidinggevenden zelf verantwoordelijk voor de beheersing van het verzuim op hun school. Sinds enige jaren wordt gewerkt met VerzuimXpert. Dit systeem bevat de wettelijk vereiste acties in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter en adviseert leidinggevenden bij de te ondernemen acties. Deze verplichtingen worden aangevuld met het vastgestelde verzuimbeleid. Ziek- en betermeldingen vinden op de scholen rechtstreeks in het systeem plaats, waardoor het aantal correcties kleiner wordt. De ervaringen zijn positief: afspraken zijn duidelijk en de begeleiding van medewerkers is beter. Binnen de scholen hebben de Sociaal Medische Teams het ziekteverzuim scherp gevolgd. Daarbij is op een aantal scholen vooral aandacht besteed aan de verzuimfrequentie. Dit heeft bijgedragen aan een laag houden van het verzuim. In 2014 is het verzuimpercentage in vergelijking met 2013 duidelijk afgenomen. Alle scholen zitten onder de landelijke norm. Het verzuimpercentage per functiegroep is al jaren lager dan het landelijk gemiddelde; de meldingsfrequentie was dat in 2014 ook. De verzuimduur is bij OOP iets langer en bij OP duidelijk korter dan het landelijk gemiddelde (zie tabel). Het verzuimpercentage van het Citadelcollege en de SSGN is fors gedaald. Het Pax Christicollege is enigszins gestegen. Ziekteverzuim (excl. zwangerschap) onder Alliantie-medewerkers in 2014: Het totale verzuimpercentage was 3,62 %, tegen 4,13 % in Dit is het laagste percentage in jaren. De meldingsfrequentie was 1,4 %, tegenover 1,7 % in De gemiddelde verzuimduur is iets toegenomen: 10,8 % tegenover 9,6 % in Dit is nog altijd fors onder de landelijke verzuimduur: Ziekteverzuim per eenheid: 2014 Stg. Alliantie Voortgezet Onderwijs 3,62% Bestuursbureau* 2,40% Citadel College 4,08% Dominicus College 2,38% Maaswaal College 3,43% Mondial College 4,59% Pax Christi College 4,55% Stedelijk Gymnasium 2,15% Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen 3,36% * Bestuursbureau is incl. SBA, Huisvesting en schoolmaatschappelijk werk Jaarverslag van 300

44 Verloop ziekteverzuimpercentage per eenheid, vanaf 2010: Bestuursg. Maaswaal Dominicus Sted. Gym Pax Christi Alliantie Citadel Mondial SSGN 2014 Brancheverzuimcijfers (bron: Benchmark VO-raad, waarbij directie en OOP samengenomen worden): 2011 OP+dir OOP 2012 OP+dir OOP 2013 OP+dir OOP ziekteverzuimpercentage 5,2 5,5 5,2 5,5 5,0 5,4 ziekmeldingsfrequentie 1,6 1,3 1,7 1,3 1,7 1,4 gem. ziekteverzuimduur 10, nulverzuim 36,1 43,1 39,7 36,7?? (Cijfers 2014 worden bekend gemaakt in het najaar van 2015.) Gemiddelde verzuimduur in dagen, per eenheid: (De gemiddelde verzuimduur is een indicatie voor het vóórkomen van langdurig verzuim) Alliantie VO 10,8 BB 5,4 CC 20,1 DC 8,2 MWC 8,3 MC 12,6 PCC 11,2 SGN 7,2 SSgN 11,7 Verzuimpercentages, verzuimduur en meldingsfrequentie in procenten, naar leeftijd: Alliantie VO verzuimpercentage verzuimduur meldingsfrequentie ,19 3,5 1, ,74 9,3 1, ,85 6,6 1, ,51 15,5 1, ,16 13,1 1, ,35 2,5 0,6 Jaarverslag van 300

45 De groep van jarigen heeft het hoogste verzuimpercentage, wat overeenkomt met de landelijke cijfers binnen en buiten het onderwijs. Jongeren in de categorie verzuimen vaker en ouderen gemiddeld langer, conform de landelijke waarden. Bij de Alliantie is het verzuimpercentage in de hogere leeftijdsgroepen in 2013 iets gedaald en tevens lager dan het landelijk gemiddelde. Als we meenemen dat de hogere leeftijdsgroepen bij de Alliantie fors zijn vertegenwoordigd en we de verzuimcijfers tegen het VO-gemiddelde afzetten, doet de Alliantie het goed. Verschillende scholen zijn dan ook actief met een ouderenbeleid bezig. De groep van 25 tot 34 blijft altijd een kwetsbare (jonge gezinnen). Het is belangrijk om goed te blijven kijken naar leeftijdsopbouw en het beleid hieromtrent. Verzuimpercentages naar geslacht: Alliantie VO 3,62% mannelijk 2,98% vrouwelijk 4,37% Ziekmeldingsfrequentie: De ziekmeldingsfrequentie is het gemiddelde van het aantal verzuimmeldingen per persoon per jaar en is een maat voor het vóórkomen van kort frequent verzuim. Alliantie VO 1,4 BB 0,6 CC 1,2 DC 1,3 MWC 1,5 MC 1,7 PCC 1,4 SGN 1,0 SSgN 1,6 Arbo-activiteiten De Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is het aangewezen instrument om risico s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn overzichtelijk weer te geven. MaetisArdyn heeft in 2014 een RI&E uitgevoerd Bij het SSgN en op het Bestuursbureau. Tevens zijn 20 beeldschermwerkplekken beoordeeld bij het Citadel College en 3 werkplekonderzoeken gedaan bij Pax Christi College. Voor 2015 staan o.a. de volgende activiteiten op het programma: RI&E bij het Stedelijk Gymnasium en bij de nieuwe locatie VMBO Mondial College Meeuwse Acker. Jaarverslag van 300

46 Financiën/middelen Accountant Ook in 2014 was het accountantskantoor Flynth verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening en het bestuursverslag. Hiernaast heeft Flynth ook een tussentijds onderzoek gedaan naar de financiële processen op de scholen en het bestuursbureau. Flynth heeft geconstateerd dat de administratieve processen op de scholen en tussen bestuursbureau en scholen helemaal op orde zijn. Flynth vroeg aandacht voor beheer Afas en de verklaringen omtrent gedrag. Risicomanagement In 2012 is het risicomanagement definitief ingevoerd met de opstelling van een risicoprofiel voor het bestuursbureau van de Alliantie Voortgezet Onderwijs en alle afzonderlijke scholen. In de begroting van 2014 was voor alle scholen, het bestuursbureau, het SBA en onderwijshuisvesting het risicoprofiel opgenomen. Dit profiel wordt jaarlijks getoetst en ieder jaar met toelichting opgenomen in de jaarlijkse meerjarenbegroting. Hiermee heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs het risicomanagement breed ingevoerd en maakt het risicomanagement onderdeel uit van de vaste planning en controlcyclus. BTW-suppletie en Europees aanbesteden In de beleidsuitvoering besteedt de Alliantie Voortgezet Onderwijs zorgvuldig aandacht aan de BTW-problematiek en het Europees aanbesteden. Voor het Europees aanbesteden is een heldere procedure binnen de administratieve organisatie vastgelegd. In 2012 hebben wij het traject van BTW-suppletie afgerond. Dit traject leidde tot terugbetaling van BTW-lasten. Deze teruggave was gebaseerd op de schriftelijk vastgelegde afspraken van het regionale kantoor van de Belastingdienst. De afspraken en verwerking hadden betrekken op het tijdvak 2002 tot en met Op basis van deze afspraken is ook het traject BTW-suppletie gestart. De inzet was om dit traject in de boeken van 2013 te kunnen verwerken. Helaas kon de definitieve afwikkeling pas in dit boekjaar (2014) plaatsvinden. De Alliantie Voortgezet Onderwijs werd in dit traject begeleid door Deloitte. Cyclus begroting, jaarrekening, kwartaaloverzichten In de begroting- en jaarrekeningcyclus worden aan de hand van kengetallen die DUO/Cfi adviseert ten aanzien van rentabiliteit, solvabiliteit, liquiditeit, kapitalisatiefactor en weerstandvermogen - de uitkomsten van de scholen helder in beeld gebracht. Hiernaast wordt per school en op Alliantieniveau op basis van kengetallen een benchmark gemaakt, die in de begroting en jaarrekening wordt gepresenteerd. De administratie is zo opgezet dat de schoolleiding mits de financiële administratie goed wordt bijgehouden op elk moment kan beschikken over een actueel overzicht van de financiële stand van zaken van de school. De controller heeft het overzicht van de scholen, het bestuursbureau, Onderwijshuisvesting Nijmegen en het totaalresultaat. De begroting van 2015 is op basis van het Alliantiebrede format vastgesteld. De formatieplanning maakt integraal onderdeel uit van de begroting. Bovendien wordt op realistische wijze op basis van een uitgewerkt model rekening gehouden met groeiende inkomsten en lasten in het kader van de functiemix. Het formatieoverzicht is verder verfijnd, zodat de schoolleiding steeds een actueel overzicht heeft van de uitputting van de personeelskosten afgezet tegen de begroting. Zo kan de schoolleiding en bestuur tijdig (on)gewenste ontwikkelingen signaleren en daar waar nodig het beleid bijstellen. De uitgaven kunnen op deze wijze op een juiste manier worden afgezet tegen de begroting. Dit geeft een goede basis voor de driemaandelijkse rapportages die worden aangeboden aan de scholen, bestuur en Raad van Toezicht. Het meerjarenperspectief in de meerjarenbegroting wordt als signaleringsinstrument gebruikt, doordat niet structurele inkomsten niet zondermeer worden meegenomen. Indien de begrotingen van de scholen bij ongewijzigd beleid een groeiend tekort toonden is in overleg met de rectoren gewerkt aan passende maatregelen. Jaarverslag van 300

47 Sinds enkele jaren is met goedkeuring van de Raad van Toezicht overgegaan tot een conservatieve wijze van begroten. Bovendien wordt altijd een onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele baten. Vanaf de begroting 2013 wordt een geactualiseerd risicoprofiel per bedrijfsonderdeel opgevoerd. Schatkistbankieren Vanaf 2008 bankiert de Alliantie Voortgezet Onderwijs bij het Ministerie van Financiën. Sinds 2013 wordt uitvoering van het schatkistbankieren door het ministerie van OCW verzorgd. Deze wijze van bankieren wordt schatkistbankieren genoemd. Om een goed en effectief beheer van de liquide middelen mogelijk te maken wordt de renteontwikkeling nauwlettend in de gaten gehouden. De bankrekeningstructuur (en de daaraan gekoppelde afspraken met de huisbankier) blijkt dusdanig ingericht dat een effectief en efficiënt beheer van liquide middelen mogelijk bleef, ook op decentraal niveau. In 2014 bleef vanuit de renteopbrengst gedacht - de renteontwikkeling zeer tegenvallend. Intern boekenfonds / Europese aanbesteding In 2010 is het SBA (schoolboekenfonds van de Alliantie Voortgezet Onderwijs met eigen servicebureau) in het leven geroepen. Het servicebureau verzorgt de inkoop van de boeken en de distributie op de scholen. Er is voor een eigen boekenfonds gekozen, omdat op deze wijze de kosten transparant zijn (kosten voor aankoop en kosten voor beheer en distributie van schoolboeken) en verwacht werd dat je als grote partij een scherpe inkoopprijs kunt bedingen. Bovendien zou de school door eigenaar te worden zelf kunnen bepalen hoe met de afschrijvingsduur van boeken kan worden omgegaan. Voor het SBA is een aparte bedrijfskolom ingericht. In de begroting en jaarrekening komt het SBA als apart bestuursonderdeel aan bod. Ook in 2014 zijn de boekenleveranties vrijwel probleemloos verlopen. Alle gestelde doelstellingen en criteria uit het plan van aanpak werden gehaald. De scholen concludeerden dat het niveau van het werk van het SBA zeker vergelijkbaar was met de kwaliteit van de werkzaamheden van de vroegere commerciële boekenleveranciers. Bovendien werden de financiële doelstellingen van het SBA volledig gehaald. Daarmee voldoet het SBA aan de oorspronkelijke doelstelling. In het regeerakkoord was vastgelegd dat de gratis schoolboeken vanaf augustus 2015 zouden verdwijnen. In het Herfstakkoord van 2013 is deze maatregel teruggedraaid. Wel werd vanaf 1 augustus 2014 een bezuiniging van 10% doorgevoerd. Na het afsluiten van het Herfstakkoord heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs besloten het SBA in de huidige vorm te handhaven en vanwege het aflopen van het contract een volgende Europese aanbesteding voor het SBA aan te gaan. Dit leidde in het voorjaar van 2014 tot een nieuw contract met Iddink Voortgezet Onderwijs B.V. in Ede. Sparen en beleggen Gezien de maatschappelijke onrust over beleggen en het kopen van aandelen door publieke organisaties is ook in 2014 niet gekozen voor uitbreiding van de beleggingsportefeuilles. De Treasurycommissie heeft de ontwikkelingen in 2013 nauwlettend gevolgd. In 2012 is het treasurystatuut geactualiseerd. Wij hebben de VO-raad en het ministerie gewezen op de onhoudbaarheid van de huidige regelgeving rond beleggen en belenen. Omdat vrijwel geen bank de vereiste dubbel AA + - status haalt dreigt de vrije bankkeuze in het geding te komen. Tot nu toe hebben wij geen inhoudelijke reactie van het ministerie van OCW ontvangen. Inkoopbeleid Op basis van de spendanalyse die door een externe partij is uitgevoerd heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs een overzicht gekregen van alle uitgaven rond materiële lasten die zich voor gemeenschappelijke inkoop lenen en een advies op welke onderdelen er (substantiële) voordelen zijn te bereiken door centrale inkoop. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek in 2013 is een actieplan opgesteld om de mogelijke voordelen te gaan realiseren. Inmiddels vond na de gemeenschappelijke aanbesteding van de schoonmaakdienst in 2013 Jaarverslag van 300

48 ICT dit boekjaar de aanbesteding van de druk- en kopieerfaciliteiten plaats. Deze aanbesteding leidde tot een bevredigende overeenkomst met Canon. De overeenkomst kan tot een aanzienlijke besparing op schoolniveau leiden. Luc Nuijten, directeur bedrijfsvoering van het Maaswaal College is voor een beperkt deel vrijgemaakt om deze trajecten te begeleiden. Inrichting administratieve organisatie Op basis van het advies van de accountant is in 2011 besloten om de veiligheid van ICTprocessen in onze administratieve organisatie te optimaliseren om calamiteiten te voorkomen. Een werkgroep heeft in 2012 een aantal aanbevelingen gedaan die inmiddels zijn uitgevoerd. De maatregelen leiden tot meer veiligheid en het voorkomen van verlies van gegevens. De administratieve organisatie (zowel de personele als financiële organisatie) is beschreven. Daarbij is vooral oog voor een goede inventarisatie en analyse van de risico s. Het opzetten en onderhouden van de AO/IB (Administratieve Organisatie/Interne Beheersing) is een doorlopend proces dat ook in 2014 is geactualiseerd. Alle informatie is voor de medewerkers van de scholen en het bestuursbureau - beschermd - online beschikbaar. Hierdoor kan optimaal gebruik worden gemaakt van deze informatie. Bovendien kunnen scholen eigen AObeschrijvingen/protocollen toevoegen. De meerjarenvisie ICT van de Alliantie Voortgezet Onderwijs kent vier prioriteiten: leiderschap en visie met betrekking tot ontwikkeling en gebruik van ICT in het onderwijs deskundigheidsbevordering rondom het inzetten van ICT in de klas de ontwikkeling en het gebruik van digitaal lesmateriaal het opbouwen en consolideren van een robuuste ICT-infrastructuur Huisvesting Op Alliantieniveau wordt op ICT gebied de samenwerking tussen scholen gestimuleerd. Op gezamenlijke thema s vindt overleg plaats en worden projecten gerealiseerd. Het Portaal voor de Alliantie is in 2014 gerealiseerd. Hierbij is gebruik gemaakt van het Office 365 platform. De bedrijfsvoering en de samenwerking krijgt hiermee een nieuwe dimensie. De migratie van documenten naar de cloud is in gang gezet en zal in 2015 verder zijn beslag krijgen. Deze nieuwe manier van werken is gestart op het bestuursbureau en zal ook binnen de scholen voor de stafafdelingen worden geïmplementeerd. De Alliantiescholen zullen fasegewijs en gedifferentieerd gaan aansluiten op het Office 365 platform. De aanschaf van mobiele devices voor medewerkers en leerlingen is de afgelopen jaren op een aantal scholen in gang gezet en in 2014 verder uitgebreid. Met het gebruik maken van digitaal lesmateriaal worden ervaringen opgedaan. Binnen de bestaande overleg structuur worden deze met elkaar uitgewisseld. Tevens is in 2014 het project Omgaan met verschillen met behulp van ICT gestart. Onderwijshuisvesting Nijmegen De onderwijshuisvesting in Nijmegen is per 1 januari 2008 doorgedecentraliseerd. Deze overeenkomst was niet van toepassing op de locatie(s) van het Citadel College in Nijmegen Noord. In 2011 heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs met de gemeente Nijmegen een maatwerkovereenkomst afgesloten waarin ook de nieuwbouw van het Citadel College aan de Griftdijk Noord 9a wordt doorgedecentraliseerd. Het pand aan de Dijkstraat waarin het vmbo van het Citadel College blijft gevestigd - blijft eigendom van de gemeente Nijmegen. Pas over een jaar of vijf zal worden besloten wanneer deze locatie zal worden omgezet in nieuwbouw. Voor dit pand blijven in feite de regels van het integraal huisvestingsplan (IHP) van kracht. In 2013 is door de gemeente Nijmegen en betrokken schoolbesturen een evaluatie uitgevoerd van de resultaten van de doordecentralisatie. Uit deze evaluatie blijkt dat zowel de schoolbesturen als de gemeente tevreden zijn over de resultaten tot nu toe. Om de financiën Jaarverslag van 300

