Meerjarenplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meerjarenplan 2014-2019"

Transcriptie

1 Prov. Arrond. OCMW Code nummer 214 Provincie Limburg Arrondissement Maaseik OCMW B R E E Postnummer 396 Adres Secretaris Financieel beheerder Peerderbaan 37, 396 Bree Stefan Goclon Jean Gielen Meerjarenplan Code nummer 214 Prov. Arrond. OCMW Exemplaar voor : Secretaris Financieel beheerder Agentschap Binnenlands Bestuur Universiteitslaan 1 35 Hasselt Stadsbestuur Bree Vrijthof Bree

2 Inhoudstabel I. Strategische nota meerjarenplan II. Financiële nota 1. Financieel doelstellingplan (M1) 2. Staat van het financieel evenwicht (M2) 3. Raming van het gecumuleerd budgettaire resultaat vorig jaar (213) III. Toelichting 1. Omgevingsanalyse 2. Participatie en inspraak 3. Beschrijving van de financiële risico s 4. Overzicht van de beleidsdoelstellingen 5. Interne organisatie van het bestuur - Schema TM1: Personeel - Organogram - Overzicht budgethouders - Overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein 6. Overzicht van de entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa 7. Overzicht van de financiële schulden - Schema TM2: De financiële schulden

3 OCMW Bree Peerderbaan Bree Meerjarenplan I Strategische nota meerjarenplan Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 724 Tel: 89/ Fax: 89/ ocmw@bree.be ocmw.bree.be

4 I Inleiding. De lokale besturen dienen vanaf de legislatuur de principes van de beleids- en beheerscyclus (BBC) toe te passen en dit ten laatste vanaf 214, dit ten gevolge van het besluit, d.d. 25 juni 21, van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het bevat een reeks regels voor het meerjarenplan ( ), het budget, de boekhouding en de jaarrekening van lokale besturen. Naast financiële regels bevat BBC ook regels van beleidsvoering inzake inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties) de uitvoering en de evaluatie. De vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen (Omzendbrief BZ/212/3) van de lokale besturen is een project van de Vlaamse regering dat past in de BBC. De Vlaamse regering stimuleert of verplicht de lokale besturen om in hun planning en rapportering uitwerking te geven aan welbepaalde Vlaamse beleidsprioriteiten, meestal gekoppeld aan een bepaalde subsidiëring, waarvan de timing en modaliteiten zijn opgenomen in het planlastendecreet. Volgens de BBC-richtlijnen hoort bij het meerjarenplan ( ) een toelichting die samen met het meerjarenplan aan de raadsleden en aan het toezicht moet worden bezorgd. De beslissing door de raad slaat echter alleen op het meerjarenplan zelf. In de strategische nota, staan de prioritaire beleidsdoelstellingen beschreven. II Competentiemanagement. Alvorens over te gaan naar het omschrijven van de prioritaire beleidsdoelstellingen staan we even stil bij het tot stand komen van de beleidsdomeinen, waarbinnen al de doelstellingen, ook niet-prioritaire, vervat zijn. Het vaststellen van de beleidsdomeinen voor stad en O.C.M.W. Bree kwam tot stand via het project competentiemanagement. In het voorjaar 213 werd het project/traject competentiemanagement afgerond. Dit traject werd extern begeleid door C-Mentor, het adviesbureau dat na het doorlopen van een overheidsopdracht via gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen hiervoor de opdracht kreeg. Op regelmatige tijdstippen werden er workshops georganiseerd met de diensthoofden van stad en O.C.M.W. Bree en werd er vervolgens gerapporteerd aan het beleid. Specifiek naar de beleidsdomeinen toe heeft deze oefening geleid tot de volgende indeling: Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 1

5 Hieruit volgen 6 beleidsdomeinen:. domein : Algemene financiering 1. domein 1: Interne zaken, facilitaire diensten 2. domein 2: Omgeving 3. domein 3: Burger/inwoner 4. domein 4: Sociaal 5. Domein 5: Vrije tijd III Strategisch management. Naast deze benadering hanteerde het OCMW sinds 28 in haar beleidsvoering de principes van strategisch management door elk jaar een beleidvisie en plan te expliciteren als afgeleide van het lokaal sociaal beleidsplan en rekening houdend met actuele inputs. Jaarlijks Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 2

6 wordt samen met de jaarrekening een kwalitatieve stand van zaken neer geschreven in een jaarverslag dat een belangrijke bron van info was voor de interne en externe analyse m.b.t. het domein Sociaal. Het strategisch management is een belangrijk item binnen de principes van het nieuw publiek management (new public management) en heeft betrekking op het werken met (lange termijn) doelstellingen en het zorgen dat die doelstellingen ook zo goed als mogelijk worden behaald. Strategisch management en strategische planning vertaalt zich in de beleids- en beheersrapporten binnen de geïntegreerde beleids- en beheerscyclus. Het is met andere woorden het proces dat ervoor zorgt dat elke inspanning binnen de organisatie gericht wordt op het realiseren van de strategie van de organisatie zodat de organisatie/gemeente/ocmw op lange termijn effectief is. Missie Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het OCMW streeft ernaar elke burger de toegang te garanderen tot de rechten, vastgelegd in artikel 23 en artikel 24, 3, van de Grondwet. Het OCMW verhoogt kansen op zelfredzaamheid, geluk en welzijn. Ze biedt groei- en ontplooiingsmogelijkheden en biedt zorg en dienst en hulpverlening op maat. Bijzondere aandacht gaat uit naar diegenen die onvoldoende kansen op welzijn hebben ongeacht hun toestand of politieke, filosofische of godsdienstige overtuiging. Het OCMW wil hen een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. Het OCMW wil de motor zijn bij het bepalen van een welzijnsbeleid waarbij armoedebestrijding centraal staat. Visie Het OCMW wil een open en toegankelijk huis zijn voor iedereen en biedt een brede, laagdrempelige dienstverlening aan. De bevolking verwacht van het OCMW in dit kader kwaliteitsvolle en professionele dienstverlening, die zowel een preventief als probleemoplossend karakter heeft. Deze missie betekent voor het OCMW dat het zich permanent moet aanpassen aan veranderende en nieuwe maatschappelijke uitdagingen zoals de demografische evolutie met de toenemende vergrijzing van onze bevolking, de betaalbaarheid van ons sociaal model en zorg De mensen kunnen zich bedreigd voelen in hun gevoel van welzijn op persoonlijk, relationeel, psycho somatisch, maatschappelijk of materieel vlak door andere, nieuwe samenlevingsvormen te wijten aan maatschappelijke, demografische en culturele ontwikkelingen, door het mogelijk wegvallen van sociale netwerken én familiale solidariteit door echtscheidingen, door een steeds snellere en complexere samenleving, door ( dreigende ) werkloosheid, door het wegvallen van klassieke waardepatronen, door stress vanwege onzekerheid Dit vraagt naast materiële en financiële ondersteuning ook sociale, juridische en psychologische begeleiding en zorg. Zorg refereert naar een aantal sleutelbegrippenwoorden zoals hulp- en dienstverlening, menswaardig Vertrekbasis daarbij is enerzijds het referentiekader van de cliënt zelf. Dit wil zeggen, zorg aangepast aan haar/zijn tempo, aan haar/zijn groeimogelijkheden, aan Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 3

7 haar/zijn prioriteiten, aan haar/zijn eigenheid en waarbij gerekend wordt op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en de bereidheid om mee te werken aan het verbeteren van zijn situatie. Anderzijds dient deze zorg afgestemd te zijn op de mogelijkheden van onze organisatie: wat is wettelijk mogelijk, wat is realistisch, wat is haalbaar? Omwille van financiële en economische crisis is het aantal leefloongerechtigden sterk gestegen. We merken dat er een groeiende kloof is tussen laag- en hooggeschoolden en tussen uitkeringsgerechtigden en werkenden. Bovendien verhoogt de huidige crisis het risico op armoede, waardoor ook hogergeschoolden worden geraakt en de nieuwe armoede ontstaat omwille van schulden en faillissementen. Armoede heeft veel gezichten. De grote gemeenschappelijke noemer is de financiële kwetsbaarheid van personen en gezinnen die door bepaalde omstandigheden in het armoedeweb verzeild zijn geraakt. Tegelijk zorgt het niet of onvoldoende hebben van financiële middelen, voor een neerwaartse spiraal op vlak van huisvesting, gezondheid, onderwijskansen, sociale en culturele participatie. Het OCMW wil als lokale overheid de motor zijn bij het uitstippelen van het lokale welzijnsbeleid. Immers zijn lokale besturen het best geplaatst om de regierol in het lokale sociale beleid op te nemen. In de gemeenten raken de verschillende beleidsdomeinen elkaar en spelen op mekaar in. Vraaggestuurde zorg, vermaatschappelijking van de zorg en samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Lokaal beleid moet de vinger aan de pols hebben om noden op te vangen en hulpverlening te mobiliseren, zowel naar professionele diensten als naar het middenveld en het vrijwilligerswerk. De ene keer is het lokaal bestuur actor, de andere keer werkt het samen met externe partners in een gemeenschappelijk project dat lokaal wordt uitgetekend en gedragen. Om de bestaande en de nieuwe initiatieven optimaal te kunnen aanpakken wordt gestreefd naar de zo hoogst mogelijke overheidsubsidiëring in de werkingkosten van de diverse diensten en subsidiëring van nieuwe initiatieven. Verder wordt de eigen werking geoptimaliseerd door een continu streven naar efficiëntie en effectiviteit. Werken met doelstellingen Een belangrijke component binnen het strategisch management is dus werken met doelstellingen: - Strategische doelstellingen (wat wil het OCMW bereiken) zijn bedoeld om op het hoogste niveau van de organisatie een vertaling te maken vanuit de visie, de missie en de strategie van de organisatie, waar de visie een antwoord biedt op de vraag waar de organisatie naartoe wil. Strategische doelstellingen zijn niet veranderlijk op korte termijn. - Operationele doelstellingen beschrijven hoe het OCMW de strategische doelstellingen zal trachten te realiseren. Ze geven een zo breed mogelijk beeld van wat het bestuur op de verschillende deelaspecten wil bereiken, ze zijn heel concreet, ze vormen de basis van de budgetopmaak. - Uit de doestellingen volgen de actieplannen en acties, ze beschrijven concreet hoe het OCMW de strategische- en operationele doelstellingen wil realiseren. Acties kunnen gemeten worden om de haalbaarheid ervan, in het traject van de planning, te kunnen verifiëren, desnoods bij te sturen. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 4

8 Het overzicht van alle beleidsdoelstellingen (of waar ze raadpleegbaar zijn) is terug te vinden bij de verplichte toelichting bij het meerjarenplan. Uit al de operationele doelstellingen, die het bestuur opgesteld heeft, zijn 6 prioritaire doelstellingen behouden en opgenomen in deze strategische nota: IV Prioritair Beleid BD 3 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor gemeenschapsvorming 3 AP 3 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden,leerproces De vele, al dan niet georganiseerde vrijwilligers, die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar en dit moeten we blijven aanmoedigen en ondersteunen Actie 1: Het OCMW waardeert dit vrijwilligerswerk en blijft inzetten op de ondersteuning en stimulering ervan. Ook blijven we de samenwerking met verenigingen met een sociaal karakter intensifiëren (bv de voedselbank: samenwerking met de Sociale Dienst optimaliseren door elkaars dienstverlening beter op elkaar af te stemmen). BD 4 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor optimale participatie aan de samenleving door de burgers 4 AP 4 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren en acties op vlak van gezondheidspreventie E 3., - Inzetten op gezondheidspreventie als de beste garantie om gezond te blijven. Uit onderzoek blijkt dat mensen met beperkte financiële middelen gezondheidsuitgaven uitstellen. - Bevorderen van een toegankelijk gezondheidszorgaanbod voor iedereen met extra impulsen en kansen voor kwetsbare groepen Actie 1 : kwetsbare groepen worden op geschikte wijze op de hoogte gebracht van het belang van een vaste huisarts en kennen ( en vragen naar) de derdebetalersregeling; Actie 2 : overleggen met huisartsen en andere zorgverstrekkers om de toegankelijkheid tot de eerstelijnsgezondheidszorg en ziekte preventie te vergroten, de nodige financiële middelen voorzien; Actie 3 : bekendmaken van het reguliere aanbod bij mensen met verminderde gezondheidskansen; Actie 4 : bereikbaarheid bewaken van de bestaande gezondheidsinstellingen gezien de afhankelijkheid van openbaar vervoer voor kansarmen; Actie 5 : promoten van het voorkeurtarief. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 5

9 - Lokaal invullen van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen nl. tabakspreventie, voeding en beweging, borstkankeropsporing, ongevallenpreventie, vaccinatie en infectieziekten, depressie, zelfdoding en met bijzondere aandacht voor orgaandonatie Actie 1 : realiseren van het project massaal op de schaal over gezonde voeding en gezond bewegen in samenwerking met de sportdienst. Bevorderen van het actief ouder worden Actie 1: het stimuleren en bewaken van de werking van de seniorenraad als gemeentelijk adviesorgaan naar het seniorenbeleid toe. De seniorenadviesraad krijgt nog meer de kans om op te treden als adviesraad voor het seniorenbeleid en wordt nog meer in deze adviesfunctie erkend. Bij vernieuwende beleidsbeslissingen die invloed hebben op senioren dient advies aan de Seniorenadviesraad gevraagd te worden; Actie 2 : elke Breese senior kan vanuit een inclusief beleid rekenen op inspraak bij deelname en bijdrage aan het maatschappelijk leven; Actie 3 : speciale aandacht schenken aan het belang van bewegings- en sportieve activiteiten voor senioren. Het nodige budget voorzien om te participeren aan de verschillende activiteiten; Actie 4 : bijdragen tot een positieve beeldvorming over en van de Breese senioren in al hun verscheidenheid; Er wordt voorbij gegaan aan het feit wat vele senioren voor de samenleving betekenen en kunnen betekenen. Ook worden de nefaste gevolgen van inactiviteit over het hoofd gezien. Regelmatige organisatie van een aantal uitwisselingsactiviteiten met aandacht voor intergenerationele ontmoetingen. Actie 5 : senioren moeten van het cultureel aanbod, met aandacht voor kwaliteit, toegankelijkheid ten volle kunnen gebruik maken en erin kunnen aan bod komen; Actie 6 : het goed informeren van de senioren via een laagdrempelige website, een stadsmagazine en seniorenkrant met eenvoudig, correct en begrijpbaar taalgebruik; Actie 7 : de rol van het seniorenloket evalueren en mogelijk optimaliseren als een laagdrempelig aanspreekpunt voor elke vraag naar info en in bijzonder zorgvragen; Actie 8 : stimuleren tot verdere actieve deelname in de samenleving, cultureel, sportief en vrije tijdsbeleving ter voorkoming van isolement. Aandacht moet gaan ook naar belangrijke randvoorwaarden zoals geschikt vervoer, positieve beeldvorming rond ouderen. Hiervoor dienen de nodige budgetten te worden voorzien; Actie 9 : het voeren van een preventief beleid in de breedst mogelijke betekenis: er voor zorgen dat in elk maatschappelijk domein de facto rekening wordt gehouden met de oudere, of het nu gaat om wonen, mobiliteit, vrije tijd, cultuur of politieke en maatschappelijke participatie; actief bezig zijn voorkomt maatschappelijk isolement. Isolement tast de gezondheid aan en leidt tot afhankelijkheid die dikwijls gepaard gaat met gebrek aan hulp; Actie 1 : het voeren van een beleid rond toegankelijkheid. In de eerste plaats denken we hierbij aan de letterlijke toegankelijkheid (naast de financiële toegankelijkheid voor de diverse zorgvormen) van het openbaar domein en openbare gebouwen voor personen met een handicap, of mensen die slecht te been zijn; Actie 11 : actieve detectie van eenzame ouderen is noodzakelijk waarbij verenigingen en vrijwilligers een pro actieve rol kunnen spelen; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 6

10 Actie 12 : investeren in vormingsactiviteiten ( informatica, pensioenwetgeving, inbraakpreventie, sociale preventie in functie van de aangehaalde onveiligheidsgevoelens..) is dus geen maat voor niets, de nodige financiële middelen voorzien; Ook ouderen moeten mee kunnen met de tijd. Een nieuwe taal verwerven, nieuwe interessegebieden ontwikkelen, de nieuwe media leren gebruiken: dit alles opent mogelijkheden voor zinvolle activiteiten. Iedereen heeft, een leven lang, het recht om datgene te leren wat hij of zij nodig heeft om zich zelfstandig staande te houden in de samenleving en om te kunnen blijven bijdragen aan het functioneren ervan. Ook het stadsbestuur heeft de plicht dit te ondersteunen en het blijven leren te stimuleren. Actie 13 : uitnodigen en stimuleren van de actieve senior tot vrijwillig engagement op tal van domeinen; Actie 14 : het onderzoeken van de mogelijkheden tot oprichting van een dienstencentrum, waar ouderen die nog zelfstandig wonen of bij hun familie inwonen, voor huishoudelijke zorg, lichaamsverzorging, informatie, sociale dienstverlening en materiële hulp of gewoon voor gezelligheid en ontspanning op één plaats terecht kunnen; Actie 15 : oprichten van een sociaal restaurant dat op regelmatige basis al dan niet centraal in Bree een warme maaltijd aanbiedt. Onze doelstelling is om een laagdrempelige ruimte te creëren waar mensen een warm onthaal en een luisterend oor aan een gezellige tafel wacht. Hieraan gekoppeld sociale tewerkstelling, hiervoor dienen dan ook de nodige budgetten te worden voorzien. E 8 I 8 4 AP 5 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden - Realiseren inspraakmogelijkheden voor Breese personen met een beperking Actie 1 : het stads- en OCMW-bestuur engageert zich om de adviesraad systematisch in te lichten m.b.t. aangelegenheden die personen met een beperking aanbelangen; Actie 2 : de adviesraad voor personen met een beperking brengt meer pro-actief advies uit over beleidsdomeinen die personen met een beperking rechtstreeks aanbelangen, o.m. over mobiliteit, toegankelijkheid, gezondheidszorg en dienstverlening, sport en cultuur. - Dynamiseren van de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang ( zie verder ) - Dynamiseren van de werking van de seniorenraad. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 7

11 BD 5 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor een divers, kwalitatief en laagdrempelig aanbod en dienstverlening met bijzondere aandacht voor vooraf bepaalde doelgroepen en kansengroepen. 5 AP 1 Kwalitatief aanbod Onze samenleving is voordurend in verandering. Onze burgers hebben daardoor ook andere noden en zorgvragen. Als kleine maar flexibele organisatie moet het Sociaal Huis vanuit haar motto cliëntgerichtheid en toegankelijkheid hierop anticiperen. We werken aan een goed bereikbare, efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening voor alle Breese burgers en in het wegwerken van drempels waar die nog aanwezig zijn. We zorgen ervoor dat mensen op een actieve, begrijpbare manier over de informatie kunnen beschikken om aan hun hulpvraag te voldoen. - Streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening Actie 1 : uitbouwen en onderhouden van een netwerk van sociale actoren voor doorverwijzing zoals DAGG, CAW, Noolim en het voorzien van de nodige financiële middelen. Actie 2 : streven naar verdieping of specialisatie om de variëteit van vragen van multi problem gezinnen aan te kunnen en voorzien van de nodige financiële middelen. Het OCMW zal ernaar streven een duidelijke en heldere communicatie te voeren over haar activiteiten en initiatieven - Communicatie ten aanzien van derden Het OCMW zal een duidelijke informatie en communicatie voeren ten aanzien van derden Actie 1 : het OCMW zal optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van het stedelijk infoblad Stadsmagazine Bree ; Actie 2 : het OCMW zal een nieuwe brochure uitgeven met een overzicht van alle diensten die het OCMW aanbiedt aan de inwoners van Bree. - Bevorderen van de interne communicatie Het OCMW zal ernaar streven een duidelijke communicatie te voeren ten aanzien van haar medewerkers Actie 1 : optimaal gebruik van verkeer voor snelle en duidelijke communicatie; Actie 2 : structureel overleg plegen met de medewerkers via het overleg van de sociale dienst, teamvergadering en vergaderingen van de personeelsleden van de verschillende diensten. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 8

12 5 AP 2 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen - Continu werken en bewaken van een toegankelijke dienstverlening Actie 1 : bewaken van laagdrempelige website; Actie 2 : onderhouden van een cliëntvriendelijke onthaalfunctie; Actie 3 : het gebruik van het Stadmagazine om onze diensten kenbaar te maken; Actie 4 : het organiseren van huisbezoeken met het oog op een proactieve en contactgerichte dienstverlening. 5 AP 3 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...) - Uitbouw van de thuiszorg gezien de vergrijzing Bejaarden willen zo lang mogelijk thuis blijven in hun vertrouwde omgeving. Anderzijds is er de argumentering van financiële haalbaarheid omdat de financiële kosten van een goede omkadering van zorg op maat bij de bejaarde thuis vele malen lager ligt dan de financiële kosten voor de residentiële zorg. Actie 1 : uitbouwen van een voldoende groot aanbod voor gezinszorg via de aansluiting bij Welzijnregio Noord Limburg vanaf 1/1/214 en de bestaande thuiszorg (poetsdienst, karweidienst, ) heroriënteren i.f.v. de optimale dienstverlening aan een zo laag mogelijke kostprijs voor het OCMW en voor de cliënt; Actie 2 : onderzoeken van samenwerkingsakkoorden met lokale privé partners in de thuiszorg ( gezinszorg, karweidienst centra voor kortverblijf ) om een voldoende kwantiteit aan thuiszorg te organiseren; Actie 3 : de haalbaarheid toetsen van een CADO als dagopvang, gericht op zorgbehoevende mensen die ook voor gezinszorg in aanmerking komen. waardoor de één op één relatie in de thuiszorg (zorg aan huis) wordt doorbroken en sociale isolatie wordt tegengegaan. De opvang gebeurt door verzorgenden uit de gezinszorg. Bedoeling is de één op één relatie in de thuiszorg te verlaten. Zorg wordt niet verleend in de privéwoning van de cliënt, maar in een aangepaste (rolstoeltoegankelijke) woning waar één verzorgende kan ingezet worden voor de zorg van 4 à 6 cliënten. Met minder personeel worden dus meer cliënten geholpen en tegelijkertijd wordt de sociale isolatie, waarin veel cliënten verkeren, doorbroken. Belangrijk is ook, dat door de kleinschalige werking, meer een thuisgevoel dan een instellingsgevoel wordt gecreëerd. Anders dan de dienstencentra, waar geen rechtstreekse zorg wordt versterkt, en de dagverzorgingscentra, die zich vooral op zwaar zorgbehoevenden richten, sluit CADO aan bij de bestaande thuisdiensten. Actie 4: het OCMW van de Bree heeft de intentie om de bestaande samenwerking met het woonzorgteam Goed Wonen (aanpassingen aan de woningen) te evalueren en afhankelijk hiervan, een continuering van deze werking te bespreken in functie van de budgettaire ruimte en de doelgroep; Actie 5 : overwegen om mantelzorg financieel te ondersteunen. Naast de toenemende vragen van de ouderen zelf, vragen ook hun mantelzorgers om erkenning en behartiging. Het OCMW evalueert het bestaande aanbod en zal voorzien in een aanbod aan informatie en vorming op maat van de mantelzorgers en creëert de mogelijkheid tot het uitwisselen van ervaringen; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 9

13 - Actie 6 : ondersteunen van de vrijwilligerswerking. De vrijwilligerswerking in de welzijnssector is van onschatbare waarde. De vele al dan niet georganiseerde vrijwilligers die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar. Zij werken dagdagelijks aan het sociale weefsel van onze samenleving. Een soort waarderingsbeleid voor vrijwilligers wordt uitgewerkt en blijft inzetten op de ondersteuningen stimulering ervan; - Actie 7: het evalueren van praatcafé dementie in haar rol van advies naar mantelzorgers. - Actie 8: onderzoeken van de bouw van assistentiewoningen kleinschalig, gespreid en geïntegreerd,, al dan niet met externe partners, die bijdragen aan vertrouwd en aangenaam wonen op middelbare en hogere leeftijd. - Levenslang goed wonen m.a.w. zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen door zorg, preventie en aanpassingen aan de woning Actie 1 : - thuiszorgoverleg organiseren; Actie 2 : verhoogde aandacht nazorg; Actie 3 : aanpassingen aan de woning : klusjesdienst aan huis; Actie 4 : bereiken van alleenstaanden senioren en mindervaliden; Actie 5 : nood aan nacht- en avondopvang senioren; Actie 6 : oppasdienst als aanvulling van professioneel en mantelzorg. 5 AP 4 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...) - Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een zo groot mogelijke mobiliteit en een maximale basistoegankelijkheid te garanderen Actie 1 : de adviesraad voor personen met een handicap van Bree wil initiatieven die de toegankelijkheid verhogen, belonen met een toegankelijkheidsprijs en zal hiervoor een oproep doen naar alle winkels, bedrijven, horecazaken en kmo s; Actie 2 : er wordt toegezien dat er voldoende parkeerplaatsen voor personen met een beperking voorzien worden; Actie 3 : de adviesraad voor personen met een handicap brengt pro-actief advies uit over domeinen, die personen met een beperking rechtstreeks aanbelangen, o.m. over mobiliteit, toegankelijkheid, gezondheidszorg en dienstverlening, sport en cultuur. - Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een maximale basismobiliteit te garanderen Actie 1 : De toegankelijkheid van de busopstapplaatsen wordt onderzocht; Actie 2 : Het OCMW onderzoekt in samenspraak met de Minder-Mobielencentrale welke verdere initiatieven genomen kunnen worden rond aangepast vervoer voor rolstoelafhankelijke personen. - Er wordt gewerkt aan een positieve beeldvorming over personen met een beperking Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 1

14 Actie 1 : nadruk op integratie van personen met een beperking: ondersteunen van de winkel Okee in Bree, positieve wisselwerking tussen Stad en Optima en Open Kans. - Iedere Breese persoon met een beperking ontvangt relevante informatie over het zorgen dienstverleningaanbod alsook een passend antwoord op zijn/haar vragen Actie 1 : Er wordt een laagdrempelig en toegankelijk Sociaal Huis uitgebouwd waar Breese personen met een beperking terecht kunnen met vragen van sociaal administratieve aard en waar indien nodig gericht wordt doorverwezen naar relevante dienst- en hulpverleners; Actie 2 : de website van Welzijnsregio Noord-Limburg met als titel 'Nieuw in de regio - De rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap' actief hanteren. - Het bestuur zorgt ervoor dat eigen initiatieven in de mate van het mogelijke openstaan voor haar burgers met een beperking en stimuleert hen tot deelname aan het maatschappelijke leven Actie 1 : bij alle grote stedelijke evenementen wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de doelgroep personen met een beperking door o.a. voorbehouden plaatsen, toegankelijke toiletten en voorbehouden parkeerplaatsen te voorzien; Actie 2 : elke Breese inwoner met een beperking die in een instelling of een semi-internaat verblijft, kan recht doen gelden op een tussenkomst van 25,- per maand ( budget Stad Bree ) ten voordele van de instelling waar hij of zij verblijft; Actie 3 : in samenwerking met het Cultuurcentrum wordt onderzocht op welke manier het cultuuraanbod verder gepromoot kan worden naar personen met een beperking; Actie 4 : in samenwerking met het Sportcentrum wordt het huidige aanbod in zake sportmogelijkheden onderzocht of ze voldoende bekend is bij personen met een beperking. - Wonen is een sleutelfunctie voor integratie. De stad moet de inclusie van het wonen bevorderen Dit kan zowel via een algemene politiek van toegankelijkheid als via de integratie van projecten in sociale woningbouw (convenant ). Actie 1 : convenant met het toegankelijkheidsbureau: bij nieuwbouw of verbouwingen van openbare gebouwen wordt het toegankelijkheidsbureau ingeschakeld, het convenant wordt vertaald in concrete afspraken waarbij de haalbaarheid en werkbaarheid bewaakt worden; Actie 2: de sociale huisvestingsmaatschappijen worden aangespoord om in hun planning aandacht te hebben voor de woonbehoeften van mensen met een beperking; Actie 3 : in het lokaal woonoverleg wordt aandacht besteed aan de bijzondere woonbehoeften van personen met een beperking, o.a. door het thema levenslang wonen op de agenda te plaatsen, door aandacht te besteden aan aanpasbaar bouwen en kangoeroewoningen, door rekening te houden met toegankelijkheid bij de aanvraag van stedenbouwkundige vergunningen voor openbare gebouwen. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 11

15 BD 6 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) 6 AP 2 Het maken van een Zorgstrategisch Plan om de vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals kortverblijf, nachtoppas en nacht opvang, de nood aan verdere uitbreiding van residentiële zorg en thuiszorg te onderzoeken. - Het doen aan zorgplanning Een Zorgstrategisch Plan is noodzakelijk gezien: - de demografische evolutie (de toenemende veroudering van de Breese bevolking met de daaraan gekoppelde stijgende programmatiecijfers); - de evolutie in de zorgvraag (de ontschotting van de zorgsectoren met de verwachte verschuiving van residentiële zorg naar thuiszorg en thuisondersteunende zorg) - de gewijzigde wetgeving o.a. rond assistentiewoningen, de rol van sociale huisvestingsmaatschappijen - de nood aan het uitwerken van een toekomstvisie voor Bree. - Actie 1 : het maken van een geactualiseerde zorgstrategisch planning op niveau van Bree - Actie 2 : Onderzoek doen naar de complementariteit en nood aan mogelijke uitbreiding van het residentiële zorgaanbod en aanbod van thuiszorg; Verwijzend naar de omgevingsanalyse met betrekking tot de evolutie van de morbiditeit, en afhankelijkheid of beschikbaarheid van mantelzorgers zouden in de residentiële sector extra bedden voor ouderen moeten worden gecreëerd tegen 225. De behoefte aan residentiële structuren zal nog acuter worden na 225. Het is dus noodzakelijk om te anticiperen op deze ontwikkeling. De stijging in de residentiële sector zal rekening moeten houden met de ongelijke groei van de oudste ouderen (85+) en het bestaande aanbod op lokaal niveau. Als men het toenemende gebruik van residentiële structuren zou willen beperken, kan gedacht worden aan een beleid dat stimuleert om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven (strengere toelatingscriteria voor opname in residentiële instellingen, ontwikkeling van thuiszorg of andere vormen van beschut wonen voor ouderen,...). Actie 3 : het onderzoeken van de haalbaarheid van het OCMW als een dienstenkruispunt of zorgcoördinator ( noden detecteren en zorgvrager verbinden met de zorg op maat ); Het gaat hier niet om het aanbieden van zorg maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. Actie 4 : de mogelijkheid onderzoeken om ouderenwoningen (sociale assistentiewoningen) te realiseren in samenwerking met de huisvestingsmaatschappij waarbij bijvoorbeeld het OCMW de gronden en het zorgaanbod aanlevert en de sociale huisvestingsmaatschappij instaat voor de bouw en verhuring van de woningen; Actie 5 : het Sociaal Huis als gangmaker bij het ontwikkelen van een woonzorgzone ( zone waar zorg en wonen optimaal gecombineerd worden ) en bij het realiseren van een meer geïntegreerd beleid inzake wonen, zorg en welzijn; het stimuleren van kangoeroewoningen wordt in dit kader onderzocht; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 12

16 Actie 6 : actief promoten van de opleiding tot polyvalent verzorgende. Enerzijds krijgen mensen een tweede kans tot het volgen van een opleiding met toekomst, anderzijds creëert dit mogelijkheden naar rekrutering toe binnen onze eigen zorgvoorzieningen. Een gerichte communicatie naar potentiële doelgroepen wordt opgezet; Actie 7 : het garanderen van financiële toegankelijkheid voor iedere burger tot het woonzorgcentrum Gerkenberg; De VZW Welzijnscampus beschikt over een woon en zorgcentrum, service flats en een erkend dagverzorgingscentrum. Als partner van de vzw Welzijnscampus zal het OCMW deze residentiële setting blijven steunen in de uitbouw van haar dienstverlening. Het OCMW zal blijven ijveren vanuit haar missie voor de financiële toegankelijkheid van deze zorgverlening voor alle burgers van Bree. Het woonzorgcentrum vertegenwoordigt een belangrijke maatschappelijke opdracht. De inspanningen die in dit kader worden geleverd, moeten ingepast worden in een gezond financieel beheer van het woonzorgcentrum. Actie 8 : het steunen van de uitbreiding van residentiële bedden in het woonzorgcentrum Gerkenberg steunen gezien deze nood blijkt uit de strategische planning en een integrale visie : - Uitbreiding van het woonzorgcentrum met 63 bijkomende woongelegenheden: door de realisatie van dit project is er een uitbreiding van het bestaande aanbod en is men in staat zich meer te profileren als woonzorgzone en zo de voorziening verder open te stellen voor de buurt en ruimere regio. In kader van de samenwerking met de thuiszorg wordt het project naadloze overgangszorg verder uitgewerkt en uitgebreid. Hierbij zal het aanbod van ergo-advies en zorg-aan-huis een zeer belangrijke rol spelen. - Realisatie en organisatie van de zorg van 7 woongelegenheden voor kortverblijf binnen het woonzorgcentrum. In de opvang voor kortverblijf wordt een antwoord geboden voor crisisopvang, tijdelijke ontlasting van familie of mantelzorg, of voor revalidatie na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname met het oog op een reïntegratie in het thuismilieu of indien nodig een doorstroom naar een meer definitieve vorm van intramurale opvang. Actie 9 : om de zorg te kunnen aanbieden zijn er blijvende inspanningen nodig om gekwalificeerd personeel te hebben. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 13

17 BD 7 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen 7 AP 1 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering in bouwprojecten - Het OCMW is als co - regisseur van het woonbeleid perfect geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid Actie 1 : het uitwerken van een toewijzingsreglement lokale binding en senioren voor 65-plussers in de gemeente Bree die geen eigenaar zijn van een woning en dus voor hun woonbehoefte aangewezen zijn op de huurmarkt; Actie 2 : inzet van woonzorgteams continueren. Via de woonzorgteams willen we de senioren helpen langer autonoom te wonen in hun eigen leefomgeving. Beperkte aanpassingswerken en het aanbrengen van aangepaste hulpmiddelen zijn vaak nodig om de veiligheid, het wooncomfort en de toegankelijkheid van de woning van de hulpbehoevende senior te garanderen. Het gaat dan vooral om kleine karweien, waarvoor de reguliere bouwaannemer vaak geen rendabele offerte kan maken; Actie 3 : projectontwikkelaars zullen aangemaand worden om demografische tendensen te vertalen in woonprojecten. Het stijgend aantal alleenwonenden, het stijgend aantal ouderen en het stijgend aantal alleenstaanden met kinderen vraagt om aangepaste woonvormen te creëren. Woningopsplitsing kan hierin een gedeeltelijke oplossing bieden; Actie 4 : mede door de vergrijzing is er een stijgende nood aan assistentiewoningen, zorgerven en andere woonzorginitiatieven. Er wordt een visie en een plan van aanpak uitgewerkt met betrekking tot zorgwonen. Teneinde het bereiken van het BSO sociale huur versneld te realiseren en om het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/-appartementen te verhogen, werd aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg Realiseren van een goed samenwerkingsverband. I 6.428,57 Actie 1 : het inhuren van woningen op de private huurmarkt met het oog op het verhuren van kwaliteitsvolle woningen aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden tegen een redelijke huurprijs, overeenkomstig het erkenningsbesluit SVK s en het kaderbesluit Sociale Huur ; de bedoeling is om 1,5 woningen per 1 inwoners in te huren; Actie 2 : basisbegeleiding bieden aan de huurder; het SVK heeft voor een gedeelte van de verhuringen te maken met moeilijke verhuringen. Problemen situeren zich op het vlak van overlast voor de omgeving, slecht onderhoud van de woning, niet betalen van de huurkosten en huurschade bij het afsluiten van het huurcontract. Het is de betrachting om met huurbegeleiding aangaande deze problemen preventief te werken, voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 3 : begeleiding en ondersteuning bieden aan de verhuurders met oog op verbetering van de woonkwaliteit en energiezuinigheid,gebruik maken van premieregelingen om eigenaars aan te moedigen om technische kwaliteit en energiezuinigheid van de woning te verbeteren; Actie 4 : overleggen en samenwerken met het lokale bestuur en woon- en welzijnsactoren; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 14