49 van de Onderwijshuisvesting Nijmegen het primaire onderwijsproces van de scholen niet te laten beïnvloeden is de Onderwijshuisvesting Nijmegen binnen de Alliantie Voortgezet Onderwijs een aparte bedrijfskolom geworden met een eigen begroting (eigen baten en lasten) en eigen jaarrekening. De voormalige directeur financiën en huisvesting van het Maaswaal College, Henk Peters, vervult voor twee dagen in de week de taak van directeur huisvesting voor de doorgedecentraliseerde locaties in Nijmegen. De beleidsvorming wordt voorbereid door een werkgroep die bestaat uit de bestuurder, de controller, Henk Peters en Ed Peters, de voormalig rector van het Dominicus College. Voor de huisvestingregelingen heeft de werkgroep Onderwijshuisvesting Nijmegen in 2010 de Alliantie huisvestingsverordening ontworpen en in 2011 vastgesteld. De heer Henk Peters trad in het nieuwbouwproject Lindenholt Noord (Meeuwse Acker) op als uitvoerend bouwheer. In augustus 2014 kon deze nieuwbouw van het Mondial College in gebruik worden genomen. De nieuwe locatie werd in oktober feestelijk geopend. De bouw is binnen het beschikbare budget gerealiseerd, waarbij nog een aantal extra maatregelen konden worden uitgevoerd om de duurzaamheid van het gebouw te vergroten. Groot onderhoud In 2014 is besloten in niet in 2016 maar in 2015 de situatie rond groot onderhoud door Planon in kaart te laten brengen. Op basis van dit onderzoek geeft Planon advies voor de dotaties die de verschillende scholen moeten storten voor het groot onderhoud van de scholen. In de beleidgroep Financiën zal kritisch worden gekeken naar de onderbouwing van het advies en zo nodig adviseren om de voorgestelde normen bij te stellen. De besluitvorming aan het bestuur is in principe bindend voor de begrotingen van de scholen. Een school mag slechts beargumenteerd en met toestemming van het bestuur op onderdelen afwijken van het advies van Planon. Nieuwbouwprojecten Hoewel de nieuwbouwlocatie en het definitief ontwerp van het gebouw van de vmbolocatie Leuvensbroek Noord van het Mondial College al in 2010 is vastgelegd en de gemeenteraad in hetzelfde jaar het bijbehorende bestemmingsplan vaststelde heeft het bestuur pas begin 2013 een start kunnen maken met de bouw van de nieuwe locatie. Een aantal buurtbewoners had bij de Raad van State bezwaar aangetekend tegen het door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan. Deze procedure is in 2010 gestart. Pas in november 2011 vond de hoorzitting van de Raad van State plaats. Hoewel de uitspraak voor de jaarwisseling mocht worden verwacht stelde de Raad van State de uitspraak tot februari 2012 uit. In deze uitspraak kwam de Raad van State niet tegemoet aan de klachten van omwonenden. Wel is de Raad van State van oordeel dat de gemeente Nijmegen een tweetal bestuurlijke omissies valt te verwijten. De gemeenteraad heeft de herstelprocedure in juli 2012 goedgekeurd. De definitieve uitspraak van de Raad van State kwam pas in december In 2012 heeft wel de koop van de grond en de aanbesteding van de nieuwbouw plaatsgevonden. De nieuwe locatie is in augustus 2014 in gebruik genomen en functioneert naar tevredenheid. Met het betrekken van de nieuwe locatie aan de Meeuwse Acker zijn de locaties aan de Streekweg (verkoop/huur) en Energieweg (huur) afgestoten. De zorgplicht voor de vmbo-locatie van het Citadel College aan de Dijkstraat bij de gemeente Nijmegen blijft. De vmbo-locatie biedt plaats aan ongeveer 400 vmbo-leerlingen. Daarom zullen de vmbo-t leerlingen vooralsnog op de nieuwe locatie worden geplaatst. De huidige vmbo-locatie aan de Dijkstraat zal nog tenminste tot 2016 onderdak bieden aan de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo van het Citadel College. Verbouwingen en aanpassingen In 2014 hebben geen verbouwingen plaatsgevonden. Jaarverslag van 300

50 Bestuursbureau Het bestuursbureau vervult een belangrijke rol in het initiëren, ontwikkelen en vastleggen van de gekozen beleidsontwikkelingen, de ondersteuning van beleidsgroepen en de ondersteuning van Alliantiebrede projecten als De academische opleidingsschool Alliantie VO/Notre Dame, ontwikkeling ICT, bovenschoolse deskundigheidsbevordering en Novia. Natuurlijk vervult het bestuursbureau ook een ondersteunende rol in het dagelijks werk van de scholen. De schoolmaatschappelijk werkers maken onderdeel uit van de formatie van het bestuursbureau. Zo is een eenduidige personele aansturing vanuit het hoofd P&O mogelijk. De schoolmaatschappelijk werkers verrichten hun werk hoofdzakelijk op de scholen, waarvoor zij werkzaam zijn. Zij worden in functioneel opzicht aangestuurd door de schoolleiding. De controller is ook in 2014 voor een dag in de week vrijgesteld voor externe werkzaamheden. Hij vervult met name werkzaamheden ten behoeve van de VO-raad. Hij werkt op deze wijze mee aan de verdere professionalisering van het financiële beleid van de schoolbesturen. Het hoofd P&O neemt deel aan het P&O-overleg op PLANA-niveau en bezocht de relevante vergaderingen van de VO-raad. Ook in 2014 hebben enkele medewerkers van het bestuursbureau extra ondersteuning verleend aan het Schoolboekenfonds Alliantie voortgezet Onderwijs (SBA) Verantwoording kwaliteitsresultaten, Vensters Voortgezet Onderwijs Algemeen Vensters Voortgezet Onderwijs (Vensters VO) is voor de Alliantie Voortgezet Onderwijs hét instrument om intern en extern verantwoording af te leggen. Met het managementtool voor Vensters kunnen directeuren, teamleiders en docenten hun opbrengsten en onderzoek goed analyseren en zonodig- gericht aan verbeteringen werken. Deze mogelijkheden zijn nog vergroot doordat de leveranciers van onze leerlingvolgsystemen aansluitende applicaties hebben ontwikkeld. De gegevens van de twintig belangrijke indicatoren van Vensters Voortgezet Onderwijs vormen een goede basis voor het bestuur en onze scholen om aan betrokken partijen (ouders, leerlingen, collega s) en instellingen (toeleverend en afnemend onderwijs, gemeenten, provincie, hulpverleningsinstellingen e.d.) verantwoording af te leggen. Omdat vrijwel alle schoolbesturen participeren in Vensters Voortgezet Onderwijs zijn de opbrengsten op landelijk en regionaal niveau steeds beter vergelijkbaar. Zo kunnen we op basis van Vensters gegevens benchmarken, daar waar dat leerzaam kan zijn Vensters voor verantwoording geeft 20 indicatoren, die ingedeeld zijn in 4 domeinen, weer. Het voert te ver om alle indicatoren in dit verslag uit te werken. Via de website ( van de Alliantie Voortgezet Onderwijs (vervolgens klikken op het logo van Vensters voor Verantwoording) zijn alle uitgewerkte indicatoren voor de Alliantiescholen te benaderen. Voor dit verslag is de keuze gemaakt om een selectie van de indicatoren uit te werken. In het bestuursverslag van 2014 wordt stil gestaan bij dezelfde indicatoren als in het verslag van Dit maakt het mogelijk de jaarresultaten goed te vergelijken. Een totaaloverzicht kan via de genoemde website worden verkregen. Jaarverslag van 300

51 Slaagpercentages (onderwijsprestaties; domein 1) Leerlingen van Alliantiescholen doen bij elkaar op 26 schoolopleidingen examen. Maar bij liefst 18 opleidingen doen Alliantiescholen het beter dan het landelijk gemiddelde. Drie opleidingen scoren ongeveer op het landelijk gemiddelde, terwijl vijf opleidingen onder dat gemiddelde scoren. Twee van de vier scholen die de basisberoepsgerichte leerweg aanbieden, behalen met deze leerweg een slaagpercentage dat onder het landelijk gemiddelde ligt. De resultaten van het Pax Christi College liggen vrijwel op het landelijk gemiddelde, terwijl het Citadel College voor een unieke prestatie zorgt door voor het vierde jaar achter elkaar 100% geslaagden af te leveren. Uit de cijfers blijkt verder dat de overige vmbo-afdelingen het veelal beter doen dan de landelijke lenchmark. Alle scholen hebben een slaagpercentage van tenminste 97% voor het vmbo-k, landelijk is dit 95%. Ook de resultaten van de theoretische leerweg zijn over de gehele linie goed te noemen; vergelijkbaar of boven de landelijke benchmark. Het Mondial College scoort daarbij wel wat onder het landelijk gemiddelde. De SSgN zorgt voor een mooie prestatie met een slaagpercentage van 100%. In behaalden alle havo-opleidingen een slaagpercentage boven het landelijk gemiddelde, in is dat niet het geval. Het Dominicus College behaalt een resultaat dat onder het landelijk gemiddelde lag. Het Citadel College benaderde dat landelijk gemiddelde dicht, maar bleef er toch iets onder. De slaagpercentages van het Mondial College, Pax Christi College en Maaswaal College liggen op of boven het landelijk gemiddelde. Eenzelfde variabel beeld is te zien bij de vwo-opleidingen. De slaagpercentages van het Dominicus College, Mondial College, Maaswaal College en Stedelijk Gymnasium kwamen in boven het landelijk gemiddelde uit. De resultaten van het Pax Christi College en met name het Citadel College blijven achter ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De situatie bij het Citadel College wordt wat vertekend door het lage deelnemersaantal. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus College Jaarverslag van 300

52 Mondial College, locatie Leuvensbroek Mondial College, locatie Streekweg Pax Christi College Maaswaal College, locatie Veenseweg Jaarverslag van 300

53 Maaswaal College, locatie Oosterweg Citadel College, locatie Dijkstraat Citadel College, locatie Griftdijk Stedelijk gymnasium Jaarverslag van 300

54 Gemiddeld examencijfer (onderwijsprestaties: domein 1) In dit domein worden de gemiddelde examencijfers van onze scholen afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Het SSgN behaalt, net als in , voor alle afdelingen een gemiddelde dat boven het landelijk gemiddelde komt. Een resultaat om trots op te zijn. Op het Dominicus College zien we een tegengesteld beeld ten opzichte van In dat jaar behaalde de havo bovengemiddelde resultaten, die van het vwo lagen iets onder het landelijk gemiddelde. Dit jaar is dat andersom: de havo zit iets onder het landelijk gemiddelde, het vwo iets boven het landelijk gemiddelde. De examenresultaten van de vmbo-afdelingen van het Mondial College zijn vergelijkbaar (vmbo-b) of beter (vmbo-k en t) dan de landelijke gemiddelden. Ook de resultaten van de havo komen overeen met het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde examencijfer van de vwo-leerlingen ligt, net als in , enigszins onder de landelijke benchmark. In behaalden de vmbo-afdelingen van het Pax Christi College nog bovengemiddelde examencijfers, dit jaar is dit resultaat iets teruggelopen. Met name de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg hebben een resultaat dat lager ligt dan in Bij de kaderberoepsgerichte leerweg is het resultaat net onder het landelijk gemiddelde terwijl het vmbo-t boven het landelijk gemiddelde scoort. Het resultaat voor de havo is dit jaar vergelijkbaar met het landelijke resultaat, een verbetering t.o.v. het vorige jaar. Ook het vwo heeft het resultaat verbeterd, maar ligt nog enigszins onder het landelijk gemiddelde. De havo-afdeling van het Maaswaal College heeft ook dit jaar bovengemiddelde examenresultaten. De resultaten van de vwo-afdeling zijn verbeterd en komen dit jaar ook boven het landelijk gemiddelde uit. De vmbo-afdelingen van het Maaswaal College behalen een resultaat dat onder het landelijk gemiddelde ligt. De vmbo-afdelingen van het Citadel College behaalden in 2014 een gemiddeld examencijfer vergelijkbaar met landelijk. Voor de theoretische leerweg betekent dit een duidelijke verbetering. De havo- en vwo-afdeling behaalden echter een resultaat dat onder het landelijk gemiddelde uitkomt, met name op het vwo is er een groot verschil tussen de school (6.2) en het landelijke resultaat (6.7) te zien. Het Stedelijk Gymnasium is consistent door dit jaar weer duidelijk boven de benchmark te scoren: de school behaalt een gemiddelde van een 7. In totaliteit zien we dat onze scholen de resultaten goede resultaten laten zien. Jaarlijks analyseren de secties, teams en de schoolleiding van de scholen de resultaten. De analyses vormen dan weer het fundament voor een gericht verbeterplan. Op basis van de resultaten van dit jaar wordt gericht gewerkt aan verbetering van de examencijfers van de vmbo-opleidingen bij het Maaswaal College en het vwo op het Citadel College, het Mondial College en het Pax Christi College Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus College Jaarverslag van 300

55 Mondial College, locatie Leuvensbroek Mondial College, locatie Streekweg Pax Christi College Maaswaal College, locatie Veenseweg Maaswaal College, locatie Oosterweg Citadel College, locatie Dijkstraat Jaarverslag van 300

56 Citadel College, locatie Griftdijk Stedelijk gymnasium Jaarverslag van 300

57 Kenmerken leerlingen (effectief onderwijsbeleid; domein 2) Dit overzicht geeft inzicht in de percentages lwoo-leerlingen en leerlingen die in een postcodegebied (APC-gebied) wonen, dat onderdeel uitmaakt van een wijk, die wordt gekenmerkt door verhoudingsgewijs meer achterstandsituaties dan andere wijken. Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) wordt alleen in het vmbo en dan vooral in de basisgerichte en kadergerichte leerwegen aangeboden; bovendien moet de school over een licentie voor deze leerlingen beschikken. Dit verklaart waarom het Dominicus College, het Stedelijk Gymnasium en de SSgN geen lwoo-leerlingen hebben. De locatie Streekweg van het Mondial College telt opvallend veel lwoo-leerlingen. Dit heeft te maken met de ruime ervaring en deskundigheid die de school heeft opgebouwd met lwooleerlingen en de samenwerking met het speciaal onderwijs (Symbioseproject). Bovendien komen er meer kinderen uit achterstandswijken. De vmbo-locatie Oosterweg van het Maaswaal College telt iets meer lwoo- leerlingen dan het landelijk gemiddelde. Het aantal lwoo-leerlingen van het Pax Christi College zit vrijwel op het landelijk gemiddelde. De percentages zijn sterk vergelijkbaar met de cijfers van Wel deed zich bij het Citadel College een daling voor in het percentage lwoo-leerlingen. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus College Mondial College, locatie Leuvensbroek Mondial College, locatie Streekweg Jaarverslag van 300

58 Pax Christi College Maaswaal College, locatie Veenseweg Maaswaal College, locatie Oosterweg Citadel College, locatie Dijkstraat Citadel College, locatie Griftdijk Stedelijk gymnasium Jaarverslag van 300

59 Tevredenheid leerlingen (kwaliteitszorg; domein 3) Alle Alliantiescholen meten de tevredenheid van leerlingen, ouders en personeel. Met name de tevredenheid van leerlingen wordt jaarlijks op verschillende momenten gemeten: in de brugklas, de derde klas en de examenklas. In onderstaande grafieken is de gemiddelde tevredenheid van leerlingen in leerjaar 3 af te lezen. Uit de overzichten blijkt dat alle scholen een (ruime) voldoende behalen. De tevredenheidsscore van leerlingen op het Citadel College was aanleiding tot een verdiepingsonderzoek en nader overleg tussen leerlingen en de schoolleiding. De score in laat al een duidelijke verbetering zien. Er is een verschil waar te nemen tussen de havo/vwo-locaties en de vmbo-locaties. De gemiddelden van de havo/locaties liggen rond de zeven, op de vmbo-locaties is dit rond de zes. De leerlingen van het SSgN, Dominicus College, de locatie Veenseweg van het Maaswaal College en het Stedelijk Gymnasium zijn het meest tevreden. Zij geven hun school een 7 of hoger. De leerlingen zijn met name erg tevreden over de veiligheid op school en het mentoraat. Op vrijwel alle scholen behalen deze stellingen een hoge score. De scholen kijken jaarlijks naar de resultaten van de enquêtes en bespreken deze binnen de directie en het locatiemanagement. Veelal wordt er ook bij leerlingen gepeild hoe de resultaten geïnterpreteerd kunnen worden. Op basis van deze informatiebronnen worden de verbeterpunten geformuleerd, waarbij de scholen zich beperken tot maximaal drie prioriteiten. Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus College Jaarverslag van 300

60 Mondial College, locatie Leuvensbroek Mondial College, locatie Streekweg Pax Christi College Maaswaal College, locatie Veenseweg Maaswaal College, locatie Oosterweg Citadel College, locatie Dijkstraat Jaarverslag van 300

61 Citadel College, locatie Griftdijk Stedelijk gymnasium Jaarverslag van 300

62 Tevredenheid ouders (kwaliteitszorg; domein 3) Naast de leerlingtevredenheid wordt ook de oudertevredenheid jaarlijks onderzocht. Over het algemeen geven de ouders de scholen een hogere score dan de leerlingen. De meeste locaties van de Alliantie Voortgezet Onderwijs scoren een 7 of hoger. Het Pax Christi College is hierop een uitzondering, het resultaat ligt bij deze school op een 6.6. De ouders van de SSgN en het Stedelijk Gymnasium zijn erg tevreden, deze scholen behalen een resultaat dat boven de 7.5 uitkomt (respectievelijk 7.6 en 7.7). Ook de ouders van het Dominicus College en de beide locaties van het Maaswaal College zijn erg te spreken over de school. Het resultaat is een 7.4 en komt boven het landelijk gemiddelde van een 7.3 uit. De ouders van het Citadel College zijn minder tevreden dan in 2013, de locatie Griftdijk behaalt een 7 de locatie Dijkstraat een 6.9. De locatie Leuvensbroek van het Mondial College behaalt dit jaar een 7.0, de ouders van de locatie Streekweg zijn met een 7.2 meer tevreden dan in Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus College Mondial College, locatie Leuvensbroek Mondial College, locatie Streekweg Jaarverslag van 300

63 Pax Christi College Maaswaal College, locatie Veenseweg Maaswaal College, locatie Oosterweg Citadel College, locatie Dijkstraat Citadel College, locatie Griftdijk Stedelijk gymnasium Jaarverslag van 300

64 Domein 4, Bedrijfsvoering, indicator financiën Voor een analyse van de financiële positie per school, alsmede een kengetallen analyse per school wordt verwezen naar paragraaf Financiële paragraaf Risico paragraaf De Alliantie VO heeft (in 2012) de financiële risicoprofielen van de (resultaat verantwoordelijke) organisatie onderdelen van de Alliantie VO in kaart gebracht. Deze zijn in uitgebreide vorm beschreven in de rapportage over de meerjarenbegroting De Alliantie VO heeft het financieel risico management geïntegreerd in de planning & control cyclus. Hiertoe wordt (o.a.) in de tussentijdse managementrapportage een risico-paragraaf opgenomen. Hierin wordt verslag gedaan of in het onderhavige tijdvak zich financiële risico s hebben geopenbaard en zo ja welke financiële risico s zich hebben geopenbaard en tot welke schade-omvang deze financiële risico s hebben geleid. In 2014 hebben de volgende financiële risico s zich geopenbaard: 1. Instabiliteit in bekostiging Een beschreven financieel risico dat zich heeft geopenbaard in 2014 is instabiliteit in bekostiging - algemeen. Vermogensbeslag als gevolg van instabiliteit in bekostiging ontstaat als gevolg van: 1) door het ministerie van OCW doorgevoerde veranderingen in de systematiek van bekostiging en/of daarbij gehanteerde parameters; 2) Het wegvallen van bekostiging voor een bijzondere populatie leerlingen. Vanaf 1 januari 2014 (tot 1 januari 2016) is het totale landelijke ondersteuningsbudget voor LWOO (en PRO) in Euro s gemaximeerd. Bij een stijging (landelijk) van het totale aantal LWOO- en PRO-leerlingen, daalt het ondersteuningsbudget per leerling. Dit laatste is gebeurd. Ten opzichte van de tot dan toe bestaande systematiek van bekostiging (waar de begroting op is gebaseerd), heeft dat geleid tot een schade van 140K. Kenmerkend voor dit risico is dat hier als enkelvoudige schoolorganisatie in de preventieve sfeer geen invloed op uitgeoefend kan worden 2. Onvolledige indexatie van de bekostiging cao loon In juni 2014 sloot de VO-raad met de vakbonden AOb, CNV Onderwijs, Abvakabo en FvOv de CAO VO af. Deze cao geldt per 1 augustus 2014 en heeft een looptijd van 1 jaar. Deze cao voorziet (o.a.) in een salarisstijging per 1 augustus 2014 van 1,2%. Onderzoek wijst uit dat deze salarisstijging voor het tijdvak augustus 2014 december 2014 voor ongeveer de helft wordt gefinancierd. Vanaf 2015 wordt (naar verwachting) volledige financiering voor deze lastenstijging ontvangen. Landelijk is een budget voor het kalenderjaar 2014 beschikbaar gesteld van 12 mln voor de financiering van de cao-loonkostenstijging. Voor volledige dekking zou dit ongeveer 24 mln moeten zijn. De schade (in de vorm van ongedekte loonkosten) voor de Alliantie is bij benadering als volgt te becijferen: 12 mln x 1,1% (bij benadering aandeel AlliantieVO in rijksbekostiging) = 132K. Kenmerkend voor dit risico is dat hier als enkelvoudige schoolorganisatie in de preventieve sfeer geen invloed op uitgeoefend kan worden. Jaarverslag van 300

65 3. Onvolledige indexatie van de bekostiging Levensfase Bewust Personeelsbeleid De nieuw afgesloten CAO-VO voorziet tevens in een persoonlijk budget van 50 uur voor elke werknemer en een aanvullend budget van 120 uur voor werknemers vanaf 57 jaar. Tegenover de invoering van het persoonlijk budget staat de afbouw van de BAPO-regeling en het vervallen van de leeftijdsdagen. Het betreft hier aldus een vorm van uitwisseling van arbeidsvoorwaarden. Voor gespaarde uren van het persoonlijk budget dienen schoolbesturen op hun balans een voorziening op te nemen.in 2015 is bij de Alliantie VO een bedrag van 285K gedoteerd. Uit een uitvoerige analyse bij een van de Alliantiescholen is gebleken dat het break-even punt van de uitruil van de arbeidsvoorwaarden pas na ongeveer 5 jaar wordt bereikt. Al naar gelang het huidige BAPO gebruik in de organisatie kan het break-even punt (iets) eerder of laetr worden bereikt. Duidelijk is dat de effecten van de nieuwe cao leiden tot extra (ongedekte) lasten. 4. Onvolledige indexatie van de bekostiging entreerecht Als gevolg van de invoering van de cao VO is het entreerecht voor 1 jaar (tot ultimo juli 2015) ingevoerd. Werknemers met een eerstegraads bevoegdheid die meer dan 50% lesgeven in de bovenbouw verkrijgen recht tot de LD-schaal. Met name als gevolg van deze invoering van het entreerecht, in combinatie met het beleidsrijk invoeren van de functiemix van de Alliantie VO, realiseren veel Alliantiescholen een functiemix die hoger ligt dan vanuit de bekostiging financierbaar is. Al naar gelang de (binnen het vastgestelde Alliantiebeleid) gehanteerde groeicurve van de functiemix per school, verschilde per school de ruimte die er nog was om de LD-gerechtigden binnen de functiemix te realiseren. Het is erg lastig om een bedrag te koppelen aan de overschrijding van de functiemixwaarde. Voor de indicatie van de (ontwikkeling van de) realisatie van de functiemix versus de streefwaarde wordt verwezen naar het formatieplan in de meerjarenbegroting Onvolledige indexatie van de bekostiging Ophoging pensioengerechtigde leeftijd Als gevolg van het ophogen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar ontstaat een situatie waarbij een extra deel van de werknemers van de Alliantie Voortgezet Onderwijs binnen hun carriere het 40-jarig ambtsjubileum kunnen bereiken. Dientengevolge heeft in 2014 een (eenmalige) extra dotatie moeten plaatsvinden aan de voorziening jubileumuitkeringen. De dotatie in 2014 bedraagt 257K, waar in 2014 nog sprake was van een dotatie van 73K. De extra dotatie in 2014 zijn feitelijk ongedekte lasten. 6. Vaste voet/restrisico s uitvoeringsrisico in de bedrijfsvoering Een beschreven risico in het financieel risicoprofiel van de Alliantiescholen is het uitvoeringsrisico in de bedrijfsvoering. Naast de in het financieel risicoprofiel beschreven specifieke risico s die voldoen aan de criteria van onvoorzienbaarheid en onbeheersbaarheid bestaan (uiteraard) uitvoeringsrisico s in de bedrijfsvoering. Als zodanig zijn te noemen: Verkeerde aannames in de begroting; Het niet tijdig anticiperen op wijzigingen in de bekostiging; Weglekken van geld door fraude/fouten etc.; Het niet/te laat bijsturen bij begrotingsoverschrijdingen; Het niet tijdig realiseren van geplande bezuinigingsdoelstellingen; Het ontbreken van tijdige, volledige en betrouwbare stuurinformatie. Een schade als gevolg van dit risico heeft zich in 2014 geopenbaard bij het Pax Christi College. Het Pax Christi College is geconfronteerd met een leerlingdaling per 1 oktober 2014 ten opzichte van 1 oktober 2013 van 107 leerlingen. Dit betrof een voorziene daling van 39 leerlingen en een onvoorziene leerlingdaling van 68 leerlingen. Het Pax Christi heeft nagenoeg geen maatregelen genomen om de lasten (met name uiteraard de formatie) voor het schooljaar te reduceren naar het gedaalde Jaarverslag van 300

66 leerlingaantal per 1 oktober Hierdoor ontstaat een schade, die zich met name vanaf 2015 openbaart, omdat dan de financiering wordt ontvangen voor het gedaalde leerlingaantal, van bij benadering 107 leerlingen x 7600 = 813K Werking van de beheersmaatregelen In de begroting zijn de afspraken vastgelegd tussen bestuur en scholen over de in te zetten formatie op het leerlingaantal. Wanneer het werkelijke leerlingaantal hoger ligt dan begroot, kan dat aanleiding zijn om met het bestuur in overleg te gaan voor een hogere inzet van de formatie. Wanneer het leerlingaantal lager ligt dan begroot, is dat voor de school aanleiding om de in te zetten formatie te reduceren ten opzichte de begrote in te zetten formatie. Het Pax Christi College heeft aan deze afspraak geen uitvoering gegeven Analyse van het exploitatiesaldo De uitkomsten over 2014 zijn in vergelijking met 2013 en de interne begroting 2014 als volgt samen te vatten. Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie versus versus versus versus Realisatie Begroting Realisatie Begroting Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR EUR EUR % % Baten Personele lumpsum ,7% 1,9% Materiële lumpsum ,1% 9,0% Doelsubsidies ,3% -31,1% Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV ,0% 82,8% Overige overheidsbijdragen ,4% 2,9% Overige baten ,1% 14,3% Rentebaten en overige financiële baten ,8% -10,8% ,9% -0,8% Lasten Personele lasten ,2% 2,9% Afschrijving ,0% 2,0% Huisvesting ,8% -1,8% Overige instellingslasten ,8% 8,1% Rentelasten ,4% -7,4% ,6% 2,8% Totaal ,5% -80,5% De Alliantie Voortgezet Onderwijs heeft in 2014 een positief exploitatieresultaat behaald van 763K. De lasten zijn ten opzichte van de begroting 2014 toegenomen met 1.443K (1,6%). De baten zijn echter eveneens toegenomen, met 1.705K (1,9%), hetgeen leidt tot een beter dan begroot resultaat. In onderstaande tabel op de volgende pagina is de opbouw van het resultaat per school weergegeven. Jaarverslag van 300

67 Realisatie Realisatie versus versus Realisatie Begroting Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR EUR EUR SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Bestuursbureau Onderwijshuisvesting Nijmegen Servicebureau Boeken Alliantie Subtotaal overig Totaal Hier onder worden de verschillen tussen realisatie en begroting nader uitgewerkt. Analyse verschillen tussen realisatie 2014 en begroting 2014 Verklarende Realisatie Incidenteel Opbouw van het verschil tussen realisatie en begroting Overige componenten componenten 2014 Resultaat Verhouding BTW Deelnemer Overige versus op lumpsum P- suppletie bijdragen oorzaken Begroting school- pers. lasten versus 2014 boeken (inc. ID-banen) deeln.lasten Alliantie - onderdelen EUR Nvt (17) (8) SSgN (1) (9) Dominicus College (2) Mondial College (3) (10) Pax Christi College (4) (11) Maaswaal College (5) (12) Citadel College (6) (13) Stedelijk gymnasium (7) (14) Subtotaal scholen Bestuursbureau (15) (15) (15) Onderwijshuisvesting Nijmegen (16) (16) Servicebureau Boeken Alliantie Subtotaal overig Totaal De exploitatie van de Alliantie wordt in 2014 in gunstige zin beïnvloedt door een suppletie aangifte BTW over het tijdvak Van het totale hiermee gemoeide bedrag ad 941K valt tijdsevenredig een bedrag van 570K in 2014 vrij in de exploitatierekening. Het overige bedrag valt in de toekomst, tesamen met de afschrijvingslasten, vrij ten behoeve van de exploitatie en een (kleiner) deel wordt teruggestort als onverschuldigd betaalde BTW naar de HAN en de Radboud Universiteit. Zorgwekkend is echter de steeds verder verslechtende verhouding tussen de personele inkomsten en de personele uitgaven. Hierbij moet wel aangetekend worden dat in 2014 zich een aantal financiële risico s hebben geopenbaar die deze relatie beïnvloeden (zie paragraaf 2.9.1). Dit effect dreigt gemaskeerd te worden door (incidentele) meevallers in de exploitatie. Op de navolgende pagina s treft u de toelichting aan op de in bovenstaand overzicht met nummers gemarkeerde afwijkingen ten opzichte van de begroting. Jaarverslag van 300

68 (1) SSgN, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 101,37 98,96 2,40 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 3,25 2,50 0,75 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 104,62 101,46 3,16 Gemiddelde GPL per FTE * ,70% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) (2) Dominicus College, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 105,12 102,60 2,52 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 0,23 0,00 0,23 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 105,35 102,60 2,75 Gemiddelde GPL per FTE * ,74% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) (3) Mondial College, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 150,69 146,59 4,10 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 5,26 3,00 2,26 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 155,95 149,59 6,36 Gemiddelde GPL per FTE * ,00% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) Jaarverslag van 300

69 (4) Pax Christi College, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 189,55 184,47 5,07 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 3,45 6,50-3,05 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 193,00 190,97 2,02 Gemiddelde GPL per FTE * ,25% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) (5) Maaswaal College, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 218,85 213,69 5,16 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 1,80 6,10-4,30 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 220,65 219,79 0,86 Gemiddelde GPL per FTE * ,72% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) (6) Citadel College, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten * Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 103,38 108,15-4,77 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 1,41 2,50-1,09 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 104,79 110,65-5,86 Gemiddelde GPL per FTE * ,13% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) Jaarverslag van 300