18 Actie 5 : inschrijven van de kandidaat huurder gebeurt door de sociale dienst waarbij overlegd wordt met het SVK m.b.t. het financiële aspect maar ook rond het woongedrag en het onderhoud van de woning. Actie 6 : Realiseren van een goed samenwerkingsverband. - Het inhuren van woningen op de private huurmarkt met het oog op het verhuren van kwaliteitsvolle woningen aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden tegen een redelijke huurprijs, overeenkomstig het erkenningsbesluit SVK s en het kaderbesluit Sociale Huur ; de bedoeling is om 1,5 woningen per 1 inwoners in te huren; - Basisbegeleiding bieden aan de huurder; het SVK heeft voor een gedeelte van de verhuringen te maken met moeilijke verhuringen. Problemen situeren zich op het vlak van overlast voor de omgeving, slecht onderhoud van de woning, niet betalen van de huurkosten en huurschade bij het afsluiten van het huurcontract. Het is de betrachting om met huurbegeleiding aangaande deze problemen preventief te werken, voorzien van de nodige financiële middelen; - Begeleiding en ondersteuning bieden aan de verhuurders met oog op verbetering van de woonkwaliteit en energiezuinigheid,gebruik maken van premieregelingen om eigenaars aan te moedigen om technische kwaliteit en energiezuinigheid van de woning te verbeteren; - Overleggen en samenwerken met het lokale bestuur en woon- en welzijnsactoren; - Inschrijven van de kandidaat huurder gebeurt door de sociale dienst waarbij overlegd wordt met het SVK m.b.t. het financiële aspect maar ook rond het woongedrag en het onderhoud van de woning. - Proactief optreden ter voorkoming van uithuiszettingen Actie 1 : Het OCMW zet zich in om uithuiszettingen te voorkomen. Enerzijds door meer toe te spitsen op preventie en sensibilisering, bijvoorbeeld door een georganiseerde gegevensuitwisseling met sociale en private verhuurders, gekoppeld aan proactieve huisbezoeken door het OCMW of andere woonbegeleidingsorganisaties. Dergelijke huisbezoeken kunnen bijvoorbeeld georganiseerd worden bij de eerste tekenen van huurachterstal. Het OCMW maakt gebruik van de mogelijkheid van omzetting van erkende LOI plaatsen in bufferplaatsen, gelegen Peerderbaan 11. Deze locatie zal dienst doen voor tijdelijke opvang in noodsituaties. - Dynamiseren woonoverleg OCMW, ruimtelijke ordening, dienst wonen, samen met externe actoren. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 15

19 BD 9 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen 9 AP 1 Uitbouw van de kinderopvang Actief meewerken aan het lanceren van t Kanske dat opgezet wordt vanuit drie doelstellingen (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede Actie 1 : organisatie van groepswerk voor kansarme ouders en aanstaande ouders rond de opvoeding van en de zorg voor hun kind; Actie 2 : bekijken welke ondersteuning ze nodig hebben, toeleiden naar welzijnsdiensten, waaronder onze kinderopvang (aantrekken van kansarme gezinnen en opbouwen van een vertrouwensrelatie, speel-o-theekanimatie i.s.m. de kinderopvang, ); Actie 3 : organisatie van onthaal waar mensen terecht kunnen, zowel met hun verhaal als met allerlei vragen; Actie 4 : signalisatie naar beleidsmakers en verantwoordelijken. Dit betekent dat zij structurele knelpunten en/of tekorten op het terrein kunnen kenbaar maken waardoor gezinnen beknot worden in hun ontplooiingsmogelijkheden; Actie 5 : aanbieden van een ontwikkelingsstimulerend programma aan voor de kansarme kinderen van tot 3 jaar waarbij wij onze kinderopvang t Wiekernestje als uitvalbasis nemen; Actie 6 : acties ondernemen voor ons eigen kinderdagverblijf om drempelverlagend te werken naar deze doelgroep en onze hulpverleners handvaten aanbieden in hun relationele aanpak met aandacht voor kind én ouder; Actie 7 : ontwikkelen van een methodiek, het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. Streven naar bedrijfseconomische gezonde kinderopvang voor - 3 jarigen en de buitenschoolse kinderopvang Actie 1 : bewaken van een optimale bezetting in het kinderdagverblijf t Wiekernestje (42 plaatsen)en het IBO door het terugdringen van wachtlijsten zodat zoveel mogelijk ouders kunnen genieten van dit opvangaanbod; Actie 2 : bewaken van de personeelbezetting volgens de personeelsnorm van Kind en Gezin; Actie 3 : de werking ( het aantal opgevangen kinderen ) en de personeelsbezetting voor de -3 jarigen op de 2 locaties optimaal op elkaar afstemmen zodat er een optimale verhouding is tussen aanwezig aantal kinderen en aanwezig aantal personeel en dit steeds binnen de vigerende regelgeving; Actie 4 : het nastreven van schaalvergroting door alert te anticiperen op eventuele mogelijkheden tot uitbreiding van het aantal gesubsidieerde plaatsen wat afhankelijk is van de budgettaire ruimte van de hogere overheid en de mate waarin Bree voldoet aan de toewijzingscriteria waarbij het criterium kansarmoede een belangrijk gewicht heeft; (zie actie 4 hierboven) - Streven naar een kwaliteitsvolle, toegankelijke, voldoende en betaalbare opvang in het kinderdagverblijf voor kinderen tussen -3 jaar en in de buitenschoolse kinderopvang inclusief de vakantieopvang Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 16

20 Actie1 : overeenkomstig het kwaliteitsdecreet het hanteren van het steeds geactualiseerd kwaliteitshandboek dat het resultaat is van continue kwaliteitsplanning, interne auditing, actieplannen op basis van inspectieverslagen, tevredenheidmetingen en opvolgen van beleidsaccenten; Actie 2 : bijscholen van het personeel dat voldoet aan de opgelegde kwalificatievereisten conform de regelgeving; binnen het kader van de te plannen opleidingen van t Wiekernestje wordt jaarlijks in overleg met het LOK een educatieve activiteit georganiseerd voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen. E 15 Actie 3 : prioriteit voor kinderopvang voor kwetsbare doelgroepen die als ouder door een gebrek aan kinderopvang niet kunnen doorstromen naar een (reguliere) tewerkstelling. Actie 4: alles inzetten op uitbreiding kinderopvang 3 jarige met (15 plaatsen gesubsidieerd) + nodige financiële middelen voorzien voor bouw of verbouwing. Actie 5 : nastreven van een goede planning; het nakomen van het aangegane engagement door de ouders is hierbij een belangrijke randvoorwaarde waarop betrokkene moeten kunnen aangesproken worden door vooraf duidelijke afspraken te maken tussen ouders en opvangvoorziening; Actie 6 : optimaal inspelen op de door het nieuwe decreet gewijzigde subsidiëring van de erkende kinderdagverblijven - Het dynamiseren van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang als een platform van overleg en samenwerking voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree - Voorzien in aangepaste infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang Actie 1 : voldoende financiële middelen voor goed onderhoud van de bestaande infrastructuur; Actie 2 : afwegen van de behoefte aan infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang en zich bezinnen over wat centraal moet gestuurd worden en/of georganiseerd en wat decentraal gestuurd en/of georganiseerd kan worden met als belangrijke parameters : kosten, bereikbaarheid voor de ouders en organisatorische haalbaarheid; Actie 3 : overwegen van bestaande, centraal gelegen infrastructuur te gebruiken vooraleer de stap wordt gezet naar nieuwbouw voor de vakantieopvang (Bree of Beek); - De oprichting van een loket kinderopvang in Bree als een neutraal informatie- en ondersteuningspunt voor gezinnen met een vraag naar kinderopvang Actie 1 : het leren hanteren van de Kinderopvangzoeker als een instrument op de website van Kind en Gezin om kinderopvangvragen te registreren, te behandelen en in kaart te brengen; Actie 2 : coördineren van de registratie van de kinderopvangvragen en van de voorkeur van gezinnen voor kinderopvangplaatsen; Actie 3 : informeren van gezinnen binnen een redelijke termijn over beschikbare kinderopvangplaatsen en hen zo nodig in contact brengen met de kinderopvanglocaties, met aandacht voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen; Actie 4 : samenwerken met alle kinderopvanglocaties binnen het werkingsgebied, met instanties die werken met gezinnen die kinderopvangvragen kunnen hebben; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 17

21 Actie 5 : informeren van het lokaal bestuur of de lokale besturen, de organisatoren van kinderopvang en Kind en Gezin over de vragen naar kinderopvangplaatsen; Actie 6 : het OCMW van Bree onderzoekt de mogelijkheid om voor Bree en de onmiddellijke omgeving ( zorgregio ) te laten erkennen voor dit loket te organiseren; Actie 7 : aanvragen van de subsidie voor het organiseren van dit loket zoals vermeld in het decreet, maar zelf ook financiële middelen voorzien voor een opstartfase en werking. Het verder optimaliseren en realiseren van de doelstellingen, die inherent zijn aan de erkenning van t Wiekernestje als gemandateerde voorziening voor flexibele en occasionele kinderopvang voor de zorgregio Meeuwen - Gruitrode, Bocholt en Bree Actie 1 : Coachen met een duidelijk geëxpliciteerd traject van 1.5 FTE personen uit de kansengroepen als verzorgende in de kinderopvang en dit met het oog op duurzame tewerkstelling; Actie 2 : Een kwalitatieve dienstverlening die een antwoord biedt op een niet ingevulde of onvoldoende ingevulde maatschappelijke behoefte nl flexibele en occasionele kinderopvang, voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 3 : anticiperen op de wijzigende regelgeving en subsidiëring door in te spelen op het plan van aanpak van Kind en Gezin waarbij niet dezelfde denkpiste gevolgd wordt voor de voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang. 9 AP 2 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg Lokaal worden diensten aangeboden, die regionaal georganiseerd worden en waar de keuzes omtrent de aangeboden dienstverlening lokaal in het OCMW worden gemaakt. E 46.38, - Gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Actie1 : m.b.t gezinszorg en aanvullende thuiszorg het presteren van het toegekende urencontingent gezinszorg logistieke hulp en karweihulp, overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgelegd in het Woonzorgdecreet; Actie 2 : opmaken van een duidelijk profiel dienst GZAT, zowel voor het geheel als voor de onderdelen gezinszorg, logistieke hulp en karweihulp; Actie 3 : borgen van de kwaliteit van de dienstverlening GZAT binnen een context van steeds complexer wordende thuiszorg en doelgroepen; Actie 4 : inzetten op innovatie en evolutie dienstverlening GZAT. - Schuldbemiddeling. Actie 1 : optreden als schuldbemiddelaar in de collectieve schuldbemiddeling of het juridische gedeelte in de schuldbemiddeling opnemen wanneer het OCMW Bree is aangesteld als schuldbemiddelaar; Actie 2 : de sociale dienst en zijn cliënten juridisch en inhoudelijk ondersteunen in zijn opdracht rond schuldhulpverlening zoals juridisch advies op dossierniveau in kader van consumentenkrediet; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 18

22 kennisdeling met vorming en informatieaanbod op vlak van schuldhulpverlening; preventiewerking met oog op Bewust omgaan met budget ; versterkend werken met cliënten o.a. in groepswerking. - Rechtshulp. Actie 1 : juridische eerstelijnshulp bieden aan alle inwoners van Bree; Actie 2 : juridisch advies verstrekken aan de sociale dienst in de uitvoering van de opdracht van hulpverlening aan cliënten. Zowel advies aan de individuele maatschappelijk werker en gebonden aan een bepaald dossier, als kennisdeling met vorming en informatieaanbod in de brede zin. - Tewerkstelling en opleiding. Actie 1 : uitvoeren van de arbeidsbegeleiding op maat van OCMW - cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en waarbij tewerkstelling een perspectief is; Actie 2 : ondersteunen van het OCMW van Bree in hun tewerkstellingsbeleid; Actie 3 : organiseren van projectmatige groepswerking ter ondersteuning van de beoogde arbeidsbegeleiding en gericht op de zwakkere doelgroepen; Actie 4 : uitbouwen van een netwerk van partners in de ondersteuning van de arbeidsbegeleiding zoals Welzijnsregio Noord met het voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 5 : organiseren van een kwaliteitsvolle dienstverlening ten behoeve van cliënt en OCMW. 9 AP 3 Strijd tegen kansarmoede E 4. I 5. - Invulling geven aan het project t Kanske vanuit een drievoudige doelstelling : (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede. Actie 1 : organisatie van groepswerk voor kansarme ouders en aanstaande ouders rond de opvoeding van en de zorg voor hun kind; Actie 2 : bekijken welke ondersteuning ze nodig hebben, toeleiden naar welzijnsdiensten, waaronder onze kinderopvang (aantrekken van kansarme gezinnen en opbouwen van een vertrouwensrelatie, speel-o-theekanimatie i.s.m. de kinderopvang, ); Actie 3 : organisatie van onthaal waar mensen terecht kunnen, zowel met hun verhaal als met allerlei vragen; Actie 4 : signalisatie naar beleidsmakers en verantwoordelijken. Dit betekent dat zij structurele knelpunten en/of tekorten op het terrein kunnen kenbaar maken waardoor gezinnen beknot worden in hun ontplooiingsmogelijkheden; Actie 5 : aanbieden van een ontwikkelingsstimulerend programma aan voor de kansarme kinderen van tot 3 jaar waarbij wij onze kinderopvang t Wiekernestje als uitvalbasis nemen; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 19

23 Actie 6 : acties ondernemen voor ons eigen kinderdagverblijf om drempelverlagend te werken naar deze doelgroep en onze hulpverleners handvaten aanbieden in hun relationele aanpak met aandacht voor kind én ouder; Actie 7 : ontwikkelen van een methodiek, het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. - Streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen Onderwijs is een van de belangrijkste mogelijkheden om te ontsnappen uit de kansarmoede en is een opstap naar tewerkstelling en maatschappelijke integratie. Actie 1: actie ter ondersteunen van Brede scholen binnen ons grondgebied; Actie 2 : werken aan een duurzame kleuterparticipatie via sensibiliseringsacties in samenwerking met Kind en Gezin, het OCMW, o Gegevensuitwisseling met Kind en Gezin met het oog op niet-ingeschreven kleuters + opvolging via huisbezoeken, ; - Aanpak kinderarmoede De aanpak van kinderarmoede vormt een constant aandachtspunt binnen het lokaal sociaal beleid. Actie 1 : opmaak van een kinderarmoedeplan in samenwerking met alle armoedeorganisaties en andere stakeholders die op een structurele manier betrokken worden bij de uitvoering van het armoedebeleid; Actie 2 : voorzien in de oprichting van een lokaal netwerk kinderarmoede waarbinnen alle relevante sectoren en actoren betrokken zijn. Doel van dit netwerk is afstemming, overleg en afspraken; Actie 3 : om deze taak effectief te kunnen uitvoeren, voorzien in de nodige ondersteuning voor de verenigingen en organisaties die binnen de gemeente een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van dit kinderarmoede beleid; Actie 4 : de implementatie van een armoedetoets die moet toelaten om binnen de gemeente constant de vinger aan de pols te houden met betrekking tot nieuwe regelgeving en andere nieuwe gemeentelijke initiatieven. De proactieve of mogelijks automatische toekenning van rechten wordt hier eveneens als aandachtspunt mee opgenomen; Actie 5 : in de strijd tegen armoede het LCO ( lokaal cliëntoverleg ) benutten als een instrument. - Streven naar culturele en maatschappelijke inclusie Wij realiseren het recht op culturele en maatschappelijke inclusie met verhoogde aandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren binnen onze stad. Dit recht biedt mogelijkheden voor verdere ontplooiing. Actie 1 : verenigingen ondersteunen die in het kader van cultuur willen werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren; Actie 2 : aanbieden van een grabbelpas binnen onze stad; Actie 3 : optimaal benutten van het budget socio culturele participatie. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 2

24 - Garanderen van een menswaardig inkomen Wij realiseren het recht op een menswaardig inkomen voor alle gezinnen in maatschappelijk kwetsbare situaties met jonge kinderen. Actie 1 : regelmatig organiseren van vorming en opleiding voor onze maatschappelijke werkers opdat het sociaal onderzoek op een kwalitatieve manier kan ingevuld worden; Actie 2 : het hanteren in het kader van budgetbegeleiding en budgetbeheer van de budgetstandaard als instrument en voorzien hiervoor in de nodige vorming en opleiding voor de maatschappelijk werkers. - Uitbouwen van preventieve gezinsondersteuning E 6 Wij realiseren een aanbod aan preventieve gezinsondersteuning, dat toegankelijk en laagdrempelig is. Actie 1 : samenwerken met het consultatiebureau van Kind en Gezin om op een laagdrempelige manier te werken rond preventieve gezinsondersteuning en opvoedingsondersteuning; Actie 2 : ondersteunen de armoede organisatie binnen onze stad bij het oprichten van een ontmoetingsruimte voor aanstaande en jonge ouders; Actie 3 : bij de realisatie van het aanbod aan preventieve gezinsondersteuning is er samenwerking enerzijds met de kleuterscholen met het oog op een vroege toeleiding naar het kleuteronderwijs en anderzijds met de Werkwinkel of VDAB en BDO met het oog op mogelijke activeringstrajecten voor de ouders. - Het voeren van een coherent armoedebeleid Actie 1 : het maken van een globaal armoedeplan; Actie 2 : het betrekken van alle actoren die werken rond armoede; Actie 3 : het opzetten van een actieplan om de armoede te bestrijden gekoppeld aan continue opvolging en gestructureerd overleg. - In overleg met de Welzijnsregio de visie en aanpak rond schuldhulpverlening bijsturen op basis van vastgestelde valkuilen rond wachtlijst, terugval, afbouw - Communicatie op maat van de cliënt aanbieden over rechten en plichten Het doel hiervan is om gericht te kunnen communiceren met de cliënten op basis van de wettelijk voorziene regelgeving, zoals de RMI-wet, activering, schuldhulpverlening - Evalueren van de financiële hulpverlening ( SVM ) Er zal over gewaakt worden dat er financiële stimuli blijven om andere inkomsten te verwerven, onder andere via werk, en zo niet langer afhankelijk te blijven van uitkeringen. Dit houdt enerzijds bijvoorbeeld in dat leefloon of bijstand slechts tijdelijke oplossingen mogen zijn voor cliënten die activeerbaar zijn (werkbereidheid), en anderzijds dat we moeten onderzoeken welke de drempels vormen om de stap naar activering te zetten. - Deelname aan het maatschappelijk leven Het OCMW zal ernaar streven eenieder te laten deelnemen aan het maatschappelijke, culturele en sportieve leven teneinde sociale uitsluiting te voorkomen. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 21

25 Actie 1 : het OCMW zal ernaar streven aan alle kansarme inwoners van Bree de kans te geven om deel te nemen aan sociale, sportieve of culturele activiteiten via het fonds voor sociale, sportieve en culturele participatie. 9 AP 4 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan - Het lokaal bestuur richt de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang op en geeft daarbij de opdracht een goed kwalitatief lokaal overleg binnen de gemeente uit te bouwen zodat elk kind vanaf jaar tot het einde van de basisschool toegang krijgt tot kwalitatieve opvang. E 15 - Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het aanbod kinderopvang zodat elke ouder binnen de gemeente kan rekenen op een kwaliteitsvol, toereikend, bereikbaar aanbod aan opvang voor zijn/haar kinderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft daarbij aandacht voor nieuwe noden en tendensen. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over initiatieven om de kwaliteit van opvang en de begeleiding in de kinderopvang te behouden en te verbeteren. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang kan meer realiseren op vlak van opvang door effectieve samenwerking, met respect voor de eigenheid van iedere actor en met behoud van de verscheidenheid van ieders werking. - Ouders en kinderen, sleutelfiguren en intermediairen kunnen rekenen op een sectoroverschrijdende informatiedoorstroming. Elke ouder moet toegang hebben tot laagdrempelige en begrijpbare informatie over zaken die hen aanbelangen. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op en adviseert het OCMW-bestuur hierin. Over deze 6 prioritaire doelstellingen, met daarmee verbonden actieplannen en acties, volgt bij de BBC-budget- en meerjarenplanbespreking een inhoudelijke en financiële rapportering aan de OCMW raad. Actieplannen en acties hebben al dan niet een financiële impact op één of meerdere beleidsdomeinen. Over de andere operationele doelstellingen, die als niet-prioritair worden beschouwd, zal als overig beleid in belangrijke mate in algemene termen worden gerapporteerd. Het al dan niet prioritaire karakter zegt niet altijd iets over de mate van belangrijkheid van die doelstelling, het bestuur wil wel weergeven dat de prioritaire doelstellingen rapportering behoeven, een strategische focus hebben en ook dat ze resultaatsgebonden zijn. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 22

26 V Overig Beleid BD 1 Gezond en efficiënt personeelsbeleid 1 AP 1 Modern personeelsbeleid Het OCMW voert een coherent personeelsbeleid waarin human resources centraal staan. De kwaliteit van de dienstverlening staat of valt met de kwaliteit van de menselijke bronnen als belangrijkste werkingsmiddel. De organisatie is gebaat bij een personeelsbeleid dat deze menselijke bronnen maximaal weet aan te wenden en te ontwikkelen in functie van haar doelstellingen. - Het voeren van een motiverend personeelsbeleid Het OCMW streeft ernaar haar medewerkers op een éénduidige en motiverende manier te begeleiden en te sturen. Loutere personeelsadministratie moet evolueren naar een actief Human Resources Management (HRM) Actie 1 : onderzoek en toepassing van nieuwe instrumenten die mogelijk worden bij de invoering van de nieuwe rechtspositieregeling; Actie 2 : optimaal hanteren van personeelsbeheerinstrumenten m.b.t. van aanwerving, coaching, opleiding en evaluatie; Actie 3 : uitwerken van een personeelsbehoeftenplan; Actie 4 : opzetten van functiebeschrijvingen en organogram Actie 4 : ontwikkelen van een preventief en duidelijk verzuimbeleid; Actie 5 : maximale doorstroming van personeelsgebonden informatie via de beschikbare kanalen (personeelsvergadering, teamoverleg, nota s,..); - Het opvolgen en onder controle houden van het personeelsbudget Actie 1 : de nodig voorzieningen treffen m.b.t. de pensioenkost; Actie 2 : aanwerving van personeel op basis van reële personeelsbehoeften. - Werk maken van organisatieontwikkeling nl de organisatie die mee evolueert met de veranderende zorgvragen en evoluties in de omgeving. BD 1 Optimalisering van de sociale dienstverlening 1 AP 1 Verlenen van rechtshulp Het OCMW zal ernaar streven het recht op juridische informatie voor iedere inwoner te verzekeren, met als doel sociale uitsluiting te voorkomen. Actie1 : het aanbod aan eerstelijns rechtshulp georganiseerd door het OCMW wordt behouden; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 23

27 Actie 2 : informeren van inwoners over hun rechten en plichten via de informatiekanalen die de lokale overheid ter beschikking heeft; Actie 3: samenwerking met de rechtshulpdienst van de Welzijnsregio Noord-Limburg. 1 AP 2 Optimaliseren van de schuldbemiddeling - Optimaliseren van het proces van schuldbemiddeling Actie 1 : schuldbemiddeling kan niet losgezien worden van preventie van schuldenlast. Wij moeten op zoek gaan naar aangepaste methodieken en instrumenten voor preventie, vooral het direct contact met de doelgroep is belangrijk en hiervoor voldoende vorming en financiële middelen voorzien; Actie 2 : jongeren bewust leren omgaan met een budget, hen te sensibiliseren rond schuldhulpverlening en hen weerbaarder te maken tegen de overconsumptie; Actie 3 : de toenemende schuldenproblematiek vergt bijzondere aandacht. Professionele ondersteuning inzake schuldbemiddeling en schuldhulpverlening moet verder worden gezet. Een jaarlijks rapport zal worden opgemaakt met daarin trends en evoluties inzake de schuldproblematiek bij het cliënteel van het OCMW van Bree; Actie 4 : evenwicht nastreven bij het coachen van de medewerkers tussen kwaliteit versus hoeveelheid van dossiers; Actie 5 : zoeken naar een uniforme manier van intake en een soort van draaiboek of handelingsplan met beschrijving van de verschillende fasen van het hulpverleningsspel; Actie 6 : het bevorderen van de uitstroom of verantwoorde afbouw door het ontstaan van de grote restgroep van langlopende beheren en het ontstaan van wachtlijsten Onze focus moet meer liggen niet op het terug in handen nemen maar eerder op het in handen houden; het stimuleren van de mogelijkheden van de cliënt vanuit een ondersteunende positie leidt tot groei; in plaats van oplossingsgericht te werken namelijk afbouw van schulden moeten we ons focussen op het proces van de hulpverleningsrelatie en het proces van de cliënt om te komen tot oplossingen op maat van de cliënt en op die manier zelfs te komen tot afbouw; Actie 7 : het proberen terugval te vermijden door een vorm van nazorg te organiseren of op zoek gaan naar alternatieven, die stapsgewijs werken; Actie 8 : aanpak wachtlijst budgetbeheer : het hanteren van een wachtlijst dwingt tot een reflectie over de werking : voorstellen zijn werken met een voortraject waaruit kan blijken dat enkel begeleiding op korte termijn voldoende is, voorwaardenlijst opstellen, uitgebreid sociaal onderzoek, actualiseren wachtlijst; Actie 9 : bevorderen samenwerking externe diensten : het OCMW van Bree schrijft zich in voor een samenwerkingsproject met CAW; Actie 1 : de aanpak van de schuldenproblematiek en de organisatie van de schuldhulpverlening gebeurt door een laagdrempelige schuldhulplijn en het buddy- initiatief die ook een preventieve bedoeling hebben; Actie 11 : deskundigheidsbevordering van de schuldhulpverleners door het organiseren van vormingsmomenten en de LSO werkgroep SHV als lerend netwerk. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 24

28 1 AP 3 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid - Het bestuur kiest voor een correcte en strikte toepassing van de bestaande wetgeving waarbij resultaatgericht gewerkt wordt op vlak van taalkennis, onderwijs van vooral de kinderen, opleiding en emancipatie van het individu met bijzondere aandacht voor de positie van vrouwen en deelname aan het Breese gemeenschapsleven. Actie1 : onthaalbureau Inburgering Limburg en OCMW Bree engageren zich tot de uitvoering van het Model van samenwerkingsprotocol tussen het onthaalbureau, de VDAB en het OCMW betreffende de doorverwijzing van inburgeraars naar het onthaalbureau voor het volgen van een primair inburgeringstraject van 27 februari 29 en de uitvoering van het afsprakenkader voor de toepassing van het Model van samenwerkingsprotocol op Limburgs niveau. - Alert omgaan met de diverse vragen van de asielzoekers voldoende aantal huisbezoeken geeft een goed inzicht in de noden en versterkt de vertrouwensrelatie met de cliënt. - Aandacht voor de rechten en plichten van de asielzoekers conform het huishoudelijk reglement en dit vooral m.b.t. bewaken van de kwaliteit van de woningen maandelijkse controlebezoeken blijven uitvoeren en het effectiever inspelen op de vaststellingen van de controlebezoeken het nemen van maatregelen bij overtredingen van het huishoudelijk reglement gerichter aanpakken bij het hanteren van het leefgeld ( koppelen aan het nakomen van afspraken ); verdere aanpassing toekenning sanitair pakket, linnen, bij aankomst in het LOI; stappenplan optimaliseren en correcte dossieropvolging bij aankomst, verblijf en vertrek uit de woning; continu toezicht op de werking en toekenning medische kosten. - Anticiperen op de reorganisatie van het opvangnetwerk binnen de Lokale Opvanginitiatieven Actie 1 : inspelen op de mogelijkheid van omzetting van erkende LOI -plaatsen in bufferplaatsen volgens de vigerende reglementering, herziening financiële impact. 1 AP 4 Ondersteuning van crisisopvang Een crisisopvang biedt residentiële opvang en begeleiding aan gezinnen in noodsituaties. Het OCMW probeert hier een doorverwijzende rol te spelen naar bestaande initiatieven zoals centra voor daklozen, crisisopvangcentra, vluchthuizen. 1 AP 5 Activering en tewerkstelling als belangrijke hefbomen in de armoedebestrijding Tewerkstelling is de motor van het maatschappelijk leven: wie kan, kan een inkomen verwerven, kan een makkelijker menswaardig bestaan opbouwen en deelnemen aan het maatschappelijke leven in al zijn aspecten. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 25

29 - Het OCMW streeft ernaar de bestaande tewerkstellingsinitiatieven te behouden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen ten behoeve van de zgn. kansengroepen die het moeilijk hebben om aan werk te geraken Actie 1 : door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord Limburg beroep doen op de opgebouwde expertise rond arbeidsbegeleiding,tewerkstellingsbeleid, netwerkvorming en kwaliteitsvolle dienstverlening in al haar aspecten; Actie 2 : samenwerking uitbouwen met sociale economie-initiatieven (Welzijnsregio Noord-Limburg) en voldoende financiële middelen voorzien; Actie 3 : samenwerken met PWA en voldoende middelen voorzien; Actie 4 : optimaal beheren van toegekende contingent art. 6 7 verhoogde toelage sociale economie; Actie 5 : aanbieden van begeleidingstrajecten en arbeidsbemiddeling met het oog op duurzame tewerkstelling; Actie 6 : laaggeschoolden inschakelen in de sociale economie:; Actie 7 : ondersteunen en zoeken van opleidingen voor kwetsbare groepen en voor hen kansen scheppen op tewerkstelling. - Het aantal tewerkstellingsplaatsen voor tewerkstellingen art. 6 en de doorstroom naar reguliere tewerkstelling verhogen bij private ondernemers - Het OCMW wil een voorloper zijn op vlak van werk-welzijn (W2) en maakt werk van werk- en welzijnstrajecten op maat om mensen uit de armoede te halen Actie 1 : in samenwerking met de Welzijnsregio Noord Limburg werken aan het recht op (sociale) activering voor iedereen op beroepsactieve leeftijd die (nog) niet professioneel activeerbaar is. - De rol vervullen als case manager welzijn in overleg met casemanager werk zijnde de VDAB voor cliënten met een gecombineerde werk welzijnsproblematiek ( overeenkomstig de conceptnota W2 ). 1 AP 6 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen - Deelnemen aan de gratis campagne Energiejacht Op Maat in de strijd tegen kansarmoede Actie 1 : uitvoeren van energiescans; Actie 2 : aanstellen van een van een energiemeester; Actie 3 : verspreiden van campagnemateriaal; Actie 4 : deelnemers uit de kansengroepen werven en begeleiden. - Mensen ondersteunen en zuiniger laten omgaan met energie Actie 1 : het OCMW zal de samenwerking met Infrax en de haar toegewezen taak in de lokale advies commissies optimaal benutten om te voorkomen dat mensen afgesloten worden van aardgas en elektriciteit; Actie 2 : het OCMW heeft in haar kantoren een oplaadpunt voor budgetmeters gas en elektriciteit; Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 26

30 Actie 3 : het OCMW zal preventief optreden en vormingen inzake voorkomen van energiearmoede organiseren, in samenwerking met de energieleveranciers; Actie 4 : het OCMW zal de nodige inspanningen leveren om mensen te informeren inzake de middelen voorzien in het stookoliefonds; Actie 5 : onderzoeken van de mogelijkheden van samenaankoop initiatieven. - Mensen stimuleren om te kiezen voor de goedkoopste energieleveranciers Het OCMW begeleidt haar cliënten bij de zoektocht naar de goedkoopste energieleverancier, hetzij via de V-test van de VREG - Garanderen van minimumlevering van energie in de winterperiode. BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening 13 AP 1 Dienstverlening Zie BD 5 AP 1 16 Verder overig beleid ( zie cijfers in de meerjarenplanning ) 16 AP 1 Het ontwikkelen van een informaticabeleid dat erop gericht is de werking van het OCMW op een efficiënte en gebruiksvriendelijke wijze te ondersteunen Informatica is niet meer weg te denken uit de werking van het OCMW. Bijgevolg zijn goedwerkende informaticatoepassingen een must voor het OCMW. - Gebruik en beheer van het informaticanetwerk Actie 1 : beschikbare apparatuur voldoende onderhouden en tijdig vervangen; Actie 2 : op basis van het veiligheidsplan waken over het voldoen aan de minimumveiligheidsnormen die werden opgelegd door de kruispuntbank van de sociale zekerheid; Actie 3 : de kwaliteit bewaken van de OCMW website. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 27

31 16 AP 2 Doorgedreven samenwerking met de stad Binnen Bree hebben zowel de stad als OCMW hun taken en verantwoordelijkheden op vlak van welzijn. Zij zullen, teneinde deze taken te vervullen, intensief samen werken met respect voor de eigenheid van ieder bestuur. - Organiseren van overleg Samenwerken kan enkel mits goed overleg. Het OCMW zal ernaar streven met de stad te overleggen op een positieve en constructieve wijze Actie 1 : uitbouwen van overleg tussen ambtenaren van de stad en OCMW op vlak waar taken van respectievelijke besturen elkaar raken en aanvullen; Actie 2 : deelname van de secretaris van het OCMW en Stad aan beide managementteams. 16 AP 3 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW - Optimaal beheer van het patrimonium van het OCMW Het OCMW zal zijn goederen beheren als een zorgvuldig huisvader Actie 1 : het OCMW zal de verpachte en verhuurde landbouwgronden goed beheren; Actie 2 : het OCMW zal de nodige aandacht hebben voor de energiehuishouding van de gebouwen van haar patrimonium; Actie 3 : het OCMW zal de nodige aandacht hebben voor brandveiligheid, inbraakbeveiliging; Actie 4 : mogelijkheden onderzoeken tot herschikking van het eigen patrimonium. 16 AP 4 Streven naar een gezond financieel beheer - Het voeren van een duurzaam en degelijk financieel beheer Actie 1 : : zich bezinnen over de vraag : de juiste dingen goed dingen wat kan leiden tot optimalisatie en organisatieontwikkeling; Actie 2 : oplossen van tijdelijke personeelsverminderingen; Actie 3 : realistisch begroten en houden van periodieke budgetcontroles; Actie 4 : efficiëntie verhogen door het werken met kritische succesfactoren; Actie 5 : beheersen van de kosten; Actie 6 : leren werken met doelen volgens de principes van strategisch management. - Optimaliseren van de inkomsten Actie 1 : rationaliseren van de eigen tarieven; Actie 2 : benutten van subsidies. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 28

32 - Implementeren van de beleids- en beheercyclus, een outputgerichte benadering met sterke koppeling tussen doelstellingen en financiële rapportage - Ontwikkelen van het financieel bewustzijn. Naast het beheersen van de personeelskosten zal een algemene kostenbeheersing belangrijk zijn. Alle medewerkers moeten leren méér financieel bewust te werken: budgethouderschap wordt verder geïmplementeerd, personeelskosten moeten sterk opgevolgd worden,. Het is noodzakelijk dat deze inspanningen opgevoerd worden teneinde het financieel bewustzijn nog meer in te bedden in de organisatie bij alle medewerkers. Actie 1 : maatschappelijk werkers moeten zich verantwoordelijk leren voelen voor het recupereren van middelen die invorderbaar zijn ingeschreven en alle vormen van voorschotten; Actie 2 : méér leren ondernemen en financiële verantwoordelijkheid dragen; Actie 3 : verder implementeren van budgethoudersschap. Actie 4 : de kosten beheersen in verband met het gebruik van de gebouwen (onderhoud, energie ); Actie 5 : drukken van de kantoorkosten; Actie 6 : verantwoorden van de reiskosten Actie 7 : volgen van opleidingen veronderstelt een transfer van het geleerde als meerwaarde voor de organisatie ; - Streven naar een evenwichtig financieel beleid binnen de vastgelegde dotatie. Het nieuwe OCMW-bestuur start haar werkzaamheden, net zoals de OCMW s in andere Vlaamse steden en gemeenten, in sterk gewijzigde omstandigheden gezien de financieel-economische crisis met een stijgende vraag naar sociale en financiële hulpverlening. Anderzijds wordt ook de budgettaire ruimte bij de steden en gemeenten, alsook bij de Vlaamse en federale overheid, beperkter, wat dan weer een weerslag heeft op de financiering van het OCMW zoals subsidiëring van projecten en het goedkeuren van nieuwe gesubsidieerde erkenningen o.a. in de kinderopvang. Het OCMW zal er naar streven de bestaande dienstverlening te bestendigen en zelfs te optimaliseren volgens het principe méér met minder. - Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën. Meerjarenplan Strategische nota meerjarenplan OCMW Bree 29

33 OCMW Bree Meerjarenplan BD 1 Gezond en efficiënt personeelsbeleid 2141 BD 1 Gezond en efficiënt personeelsbeleid Dienst / Beleid Totaal 1 AP 1 Modern personeelsbeleid 2141 Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Pagina 1 van 43 Zonder budget SD Voeren van een motiverend personeelsbeleid SD Het opvolgen en onder controle houden van het personeelsbudget SD Werk maken van organisatieontwikkeling nl de organisatie die mee evolueert met de veranderende zorgvragen en evoluties in de omgeving. Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

34 OCMW Bree Meerjarenplan BD 3 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid gemeenschapsvorming 2143 BD 3 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor gemeenschapsvorming Dienst / Beleid Totaal 3 AP 3 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden, leerproces Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Pagina 2 van 43 Zonder budget SD De vele, al dan niet georganiseerde vrijwilligers, die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar en dit moeten we blijven aanmoedigen en ondersteunen. Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

35 OCMW Bree Meerjarenplan BD 4 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid optimale participatie 2144 BD 4 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor optimale participatie aan de samenleving door de burgers Dienst / Beleid Totaal 4 AP 5 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 4 AP 4 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren en acties op vlak van gezondheidspreventie Pagina 3 van 43 Zonder budget SD Wij realiseren inspraakmogelijkheden voor Breese personen met een beperking KDV Dynamiseren van de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang KDV Dynamiseren van de werking van de seniorenraad Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Bevorderen van een toegankelijk gezondheidszorgaanbod voor iedereen met extra impulsen en kansen voor kwetsbare groepen SD Bevorderen van het actief ouder worden.

36 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , Totaal uitgaven -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , Totale raming , Pagina 4 van 43 Uitgaven SD Inzetten op gezondheidspreventie als de beste garantie om gezond te blijven. 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand SD Lokaal invullen van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen nl. tabakspreventie, voeding en beweging, borstkankeropsporing, ongevallenpreventie, vaccinatie en infectie-ziekten, depressie, zelfdoding en met bijzondere aandacht voor orgaandonatie. 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand,,,,,,,,,,,,,, -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , Totaal uitgaven -3., -3.39, -3.79, , -3.16, -3.21, , Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

37 OCMW Bree Meerjarenplan BD 5 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid doelgroepen 2145 BD 5 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor een divers, kwalitief en laagdrempelig aanbod en dienstverlening met bijzondere aandacht voor vooraf bepaalde doelgroepen en kansengroepen. Dienst / Beleid Totaal 5 AP 1 Kwalitatief aanbod Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 5 AP 2 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 5 AP 3 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...) 2142 Pagina 5 van 43 Zonder budget 2147 SD Streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening SD Bevorderen van de interne communicatie SD Communicatie ten aanzien van derden Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Continu werken en bewaken van een toegankelijke dienstverlening. Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

38 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 5 AP 4 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...) Pagina 6 van 43 Zonder budget SD Uitbouw van de thuiszorg gezien de vergrijzing SD Levenslang goed wonen m.a.w. zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen door zorg, preventie en aanpassingen aan de woning. Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een zo groot mogelijke mobiliteit en een maximale basistoegankelijkheid te garanderen SD Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een maximale basismobiliteit te garanderen SD Wij dragen bij tot een positieve beeldvorming over personen met een beperking SD Iedere Breese persoon met een beperking ontvangt relevante informatie over het zorgen dienstverleningaanbod alsook een passend antwoord op zijn/haar vragen SD Het bestuur zorgt ervoor dat eigen initiatieven in de mate van het mogelijke openstaan voor haar burgers met een beperking en stimuleert hen tot deelname aan het maatschappelijke leven SD Wonen is een sleutelfunctie voor integratie. De stad moet de inclusie van het wonen bevorderen. Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,,

39 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Pagina 7 van 43 Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

40 OCMW Bree Meerjarenplan BD 7 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen 2147 BD 7 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen Dienst / Beleid Totaal 7 AP 1 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering in bouwprojecten Totaal uitgaven en ontvangsten ,57,,,,, ,57 Totaal uitgaven ,57,,,,, ,57 Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten ,57,,,,, ,57 Totale raming ,57 Pagina 8 van 43 Zonder budget SD Het OCMW is als co - regisseur van het woonbeleid perfect geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid SD Proactief optreden ter voorkoming van uithuiszettingen SD Dynamiseren woonoverleg OCMW, ruimtelijke ordening, dienst wonen, samen met externe actoren Uitgaven SD Teneinde het bereiken van het BSO sociale huur versneld te realiseren en om het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/- appartementen te verhogen, werd aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg. 214/284/DOM 4 /9 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand ,57,,,,, , ,57,,,,, ,57 Totaal uitgaven ,57,,,,, ,57 Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

41 OCMW Bree Meerjarenplan BD 9 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen 2149 BD 9 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen Dienst / Beleid Totaal 9 AP 1 Uitbouw van de kinderopvang 2143 Pagina 9 van 43 Zonder budget KDV Actief meewerken aan het lanceren van t Kanske dat opgezet wordt vanuit drie doelstellingen (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede KDV Streven naar bedrijfseconomische gezonde kinderopvang voor - 3 jarigen en de buitenschoolse kinderopvang KDV Het dynamiseren van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang als een platform van overleg en samenwerking voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree KDV Voorzien in aangepaste infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang KDV De oprichting van een loket kinderopvang in Bree als een neutraal informatie- en ondersteuningspunt voor gezinnen met een vraag naar kinderopvang KDV Het verder optimaliseren en realiseren van de doelstellingen, die inherent zijn aan de erkenning van t Wiekernestje als gemandateerde voorziening voor flexibele en occasionele kinderopvang voor de zorgregio Meeuwen Gruitrode, Bocholt en Bree.

42 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 9 AP 2 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg Pagina 1 van 43 Uitgaven KDV Streven naar een kwaliteitsvolle, toegankelijke, voldoende en betaalbare opvang in het kinderdagverblijf voor kinderen tussen -3 jaar en in de buitenschoolse kinderopvang inclusief de vakantieopvang. 216/221/DOM 4 /945 Gebouwen - gemeenschapsgoederen/ Kinderopvang,,,,,,,,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget

43 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten , , , , , , , 9 AP 3 Strijd tegen kansarmoede Pagina 11 van 43 Uitgaven SD Gezinszorg en aanvullende thuiszorg. 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand , , , , , , , , , , , , , , 2148 SD Schuldbemiddeling., , , , , -3.65, , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand, , , , , -3.65, , SD Rechtshulp., , , , , , , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand, , , , , , , 2149 SD Tewerkstelling en opleiding., , , , , , , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand, , , , , , , SD Informatieveiligheid, -6.86, , , , -6.49, , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand, -6.86, , , , -6.49, , SD Karweihulp, , , , -8.2, , , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand, , , , -8.2, , , SD Administratieve kost -19.5, , -2.11, , , -2.81, , 214/6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand -19.5, , -2.11, , , -2.81, , Totaal uitgaven , , , , , , , Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

44 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 12 van 43 Zonder budget SD Streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen 2144 SD Aanpak kinderarmoede SD Streven naar culturele en maatschappelijke inclusie SD Garanderen van een menswaardig inkomen SD SD Het voeren van een coherent armoedebeleid SD In overleg met de Welzijnsregio de visie en aanpak rond schuldhulpverlening bijsturen op basis van vastgestelde valkuilen rond wachtlijst, terugval, afbouw SD Communicatie op maat van de cliënt aanbieden over rechten en plichten SD Evalueren van de financiële hulpverlening ( SVM ) SD Deelname aan het maatschappelijk leven Uitgaven SD Invulling geven aan het project t Kanske -4.,,,,,, -4., 214/ /DOM 4 /9 Overige exploitatiekosten/sociale bijstand -4.,,,,,, -4., SD Organisatie sociaal restaurant -8., -8., -8., -8., -8., -8., -48., 214/ /DOM 4 /9 Andere toegestane werkingssubsidies/ Sociale bijstand SD Uitbouw van preventie gezinsondersteuning 214/6493/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/sociale bijstand -8., -8., -8., -8., -8., -8., -48., -6., -6., -6.,,,, -18., -6., -6., -6.,,,, -18., Totaal uitgaven -18., -14., -14., -8., -8., -8., -7.,

45 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten 4., -6., -6.,,,, 28., 9 AP 4 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan Pagina 13 van 43 Ontvangsten SD Invulling geven aan het project t Kanske 214/7471/DOM 4 /9 Bijdragen voor de werkingsuitgaven van de hogere overheid/sociale bijstand 5.,,,,,, 5., 5.,,,,,, 5., SD Organisatie sociaal restaurant 8., 8., 8., 8., 8., 8., 48., 214/72/DOM 4 /9 Opbrengsten uit prestaties/sociale bijstand 8., 8., 8., 8., 8., 8., 48., Totaal ontvangsten 58., 8., 8., 8., 8., 8., 98.,

46 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 14 van 43 Zonder budget KDV Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het aanbod kinderopvang zodat elke ouder binnen de gemeente kan rekenen op een kwaliteitsvol, toereikend, bereikbaar aanbod aan opvang voor zijn/haar kinderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft daarbij aandacht voor nieuwe noden en tendensen KDV Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over initiatieven om de kwaliteit van opvang en de begeleiding in de kinderopvang te behouden en te verbeteren. Binnen het kader van 't Wiekernestje jaarlijks in overleg met het LOK het organiseren van een educatieve activiteit voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen KDV Het Lokaal Overleg Kinderopvang kan meer realiseren op vlak van opvang door effectieve samenwerking, met respect voor de eigenheid van iedere actor en met behoud van de verscheidenheid van ieders werking KDV Ouders en kinderen, sleutelfiguren en intermediairen kunnen rekenen op een sectoroverschrijdende informatiedoorstroming. Elke ouder moet toegang hebben tot laagdrempelige en begrijpbare informatie over zaken die hen aanbelangen KDV Het Lokaal Overleg Kinderopvang volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op en adviseert het OCMW-bestuur hierin.

47 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten -3., -3., -3., -3., -3., -3., -18., Totaal uitgaven , , , , , , , Totaal ontvangsten 58., 8., 8., 8., 8., 8., 98., Totaal uitgaven en ontvangsten -9.38, , , , , , , Totale raming , Pagina 15 van 43 Uitgaven KDV Het lokaal bestuur richt de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang op en geeft daarbij de opdracht een goed kwalitatief lokaal overleg binnen de gemeente uit te bouwen zodat elk kind vanaf jaar tot het einde van de basisschool toegang krijgt tot kwalitatieve opvang. -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -9., 214/ /DOM 4 /945 Overige exploitatiekosten/kinderopvang -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -9., KDV Binnen het kader van 't Wiekernestje jaarlijks in overleg met het LOK het organiseren van een educatieve activiteit voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen. -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -9., 214/6151/DOM 4 /945 Opleidingskosten/Kinderopvang -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -1.5, -9., Totaal uitgaven -3., -3., -3., -3., -3., -3., -18., Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

48 OCMW Bree Meerjarenplan BD 1 Optimalisering van de sociale dienstverlening 2141 BD 1 Optimalisering van de sociale dienstverlening Dienst / Beleid Totaal 1 AP 1 Verlenen van rechtshulp Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 1 AP 2 Optimaliseren van de schuldbemiddeling Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 1 AP 3 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid Pagina 16 van 43 Zonder budget SD Verlenen van rechtshulp. Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Optimaliseren van het proces van schuldbemiddeling Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

49 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Pagina 17 van Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Zonder budget LOI Het bestuur kiest voor een correcte en strikte toepassing van de bestaande wetgeving waarbij resultaatgericht gewerkt wordt op vlak van taalkennis, onderwijs van vooral de kinderen, opleiding en emancipatie van het individu met bijzondere aandacht voor de positie van vrouwen en deelname aan het Breese gemeenschapsleven LOI Alert omgaan met de diverse vragen van de asielzoekers LOI Aandacht voor de rechten en plichten van de asielzoekers conform het huishoudelijk reglement en dit vooral m.b.t. bewaken van de kwaliteit van de woningen LOI Anticiperen op de reorganisatie van het opvangnetwerk binnen de Lokale Opvang-initiatieven. Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, 1 AP 4 Ondersteuning van crisisopvang Een crisisopvang biedt residentiële opvang en begeleiding aan gezinnen in noodsituaties. Zonder budget LOI Het OCMW probeert hier een doorverwijzende rol te spelen naar bestaande initiatieven zoals centra voor daklozen, crisisopvangcentra, vluchthuizen. Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

50 OCMW Bree Meerjarenplan AP 5 Activering en tewerkstelling als belangrijke hefbomen in de armoedebestrijding 2145 Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 1 AP 6 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen Pagina 18 van 43 Zonder budget SD Het OCMW streeft ernaar de bestaande tewerkstellingsinitiatieven te behouden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen ten behoeve van de zgn. kansengroepen die het moeilijk hebben om aan werk te geraken SD Het aantal tewerkstellingsplaatsen voor tewerkstellingen art. 6 en de doorstroom naar reguliere tewerkstelling verhogen bij private ondernemers SD Het OCMW wil een voorloper zijn op vlak van werk-welzijn (W2) en maakt werk van werk- en welzijnstrajecten op maat om mensen uit de armoede te halen SD De rol vervullen als case manager welzijn in overleg met casemanager werk zijnde de VDAB voor cliënten met een gecombineerde werk welzijnsproblematiek ( overeenkomstig de conceptnota W2 ). Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

51 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Pagina 19 van 43 Zonder budget SD Deelnemen aan de gratis campagne Energiejacht Op Maat in de strijd tegen kansarmoede SD Mensen ondersteunen en zuiniger laten omgaan met energie SD Mensen stimuleren om te kiezen voor de goedkoopste energieleveranciers SD Garanderen van minimumlevering van energie in de winterperiode. Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

52 OCMW Bree Meerjarenplan BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening Dienst / Beleid Totaal 13 AP 1 Dienstverlening Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Pagina 2 van 43 Zonder budget SD Zie BD 5 AP 1 Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

53 OCMW Bree Meerjarenplan BD 6 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) BD 6 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) Dienst / Beleid Totaal 6 AP 2 Het maken van een Zorgstrategisch Plan om de vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals kortverblijf, nachtoppas en nacht opvang, de nood aan verdere uitbreiding van residentiële zorg en thuiszorg te onderzoeken. Pagina 21 van Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totale raming, Zonder budget SD Het doen aan zorgplanning. Uitgaven Totaal uitgaven,,,,,,, Ontvangsten Totaal ontvangsten,,,,,,,

54 OCMW Bree Meerjarenplan BD 16 Overig Beleid BD 16 Overig Beleid Dienst / Beleid Totaal 16 AP 1 Overig beleid Pagina 22 van 43 Zonder budget

55 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 23 van 43 Uitgaven FIN OCMW Overig beleid , , , , , , ,78 214/1733/DOM /4 Schulden aan kredietinstellingen ten laste van het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/1733/DOM 4 /945/1 Schulden aan kredietinstellingen ten laste van het bestuur/kinderopvang/kinderopvang 214/21/DOM 1/119/1 Kosten van onderzoek en ontwikkeling/ Overige algemene diensten 214/284/DOM 4 /9 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand 214/284/DOM 4 /9 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand 214/4233/DOM /4 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/4233/DOM /4 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/4233/DOM /4 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/4233/DOM /4 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/61/DOM 1/119 Aankoop voedingswaren/overige algemene diensten,, ,54,,, ,54,, ,24,,, ,24-3.,,,,,, -3., , ,,,,, , ,,,,,, , , ,,,,, , ,,,,,, , , ,,,,, , , ,,,,, , , , , -2.15, -2.41, -2.68, , 214/61/DOM 4 /9 Aankoop voedingswaren/sociale bijstand , , , , , , , 214/61/DOM 4 /945 Aankoop voedingswaren/kinderopvang -8.79, , , -9.54, , -9.29, , 214/61/DOM 4 /945 Aankoop voedingswaren/kinderopvang , , , , , , , 214/61/DOM 1/119 Aankoop technisch materiaal/overige algemene diensten 214/61/DOM 4 /9 Aankoop technisch materiaal/sociale bijstand 214/61/DOM 4 /9 Aankoop technisch materiaal/sociale bijstand 214/61/DOM 4 /945 Aankoop technisch materiaal/ Kinderopvang 214/612/DOM 4 /9 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen /Sociale bijstand 214/612/DOM 4 /93 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen /Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/618/DOM 4 /945 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen (lange termijn)/kinderopvang 214/6131/DOM 4 /9 Benodigdheden voor gebouwen/sociale bijstand 214/6131/DOM 4 /93 Benodigdheden voor gebouwen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6131/DOM 4 /945 Benodigdheden voor gebouwen/ Kinderopvang 214/6131/DOM 1/119 Prestaties van derden voor onderhoud en herstelling gebouwen/overige algemene diensten 214/6131/DOM 4 /945 Prestaties van derden voor onderhoud en herstelling gebouwen/kinderopvang -81, -83, -84, -85, -86, -87, -56, -81, -83, -84, -85, -86, -87, -56, -98, -1, -11, -12, -14, -15, -61, , , , -4.28, , , , , , , , , , , , , -5.34, , , , , , , , , , , , -2.79, , , -2.91, , , , , , , , , , , , , , -3.51, , , , -124, -126, -128, -129, -131, -133, -771, -775, -786, -796, -86, -817, -827, -4.87, 214/611/DOM 1/119 Elektriciteit/Overige algemene diensten , -2.49, , , -2.55, , , 214/611/DOM 4 /9 Elektriciteit/Sociale bijstand -486, -493, -499, -56, -512, -519, -3.15, 214/611/DOM 4 /945 Elektriciteit/Kinderopvang -3.81, , , -3.23, , , -19.1,

56 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 24 van /611/DOM 4 /95 Elektriciteit/Ouderenwoningen -9, -1, -1, -1, -1, -1, -59, 214/6111/DOM 1/119 Gas/Overige algemene diensten , -7.59, , , , , , 214/6111/DOM 4 /9 Gas/Sociale bijstand -2.91, , , , -2.22, , , 214/6111/DOM 4 /945 Gas/Kinderopvang -8.52, , , , , -8.59, , 214/6111/DOM 4 /95 Gas/Ouderenwoningen -57, -514, -521, -528, -534, -541, , 214/6113/DOM 1/119 Water/Overige algemene diensten -293, -297, -31, -35, -39, -313, , 214/6113/DOM 4 /9 Water/Sociale bijstand -7, -71, -72, -73, -74, -75, -435, 214/6113/DOM 4 /945 Water/Kinderopvang , , -1.78, -1.73, , , , 214/6113/DOM 4 /95 Water/Ouderenwoningen -63, -64, -65, -66, -67, -68, -393, 214/6121/DOM 1/119 Brandverzekering/Overige algemene diensten -518, -525, -532, -539, -546, -553, , 214/6121/DOM 4 /9 Brandverzekering/Sociale bijstand -35, -355, -36, -364, -369, -374, , 214/6121/DOM 4 /945 Brandverzekering/Kinderopvang -813, -824, -835, -846, -857, -868, -5.43, 214/6121/DOM 4 /95 Brandverzekering/Ouderenwoningen , , -5, -57, -514, -521, -7.25, 214/61215/DOM 1/119 Burgerlijke aansprakelijkheid/overige algemene diensten 214/61215/DOM 4 /9 Burgerlijke aansprakelijkheid/sociale bijstand 214/61215/DOM 4 /93 Burgerlijke aansprakelijkheid/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers -76, -716, -725, -734, -744, -754, , -498, -55, -512, -518, -525, -532, -3.9, -118, -12, -122, -123, -125, -126, -734, 214/61215/DOM 4 /943 Burgerlijke aansprakelijkheid/gezinshulp -295, -299, -33, -37, -311, -315, -1.83, 214/61215/DOM 4 /943 Burgerlijke aansprakelijkheid/gezinshulp -9, -1, -1, -1, -1, -1, -59, 214/61215/DOM 4 /945 Burgerlijke aansprakelijkheid/ Kinderopvang 214/61215/DOM 4 /945 Burgerlijke aansprakelijkheid/ Kinderopvang -146, -148, -15, -152, -154, -156, -96, -88, -819, -83, -84, -851, -862, -5.1, 214/61215/DOM 4 /947 Burgerlijke aansprakelijkheid/klusjesdienst -123, -125, -127, -128, -13, -132, -765, 214/61215/DOM 4 /953 Burgerlijke aansprakelijkheid/woon- en zorgcentra 214/61216/DOM 1/119 Verzekering voertuigen/overige algemene diensten -199, -22, -25, -27, -21, -213, , -182, -185, -187, -19, -192, -195, , 214/61216/DOM 4 /9 Verzekering voertuigen/sociale bijstand -318, -323, -327, -331, -335, -34, , 214/61216/DOM 4 /93 Verzekering voertuigen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers -91, -93, -94, -95, -96, -98, -567, 214/61216/DOM 4 /943 Verzekering voertuigen/gezinshulp -273, -277, -281, -284, -288, -292, , 214/61216/DOM 4 /943 Verzekering voertuigen/gezinshulp -45, -46, -47, -47, -48, -49, -282, 214/61216/DOM 4 /945 Verzekering voertuigen/kinderopvang -45, -46, -47, -47, -48, -49, -282, 214/61216/DOM 4 /945 Verzekering voertuigen/kinderopvang -137, -139, -141, -143, -145, -147, -852, 214/61312/DOM 1/119 Erelonen en vergoedingen consultancy/ Overige algemene diensten 214/61312/DOM 4 /9 Erelonen en vergoedingen consultancy/ Sociale bijstand , , , , , , , -2., -2.26, -2.53, -2.8, -2.17, , -12.4, 214/61351/DOM 4 /945 Uitgegeven keuken/kinderopvang -85, -85, -85, -85, -85, -85, -51, 214/61352/DOM 4 /945 Uitgegegen was en linnen/kinderopvang -649, -649, -649, -649, -649, -649, , 214/61352/DOM 4 /945 Uitgegegen was en linnen/kinderopvang -63, -63, -63, -63, -63, -63, , 214/61411/DOM 1/119 Kantoorbenodigdheden/Overige algemene diensten -9., , , , , -9.61, , 214/61411/DOM 4 /9 Kantoorbenodigdheden/Sociale bijstand -9., , , , , -9.61, , 214/61411/DOM 4 /93 Kantoorbenodigdheden/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers -3.9, -3.49, -3.88, , , -3.21, ,

57 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 25 van /61411/DOM 4 /943 Kantoorbenodigdheden/Thuisdiensten , , , , , , , 214/61411/DOM 4 /945 Kantoorbenodigdheden/Kinderopvang , , , , , , , 214/61411/DOM 4 /947 Kantoorbenodigdheden/Poetsdienst -1.23, -1.37, -1.5, -1.64, -1.78, -1.92, , 214/61412/DOM 1/119 Documentatie en abonnementen/overige algemene diensten 214/61412/DOM 4 /9 Documentatie en abonnementen/sociale bijstand 214/61412/DOM 4 /943 Documentatie en abonnementen/ Thuisdienst 214/61412/DOM 4 /943 Documentatie en abonnementen/ Thuisdienst 214/61417/DOM 1/119 Administratieve kosten (mtc, 2e pijler, lonen, pb?)/overige algemene diensten 214/61413/DOM 1/119 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Overige algemene diensten 214/61413/DOM 4 /9 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Sociale bijstand 214/61413/DOM 4 /93 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/61413/DOM 4 /943 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Thuisdienst 214/61413/DOM 4 /945 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Kinderopvang 214/61431/DOM 1/119 Representatie- en receptiekosten & kosten onthaal/overige algemene diensten 214/61431/DOM 4 /9 Representatie- en receptiekosten & kosten onthaal/sociale bijstand 214/6156/DOM 1/119 Lidmaatschappen/Overige algemene diensten -846, -857, -869, -88, -891, -93, , , -2.46, , , , -2.59, , -431, -437, -443, -449, -454, -46, , -4.5, , , , , -4.81, , -1.31, -1.45, -1.58, -1.72, -1.86, -1.1, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , -777, -788, -798, -88, -819, -829, , -956, -969, -982, -994, -1.7, -1.2, , -1.25, , , , , , , -42, -43, -44, -44, -45, -45, -263, , -4.41, , , , , , 214/6156/DOM 4 /945 Lidmaatschappen/Kinderopvang -518, -525, -532, -539, -546, -553, , 214/6151/DOM 1/1 Opleidingskosten/Politieke organen -64, -649, -657, -666, -674, -683, , 214/6151/DOM 4 /9 Opleidingskosten/Sociale bijstand -395, -41, -46, -411, -416, -422, , 214/6151/DOM 4 /943 Opleidingskosten/Gezinshulp -385, -391, -396, -41, -46, -411, -2.39, 214/6151/DOM 4 /945 Opleidingskosten/Kinderopvang -27, -28, -28, -29, -29, -29, -17, 214/6153/DOM 4 /945 Onderhoud en herstelling technisch materieel/kinderopvang -1.66, , , -1.67, , , , 214/ /DOM 4 /945 Overige exploitatiekosten/kinderopvang -73, -74, -75, -759, -769, -779, , 214/616799/DOM 1/119/1 Overige diensten en diverse leveringen - simulaties/overige algemene diensten/algemeen 214/6231/DOM 1/1 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/politieke organen 214/6231/DOM 1/119 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/overige algemene diensten 214/6231/DOM 4 /9 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6231/DOM 4 /943 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6231/DOM 4 /943 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6231/DOM 4 /945 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/kinderopvang 214/6231/DOM 4 /947 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/klusjesdienst, 5.72, 5.72, 5.72, 5.72, 5.72, 28.6, -232, -236, -239, -242, -245, -248, , -283, -287, -291, -295, -299, -32, , -923, -935, -948, -96, -972, -985, , -33, -34, -34, -35, -35, -36, -27, , , , -3.35, -3.74, , , -188, -191, -193, -196, -198, -21, , -85, -87, -88, -89, -9, -91, -53,

58 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 26 van /635/DOM 1/1 Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen - toevoeging/politieke organen 214/6351/DOM 1/1 Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen - besteding en terugneming (-)/Politieke organen 214/64/DOM /3 Onroerende voorheffing/financiële aangelegenheden -9., , , , , -9.61, , 9., 9.117, 9.236, 9.356, 9.478, 9.61, , , , , , , , , 214/64/DOM 4 /9 Onroerende voorheffing/sociale bijstand -461, -467, -474, -48, -486, -492, -2.86, 214/641/DOM /3 Roerende voorheffing/financiële aangelegenheden 214/649999/DOM /3 Overige werkingsbelastingen/financiële aangelegenheden 214/ /DOM 1/119/1 Diverse operationele kosten - simulaties/ Overige algemene diensten/algemeen -18, -19, -19, -19, -19, -2, -114, -29, -3, -3, -31, -31, -31, -182,, 18.8, 18.8, 18.8, 18.8, 18.8, 9.4, 214/648/DOM 4 /9 Toekenning leefloon/sociale bijstand , , , , , , , 214/6481/DOM 4 /9 Toekenning dienstverlening in speciën/ Sociale bijstand 214/64812/DOM 4 /9 Kosten minimale levering aardgas/sociale bijstand 214/64815/DOM 4 /9 Tegemoetkoming in kosten energielevering/sociale bijstand 214/64815/DOM 4 /9 Tegemoetkoming in kosten energielevering/sociale bijstand 214/64818/DOM 4 /9 Kosten socio-culturele participatie/sociale bijstand 214/648111/DOM 4 /9 Voorschotten op lonen en dergelijke/ Sociale bijstand 214/648112/DOM 4 /9 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/sociale bijstand 214/648112/DOM 4 /9 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/sociale bijstand 214/648112/DOM 4 /9 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/sociale bijstand 214/648112/DOM 4 /9 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/sociale bijstand 214/648112/DOM 4 /9 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/sociale bijstand 214/648114/DOM 4 /9 Tussenkomst begrafeniskosten/sociale bijstand 214/648211/DOM 4 /9 Verblijfskosten bejaarden in andere rusthuizen/sociale bijstand 214/648223/DOM 4 /9 Kosten medische verzorging/sociale bijstand 214/648232/DOM 4 /9 Tegemoetkoming steunverlenend centrum tgv buitenlandse/sociale bijstand 214/648232/DOM 4 /93 Tegemoetkoming steunverlenend centrum tgv buitenlandse/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/648246/DOM 4 /9 Steun voor medische kosten aan toegewezen asielzoekers/sociale bijstand 214/648246/DOM 4 /93 Steun voor medische kosten aan toegewezen asielzoekers/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/648247/DOM 4 /9 Toekenning van huurwaarborgen/sociale bijstand , , , , , , , -454, -46, -466, -472, -479, -485, , , , , , , , , , -2.71, , , , , , , -6.91, , -7.82, , , , -68, -69, -7, -71, -72, -73, -423, , -7.67, , , , , , , , -1.99, -2.16, -2.42, -2.69, , -122, -124, -126, -127, -129, -131, -759, -9.3, , , , -9.59, , , , , , , , , , , , , , , -4.56, , , , -3.93, , -3.88, , , -16, -17, -17, -17, -17, -18, -12, , , , , , , , , , , , , -55.9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

59 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 27 van /6492/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/sociale bijstand 214/6492/DOM 4 /95 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/ouderenwoningen 214/6493/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/sociale bijstand 214/64991/DOM 4 /953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC - loonbarema/woon- en zorgcentra 214/64992/DOM 4 /953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC - RIZIV/Woon- en zorgcentra 214/64993/DOM 4 /953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC - dagprijs overgekomen bewoners/woon- en zorgcentra 214/64996/DOM 4 /953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC - stuurgroep/woon- en zorgcentra 214/ /DOM 4 /9 Andere toegestane werkingssubsidies/ Sociale bijstand 214/65/DOM /4 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/65/DOM /4 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/transacties in verband met de openbare schuld 214/65/DOM 4 /945/1 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/kinderopvang 214/65/DOM 4 /95 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/ouderenwoningen 214/65/DOM 4 /953 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/woon- en zorgcentra 214/6574/DOM 1/119/1 Levenslange rente/overige algemene diensten 214/664/DOM 4 /943 Toegestane investeringssubsidies/ Gezinshulp ADM Personeelskosten OCMW globaal per jaar 214/62/DOM 1/1 Wedden van de gemeentemandatarissen/ Politieke organen -1., -1., -1., -1., -1., -1., -6., , ,,,,, , -7.3, -7.3, -7.3, -7.3, -7.3, -7.3, -43.8, -22., , , , , , , , -19.9, , , , -2.17, , , , , , , , , -25., , , , , , ,,,,,,,, , ,,,,, ,,, -18.5,,,, -18.5, , ,,,,, , -6.33, ,,,,, -9.64, -228,,,,,, -228, -16, -17, -17, -17, -17, -18, -12,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,, PER personeel , , , , , , , 214/62/DOM 1/119/1 Wedden van de gemeentemandatarissen/ Overige algemene diensten/stadswacht 214/621/DOM 1/119/1 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Overige algemene diensten/stadswacht 214/621/DOM 4 /9 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Sociale bijstand 214/621/DOM 4 /9 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Sociale bijstand 214/621/DOM 4 /943 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Gezinshulp 214/621/DOM 4 /943 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Gezinshulp 214/621/DOM 4 /945/1 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/621/DOM 4 /953 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Woon- en zorgcentra 214/622/DOM 4 /9 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand , , , , , , , , , , , , , , -33.9, -33.9, -33.9, -33.9, -33.9, -33.9, -23.4, -23.3, -23.3, -23.3, -23.3, -23.3, -23.3, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

60 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 28 van /622/DOM 4 /93 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/622/DOM 4 /945/1 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/622/DOM 4 /945/2 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/622/DOM 4 /947 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/622/DOM 4 /953 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/623/DOM 1/119/1 Bezoldigingen contractueel personeel/ Overige algemene diensten/stadswacht 214/623/DOM 4 /9 Bezoldigingen contractueel personeel/ Sociale bijstand 214/623/DOM 4 /9 Bezoldigingen contractueel personeel/ Sociale bijstand 214/623/DOM 4 /93 Bezoldigingen contractueel personeel/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/623/DOM 4 /945/1 Bezoldigingen contractueel personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/623/DOM 4 /945/1 Bezoldigingen contractueel personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/6211/DOM 1/119/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/ Stadswacht 214/6211/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6211/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6211/DOM 4 /943 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6211/DOM 4 /943 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6211/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/6211/DOM 4 /953 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62111/DOM 1/119/1 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/62111/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/sociale bijstand 214/62111/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/sociale bijstand 214/62111/DOM 4 /943 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/gezinshulp 214/62111/DOM 4 /943 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/gezinshulp 214/62111/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/kinderopvang/ Kinderopvang 214/62111/DOM 4 /953 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/woon- en zorgcentra, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , -91.5, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , -5.99, -5.99, -5.99, -5.99, -5.99, -5.99, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , -8.8, -8.8, -8.8, -8.8, -8.8, -8.8, -52.8, , , , , , , , , , , , , , -6.75, , , , , , , -7.83, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , -44.7, , , , , , , -14.1, , , , , , , , , , , , , , ,

61 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 29 van /6212/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/sociale bijstand 214/6212/DOM 4 /93 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6212/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/kinderopvang/ Kinderopvang 214/6212/DOM 4 /945/2 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/kinderopvang/ Buitenschoolse Opvang 214/6212/DOM 4 /947 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/klusjesdienst 214/6212/DOM 4 /953 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/6213/DOM 1/119/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/6213/DOM 1/119/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/6213/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/sociale bijstand 214/6213/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/sociale bijstand 214/6213/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/sociale bijstand 214/6213/DOM 4 /93 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6213/DOM 4 /93 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6213/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6213/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6213/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6213/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6222/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/6222/DOM 4 /93 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6222/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6222/DOM 4 /945/2 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/6222/DOM 4 /947 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst -1.42, -1.42, -1.42, -1.42, -1.42, -1.42, -8.52, , , , , , , , -2.69, -2.69, -2.69, -2.69, -2.69, -2.69, , , , , , , , , -8, -8, -8, -8, -8, -8, -4.8, -1.85, -1.85, -1.85, -1.85, -1.85, -1.85, -6.51, -3.48, -3.48, -3.48, -3.48, -3.48, -3.48, , -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -8.43, -1.98, -1.98, -1.98, -1.98, -1.98, -1.98, , -7, -7, -7, -7, -7, -7, -4.2, -895, -895, -895, -895, -895, -895, -5.37, , , , , , , , -75, -75, -75, -75, -75, -75, -4.23, -7.15, -7.15, -7.15, -7.15, -7.15, -7.15, , -75, -75, -75, -75, -75, -75, -4.23, , , , , , , , -3.87, -3.87, -3.87, -3.87, -3.87, -3.87, , -1.36, -1.36, -1.36, -1.36, -1.36, -1.36, -8.16, -1.81, -1.81, -1.81, -1.81, -1.81, -1.81, -1.86, , , , , , , , -6.11, -6.11, -6.11, -6.11, -6.11, -6.11, , -765, -765, -765, -765, -765, -765, -4.59,