70 (7) Stedelijk gymnasium, analyse verhouding personele lumpsum - personele lasten Realisatie Begroting Verschil Personele lumpsum Gemeentelijke bijdrage ID-banen Lonen en salarissen Overige personele lasten * Af : Uitkeringen Saldo Gemiddelde inzet in FTE 98,95 100,79-1,84 Gemiddelde inzet in FTE - stagiairs 2,68 3,33-0,66 Gemiddelde inzet in FTE - totaal 101,63 104,13-2,50 Gemiddelde GPL per FTE * ,73% * Lonen en salarissen/gemiddelde inzet in FTE (excl. stagiairs) (8) BTW suppletie Voor de Alliantie is, na de succesvolle afronding van het traject voor de BTW suppletie in 2012, op basis van de gemaakte afspraken met de belastingdienst, een nieuw traject voor de BTW suppletie opgestart. De beschikking hiervan is in 2014 ontvangen. In totaal is een bedrag van ontvangen van de belastingdienst. Omdat een deel van dit bedrag betrekking heeft op investeringen, wordt dit bedrag in de exploitatie toegerekend aan de afschrijvingen op deze investeringen. Dit is de reden dat niet de gehele retourontvangst van de BTW in 2014 vrijvalt in de exploitatie van Het volgende deel van de retour ontvangen BTW gelden valt vrij in de exploitatie van 2014: BTW op exploitatielasten, Geboekt onder de overige baten (rubriek ) BTW op investeringen Geboekt op de egalisatierekening onder de afschrijvingen (rubriek 4.2) Heffingsrente op de BTW suppletie Geboekt onder de rentebaten (rubriek 5.1) Totale vrijval BTW suppletie in kalenderjaar (1) Totale BTW suppletie (1) Vrij te vallen investerings BTW in toekomstige jaren plus door te storten overschuldigd betaalde BTW naar HAN en RU. (9) SSgN, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Afwijkingen ontstaan met name bij de volgende posten: Doelsubsidies, excl. schoolboeken Gesaldeerd een lagere vrijval van doelsubsidies (met name lager dan begrote baten voor de prestatiebox) Ouderbijdragen Als gevolg van een hogere subsidie dan begroot van het Europees Platform is er in K meer dekking voor ingezette uren voor internationalisering dan begroot Opbrengst interne leveringen Met name als gevolg van een in 2014 ontvangen eenmalige compensatie van Onderwijshuisvesting Nijmegen voor achterstallig onderhoud van de sporthal (50K) Overige baten - excl. BTW suppletie Diverse posten: - Hoger dan begrote opbrengst verhuur kluisjes, 16K. - Hogere overige baten (oa begeleiding participatieplaatsen, instroom leerling van buiten), 25K. 4.2 Afschrijvingen - excl. BTW suppletie (egalistierek.) Met name Hard- & software is lager dan begroot (uitstel), 12K Dotatie onderhoudsvoorziening Met name als gevolg van extra dotatie voor sporthal (zie de relatie met ) Klein onderhoud en exploitatie Budget is in 2014 beperkt aangesproken Energie en water Budget is in 2014 beperkt aangesproken, post was voorzichtig begroot Overige materiële lasten Met name als gevolg van het afboeken van Materiële Vaste Activa als gevolg van opschoning Leermiddelen O.a. als gevolg van niet begrote voor rekentoetsen en meer dan begrote RT Automatiseringslasten O.a. kosten InterNLnet en MMP zijn hoger dan verwacht Financiële baten en lasten - excl. BTW suppletie 378 Rentebaten waren zeer conservatief begroot Overig, niet verklaard Jaarverslag van 300

71 (10) Mondial College, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Afwijkingen ontstaan met name bij de volgende posten: Doelsubsidies, excl. schoolboeken Lager dan begrote vrijval doelsubsidies (o.a. prestatiebox) Lumpsum materieel Hoger dan begroot ag.v. meer LWOO leerlingen dan aanvankelijk begroot Ontv. doorbet. rijksbijdrage SWV Hoger dan begrote vrijval van (zorg)budgetten. 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies Licht hoger dan begrote ID-banen subsidie en licht hoger dan begrote subsidie OAB Verhuur Als gevolg van herrubricering (naar ) Detachering personeel ov. wzh. derden Gesaldeerd hoger dan begrote baten agv nieuwe detacheringen Opbrengst interne leveringen Met name als gevolg van een in 2014 ontvangen eenmalige compensatie van Onderwijshuisvesting Nijmegen voor achterstallig onderhoud van de sporthal (50K). Daarnaast ontvangen subsidie voor VSLO (6K) Overige baten - excl. BTW suppletie Herrubricering verhuur sporthal (zie de relatie met ), 20K Daarnaast diverse kleinere niet begrote baten (oa vignet gezonde school). 4.2 Afschrijvingen - excl. BTW suppletie Als gevolg van de positieve uitspraak van de rechtbank is de subsidie Praktijkgerichte Leeromgeving extra vrijgevallen met terugwerkende kracht (26K). Daarnaast is bijdrage van ouders voor de I-pad vrijgevallen (was niet begroot) Huur De huurlasten vielen hoger uit dan begroot. Er loopt een disupput met de gemeente Nijmegen over de hoogte van de kosten voor de buitensport Dotatie onderhoudsvoorziening Met name als gevolg van extra dotatie voor sporthal (zie de relatie met ) Klein onderhoud en exploitatie Energie en water De begrote enregiebesparing als gevolg van de verandering van de huisvesting is in de praktijk nog niet volledig zichtbaar Schoonmaakkosten Met name door extra schoonmaak als gevolg van uitgelopen oplevering van de nieuwe locatie Meeuwse Acker Heffingen Combinatie van lager dan begrote lasten voor de Energieweg 35 (9K) en positieve naverrekening Overige huisvestingslasten De verhuiskosten waren in de begroting als onderdeel van de investering in de nieuwbouw opgenomen. In de realisatie zijn deze direct ten laste van de exploitatie geboekt Drukwerk en reprokosten Budgetoverschrijding als gevolg van introductie nieuw logo Overige administratie en beheerslasten Het budget voor PR kosten is met 54K overschreden als gevolg van introductie nieuwe huisstijl (incl. logo). Dit wordt beperkt gecompenseerd door lagere kosten voor de salarisapplicatie (9K) en lagere kosten voor kantoorbenodigdheden (7K) Inventaris en apparatuur Budgetoverschrijding (met name gevolg van aamschaffingen voor nieuwe locatie) Leermiddelen Budget is (veel) meer aangesproken dan begroot. Dit heeft oa te maken met extra uitgaven voor het intrasectoraal programma. Een (bepertk) deel van de overschrijding wordt verklaard door leerlingstijging Automatiseringslasten Diverse hoger dan begrote uitgaven, die voornamelijk eenmalig van aard zijn. 5 Financiële baten en lasten - excl. BTW suppletie Rentebaten waren conservatief begroot Overig, niet verklaard (11) Pax Christi College, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Afwijkingen ontstaan met name bij de volgende posten: Doelsubsidies, excl. schoolboeken Lager dan begrote vrijval doelsubsidies (o.a.) door: - Begrote subsidie visueel gehand. Leerlingen niet ontv, wel begroot (10K) - LGF wordtr vanaf nieuwe schooljaar via SWV verstrekt Ontv. doorbet. rijksbijdrage SWV Hoger dan begrote vrijval van (zorg)budgetten van het samenwerkingsverband Detacheringen Niet begote detachering OP aan ander bestuur Opbrengst interne leveringen Hoger dan begrote baten voor de Academische Opleidingsschool Overige baten - excl. BTW suppletie Gesaldeerd lager dan begrote overige baten. 4.2 Afschrijvingen Aantal investeringen (componenten) in draadloos netwerk worden met een langere afschrijvingstermijn afgeschreven dan begroot. 4.3 Huisvestingslasten Gesaldeerd lager dan begroot door: - Lagere huurlasten (7K), was voorzichtig begroot - Lagere onderhoudslasten (8K) - Lagere dan begrote energielasten (12K) - Hoger dan begrote schoonmaaklasten (18K), te optimistisch begroot - Lagere dan begrote heffingen (12K) Drukwerk en reprokosten Agv foutieve facturatie door leverancier in het verleden, is inmiddels gecorrigeerd Overige administratie en beheerslasten Gesaldeerd lagere uitgaven, oa: - Lagere lasten voor salaris applicatie (9K) - Hoger dan begrote PR-lasten (11K) - Budget voor overige kosten beheer- en admin. is beperkt aangesproken (26K) - Diverse kleinere onderschrijdingen (portokosten, kantoorbenodigdheden) Leermiddelen Budget is (veel) meer aangesproken dan begroot, door meer aanschaf materiaal dan begroot (49K) en hogere examenkosten (12K) Automatiseringslasten Te krap begroot Overige lasten Budget projectkosten is beperkt aangesproken Overig, niet verklaard Totaal Jaarverslag van 300

72 (12) Maaswaal College, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Afwijkingen ontstaan met name bij de volgende posten: Doelsubsidies, excl. schoolboeken Hogere vrijval aan doelsubsidies dan begroot, door extra subsidie lerarenbeurs, bestrijding schoolverlaters en zij-instromers Ontv. doorbet. rijksbijdrage SWV Hoger dan begrote vrijval van (zorg)budgetten van het samenwerkingsverband. 3.4 Overige baten iov derden Deze baten zijn presentatietechnisch verschoven naar detacheringsbaten Verhuur De verhuurbaten zijn (licht) lager dan begroot Detachering Meer detacheringen dan begroot plus verschuiving van rubriek 3.4 (zie ook de toelichting bij rubriek 3.4) Opbrengst interne leveringen Niet begrote baten voor project VSLO Overige baten (minus BTW suppletie ) O.a. baten agv weer opnieuw plaatsen van leerling 4.2 Afschrijvingen (minus BTW suppletie ) Per saldo een kleine afwijking op de begroting 4.3 Huisvestingslasten Met name het gevolg van: - Lagere huurlasten dan begroot (-7K). - Extra uitgevoerd kein onderhoud (49K, met name extra schilderwerk). - Lager dan begrote lasten voor energie en water (-19K). - Lager dan begrote schoonmaaklasten (-11K). - Budget overige huisvestingslasten beperkt aangesproken (-6K) Drukwerk en reprokosten Budget is beperkt aangesproken Overige administratie en beheerslasten Met name het gevolg van: - Boekverlies afgevoerde computers (40K). - Extra uitgaven voor overige kosten beheer en admin. (11K). - Dit wordt deels gecompenseerd door minder uitgaven voor: - Salaris applicatie (-6K) - Abonnementen (-3K) - Portokosten (-4K) - PR-kosten (-3K) - Kantoorbenodigdheden (-2K) Inventaris en apparatuur Budget is beperkt aangesproken Leermiddelen Beperkte budgetoverschrijding Automatiseringslasten Budget is beperkt aangesproken Overige lasten Budget is beperkt aangesproken 5 Financiële baten en lasten - excl. BTW suppletie Rentebaten zijn, afgezien van de rente op de BTW suppletie, lager dan begroot Overig, niet verklaard Totaal Jaarverslag van 300

73 (13) Citadel College, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Afwijkingen ontstaan met name bij de volgende posten: Lumpsum materieel Hoger dan aanvankelijk begroot leerlingaantal Overige subsidies OCW (-/- schoolboeken) Lager dan begrote vrijval aan doelsubsidies (o.a. LGF loopt vanaf nieuwe schooljaar via samenwerkingsverband) Ontv. doorbet. rijksbijdrage SWV Hoger dan begrote vrijval van (zorg)budgetten van het samenwerkingsverband. (zie ook de relatie met 3.1.2) 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies De Huuropbrengst van verhuur ruimte aan een PO-instelling was onterecht op deze post begroot, omdat de einddatum van de verhuurovereenkomst al eerder was bereikt Opbrengst interne leveringen Hoger dan begrote baten voor de Academische Opleidingsschool (3K) en niet begrote baten voor VSLO (7K) Overige baten (minus BTW suppletie ) Subsidie OAB was niet begroot (39K). Opbrengst projectactiviteiten was begroot op 15K en zijn in de realisatie verantwoord onder kosten projectactiviteiten. 4.2 Afschrijvingen (minus BTW suppletie ) Met name als gevolg van: - Tweetal posten die niet begroot waren: - Afschrijving verbouwing 10 jr, 252K - Investeringssubsidies, -/- 394K - Afschrijving verbouwing 3jr valt hoger uit dan begroot, 13K Huur Er is meer dan begroot gebruik gemaakt van huur van gymzalen (oa door stijging leerlingaantal) Dotatie onderhoudsvoorziening Het in 2014 opgestelde MOP voor de Griftdijk wijst uit dat met een substantieel lagere dotatie volstaan kan worden dan waar in de begroting rekening mee was gehouden Klein onderhoud en exploitatie Met diverse posten was in de begroting geen rekening gehouden: architectkosten (10K), inrichting/verbouwing Dijkstraat (14K), onderhoudscontract DKC (8K) en Saval (4K) plus diverse kleinere posten (4K) Energie en water O.a. door gebruik van de WKO installatie Schoonmaakkosten Extra schoonmaak (oa agv verbouwing) plus indexatie Heffingen OZB heffing wordt in de praktijk door Onderwijshuisvesting Nijmegen betaald Overige huisvestingslasten Met name als gevolg van advieskosten voor verbouwing en kosten opstellen MOP Drukwerk en reprokosten Budget is beperkt aangesproken Overige administratie en beheerslasten Diverse onderschrijdingen en overschrijdingen. Grotere zijn: Representatiekosten (9K), als gevolg van overlijden leerling, Contributies en lidmaatschappen (7K), te laag begroot en kantoorbenodigdheden (6K), te laag begroot. Dit wordt beperkt gecompenseerd door lagere kosten voor PR (9K) Leermiddelen Zowel het budget voor secties als de kosten voor examen/diplomering zijn overschreden. Daarnaast is er een bedrag van 20K op deze rekening geboekt die was begroot onder een andere post Automatiseringslasten Hoger dan begrote licentiekosten, tussentijdse aanschaf laptops en klein materiaal Overige materiële lasten In de begroting was rekening gehouden met externe inkoop van diensten voor LGF leerlingen. In de praktijk is dit voor een belangrijk deel intern ingevuld. 5 Financiële baten en lasten - excl. BTW suppletie Budget is (nog) beperkt aangesproken Overig, niet verklaard Totaal (14) Stedelijk gymnasium, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen ten opzichte van de begroting Niet geoormerkte doelsubs. excl. schoolboeken Gesaldeerd is de vrijval doelsubsidies licht lager dan begroot. Dit is een combinatie van Visueel gehandicapte leerlingen (-3K), LGF (3K), VSV (4K) en de prestatiebox (-10K) Ontv. doorbet. rijksbijdrage SWV Hoger dan begrote vrijval van (zorg)budgetten van het samenwerkingsverband. 3.4 Overige baten iov derden Deze baten zijn presentatietechnisch verschoven naar de overige baten Detachering personeel Per saldo meer gedetacheerd dan begroot Opbrengst interne leveringen Niet begrote baten voor VSLO (6K) Overige baten (minus BTW suppletie ) Met name de verschuiving van rubriek 3.4 naar deze rubriek draagt bij aan deze hogere baten (43K). 4.2 Afschrijvingslasten Met name door op een later moment te investeren dan waar in de begroting rekening was gehouden. 4.3 Huisvestingslasten Met name de energielasten vallen lager uit dan begroot (-16K) door de zachte winter en het plaatsen van zonnepanelen Drukwerk en reprokosten Budget is beperkter aangesproken dan begroot Leermiddelen De sectiebudgetten zijn in 2014 beperkter aangesproken dan begroot Overige materiele lasten Dit betreft een samenstel van onderschrijdingen en overschrijdingen. Enkele opvallende zijn: kosten salarisapplicatie (-7K), Contributie en lidmaatschappen (6K), PR-kosten (12K, als gevolg van nieuwe schoolwebsite) Automatiseringslasten Het budget voor automatiseringslasten is beperkter aangesproken dan begroot Overige materiële lasten Dotatie voorziening dubieuze debiteuren (18K). Eerder werd dit gesaldeerd met de baten. 5 Financiële baten en lasten - excl. BTW suppletie De rentebaten vallen wat hoger uit dan (conservatief) begroot Overig, niet verklaard Jaarverslag van 300

74 (15) Bestuursbureau, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen ten opzichte van de begroting 4.1. Personele lasten en detach Combinatie van per saldo minder inzet/lagere salarislasten dan begroot (oa. Niet ingevulde vacature beleidsmedewerker) en per saldo lager dan begrote overige personele lasten (oa wervingskosten) Opbrengst interne leveringen Stijging inkomsten agv stijging lumpsum personeel Overige baten Voornamelijk als gevolg van BTW suppletie Hierin is een bedrag van 25K voor het voormalige Flex College verdisconteerd Afschrijving hard- en software De urenondersteuning voor de implementatie van Exact was als onderdeel van het project in de MVA begroting opgenomen. In de realisatie is de urenondersteuning geboekt onder de automatiseringslasten Overige admin. en beheerslasten Budget voor onvoorzien is beperkt aangesproken Inventaris en apparatuur Budget is beperkt aangesproken Automatiseringslasten Hoger dan begrote lasten voor externe ICT ondersteuning (project Exact implementatie) Het totale project was begroot onder de Materiële Vaste Activa. In de realisatie is een splitsing gemaakt tussen hard-software en dienstverlening Overige Hoger dan begrote projectuitgaven, met name door een anders dan begrote fasering van het ICT portal voor het bestuursbureau, gecombineerd met de uitbreiding van Sharepoint met Office365 (incl. de migratie van Exchange). 5.1 Rentebaten Deze zijn licht hoger dan begroot, als gevolg van rente op de BTW suppletie Overig, niet verklaard (16) Onderwijhuisvesting Nijmegen, belangrijkste verklaringen van de afwijkingen in de categorie 'overige oorzaken' Overige gemeentelijke bijdr Indexering van de gemeentelijke vergoeding (0,9%). Dit effect wordt (beperkt) afgevlakt door verschuiving in bekostigingscategorieën (tov de begroting) van leerlingen en verlies van een vaste voet in de bekostiging (afstoten H400). 3.5 Overige baten Met name BTW suppletie (4K). 4.1 Personele lasten Budget overige personele lasten is nagenoeg niet aangesproken 4.2 Afschrijvingslasten Combinatie van: - (Extra) vrijval egalisatierekening agv BTW suppletie (18K) - Gebouwen 25jr, +27K, agv later dan begrote overdr. Streekweg 21 aan gemeente Nijmegen (27K) - Verbouwingen 10 jr, glasvezelaansluiting Mondial College (was anders begroot) (2K) - Gebouwen 40 jr, Lager dan begrote bouwsom geactiveerd (-5K) Huur Met name als gevolg van: - Niet begrote huurverhoging Energieweg 35 (4K) - Hoger dan begrote ureninzet binnensport Citadel College en Stedleijk Gym (14K) Verzekeringen Met name als gevolg van: - Lager dan begrote premie door nieuwe europese aanbesteding door beursmakelaar - Ontvangen creditnota over Heffingen Hoger dan begrote lasten als gevolg van tariefaanpassingen Overige huisvestingslasten Combinatie van: - Oorspronkelijk begrote budget (voor oplevering S21) is beperkt aangesproken (-89K) - Niet begrote bijdrage vanuit OHN voor SSgN en Mondial College voor onderhoud aan de sporthallen (100K). - Verhuiskosten/schoonmaakkosten Mondial College (35K). Deze waren in de begroting bij de bouwsom opgenomen. 5 Financiële baten en lasten Met name a.g.v. lager dan begrote rentevoet voor de interne financiering Overig, niet verklaard (17) Resultaat op schoolboeken Een aantal scholen, met name Pax Christi College, heeft het resultaat op schoolboeken conservatief begroot. Jaarverslag van 300