62 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 3 van /6222/DOM 4 /953 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/6223/DOM 1/119/1 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Overige algemene diensten/stadswacht 214/6223/DOM 4 /9 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Sociale bijstand 214/6223/DOM 4 /93 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6223/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/6223/DOM 4 /945/1 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/6231/DOM 4 /945/1 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/6231/DOM 1/119/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/6231/DOM 1/119/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/6231/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6231/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6231/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6231/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/6231/DOM 4 /943 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6231/DOM 4 /943 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/6231/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/6231/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/6231/DOM 4 /953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/6231/DOM 4 /953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62311/DOM 1/119/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/62311/DOM 4 /9 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62311/DOM 4 /9 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62311/DOM 4 /943 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/62311/DOM 4 /943 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/gezinshulp -1.4, -1.4, -1.4, -1.4, -1.4, -1.4, -6.24, -3.56, -3.56, -3.56, -3.56, -3.56, -3.56, , -2.65, -2.65, -2.65, -2.65, -2.65, -2.65, , , , , , , , -13.5, , , , , , , -8.1, , , , , , , , -15, -15, -15, -15, -15, -15, -63, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -73, -73, -73, -73, -73, -73, -4.38, -155, -155, -155, -155, -155, -155, -93, -295, -295, -295, -295, -295, -295, -1.77, -65, -65, -65, -65, -65, -65, -39, -44, -44, -44, -44, -44, -44, -2.64, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -57, -295, -295, -295, -295, -295, -295, -1.77, -65, -65, -65, -65, -65, -65, -39, -6, -6, -6, -6, -6, -6, -36, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -28, -28, -28, -28, -28, -28, -1.68, -4, -4, -4, -4, -4, -4, -24, -9, -9, -9, -9, -9, -9, -54,

63 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 31 van /62311/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/62311/DOM 4 /953 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62313/DOM 1/119/1 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/62313/DOM 4 /9 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62313/DOM 4 /9 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62313/DOM 4 /943 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/62313/DOM 4 /945/1 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/62313/DOM 4 /953 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62314/DOM 1/119/1 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/62314/DOM 4 /9 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Sociale bijstand 214/62314/DOM 4 /9 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Sociale bijstand 214/62314/DOM 4 /943 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Gezinshulp 214/62314/DOM 4 /943 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Gezinshulp 214/62314/DOM 4 /945/1 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/62314/DOM 4 /953 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Woon- en zorgcentra 214/62315/DOM 1/119/1 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/stadswacht 214/62315/DOM 4 /9 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62315/DOM 4 /9 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62315/DOM 4 /943 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/62315/DOM 4 /943 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/gezinshulp 214/62315/DOM 4 /945/1 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/kinderopvang/kinderopvang 214/62315/DOM 4 /953 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62316/DOM 1/119/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/overige algemene diensten/ Stadswacht 214/62316/DOM 4 /9 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62316/DOM 4 /9 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/sociale bijstand 214/62316/DOM 4 /943 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/gezinshulp -13, -13, -13, -13, -13, -13, -78, -1, -1, -1, -1, -1, -1, -6, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -235, -235, -235, -235, -235, -235, -1.41, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -57, -14, -14, -14, -14, -14, -14, -84, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -57, -565, -565, -565, -565, -565, -565, -3.39, -53, -53, -53, -53, -53, -53, -3.18, , , , , , , , -355, -355, -355, -355, -355, -355, -2.13, -1.55, -1.55, -1.55, -1.55, -1.55, -1.55, -6.33, -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -1.45, -8.43, -75, -75, -75, -75, -75, -75, -4.5, -385, -385, -385, -385, -385, -385, -2.31, -31, -31, -31, -31, -31, -31, -1.86, -1.83, -1.83, -1.83, -1.83, -1.83, -1.83, -1.98, -24, -24, -24, -24, -24, -24, -1.44, -565, -565, -565, -565, -565, -565, -3.39, -83, -83, -83, -83, -83, -83, -4.98, -645, -645, -645, -645, -645, -645, -3.87, -28, -28, -28, -28, -28, -28, -1.68, -28, -28, -28, -28, -28, -28, -1.68, -1.78, -1.78, -1.78, -1.78, -1.78, -1.78, -1.68, -555, -555, -555, -555, -555, -555, -3.33,

64 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 32 van /62316/DOM 4 /945/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/kinderopvang/ Kinderopvang 214/62316/DOM 4 /953 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/woon- en zorgcentra 214/62321/DOM 4 /93 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62321/DOM 4 /945/1 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6233/DOM 1/119/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/6233/DOM 1/119/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/6233/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/6233/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/6233/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/6233/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/6233/DOM 4 /93 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6233/DOM 4 /93 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6233/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6233/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6233/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6233/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62331/DOM 1/119/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/62331/DOM 4 /9 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/62331/DOM 4 /9 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/sociale bijstand 214/62331/DOM 4 /93 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62331/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62331/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62333/DOM 1/119/1 Vakbondspremies - contractuelen/ Overige algemene diensten/stadswacht 214/62333/DOM 4 /9 Vakbondspremies - contractuelen/sociale bijstand 214/62333/DOM 4 /9 Vakbondspremies - contractuelen/sociale bijstand 214/62333/DOM 4 /93 Vakbondspremies - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62333/DOM 4 /945/1 Vakbondspremies - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang -83, -83, -83, -83, -83, -83, -4.98, -555, -555, -555, -555, -555, -555, -3.33, -17, -17, -17, -17, -17, -17, -1.2, -145, -145, -145, -145, -145, -145, -87, -295, -295, -295, -295, -295, -295, -1.77, -65, -65, -65, -65, -65, -65, -39, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -585, -585, -585, -585, -585, -585, -3.51, -125, -125, -125, -125, -125, -125, -75, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -44, -44, -44, -44, -44, -44, -2.64, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -57, , , , , , , -8.73, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -1.83, -1, -1, -1, -1, -1, -1, -6, -6, -6, -6, -6, -6, -6, -36, -13, -13, -13, -13, -13, -13, -78, -6, -6, -6, -6, -6, -6, -36, -4, -4, -4, -4, -4, -4, -24, -27, -27, -27, -27, -27, -27, -1.62, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -57, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -19, -19, -19, -19, -19, -19, -1.14, -5,,,,,, -5, -14, -14, -14, -14, -14, -14, -84,

65 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 33 van /62333/DOM 4 /945/1 Vakbondspremies - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang 214/62335/DOM 1/119/1 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/overige algemene diensten/stadswacht 214/62335/DOM 4 /9 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/sociale bijstand 214/62335/DOM 4 /9 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/sociale bijstand 214/62335/DOM 4 /93 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62335/DOM 4 /945/1 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62335/DOM 4 /945/1 Verzekering arbeidsongevallen - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62336/DOM 1/119/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/overige algemene diensten/ Stadswacht 214/62336/DOM 4 /9 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/sociale bijstand 214/62336/DOM 4 /93 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62336/DOM 4 /945/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62336/DOM 4 /945/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62341/DOM 4 /945/2 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/62341/DOM 4 /947 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/6235/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/6235/DOM 4 /9 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/6235/DOM 4 /93 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6235/DOM 4 /93 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/6235/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6235/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/6235/DOM 4 /945/2 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/6235/DOM 4 /945/2 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/6235/DOM 4 /947 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/6235/DOM 4 /947 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst -47, -47, -47, -47, -47, -47, -2.82, -975, -975, -975, -975, -975, -975, -5.85, -375, -375, -375, -375, -375, -375, -2.25, -835, -835, -835, -835, -835, -835, -5.1, -395, -395, -395, -395, -395, -395, -2.37, -24, -24, -24, -24, -24, -24, -1.44, -1.77, -1.77, -1.77, -1.77, -1.77, -1.77, -1.62, -355, -355, -355, -355, -355, -355, -2.13, -18, -18, -18, -18, -18, -18, -1.8, -18, -18, -18, -18, -18, -18, -1.8, -18, -18, -18, -18, -18, -18, -1.8, -1.95, -1.95, -1.95, -1.95, -1.95, -1.95, , -485, -485, -485, -485, -485, -485, -2.91, -46, -46, -46, -46, -46, -46, -2.76, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -585, -585, -585, -585, -585, -585, -3.51, -125, -125, -125, -125, -125, -125, -75, -73, -73, -73, -73, -73, -73, -4.38, -155, -155, -155, -155, -155, -155, -93, -585, -585, -585, -585, -585, -585, -3.51, -125, -125, -125, -125, -125, -125, -75,

66 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 34 van /6235/DOM 4 /953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/6235/DOM 4 /953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/62351/DOM 4 /9 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/62351/DOM 4 /93 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62351/DOM 4 /945/1 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62351/DOM 4 /945/2 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/62351/DOM 4 /947 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/62351/DOM 4 /953 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/62353/DOM 4 /9 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/62353/DOM 4 /93 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62353/DOM 4 /945/1 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62353/DOM 4 /945/2 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/62353/DOM 4 /947 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/62353/DOM 4 /953 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/62354/DOM 4 /9 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/62354/DOM 4 /93 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62354/DOM 4 /945/1 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62354/DOM 4 /945/2 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/62354/DOM 4 /947 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/62354/DOM 4 /953 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/62355/DOM 4 /9 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/sociale bijstand 214/62355/DOM 4 /93 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62355/DOM 4 /945/1 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/kinderopvang 214/62355/DOM 4 /945/2 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/buitenschoolse Opvang 214/62355/DOM 4 /947 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/62355/DOM 4 /953 Verzekering arbeidsongevallen - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra -15, -15, -15, -15, -15, -15, -9, -35, -35, -35, -35, -35, -35, -21, -4, -4, -4, -4, -4, -4, -24, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -75, -75, -75, -75, -75, -75, -45, -17, -17, -17, -17, -17, -17, -1.2, -21, -21, -21, -21, -21, -21, -126, -3, -3, -3, -3, -3, -3, -18, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -19, -19, -19, -19, -19, -19, -1.14, -235, -235, -235, -235, -235, -235, -1.41, -19, -19, -19, -19, -19, -19, -1.14, -5, -5, -5, -5, -5, -5, -3, -53, -53, -53, -53, -53, -53, -3.18, -75, -75, -75, -75, -75, -75, -4.23, , , , , , , -7.41, -2.28, -2.28, -2.28, -2.28, -2.28, -2.28, , -355, -355, -355, -355, -355, -355, -2.13, -355, -355, -355, -355, -355, -355, -2.13, -245, -245, -245, -245, -245, -245, -1.47, -33, -33, -33, -33, -33, -33, -1.98, -465, -465, -465, -465, -465, -465, -2.79, -1.1, -1.1, -1.1, -1.1, -1.1, -1.1, -6.6, -14, -14, -14, -14, -14, -14, -84, -19, -19, -19, -19, -19, -19, -1.14,

67 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 35 van /62356/DOM 4 /93 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 214/62356/DOM 4 /945/1 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/ Kinderopvang 214/62356/DOM 4 /945/2 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/kinderopvang/ Buitenschoolse Opvang 214/62356/DOM 4 /947 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/klusjesdienst 214/62356/DOM 4 /953 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/woon- en zorgcentra 214/ /DOM 1/119/1 Andere personeelskosten - simulaties/ Overige algemene diensten/algemeen 214/624/DOM 1/119/1 Pensioenen politiek personeel - gepensioneerde schepenen en burgemeesters / voorzitters/overige algemene diensten/stadswacht ADM Responsabiliseringsbijdrage pensioenen 214/6241/DOM 1/19 Pensioenen vastbenoemd personeel/overig algemeen bestuur -18, -18, -18, -18, -18, -18, -1.8, -63, -63, -63, -63, -63, -63, -3.78, -555, -555, -555, -555, -555, -555, -3.33, -95, -95, -95, -95, -95, -95, -5.43, -28, -28, -28, -28, -28, -28, -1.68,, , , , , , , -8.99, -8.99, -8.99, -8.99, -8.99, -8.99, , -545., -545., -545., -545., -545., -545., , -545., -545., -545., -545., -545., -545., , SD Bijdrage aan woonzorgteams -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -39., 214/6493/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/sociale bijstand -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -6.5, -39., SD Bijdrage aan DAGG -1., -1., -1., -1., -1., -1., -6., 214/6493/DOM 4 /9 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/sociale bijstand -1., -1., -1., -1., -1., -1., -6., Totaal uitgaven , , , , , , ,78

68 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 36 van 43 Ontvangsten FIN OCMW Overig beleid , , , , , , ,28 214/221/DOM 4 /95 Gebouwen - gemeenschapsgoederen/ Ouderenwoningen Vast Bureau 214/72/DOM 1/119 Verkoop van houthak/overige algemene diensten Vast Bureau,, 2.15.,,,, 2.15., 1.447, 1.466, 1.485, 1.55, 1.524, 1.544, 8.971, 214/72/DOM 4 /9 Opbrengsten uit prestaties/sociale bijstand 47, 413, 418, 424, 429, 435, 2.526, Vast Bureau 214/72/DOM 4 /943 Opbrengsten uit prestaties/gezinshulp,,,,,,, Vast Bureau 214/72/DOM 4 /945 Opbrengsten uit prestaties/kinderopvang , , , , , , , Vast Bureau 214/72/DOM 4 /947 Opbrengsten uit prestaties/klusjesdienst , , , , 14.19, , 83.49, Vast Bureau 214/751/DOM /5 Opbrengsten uit verhuur zalen en lokalen/ Patrimonium zonder maatschappelijk doel Vast Bureau 214/752/DOM 4 /9 Opbrengsten uit verhuur woningen en flats/ Sociale bijstand Vast Bureau 214/753/DOM /5 Opbrengsten uit verpachtingen/ Patrimonium zonder maatschappelijk doel Vast Bureau 214/74/DOM /1 Gemeentefonds/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/741/DOM /1 Gemeentelijke bijdrage/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM 4 /945/2 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/kinderopvang/buitenschoolse Opvang Vast Bureau 214/7452/DOM 4 /947 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/klusjesdienst Vast Bureau , , , , , 12.23, , 4.66, 4.119, 4.173, 4.227, 4.282, 4.338, 25.25, 3.5, 3.546, 3.592, 3.639, 3.686, 3.734, , , , , , , , , , , 1.7., , 1.29., , , 1.97, 11.49, , , , , 67.68,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,,

69 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 37 van /746999/DOM 4 /9 Overige specifieke projectsubsidies/ Sociale bijstand Vast Bureau 214/7471/DOM 4 /9 Bijdragen voor de werkingsuitgaven van de hogere overheid/sociale bijstand Vast Bureau 1.751, 1.891, 11.33, , , , ,,,,,,,, 214/748/DOM 4 /9 Toelagen RMI : leefloon/sociale bijstand , , , , , , , Vast Bureau 214/7481/DOM 4 /94 Toelagen RMI : art 6.7 en sociaal economie initiatief/activering van tewerkstelling Vast Bureau 214/7483/DOM 4 /945 Toelagen RMI : personeelskost/ Kinderopvang Vast Bureau 214/7485/DOM 4 /9 Toelagen federale overheid : verwarmingsfonds/sociale bijstand Vast Bureau 214/7485/DOM 4 /9 Toelagen federale overheid : verwarmingsfonds/sociale bijstand Vast Bureau 214/7488/DOM 4 /9 Toelagen federale overheid : Wet 2 april 1965/Sociale bijstand Vast Bureau 214/7489/DOM 4 /93 Toelagen federale overheid : toegewezen asielzoekers LOI/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Vast Bureau 214/748999/DOM 4 /945 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Kinderopvang Vast Bureau 214/748999/DOM 4 /95 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Ouderenwoningen Vast Bureau 214/748999/DOM 4 /95 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Ouderenwoningen Vast Bureau , 65.1, , , , , , 72., 72., 72., 72., 72., 72., 432., , 32.98, 33.48, , , , , , , 59.68, 6.456, , 62.38, , , 73.11, 74.6, 75.23, , , , , , , , , , , 357.9, , , , , , , 77.84, 78.87,,,,, , 9.578, ,,,,, , 214/744/DOM 1/1 Inhouding pensioen/politieke organen 2.893, 2.931, 2.969, 3.8, 3.47, 3.86, , Vast Bureau 214/745/DOM 4 /9 Recuperaties van kosten/sociale bijstand , , , 27.24, , , , Vast Bureau 214/745/DOM 4 /9 Recuperaties van kosten/sociale bijstand,,,,,,, Vast Bureau 214/745/DOM 4 /93 Recuperaties van kosten/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Vast Bureau 7.5, 7.598, 7.697, 7.797, 7.898, 8.1, , 214/745/DOM 4 /945 Recuperaties van kosten/kinderopvang 65., , 66.71, , , , , Vast Bureau 214/745/DOM 4 /947 Recuperaties van kosten/klusjesdienst,,,,,,, Vast Bureau 214/745/DOM 4 /95 Recuperaties van kosten/ouderenwoningen , ,,,,, , Vast Bureau

70 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 38 van /745/DOM 4 /953 Recuperaties van kosten/woon- en zorgcentra Vast Bureau 214/7451/DOM 1/119 Schadevergoedingen/Overige algemene diensten Vast Bureau 214/7451/DOM 1/119 Schadevergoedingen/Overige algemene diensten Vast Bureau,,,,,,, 5.,,,,,, 5., 7.275, 7.37, 7.466, 7.563, 7.661, 7.761, 45.96, 214/7451/DOM 4 /943 Schadevergoedingen/Gezinshulp,,,,,,, Vast Bureau 214/7451/DOM 4 /943 Schadevergoedingen/Gezinshulp 253, 257, 26, 263, 267, 27, 1.57, Vast Bureau 214/7451/DOM 4 /945 Schadevergoedingen/Kinderopvang 432, 438, 444, 45, 455, 461, 2.68, Vast Bureau 214/747/DOM 1/11 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Secretariaat Vast Bureau 214/747/DOM 4 /9 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Sociale bijstand Vast Bureau 214/747/DOM 4 /93 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Vast Bureau 214/747/DOM 4 /943 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Gezinshulp Vast Bureau 214/747/DOM 4 /945 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Kinderopvang Vast Bureau 214/747/DOM 4 /945 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Kinderopvang Vast Bureau 214/747/DOM 4 /947 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Klusjesdienst Vast Bureau 214/747/DOM 4 /953 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Woon- en zorgcentra Vast Bureau 214/ /DOM 4 /945 Overige diverse operationele kosten/ Kinderopvang Vast Bureau 214/748/DOM 4 /9 Terugbetaling leefloon bij begunstigden/ Sociale bijstand Vast Bureau 214/7481/DOM 4 /9 Terugbetaling van dienstverlening in speciën/sociale bijstand Vast Bureau 214/74812/DOM 4 /9 Terugbetaling kosten minimale levering aardgas/sociale bijstand Vast Bureau 345, 35, 355, 359, 364, 369, 2.142, 882, 894, 96, 917, 929, 941, 5.469, 247, 251, 254, 257, 261, 264, 1.534, 494, 51, 57, 514, 521, 527, 3.64, 41, 47, 412, 417, 423, 428, 2.488, 1.27, 1.287, 1.34, 1.321, 1.338, 1.355, 7.875, 247, 251, 254, 257, 261, 264, 1.534, 21, 213, 216, 219, 222, 225, 1.35, 284, 288, 292, 296, 3, 33, 1.763, 3.819, 3.869, 3.919, 3.97, 4.22, 4.74, , , , , , 16.65, , , 454, 46, 466, 472, 479, 485, 2.816,

71 OCMW Bree Meerjarenplan Pagina 39 van /748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/748111/DOM 4 /9 Terugbetaling van voorschotten/sociale bijstand Vast Bureau 214/74822/DOM 4 /9 Terugbetaling mutualiteitsbijdragen ziekte en invaliditeit/sociale bijstand Vast Bureau 214/748211/DOM 4 /9 Terugbetaling verblijfskosten bejaarden in rusthuizen/sociale bijstand Vast Bureau 214/748246/DOM 4 /9 Terugbetaling steun medische kosten toegewezen asielzoekers/sociale bijstand Vast Bureau 214/748247/DOM 4 /9 Terugbetaling huurwaarborgen/sociale bijstand Vast Bureau 214/748249/DOM 4 /9 Terugbetaling begrafeniskosten/sociale bijstand Vast Bureau 214/75/DOM /3 Opbrengsten uit financieel vaste activa (dividenden)/financiële aangelegenheden Vast Bureau 214/751/DOM /3 Creditintresten op rekening courant/ Financiële aangelegenheden Vast Bureau 68, 69, 7, 71, 72, 73, 423, 6.454, 6.538, 6.623, 6.79, 6.797, 6.885, 4.6, 1.84, 1.828, 1.852, 1.876, 1.9, 1.925, , 1.499, 1.519, 1.539, 1.559, 1.579, 1.6, 9.295, 1.45, 1.176, 1.38, 1.442, 1.578, 1.716, , 2.923, 2.961, 3., 3.39, 3.78, 3.118, , 135, 137, 139, 141, 143, 145, 84, 4.413, 4.471, 4.529, 4.588, 4.647, 4.78, , 68, 69, 7, 71, 72, 73, 423, , , 28.63, 29.2, , , , 2.41, 2.433, 2.464, 2.496, 2.529, 2.562, , 3, 31, 31, 32, 32, 33, 189, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 447, PER personeel , , , , , , , 214/7451/DOM 4 /9 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/sociale bijstand Vast Bureau 214/7451/DOM 4 /9 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/sociale bijstand Vast Bureau 214/7451/DOM 4 /93 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Vast Bureau 28.77, 28.77, 28.77, 28.77, 28.77, 28.77, , 5.81, 5.81, 5.81, 5.81, 5.81, 5.81, 34.86, , , , , , , 86.31,

72 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten , , , , , , ,5 16 AP 1 Het ontwikkelen van een informaticabeleid dat erop gericht is de werking van het OCMW op een efficiënte en gebruiksvriendelijke wijze te ondersteunen Pagina 4 van /7451/DOM 4 /93 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers College van Burgemeester en Schepenen 214/7451/DOM 4 /945/1 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/kinderopvang/kinderopvang Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Vast Bureau 214/7452/DOM /1 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus College van Burgemeester en Schepenen 214/7456/DOM 4 /943 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/gezinshulp Vast Bureau 214/7456/DOM 4 /943 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/gezinshulp Vast Bureau 214/7456/DOM 4 /953 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/woon- en zorgcentra Vast Bureau , , , , , , , , , , , , , 19.47, 8.185, 8.185, 8.185, 8.185, 8.185, 8.185, 49.11, 1.91, 1.91, 1.91, 1.91, 1.91, 1.91, 65.46, 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 32.73, , , , , , , , 42.44, 42.44, 42.44, 42.44, 42.44, 42.44, , 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 5.455, 32.73, , , , , , , 99.69, , , , , , , , 82.49, 82.49, 82.49, 82.49, 82.49, 82.49, , , , , , , , 55.5, Totaal ontvangsten , , , , , , ,28

73 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 16 AP 2 Doorgedreven samenwerking met de stad Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 16 AP 3 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, 16 AP 4 Streven naar een gezond financieel beheer Pagina 41 van 43 Zonder budget SD Gebruik en beheer van het informaticanetwerk Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Organiseren van overleg Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,, Zonder budget SD Optimaal beheer van het patrimonium van het OCMW Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

74 OCMW Bree Meerjarenplan Totaal uitgaven en ontvangsten,,,,,,, Totaal uitgaven , , , , , , ,78 Totaal ontvangsten , , , , , , ,28 Totaal uitgaven en ontvangsten , , , , , , ,5 Totale raming ,5 Pagina 42 van 43 Zonder budget SD Het voeren van een duurzaam en degelijk financieel beheer SD Optimaliseren van de inkomsten SD Implementeren van de beleids- en beheercyclus, een outputgerichte benadering met sterke koppeling tussen doelstellingen en financiële rapportage SD Ontwikkelen van het financieel bewustzijn SD Streven naar een evenwichtig financieel beleid binnen de vastgelegde dotatie SD Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën Uitgaven Ontvangsten Totaal uitgaven,,,,,,, Totaal ontvangsten,,,,,,,

75 OCMW Bree Meerjarenplan Totalen Totaal Totale uitgaven , , , , , , ,35 Totale ontvangsten , , , , , , ,28 Totale uitgaven en ontvangsten , , , , , , ,93 Pagina 43 van 43

76 Secretaris Financieel beheerder Goclon Stefan Gielen Jean OCMW Bree Peerderbaan Bree NIS-code : 724 Laatste budgettaire journaalnummer : Financieel Doelstellingenplan

77 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo OCMW Bree Pagina 2 van M1 : Financieel Doelstellingenplan Domein Algemene Financiëring Domein 1 Interne Zaken / Facilitaire Diensten Overig E I A Overig E I A Domein 4 Sociaal PBDS E I A Overig E I A Totalen: E I A

78 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo OCMW Bree Pagina 3 van 3 M1 : Financieel Doelstellingenplan Domein Algemene Financiëring Domein 1 Interne Zaken / Facilitaire Diensten Overig E I A Overig E I A Domein 4 Sociaal PBDS E I A Overig E I A Totalen: E I A

79 Secretaris Financieel beheerder Goclon Stefan Gielen Jean OCMW Bree Peerderbaan Bree NIS-code : 724 Laatste budgettaire journaalnummer : DE STAAT VAN HET FINANCIËLE EVENWICHT Jaar van : 214 Jaar tot : 219

80 RESULTAAT OP KASBASIS Bestuur : OCMW Bree / Meerjarenplan van jaar 214 tot jaar 219 Pagina 2 van Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht I. Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten 1.a Belastingen en boetes 1.b Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden c Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I + II + III) V. Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar VI. Gecumuleerd budgettaire resultaat (IV + V) VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII)

81 AUTOFINANCIERINGSMARGE Bestuur : OCMW Bree / Meerjarenplan van jaar 214 tot jaar 219 Pagina 3 van 3 Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht Autofinancieringsmarge (I-II) I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven excl.de nettokosten van schulden (1-2) Exploitatie-uitgaven Nettokosten van de schulden a. Kosten van de schulden b. Terugvordering van de kosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A + B) A. Netto-aflossingen van schulden Periodieke aflossingen van schulden Terugvordering van periodieke aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Kosten van de schulden Terugvordering van de kosten van de schulden

82 RAMING VAN HET GECUMULEERDE BUDGETTAIRE RESULTAAT VORIG JAAR (213) OCMW Bree Balans 31/12/212 Budget 213 Mutatie Liquide middelen Geldbeleggingen Vorderingen op korte termijn, 4-47 Werkingsvorderingen 411 Vervallen vorderingen wegens subsidies onder de vorm van een lening Overige vorderingen 418 Borgtochten betaald in contanten 499 Wachtrekeningen actief Schulden op korte termijn, 43 Financiële schulden 44 Werkings- en handelsschulden 45 Belastingen, bezoldigingen, sociale lasten (zonder voorziening vakantiegeld) 46 Ontvangen voorschotten 488 Borgtochten ontvangen in contanten 489 Andere diverse schulden 499 Wachtrekeningen passief Kasstroom uit werking en aflossingen in budget 213, Berekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen in het budget (Schema 7-Tabel 2 C) Waardeverminderingen en voorraadwijzigingen Facultatief gefinancierde voorzieningen Toegekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen (Schema 7-Tabel 2 C+D) Kasstroom uit investeringen en desinvesteringen in budget 213, Investeringen (-) Desinvesteringen Kasstroom uit financiering in budget 213, Nieuwe leningen Kapitaalsubsidies andere dan van de gemeente Bijdrage van de gemeente in investeringen Niet vervallen gedeelte van vorderingen op meer dan één jaar * 31/12/212 31/12/213, 29 Werkingsvorderingen, 291 Overige vorderingen, 292 Vorderingen wegens subsidies, 41 Vorderingen wegens subsidies, * inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn 41 Niet vervallen gedeelte van de schulden op meer dan één jaar * 31/12/212 31/12/213, 175 Werkings- en handelsschulden, 176 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen, 178 Borgtochten ontvangen in contanten, 179 Overige schulden, 425 Werkingsschulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar, 426 Ontvangen vooruitbetalingen die vervallen binnen het jaar, 428 Borgtochten ontvangen in contacten die vervallen binnen het jaar, 429 Overige schulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar, * inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn Wat wordt er overeengekomen met betrekking tot het saldo van de GBWA * 31/12/212 31/12/ Gecumuleerde overschotten (+) / tekorten (-) uit GBWA, * GBWA = gemeentelijke bijdrage in werking en aflossingen Te verrekenen saldo gemeentelijke bijdrage : Verworven overschotten :, Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig jaar,

83 OCMW Bree Peerderbaan Bree Meerjarenplan III Toelichting 1. Omgevingsanalyse Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 724 Tel: 89/ Fax: 89/ ocmw.bree.be

84 INHOUDSOPGAVE OMGEVINGSANALYSE BREE 213 Pag. I Inleiding 1 II Competentiemanagement 2 III Beleidsdomeinen 3 1. Domein omgeving Ruimtelijke Ordening Grondgebied-grondbeleid; Wonen-woonbeleid; Kopen; Sociale woningen. 1.2 Leefmilieu Milieu-afval; Milieu-riolering; Milieu-bodemverontreiniging. 1.3 Ondernemingen en economie Ondernemingen BTW-plichtige natuurlijke personen; BTW-plichtige rechtspersonen-handelsondernemingen Werkgelegenheid Jobratio; Werkzaamheidsgraad; Werkloosheidsgraad bij beroepsbevolking (2-64 jaar); Zelfstandigen en helpers in hoofdberoep. 2. Domein burger / inwoner Demografische gegevens Loop van de bevolking en huishoudens. 2.2 Leeftijdsopbouw. 2.3 Belgen versus niet-belgen. 2.4 Veiligheid en mobiliteit. 3. Domein Sociaal Welzijn en armoede Inkomen en aangiften Kansarmoede. 3.2 Seniorenhuisvesting. 3.3 Personen met een beperking Open Kans; De Oase en de Horizon: een bescheiden antwoord op de vergrijzing. 3.4 Kinderopvang. 3.5 Gezondheid en zorg. 4. Domein vrije tijd en onderwijs Cultuur, jeugd en sport. 4.2 Onderwijs Scholengemeenschap: vrij secundair onderwijs Basisonderwijs Mobiliteit schoolgaande bevolking Kansarmoede

85 IV Interne analyse Bestuurskracht gemeente-ocmw. 1.2 Interne werking van de stad. 1.3 Interne werking OCMW Inleiding Aanbod van het OCMW Het bestaande aanbod in Bree Analyse van de kwaliteit van dienstverlening van het OCMW Financiële hulpverlening Huisvesting Energiearmoede Asielbeleid Sociale en culturele participatie Minder mobiele centrale Schuldbeheer Kinderarmoede Senioren Personen met een beperking Thuiszorg Kinderopvang Tewerkstelling. Slotwoord

86 OMGEVINGSANALYSE BREE 213 I. Inleiding. De lokale besturen dienen vanaf de legislatuur de principes van de beleids- en beheerscyclus (BBC) toe te passen en dit ten laatste vanaf 214, dit ten gevolge van het besluit, d.d. 25 juni 21, van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het bevat een reeks regels voor het meerjarenplan ( ), het budget, de boekhouding en de jaarrekening van lokale besturen. Naast financiële regels bevat BBC ook regels van beleidsvoering inzake inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties) de uitvoering en de evaluatie. De vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen (Omzendbrief BZ/212/3) van de lokale besturen is een project van de Vlaamse regering dat past in de BBC. De Vlaamse regering stimuleert of verplicht de lokale besturen om in hun planning en rapportering uitwerking te geven aan welbepaalde Vlaamse beleidsprioriteiten, meestal gekoppeld aan een bepaalde subsidiëring, waarvan de timing en modaliteiten zijn opgenomen in het planlastendecreet. De omgevingsanalyse is een onderdeel van BBC, en vormt eigenlijk de basis voor de strategische meerjarenplanning, en brengt dus factoren in kaart waarmee rekening moet gehouden worden bij de opmaak van het strategisch meerjarenplan en zo kan het bestuur beter bepalen welke beleidsdoelstellingen prioritair zijn voor de legislatuur De omgevingsanalyse is een synthese van onderzoek en strategische data, interpretatie en analyses voor Bree. Het is niet de bedoeling om in deze algemene omgevingsanalyse exhaustief te zijn maar wel om de belangrijkste elementen die een hoge invloed kunnen hebben op Bree in kaart te brengen. Deze afweging is het resultaat van een groepsproces waarbij meerdere actoren o.a. op vlak van sociaal beleid, woonbeleid en tewerkstelling aangeven, vanuit hun kennisveld, welke ontwikkelingen zij zien als een bedreiging of een kans. Wij baseren ons op recente cijfers en blikken voor deze omgevingselementen vooruit. Niets is perfect voorspelbaar. Met een zekere marge van onzekerheid moeten wij leren leven. Een omgevingsanalyse is nooit af omdat de omgeving die wij proberen te vatten voortdurend in beweging is. Zo moet er ook rekening worden gehouden met de structurele gevolgen van de recente financiële crisis en de daarmee verbandhoudende budgettaire beperkingen. De hier voorliggende omgevingsanalyse geeft niettemin een zeer breed beeld van de externe omgeving en is ongetwijfeld een rijke bron van inspiratie voor al wie nieuw beleid wil uittekenen. De omgevingsanalyse bevat een externe- en een interne analyse. De externe analyse geeft in cijfers weer hoe Bree zich verhoudt tot andere vergelijkbare gemeenten, en tot het Limburgse gemiddelde en/of het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest. De interne analyse is gebaseerd op cijfers en feiten uit de eigen diensten en voornamelijk op cijfers uit de gemeentelijke profielschets (Agentschap voor Binnenlands Bestuur). Bij de omgevingsanalyse wordt rekening gehouden met de indeling van de beleidsdomeinen die voorvloeiden uit het competentiemanagementtraject dat in het voorjaar 213 werd afgerond. Bree wordt, in de statistieken van gemeentelijke profielschets die voor elke gemeente in Vlaanderen wordt opgemaakt door de Vlaamse overheid, ingedeeld in een cluster van 2 vergelijkbare gemeenten onder de noemer Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit. Naast Bree zijn hierin vertegenwoordigd: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 1

87 Alken, Anzegem, Dentergem, Dessel, Halen, Hamont-Achel, Hooglede, Kluisbergen, Kruishoutem, Laakdal, Lummen, Meerhout, Oostkamp, Oostrozebeke, Rijkevorsel, Wingene, Zedelgem, Zulte en Zwevegem In de omgevingsanalyse wordt gewag gemaakt van cijfers en data afkomstig van de volgende bronnen: lokaal sociaal beleidspan II. Competentiemanagement. In het voorjaar 213 werd het traject competentiemanagement bij de stad Bree afgerond. Dit traject werd extern begeleid door C-Mentor, de heer Jan Van Vaerenbergh. Op regelmatige tijdstippen werden er workshops georganiseerd met de diensthoofden van stad en O.C.M.W. Bree en werd er vervolgens gerapporteerd aan het beleid. De opdracht bestond erin om: - competentieaanpak en pragmatisch bruikbare instrumenten bij de diensten te implementeren; - beleidsdomeinen en beleidsvelden (en taken) vast te leggen in overeenstemming met B.B.C.; - het organogram actualiseren: visie-organigram met de gewenste organisatiestructuur met toekomstbeeld 22; - producten en diensten voor burgers identificeren en in het organogram positioneren; - organisatie-competenties en individuele competenties afleiden die hiervoor nodig zijn het vastleggen van functiebeschrijvingen ifv. functioneringsgesprekken / evaluatiegesprekken; Specifiek naar de beleidsdomeinen toe heeft deze oefening voor Bree geleid tot de volgende indeling: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 2

88 We trachten de grote lijnen van deze structuur aan te houden in de hierna volgende omgevingsanalyse met 4 domeinen: 1. Omgeving 2. Burger/inwoner 3. Sociaal 4. Vrije tijd en onderwijs Naast deze benadering hanteerde het OCMW sinds 28 in haar beleidsvoering de principes van strategisch management door elk jaar een beleidvisie en plan te expliciteren als afgeleide van het lokaal sociaal beleidsplan en rekening houdend met actuele inputs. Jaarlijks wordt samen met de jaarrekening een kwalitatieve stand van zaken neer geschreven in een jaarverslag dat een belangrijke bron van info was voor de interne en externe analyse m.b.t. het domein sociaal. III. Beleidsdomeinen. 1. DOMEIN OMGEVING 1.1. Ruimtelijke ordening Grondgebied-grondbeleid Bree heeft een oppervlakte van 6.496ha en een bevolkingsdichtheid van 237 inwoners/km² in 212. Het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten is 299 inwoners/km² en 47 inwoners/km² voor het Vlaams gewest. De bevolkingsdichtheid nam in Bree met 9,7% toe sinds 2, in de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat +5,6% en voor het Vlaams gewest is dat +7%. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 3

89 Het totaal van de onbebouwde oppervlakte bedroeg in Bree 81,5% in 212. Dit is een afname met -2,4% sinds 2. In de vergelijkbare cluster bedraagt het totaal van de onbebouwde oppervlakte 77,4% in 212. De afname sinds 2 bedraagt -2,9%. Voor het Vlaams gewest is het totaal van de onbebouwde oppervlakte 74,4% en een afname van -3%. Grondgebied Evolutie onbebouwde percelen (opp in ha) Bron: Kadaster, bewerking SVR Leeswijzer: Bodemgebruik Totaal onbebouwde oppervlakte Groei (2=1) 1, 99,8 99,7 99,5 99,3 99,1 99, 98,8 98,6 98,3 98,1 98, 97,6 Bree BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) Totaal onbebouwde oppervlakte Groei (2=1) 1, 99,7 99,4 99,2 99, 98,8 98,6 98,3 98,1 97,8 97,5 97,3 97,1 Vlaams Gewest Totaal onbebouwde oppervlakte Groei (2=1) 1, 99,7 99,5 99,2 99, 98,7 98,5 98,2 97,9 97,7 97,4 97,2 97, Evolutie onbebouwde oppervlakte 1,5 1, 99,5 99, 98,5 98, 97,5 Gemeente Belfius-indeling Vlaams Gewest 97, 96,5 96, 95, De evolutie van de bebouwde percelen is als volgt weer te geven: 673ha in 2 tot 791ha in 212, een stijging met 17,6% in Bree. Voor de cluster bedraagt de stijging van de bebouwde percelen 14,2% en voor het Vlaams gewest 13%. Vaststellingen: De bevolkingsdichtheid nam in Bree sinds 2 meer toe dan in de cluster van vergelijkbare gemeenten en het Vlaams gewest, maar met 237 inw./ha is deze nog altijd veel lager dan de gemiddelden in de cluster of op niveau van het Vlaamse gewest. Dit vertaalt zich ook in een relatief hoog percentage onbebouwde percelen in Bree. De evolutie/stijging van het aantal bebouwde percelen sinds 2 ligt in Bree iets hoger dan voor de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde van het Vlaams gewest. Bronnen: demgebruik.jsp Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 4

90 Wonen-woonbeleid Kopen De verkoopprijs per m² bouwgrond is in Bree gestegen van 54,7 in 2 tot gemiddeld 176,4 in 211, een stijging met een factor 3,22. Voor de cluster ging deze prijs van 46,3 naar 13,9 in 211, een stijging met een factor 2,82. Voor het Vlaams gewest evolueerde de gemiddelde bouwgrondprijs van 55,1 naar 156,8, een stijging met een factor 2,85. De verkoopprijs van appartementen, flats en studio s is in dezelfde periode met een factor 1,85 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. De verkoopprijs van appartementen, flats en studio s is in dezelfde periode met een factor 2,2 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. Voor het Vlaams gewest is dit resp en een factor 2,17. De verkoopprijs van gewone woonhuizen is van 2 tot 211 met een factor 2,2 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. De verkoopprijs van gewone woonhuizen is in dezelfde periode met een factor 2,8 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. Voor het Vlaams gewest is dit resp en een factor 2,37. De verkoopprijs van villa s, bungalows en landhuizen is van 2 tot 211 met een factor 1,52 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. De verkoopprijs van villa s, bungalows en landhuizen is in dezelfde periode met een factor 1,37 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg in 211. Voor het Vlaams gewest is dit en een factor 1,34. Vaststellingen: De prijs van bouwgrond is sinds 2 in Bree meer gestegen dan het gemiddelde van de cluster of op het niveau van het Vlaams gewest. Ook de prijs per m² is in Bree hoger dan voornoemde gemiddelden. De verkoopprijs van appartementen, flats, studio s ligt in Bree op het niveau van het Vlaams gemiddelde en hoger dan in de cluster van vergelijkbare gemeenten. Voor woonhuizen ligt de prijs in Bree op het niveau van de cluster van vergelijkbare gemeenten en iets lager dan het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest. Bronnen: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 5

91 Sociale woningen. Huurwoningen Het aantal huurwoningen evolueerde in Bree van 14 in 22 naar 194 in 212, een stijging van 38,6%. Voor huurappartementen en duplexen was de evolutie van 64 in 22 naar 117 in 212, een stijging van 82,8%. Het totaal aantal sociale huurwoningen (woningen + appartementen + duplexen) evolueerde met 24 in 22 tot 311 in 212, een stijging van 52,45%. Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in Bree van 3,8 in 22 tot 4,97 in 212 (22 = 5386 huishoudens, 212 = 6251 huishoudens). Het aantal sociale huurwoningen evolueerde in de cluster van 3.39 in 22 tot in 211, een stijging van 12,6%. Voor sociale huurappartementen en duplexen was de evolutie van 636 in 22 tot 979 in 211, een stijging van 54%. Voor sociale woningen evolueerde het aantal van 4.26 in 22 tot in 211, een stijging van 19%. Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in de cluster van vergelijkbare gemeenten van 4,2 in 22 tot 4,5 in 29. Het aantal sociale huurwoningen evolueerde in het Vlaams gewest in 22 tot in 211. (+5,2%) Voor sociale huurappartementen en duplexen was de evolutie van in 22 tot in 211. (+17,8%) Voor sociale woningen evolueerde het aantal van in 22 tot in 211. (+11,4%). Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in het Vlaams gewest van 5,4 in 22 tot 5,5 in 29. Enkele andere vaststellingen zijn : - Nog meer en nog kleinere huishoudens: het aantal huishoudens stijgt, de grootte ervan daalt en de samenstelling van de huishoudens verandert. In 22 zal één op drie huishoudens bestaan uit één persoon. Die trends hebben een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid. - De belangrijkste oorzaken van die groei zijn het ontbinden van relaties en de vergrijzing. Ten gevolge van de hoge toename van het aantal (echt)scheidingen, wonen steeds meer mensen van middelbare leeftijd alleen. Doordat er steeds meerouderen zijn, zijn er ook meer alleenwonende ouderen. - Naast de demografische ontwikkelingen zijn er economische en culturele factoren die de aangroei van de groep alleenwonenden hebben gestimuleerd zoals een toename van de welvaart; de wijzigingen in het sociale zekerheidssysteem; een steeds verdergaande taakspecialisatie waardoor jongeren het ouderlijke huis moeten verlaten om een baan die bij een gespecialiseerde opleiding hoort, te krijgen; andere waarden en normen; de veranderde maatschappelijke positie van de vrouw; een verdwijnen van de discriminatie van alleenwonenden; een normatief - institutionele gelijkstelling met gehuwden en veranderingen in de woningmarkt. - Twee huishoudtypes vragen extra aandacht van de overheid omwille van de minder gunstige leefsituatie nl de alleenwonende personen en de alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen. - In grote lijnen kunnen drie groepen alleenwonenden worden onderscheiden : * De eerste groep bestaat uit ongehuwde jongvolwassenen meer mannen dan vrouwen die na het verlaten van het ouderlijke huis enige tijd alleen wonen. Het is meestal een tijdelijke leefvorm vooraleer te gaan samenwonen met een partner. Een deel van hen heeft al een niet-gehuwde samenwoonrelatie achter de rug. * De tweede groep omvat mensen van middelbare leeftijd die vaak (tijdelijk) alleen wonen nadat hun relatie is ontbonden. Er zijn meer mannen dan vrouwen omdat de kinderen na een scheiding meestal Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 6

92 (officieel) bij de moeder blijven wonen zodat enkel de vader in het Rijksregister als een alleenwonende staat genoteerd. * Bij ouderen is de belangrijkste oorzaak van het alleen wonen het overlijden van de huwelijkspartner. In relatieve zin zal het aantal alleenwonende ouderen en vooral het aantal alleenwonende 8-plussers het sterkst toenemen. - Het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidsmarktpositie en een hoger armoederisico hebben, en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar; zij bewonen vaak (sociale) kleinere huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Bijzonder kwetsbaar zijn de alleenwonende (oudste) ouderen als zij zorgbehoevend zijn. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen. - De voorspelde wijzigingen in de huishoudsamenstelling zijn niet zonder belang voor het beleid Deze gezinsverdunning zal enerzijds de behoefte aan externe ondersteuning doen toenemen en anderzijds het potentieel aan ondersteuning vanuit het eigen gezin doen afnemen (mantelzorger is vaak gezinslid). Het heeft eveneens gevolgen voor consumptiepatronen,woonvoorkeuren en woonbehoeften, sociale cohesie. Bronnen: Lokaal woonbeleidsplan Bree met strategische en operationele doelstellingen 1.2. Leefmilieu Milieu-afval Het totaal huishoudelijk afval evolueerde van 57,1kg per persoon in 2 tot 41,8kg in 21 in Bree. Een daling van 38,8%. 73% van dit afval (41,8kg) is geselecteerd, 27% is restafval. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten daalde het huishoudelijk afval van 591,2kg per persoon tot 59,3kg in dezelfde periode. Een daling van 16%. 26,7% van de afvalfractie is restafval, 73,3% is geselecteerd afval. Voor het Vlaams gewest daalde het huishoudelijk afval in dezelfde periode van 559,6kg per persoon tot 522,7kg in 21. Een daling van 16,6%. De fractie bestaat uit 28,7% restafval en 71,3% geselecteerd afval. Vaststelling: Het aantal kg huishoudelijk afval per persoon is in Bree fors lager dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest Milieu-riolering De uitvoeringsgraad van het rioleringsnet bedroeg 98,1% in 2 en 99,9% in 29 voor Bree. Voor de cluster van gemeenten was dit resp. 84% en 87,3%. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 89,5% en 92,%. De zuiveringsgraad bedroeg 86,1% in 2 en 9,1% in 29 voor Bree. Voor de cluster van gemeenten was dit resp. 39,6% en 37,6%. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 51,1% in 2 en 7,7% in 29. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 7

93 Vaststelling: Zowel de rioleringsgraad als de zuiveringsgraad is in Bree fors hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest Milieu-bodemverontreiniging In 23 was,8% van de totale oppervlakte gecatalogeerd als te saneren grond in Bree. In 212 was dat,7%. In de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit,33% in 23 en,82% in 212. Voor het Vlaams gewest was dit,66% in 23 en 1,15% in 212. Het aandeel van de te saneren industriegrond t.o.v. de totale oppervlakte te saneren grond bedroeg in Bree 95,5% in 23 en 66,% in 212. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit resp. 92,2% in 23 en 41,9% in 212. Voor het Vlaams gewest was dit 73,6% in 23 en 65,8% in 212. Bron: Ondernemingen en economie Ondernemingen BTW-plichtige natuurlijke personen In 2 telde Bree 692 BTW-plichtige personen. In 211 waren er dat 662, een daling van 4,3%. In de cluster van vergelijkbare gemeenten waren er in BTW-plichtige personen ten opzichte van in 211. Dit is 3% minder dan in 2. In 2 telde Bree 17 starters, BTW-plichtige natuurlijke personen. In 211 waren dit er 46. Dit is een stijging met een factor 2,7. In 2 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten 573 starters. In 211 waren dit er 786. Dit is een stijging met een factor 1,37. Het aantal stopzettingen bedroeg 28 in Bree in 2. In 211 waren dit er 58, dit is 17,1% meer. Voor de cluster bedroeg het aantal stopzettingen 639 in 2 en 76 in 211. Dit is 18,9% meer. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 8

94 Ondernemingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Bron: VKBO, bewerking CORVE-SVR Leeswijzer: ondernemingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) BTW-plichtige Natuurlijke Personen Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Groei (2=1) BTW-plichtige Natuurlijke Personen 1, 98,3 95,7 97,8 96,5 97,7 98,8 99,7 97,4 96,4 98,1 95,7 91,8 Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) 1, 176,5 288,2 176,5 217,6 276,5 229,4 258,8 258,8 247,1 335,3 27,6 1, 153,6 114,3 75, 11,7 17,1 15, 189,3 23,6 15, 221,4 27, BTW-plichtige Natuurlijke Personen 1, 98,7 98,1 98,5 96,9 96,6 97,6 97,8 98, 97,6 96,9 97, 96,2 Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Laatste update : 18-apr Profielschets Gemeente Bree BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 1, 111,7 111,5 92,8 121,3 136,6 14,5 154,3 141,7 127,1 148, 137,2 1, 12,5 82,3 77,3 12, 88,1 121,4 132,4 135,4 13, 122,7 118,9 Bree BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) Bree BTW-plichtige rechtspersonen-handelsondernemingen In 2 telde Bree 345 BTW-plichtige handelsondernemingen. In 211 waren er dat 666, dit is 93% meer dan in 2. In de cluster van vergelijkbare gemeenten waren er in BTW-plichtige handelsondernemingen ten opzichte van in 211. Dit is een stijging met een factor 1,63. In 2 telde Bree 16 startende handelsondernemingen. In 211 waren dit er 47. Dit is een stijging met een factor 2,94. In 2 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten 315 starters. In 211 waren dit er 62. Dit is een stijging met een factor 1,91. Het aantal stopzettingen van handelsondernemingen bedroeg 2 in Bree in 2. In 211 waren dit er 16. Voor de cluster bedroeg het aantal stopzettingen 92 in 2 en 157 in 211. Oprichtingsratio De oprichtingsratio is het aantal opgerichte ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2 bedroeg die, voor Bree, 3,2. In 211 was dat 7,. In 2 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 4,7 en 6,2 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 5,3 in 2 en 6,8 in 211. Uittredingsratio De uittredingsratio is het aantal verdwenen ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2 bedroeg die, voor Bree, 2,9. In 211 was dat 5,6. In 2 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 3,9 en 4,1 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit rep. 4,8 en 4,5. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 9

95 Nettogroeiratio De nettogroeiratio is het verschil van het aantal opgerichte ondernemingen en het aantal verdwenen ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2 bedroeg die, voor Bree,,3 In 211 was dat 1,4. In 2 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten,8 en 2,1 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit rep.,6 en 2,3. Bronnen: Werkgelegenheid Jobratio De jobratio is het aantal jobs tov. de bevolking op beroepsactieve leeftijd (2-64 jaar). In 26 telde Bree jobs. In 21 waren dit er 7.7. De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg voor Bree in 26 en in 21. De jobratio bedroeg 83,7 in 26 en 82,3 in 21. In 26 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten jobs. In 21 waren dit er De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg in de cluster in 26 en in 21. De jobratio bedroeg 62,3 in 26 en 65, in 21. In 26 telde het Vlaams gewest jobs. In 21 waren dit er De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg voor het Vlaams gewest in 26 en in 21. De jobratio bedroeg 71,8 in 26 en 73,6 in 21. Voorstelling van de jobratio ( aantal jobs t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd ( 15/18/2 64 jaar ) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 1

96 Vaststelling: De jobratio is in Bree fors hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en ook hoger dan het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest en Limburg. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 11

97 Evolutie van de beroepsbevolking (15-64 jaar) (jaargemiddelden) Evolutie T M V T M V T M V Abs. % Noord-Limburg ,1 Bocholt ,9 Bree , Hamont-Achel ,6 Hechtel-Eksel ,1 Lommel ,9 Meeuwen-Gruitrode ,4 Neerpelt ,8 Overpelt ,9 Peer ,2 Midden-Limburg ,9 As ,8 Diepenbeek , Genk , Hasselt ,3 Houthalen-Helchteren ,4 Opglabbeek , Zonhoven ,5 Zutendaal ,5 West-Limburg ,2 Beringen ,2 Halen , Ham ,2 Herk-de-Stad ,8 Heusden-Zolder ,5 Leopoldsburg ,3 Lummen ,9 Tessenderlo ,7 Maasland ,7 Dilsen-Stokkem ,6 Kinrooi ,7 Lanaken ,7 Maaseik , Maasmechelen ,9 Zuid-Limburg ,2 Alken ,2 Bilzen ,4 Borgloon ,4 Gingelom ,1 Heers ,6 Herstappe ,6 Hoeselt ,1 Kortessem ,3 Nieuwerkerken ,2 Riemst ,2 Sint-Truiden , Tongeren ,3 Voeren ,6 Wellen ,8 LIMBURG ,7 VLAANDEREN , Werkzaamheidsgraad Werk vormt ontegensprekelijk een belangrijke buffer tegen armoede. Het risico om in armoede terecht te komen, ligt bij personen met een job beduidend lager. Dat bleek al uit de armoederisicopercentages van werkenden en niet-werkenden. De Breese werkzaamheidsgraad schommelt in 27 rond 65.9 %( Het aandeel werkende personen in de bevolking tussen 15/18/2 en 64 jaar ). Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 12

98 Werkzaamheidsgraad totaal [%], Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree Limburg Gewest Vlaams Gewest 23 64,7 61,8 64, ,1 61,5 64, ,5 61,7 65, 26 65,7 62,1 65, ,9 63, 65, ,1 64, 66, , 63,4 65, ,6 63,8 66, Bron: Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening) De werkzaamheidsgraad berekend als het aantal werkenden binnen de beroepsactieve leeftijd (2-64 jaar) tov. de totale bevolking vermenigvuldigd met 1 geeft uiteraard een andere voorstelling : Bij de mannen bedroeg die in Bree 77,69 in 23 en 79,59 in 21. Bij de vrouwen bedroeg die in Bree 59,9 in 23 en 66,15 in 21. In het totaal was dat 68,47 in 23 en 72,98 in 21. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 13

99 Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was de werkzaamheidsgraad bij de mannen 8,11 in 23 en 8,69 in 21. Bij de vrouwen was dit 62,9 in 23 en 69,66 in 21. In het totaal was dit 71,3 in 23 en 75,29 in 21. Voor het Vlaams gewest was de werkzaamheidsgraad bij de mannen 77,4 in 23 en 76,46 in 21. Bij de vrouwen was dit 6,33 in 23 en 66,13 in 21. In het totaal was dit 68,78 in 23 en 71,35 in 21. Vaststelling: De werkzaamheidsgraad ligt in Bree op het niveau van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde van het Vlaams gewest. In Bree zijn er relatief gezien iets minder werkende vrouwen binnen de beroepsactieve leeftijd. De activiteitsgraad kan worden berekend als het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) = (Niet-werkende werkzoekenden en werkenden) / potentiële actieve bevolking. Deze bedroeg in 211 zelfs 72.1 % en was hoger dan het provinciaal gemiddelde van 69.5 %. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 14

100 Evolutie van de activiteitsgraad (jaargemiddelden jaar) (de beroepsbevolking/bevolking op arbeidsleeftijd) Evolutie M V T M V T M V T Noord-Limburg 76,2 6,4 68,5 75,1 64,1 69,7-1,1 3,6 1,2 Bocholt 76,7 61,5 69,3 74,9 64,1 69,6-1,9 2,6,3 Bree 76,6 62, 69,4 77,9 65,9 72, 1,3 3,9 2,6 Hamont-Achel 75,4 6,1 68, 73,8 62,5 68,3-1,6 2,4,3 Hechtel-Eksel 75,6 58,6 67,3 75,7 64,3 7,1,1 5,6 2,8 Lommel 75,4 59,8 67,7 73,1 61,8 67,5-2,3 2,1 -,2 Meeuwen-Gruitrode 77,5 59,2 68,6 77, 65,4 71,4 -,6 6,3 2,7 Neerpelt 75,2 6,1 67,9 74,3 63,3 69, -,9 3,2 1,1 Overpelt 74,5 59,7 67,3 73,7 63,9 69, -,8 4,2 1,6 Peer 79,1 63, 71,3 77,9 67,9 73, -1,2 4,9 1,8 Midden-Limburg 75,9 6,5 68,3 73,6 63,3 68,5-2,3 2,8,2 As 75,1 59,3 67,3 75,7 65,5 7,7,5 6,3 3,3 Diepenbeek 77,7 61,8 7, 76, 67,2 71,7-1,7 5,4 1,7 Genk 73,7 56,8 65,3 7,6 57,2 63,9-3,1,4-1,4 Hasselt 78,3 65,1 71,7 75,7 67,4 71,6-2,5 2,3 -,1 Houthalen-Helchteren 73,9 56,9 65,5 72,1 6, 66,1-1,8 3,,6 Opglabbeek 77,6 6,3 69,1 75,7 65,8 7,8-1,9 5,4 1,7 Zonhoven 76,5 61,2 69, 74,5 66, 7,3-2, 4,8 1,3 Zutendaal 73,8 59,5 66,8 72,9 66,1 69,6 -,9 6,6 2,8 West-Limburg 75, 59,1 67,2 74,5 62,8 68,7 -,5 3,7 1,5 Beringen 73,9 57,3 65,7 73,2 6,1 66,7 -,8 2,8 1, Halen 77,8 63, 7,7 77,4 68,2 72,9 -,4 5,2 2,2 Ham 76,9 57,3 67,4 76,9 63,1 7,1, 5,7 2,7 Herk-de-Stad 77,9 64,1 71,2 77,4 68,1 72,8 -,5 4, 1,7 Heusden-Zolder 71,7 56, 64, 71,1 58,8 65, -,7 2,7 1, Leopoldsburg 74,5 58,7 66,8 74,6 63, 68,9,1 4,3 2,1 Lummen 77,3 62,2 69,9 77, 67,5 72,3 -,3 5,3 2,4 Tessenderlo 77,8 62,5 7,2 77, 65,8 71,4 -,8 3,3 1,2 Maasland 72,7 57,7 65,4 72,5 61,1 66,9 -,2 3,4 1,5 Dilsen-Stokkem 75, 58,6 67, 74,6 62,4 68,6 -,5 3,8 1,6 Kinrooi 75,9 61,3 68,9 74,8 6,7 68, -1, -,6 -,9 Lanaken 7,1 56,2 63,3 7, 61,9 66,1 -,1 5,7 2,7 Maaseik 74,1 6,2 67,3 74,7 63,7 69,3,5 3,5 2, Maasmechelen 71,2 55,5 63,5 7,8 58,2 64,6 -,4 2,7 1,1 Zuid-Limburg 76,8 61,2 69,1 76,3 66,4 71,4 -,5 5,2 2,3 Alken 78,6 62,5 7,7 78,4 67,9 73,3 -,2 5,4 2,6 Bilzen 77,2 61,8 69,5 76,1 65,7 7,9-1,1 3,9 1,4 Borgloon 79, 62, 7,7 77,3 66,7 72, -1,8 4,6 1,3 Gingelom 76,7 61, 69, 78,6 68,9 73,9 1,9 7,9 4,8 Heers 8,2 61,7 71,2 77,6 65,4 71,6-2,6 3,7,3 Herstappe 74,8 6,3 68, 7, 78,7 74, -4,7 18,4 5,9 Hoeselt 76,1 61,2 68,8 77,9 67,2 72,6 1,9 6, 3,8 Kortessem 78,2 61,1 69,8 77,6 67,6 72,7 -,6 6,6 2,9 Nieuwerkerken 77,6 61, 69,4 77,3 68,2 72,8 -,3 7,2 3,4 Riemst 73,5 59,6 66,7 74, 67, 7,6,5 7,4 3,9 Sint-Truiden 75,8 61,1 68,6 75,4 65,9 7,7 -,4 4,8 2,1 Tongeren 76,6 6,3 68,6 76, 65,1 7,6 -,6 4,7 2, Voeren 75, 6,7 68, 71,9 64, 68, -3,2 3,3,1 Wellen 78,3 64,3 71,5 78,3 68,6 73,5, 4,3 2, LIMBURG 75,5 6, 67,9 74,5 63,7 69,2-1, 3,7 1,3 VLAANDEREN 76,7 62,2 69,6 75,8 66,2 71,1 -,9 4, 1,5 Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 15

101 Werkloosheidsgraad bij de beroepsbevolking (2-64 jaar) De werkloosheidsgraad kan worden berekend als het aandeel niet-werkende werkzoekenden in de beroepsbevolking = Niet-werkende werkzoekenden / beroepsbevolking. Bree scoort wat betreft werkloosheid, werkloosheidsgraad, activiteitsgraad en werkzaamheidgraad beter dan de provincie. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten bedroeg de werkloosheidsgraad bij de mannen 3,54% in 23 en 3,74% in 21. Bij de vrouwen was dit 7,2% in 23 en 5,53% in 21. De totale werkloosheid in de cluster bedroeg 5,13% in 23 en 4,56% in 21. Werkenden Bree Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 16

102 Werkloosheidsgraad totaal [%], Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree Limburg Gewest Vlaams Gewest 23 6,7 8,9 7,6 24 7,5 9,9 8,1 25 8,1 1,2 8,3 26 6,6 9, 7,7 27 5,1 7,2 6,3 28 4,6 6,3 5,9 29 5,9 7,8 7, 21 6,1 7,8 7,1 Bron: Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening) In 211 bedroeg de werkloosheidsgraad 5.2 % tegenover een provinciaal gemiddelde van 6.5 %. Positief is wel dat de huidige werkloosheidsgraad tegenover 21 duidelijk is afgenomen. Toch blijven bepaalde groepen vooral ouderen, niet-eu-burgers en personen met een handicap moeilijk toegang vinden tot de arbeidsmarkt. De lage werkzaamheidsgraad bij ouderen blijft een probleem. De Vlaamse en ook Breese arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een specifiek leeftijdsgebonden arbeidspatroon. Een erg hoge arbeidsdeelname tussen 25 en 49 jaar zorgt in combinatie met een beperkte deelname bij jongeren en ouderen voor sterk samengedrukte loopbanen. De arbeidsdeelname van de 55- tot 64-jarigen is de voorbije jaren wel gestegen, waardoor nu bijna 4 op de 1 personen in deze groep aan het werk is. Ook de arbeidsdeelname van vrouwen gaat er gestaag op vooruit. Bij de laaggeschoolden is er eerder sprake van een afname. Uit de Europese vergelijking blijkt duidelijk dat de lage werkzaamheidsgraad bij ouderen en niet-euburgers de voornaamste pijnpunten blijven op de Vlaamse arbeidsmarkt. De beperkte arbeidsdeelname van deze groepen vertaalt zich niet alleen in een lagere werkzaamheidsgraad, maar veelal ook in een hogere werkloosheidsgraad. De werkloosheidsgraad van jongeren tussen 15 en 24 jaar is in 211 na een sterke stijging in 29 en 21 weer gedaald. Ook de werkzaamheidsgraad van deze groep is relatief laag maar dat hangt voornamelijk samen met de lange schoolloopbaan van de jonge Vlamingen en is dus niet echt problematisch. De werkloosheidsgraad van jongeren is dat wel. Gebrek aan werkervaring speelt de jongeren parten. Daarenboven worden ze vaker aangeworven met een tijdelijk contract of als uitzendkracht zodat ze geregeld weer in de werkloosheid terechtkomen. De ouderen die niet werken, zitten voornamelijk in de inactiviteit en dus minder in de werkloosheid. Daardoor ligt de werkloosheidsgraad bij de 55- tot 64-jarigen - ondanks hun beperkte arbeidsdeelname - niet hoger dan de totale werkloosheidsgraad. Bron: steunpunt WSE ( Vlaamse Arbeidsrekening ) Aantal jobs Bree Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 17

103 Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 18

104 Geslacht [aantal], Gemeente Limburg: Bree NWWZ - mannen Bron: VDAB Studiedienst - Arvastat NWWZ - vrouwen Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 19

105 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 2

106 Bree gedraagt zich volgens het Limburgs gemiddelde. De administratieve gegevens van de VDAB over het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) bevestigen grotendeels bovenstaande bevindingen. Onder invloed van de economische crisis liep het aantal NWWZ in 29 en 21 aanzienlijk op. In 211 nam het aantal NWWZ weer af. Maar in 212 is dat aantal toch weer iets gestegen. Net bij de gezinnen waar niet of slechts beperkt wordt gewerkt, worden de hoogste armoederisicopercentages gemeten. Tewerkstelling mag dan wel een belangrijke buffer vormen tegen armoede, toch is het geen sluitende bescherming. Dat blijkt uit het feit dat 3% van de werkende Vlamingen ongeveer 8. personen in 211 moest rondkomen met een huishoudinkomen onder de armoederisicodrempel. Dat aandeel ligt in Europees opzicht wel laag. Het armoederisicopercentage ligt duidelijk hoger bij laaggeschoolde werkenden, bij werkenden met een tijdelijk contract, bij deeltijds werkenden (minder dan 3 uur per week) en bij zelfstandigen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 21

107 Hoe hoger de scholing, hoe groter de kans op werk. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 22

108 Origine [aantal], Gemeente Limburg: Bree NWWZ België NWWZ Nederland uit uit NWWZ uit Noord- en West- Europa NWWZ uit Zuid- Europa NWWZ uit Oost- Europa (EU) NWWZ uit Oost Europa (niet- EU) NWWZ uit Maghreblanden NWWZ Turkije NWWZ andere landen uit uit rijke Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 23

109 NWWZ uit andere landen van Afrika NWWZ andere van Azië uit landen NWWZ uit Centraal- en Zuid-Amerika NWWZ onbepaalde landen uit Bron: VDAB Studiedienst - Arvastat Opleiding speelt een belangrijke rol in de strijd tegen armoede. Dat bleek al herhaaldelijk uit de uiteenlopende scores van hoog- en laagopgeleiden op de verschillende armoede-indicatoren. Het is dan ook belangrijk de onderwijsprestaties van jongeren op te volgen. Onderzoek toont aan dat mannen beduidend minder goed scoren dan vrouwen als het gaat om het vroegtijdig verlaten van de schoolbanken. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 24

110 Limburg in cijfers op Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree Limburg Werkloze gezinshoofden [aantal] Werkloze gezinshoofden [%],5,7 Bron: Rijksdienst voor arbeidsvoorziening Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 25

111 Zelfstandigen en helpers in hoofdberoep Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor Bree 12,4% in 26 en 11,7% in 21. Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 12,8% in 26 en 13,% in 21. Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor het Vlaams gewest 1,9% in 26 en 11,% in 21. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 26

112 Aantal zelfstandigen volgens sector en bezigheidsaard op 31 december 21 Limburg Hoofdbezigheid Actief na pensioen(leeftijd) Totaal excl. nevenbezigheid Nevenbezigheid Totaal Sectoren Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen Totaal Landbouw Industrie Delfstoffen Electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht, cokesovens Water-, afval en afvalwaterbeheer Voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten Textiel-, kleding- en leernijverheid Hout- en papierindustrie, drukkerijen Chemische producten Farmaceutische grondstoffen en producten -Rubber, kunststof en overige niet-metaalh. minerale prod Metaalverwerking Transportmiddelen Overige industrie en reparatie Bouwnijverheid Tertiaire sector Groot- en detailhandel Verschaffen van accommodatie en maaltijden Vervoer, opslag Uitgeverijen en audiovisuele bedr., telecomm., informatica Financiële activiteiten en verzekeringen Exploitatie van en handel in onroer. goed, diensten aan bedr Openbaar best. en defensie, verpl. sociale verzek., onderwijs Menselijke gezondheidszorg Maatschappelijke dienstverlening Overige diensten Niet gekend Bron : R.S.V.Z. Verwerking : ERSV-Limburg Totaal Bronnen: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 27

113 2. DOMEIN BURGER/INWONER 2.1. Demografische gegevens Loop van de bevolking en huishoudens Bree had in 22 een bevolking van inwoners. In 212 zijn er dat In de cluster van vergelijkbare Vlaamse gemeenten was deze groei 5,5% en het gemiddelde voor het Vlaams gewest bedroeg +6,9%. Op 1 januari 213 telde de bevolking van Bree inwoners waarvan met een Belgische nationaliteit en 1.19 (6,6%) met een niet-belgische nationaliteit. Bij de Belgen telde Bree 7.17 mannelijke inwoners en vrouwelijke inwoners. Bij de niet-belgen telde Bree op 1/1/ mannen en 493 vrouwen. De bevolking in Bree steeg van 2 tot 212 met 9,8% (2 =1). Inwoners totaal [index] Gemeente Limburg: Bree Indexcijfers t.o.v. 2 Gemeente Limburg Bree Limburg Gewest Vlaams Gewest 2 1, 1, 1, 21 1,3 1,5 1, ,1 1,9 1, ,6 11,4 1, ,1 11,8 11,3 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 28

114 25 13, 12,4 11, ,6 13, 12, ,7 13,7 13, 28 15,5 14,5 13, ,2 15,3 14, ,4 16, 15, ,8 16,8 16, ,8 17,4 16,9 Evolutie en verwachte evolutie van de totale bevolking [aantal] Gemeente Limburg: Bree Sinds het jaar 2 is het inwoners aantal van Bree boven de 14. inwoners gestegen, waar het vanaf de fusie in 1977 altijd tussen 13.5 en is blijven schommelen. Van 2 tot 212 steeg het aantal inwoners met 1378 eenheden.. Aantal inwoners Prognose aantal inwoners Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 29

115 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 3

116 Studiedienst van de Vlaamse Regering - Bevolkingsprojecties Wij dienen een onderscheid te maken tussen de natuurlijke aangroei en de migratiebewegingen. Uit onderzoek blijkt dat vooral medioren, 5-plussers, hun weg terugvinden naar Bree, meestal bemiddelde tweeverdieners Natuurlijk saldo [per 1. inwoners] Bree (natuurlijk saldo : geboorten en sterftegevallen) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 31

117 Bree Limburg Vlaams Gewest ,81 5,71 2, ,7 5,29 2, ,35 4,69 1, ,55 3,78 1, ,53 3,44 1, ,56 3,43 1, ,36 3,68 1, ,12 2,88 1, ,37 2,73,76 2 1,21 2,36, ,6 2,41, ,7 1,81,3 23 2,4 1,23, ,82 2,21 1,3 25,55 2,11 1,16 26,69 2,49 1, ,55 2,71 1, ,6 2,82 1,97 29,47 2,62 1, ,31 2,63 1, ,2 2,49 1,76 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 32

118 Natuurlijk saldo mannen Natuurlijk saldo vrouwen Totaal Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 33

119 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 34

120 Naast het natuurlijk saldo wordt verder ingegaan op de migratiebewegingen. Als wij de evolutie van de interne migratie voor de stad Bree bekijken, zien we dat globaal genomen het aantal interne migraties de afgelopen tien jaar is toegenomen: van 392 in de loop van 2 tot 653 in de loop van 211. Onder interne migraties verstaan we het aantal personen die ingeschreven werden in de gemeenteregisters waar ze hun verblijfplaats wensen te vestigen en die voordien in een andere gemeente van het land verbleven (exclusief wachtregister). ) Niet alleen de migratie van medioren vraagt op termijn aandacht voor zorg. Ook inwijking van jonge koppels en blijvers in de leeftijdsgroep 2 29 jarigen kan zorgen voor een bevolkingsaangroei en een stijging in het aantal geboorten. Uit de verschillende bovenstaande bevolkinganalyses zijn een aantal duidelijke trends af te leiden. Zo zal de Breese bevolking nog wel een tijdje blijven aangroeien, niet alleen door natuurlijke accres maar vooral door immigratie vanuit omliggende gemeenten, in het bijzonder Bocholt, Meeuwen- Gruitrode en Kinrooi. Een vaststelling die dit staaft is de plattelandsvlucht. In verhouding tot het aantal inwoners van de stad Bree klinkt dit misschien banaal, maar bijna of jong gepensioneerden die in de jaren in min of meer residentiële wijken huizen gingen bouwen met bewoonbare oppervlakten groter dan 15 m2 en tuinen van 8 tot 15 aren, keren terug naar de stedelijke kern op zoek naar appartementen van ca. 1 m2 bewoonbare oppervlakte, liefst met een lift en een redelijk terras. In Bree wordt momenteel rijkelijk ingespeeld op die trend. Migratie is een belangrijke groeifactor in het bevolkingsaantal. Het zijn vooral medioren die naar Bree trekken, in mindere mate jonggehuwden waardoor een bijkomend effect zal optreden inzake de vergrijzing van de bevolking. Niet enkel de immigratie neemt toe, ook de emigraties (inwoners van Bree die uit Bree wegtrekken naar een andere (Belgische) gemeente, nam toe. Maar globaal gezien blijft het migratiesaldo de laatste jaren positief. In de loop van 211 vestigden zich 66 personen meer in Bree dan er in datzelfde jaar wegtrokken. (zie onderstaande figuur ) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 35