75 2.9.3 Analyse van de financiële positie Kader financieel continuiteitstoezichtskader Inspectie De inspectie hanteert met ingang van 1 september 2013 nog slechts twee toezichtarrangementen in haar financiële toezicht: 1) Basistoezicht Het toezicht beperkt zich tot de jaarlijkse risicoanalyse aan de hand van de jaarcijfers; 2) Aangepast financieel continuïteitstoezicht De financiële continuïteit van het onderwijs is binnen afzienbare termijn in het geding. De inspectie vraagt het bestuur een verbeterplan op te stellen en volgt de uitvoering daarvan met een intensiteit passend bij de ernst van de situatie Aanscherping indicatoren financiële risicoanalyse De indicatoren voor de jaarlijkse risicoanalyse zijn uitgebreid en aangescherpt. Met onderstaande indicatoren selecteert de Inspectie van het Onderwijs besturen voor een inhoudelijke analyse. In het dashboard overzicht worden de kengetallen voor de meting van het vermogensbeheer (Solvabiliteit, Financiële buffer) en het budgetbeheer (Liquiditeit en rentabiliteit) afgezet tegen de bovengenoemde grenzen in het actuele toezichtskader van de Inspectie van het Onderwijs. Jaarverslag van 300

76 Dashboard Alliantie Voortgezet Onderwijs - samengevoegd BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% 0% Vereist minimum : 10,2% 29,3% 29,3% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 46,6% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 14,7% 14,7% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 0,8% 0,841% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 2,0202,1% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

77 Toelichting op het dashboard - Alliantie Voortgezet Onderwijs Weerstandsvermogen Het weerstandvermogen legt een relatie tussen het aanwezige eigen vermogen en de baten. Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de meting van de relatieve rijkdom van een instelling en geeft aan in welke mate de instelling in staat is om tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs laat ultimo 2014 een score zien van 29,3% en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen. In onderstaande figuur is een specificatie van (de ontwikkeling van) het kengetal opgenomen Eigen vermogen Baten 29,3% / Eigen vermogen / Baten 28,2% >2014 Eigen vermogen Baten 1,1% Resultaat Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Rentebaten Overige financiële baten Waardeveranderingen financiële va en effecten Overige opbrengsten financiële va en effecten - Som der mutaties Het weerstandsvermogen is gestegen van 28,2% eind 2013 naar 29,3% eind Dit wordt veroorzaakt het positieve exploitatieresultaat De baten laten per saldo een daling zien. Dit wordt met name veroorzaakt door daling van de rijksbijdragen (-/ K), wat voornamelijk veroorzaakt wordt doordat de eenmalige in 2013 uitgekeerde middelen uit het herftsakkoord in 2014 niet zijn gecontinueerd. Jaarverslag van 300

78 Kapitalisatiefactor en financiële buffer Om vast te stellen of een bestuur mogelijk over teveel middelen beschikt die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces, introduceerde de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen een nieuw financieel kengetal, de kapitalisatiefactor. De definitie van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen is als volgt: Mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare financiële buffer en wordt berekend door de telling van de debetzijde van de balans te verminderen met de boekwaarde van de post gebouwen en terreinen en dit totaal te delen door de totale baten vermeerderd met de rentebaten. De insteek hierbij is dus primair het kapitaal (de activazijde van de balans) en niet het (eigen) vermogen (de passivazijde van de balans). De signaleringswaarde van de kapitalisatiefactor heeft de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen bepaald op 35% voor grote besturen en 60% voor kleine besturen. Voor middelgrote besturen wordt een glijdende schaal gehanteerd. Binnen de kapitalisatiefactor worden een drietal functies onderscheiden, namelijk 1) De transactiefunctie. Er dienen middelen te worden aangehouden voor het betalen van kortlopende schulden. 2) De financieringsfunctie. Er dienen middelen te worden aangehouden om de materiële vaste activa (met uitzondering van de gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. 3) De bufferfunctie. Er dienen middelen te worden aangehouden voor het opvangen van onvoorziene risico s. In het financieel toezichtskader ligt voor de Inspectie van het Onderwijs primair de focus op de bufferfunctie (de bufferliquiditeit) en niet op de kapitalisatiefactor als totaal. Een (te) hoge bufferliquiditeit geeft voor de Inspectie van het Onderwijs aanleiding om met het bestuur afspraken te maken om (een deel van) het surplus in te zetten voor het onderwijsproces. Een (te) lage bufferliquiditeit geeft aan dat er mogelijk onvoldoende middelen in liquide vorm aanwezig zijn om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. De Alliantie Voortgezet Onderwijs wordt in de normering als een groot bestuur aangemerkt. De toepasselijkge grenzen voor de Alliantie voor de financiële buffer (bufferfunctie) zijn: 0% - 15% (zijnde 3 x 5%). De financiële buffer van de Alliantie Voortgezet Onderwijs laat ultimo 2014 een score zien van 14,7% en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen. In de figuur op de volgende pagina is een specificatie van (de ontwikkeling van) het kengetal opgenomen. Jaarverslag van 300

79 2014 Balanstotaal MVA-geb.&terr. Baten 0, / / Balanstotaal MVA-geb.&terr. Baten 0, / / >2014 Balanstotaal MVA-geb.&terr. Baten 0, Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Gebouwen en terreinen MVA in uitvoering - gebouwen en terr Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Rentebaten Overige financiële baten Waardeveranderingen financiële va en effecten Overige opbrengsten financiële va en effecten - Som der mutaties NB: De egalisatierekening (rubriek Investeringssubsidies) is in mindering gebracht op de balanspost Gebouwen en terreinen. De egalisatierekening is bedoeld om (met name) investeringssubsidies in de toekomst vrij te laten vallen naar rato van de afschrijvingslasten op de oorspronkelijke investering. In de egalisatierekening is geen onderscheid gemaakt tussen gebouwen en terreinen enerzijds en overige materiële vaste activa anderzijds. Het overgrote deel van de egalisatierekening heeft echter betrekking op gebouwen en terreinen. Dit is de reden waarom deze post in mindering is gebracht op de balanspost gebouwen en terreinen. Jaarverslag van 300

80 De bufferliquiditeit kan als volgt worden berekend: Berekening van de kapitalisatiefactor en bufferliquiditeit Berekening kapitalisatiefactor Totaal kapitaal (balanstotaal) MVA - gebouwen en terreinen MVA in uitvoering - gebouwen en terreinen Investeringssubsidies De kapitalisatiefactor bedraagt Berekening transactiefunctie 2.5 Kortlopende schulden Minus : egalisatierekening (bij Alliantie in mindering gebracht op de MVA) - - De transactiefunctie bedraagt Berekening financieringsfunctie Boekwaarde overige materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen MVA in uitv. - inventaris en apparatuur MVA in uitv. - overige Aanschafwaarde overige materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Inventaris en app. Voor 01/01/ Andere vaste bedrijfsmiddelen MVA in uitv. - inventaris en apparatuur MVA in uitv. - overige De normatieve financieringsbehoefte bedraagt x 50% x 50% De financieringsfunctie bedraagt De bufferfunctie bedraagt De bufferfunctie bedraagt als percentage van de baten * 10,4% 14,7% * Totale baten Jaarverslag van 300

81 Solvabiliteit De solvabiliteit legt een relatie tussen het eigen vermogen en het balanstotaal. De solvabiliteit is een meeteenheid voor de mate waarin de onderneming met eigen middelen is gefinancierd. De solvabiliteit geeft aan op welke wijze de bezittingen, die op de actiefzijde van de balans staan, zijn gefinancierd, namelijk met eigen vermogen en/of vreemd vermogen. Het eigen vermogen wordt opgevat als de financiële buffer voor het opvangen van ondernemingsrisico's. Hoe lager de solvabiliteit is, des te groter is het risico, dat de vermogensverstrekkers hun vermogen deels of geheel verloren zien gaan. Een slechte solvabiliteit bemoeilijkt daarom het vinden van nieuwe vermogensverstrekkers. Wanneer een VO-instelling eigenaar is van de gebouwen en terreinen, zal meer nadruk liggen op het kengetal solvabiliteit dan wanneer het schoolbestuur geen eigenaar is. De solvabiliteit (in ruime zin, dus inclusief de voorzieningen) van de Alliantie Voortgezet Onderwijs laat ultimo 2014 een score zien van 46,6% en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen (>30%). In het onderstaande overzicht zijn de componenten opgenomen die de solvabiliteit (incl. voorzieningen) bepalen. Daarbij is het verschil van de waarden van de (deel-)componenten per ultimo 2014 en per ultimo 2013 weergegeven Eigen vermogen Voorzieningen Totaal vermogen 46,6% / / Eigen vermogen Voorzieningen Totaal vermogen 44,7% / / >2014 Eigen vermogen Voorzieningen Totaal vermogen 1,8% Resultaat Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Som der mutaties De solvabiliteit laat een stijging zien van 44,7% ultimo 2013 naar 46,6% ultimo Als gevolg van het positieve resultaat over 2014 (763K) stijgt het eigen vermogen. Ook de voorzieningen laten een stijging zien (987K). Voor een analyse van deze stijging wordt verwezen naar paragraaf van de jaarrekening. Verder neemt het balanstotaal af door aflossing op de langlopende leningen (1100K) en door een afname van de kortlopende schulden (13K). Voor een analyse van de afname van de kortlopende schulden wordt verwezen naar paragraaf van de jaarrekening. Jaarverslag van 300

82 Liquiditeit De liquiditeit (current ratio) van de Alliantie Voortgezet Onderwijs laat ultimo 2014 een score zien van 2,02 en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen (>0.75). In onderstaande figuur is een specificatie van (de ontwikkeling van) het kengetal opgenomen Vlottende activa Kort vreemd verm. 2, / Vlottende activa / Kort vreemd verm. 1, >2014 Vlottende activa Kort vreemd verm. 0, Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Kortlopende schulden Som der mutaties Voor een analyse van de kasstromen in 2014 leidend tot de mutatie in de liquide middelen verwijzen wij kortheidshalve naar het kasstroomoverzicht (paragraaf van de jaarrekening). Jaarverslag van 300

83 Rentabiliteit Het kengetal rentabiliteit heeft in de context van een onderwijsinstelling een andere connotatie dan in het bedrijfsleven. Bedoeld is niet: de mate van winstgevendheid, aangezien een onderwijsinstelling geen winstoogmerk heeft. De rentabiliteit geeft het resultaat weer van het budgetbeheer van een instelling: de mate waarin inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn (resultaat uitgedrukt in procenten van de totale baten). Omdat het budgetbeheer streeft naar een structureel evenwicht, zou de rentabiliteit structureel dichtbij nul moeten uitkomen. Een meerjarig gemiddelde kan een bruikbare indicatie geven van de structurele waarde. Onderwijsinstellingen die in staat zijn om een structureel evenwicht in baten en lasten te realiseren zijn in control over hun bedrijfsvoering en kunnen met minder kapitaal en buffervermogen af. De rentabiliteit van de Alliantie Voortgezet Onderwijs laat over 2014 een score zien van 0,8% en valt daarmee binnen de signaleringsgrenzen (>0%). In het onderstaande overzicht zijn de componenten die de rentabiliteit bepalen, opgenomen. Tevens is het verschil van de waarden van die componenten per ultimo 2014 en per ultimo 2013 opgenomen Resultaat Baten 0,8% / Resultaat / Baten 4,3% >2014 Resultaat Baten -3,4% Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Rentebaten Overige financiële baten Waardeveranderingen financiële va en effecten Overige opbrengsten financiële va en effecten - Som der mutaties Het resultaat over 2014 is lager dan het resultaat over 2013, omdat het resultaat in 2013 wordt vertekend door de incidenteel toegekende middelen uit het herfstakkoord. Jaarverslag van 300

84 SSgN BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% 0% Vereist minimum : 13,7% 14,9% 14,9% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 66,2% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 2,3% 2,3% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% -2,0% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 1,20119,8% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

85 Dominicus College BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 11,9% 45,1% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 87,5% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 36,4% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% -2,9% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 5,50549,8% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

86 Mondial College BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 11,0% 9,5% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 64,1% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% -14,7% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% -1,4% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 0,72 Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

87 Pax Christi College BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% 0% Vereist minimum : 9,4% 17,4% 17,4% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 77,2% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 9,2% 9,2% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 1,1% 1,144% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 2,60259,7% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

88 Maaswaal College BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 9,9% 46,4% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 84,0% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 42,3% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 1,3% 1,290% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 4,80479,8% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

89 Citadel College BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 8,7% 8,0% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 64,1% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 7,1% 7,1% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 3,9% 3,875% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 1,93192,6% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

90 Stedelijk Gymnasium BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% 0% Vereist minimum : 9,9% 10,8% 10,8% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 73,6% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 15,5% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 0,0% 0,023% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 2,80279,5% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

91 Bestuursbureau BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 21,6% 81,1% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 4,8% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 93,9% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 4,4% 4,442% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 1,05104,7% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

92 Onderwijshuisvesting Nijmegen BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM VOOR HET VERMOGENSBEHEER 30% 40% 30% 40% 0,5 5,0% 10,0% 0,6 0,7 15,0% 0,4 0,8 20% 50% 20% 50% 0,35 0,0% 0,3 0,9 20,0% 10% Vereist minimum : 0,0% 111,2% 0% 70% Weerstandsvermogen 60% 10% 0% 9,5% 70% Solvabiliteit (in ruime zin) 60% 0,2-5,0% 0,1-10,0% 8,8% 8,8% Bufferliquiditeit 1,0 25,0% 1,1 30,0% 1,2 LEGENDA Realisatie Begroting Vorig jaar BALANS Realisatie Realisatie EUR EUR Activa Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa - - Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Totaal activa Passiva Realisatie Realisatie EUR EUR 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden - - Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva STAAT VAN BATEN EN LASTEN Realisatie Begroting Real. vs Begr. Realisatie EUR EUR EUR EUR 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten Totaal baten BEOORDELINGSINSTRUMENTARIUM 0,0% VOOR HET BUDGETBEHEER 1,0% 2,0% 3,0% 4,0% 5,0% 4. Lasten 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten ,0% -2,0% 13,6% 13,587% Rentabiliteit 7,0% 6,0% Saldo baten en lasten ,5 5. Financiële baten en lasten ,0 2,0 Resultaat ,75 6. Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen Aandeel derden in resultaat Exploitatiesaldo ,5 0,0 0,40 1,02102,4% Liquiditeit 3,0 2,5 Jaarverslag van 300

93 Servicebureau Boeken Alliantie Nvt. Lasten worden omgeslagen over de scholen en afgesproken is dat het SBA geen eigen vermogen vormt. Jaarverslag van 300

94 2.9.4 Continuiteitsparagraaf Algemeen De meerjarenbegroting bestrijkt een tijdvak van drie kalenderjaren. Het eerste kalenderjaar wordt beschouwd als een begroting, waarvoor goedkeuring gevraagd wordt aan het college van bestuur. De twee laatste kalenderjaren worden beschouwd als een raming. De rol van de begroting voor het eerste kalenderjaar is helder. Het begrote exploitatieresultaat van dat jaar is het vermoedelijk beloop van dat begrotingsjaar, zoals dat achteraf in de jaarrekening zal worden vastgesteld. Met andere woorden, alle eventueel te nemen maatregelen om een evenwicht tussen baten en lasten te realiseren in dat kalenderjaar zijn in deze kalenderjaarbegroting verwerkt. De rol van het meerjarenperspectief (de 2 begrotingsjaren volgend op de kalenderjaarbegroting) is primair een signaalfunctie, waarbij: De lumpsum (P en M) wordt opgenomen als een resultante van de geprognosticeerde leerlingstromen Onzekere financieringsstromen niet wordt opgenomen, tenzij op advies van de beleidsgroep F de rectorenraad anders besluit De begrote loonkosten worden opgenomen op basis van de actuele positie bij de start van het begrotingsproces, aangevuld met de (geplande) mutaties voor het aankomend begrotingsjaar en de opvolgende ramingsjaren (op basis van (o.a.) verandering in leerlingstromen). Deze (geplande) mutaties zijn (o.a.) o Mutaties in leerlingstromen (niet alleen in aantallen, maar ook in samenstelling (bijv. LWOO-regulier)); o Inzet van de functiemix; o Mutaties in formatie op basis van uitstroom op basis van leeftijd. De consequenties van de investeringsbegroting (als onderdeel van de meerjarenbegroting) zoals afschrijvingslasten en rentederving op geïnvesteerd vermogen worden in de meerjarenbegroting voor het volledige tijdvak meegenomen. De doorwerking van de (evt.) verwerkte maatregelen voor het eerste begrotingsjaar worden opgenomen. Het meerjarenperspectief in de meerjarenbegroting hoeft dus niet op een resultaat van nul te sluiten. De rol en de kracht van het meerjarenperspectief is hiermee dat tijdig zichtbaar wordt gemaakt wat de resultaatsontwikkeling in meerjarenperspectief zal zijn, zodat tijdig hierop kan worden geanticipeerd. In een separate in de begroting opgenomen toelichtende paragraaf (per school) wordt vervolgens de resultaatsontwikkeling in meerjarenperspectief besproken, waarbij deze ontwikkeling wordt toegelicht en wordt aangegeven welk type maatregelen genomen wordt om baten en lasten in evenwicht te brengen. De schoolbegroting is een document waarin de financiële consequenties van het schoolbeleid zijn opgenomen. Jaarverslag van 300