121 Als wij de evolutie van het aantal interne inwijkingen per 1. inwoners in Bree bekijken, wordt de stijgende tendens van de afgelopen tien jaar duidelijk. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 36

122 Als we de stad Bree vergelijken met de omliggende gemeenten, blijkt duidelijk dat het aantal interne migraties per 1. inwoners in Bree hoger is dan de omliggende gemeenten. Bree oefent een aantrekkingskracht uit op de omliggende gemeenten. Er kan een duidelijke link gelegd worden tussen aanbod en aangroei: verhoogd aanbod van betaalbare bouwgrond, Graevenveld, Dreelveld, Keyartveld, heeft gezorgd voor bevolkingsaangroei. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 37

123 Onderstaande kaart maakt dit ook visueel duidelijk. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 38

124 En ook als we niet enkel naar 211 kijken, maar ook de vorige jaren zien we dat Bree globaal gezien hoger scoort dan de omliggende gemeenten. Ook als we kijken naar het totaal aantal inwijkingen per 1. inwoners (dus mensen die van andere gemeente in Bree komen wonen, vanuit het buitenland, verandering van register door erkend te worden als vluchteling, geregulariseerd, ) of heringeschreven te worden na schrapping) scoort Bree hoger dan de omliggende gemeenten. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 39

125 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 4

126 Enkel op vlak van de inwijkingen vanuit het buitenland per 1. inwoners, scoort Bree niet het hoogst van de omliggende gemeenten. In vergelijking met andere grensgemeenten is het aandeel Nederlanders nog beperkt in Bree. De externe migraties worden alsmaar belangrijker in omvang. De meeste Vlaamse gemeenten laten in recente jaren een positief saldo uit buitenlandse migratie optekenen. Hoge cijfers vinden we vooral in de Kempen en in Limburgse grensgemeenten met Nederland. Dergelijk verkleuren van de samenleving gaat gepaard met groeipijnen. In de komende decennia zal Vlaanderen verder verkleuren als gevolg van aanhoudende migratiebewegingen. Op lange termijn zal deze immigratie en de daarmee verbonden etnische diversiteit waarschijnlijk een aantal positieve effecten hebben. Maar op korte tot middellange termijn kunnen (recente) immigraties tot spanningen leiden. Etnische ongelijkheden plaatsen de maatschappij alleszins en vooral op het lokale niveau voor uitdagingen. Samenleven in diversiteit kan tot spanningen leiden maar kan echter ook verrijkend zijn Etnische diversiteit heeft ook een effect op het sociale kapitaal van de mensen: de sociale netwerken en het vertrouwen in de medemens. De analyse van Putnam maakt duidelijk dat het een zekere tijd en evolutie vergt om diversiteit als iets positief te ervaren. Deze evolutie veronderstelt dat er uit de diversiteit een nieuwe identiteit kan groeien. Vertaald naar de Vlaamse situatie: immigratie kan positieve effecten hebben voor het Vlaamse Gewest op langere termijn (grotere creativiteit, een sterkere economische groei en een gedeeltelijk ondervangen van de vergrijzing, maar de problematischere ervaringen spelen zich nu af in bepaalde wijken in de grootsteden. Het is ook lokaal dat de etnische ongelijkheden het best aangepakt kunnen worden. Dat bewijzen de VDAB-cijfers over de daling van het aantal allochtone niet-werkende werkzoekenden. Die daling is groter is indien gerichte acties ondernomen worden om de jeugdwerkloosheid aan te pakken dan in de Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 41

127 rest van Vlaanderen. De lokale aanpak van schoolse achterstand zoals die in Zweden gebeurt, zou eveneens succesvol zijn. Een diversiteitbeleid en een gelijke kansenbeleid hebben dus per definitie ook een lokale component. Evolutie van het aantal inwoners per gemeente (incl. oppervlakte en bevolkingsdichtheid) 1/1/24 1/1/212 Evolutie T Opp. Dichtheid (inw/km²) M V T M V T M V Abs. % (ha) 1/1/24 1/1/212 Noord-Limburg , Bocholt , Bree , Hamont-Achel , Hechtel-Eksel , Lommel , Meeuwen-Gruitrode , Neerpelt , Overpelt , Peer , Midden-Limburg , As , Diepenbeek , Genk , Hasselt , Houthalen-Helchteren , Opglabbeek , Zonhoven , Zutendaal , West-Limburg , Beringen , Halen , Ham , Herk-de-Stad , Heusden-Zolder , Leopoldsburg , Lummen , Tessenderlo , Maasland , Dilsen-Stokkem , Kinrooi , Lanaken , Maaseik , Maasmechelen , Zuid-Limburg , Alken , Bilzen , Borgloon , Gingelom , Heers , Herstappe , Hoeselt , Kortessem , Nieuwerkerken , Riemst , Sint-Truiden , Tongeren , Voeren , Wellen , LIMBURG , VLAANDEREN , BELGIE , Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg Evolutie van de huishoudens. Het aantal ongehuwden stijgt en ook het aantal echtscheidingen stijgt. Ongehuwd Gehuwd Weduwstaat Gescheiden Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 42

128 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie * gehuwd omvat eveneens wettelijk gescheiden van tafel en bed Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 43

129 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 44

130 Er vindt een evolutie plaats in de samenstelling van de huishoudens, zodat mensen in de toekomst in andere, meer diverse samenlevingsverbanden zullen wonen. De voorbije decennia nam het aantal particuliere huishoudens immers sterk toe, terwijl de huishoudensgrootte gestaag afnam. In 22 zal het aantal huishoudens gestegen zijn Huishoudens naar grootte [aantal] op Gemeente Limburg: Bree. Alleenwonend e personen personen personen personen personen of meer Totaal Bron: Rijksregister Deze trend zal zich verder doorzetten in de toekomst en heeft een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid, zowel naar omvang als naar woningtype. Meer alleenstaanden in de bevolking betekent een grotere vraag naar aangepaste woongelegenheden zoals kleinere appartementen, woonblokken of zogenaamde kangoeroewoningen. Bovendien heeft de toename van het aantal huishoudens ook een impact op het milieu (meer CO2 uitstoot, meer afval, enz) en het ruimtegebruik. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 45

131 Het aantal huishoudens stijgt, de grootte ervan daalt en de samenstelling van de huishoudens verandert. Nog meer en nog kleinere huishoudens De groei van het aantal huishoudens hangt samen met de voortgaande huishoudenverdunning ten gevolge van de daling van de vruchtbaarheid, de toename van (echt)scheiding en de vergrijzing van de bevolking. Een steeds groter aantal oudere paren en alleenstaande ouderen vormt een eigen huishouden. De daling in de gezinsgrootte is vooral het gevolg van een spectaculaire toename van de éénpersoonshuishoudens maar ook de gemiddelde omvang van de meerpersoonshuishoudens liep terug. In 22 zal één op drie huishoudens bestaan uit één persoon. Die trends hebben een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid. Meer en kleinere huishoudens betekent ook een stijging van de consumptie (per huishouden een ijskast, koffiezet ) en meer mobiliteitsproblemen, voornamelijk een lagere bezettingsgraad van personenwagens. De toename van het aantal huishoudens heeft een negatieve impact op het milieu: een stijging van de emissie van broeikasgassen, van huishoudelijk afval, van de belasting van het oppervlaktewater, en van het waterenergie- en ruimtegebruik. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 46

132 Veranderende leefvormen: Het typemodel van samenwonen met een partner én met kinderen gaat sterk achteruit. Samenwonen met een partner zonder thuiswonende kinderen komt frequenter voor. Er wordt steeds minder op basis van een huwelijk samengewoond. Niet-gehuwd samenwonen met een partner wint aan belang. Globaal woont men steeds minder met kinderen samen. Men leeft wel vaker met kinderen én nietgehuwd met een partner en men is ook iets vaker een alleenstaande ouder. Voor de kinderen betekent dit dat zij vaker opgroeien in een niet-klassiek gezin. Huishoudens naar type [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Alleenwonend Gehuwd paar zonder thuiswonend kind Gehuwd paar met thuiswonend(e) kind(eren) Niet gehuwd samenwonend paar zonder thuiswonend(e) kind(eren) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 47

133 Niet gehuwd samenwonend paar met thuiswonend(e) kind(eren) Eenoudergezin Ander type huishouden Totaal Bron: Rijksregister Limburg in cijfers naar type [%] Gemeente Limburg: Bree Alleenwonend 24,6 25,1 25, 25,2 25,5 26,2 Gehuwd paar zonder thuiswonend kind Gehuwd paar met thuiswonend(e) kind(eren) 24,4 24,7 24,4 24,5 25,3 25,1 33,7 32,5 32,1 31,2 29,9 29,1 Niet gehuwd 4, 4,5 4,5 4,6 4,2 4,5 samenwonend paar zonder thuiswonend(e) kind(eren) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 48

134 Niet gehuwd 3,1 3,4 4,1 4,4 4,8 5,2 samenwonend paar met thuiswonend(e) kind(eren) Eenoudergezin 8,3 7,8 7,7 7,9 7,8 7,6 Ander huishouden type Bron: Rijksregister 2, 2,1 2,3 2,2 2,5 2,3 Positie in het huishouden [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Alleenwonend Gehuwd met partner - zonder thuiswonend(e) kind(eren) Gehuwd met partner - met thuiswonend(e) kind(eren) Kind bij een gehuwd paar Niet-gehuwd - samenwonend met partner - zonder thuiswonend(e) kind(eren) Niet-gehuwd - samenwonend met partner - met thuiswonend(e) kind(eren) Kind bij nietgehuwd, samenwonend paar Alleenstaande ouder Kind bij een alleenstaande ouder Inwonende andere persoon Overige persoon (in ander type huishouden) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 49

135 Lid van collectief huishouden Totaal Bron: Rijksregister Méér alleenwonenden in nabije toekomst! Alleenwonend [%], Bree Bree 27 9,7 9,5 28 1, 9,6 29 1, 9,8 Limburg 21 1,1 1, 211 1,3 1, ,7 1,4 Bron: Rijksregister De belangrijkste oorzaken van die groei zijn het ontbinden van relaties en de vergrijzing. Ten gevolge van de hoge toename van het aantal (echt)scheidingen wonen steeds meer mensen van middelbare leeftijd alleen. Doordat er steeds meerouderen zijn, zijn er ook meer alleenwonende ouderen. En dit ondanks het feit dat ten gevolge van een stijging van de levensverwachting mannen en vrouwen langer als paar door het leven gaan en dus verhoudingsgewijs minder alleen wonen dan in 199. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 5

136 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 51

137 Aantal 6-plussers in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd weduwnaar/weduwe echtgescheiden scheiding van tafel en bed totaal Aantal 6-plussers in Bree in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar 1 alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal Aantal weduwe/weduwnaars 6 - plussers in Bree naar positie in het huishouden alleenwonend niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 52

138 Aantal 35-5-jarigen in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd nietigverklaring van het huwelijk 1 1 weduwnaar/weduwe echtgescheiden beëindiging van het partnerschap 1 onbepaald 3 5 totaal Aantal 35-5-jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal Aantal gescheiden 35-5-jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar 1 alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) totaal Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 53

139 Aantal jarigen in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd echtgescheiden onbepaald 1 totaal Aantal jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) totaal Aantal jarigen in Bree ongehuwd en alleenwonend ongehuwd en alleenwonend Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning Bree scoort hoger wat alleenstaanden betreft dan het gemiddelde van de provincie maar blijft onder het Vlaams gemiddelde. Naast de demografische ontwikkelingen zijn er economische en culturele factoren die de aangroei van de groep alleenwonenden hebben gestimuleerd zoals een toename van de welvaart; de wijzigingen in het sociale zekerheidssysteem; een steeds verdergaande taakspecialisatie waardoor jongeren het ouderlijke huis moeten verlaten om een baan die bij een gespecialiseerde opleiding hoort, te krijgen; een geliberaliseerde moraal; de veranderde maatschappelijke positie van de vrouw; een verdwijnen van de discriminatie van alleenwonenden; een normatief-institutionele gelijkstelling met gehuwden; en veranderingen in de woningmarkt. De moderne, vrijwel algemeen toegankelijke verkeer- en communicatie-infrastructuur stellen meer mensen in staat om, onafhankelijk van anderen, aan hun leven inhoud trachten te geven. Nieuwe technologische ontwikkelingen zoals elektronische bewaking kunnen het zelfstandig blijven wonen van ouderen positief beïnvloeden. Twee huishoudtypes vragen extra aandacht van de overheid omwille van de minder gunstige leefsituatie nl de alleenwonende personen en de alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen. In 22 zullen er bijna 1 miljoen alleenwonende personen zijn in Vlaanderen. Meer dan de helft van de alleenwonende personen zal dan minstens 6 jaar zijn, 17% zal zelfs ouder zijn dan 8 jaar. Vlaanderen zal in 22 meer dan 1. alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen tellen. Bijna één op vijfkinderen zal bij een alleenstaande ouder, hoofdzakelijk een alleenstaande moeder, wonen. Het aantal collectief wonende vijfentachtigplussers zal tegen 22 bijna verdubbelen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 54

140 In Bree stegen de alleenstaanden. De vrouwen vormen de grootste groep met daarin vooral de vrouwen met kinderen. Het aantal alleen wonende vrouwen is van 2 tot 29 gestegen van 64 naar 84 ; verwacht wordt dat er in alleenwonende vrouwen zijn in Bree. Het aantal alleen wonende mannen is van 2 tot 29 gestegen van 494 naar 7. Dit aantal zou in 22 gestegen zijn naar 773. In zijn advies wijst de SERV op de verdere gezinsverdunning, wat in combinatie met de vergrijzing, een impact heeft op de woningmarkt. Meer specifiek zal de vraag naar aangepaste woningen voor alleenstaande ouderen, zoals aangepaste kleinere appartementen, woonblokken en zogenaamde kangoeroewoningen toenemen. Op basis van een constant aandeel van alleenwonenden en alleenstaanden wordt geschat dat er in Vlaanderen tegen 22 een extra vraag zal zijn naar ongeveer 8. woongelegenheden die aangepast zijn voor alleenstaanden. Tegen 25 kan dit geschat worden op 17. eenheden. Alleenwonende personen vormen een zeer heterogene groep. In grote lijnen kunnen drie groepen alleenwonenden worden onderscheiden. De eerste groep bestaat uit ongehuwde jongvolwassenen meer mannen dan vrouwen die na het verlaten van het ouderlijke huis enige tijd alleen wonen. Het is meestal een tijdelijke leefvorm vooraleer te gaan samenwonen met een partner. Een deel van hen heeft al een niet-gehuwde samenwoonrelatie achter de rug. De tweede groep omvat mensen van middelbare leeftijd die vaak (tijdelijk) alleen wonen nadat hun relatie is ontbonden. Er zijn meer mannen dan vrouwen omdat de kinderen na een scheiding meestal (officieel) bij de moeder blijven wonen zodat enkel de vader in het Rijksregister als een alleenwonende staat genoteerd. Bij ouderen is de belangrijkste oorzaak van het alleen wonen het overlijden van de huwelijkspartner. Het overwicht aan vrouwen heeft te maken met het feit dat mannen een kortere levensverwachting hebben en omdat mannen bovendien gemiddeld ouder zijn dan hun partner. Alleenwonende weduwen zijn dan ook een omvangrijke groep binnen de alleenwonenden. In relatieve zin zal het aantal alleenwonende ouderen en vooral het aantal alleenwonende 8-plussers het sterkst toenemen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 55

141 In 25 woont 21,6% van de Breese 6-plussers alleen. Van de leeftijdsgroep 8+ is dat 4,6%. In absolute cijfers stijgen de aantallen alleenstaanden op 5 jaar tijd van 651 naar 751, plus 1, wat gelijke tred houdt met de bevolkingsaangroei. Dit blijkt ook uit het procentpunt. Toch is er een relatief sterke daling van 3,85% in het aantal alleenstaanden in de leeftijdsgroep 8+ op 1/1/21. Dit heeft alles te maken met het ondertussen in gebruik genomen rusthuis Gerkenberg waar 86 personen gehuisvest zijn in een collectief huishouden. Mocht het rusthuis niet bestaan,dan zou het aantal alleenstaande 8+ tussen 28 en 21 gestegen zijn van 4,84 naar 47,95 %. Enige nuance blijft noodzakelijk, waarschijnlijk zouden verschillende alleenstaande 8+ verhuisd geweest zijn naar rust- en verzorgingstehuizen in omliggende gemeenten Alleenwonend (8+) [%], Bree Bree Limburg 27 37,1 37, ,2 37, ,3 36, ,4 37, ,2 37, ,8 37,4 Bron: Rijksregister Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 56

142 Dit betekent dat niet enkel het aantal alleenwonenden zal groeien maar dat terzelfder tijd de groep alleenwonenden zal verouderen. Het aantal alleenwonende oudere mannen zal het sterkst toenemen omdat de winst in levensverwachting voor hen groter is dan voor vrouwen, maar ook omdat echtgescheiden alleenwonende mannen de leeftijd van 8 zullen overschrijden. De echtgescheiden vrouwen komen uiteraard eveneens in die oudste leeftijdsgroep terecht maar vrouwen hadden altijd al, indien ze niet gescheiden waren, een grote kans om te verweduwen en alleenwonend te worden. In 22 zal het aantal alleenwonende oudere vrouwen nog steeds in ruime mate het aantal alleenwonende oudere mannen overtreffen. Het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidsmarktpositie en een hoger armoederisico hebben, en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar; zij bewonen vaak (sociale) kleinere huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Bijzonder kwetsbaar zijn de alleenwonende (oudste) ouderen als zij zorgbehoevend zijn. Zij hebben meer nood aan externe hulp en zorg dan ouderen van wie de huisgenoten intensieve mantelzorg (kunnen) verlenen. Zij hebben ook een grotere kans om te verhuizen naar een residentiële voorziening dan ouderen die met minstens één andere persoon samenwonen. Gezien de verwachte grote toename van het aantal alleenwonende oudste ouderen zal de vraag naar formele hulp, zowel van commerciële als van niet-commerciële diensten, en de vraag naar residentiële zorg toenemen. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen. Eén op vijf kinderen bij alleenstaande ouder. Vooral het aantal alleenstaande moeders groeide omdat na een (echt)scheiding de kinderen meestal (officieel) bij de moeder wonen. In de nabije toekomst zal het aantal alleenstaande ouders met thuiswonende afhankelijke kinderen, vooral moeders, dalen. Die daling zal niet het gevolg zijn van wijzigingen in het relationele gedrag relatieontbindingen zullen blijven toenemen, hoewel minder sterk dan in de voorgaande periode maar zal het gevolg zijn van een bevolkingskrimp van de 15- tot 49-jarigen en van het feit dat steeds minder mensen kinderen zullen krijgen. Eenoudergezinnen (vooral moeders) hebben vaker een lager gezinsinkomen dan tweeoudergezinnen en hebben een grotere kans om in de armoede terecht te komen. Voor velen valt een voltijdse baan moeilijk te combineren met de gezinstaken. Laagdrempelige, beschikbare en betaalbare kinderopvang en gezinsvriendelijke arbeidstijden zijn dan ook zeer belangrijk voor alleenstaande ouders. Er is een weerslag op de huisvestingsmarkt; de vraag naar goedkopere, niet noodzakelijk qua aantal kamers kleinere, woningen stijgt en omdat de huurprijzen op de private huurmarkt hoger liggen dan bij sociale huisvestingsmaatschappijen, stijgt daar de vraag naar huurwoningen. Overal in Vlaanderen krijgen de sociale huisvestingsmaatschappijen meer en meer te maken met deze gezinsvorm; éénoudergezinnen met kinderen. Alleenstaande ouders hebben een slechtere (geestelijke) gezondheid dan personen die samenwonen met kinderen en een partner. Zij lopen een groter risico op sociale deprivatie. Alleenstaande ouders lijken meer moeilijkheden te ondervinden bij de opvoeding van hun kinderen en wensen vaker opvoedingsondersteuning. Er zijn aanwijzingen dat kinderen uit éénouder- en stiefgezinnen het minder goed doen dan kinderen die bij hun beide ouders opgroeien. Onderzoeken naar effecten op korte en op lange termijn maken gewag van een lager psychisch welbevinden, een lagere graad van levenssatisfactie, meer gedragsproblemen, meer relationele problemen, slechtere schoolprestaties, minder goede beroepsloopbanen, meer gezondheidsproblemen en andere levenslopen. Kinderen uit éénoudergezinnen hebben een hoger risico op armoede dan kinderen uit een gezin met twee ouders. Zij nemen minder deel aan sociale, artistieke en sportieve activiteiten. De voorspelde wijzigingen in de huishoudsamenstelling zijn niet zonder belang voor de maatschappij. Deze gezinsverdunning zal enerzijds de behoefte aan externe ondersteuning doen toenemen en anderzijds het potentieel aan ondersteuning vanuit het eigen gezin doen afnemen (mantelzorger is vaak gezinslid). Het heeft eveneens gevolgen voor consumptiepatronen,woonvoorkeuren en woonbehoeften, sociale cohesie. Deze demografische evoluties gaan gepaard met een grotere verscheidenheid in samenleefvormen. Zo kan het fenomeen van nieuw samengestelde gezinnen een tegenovergestelde vraag en behoefte doen ontstaan, wat een marge van onzekerheid creëert ten aanzien van het beleid. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 57

143 2.2. Leeftijdsopbouw Veroudering van de bevolking is een onafwendbaar gevolg van de demografische transitie of overgang van een demografisch regime met hoge sterfte en hoge vruchtbaarheid naar een regime met lage sterfte en lage vruchtbaarheid. Dit is vooral het geval voor de West-Europese landen, waar nu al bijna 2 procent van de bevolking 65 jaar of ouder is. De levensverwachting zal blijven stijgen De bevolkingsveroudering is een mondiaal en onontkoombaar gebeuren De 2ste eeuw is de eeuw van de bevolkingsexplosie. De 21ste eeuw wordt de eeuw van de bevolkingsveroudering. Het fenomeen van bevolkingsveroudering zoals wij deze nu kennen in de Rijke landen is te verklaren door erg lage sterfte en hoge levensverwachting. Er kan tussen 2 en 25 nog een stijging worden verwacht van ruim 7 procent, van 78,5 naar 84,1 jaar (beide geslachten samen) en is bijna uitsluitend het gevolg is van een daling van de sterftecijfers na 6 jaar. In de West-Europese landen wordt voor de nakende stijging van het aantal 6-plussers voornamelijk gewezen op het feit dat de nakomelingen van de baby-boomers van de jaren vanaf 21 de pensioenleeftijd zullen bereiken. Het is onmiskenbaar dat het aantal extra geboortes uit die naoorlogse periode de volgende jaren het aantal pensioengerechtigden zullen opdrijven. Maar men moet er zich wel van bewust zijn dat het hier over een tijdelijk effect gaat: vanaf 23 zal de stijging van het aantal ouderen afzwakken. Daarenboven mag niet worden vergeten dat ook al in 195 we een relatief lage vruchtbaarheid kenden, van minder dan 3 kinderen. In zoverre de hogere levensverwachting in ons land de échte motor is van de bevolkingsveroudering en niet de lage vruchtbaarheid, kan een politiek met het oog op een hogere vruchtbaarheid geen instrument zijn tegen de bevolkingsveroudering. Dit wil helemaal niet betekenen dat het beleid geen oog moet hebben voor de erg lage vruchtbaarheid, integendeel. Onderzoek wijst uit dat vele vrouwen graag meer kinderen zouden hebben (Van Peer). Daarenboven blijkt dat een deel van het lage kindertal zou te wijten zijn aan het feit dat vrouwen op late leeftijd starten met het krijgen van kinderen. Het lage kindertal is dus ook een sociaal probleem. Voor die reden alleen al verdient het de aandacht van de overheid. De Breese bevolking kenmerkt zich ook door een toenemende vergrijzing. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 58

144 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 59

145 In de bevolkingspiramides stellen we een zelfde verloop vast met de rest van Limburg. De grootste groep situeert zich in de leeftijdscategorie 4-59 jaar. Refererend naar het vervangingscijfer ( verhouding oude actieven ( 4 59 jarigen) t.o.v.de jonge actieven ( 2 39 jarigen ), impliceert dit er onvoldoende jongere actieven zijn om de andere oudere actieven te vervangen. Uit een grondige demografische analyse van de Breese bevolking blijkt de groep 65-plussers steeds omvangrijker te worden, terwijl in verhouding de groep 2-64 jarigen licht en de groep 19 jarigen sterk blijken af te nemen. De 65-plussers, die geen eigenaar van een woning zijn, zijn een groep die, naarmate men ouder wordt, het financieel steeds moeilijker heeft door de stijging van de huurprijzen op de private huurmarkt en de groeiende behoefte aan zorg, die een steeds grotere impact krijgt op het beschikbare budget. Anderzijds is er de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Deels kan tegemoetgekomen worden aan de noden van de doelgroep door een aanbod van aangepaste woongelegenheden in de sociale huurmarkt. De vergrijzing slaat toe, langzaam maar zeker. De bevolking in Vlaanderen zal nog licht stijgen. De vergrijzing van de bevolking zal zich in Vlaanderen versterkt verder zetten; tegen 25 is 1 op 4 Vlaming ouder dan 65 jaar. Het Vlaamse gewest wordt zelfs de meest vergrijsde regio in België. Vandaag al kan voorspeld worden dat dit zal leiden tot hogere sociale zekerheidsuitgaven, tegen 25 wordt er zelfs een meerkost van 6% van het BBP voorspeld tegenover 27. De geringe instroom van jong actieve ten overstaan van de uitstroom van oudere werknemers zal al op korte termijn leiden tot krapte op de arbeidsmarkt, zeker als de werkzaamheidgraad niet stijgt. De leeftijdspiramide vertoont het typische profiel van een verouderde bevolking: een zware top en een smalle basis. Opvallend is ondanks het algemene fenomeen van ontgroening in Bree het aantal - 9 jarigen in 22 tegenover 211 zou stijgen. Verwacht wordt dat de algemene vergrijzing zich verder doorzetten (Federaal Planbureau en Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Binnen die prognose zakt op Vlaams niveau Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 6

146 het aandeel van de min-2-jarigen in de bevolking naar 2 procent tegen 25 terwijl het aandeel van de 65-plussers gestaag stijgt naar 27 procent tegen 25. De leeftijdspiramide krijgt alsmaar meer een zwaardere top. Lage vruchtbaarheidscijfers leiden ertoe dat de voet van de leeftijdspiramide smal blijft. De vergrijzing vloeit voornamelijk uit het opschuiven dan de babyboomgeneraties naar oudere leeftijden in de loop van de projectieperiode. Het volume ouderen en hun gewicht in de totale populatie neemt daardoor in sterke mate toe. Bovenop die volumewijziging gaat een bijkomend vergrijzingseffect uit van de daling van de sterftecijfers t.g.v. de stijging van de overlevingskansen en de daaruit voortvloeiende toename van de levensverwachting die in deze projecties voor de toekomst worden voorzien. M.a.w. niet enkel het volume neemt toe, ook het aantal jaren dat dit grotere volume mensen blijft leven, stijgt in de toekomst. Bovendien zal ook de diversiteit, zowel sociaal-economisch als sociaal-cultureel, binnen de groep ouderen toenemen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de aanpak van de toenemende zorgvraag en woonvoorkeuren en stelt de vraag naar de combinatie van wonen en zorg. Ouderen zullen in de toekomst vaker zelfstandig (al dan niet met een partner) wonen en zullen minder vaak worden opgenomen in een tehuis/rusthuis. Dit hangt ondermeer samen met de toenemende gezondheid en de daardoor afnemende hulpbehoevendheid van de ouderen. De ouderen van de toekomst leven ook anders dan die van vroeger: ze leven vooral anders-actief (actief ouder zijn) dankzij de verruimde mogelijkheden op het gebied van vrije tijd. Ze nemen ook vaak een rol op bij de opvang van hun kleinkinderen en/of ouders. Ondanks het dalende aandeel 85-plussers dat collectief zal wonen, zal ten gevolge van de enorme toename van alleroudsten in de bevolking het absoluut aantal 85-plussers dat op één of andere manier zal samenwonen bijna verdubbelen. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen, evenals aanpasbaar of levenslang wonen. De toenemende vergrijzing heeft een belangrijke ruimtelijke impact door enerzijds de vraag naar meer collectieve (zorg)voorzieningen die extra ruimte innemen en anderzijds door de vraag naar een uitgebreider en meer gedifferentieerd aanbod aan huisvesting voor ouderen. Aantal 65-plussers in de gemeente/totale bevolking BREE j j TOTAAL J/TOTAAL 26,42% 25,27% 23,56% 21,89% 2,87% 2,35% 2-64J/TOTAAL 62,89% 61,84% 61,73% 61,18% 61,34% 61,44% 65+/TOTAAL 1,69% 12,89% 14,71% 16,93% 17,79% 18,21% TOTAAL % 1,% 1,% 1,% 1,% 1,% 1,% Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 61

147 evolutie aandeel leeftijdscategorieën tov totale bevolking 7,% procentueel aandeel per leeftijdscategorie 6,% 5,% 4,% 3,% 2,% 1,% - 19j 2-64j 65+,% jaar De groep ouderen blijft aangroeien. Waar het aandeel personen van 6 jaar en ouder in de totale Vlaamse bevolking momenteel nog 24.5 % bedraagt, zal dit in 25 opgelopen zijn tot 34,3 %. Ouderen jaar [%] Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 2 2,4 19,1 22,2 21 2,6 19,5 22,3 22 2,7 19,6 22, , 19,9 22, ,2 2,2 22, ,4 2,5 22, ,8 2,8 23, 27 22,2 21,2 23, ,6 21,6 23, ,6 22,1 23, ,1 22,5 24, ,6 23, 24, , 23,4 24,5 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Momenteel is in Limburg 23,4 % 6-plussers, dus een iets lager aandeel dan het Vlaamse Gewest. Tegen 25 zal deze groep 35,3 % van de populatie vertegenwoordigen, waarmee de achterstand is ingehaald. Ook de groep hoogbejaarden (8 +) zal sterk toenemen: van 4,2% in 25 naar 11,4 % in 25 op Vlaams niveau. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 62

148 Naast de vergrijzing is er het fenomeen van de vergrijzing binnen de vergrijzing nl. de stijging van de aantal 8 plussers. Verwacht wordt dat het Vlaamse Gewest ook op termijn de meest vergrijsde regio blijft van het land. Kijken we naar de 8-plussers, dan evolueert het aandeel van die bejaarde leeftijdsgroep in de Vlaamse bevolking van 4 à 5 procent nu naar 11 procent tegen 25. Vooral tussen 225 en 25 accelereert die procentuele aangroei. Vlaanderen moet dan rekenen met zowat een half miljoen meer bejaarden van 8 jaar of ouder dan vandaag. Ouderen jaar [%] Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 2 2,4 2,3 3,4 21 2,5 2,5 3,6 22 2,7 2,6 3,7 23 2,9 2,8 3,9 24 3, 2,9 4, 25 3,3 3,1 4,2 26 3,5 3,3 4,4 27 3,7 3,4 4,5 28 4, 3,6 4,7 29 4,1 3,8 4,8 21 4,3 4, 5, 211 4,6 4,2 5, ,7 4,4 5,3 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 63

149 Bovendien stijgt de groep ouderen op hoge leeftijd sterk. De Vlaamse bevolking telt momenteel 5,3 % personen ouder dan 8 jaar. Tegen 25 zal het aandeel van deze groep stijgen tot 11,3 % van de totale bevolking (NIS, Bevolkingsvooruitzichten). Momenteel telt Limburg dus in verhouding tot de totale bevolking minder ouderen dan het Vlaamse Gewest. Maar hun aandeel groeit, waardoor in 25 Limburg op hetzelfde niveau als Vlaanderen zal komen. Tegen dan zal één op drie Limburgers ouder zijn dan 6 jaar. Hierdoor en mede door de toename van de groep hoogbejaarden ( vergrijzing binnen de vergrijzing, die in Bree groter is dan het Limburgs gemiddelde ) zal de vraag naar voorzieningen voor wonen en zorg voor ouderen sterk toenemen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 64

150 Het opmerkelijke is dat de omvang van de vergrijzing zodanige proporties zal aannemen in Bree en ook in Vlaanderen dat het een impact zal hebben op meerdere domeinen. Tegen 25 zal immers 1 Vlaming op 4 ouder zijn dan 65 jaar. Vooral tussen 225 en 25 versnelt de aangroei van hoogbejaarden. Vlaanderen moet tegen 25 rekening houden met een half miljoen meer bejaarden van 8 jaar of ouder dan vandaag. Vlaanderen wordt trouwens de meest vergrijsde regio in België. Het volgt tot 235 het ritme van de EU, gelukkig zwakt de vergrijzingtendens in Vlaanderen dan wat af. Samen met de vergrijzing is er de ontgroening : Inwoners per leeftijdsklassen 2-jaar [aantal] Gemeente Limburg: Bree -19 jaar 2-39 jaar 4-59 jaar 6-79 jaar jaar Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 65

151 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Vergrijzing hoeft a priori geen negatieve connotatie te krijgen. De toenemende levensverwachting is het resultaat van de vooruitgang in de geneeskunde en betere woon- en leefomstandigheden. Bij een stijgend aandeel hoogbejaarde ouderen zal de vraag naar functionele en instrumentele ondersteuning( zorg ) niettemin toenemen. Ouderen zijn niet enkel zorgvrager maar tot op de leeftijd van 75 à 8 jaar zijn ze ook vaak zorgverlener. Zij bieden ondersteuning aan kinderen, kleinkinderen, ouders/schoonouders en hebben een groot aandeel in het totaal van de informele zorg. Ook de financiële hulp gaat veelal in neerwaartse richting: van de ouders naar de kinderen en (in mindere mate) naar de kleinkinderen. Het is voor de overheid een uitdaging om die zorg in de toekomst te bestendigen in het licht van de te verwachten demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De overheid zal in de toekomst rekening moeten houden met de gevolgen van een aantal sociaal demografische ontwikkelingen. Zo kan het langer participeren aan de arbeidsmarkt, noodzakelijk in het kader van de vooropgestelde Lissabon doelstellingen, ten koste gaan van informele zorg. Tegelijk kan worden verwacht dat de vergrijzing zal resulteren in een toename van de zorgvraag vooral op hoge leeftijd, al zijn de meningen daarover verdeeld (compressie van morbiditeit op hogere leeftijd waardoor de periode van zorgbehoefte niet noodzakelijk toeneemt, mogelijks wel de intensiteit van de zorg). Ook echtscheiding op latere leeftijd en nieuwe relatievorming kunnen effecten hebben op de intergenerationele solidariteit (minder financiële hulp, minder informele ondersteuning). De uitdaging voor de overheid bestaat er in al deze ontwikkelingen met elkaar te verzoenen: jonge senioren aanzetten langer actief te blijven op de arbeidsmarkt en tegelijk voorzien in de nodige ruimte om zorg te kunnen verlenen. Het opnemen van zorg zou echter geen dwingend karakter mogen toegemeten krijgen; elke burger moet vrij kunnen kiezen. Familiale solidariteit is een keuze, geen normatieve verplichting. Waar vandaag in Vlaanderen 67 leden uit de niet-actieve leeftijdsgroepen in de bevolking staan tot 1 leden uit de (beroeps)actieve leeftijdsgroep, zal dit evolueren naar 91 tegen 25. Tegen 25 zou de meerkost voor de sociale zekerheid ten overstaan van de situatie in 27 met 6,3% van het bbp stijgen. De vergrijzing zal ongetwijfeld ook invloed hebben op woonbehoeften (aangepaste woningen) en woonvoorkeuren (stedelijk versus landelijk milieu), op vrijetijdsbesteding maar ook op mobiliteit (meer verplaatsingen buiten klassieke spitsuren, voor vrije tijd). Een verregaande vergrijzing van de bevolking zal bovendien impact hebben op de economische groei. Enerzijds zal er een ander besteding- en consumptiepatroon ontstaan en anderzijds zal de sokkel waaruit de beroepsbevolking wordt gerekruteerd steeds kleiner worden waardoor arbeidsplaatsen niet meer ingevuld geraken en met andere woorden de economische productie dreigt te vertragen. Immers de groep jongeren die zich potentieel aandient op de arbeidsmarkt wordt gaandeweg kleiner in verhouding tot de leeftijdsgroep, die de pensioenleeftijd nadert. Bevolking op beroepsactieve leeftijd jaar [%] Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 2 64,5 65, 62, ,7 65, 62, ,6 64,9 62, ,1 64,8 62,5 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 66