95 Beschouwing van de verwachte ontwikkeling van de financiële positie De belangrijkste kengetallen voor de meting van het vermogensbeheer (weerstandsvermogen) en het budgetbeheer (rentabiliteit) laten de volgende ontwikkeling zien. VOORUITKIJK VERMOGENSBEHEER EN BUDGETBEHEER VERMOGENSBEHEER (Weerstandsvermogen) 30% 40% BUDGETBEHEER (Rentabiliteit) 2,0% 3,0% 20% 50% 1,0% 4,0% 0,0% 5,0% 10% 60% 0% Vereist minimum : 9,9% 29,7% 29,7% 70% Weerstandsvermogen -1,0% -2,0% 1,7% 1,7% Rentabiliteit 7,0% 6,0% VERMOGENSBEHEER (Weerstandsvermogen) BUDGETBEHEER (Rentabiliteit) % % Eigen vermogen per bij : Vermoedelijk resultaat Eigen vermogen per ,4% bij : Resultaat Resultaat ,7% Eigen vermogen per ,7% bij : Resultaat Resultaat ,1% Eigen vermogen per ,0% bij : Resultaat Resultaat ,1% Eigen vermogen per ,0% LEGENDA Jaarverslag van 300

96 Staat van baten en lasten Staat van baten en lasten BATEN 3.1 Rijksbijdragen Begroting Begroting Begroting Lumpsum personeel Lumpsum materieel Rijksbijdrage OCW Geoormerkte OCW subsidies Niet geoormerkte OCW subsidies - schoolboeken Niet geoormerkte OCW subsidies - overig Niet geoormerkte OCW subsidies Toerekening investeringssubsidies OCW Overige subsidies OCW Overige overheidsbijdragen en -subsidies Gemeentelijke bijdrage educatie Gemeentelijke bijdrage ID-banen Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies Gemeentelijke bijdragen Overige overheidsbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Lesgelden sector VO Examengelden Onderwijsverplichtingen Vrijval onderwijsverplichtingen Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Contractonderzoek Overige Overige baten Verhuur Detachering personeel Schenking Sponsoring Deelnemerbijdragen Opbrengst interne leveringen Doorbelaste lasten schoolboeken Overige Overige TOTAAL BATEN Personele lasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Onttrekking personele voorzieningen ( ) ( ) ( ) Vrijval personele voorzieningen (88.059) (87.449) ( ) Personeel niet in loondienst Kosten WW-uitkeringen Vavo/Eigenwijs/Flex Coll./Tussent. uitstroom Dotaties fondsen Overige Overig Overige personele lasten Af : Uitkeringen Jaarverslag van 300

97 4.2 Afschrijvingen Begroting Begroting Begroting Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Verbouwingen (10 jaar) Verbouwingen (3 jaar) Gebouwen (25 jaar) Gebouwen (30 jaar) Gebouwen (40 jaar) Renovatie (20 jaar) Gebouwen en terreinen Gebouwinstallaties/machines/terreininstallaties Inventaris en app. voor 01/01/ (Kantoor)inventaris en apparatuur Schoolmeubilair Audiovisuele middelen - algemeen Gereedschappen en machines Audiovisuele middelen - digiborden Inventaris / apparatuur Transportmiddelen Hard-en software Boeken (2 jaar) Boeken (3 jaar) Boeken (4 jaar) Hard-en software - tablets Andere vaste bedrijfsmiddelen In uitvoering en vooruitbetalingen Subtotaal voor aftrek investeringssubsidies Investeringssubsidies ( ) ( ) ( ) Totaal afschrijvingslasten op materiële vaste activa Totaal afschrijvingslasten op activa Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Overige materiële lasten Drukwerk en reprokosten Accountantskosten Doorbelaste kosten opleiden in de school Overige Administratie en beheerslasten Inventaris en apparatuur Leermiddelen Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Kosten Raad van Toezicht Kosten interne leveringen (0) (0) (0) Deelnemerslasten Automatiseringslasten Verzekeringen - niet huisvesting Schoolboeken Overige Overige TOTAAL LASTEN SALDO BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten Overige financiële baten Waardeveranderingen financiële va en effecten Overige opbrengsten financiële va en effecten Rentelasten ( ) ( ) ( ) RESULTAAT zoals dat in de jaarrekening wordt vastgesteld Overfinanciering of voorfinanciering (op de lumpsum vergoeding)? Overfinan. Overfinan. Overfinan. Bedrag van de overfinanciering of voorfinanciering RESULTAAT excl. effect van overfinanciering/voorfinanciering Jaarverslag van 300

98 Per resultaat verantwoordelijke eenheid ziet het beeld er als volgt uit: School Begroting Begroting Begroting SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Bestuursbureau Onderwijshuisvesting SBA Consolidatiecorrecties Totaal Alliantie VO Verwachte ontwikkelingen in de bekostiging In het begrotingstijdsvak wordt (naar verwachting) een fors aantal wijzigingen in het prijspeil van de bekostiging doorgevoerd. Voor de belangrijkste gewijzigde finaniceringsstromen, te weten de personele lumpsum (LS- P), de materiële lumpsum (LS-M) en de Prestatiebox, wordt het effect per school per jaar in de onderstaande tabellen weergegeven. Kalenderjaar 2015 School Begroting Begroting Begroting Begroting LS-P LS-M Prestatiebox Totaal SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Kalenderjaar 2016 School Begroting Begroting Begroting Begroting LS-P LS-M Prestatiebox Totaal SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Kalenderjaar 2017 Jaarverslag van 300

99 School Begroting Begroting Begroting Begroting LS-P LS-M Prestatiebox Totaal SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen De mutatie in de lumpsum personeel kan als volgt naar onderdelen worden gesplitst. Begroting Begroting Begroting Taakstelling lente akkoord Vereenvoudiging bekostiging Bezuiniging profielen HAVO/VWO NOA : Extra huisvestingsmiddelen gemeentefonds Begroting 2014: Ophoging lumpsum Sectorakkoord : klassenassistenten NOA : loonruimte Compensatie werkgeverslasten Aktieplan LeerKracht - Alleen OP!! Totaal Toelichting op de onderscheiden posten: 1. Taakstelling lenteakkoord In het Lenteakkoord (2013) is afgesproken om ook het VO een taakstelling te geven, het verloop is grillig: 43,7 miljoen euro in 2014, 49,9 miljoen in 2015, 67,8 miljoen in 2016 en 59,3 miljoen vanaf Vereenvoudiging bekostiging Dit is een korting op de personele lumpsum waar niets tegenover staat. In 2013 is al 50 miljoen euro bezuinigd, in 2014 komt daar nog 10 miljoen bij. Deze bezuiniging is reeds volledig in de huidige GPL opgenomen. 3. Bezuiniging profielen HAVO/VWO Inhoudelijk gebeurt niets met de profielen, daarmee is dit ook (net als bij 2) een korting op de lumpsum zonder dat daar voor de VO-scholen taakvermindering tegenover staat. 4. Per jaar geven gemeenten 256 miljoen euro te weinig uit aan huisvesting. Daarom is besloten dat deze 256 miljoen euro gekort wordt op het gemeentefonds, en toegevoegd aan de lumpsum van PO en VO. Dit is bekrachtigd in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) en kan worden teruggevonden in de begroting Voor het VO gaat het om 110 miljoen euro vanaf De VO-raad gaat er vanuit dat dit bedrag wordt toegevoegd aan de personele lumpsum, zodat de scholen zelf kunnen bepalen waar het geld aan besteed wordt. Per school heeft dit het volgende resultaat voor de begroting, per jaar: School Begroting Begroting Begroting SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen In het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) is afgesproken dat de VO-sector in 2014 extra loonruimte krijgt als de sector erin slaagt om voor 1 juni 2014 een CAO af te sluiten. Jaarverslag van 300

100 Deze incidentele, extra loonruimte bedraagt voor het VO 12 miljoen euro. Verder is afgesproken dat in 2015 de nullijn wordt losgelaten. Welk bedrag aan loonruimte daardoor structureel vrijkomt, wordt bepaald aan de hand van het referentiemodel. In dit model wordt de stijging van de loonruimte in de publieke sector gerefereerd aan de stijging in de markt. De uitkomst hiervan is daarom pas in de loop van 2015 bekend. Tegenover deze ophoging van de lumpsum staan ook in gelijke omvang lasten. 6. Nvt 7. Om uitdagend onderwijs voor elke leerling te kunnen realiseren (onder meer maatwerk, differentiëren in de klas), kunnen besturen en scholen klassenassistenten inzetten. OCW stelt hiervoor financiële middelen beschikbaar. In het sectorakkoord is afgesproken dat er vanaf 2015 jaarlijks 21 miljoen euro wordt toegevoegd aan de lumpsum van de scholen. 8. In 2014 wordt de personele lumpsum met 0,21% opgehoogd als gevolg van gestegen werkgeverslasten. 9. Dit betreft compensatie voor de extra lasten (inkorting salarislijnen en inzet van de functiemix) worden gemaakt als gevolg van aktieplan LeerKracht. Naast bovengenoemde prijspeilwijzigingen, die deels bedoeld zijn voor compensatie van lastenstijgingen en deels ook niet, hebben de volgende wijzigingen in het prijspeil van baten en lasten invloed op de begroting : 1. Afschaffen maatschappelijke stage De subsidie Maatschappelijke stage wordt afgeschaft per 1 augustus Om een indicatie te geven van de effecten hiervan op de bekostiging van de Alliantiescholen in het begrotingstijdvak is in onderstaande tabel de laatste beschikking (schooljaar ) opgenomen en op basis hiervan de teruggang in bekostiging in het begrotingstijd berekend. School Beschikking Begroting Begroting Begroting SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Invoering nieuwe CAO In juni 2014 sloot de VO-raad met de vakbonden AOb, CNV Onderwijs, Abvakabo en FvOv de CAO VO af. Deze CAO geldt per 1 augustus 2014 en heeft een looptijd van 1 jaar. In deze nieuwe CAO is (o.a.) een aantal bestaande arbeidsvoorwaarden uitgeruild tegen nieuwe arbeidsvoorwaarden. Zo wordt bijvoorbeeld de BAPO-regeling afgeschaft (na een overgangsregeling) en wordt een nieuwe regeling voor Levensfasebewust personeelsbeleid ingevoerd. Doorrekening van de effecten van de nieuwe CAO voor een van de Alliantiescholen laat zien dat het vermoedelijke break-even punt (waarna baten zijn hoger dan lasten) pas na 5 jaar wordt bereikt (wanneer het exacte omslagpunt wordt bereikt is afhankelijk van de kenmerken van de school). Daarnaast bestaat een nieuw bijzonder fenomeen in de nieuwe CAO, namelijk de invoering van het entreerecht voor 1 jaar. De regeling functiemix bepaalt dat scholen in 2014 naar verhouding meer leraren in schaal LC en LD in dienst moeten hebben dan in In 2014 is afgesproken dat scholen die onvoldoende middelen ontvangen om de voor 2014 gestelde doelen te halen, maatwerkafspraken kunnen maken. Met name als gevolg van deze invoering van het entreerecht, in combinatie met het beleidsrijk invoeren van de functiemix van de Alliantie VO, realiseren veel Alliantiescholen een functiemix die (veel) hoger ligt dan vanuit de bekostiging financierbaar is. Al naar gelang de, binnen het vastgestelde Alliantiebeleid, gehanteerde groeicurve van de functiemix per school, is het per school verschillend welke ruimte er nog was om de LDgerechtigden binnen de functiemix te realiseren. Jaarverslag van 300

101 Voor de indicatie van de (ontwikkeling van de) realisatie van de functiemix versus de streefwaarde wordt verwezen naar het formatieplan per school Meerjaren balans 1 Activa Vaste activa EUR EUR EUR EUR 1.1 Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen Passiva EUR EUR EUR EUR 2.1 Eigen vermogen 2.1 Eigen vermogen Minderheidsbelang derden Totaal vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

102 Fomatieplan I Aantal leerlingen Formatieplan Kalenderjaar Kalenderjaar Kalenderjaar Kalenderjaar Kalenderjaar Jan-Juli Aug-Dec Totaal Totaal Totaal II Kwantitatieve inzet van formatie II A Kwantitatieve bruto inzet formatie - salarisadministratie ('payroll') KWANTITATIEF DIR Regulier 60, , , , ,1860 OP Regulier 676, , , , ,0957 OOP Regulier 219, , , , ,6340 OOP ID 0,8680 0,8680 0,8680 0,8680 0,8680 Subt. reguliere formatie 957, , , , ,7836 Vervanging Ziekte 19, , , , ,8313 Vervanging Overig 19, , , , ,3661 Projecten Regulier 4,8715 4,3615 4,6590 3,8915 3,8082 Subt. vervanging/projecten 43, , , , ,0055 OP LIO 5,8429 5,2000 5,5750 5,2000 5,2000 Subtot. formatie excl. stag , , , , ,9891 Stage OP 19, , , , ,5000 Stage OOP 6,9667 6,1667 6,6333 6,1667 6,1667 Subtotaal stagiairs 26, , , , ,6667 Totaal formatie ('payroll') 1.033, , , , ,6558 Jaarverslag van 300

103 Investeringsbegroting Stam Gebouwen (25 jaar) Gebouwen (30 jaar) Gebouwen (40 jaar) Renovatie (20 jaar) Verbouwingen (10 jaar) Verbouwingen (3 jaar) Gebouwinstallaties en machines Inventaris aanwezig per 1/1/ Schoolboeken (2 jaar) Schoolboeken (3 jaar) Schoolboeken (4 jaar) Kantoor inventaris en apparatuur Hard- en software - algemeen Hard- en software - tablets Audiovisuele middelen - algemeen Audiovisuele middelen - digiborden Schoolmeubilair Gereedschappen en machines Transportmiddelen Totaal generaal De vervangings- en uitbreidingsinvesteringen in schoolboeken zijn niet separaat (bij het SBA) begroot. De met de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen samenhangende afschrijvingslasten zijn begroot in de exploitatierekening van de scholen. Per school laat de investeringsbegroting het volgende beeld zien. Begroting Begroting Begroting SSgN Dominicus College Mondial College Pax Christi College Maaswaal College Citadel College Stedelijk gymnasium Subtotaal scholen Bestuursbureau Onderwijshuisvesting Nijmegen SBA Totaal Alliantie VO Jaarverslag van 300

104 Kasstroomoverzicht Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassing voor: 1. Netto afschrijvingen Mutaties voorzieningen Dotaties/onttrekking personele voorzieningen Dotaties/onttrekking overige voorzieningen Totaal mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen pm pm pm Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen interest Betaalde interest ( ) ( ) ( ) Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Netto Investeringen in materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten pm pm pm Mutatie liquide middelen De vervangings- en uitbreidingsinvesteringen in schoolboeken zijn niet separaat (bij het SBA) begroot. De met de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen samenhangende afschrijvingslasten zijn begroot in de exploitatierekening van de scholen. NB: (Evt) mutaties in het netto werkkapitaal en de kasstroom uit financieringsactiviteiten worden buiten beschouwing gelaten. Jaarverslag van 300

105 Leerlingen Verwachte ontwikkelingen in de leerlingaantallen De (verwachte) leerlingontwikkeling van de Alliantie laat het onderstaande beeld zien. In het overzicht zijn 3 tijdvakken te onderscheiden: de gerealiseerde leerlingaantallen, de verwachte leerlingaantallen van de scholen (bron: begrotingen scholen) en de verwachte leerlingontwikkeling van het extern bureau ITS Ontwikkeling leerlingaantallen Alliantie Voortgezet Onderwijs (peildatum 1 oktober) Realisatie ITS prognose Prognose begroting '15-' Delta : -17,3% Jaren Jaarverslag van 300

106 Leerlingen De (verwachte) leerlingontwikkeling per school laat het onderstaand beeld zien. Ontwikkeling leerlingaantallen per school (peildatum 1 oktober) Realisatie ITS prognose Prognose begroting '15-' Maaswaal College Delta : -22,2% Citadel College Delta : 17,8% Pax Christi College Delta : -32,8% Mondial College Delta : -20,5% SSgN Delta : -11,7% Stedelijk Gymnasium Delta : -16,1% Dominicus College Delta : -19,2% Jaren Jaarverslag van 300

107 Kengetallen overzicht Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Leerlingtelling per 1 oktober van voorgaand jaar Gewogen leerlingtelling (LWOO = 1.93) Kengetallen personeel FTE inzet directie 58,06 60,22 60,75 60,54 58,19 FTE inzet OP excl. LIO 669,08 656,68 669,95 657,76 654,10 FTE inzet LIO 6,97 5,20 5,58 5,20 5,20 FTE inzet OOP - regulier 213,76 211,28 218,18 213,34 212,63 FTE inzet OOP - ID - 2,29 0,87 0,87 0,87 FTE inzet Vervangingen - ziekte 12,90 17,44 19,12 19,06 17,83 FTE inzet Vervangingen - overig 20,48 18,05 19,43 20,11 18,37 FTE inzet Projecten 6,96 5,06 4,66 3,89 3,81 988,20 976,22 998,52 980,77 970,99 FTE inzet Stagiairs - OP 10,67 21,33 19,58 19,50 19,50 FTE inzet Stagiairs - OOP 5,46 4,20 6,63 6,17 6,17 FTE inzet totaal 1.004, , , ,43 996,66 Leerlingen - gewogen - per inzet FTE DIR 205,2 199,6 205,5 205,4 211,7 Leerlingen - gewogen - per inzet FTE OP (+ vervangingen) 17,0 17,4 17,6 17,8 17,8 Leerlingen - gewogen - per inzet FTE OOP 55,7 56,9 57,2 58,3 57,9 Leerlingen - gewogen - per inzet FTE totaal - excl. stagiairs 12,1 12,3 12,5 12,7 12,7 Ratio aantal OOP - regulier per 10 OP 3,19 3,22 3,26 3,24 3,25 GPL organisatie - exclusief stagiairs Personele lumpsum Personele lasten Saldo ( -/- duidt op addtionele financiering) ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) Personele lumpsum per leerling Materiële lumpsum per leerling Totale lumpsum per leerling Analyse lasten per leerling Personele lasten per leerling Afschrijvingslasten per leerling Huisvestingslasten per leerling Huurlasten Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Overige Overige lasten per leerling Drukwerk en reprokosten Leermiddelen Deelnemerlasten Automatiseringslasten Schoolboeken Rentelasten Overige Totale materiële lasten per leerling Totale lasten per leerling Huisvestingslasten per m2 BVO Huurlasten Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Overige Totaal huisvestingslasten per m2 BVO Jaarverslag van 300

108 Risico paragraaf In de meerjarenbegroting van 2013 is voor het eerst zowel een tekstuele als cijfermatige uitwerking van het financieel risicoprofiel van de scholen en het bestuursbureau opgenomen. Het is de resultante van een proces dat in brede samenwerking in 2013 met de scholen is uitgevoerd. In onderstaand overzicht zijn de uitkomsten opgenomen van de berekende financiële risicoprofielen. Het vermoedelijk aanwezig eigen vermogen per is de taxatie van het vermoedelijk aanwezige eigen vermogen ultimo 2015 ten tijde van het opstellen van de meerjarenbegroting Aanwezig Benodigd Verschil Weerstands- Benodigd Vermoedelijke Organisatie onderdeel vermogen per vermogen obv ratio vermogen als baten risicoprofiel % vd baten 2015 A B A-B A/B SSgN ,25 12,7% Dominicus College ,81 11,6% Mondial College ,24 9,8% Pax Christi College ,67 9,6% Maaswaal College ,94 9,5% Citadel College ,43 7,1% Stedelijk Gymnasium ,16 9,5% Bestuursbureau ,14 20,1% Onderwijshuisvesting Nijmegen (1) 10,0% SBA (2) Consolidatiecorrecties Consolidatie ,9% (1) Voor Onderwijshuisvesting Nijmegen is geen separaat berekend buffervermogen bepaald. Voor de motivatie wordt verwezen naar de begroting. Wel is het financiële risicoprofiel volledig beschreven in de betreffende paragraaf bij de begroting. (2) Voor het SBA is geen berekend buffervermogen bepaald. Wel zijn de specifieke risico s voor SBA beschreven in de betreffende paragraaf bij de begroting. Er bestaat op statusdatum een nog te bestemmen reserve als gevolg van de liquidatie van het Flex College (ruim 1 mln). In bovenstaande tabel is indicatief het buffervermogen van de scholen en het bestuursbureau opgeteld tot een totaal. Dit impliceert niet dat dit het benodigde buffervermogen op Alliantieniveau is. Het buffervermogen op Alliantieniveau zal lager liggen dan de optelsom van de scholen, omdat niet alle risico s zich bij alle scholen tegelijkertijd zullen openbaren. Primair ligt de focus van de sturing op het buffervermogen op schoolniveau. Jaarverslag van 300

109 3 Jaarrekening 3.1 Grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro s Vergelijkende cijfers De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het vorige jaar Waardering van de activa en passiva De activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders is vermeld Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd volgens de verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van de cumulatieve afschrijvingen. Afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs (lineaire methode), rekening houdend met eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf de maand volgend op de maand van aanschaf/ingebruikname. Investeringen met een waarde boven 1000,= worden geactiveerd. Inventaris welke voor 1 januari 1997 is aangeschaft, is getaxeerd en is opgenomen voor de taxatiewaarde. De afschrijving hierop vindt plaats in 15 jaar. Voor het bepalen van de overige afschrijvingstermijnen is uitgegaan van de volgende geschatte gebruiksduur: De volgende materiële vaste activa rubrieken worden onderscheiden: Afschrijftemijnen in jaren Verbouwingen (10 jaar) 10 jaar Verbouwingen (3 jaar) 3 jaar Gebouwen (25 jaar) 25 jaar Gebouwen (30 jaar) 30 jaar Gebouwen (40 jaar) 40 jaar Renovatie (20 jaar) 20 jaar Gebouwinstallaties/machines/terreininstallaties 15 jaar Inventaris en app. Voor 01/01/ jaar (Kantoor)inventaris en apparatuur 10 jaar Schoolmeuibilair 15 jaar Audiovisuele middelen 5 jaar Gereedschappen en machines 10 jaar Transportmiddelen 8 jaar Hard-en software 4 jaar Boeken (4 jaar) 4 jaar Hard-en software - tablets 3 jaar Voor ontvangen investeringssubsidies wordt een egalisatierekening gevormd die zichtbaar in mindering wordt gebracht op de materiële vaste activa. Vrijval uit de egalisatierekening naar de exploitatie vindt plaats naar rato van de afschrijving van de activa waarvoor de egalisatierekening is gevormd. De vrijval uit de egalisatierekening wordt zichtbaar in mindering gebracht op de afschrijvingslasten. Jaarverslag van 300

110 Uitgaven voor groot onderhoud worden niet geactiveerd. De componentenmethode wordt aldus niet toegepast. De Alliantie Voortgezet Onderwijs heeft ervoor gekozen om voor groot onderhoud de systematiek van de egalisatievoorziening voor groot onderhoud te continueren. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde Financiële vaste activa Effecten Overig Effecten die behoren tot de handelsportefeuille worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, waarbij waardeveranderingen worden verwerkt in de staat van baten en lasten. Vorderingen uit hoofde van rijksgegarandeerde leningen onder de financiële vaste activa verantwoord Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen Vorderingen Effecten Gebruiksgoederen worden gewaardeerd tegen inkoop- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van een (eventuele) voorziening voor incourantheid. Vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van een (eventueel) noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De voorziening voor oninbaarheid wordt gevormd door op basis van kennis en ervaring een schatting te maken van de omvang van de oninbaarheid van de vorderingen. Effecten die niet worden aangehouden tot einde looptijd worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, waarbij waardeveranderingen worden verwerkt in de staat van baten en lasten Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Jaarverslag van 300

111 Eigen vermogen Het eigen vermogen wordt gevormd door de algemene reserve bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. De bestemmingsreserves zijn bedoeld voor toekomstige uitgaven c.q. kosten die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden. Dit omdat toekomstige middelen daartoe mogelijk tekort kunnen schieten. De bestemmingsreserves worden gevormd op basis van beleidsplannen Voorzieningen Voorzieningen (met uitzondering van de egalisatievoorzieningen) worden opgenomen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is, en; een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van de verplichting. De volgende voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde: (Egalisatie)voorziening voor groot onderhoud Stop loss voorziening voor kosten van ziekteverzuim Voorziening voor spaarverlof De volgende voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde: Voorziening voor jubileum uitkeringen. Gerekend wordt met een disconteringsvoet (marktrente) van 4% Kortlopende schulden en overlopende passiva De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde Pensioenvoorziening De instelling heeft een aantal pensioenregelingen, waaronder een aantal toegezegde-pensioenregelingen. Onder een toegezegde-pensioenregeling wordt verstaan een regeling waarbij aan de werknemers een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De instelling heeft de toegezegde-pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. In geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds heeft de instelling geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort, anders dan hogere toekomstige premies Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de staat van baten en lasten wordt verwerkt. Jaarverslag van 300

112 3.1.3 Staat van baten en lasten Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden Rijksbijdragen OCW Onder de Rijksbijdragen OCW worden de vergoedingen voor de exploitatie opgenomen verstrekt door het Ministerie OCW. De Rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar Overige overheidsbijdragen Overige baten Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente of provincie. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De instelling heeft de toegezegde-pensioenregelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Jaarverslag van 300

113 Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden en nauwe verwante zijn verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen worden toegelicht, voorzover deze niet onder normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en de andere informatie dien nodig is voor het verschaffen van het inzicht Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest is opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Jaarverslag van 300

114 3.2 A.1 Samengevoegde jaarrekening A.1.2 Samengevoegde balans (na resultaatsbestemming) per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

115 3.2.2 A.1.2 Samengevoegde staat van baten en lasten over 2014 Personele lasten worden begroot op het prijspeil dat ten tijde van het samenstellen van de begroting van toepassing is. Dit prijspeil heeft een directe relatie met de personele bekostiging die op dat moment van toepassing is. In de realisatie wordt het prijspeil van de personele lasten beïnvloed door bijvoorbeeld CAO loonaanpassingen en premiewijzigingen. Prijspeilwijzigingen in de personele lasten worden in de regel (deels) gecompenseerd in de personele bekostiging. Dit is de reden waarom zowel personele lasten als personele inkomsten in de realisatie afwijken van de begroting. Van belang is dus de verhouding tussen de personele inkomsten (personele lumpsum) en de personele lasten te beschouwen. Jaarverslag van 300

116 3.2.3 A.1.3 Samengevoegd kasstroomoverzicht over 2014 Uit bovenstaand kasstroomoverzicht valt af te leiden dat de Alliantie Voortgezet Onderwijs in 2014 een positieve kasstroom uit operationele activiteiten van 6.163K heeft gerealiseerd. De kasstroom uit operationele activiteiten overtrof in 2014 de kasstroom uit investeringsactiviteiten (3.831K). Voor een toelichting op de investeringen in 2014 wordt verwezen naar de opgenomen toelichting onder de paragraaf die handelt over de materiële vaste activa ( ).In 2014 is conform de afgesproken afslossingsschema s afgelost op de langlopende leningen voor de onderwijshuisvesting (1.100K). Per saldo leiden bovenstaande mutaties tot een stijging van de liquide middelen met 1.233K ten opzichte van de eindstand Jaarverslag van 300

117 3.2.4 A.1.4 Toelichting behorende tot de samengevoegde balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

118 Materiële vaste activa In 2014 is een bedrag van K bruto in materiële vaste activa geïnvesteerd. Deze uitgaven worden voor 5.216K uit de egalisatierekening bestreden. Per saldo is netto 6.827K in materiële vaste activa geïnvesteerd. Per saldo is netto 4.682K netto afgeschreven op materiële vaste activa in Onder de investeringen vallen met name de volgende uitgaven op: Verbouwingen (10 jaar), 549K Bij meerdere scholen hebben diverse (kleinere) verbouwingen plaatsgevonden. Gebouwen (40 jaar) (14.363K) Dit betreft de realisatie van een nieuwe VMBO-locatie van het Mondial College; de Meeuwse Acker. Deze locatie is per 1 augustus 2014 in gebruik genomen. Hard- en software (1.473K) Dit betreft met name vervangingsinvesteringen bij meerdere scholen. Bij het Mondial College zijn extra investeringen gedaan in verband met het betrekken van de nieuwe VMBOlocatie (Meeuwse Acker). Jaarverslag van 300

119 Schoolboeken (857K) Deze investering hangt samen met de invoering van de gratis schoolboeken in het VO. In 2014 heeft de Alliantie als gevolg hiervan schoolboeken (via Servicebureau Boeken Alliantie) aangeschaft. De desinvesteringen (2.996K) hebben betrekking op: Gebouwen (25 jaar) (2.934K) Dit heeft betrekking op de verkoop van de Streekweg 21. Hard- en software (48K) Dit heeft voor een belangrijk deel (40K) betrekking op afvoer van verouderde computers die nog niet waren afgeschreven bij het Maaswaal College De overige desinvesteringen zijn het gevolg van op opschoning van het activabestand. De afname van de post MVA in uitvoering, gebouwen en terreinen (-/ K) hangt samen met de activering van de nieuwbouw van de VMBO-locatie van het Mondial College aan de Meeuwse Acker in Nijmegen. De toename van de post Investeringssubsidies (5.216K) hangt voor een belangrijk deel samen met de verkoop van de Streekweg 21 (4.346K). Daarnaast is er bij diverse scholen en bij Onderwijshuisvesting Nijmegen als gevolg van de BTW suppletie aangifte een teruggaaf van BTW op investeringen uit het verleden geweest. Deze teruggaaf is op een egalisatierekening geboekt en bedragen vallen vrij naar rato van de afschrijvingen op de oorspronkelijke investeringen. Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). De WOZ-waarde van de doorgedecentraliseerde Nijmeegse onderwijspanden bedraagt (waardepeildatum , exclusief de (verkochte) locatie Streekweg 21, voor de nieuwe locatie van het Mondial College is, ivm het (nog) ontbreken van de WOZ-waarde, de bouwsom als WOZ-waarde genomen). De boekwaarde hiervan per bedraagt De verzekerde waarde van de opstal bedraagt Jaarverslag van 300

120 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

121 Vorderingen Onder de kortlopende vorderingen is een afname te constateren van 255K. De belangrijkste mutaties zijn: Een toename van de post debiteuren (rubriek 1.5.1, +/+ 137K). Uiteraard is dit een momentopname, dat sterk samenhangt met het moment van facturatie en betaling. De OCW vordering *(rubriek 1.5.2) neemt toe met 97K als gevolg van een gestegen lumpsum personeel (97K). De overige vorderingen (rubriek ) dalen met 166K. Belangrijke afnames van deze post zijn te contateren bij: o Het bestuursbureau Per ultimo stond een vordering op de belastingdienst open van 264K inzake correctie basispremie WAO/WIA. Deze (eenmalige) vordering in in 2014 voldaan. o Het Citadel College Bij het Citadel College stonden ultimo 2013 diverse vorderingen open, die of eenmalig waren of betrekking hebben op posten die in 2014 al zijn afgewikkeld en daarom ultimo 2014 niet als vordering opkomen. Hierbij valt te denken aan een eenmalige vergoeding van de Mr. Van Brugghen Stichting (50K) en diverse huurverrekeningen (147K). o Daartegenover staat een toename van een vordering uit hoofde van BTW van 318K. Dit betreft grotendeels BTW op bouw-, verbouw en inventaris. De vooruitbetaalde kosten (rubriek ) laten een toename zien van 209K. Bij meerdere scholen valt een (kleinere) toename van de vooruitbetaalde bedragen te constateren. Een grotere toename doet zich voor bij het Mondial College (114K).Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een vooruitbetaalde kosten voor het gebruik van I-pads (verzekering en hoezen) van 98K. Ook bij de vooruitbetaalde kosten voor werkboeken valt een toename te constateren (43K). * Toelichting OCW Vordering ( ) De personele bekostiging aan de scholen werd (tot 1 januari 2006) door het ministerie van OC&W aan de scholen uitbetaald volgens het volgende betaalritme: 1. Januari tot en met juli in totaal 68%; Jaarverslag van 300