152 24 63,8 64,7 62, ,6 64,5 62, ,6 64,5 62, , 64,5 62, ,1 64,5 62, ,1 64,4 62, ,2 64,3 62, ,8 64,2 62, ,5 64, 61,9 Bron:FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Demografische coëfficiënten 212 Bree Bree Limburg Laag<Gem.>Hoog Vervangingscijfer 85,1 82,5 Doorstromingscoëfficiënt 8,6 79,5 Dependentiecoëfficiënt 8,3 8,7 Verouderingscoëfficiënt 117,3 11,3 Grijze druk 43,4 42,3 Groene druk 37, 38,4 Familiale zorgindex 31,7 29,2 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 67

153 Mantelzorgratio 1,4 11,2 Interne vergrijzing 19,6 18,8 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Vervangingscijfer Dit is de verhouding van de jonge actieven (2-39 jaar) t.o.v. de oudere actieven (4-59 jaar) Indicator voor: de vraag of er binnen de bevolking op actieve leeftijd voldoende jonge actieven zijn om de oudere actieven op te volgen op de arbeidsmarkt als het vervangingscijfer gelijk is aan 1 zijn er net genoeg jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen; is het vervangingscijfer kleiner dan 1 dan zijn er onvoldoende jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 68

154 Meer sociale zekerheidsuitgaven verwacht. Ook Vlaanderen moet rekenen met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt als gevolg van de veroudering van haar bevolking. De uitdaging van de vergrijzing zit niet zozeer in de betaalbaarheid van de zorg, maar vooral in de gevolgen voor de arbeidsmarkt. Ook Vlaanderen moet rekenen met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt als gevolg van de veroudering van haar bevolking. Bepalen we de doorstroming van de potentiële beroepsbevolking als de verhouding tussen potentiële instroom (15 tot 24-jarigen) en de potentiële uitstroom (55 tot 64-jarigen), dan is die ratio eind 26 voor Vlaanderen gelijk aan,99. Begin de jaren 9 was de ratio nog 1,2. Volgens de bevolkingsprognose daalt de ratio voor Vlaanderen snel tot,77 in 22, om nadien enigszins op te veren in afwijking van de voorspelde trend voor Europa als geheel. Meteen stelt zich een probleem van vervanging van arbeidskrachten indien het aantal werkende niet fors zou stijgen. Immers, de groep jongeren die zich potentieel aandient op de arbeidsmarkt wordt gaandeweg kleiner in verhouding tot de leeftijdsgroep, die de pensioenleeftijd nadert. Vooral in Vlaanderen, dat op dit vlak de meest markante daling van de ratio laat optekenen, kan dit snel uitgroeien tot een nijpend tekort op de arbeidsmarkt en stijgende vraag naar zorg. De groene druk, de grijze druk,de verouderingcoëfficiënt, de afhankelijkheidsgraad en de familiale zorgindex van Bree onderstrepen bovenstaande bezorgdheid. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 69

155 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 7

156 Draaglast en draagkracht steeds meer uit evenwicht De afhankelijkheidsratio is bepaald als de verhouding van de leeftijdsgroepen jonger dan twintig en de ouderen dan vijfenzestig tot de leeftijdsgroep daartussenin. De ratio geeft aan hoeveel (fracties van) personen in de bevolking staan tegenover één persoon op beroepsactieve leeftijd. Ze drukt daarmee a.h.w. de verhouding uit tussen potentiële draaglast en draagkracht in de bevolking. Afhankelijkheidsratio geeft de verhouding weer tussen het aantal - tot 19-jarigen én het aantal 6- plussers enerzijds, en de actieve bevolking (2- tot 59-jarigen) anderzijds. Hier krijgen we dus een vergelijking tussen de groepen die doorgaans niet deelnemen aan het beroepsactieve leven en de groep die doorgaans wel deelneemt. Hoe hoger de afhankelijkheidsratio, hoe relatief kleiner de groep die de lasten van de gemeenschap op zich moet nemen. Afhankelijkheidsratio (bevolking -19 jaar en 6+ ten opzichte van de bevolking 2-59 jaar) jaar jaar ,41 76,97 76,71 77,16 77, ,2 77,7 78,2 79,5 8,3 81,54 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 71

157 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 72

158 De afhankelijkheidsgraad geeft weer wat ook al uit andere gegevens bleek; de groep 19 jarigen neemt geleidelijk af, de groep 6 plussers neemt sneller toe waardoor de druk op de groep 2 59 jarigen van beide leeftijdsgroepen samen op de groep 2 59 jarigen geleidelijk stijgt. Het valt op dat in Bree die druk vrij constant blijft ten opzichte van de provincie en Vlaanderen. Een hogere afhankelijkheidsratio in Bree betekent normaliter een hogere financiële belasting voor de samenleving. In het publieke debat wordt daarbij voornamelijk ingezoomd op de kosten van de vergrijzing. Verouderingscoëfficiënt Dit is de verhouding van de ouderen (vanaf 6 jaar) t.o.v. de jongeren (-19 jaar). Dit cijfer geeft de mate waarin de oudere bevolking weegt op de jongeren weer. De verouderingscoëfficiënt geeft aan dat de Breese bevolking sneller veroudert dan in de rest van Vlaanderen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 73

159 Grijze druk duidt het aantal inwoners van 65 jaar of ouder per 1 inwoners van 2 t/m 64 aan. Deze geeft de verhouding weer tussen de 6-plussers en de actuele beroepsbevolking (2-59 jaar). Hoe groter de grijze druk, hoe groter de groep ouderen t.o.v. de beroepsbevolking. Het is een indicator voor de mate waarin de niet-meer-actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd. Grijze druk (bevolking 6+ ten opzichte van de bevolking 2-59 jaar) jaar Grijze druk 36,77 37,13 37,41 37,97 38,65 39,4 4,2 4,2 41,2 42,5 43,22 44,6 De Grijze Druk in Bree groeit en de verwachting is dat de groei zich steeds verder zal doorzetten aangezien de babyboomgeneratie (geboren ) nu op pensioenleeftijd komt. Op langere termijn zal de vergrijzing zorgen voor nood aan extra opvangcapaciteit voor ouderen, extra nood aan zorg, zorgwonen, en zelfs nood aan aangepaste ontwikkelingen in bijvoorbeeld het culturele aanbod of het zogeheten zilvertoerisme (de toerist op seniorenleeftijd die zijn vrije tijd actief wil invullen). Sommige wijken / buurten zijn sterk aan het verouderen; de jeugd is vertrokken, de ouders zijn ondertussen gepensioneerd en langzaam maar zeker veroudert de wijk/buurt en neemt het aantal 1- persoonhuishoudens toe vooral door overlijden van 1 van beide partners. Het aantal senioren dat zich aanmeldt bij de SHM s voor een sociale woning neemt toe wat druk op de gemeente veroorzaakt om een gemeentelijk toewijzingsreglement aan de SHM s op te leggen. De vergrijzing en daardoor de sterk stijgende behoefte aan zorg blijkt ook uit de gegevens over rechthebbenden op mantelzorg, thuiszorg en residentiële zorg. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 74

160 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 75

161 De Groene Druk geeft de verhouding weer tussen het aantal jongeren (-19 jaar) en de actuele beroepsbevolking (2-59 jaar). Het geeft een beeld van de verhouding tussen de toekomstige en de huidige beroepsbevolking. Met andere woorden: in welke mate zullen de 2 tot 59-jaren worden vervangen?. Groene druk (bevolking -19 jaar ten opzichte van de bevolking 2-59 jaar) jaar jaar Groene druk 4,63 39,84 39,3 39,19 38,86 38, , ,46 37,12 36,94 Ondanks de groeiende groep 5-jarigen blijft in Bree de Groene Druk dalen. Dit betekent op termijn een tekort aan arbeidskrachten zeker voor gemeenten zoals Bree die economische groeipolen willen zijn in de regio. Dat tekort zal zich enerzijds vertalen in dalende werkloosheidscijfers maar ook in een krimpend aantal arbeidskrachten. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 76

162 Ontgroening (relatieve afname van jongeren in de samenleving ( door dalend geboortecijfer en/ of emigratie ) Het aantal geboorten in het Vlaamse Gewest en in Bree neemt sinds 23 opnieuw toe. Aantal geboorten Dat betekent nog niet dat het demografische regime fundamenteel van karakter verandert. Het hoge aantal geboorten is te verklaren door een onverwacht sterke inhaalbeweging bij vrouwen in het segment van 28 tot 4 jaar in combinatie met het niet verder dalen van de geboortecijfers in het segment van de 24- tot 27-jarigen. Er is een gemiddelde van ongeveer 1,75 kinderen per vrouw op Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 77

163 vruchtbare leeftijd (dus onder het vervangingsniveau van 2,1 kinderen). Hiermee is vermoedelijk het minimumpeil voor Vlaanderen aangeven. De tijdelijke schommelingen in de geboortecijfers veroorzaken op korte termijn wel mogelijke capaciteitsproblemen op het gebied van kinderopvang. En ook in het onderwijssysteem zal men de doorstroming van deze geboortegolven voelen. Maar het zal niet door meer geboortes zijn dat het probleem van de vergrijzing zal worden opgelost. Dé motor van de vergrijzing is vooral de daling van de sterftecijfers, ook en gelukkig van vermijdbare sterfte. Dit wil helemaal niet zeggen dat men geen oog moet hebben voor de erg lage vruchtbaarheid, integendeel. Veel vrouwen zouden graag meer kinderen hebben; er is met andere woorden een onvervulde kinderwens en dit vergt vanuit welzijnsaspect aandacht. Jongeren -24 jaar [%] Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 2 3,7 3,6 29,1 21 3,4 3,4 29, 22 29,9 3, 28, ,7 29,6 28, ,4 29,2 28, ,1 28,8 28, ,6 28,5 28, ,2 28,1 28, 28 27,6 27,9 27, ,5 27,7 27, ,2 27,5 27, ,1 27,4 27, ,9 27,3 27,8 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Familiale zorgindex: het aantal 8-plussers ten opzichte van de bevolking van 5- tot 59-jarigen. Dit is een aanduiding van hoeveel hoogbejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen. Een lage familiale zorgindex houdt in theorie de belofte in dat de huishoudens (financieel) de zorgen voor oudere familieleden kunnen dragen. In de praktijk houdt deze belofte uiteraard niet zomaar stand. Een lage familiale zorgindex kan anderzijds ook wijzen op het ontbreken van rusthuizen in de gemeente of op een grote aanwezigheid van vijftigers. Vooral dat laatste speelt in kustgemeenten geen onbelangrijke rol. Concreet geeft het cijfer aan hoeveel 8-plussers er zijn per 1 inwoners van 5 tot 59 jaar Familiale zorgindex (bevolking 8+ ten opzichte van de bevolking 5-59 jaar) jaar ,94 23,12 23,69 25,41 26,12 26,4 28,1 28,6 29,8 3,5 31,4 32,32 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 78

164 Bree heeft een relatief hoge familiale zorgindex. Deze is hoger dan in het arrondissement. Een lage index kan wijzen op een hoog aantal 5-plussers zodat de zorg van de 8-plussersgewaarborgd is. Ook dit bleek al uit eerdere tabellen; de groep 5 59 jarigen blijft qua aantal redelijk constant terwijl de groep 6-plussers stijgt waardoor de zorgindex stijgt. Ondanks de instroom, de bevolkingsaangroei die ook redelijk veel 5 59 jarigen omvat, blijft de zorgindex relatief hoog, zeker ten opzichte van de provincie Limburg en Vlaanderen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 79

165 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 8

166 Interne vergrijzing: het aantal 8-plussers in verhouding tot het totaal aantal 6-plussers. De interne vergrijzing geeft weer hoeveel hoogbejaarden er zijn binnen de totale groep van de senioren. Een lage interne vergrijzing zal een indicatie zijn voor een potentieel stevig sociaal weefsel, een hoge interne vergrijzing kan anderzijds betekenen dat de sociale voorzieningen in de gemeente goed zijn uitgebouwd. Door de migratie naar Bree van vooral medioren zal de vergrijzing in Bree harder toeslaan dan elders; de interne vergrijzingsratio, verhouding aantal 8+ ten opzichte van het aantal 6+ was in 2 nog In 212 is dit gestegen naar 19.53, bijna een verdubbeling. Het zorgaanbod is niet klaar om die evolutie op te vangen. Bree telt een snel toenemend aantal hoogbejaarden. De interne vergrijzing is hoog en de groep van de hoogbejaarden (8+) zal door de immigraties nog sneller toenemen dan nu het geval is. De groep hoogbejaarden is een groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 8 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio s waar een grote aangroei van 8-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. Dit geldt zowel op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, als op het vlak van zorg, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het ondersteunen van mantelzorg en de mantelzorgondersteunende initiatieven zoals dagcentra, kortopvang, nachtopvang, bejaardenoppas Interne vergrijzing (bevolking 8+ ten opzichte van 6 +) Interne vergrijzing 13,2 13,61 14,31 15,59 16,18 16,6 17,8 18,3 18,7 19,26 19,53 19,58 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 81

167 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 82

168 De vergrijzing zal zich niet dubbel, maar driedubbel manifesteren; steeds meer mensen worden oud, de ouderen worden steeds ouder (dubbele of interne vergrijzing), de inwijkelingen zijn vooral ouderen of mensen die in Bree oud willen worden. Dit heeft uiteraard ook zijn weerslag op de instroom oftewel de groene index. Ondanks het feit dat Bree een zeer hoog tewerkstellingspercentage kent, meer arbeidsplaatsen op haar grondgebied aanbiedt dan het zelf aan actieve bevolking huisvest, zullen er op langere termijn steeds meer pendelaars nodig zijn om de arbeidsplaatsen in Bree op te vullen. Tenslotte zet de verdunning in het aantal personen per huishouden zich ook sneller door dan in de rest van de provincie en in het Vlaams Gewest. Door die tendensen ontstaan bijzondere, kwetsbare groepen. Groepen die extra aandacht vragen, die nood hebben aan andere leef- en woonvormen, die in andere omgevingen willen wonen. De vergrijzing binnen de vergrijzing of de interne vergrijzing is geen problematiek die opgelost wordt door alleen meer rusthuizen te bouwen, aangezien maar een kleine groep ouderen er gaat wonen. Op Vlaams niveau gaat het om 4,4% van de 6-plussers. Bij de 85 tot 9-jarigen loopt dit op tot 23%. De meeste ouderen blijven liefst zo lang mogelijk thuis in de eigen vertrouwde omgeving. Vooral in de meer landelijke woonkernen zoals Tongerlo, Opitter en Beek zullen de interne vergrijzing en de gevolgen hiervan zich sterk laten voelen. Hier vinden we meestal de slechtst aangepaste woningen en de minste basisvoorzieningen op het vlak van mobiliteit. Er is weinig openbaar vervoer en oudere weduwen hebben vaak geen rijbewijs. De uitbouw van de professionele thuiszorgmogelijkheden is dus een grote prioriteit. Hieraan gekoppeld zal de nood aan bijkomende ondersteuning groeien. Met name het aanbieden van technische ondersteuning in de aanpassing van woningen zal opgevoerd moeten worden. Veel woningen beantwoorden immers niet aan de kwaliteitseisen die anno 29 gesteld worden aan woningen en zijn al helemaal niet aangepast aan ouderen en/of hulpbehoevende personen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 83

169 2.3. Belgen versus niet-belgen Het aantal vreemdelingen per 1. inwoners groeide van van 42,5 naar 61,9 in Bree (+45,6%). In de cluster is dat aantal van 27,3 tot 37,6 gegroeid (+37,7%) en voor het Vlaams gewest van 49,2 tot 67,9 (+38%). In 1997 was het aandeel van de niet-belgische inwoners met 474 inwoners van de inwoners 3,4% van de Breese bevolking. De Nederlanders waren met 287 (6% van de niet-belgen), vervolgens waren er 54 Marokkaanse, 35 Turkse, 24 Italiaanse en 21 Duitse inwoners in Bree. Op 1 januari 213 telde de bevolking van Bree inwoners waarvan met een Belgische nationaliteit en 1.19 (6,6%) met een niet-belgische nationaliteit. Bij de Belgen telde Bree 7.17 mannelijke inwoners en vrouwelijke inwoners. Bij de niet-belgen telde Bree op 1/1/ mannen en 493 vrouwen. Nederlanders zijn de grootste groep van niet-belgische inwoners met 673 Nederlandse inwoners in Bree (66% van de niet-belgen), gevolgd door Polen: 15, Marokkanen: 24, Turken: 18, Duitsers: 18 en 18 Bulgaren. Uit de lokale Inburgerings- en integratiemonitor editie 212 (Studiedienst van de Vlaamse regering / Agentschap voor Binnenlands Bestuur) blijkt het volgende. Vreemdelingen: aantal en aandeel personen met een niet-belgische nationaliteit in 211: Voor Bree bedroeg dit aandeel 6,2% van het totaal aantal inwoners. Voor VRIND. kleinstedelijke provinciaal (*) bedroeg dit aandeel 7%. Voor het Vlaams Gewest was dit aandeel 6,8% van de bevolking. 4,3% van de bevolking in Bree waren Nederlanders,,3% Polen,,2% Marokkanen,,1% Duitsers,,1% Italianen en,1% inwoners met de nationaliteit van de Verenigde Staten van Amerika. Voor VRIND. kleinstedelijk provinciaal was het % t.o.v. het totaal aantal inwoners uit: Nederland: 3,5% Italië:,6% Frankrijk:,4% Turkije:,3% Marokko:,2% Voor het Vlaams gewest in 211 uit: Nederland: 1,9% Marokko:,4% Italië:,4% Polen:,3% Frankrijk:,3% (*) De VRIND-indeling van gemeenten is gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie. Bree behoort tot de groep van 25 kleinstedelijke provinciale gemeenten. Vaststellingen: De bevolkingsgroei sinds 22 en de prognose ervan tot 22 ligt in Bree boven het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en boven het gemiddelde van het Vlaams gewest. Voor de toename in het aantal huishoudens is de trend identiek. Het aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd ligt in Bree hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en boven het gemiddelde van het Vlaams gewest. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 84

170 Zowel voor aantal alleenwonende mannen als alleenwonende vrouwen kende Bree een significante hogere groei dan de cluster van vergelijkbare gemeenten en het Vlaams gewest en dezelfde trend zet zich, wel in mindere mate, door in de projecties tot 22. De groep van 6-plussrs en de groei ervan in de totale bevolkingsgroep, sinds 1997, vertegenwoordigt in Bree een vergelijkbaar aandeel en trend dan op Limburgs provinciaal niveau. Het aandeel van het aantal vreemdelingen per 1. inwoners groeide relatief gezien sterker in Bree, vergeleken met het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten. Vergeleken met het Vlaams gemiddelde scoort Bree evenwaardig. Uit de recentste bevolkingsgegevens blijkt dat de Nederlanders 66% van de niet-belgische inwoners in Bree vertegenwoordigen. De Polen volgen met 1,3%. De Marokkanen vertegenwoordigen 2,6%, Turken en al de andere in Bree wonende niet-belgen vormen per nationaliteit fracties van 1,8% en minder, tov. het totaal aantal niet-belgen woonachtig én gedomicilieerd in Bree.. Bronnen: _cijfers_bevolking_21_-_212.jsp 2.4. Veiligheid en mobiliteit Het aantal geregistreerde diefstallen en afpersingen per 1. inwoners bedroeg in Bree 22,1 in 21 en 22,5 in 211. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 18,3 in 21 en 15,6 in 211. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 37,7 in 21 en 32,7 in 211. Het aantal geregistreerde misdrijven tegen de lichamelijke integriteit per 1. inwoners bedroeg in Bree 3,1 in 21 en 4,5 in 211. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 2,7 in 21 en 3,5 in 211. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 5, in 21 en 6,8 in 211. Het aantal geregistreerde gewelddadige misdrijven tegen eigendom per 1. inwoners bedroeg in Bree 1, in 21 en 8,8 in 211. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 6, in 21 en 6,4 in 211. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 9,3 in 21 en 1,1 in 211. Bron: Het aantal verkeersongevallen nam in Bree toe van 55 in 23 tot 73 in 211 (+32,7%). Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was deze toename van 975 in 23 tot 1.58 in 211 (+8,5%). Voor het Vlaams gewest daalde dit aantal van in 23 tot in 211 (-7%). Het aantal verkeersongevallen met de fiets daalde in Bree toe van 22 in 23 tot 2 in 211 (-9,1%). Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was er een toename van 222 in 23 tot 261 in 211 (+17,6%). Voor het Vlaams gewest steeg dit aantal van 7.52 in 23 tot in 211 (+9,7%). Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 85

171 Aantal verkeersongevallen met fietsers Bron: ADSEI Leeswijzer : ongevallen met fietsers Bree Aantal verkeersongevallen met fietsers Groei (25=1) 1, 54,5 14,5 14,9 14,5 118,2 9,9 BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) Aantal verkeersongevallen met fietsers Groei (25=1) 1, 95, 127,5 11,4 115,3 118,9 117,6 Vlaams Gewest Aantal verkeersongevallen met fietsers Groei (25=1) 1, 98,8 11,2 12,6 1,1 96,7 19,7 Evolutie ongevallen met fietsers (25=1) 16, 14, 12, 1, 8, 6, Gemeente Belfius-indeling Vlaams Gewest 4, 2,, Bron: Bree telde 456 personenwagens per 1 inwoners in 2. In 211 waren dat er 522. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten waren dit er 464 in 2 en 515 in 211. Voor het Vlaams gewest waren dit 465 personenwagens per 1. inwoners in 2 en 511 in 211. De procentuele stijging is iets hoger in Bree, maar vergelijkbaar met die van de cluster en met die van het Vlaams gewest. Bronnen: cules_211.jsp De pendelbewegingen zijn belangrijk naar verkeersinfrastructuur, mobiliteit en openbaar vervoer. Uit onderstaande tabel blijkt dat de uitgaande pendel, beroepsbevolking wonende maar niet werkende in Bree, licht gestegen is: van 66,5% in 27 naar 69,3 in 21. Dit is een algemene trend die ook in de omliggende gemeenten vastgesteld wordt. Hieruit kan onmiddellijk afgeleid worden dat het woon werkverkeer tussen 27 en 21 gestegen is en dus, de verkeersdrukte neemt toe. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 86

172 GEMEENTELIJKE UITGAANDE PENDEL BIJ DE LOONTREKKENDE BEROEPSBEVOLKING 27 totaal aantal loontrekkende niet-pendelaars pendel bevolking uitgaande pendel (%) aantal % Bocholt , ,2 Bree , ,5 Hamont-Achel , ,4 Kinrooi , ,3 Maaseik , ,2 Meeuwen-Gruitrode , ,3 Peer , ,4 Totaal Provincie Limburg ,7% ,3 Totaal Vlaanderen ,6% ,4 21 pendel totaal aantal loontrekkende niet-pendelaars bevolking uitgaande pendel (%) aantal % Bocholt , ,7 Bree , ,7 Hamont-Achel , ,4 Kinrooi , ,3 Maaseik , , Meeuwen-Gruitrode , ,3 Peer , ,3 Totaal Provincie Limburg , ,3 Totaal Vlaanderen , ,6 Bron: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 87

173 3. DOMEIN SOCIAAL 3.1. Welzijn en armoede Het federaal armoedebestrijdingsplan bevat een aantal belangrijkste punten (bron POD mi): De sociale bescherming van de bevolking verzekeren. Terugdringen van de kinderarmoede. De toegang tot werk versterken door sociale en professionele activering. Strijden tegen dakloosheid en slechte huisvesting Het recht op gezondheid waarborgen. Overheidsdiensten die voor iedereen toegankelijk zijn. Interfederale armoedebarometer Uit de voorstelling van de meest recente interfederale armoedebarometer blijkt volgend algemene onrustbarende tendens (persbericht dd 2 mei bron POD-mi) : Het aantal uitkeringsgerechtigden van de OCMW s neemt toe, vooral in gemeenten met een laag inkomen. Het lokaal sociaal beleid Het lokaal sociaal beleid is op Vlaams niveau richtinggevend en bepalend. Een omzendbrief verduidelijkt de Vlaamse beleidsdoelstellingen in het kader van lokaal sociaal beleid. Wij dienen invulling te geven aan de volgende elementen : Vermaatschappelijking van de zorg Een inclusief en integraal beleid tot bestrijding van (kinder)armoede Preventief gezondheidsbeleid Preventieve gezinsondersteuning en toegankelijke kinderopvang Kwaliteitsvolle buitenschoolse opvang Een divers en aangepast woonzorgaanbod Beleid inzake de vergrijzing van de bevolking Preventie en aanpak van problematische schuldenlast Problematiek van de dak- en thuisloosheid Samenwerking in het welzijnswerk op de eerste lijn Begin 214 wordt het decreet omtrent opvoedingsondersteuning verwacht- waarin het zgn. Huis van het Kind een voorname rol zal spelen. Er is nu reeds een ontwerpdecreet. Dit kan kaderen binnen lokaal sociaal beleid Inkomen en aangiften Het gemiddeld inkomen per inwoner was in Bree in 25 en in 21. Het gemiddeld inkomen per inwoner was in de cluster van vergelijkbare gemeenten in 25 en in 21. Voor het Vlaams gewest was het gemiddeld inkomen per inwoner in 25 en in 21. Het gemiddeld inkomen per aangifte was in Bree in 25 en in 21. Het gemiddeld inkomen per aangifte was in de cluster van vergelijkbare gemeenten in 25 en in 21. Voor het Vlaams gewest was het gemiddeld inkomen per aangifte in 25 en in 21. Aangiften kleiner dan 1. : Voor Bree was dit 19,4% in 25 en 13,6% in 21. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 18,5% in 25 en 14,2% in 21. Voor het Vlaams gewest was dit 19,1% in 25 en 15,1% in 21. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 88

174 Gemiddeld netto fiscaal inkomen per inwoner per gemeente Absoluut in Welvaartsindex Vlaanderen=1 Groei-% Noord-Limburg ,9 9,7 27, Bocholt ,6 86,2 28,5 Bree ,3 94,5 28,9 Hamont-Achel ,7 85,4 25,5 Hechtel-Eksel ,8 91,7 3,1 Lommel ,7 91,5 25,6 Meeuwen-Gruitrode ,8 89,9 29, Neerpelt ,4 91,3 24,4 Overpelt ,8 91,7 24,3 Peer ,7 92,1 29,2 Midden-Limburg ,6 94,5 21,7 As ,1 94,8 22,7 Diepenbeek ,2 1, 21,7 Genk ,9 84, 2,4 Hasselt ,9 15,8 2,7 Houthalen-Helchteren , 84,4 22,2 Opglabbeek ,3 91,1 21,4 Zonhoven ,6 97,5 24,2 Zutendaal ,3 98,9 26,4 West-Limburg ,5 92,6 23,3 Beringen ,8 88,6 24,2 Halen ,3 96,6 22,1 Ham ,3 94,2 2,5 Herk-de-Stad ,3 99,2 24,2 Heusden-Zolder ,2 87,9 25,5 Leopoldsburg ,3 89,5 2,6 Lummen ,5 99,9 26,1 Tessenderlo , 1,4 18,8 Maasland ,9 87,3 26,6 Dilsen-Stokkem ,6 86,6 27,5 Kinrooi ,5 85,6 3,8 Lanaken ,2 94,5 26,2 Maaseik ,1 91,9 26,9 Maasmechelen ,2 8,1 24,6 Zuid-Limburg ,8 95,6 24,1 Alken , 1,6 22,6 Bilzen , 92,7 22,7 Borgloon ,3 95,6 21, Gingelom ,7 96,8 23,2 Heers ,2 92, 24,1 Herstappe ,9 16, 32, Hoeselt ,4 95,1 24, Kortessem ,8 99,8 28,3 Nieuwerkerken ,4 94,6 23,4 Riemst ,8 91,9 26, Sint-Truiden ,4 97,4 21,9 Tongeren ,6 96,5 25,6 Voeren ,8 9,4 43,1 Wellen ,2 95,9 26,7 LIMBURG , 92,7 24,1 VLAANDEREN , 1, 23,1 BELGIE ,8 94, 23,3 Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek, Financiële statistieken Verwerking : ERSV-Limburg Bron: que_fiscale_des_revenus.jsp Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 89

175 Kansarmoede Het procent geboorten in kansarme gezinnen is de kansarmoede-index. Voor Bree bedroeg die 5,7% in 21 tov. 3,9% in 211. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten bedroeg de kansarmoede-index 3, in 21 en 4,7 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit 6,% in 21 en 9,7% in 211. Kinderarmoede Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 9

176 Naast de klassieke sociale uitkeringen (pensioenen, werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en kinderbijslag), probeert de overheid via de sociale bijstandsuitkeringen de inkomenssituatie van de minst gegoede groepen te verbeteren. Het gaat in eerste instantie om het leefloon dat men ontvangt in het kader van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) en het equivalent leefloon in het kader van het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH). Het RMH is er voor mensen die niet in aanmerking komen voor het RMI omdat ze niet voldoen aan bepaalde voorwaarden betreffende leeftijd, nationaliteit en arbeidsbereidheid. In de praktijk gaat het vooral om kandidaat-vluchtelingen en vreemdelingen met een verblijfsvergunning die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister. Het OCMW staat in voor het toekennen van een aantal financiële tussenkomsten wanneer na inkomensonderzoek blijkt dat de burger zelf over geen of onvoldoende financiële middelen beschikt. Een aantal van deze tussenkomsten zijn bij wet vastgelegd: leefloon, stookoliepremie en installatiepremie. Het aantal leefloners in Bree bleef in 211 in vergelijking met 21 stabiel op 44. Het aantal leefloners steeg in 21 en 211 van 44 naar 52 in 212 waarbij de leeftijdsgroep tot 35 jaar (inclusief de jongeren onder de 25 jaar ) vooral stijgt in vergelijking met het verleden. Alleenstaanden en vooral alleenstaande vrouwen met kinderen blijven ook in 212 de meeste kwetsbare groep. Naast het (equivalent) leefloon kan het RMI en het RMH ook ingevuld worden via een tewerkstellingsmaatregel met tussenkomst van het OCMW. Het aantal leefloontrekkers ligt bij vrouwen iets hoger dan bij mannen. Het aantal jarigen met een leefloon ligt niet veel lager dan het aantal leefloontrekkers bij de 45- tot 64-jarigen, ondanks het grote verschil in omvang van de 2 leeftijdsgroepen. Naar huishoudtype valt het grote aantal Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 91

177 alleenstaande leefloontrekkers op. Dat is ook het geval bij het equivalent leefloontrekkers. De cijfers bevestigen ten slotte dat het equivalent leefloon vooral toegekend wordt aan niet-eu-burgers. Slechts een beperkt aantal 65-plussers ontvangt een leefloon omdat zij aparte regelingen kennen: het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB) dat sinds 22 geleidelijk vervangen wordt door de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Het GIB daalde van 21 tot 21 van 15 naar 11. Meestal gaat het om een toeslag bovenop het pensioen,zodat men een bedrag bekomt dat vergelijkbaar is met het leefloon. Het wordt toegekend aan personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt maar die door omstandigheden geen of geen voldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Het aantal IGO - gerechtigden steeg van 22 tot 21 van 74 naar 129 ( ten gevolge van de vergrijzing ). Het aantal IGO gerechtigden t.o.v. 65+ steeg in 22 tot 21 van 3.4 naar 4.8. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 92

178 Personen met een handicap kunnen een beroep doen op een Inkomensvervangende Tegemoetkoming (IVT) indien zij geen arbeid kunnen verrichten, en/of een Integratietegemoetkoming (IT) indien zij bijkomende kosten te dragen hebben vanwege een vermindering van hun zelfredzaamheid. Het aantal personen met een IVT en/of IT neemt de laatste jaren toe. Factoren die hierin mogelijk een rol spelen zijn de vergrijzing van de bevolking, een betere bekendheid van het stelsel en een snellere behandeling van de aanvragen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 93

179 Vanaf de leeftijd van 65 jaar kan een persoon met een handicap een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden krijgen. Deze tegemoetkoming vervangt de integratietegemoetkoming. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 94

180 Ouderen (65-...) met een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden [%], Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 21 9,9 11,8 8, , 12,1 9, ,7 12, 8,9 Bron: FOD Sociale Zekerheid - DG Personen met een handicap Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 95

181 Individuen die recht op voorkeurtarief in de ziekteverzekering opnemen [%] Bree Bree Limburg Vlaams Gewest 28 13,8 13,3 12, ,5 12,6 11, ,2 12,7 12, , 13,3 12, ,3 13,9 13,1 Bron: Studiedienst Vlaamse Regering op lokalestatistieken.vlaanderen.be In Bree steeg het aantal rechthebbenden van 28 tot 212 met 3 % ( 1452 ). Het aantal gerechtigden mantel- en thuiszorg steeg van 178 naar 39 in de periode van 23 tot 211. Limburg in cijfers [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Voorkeurtarief - mannen Voorkeurtarief - vrouwen Totaal Bree Bron: Studiedienst Vlaamse Regering op lokalestatistieken.vlaanderen.be Zorgen voor een aanvaardbaar inkomen betekent echter meer dan het toekennen van leefloon en andere financiële tussenkomsten. Complexiteit in administratie, veelheid van wetten en regels, overkreditering en consumptiedruk kunnen bij personen, zelfs met een vast inkomen, ernstige Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 96

182 financiële en budgetteringsmoeilijkheden doen ontstaan. Het OCMW helpt deze personen op maat bij het beheer van hun inkomen en sanering van hun schuldenlast. Naargelang de situatie is rechtshulp, budgetbeheer, budgetbegeleiding of collectieve schuldenregeling aangewezen. Betalingsproblemen en schuldoverlast vormen vaak een belangrijk probleem voor mensen met een laag inkomen. Sinds 1999 bestaat de juridische procedure van collectieve schuldenregeling. Deze procedure werd in het leven geroepen om mensen die hun schulden niet meer de baas kunnen, de kans te geven om in de mate van het mogelijke hun schulden te betalen en tegelijk een menswaardig leven te leiden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 97

183 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 98

184 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 99

185 3.2. Seniorenhuisvesting Het aantal erkende serviceflats en het aantal erkende plaatsen in woonzorgcentra per plussers: In 23 had Bree geen erkende serviceflats. Vanaf 28 waren dat er 5 en in 212 waren dat er 21. Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van 72 in 22 tot 161 in 212. Het aantal 65-plussers was voor Bree in 22 en in 212. Het aantal plaatsen per plussers was 33,5 in 22 en 65,2 in 212. In 23 had de cluster van vergelijkbare gemeenten 368 erkende serviceflats. In 212 waren dat er 6. Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van in 22 tot 2.79 in 212. Het aantal 65-plussers was voor de cluster in 22 en 48.9 in 212. Het aantal plaatsen per plussers was 59,4 in 22 en 68,8 in 212. In 23 had het Vlaams gewest erkende serviceflats. In 212 waren dat er Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van in 22 tot in 212. Het aantal 65-plussers was voor het Vlaams gewest in 22 en in 212. Het aantal plaatsen per plussers was 68,2 in 22 en 7, in 212. Wat de centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra betreft heeft Bree enkel een aanbod met 5 erkende plaatsen in dagverzorging. Het aantal gerechtigden mantel- en thuiszorg per plussers was voor Bree 79, in 23 en 142,9 in 211. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 68,5 in 23 en 17, in 211. Voor het Vlaams gewest was dit 59, in 23 en 92,3 in 211. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 1