122 2. Augustus tot en met december in totaal 32%. Omdat het betaalritme afwijkt van het tijdsevenredig recht (op jaareinde was dat ten tijde van bekostiging op schooljaarbasis 5/12 van de schooljaarbekostigingbrief, zijnde 41,67%), nam de school op jaareinde een vordering op het ministerie van OCenW op ter grootte van het verschil (9,67%). Bij de overgang van schooljaarbekostiging naar kalenderjaarbekostiging per 1 januari 2006 is veel discussie ontstaan over het toekomstig bestaan van deze vordering en over de waardering ervan. Naar aanleiding daarvan is daarover een richtlijn opgenomen in de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze regeling houdt het volgende in: Voor onderwijsinstellingen vallende onder de WVO is het op basis van artikel 5 van de Regeling 'Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs' (kenmerk: WJZ-2005/ ) toegestaan een vordering op te nemen op de minister van OCW. De onderwijsinstelling heeft daarmee de keuze om een vordering op te nemen dan wel een niet in de balans opgenomen actief. De Alliantie Voortgezet Onderwijs heeft er voor gekozen om gebruik te maken van de mogelijkheid om de OCW vordering te handhaven in de balans. Jaarverslag van 300

123 Effecten Liquide middelen Voor een analyse van de ontwikkeling van de liquide middelen wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht (paragraaf 3.2.3). Jaarverslag van 300

124 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

125 Onderscheid publieke en private reserves Reeds in 2009 heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs in overleg met de huisaccountant het onderscheid tussen publieke en private reserves aangebracht. Als private reserves zijn aangemerkt: 1) Reserve Flex College (954K) In 2007 heeft een vermogensoverdracht plaatsgevonden van de voormalige stichting Jonkerbosch aan de Alliantie Voortgezet Onderwijs. Deze gelden hebben aldus een private herkomst en zijn als een separate bestemmingsreserve binnen het eigen vermogen van de Alliantie Voortgezet Onderwijs geoormerkt. Het saldo van deze bestemmingsreserve is per ultimo 2009 gelabeld als privaat vermogen. 1) Reserve grondverkoop DC (3.167K) In 2006 is grond dat juridisch en economisch in eigendom was van het bestuur van het Dominicus College verkocht aan de gemeente Nijmegen. De grond is verkocht voor een bedrag van 3.300K. De restant waarde van de met deze middelen gevormde reserve is per ultimo 2009 gelabeld als privaat vermogen. 2) Reserves ouders/schoolfonds (21K) Deze bestemmingsreserve wordt gevoed met middelen die van ouders worden ontvangen. Het niet bestede deel van deze reserve is gelabeld als privaat vermogen. Mutatie bestemmingsreserves Als gevolg van vaststelling van (nieuwe) beleidsuitgangspunten voor de vorming van bestemmingsreserves zijn veel bestaande bestemmingsreserves in omvang naar beneden bijgesteld dan wel vervallen ten gunste van de algemene reserve. Jaarverslag van 300

126 Voorzieningen Personele voorzieningen De personele voorzieningen zijn volledig gewaardeerd volgens de vigerende richtlijnen. Als gevolg van opname van rechten in het kader van de spaarverlof regeling overschrijden in 2014 de onttrekkingen de dotaties en daalt de waarde van de voorziening van 1.519K naar 1387K. Nieuw in 2014 onder de rubriek Personele voorzieningen is de Voorziening LBP. Dit betreft een voorziening voor personeelsleden die ervoor kiezen de extra uren in het kader van de regeling in de CAO voor levensfase bewust personeelsbeleid te sparen in plaats van direct op te nemen in het lopende schooljaar. Deze voorziening bedraagt per jaarultimo Aan de voorziening voor jubileumuitkeringen is in 2014 meer gedoteerd dan in eerdere jaren. Dit is het directe gevolg van het ophogen van de pensioengerechtigde leeftijd. Hierdoor stijgt het aantal personeelsleden dat recht krijgt op een uitkering in het kader van het 40-jarig ambtsjubileum. De Overige voorziening betreft de Stop Loss voorziening van de Alliantie Voortgezet Onderwijs. Scholen met een excessief ziekteverzuim kunnen een beroep doen op deze voorziening. In het kalenderjaar 2014 zijn geen mutaties geweest op deze voorziening. Voorziening groot onderhoud gebouwen De voorziening voor groot onderhoud dient als egalisatievoorziening voor de kosten van groot onderhoud. Op basis van een onderhoudsplan wordt aan deze egalisatievoorziening jaarlijks gedoteerd, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. In 2014 is per saldo meer gedoteerd (1.454K) aan de voorziening groot onderhoud dan onttrokken (816K), hetgeen leidt tot een stijging (638K) van de voorziening groot onderhoud ten opzichte van Jaarverslag van 300

127 Langlopende schulden In 2014 is, conform de afspraken die daar over gemaakt zijn, afgelost op de langlopende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten ten behoeve van de onderwijshuisvesting. In 2014 heeft de Alliantie Voortgezet Onderwijs geen nieuwe leningen bij het Ministerie van Financiën afgesloten. Voor de leningen bij het Ministerie van Financiën zijn zekerheden (recht van hypotheek) verstrekt ten bedrage van Jaarverslag van 300

128 Kortlopende schulden Onder de kortlopende schulden is een afname te constateren van 13K. De belangrijkste mutaties zijn: Een afname van de post crediteuren (rubriek 2.5.3, -/- 229K). Uiteraard is dit een momentopname, dat sterk samenhangt met het moment van betalen. Een sterke afname van de post crediteuren valt te constareren bij Onderwijshuisvesting Nijmegen (-/- 816K). Dit heeft voornamelijk te maken met op openstaande bouwtermijnen voor de nieuwbouw van een locatie van het Mondial College. Een stijging van de af te dragen loonbelasting (140K). Dit hangt voornamelijk samen met de gestegen loonsom. Een omslag van omzetbelasting (rubriek ) van een schuld van 54K ultimo 2013 naar een vordering van 318K ultimo Dit hangt samen met enerzijds de opschoning van de BTW-rekeningen (in het kader van de suppletie ) enerzijds en anderzijds met een in 2014 ontstane vordering, voornamelijk als gevolg van investeringen in 2014 (oa nieuwbouw Mondial College).De vordering is opgenomen onder de vorderingen (rubriek ). Een mutatie van 201K in rubriek Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt (217K). Dit is voornamelijk het gevolg van het volgende : o Ultimo 2013 had het Mondial College een vordering op het Ministerie van OCW opgenomen van 154K in het kader van de regeling Praktijkgerichte leeromgeving. Dit betroft een bedrag dat het Ministerie, naar mening van het Mondial College onterecht, had teruggevorderd. In 2014 heeft het Mondial College de hiertegen aangespannen rechtzaak gewonnen en is de vordering alsnog voldaan door het Ministerie van OCW. Jaarverslag van 300

129 o Een toename van de balanspositie van de subsidie Versterking samenwerking lerarenopleidingen (57K), omdat de bestedingen in 2014 lager waren dan het bedrag dat aan subsidie in 2014 ontvangen is. Een mutatie van de post Vakantiegeld- en dagen (rubriek ) van 105K, voornamelijk als gevolg van de gestegen loonsom Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

130 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

131 3.2.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Ultimo 2014 lopen er huurcontracten met een contractwaarde op jaarbasis van ,- schoonmaakcontracten met een contractwaarde op jaarbasis van en contracten voor copiers en printers met een contractwaarde op jaarbasis van Verder zijn de scholen van de Alliantie VO aangesloten bij het collectieve contract voor energie van de Besturenraad. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101,1% (bron: website In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. De verwachte ontwikkeling van de dekkingsgraad in 2015 baart het pensioenfonds zorgen maar vooralsnog zijn maatregelen als extra stortingen of premieverhogingen niet noodzakelijk. De Alliantie heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De stichting heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Jaarverslag van 300

132 3.2.7 Overzicht verbonden partijen De Alliantie Voortgezet Onderwijs participeert in het Samenwerkingsverband VO-VSO Nijmegen e.o. Er is geen sprake van consolidatieplicht. Jaarverslag van 300

133 3.2.8 Toelichting behorende tot de samengevoegde staat van baten en lasten Rijksbijdragen Als gevolg van een wijziging in de verslaggevingsvoorschriften zijn de middelen die afkomstig zijn van het samenwerkingsverband weergegeven onder een separate verdichting; rubriek Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV. Hierdoor is in de exploitatie een verschuiving waarneembaar van rubriek 3.5 Overige baten naar rubriek 3.1 Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

134 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten In december 2014 waren bij de Alliantie Voortgezet Onderwijs medewerkers in dienst met een totale werktijdfactor van 1.042,1 FTE. Jaarverslag van 300

135 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

136 Overige lasten Het honorarium van de huisaccountant (Flynth) bedraagt voor 2014 voor de jaarrekeningcontrole en de ILT controle tesamen ,- (excl. BTW). De accountantskosten zijn opgenomen in rubriek Accountantskosten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

137 3.2.9 A.1.8 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke sector Jaarverslag van 300

138 4 Overige gegevens 4.1 Gegevens over de rechtspersoon Rechtspersoon St. Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal Postadres Postbus GC NIJMEGEN Bezoekadres Scherpenkampweg 21 NIJMEGEN Bestuursnr Telefoon Fax Contactpersoon E. Meuleman, controller Telefoon Fax St. Alliantie Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en het land van Maas en Waal is een bestuurlijke fusie van de volgende scholengemeenschappen: Naam scholengemeenschap Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Dominicus Lindenholt College Pax Christi College Maaswaal College Technische school Jonkerbosch Stedelijk Gymnasium Brinnummer 20EO 14NQ 21SK 17IR 00OB 05AN 20CI De bestuurlijke fusie is per 1 januari 2002 gerealiseerd. De volgende scholengemeenschappen vormden reeds eerder een bestuurlijke eenheid onder de naam : St. Openbaar Voortgezet Onderwijs Nijmegen Naam scholengemeenschap Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen Lindenholt College Stedelijk Gymnasium Brinnummer 20EO 21SK 20CI De andere scholengemeenschappen waren tot 1 januari 2002 zelfstandige eenheden. Was getekend Drs. D. van Bennekom Prof. Dr. C.W.P.M. Blom Mr. A. M. Breedveld Prof. Dr. H.P.J.M. Dekkers Dhr. P. M. Huisman Dhr. J. Klomp Drs. M.A.M. Veldhoven Bestuurder Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Jaarverslag van 300

139 4.2 Controle verklaring Jaarverslag van 300

140 Jaarverslag van 300

141 4.3 Gebeurtenissen na balansdatum Nvt. Jaarverslag van 300

142 5 Bijlagen De accountantscontrole van Flynth is uitgevoerd op de samengevoegde jaarrekening van de Alliantie Voortgezet Onderwijs. In deze bijlagen zijn de individuele deeljaarrekeningen per resultaat verantwoordelijk eenheid binnen de Alliantie Voortgezet Onderwijs opgenomen. Op deze individuele deeljaarrekeningen is geen separate accountantscontrole uitgevoerd. Jaarverslag van 300

143 5.1 SSgN A.1.5 Balans SSgN per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

144 5.1.2 Staat van baten en lasten SSgN over 2014 Jaarverslag van 300

145 5.1.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

146 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

147 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

148 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

149 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

150 Jaarverslag van 300

151 Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties Langlopende schulden Jaarverslag van 300

152 Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

153 5.1.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

154 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

155 5.1.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

156 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

157 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

158 Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

159 5.2 Dominicus College A.1.5 Balans Dominicus College per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

160 5.2.2 Staat van baten en lasten Dominicus College over 2014 Jaarverslag van 300

161 5.2.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

162 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

163 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

164 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

165 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

166 Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties Langlopende schulden Jaarverslag van 300

167 Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

168 5.2.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

169 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

170 5.2.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

171 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Jaarverslag van 300

172 Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Jaarverslag van 300

173 Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

174 5.3 Mondial College A.1.5 Balans Mondial College per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

175 5.3.2 Staat van baten en lasten Mondial College over 2014 Jaarverslag van 300

176 5.3.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

177 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

178 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

179 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

180 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

181 Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties. Jaarverslag van 300

182 Langlopende schulden Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

183 5.3.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

184 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

185 5.3.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Jaarverslag van 300

186 College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Jaarverslag van 300

187 Personele lasten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Jaarverslag van 300

188 Huisvestingslasten Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

189 5.4 Pax Christi College A.1.5 Balans Pax Christi College per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

190 5.4.2 Staat van baten en lasten Pax Christi College over 2014 Jaarverslag van 300

191 5.4.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

192 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

193 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

194 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

195 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

196 Jaarverslag van 300

197 Voorzieningen Jaarverslag van 300

198 Langlopende schulden Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

199 5.4.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

200 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

201 5.4.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

202 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

203 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

204 Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

205 5.5 Maaswaal College A.1.5 Balans Maaswaal College per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

206 5.5.2 Staat van baten en lasten Maaswaal College over 2014 Jaarverslag van 300

207 5.5.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

208 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

209 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

210 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

211 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

212 Jaarverslag van 300

213 Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties Langlopende schulden Jaarverslag van 300

214 Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

215 5.5.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

216 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

217 5.5.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

218 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

219 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

220 Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

221 5.6 Citadel College A.1.5 Balans Citadel College per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

222 5.6.2 Staat van baten en lasten Citadel College over 2014 Jaarverslag van 300

223 5.6.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

224 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

225 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

226 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

227 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

228 Jaarverslag van 300

229 Voorzieningen Langlopende schulden Jaarverslag van 300

230 Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

231 5.6.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

232 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

233 5.6.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

234 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

235 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

236 Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

237 5.7 Stedelijk Gymnasium A.1.5 Balans Stedelijk Gymnasium per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

238 5.7.2 Staat van baten en lasten Stedelijk Gymnasium over 2014 Jaarverslag van 300

239 5.7.3 Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

240 Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

241 Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

242 Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

243 Eigen vermogen Jaarverslag van 300

244 Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties Langlopende schulden Jaarverslag van 300

245 Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

246 5.7.4 Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

247 Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

248 5.7.5 Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

249 Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

250 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

251 Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

252 BESTUURSBUREAU 5.8 Bestuursbureau A.1.5 Balans Bestuursbureau per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

253 BESTUURSBUREAU Staat van baten en lasten Bestuursbureau over 2014 Jaarverslag van 300

254 BESTUURSBUREAU Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

255 BESTUURSBUREAU Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

256 BESTUURSBUREAU Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

257 BESTUURSBUREAU Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

258 BESTUURSBUREAU Eigen vermogen Jaarverslag van 300

259 BESTUURSBUREAU Jaarverslag van 300

260 BESTUURSBUREAU Voorzieningen Langlopende schulden Jaarverslag van 300

261 BESTUURSBUREAU Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

262 BESTUURSBUREAU Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

263 BESTUURSBUREAU Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

264 BESTUURSBUREAU Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Jaarverslag van 300

265 BESTUURSBUREAU Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Jaarverslag van 300

266 BESTUURSBUREAU Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

267 BESTUURSBUREAU Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

268 BESTUURSBUREAU Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

269 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN 5.9 Onderwijshuisvesting Nijmegen A.1.5 Balans Onderwijshuisvesting Nijmegen per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

270 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Staat van baten en lasten Onderwijshuisvesting Nijmegen over 2014 Jaarverslag van 300

271 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

272 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

273 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

274 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

275 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Eigen vermogen Jaarverslag van 300

276 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Jaarverslag van 300

277 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Voorzieningen Langlopende schulden Jaarverslag van 300

278 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

279 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

280 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

281 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

282 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

283 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

284 ONDERWIJSHUISVESTING NIJMEGEN Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300

285 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE 5.10 Servicebureau Boeken Alliantie A.1.5 Balans Servicebureau Boeken Alliantie per 31 december 2014 Jaarverslag van 300

286 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Staat van baten en lasten Servicebureau Boeken Alliantie over 2014 Jaarverslag van 300

287 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Toelichting behorende tot de balans Immateriële vaste activa Jaarverslag van 300

288 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Materiële vaste activa Voor de van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen verwijzen wij naar de grondslagen (paragraaf ). Jaarverslag van 300

289 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Financiële vaste activa Voorraden Jaarverslag van 300

290 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Vorderingen Effecten Liquide middelen Jaarverslag van 300

291 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Eigen vermogen Jaarverslag van 300

292 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Jaarverslag van 300

293 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Voorzieningen Op basis van een onderhoudsplan zal aan de (egalisatie-) voorziening voor groot onderhoud jaarlijks gedoteerd worden, teneinde tot een gelijkmatige verdeling van de kosten van groot onderhoud te komen. Voor alle scholen heeft een extern bureau een raming van de kosten van groot onderhoud gemaakt voor de aankomende 10 tot 20 jaar. Dit plan is het uitgangspunt voor de dotaties Langlopende schulden Jaarverslag van 300

294 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Kortlopende schulden Jaarverslag van 300

295 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Verantwoording rijkssubsidies Deel 1 - Verantwoording lumpsum Deel 2 - Verrekening uitkeringskosten Deel 3 Besteding van niet-geoormerkte doelsubsidies Deel 4A Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G1 Jaarverslag van 300

296 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Deel 4B Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.A Deel 4C Besteding van geoormerkte doelsubsidies (model G) G2.B Deel 5 Aansluiting ontvangen rijkssubsidies op GEFIS Jaarverslag van 300

297 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus, les- en examengelden Jaarverslag van 300

298 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Baten werk in opdracht van derden Overige baten Personele lasten Jaarverslag van 300

299 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Jaarverslag van 300

300 SERVICEBUREAU BOEKEN ALLIANTIE Overige lasten Financiële baten en lasten Jaarverslag van 300