186 Door de realisatie van het woon en zorgcentrum Gerkenberg in 26 dat 86 woongelegenheden biedt waarvan 58 erkend als RVT en 28 erkend als ROB bed, wordt er een voorlopig antwoord geboden op de toenemende vergrijzing. Door in het RIZIV-budget méér middelen te voorzien voor residentiële bejaardenzorg, zal het aantal erkende RVT- bedden stapsgewijs toenemen wat de financiële middelen van het woon en zorgcentrum ten goede zal komen. Tevens is er mogelijkheid voor dagopvang voor 1 personen waarvan 5 erkende plaatsen. Het huidig aantal service - flats bedraagt 23 plaatsen. Residentie Boneput biedt plaats voor 75 bewoners in definitief verblijf en 3 bewoners in kortverblijf. Uit de interpretatie van de demografische coëfficiënten blijkt : - De Grijze Druk in Bree groeit en de verwachting is dat de groei zich steeds verder zal doorzetten aangezien de babyboomgeneratie (geboren ) nu op pensioenleeftijd komt. Op langere termijn zal de vergrijzing zorgen voor nood aan extra opvangcapaciteit voor ouderen, extra nood aan zorg, zorgwonen, en zelfs nood aan aangepaste ontwikkelingen in bijvoorbeeld het culturele aanbod Sommige wijken / buurten zijn sterk aan het verouderen; de jeugd is vertrokken, de ouders zijn ondertussen gepensioneerd en langzaam maar zeker veroudert de wijk/buurt en neemt het aantal 1- persoonhuishoudens toe vooral door overlijden van 1 van beide partners. - De verouderingscoëfficiënt geeft aan dat de Breese bevolking sneller veroudert dan in de rest van Vlaanderen. - Bree telt een snel toenemend aantal hoogbejaarden. Stijgende interne vergrijzing en er is een stijging in de afhankelijkheidsratio terwijl er een gebrek is aan samenwerkingsverbanden met omliggende gemeenten wat betreft zorgaanbod en hulp. - Door de migratie naar Bree van vooral medioren zal de vergrijzing in Bree harder toeslaan dan elders. Het opmerkelijke is dat de omvang van de vergrijzing zodanige proporties zal aannemen in Bree en ook in Vlaanderen dat het een impact zal hebben op meerdere domeinen (wonen, tewerkstelling ) -De toenemende vergrijzing heeft een belangrijke ruimtelijke impact door enerzijds de vraag naar meer collectieve (zorg)voorzieningen die extra ruimte innemen en anderzijds door de vraag naar een uitgebreider en meer gedifferentieerd aanbod aan huisvesting voor ouderen. -Het aantal senioren dat zich aanmeldt bij de SHM s voor een sociale woning neemt toe wat druk op de gemeente veroorzaakt om een gemeentelijk toewijzingsreglement aan de SHM s op te leggen. De vergrijzing en daardoor de sterk stijgende behoefte aan zorg blijkt ook uit de gegevens over rechthebbenden op mantelzorg, thuiszorg en residentiële zorg. - De interne vergrijzingsratio, verhouding, aantal 8+ ten opzichte van het aantal 6+, was in 2 nog In 212 is dit gestegen naar 19.53, bijna een verdubbeling. Het zorgaanbod is niet klaar om die evolutie op te vangen. De interne vergrijzing is hoog en de groep van de hoogbejaarden (8+) zal door de immigraties nog sneller toenemen dan nu het geval is. De groep hoogbejaarden is een groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 8 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio s waar een grote aangroei van 8-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. Dit geldt zowel op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, als op het vlak van zorg, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het ondersteunen van mantelzorg en de mantelzorgondersteunende initiatieven zoals dagcentra, kortopvang, nachtopvang, bejaardenoppas - Vooral in de meer landelijke woonkernen zoals Tongerlo, Opitter en Beek zullen de interne vergrijzing en de gevolgen hiervan zich sterk laten voelen. Hier vinden we meestal de slechtst aangepaste woningen en de minste basisvoorzieningen op het vlak van mobiliteit. Er is weinig openbaar vervoer en oudere weduwen hebben vaak geen rijbewijs. De uitbouw van de professionele thuiszorgmogelijkheden is dus een aandachtspunt. Hieraan gekoppeld zal de nood aan bijkomende ondersteuning groeien. Met name het aanbieden van technische ondersteuning in de aanpassing van woningen zal opgevoerd moeten worden. Veel woningen beantwoorden immers niet aan de kwaliteitseisen die anno 29 gesteld worden aan woningen en zijn al helemaal niet aangepast aan ouderen en/of hulpbehoevende personen. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg onderzocht de toekomstige behoefte aan residentiële ouderenzorg in België: projecties (Publication - KCE Reports 167A - Health Services Research (HSR) 211 ). Zijn er alternatieven om de toegenomen vraag naar residentiële Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 11

187 zorg op te vangen? Een voor de hand liggende maatregel zou een toename van het aanbod van thuiszorg zijn. Een suggestieve bevinding is dat, als thuiszorg met 5 procent zou worden uitgebreid (bovenop de stijging die nodig is om de vergrijzing van de populatie bij te benen ) dan zal er nog nood zijn aan extra residentiële bedden. De verwachte vergrijzing van de bevolking zal niet alleen het gebruik van residentiële zorg doen toenemen, maar zal ook aanzienlijke toenemende druk veroorzaken op de vraag naar thuiszorg. Aan beide uitdagingen zal moeilijk het hoofd geboden kunnen worden, zelfs zonder de bijkomende druk afkomstig vanwege de beleidswens patiënten langer thuis te laten blijven. Op een gelijkaardige manier zou kunnen geargumenteerd worden dat de huidige residentiële bevolking die nauwelijks functionele beperkingen heeft een buffervoorraad van residentiële capaciteit vormt die in de toekomst beschikbaar zou kunnen worden gesteld voor patiënten die zeer sterk afhankelijk zijn. Ook dit kan alleen worden bereikt indien geschikte woonverblijven voor deze ouderen kunnen worden aangeboden, ofwel thuis, ofwel in andere semi-residentiële faciliteiten (service flats, assistentiewoningen) Personen met een beperking Open Kans Open Kans maakt deel uit van dienstencentrum Ter Engelen met hoofdzetel in Maaseik en is opgestart in 1983 door Breese vrijwilligers. Open Kans is geen stedelijk initiatief maar voor Bree een belangrijke actor op vlak van zorg voor personen met een beperking en kan hierbij op substantiële ondersteuning rekenen vanwege het stadsbestuur. Unit Open Kans biedt zorg en begeleiding aan volwassenen met een verstandelijke beperking in Bree. Typisch voor deze unit is de sterke verankering in de regio. Open kans ging in 1983 van start als een initiatief van plaatselijke vrijwilligers. Na enkele jaren zocht men aansluiting bij Ter Engelen. Open Kans omvat 6 tehuizen en een dagcentrum. In 23 ging men van start met een winkel (OKee) in het centrum van Bree. Het pand wordt gehuurd door de stad en als dagcentrum en als winkelruimte gebruikt door de gasten. Open Kans biedt eveneens ambulante ondersteuning aan personen met een beperking. Ook Open Kans werkt samen met zorgboerderij De Taemhoeve. In het dagcentrum is er een aanbod voor mannen en vrouwen met een verstandelijke beperking, vanaf de leeftijd van 18 jaar, die niet in aanmerking komen om te werken in een officieel erkende beschutte werkplaats en die nood hebben aan een zinvolle dagbesteding. In totaal begeleidt deze voorziening meer dan 6 'gasten'. Via een aanbod op maat tracht deze werk te maken van emancipatie, inclusie en volwaardige participatie aan de lokale samenleving De Oase en de Horizon : een bescheiden antwoord op de vergrijzing De Oase (nursinggroep ) en De Horizon ( structuurgroep ) zijn 2 leefgroepen die gevestigd zijn op de welzijnscampus te Gerkenberg. In deze leefgroepen worden de gasten met de grootste zorgbehoefte worden opgevangen. Het gaat hierbij om gasten die momenteel in leefgroepen in Maaseik of Bree verblijven. Dit betekent - jammer genoeg - niet dat extra personen met een beperking kunnen opgenomen worden. Er wordt gestreefd naar een aangename woonomgeving met de nodige aandacht voor medische en paramedische begeleiding en verzorging. Daarnaast wordt voor de bewoners een dagaanbod uitgewerkt dat genieten en aangepaste activiteit weet te combineren. Open Kans vindt het belangrijk om op autonome wijze haar kernopdrachten te kunnen vervullen. Op die manier tracht deze voorziening haar rol waar te maken in de zorg voor personen met een beperking uit Bree en de andere gemeentes van de zorgregio. Ongetwijfeld is ook Stad Bree gebaat bij een initiatiefnemer die een gepast aanbod kan brengen voor deze doelgroep. Op die manier ziet ze haar centrumfunctie binnen de zorgregio voor een stuk behartigd. De lokale overheid kan voor een dergelijke initiatiefnemer belangrijke 'flankerende' bijdrages leveren. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 12

188 De aanwezigheid en complementariteit van een bejaardenvoorziening en een voorziening voor personen met een beperking op éénzelfde campus illustreert het belang van een meer inclusieve aanpak waarbij de muren tussen sectoren in de welzijn en gezondheidssector worden gesloopt en nauwer met elkaar wordt samengewerkt Kinderopvang Opvallend is het 192 geboorten in het aantal kinderen in de leeftijd van 4 jaar bleef tussen onder de 7. Sinds 21 stijgt het aantal inwoners in die leeftijdscategorie terug boven de 8. - Het jaar 29 heeft dit duidelijk aangetoond. Aantal geboorten Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 13

189 Jongeren -24 jaar [aantal] op Gemeente Limburg: Bree -2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar jaar jaar Totaal Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie De explosie van kinderen (192 geboorten in 28 en een systematische stijging vanaf 29 van de leeftijdscategorie 5 jarigen ) wijst duidelijk op inwijking en groei die nu merkbaar wordt in het kleuteronderwijs en de buitenschoolse kinderopvang. In die optiek is het dan ook belangrijk te weten waar die evoluties zich precies voordoen zodat ook doordacht en effectief kan ingespeeld worden op zeer plaatselijke (wijk/straatniveau) ontwikkelingen, misschien extra infrastructuur voor jeugd- en sportverenigingen, nood aan speelruimte etc. Worden de pieken van vandaag de constanten van morgen? Volgens de projecties is er al enkele jaren een geleidelijke stijging bezig van het aantal kinderen in de leeftijdsgroep tot 5-jarigen. Deze demografische evolutie versterkt de nood aan kinderopvangmogelijkheden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 14

190 Jongeren [aantal], Gemeente Limburg: Bree -2 jaar 3-5 jaar 6-11 jaar Tota al Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Jongeren [aantal], Gemeente Limburg: Bree jaa r jaa r jaa r Tot aal Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering - Bevolkingsprojecties Deze stijging van de groep -2 jarigen en 3-11 jaar wijst op de noodzaak aan voldoende infrastructuur aan kinderopvang. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 15

191 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 16

192 Voorschoolse opvang Het aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 1 kinderen (-2jaar) was in 29 23,2% in Bree, 28,9% in Limburg en 35,7% in het Vlaams gewest. Aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 1 kinderen (-2 jaar) [%] Bree Bree 23,2 27,4 26,6 25,3 Limburg 28,9 3,1 31,2 31,8 Vlaams Gewest 35,7 36,9 37,6 38,5 Bron: Kind & Gezin Bree scoort duidelijk lager wat het aantal plaatsen voorschoolse kindopvang per 1 kinderen Het aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 1 kinderen (-2jaar) was in ,3% in Bree, 31,8% in Limburg en 38,5% in het Vlaams gewest. Opvanglocaties voorschoolse opvang [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Dienst onthaalouders voor Kinderdagverblijf Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 17

193 Lokale dienst buurtgerichte opvang Zelfstandig kinderdagverblijf Zelfstandig onthaalouder Totaal Bron: Kind & Gezin Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in Bree van 112 in 29 tot 122 in 212 (+9%). Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in de cluster van vergelijkbare gemeenten van in 29 tot in 212 (+11,3%). Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in het Vlaams gewest van in 29 tot in 212 (+11,3%). Kindplaatsen voorschoolse opvang [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Dienst onthaalouders voor Kinderdagverblijf Lokale dienst buurtgerichte opvang Zelfstandig kinderdagverblijf Zelfstandig onthaalouder Totaal Bron: Kind & Gezin Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 18

194 Buitenschoolse opvang Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 19

195 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 11

196 Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang per 1 kinderen (3-11 jaar) [%], Bree Bree 14,2 16,9 17,7 18, Limburg 7,8 8, 8,5 9,2 Vlaams Gewest 5,2 5,3 5,4 5,5 Bron: Kind & Gezin Opvanglocaties buitenschoolse opvang [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Initiatief voor 1 buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf Lokale dienst buurtgerichte opvang Zelfstandig buitenschoolse opvangvoorziening Totaal Bron: Kind & Gezin Kindplaatsen buitenschoolse opvang [aantal] op Gemeente Limburg: Bree Initiatief voor 28 buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf Lokale dienst buurtgerichte opvang Zelfstandig buitenschoolse opvangvoorziening Totaal Bron: Kind & Gezin Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 111

197 De uitdaging in de buitenschoolse kinderopvang is te streven naar méér gesubsidieerde plaatsen of uitbreiding IBO met erkende, gesubsidieerde plaatsen vermits de financiële tussenkomst in deze vorm van erkende opvang hoger is dan bij een attest van toezicht Gezondheid en zorg Dat de gezondheidssituatie verslechtert met de leeftijd lijkt voor de hand te liggen. Daaruit volgt ook een mindere score bij oudere koppels en gepensioneerden. De slechtere situatie van alleenstaanden houdt ten dele verband met leeftijd aangezien er in deze groep relatief veel ouderen zitten. Andere groepen die de eigen gezondheid als (zeer) slecht omschrijven, zijn niet-actieven, leden van gezinnen met een zeer lage werkintensiteit, laaggeschoolden, huurders en personen uit de laagste inkomensgroep. Het geeft aan dat de gezondheidssituatie van een individu samenhangt met diens sociaaleconomische situatie. Er bestaat voor een beperkt deel van de bevolking nog steeds een probleem van toegang tot de gezondheidszorg. In 211 leefde 4% van de Vlamingen in een gezin dat in het voorbije jaar minstens 1 keer een bezoek aan de arts of tandarts heeft moeten uitstellen omwille van financiële redenen. Dat komt overeen met ongeveer 25. personen. Dat aandeel is tegenover de voorgaande jaren sterk gestegen. Ook hier scoren enkele groepen opvallend minder goed: leden van eenoudergezinnen, werklozen, leden van gezinnen met lage werkintensiteit,huurders en personen uit de laagste inkomensgroep Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 112

198 4. DOMEIN VRIJE TIJD en ONDERWIJS 4.1. Cultuur, jeugd en sport BIBLIOTHEEK Algemeen De Breese bibliotheek gaat vanuit een sterke dynamiek op zoek verandering en verbetering. Onze bib staat voor informatie, samenwerking, ontmoeting en zinvolle invulling van de vrije tijd. Samen met het personeel, de vrijwilligers, onze gebruikers en onze scholen proberen we er een levendig huis van te maken: niet de cliché-bibliotheek waar stilte regeert, maar een plek waar altijd wat te beleven of te ontdekken valt van maandelijkse tentoonstellingen tot lezingen en workshops. Lokale verhalen of grote verhalen, maar altijd met een link naar de leefwereld van onze Breese bevolking. Onze uitgebreide collectie met aandacht voor digitale media is het startpunt voor de hele werking. We kiezen voor een actuele collectie met duidelijke klemtonen. Niet van alle onderwerpen iets hebben, maar van welgekozen onderwerpen een uitgebreide collectie aanbieden is onze missie. Communiceren met de gebruiker is erg belangrijk. Naast het traditionele drukwerk zoals flyers en affiches, betrekken we onze gebruikers via onze website, facebook en twitter. Mensen worden uitgenodigd om hun verhaal te doen. Want de bib is net de plek waar verhalen samenkomen en uitwaaieren naar anderen. Alleen kunnen we dit niet: we werken samen met tal van partners. Het CC en de cultuurdienst zijn de vaste partners. De academie Beeldende Kunst en de Jeugdmuziekschool, afdeling dictie zijn ons publiek, maar tevens mee de maker van onze content. We herscheppen het bovenlokale aanbod tot een aanbod op maat voor onze gebruikers en bezoekers ( jeugdboekenweek, verwendag, bibweek, voorleesweek, week van de smaak, Samenwerking is de basis van onze werking, maar dit kan enkel door in te gaan op voorstellen van andere culturele partners of zelf actief partners te zoeken. Een open communicatielijn met scholen ligt aan de basis van onze uitgebreide scholenwerking zowel voor basisonderwijs, secundair onderwijs en deeltijds onderwijs. We beperken ons niet tot de traditionele rondleidingen, klasuitleen, auteurslezingen, maar zoeken samen met leerlingen en leerkrachten naar mogelijkheden om de bib in hun leefwereld in te passen. De bib is een open huis voor iedereen die wat heeft met literatuur, verhalen en informatie: dicht bij de mensen en voor de mensen. Cijfermatige gegevens over de bibliotheek zijn beschikbaar op Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in Bree 29,1% in 26 en 28,8% in 211. Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in de cluster van vergelijkbare gemeenten 27,4% in 26 en 22,2% in 211. Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in het Vlaams gewest 25,8% in 26 en 23,8% in 211. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 113

199 Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking Bron : BIOS Leeswijzer : bibliotheken Aantal leners bibliotheek Totale bevolking Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %) 29,1 31,4 29,9 3,4 29,5 28, Aantal leners bibliotheek Totale bevolking Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %) 27,4 27,9 25, 23,8 23,7 22, Aantal leners bibliotheek Totale bevolking Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %) Bree BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) Vlaams Gewest 25,8 25,6 25,2 24,9 24,4 23,8 Aantal leners t.o.v. de totale bevolking (in %) 35, 3, 25, 2, 15, Gemeente Belfius-indeling Vlaams Gewest 1, 5,, Beheer. Bij aanvang van de nieuwe legislatuur werd geopteerd om de beheerraden van de Breese culturele instellingen samen te voegen toe één gemeenschappelijk beheersorgaan. De Raad van Beheer is samengesteld volgens de B-formule uit het Cultuurpact. De bevoegdheden en de werking van de Raad van Beheer staan beschreven in een organiek reglement met de mogelijkheid uitgebreid te worden met een huishoudelijk reglement. Infrastructuur. De bibliotheek is gevestigd in een gebouw daterend uit Bij de renovatie in 26 koos de bib rigoureus voor één grote open ruimte waar alle leeftijdsgroepen een vaste plek kregen. Dit betekent dat senioren al eens last hebben van klasgroepen, maar kinderen leren dan weer respect hebben voor mensen die hun dagelijkse krant of wekelijks tijdschrift komen lezen in gedrukte vorm of op tablet. Samenleven is hier het kernwoord. Zelfscanbalies en inleverkasten betrekken de gebruiker bij het uitlenen en creëren voor het personeel tijd om met de gebruikers samen aan de slag te gaan. Personeel. De personeelsformatie van de bibliotheek bestaat uit de bibliothecaris (38u), 2 deskundigen (19u + 19u en 4 bibliotheekassistenten (19u, 19u, 19u en 1u). de bib doet beroep op een 14-tal gemotiveerde vrijwilligers die ingeschakeld worden voor voorlezen, activiteiten en het opruimen van de materialen Bron: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 114

200 CULTUURCENTRUM Algemeen Cultuurcentrum de Breughel werd door het Agentschap Sociaal Cultureel Werk voor Volwassenen en Kinderen gecategoriseerd als C-centrum en wordt als dusdanig gesubsidieerd. Cultuurcentrum De Breughel wordt door de gemeente beheerd, met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van zowel de lokale als de regionale bevolking en dit met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. Het cultuurcentrum verzorgt een breed eigen cultureel aanbod: een divers, kwaliteitsvol, nichevullend, evenwichtig aanbod aan theater, cabaret, zang, muziek, jeugd-, senioren- en familievoorstellingen, literaire voorstellingen, tentoonstellingen, cursussen en uitstappen. Bij het programmeren wordt uitgegaan van het principe: het aanbod primeert op de aanbieder, wat in de praktijk neerkomt op het niet beconcurreren, maar aanvullend of versterkend samenwerken met collega-diensten en andere regionale culturele actoren. Het werkingsjaar van het cultuurcentrum ontplooit zich van september tot mei. In de zomerperiode wordt de fakkel overgedragen aan de dienst toerisme. Naast de eigen programmering begeleidt, ondersteunt en verleent het cultuurcentrum diensten aan receptieve actoren: ruimten aan verenigingvriendelijke prijzen, begeleiding, technische en logistieke ondersteuning. Tevens biedt het cultuurcentrum ondersteuning aan derden binnen het culturele veld, meestal onder de vorm van een samenwerkingsverband of een kruisbestuiving tussen professionele actoren en verenigingen. Een ver doorgedreven publieksservice is een van de grondvesten van ons cultuurcentrum. De in het verleden gemaakte keuze om intensief aan publieksbegeleiding (presentatiedag, huisbezoeken, thematisch opgebouwde abonnementen, waar we de mogelijkheid bieden om alle voorstellingen binnen een bepaald genre aan te kopen aan een voordelige pakketprijs) te doen resulteerde in een gestage publieksopbouw en een onervaren publiek dat zich steeds vaker openstelt voor ongekende cultuur. Bovenal wil cultuurcentrum De Breughel een cultuurcentrum van, voor en door haar gebruikers zijn. Aan cultuur participeren dient een totaalbeleving te zijn, niet enkel de culturele beleving zelf, maar ook een sociaal gebeuren. Een goede voorstelling, maar ook een drankje, een babbel, een ontmoeting,... Cultuurcentrum De Breughel wil een plek zijn om thuis te komen voor haar gebruikers. In het betrekken van ons publiek verliezen we hedendaagse technologieën niet uit het oog: naast onze website zijn we actief op diverse sociale media om de interactie met ons publiek te optimaliseren via interviews, foto s, polls, wedstrijden en onze cultuurschrijvers die verslagen schrijven over bijgewoonde voorstellingen. Voor cijfermatige gegevens over het cultuurcentrum verwijzen we graag naar (cultuurcentra in cijfers - registratiemodule van het agentschap sociaal-cultureel werk). Beheer Bij aanvang van de nieuwe legislatuur werd geopteerd om de beheerraden van de Breese culturele instellingen samen te voegen toe één gemeenschappelijk beheersorgaan. De Raad van Beheer is samengesteld volgens de B-formule uit het Cultuurpact. De bevoegdheden en de werking van de Raad van Beheer staan beschreven in een organiek reglement met de mogelijkheid uitgebreid te worden met een huishoudelijk reglement. Infrastructuur In de jaren 8 werd geopteerd om de stedelijke culturele diensten onder te brengen in bestaande cultuurhistorische gebouwen. Dit verklaart de spreiding van de Breese culturele infrastructuur. Naast de Breughelzaal (theaterzaal) is het cultuurcentrum verantwoordelijk voor het Ontmoetingscentrum (administratieve zetel, vergader- en activiteitenruimten en kleine concertzaal), het Pensionaat (expositieruimte, vergader- en activiteitenruimten) en Parochiaal Tehuis Gerdingen Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 115

201 De Barrier (polyvalente zaal). Het ontmoetingscentrum biedt ook onderdak aan twee andere stadsdiensten, de cultuurdienst en de jeugddienst. Vanuit de gedachte cultuur naar de mensen brengen wordt er ook veelvuldig gebruik gemaakt van de openbare ruimte, ruimten in beheer van collega-diensten (bv. barokkapel van het Stadhuis voor klassieke concerten) en privé locaties (bv. Kaffee Lagossa, Kringwinkel, ). De infrastructuur van het cultuurcentrum wordt zowel gebruikt voor de eigen werking als verhuurd aan derden. De verhuring wordt geregeld via een, door de Raad van Beheer bekrachtigd, reglement. De tarifering van de verhuring is afhankelijk van het karakter van de huurder (erkende vereniging, nieterkende vereniging, privé-persoon, commerciële actor, ). Een stuurgroep, aangesteld door het beleid, heeft een masterplan geïnitieerd, waarin de zoektocht naar een locatie voor een nieuwe, grotere en modernere theaterzaal lopende is. De nieuwe infrastructuur zal immers de mogelijkheid bieden om een nog gevarieerder cultureel aanbod (bv. dans) te programmeren, gezien de scène, de coulissen en de laad- en losomgeving ruimer worden. Ook de publieksgedeeltes (de zittribunes en de foyer) worden onder handen genomen waardoor onze bezoekers elkaar in de nabije toekomst (voor het einde van deze legislatuur) kunnen ontmoeten in de beste omstandigheden. Personeel De personeelsformatie van het cultuurcentrum is opgebouwd uit drie programmatoren, twee technici, één administratieve en drie onderhoudsmedewerkers. Hiernaast wordt het cultuurcentrum versterkt door een team van een twintigtal gemotiveerde en geëngageerde vrijwilligers. Cultuurdienst De cultuurdienst wordt vertegenwoordigd door de cultuurbeleidscoördinator, die een coördinerende rol opneemt binnen het culturele veld. De cultuurbeleidscoördinator staat in contact met het verenigingsleven en de professionele organisaties binnen de stad. De cultuurbeleidscoördinator is het aanspreekpunt voor de sociaal-culturele verenigingen, wijk- en buurtcomités, amateurkunsten, vrijwilligers, deeltijdskunstonderwijs en organisaties die met armen werken (rond zinvolle vrijetijdsbesteding) en erfgoedorganisaties. Bij de cultuurdienst kan men terecht voor vragen rond ondersteuningsmogelijkheden van de stad. Zowel financiële, materiële als logistiek steun. Verenigingen, vrijwilligers en buurtcomités De sociaal-culturele verenigingen kunnen rekenen op financiële steun via het subsidiereglement voor erkende socio-culturele verenigingen en culturele projecten. In 213 zijn er 78 erkende verenigingen waarvan er 57 jaarlijks subsidie aanvragen voor hun werking. Daarnaast worden er gemiddeld 5 aanvragen voor projectsubsidie per jaar goedgekeurd. De 56 buurt- en wijkcomités 1 kunnen rekenen op een jaarlijkse tegemoetkoming voor het organiseren van een buurt- of straatbarbecue. Erkende verenigingen kunnen ook gratis gebruik maken van materialen van de uitleendienst en genieten van een gunstig huurtarief van de stedelijke infrastructuur. Via de cultuurdienst kunnen organisaties die werken met vrijwilligers ook een aanvraag doen voor de gratis vrijwilligersverzekering van de Provincie Limburg. Amateurkunsten Van de erkende sociaal-culturele verenigingen zijn er 16 verenigingen bezig met amateurkunst. In samenwerking met enkele van deze verenigingen organiseert de cultuurdienst een driejaarlijks evenement waar amateurkunstenaars de kans krijgen om hun talenten te tonen een breed publiek. 1 Aantal gebaseerd op de aanvragen in 212 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 116

202 Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) In Bree is er een afdeling Beeldende Kunst van de Kunstacademie van Maasmechelen gehuisvest met leerlingen. Er zijn in totaal 1 klassen lagere graad waarvan er 4 georganiseerd worden in Opitter (Itterdal) en 5 in Bree (Ontmoetingscentrum). In Bree is er ook nog een 1 klas middelbare graad. Het totaal aantal leerlingen De lagere graad is volledig gesubsidieerd (officieel deeltijds kunstonderwijs) maar de klas van de middelbare graad bekostigd de stad Bree zelf. Er is geen afdeling muziek en woord van het deeltijds kunstonderwijs. Er is wel een Jeugdmuziekschool met ongeveer 246leerlingen 3 die volledig financieel ondersteund wordt door de stad. Het is geen officieel deeltijds kunstonderwijs en wordt dan ook niet gesubsidieerd. Kansengroepen De cultuurdienst werkt op regelmatig basis samen met de Breese Welzijnsschakel. De cultuurbeleidscoördinator is lid van de groep vrije tijd die maandelijks vergadert en werkt aan een zinvol en betaalbaar vrijetijdsaanbod voor kansarmen. De cultuurbeleidscoördinator zorgt ook voor de aanvragen bij het Fonds voor Vrijetijdsparticipatie. Voor senioren met een beperkte mobiliteit werkt de cultuurdienst samen met de Welzijnscampus Gerkenberg om voor deze doelgroep een aangepast aanbod op in hun woonsituatie te voorzien. Erfgoed De cultuurbeleidscoördinator is ook lid van de erfgoedraad en ondersteunt deze bij de praktische uitwerking van hun publieksactiviteiten. Er wordt vaak ingespeeld op lokale en regionale initiatieven zoals Open Monumentendag, Erfgoeddag, Open Kerkendag e.d. Daarbij probeert men de collectie en de werking van het stadsmuseum verder uit te bouwen. Inspraak De sociaal-culturele verenigingen, organisaties en buurtcomités zijn vertegenwoordigd in het Forum Cultuur. De groep wordt aangevuld met geïnteresseerden die niet een vereniging of comité zitten en deskundigen cultuur. Het nieuwe Forum Cultuur vervangt de vroegere cultuurraad en werd opgericht op 7 mei 213. Bij de startvergadering werd uitgebreid gepolst naar de noden van de 7 aanwezigen en konden ze suggesties doen voor het nieuwe meerjarenplan. Aan de hand van de informatie van het Forum Cultuur werd een SWOT-analyse gemaakt ter voorbereiding van het meerjarenplan. Sterktes Subsidies voor verenigingen Subsidies voor buurtcomités Beschikbare materialen van de uitleendienst Gratis vrijwilligersverzekering Infrastructuur voor verenigingen in de verschillende deelkernen Promotie voor verenigingen via stadsmagazine en digitale borden Gerenoveerde zaal de Barrier/PTG Goede dienstverlening culturele diensten Kansen Verbouwingen Itterdal Bouw nieuwe Breughelzaal Bouw nieuwe gemeenschapszaal Beek Oog voor toegankelijkheid bij nieuwe gebouwen Nieuw Forum Cultuur Buurtcomités lid van Forum Cultuur Verenigingen promoten bij nieuwe inwoners Samenwerking tussen stad en verenigingen Zwaktes Uitleendienst is niet beschikbaar voor buurtcomités Gebrek aan opbergruimte voor verenigingen Te hoge huurprijs van lokalen voor kleine verenigingen Niet alle gebouwen zijn goed toegankelijk Gebouwen worden niet altijd goed onderhouden Geen centraalpunt voor de uitleen van materialen / reservatie van lokalen Ontbreken van een polyvalente zaal in het centrum Geen mogelijkheid om te kopiëren bij de stad als vereniging Ontbreken van een afdeling muziek & woord van het DKO Bedreigingen Vergrijzing Gebrek aan gecoördineerde kalender van activiteiten Volle kalender van de Breughelzaal Procedure projectsubsidie Hoge waarborgen voor materiaal en lokalen Verminderde cultuurparticipatie van jongeren 2 Leerlingen aantal schooljaar Leerlingen aantal schooljaar Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 117

203 JEUGD / ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Algemeen De jeugddienst vertrekt vanuit de wensen en behoeften van kinderen en jongeren. Zij moeten de kans krijgen om ongestoord samen te zijn, zichzelf te ontplooien en al dan niet deel te nemen aan activiteiten. Bovendien moeten kinderen en jongeren terecht kunnen onder de kerktoren om een duurzame, sociale, verbonden en veilige samenleving op te bouwen. Het is tevens belangrijk een differentieel beleid uit te werken ten behoeve van alle leeftijdsgroepen en subdoelgroepen. De stedelijke jeugddienst staat ten dienste van de jongeren in het algemeen. Zowel individuele jongeren als verenigingen kunnen er terecht met al hun vragen. Verenigingen en vrijwilligers Bree telt heel wat jeugdorganisaties. Zo zijn er 11 jeugdverenigingen actief in de verschillende deelkernen samen met nog andere jeugdwerkinitiatieven zoals de jeugdbrandweer, BOM (Brees Onderdak voor Muzikanten), Grabbelpas,. De jeugdverenigingen kunnen rekenen op personele, logistieke en financiële ondersteuning van de stad. Tevens kunnen erkende verenigingen ook gratis gebruik maken van materialen van de uitleendienst en genieten van een gunstig huurtarief van de stedelijke infrastructuur. Infrastructuur De jeugddienst is een aparte stadsdienst en het stadsbestuur heeft heel wat infrastructuur ter beschikking waar de Breese kinderen en jongeren gebruik van kunnen maken. Maar liefst 7 jeugdverenigingen beschikken over een lokaal van de stad en tevens is het jeugdhuis ook ter beschikking van de Breese jongeren. Hier kunnen ze elkaar ontmoeten en zelf initiatief nemen om verschillende activiteiten en evenementen ter organiseren. Bovendien is er in elke deelkern ook ruimte voorzien voor speelterreinen. Inspraak De jeugdverenigingen en organisaties zijn samen met individuele jongeren vertegenwoordigd in de jeugdraad. De jeugdraad adviseert het college van Burgemeester en schepenen en/of gemeenteraad aangaande aangelegenheden die verband houden met het jeugdbeleid en het welzijn van kinderen en jongeren in de stad al dan niet op vraag van het college van burgemeester en schepenen. De jeugdraad neemt ook initiatief om activiteiten met een vormende, opvoedende, sociale en culturele waarde te stimuleren, aan te moedigen en eventueel zelf te organiseren. Personeel De jeugddienst wordt vertegenwoordigd door een voltijdse jeugdconsulent (38u) en een halftijdse jongerenwerkster (19u). Daarnaast kan de jeugddienst ook beroep doen op een 2-tal gemotiveerde vrijwilligers die worden ingeschakeld bij allerhande activiteiten. Ontwikkelingssamenwerking Naast het jeugdbeleid is de jeugddienst ook verantwoordelijk voor het gegeven ontwikkelingssamenwerking. Het is belangrijk om een rol te spelen in een geëngageerd Noord- Zuidbeleid en men is ervan overtuigd dat een goed beleid de inwoners meer bewust maakt van de Noord-Zuidproblematiek. Zo ondersteunt de jeugddienst de GRIS (Gemeentelijke Raad voor Internationale Solidariteit) en de Breese Wereldwinkel. Beide organisaties bestaan uit verenigingen en vrijwilligers met een hart voor Noord-Zuid. SPORT Sportdienst De sportdienst staat in voor het uitvoeren van het sportbeleid, sportpromotie en voor het beheer van de sportinfrastructuur zowel binnen als buiten. De sportdienst wenst zoveel mogelijk mensen actief te laten sporten of aan te zetten tot sport en dit in kwalitatieve omstandigheden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 118

204 Met een ruim aanbod aan activiteiten zowel voor jongeren, senioren, volwassenen, particulieren, clubs als scholen wil de sportdienst zoveel en zo goed mogelijk sport bij de mensen brengen. Het ter beschikking stellen van betaalbare en kwaliteitsvolle infrastructuur voor particulieren en clubs moet hier eveneens toe bijdragen. Het hele jaar door worden er tal van activiteiten georganiseerd, waar ook vele vrijwilligers bij betrokken zijn. Naast deze onmisbare vrijwilligers en het personeel werken we geregeld samen met andere partners zoals Vlabus, de jeugddienst, collega buurtsportdiensten, de Breese sportverenigingen en de lokale scholen. Enkel door een nauwe samenwerking kunnen wij steeds weer op deze partners vertrouwen. Naast gewone openingsuren van de dienst worden er ook diverse communicatiemiddelen ingezet om de inwoners zoveel mogelijk aan het sporten te krijgen. Een actuele en goed informerende website is daarbij onmisbaar. Daarnaast wordt er ook via de social media extra aangedacht gevestigd op onze activiteiten. Uitermate belangrijk is ook het sociale aspect rond het hele sportgebeuren. De sportdienst wil vooral de mensen samen aan het sporten krijgen, een sportles is een ideale activiteit om mensen te ontmoeten, het is een plek waar zelfs vriendschappen ontstaan. Samen streven naar een gezondere levensstijl is iets waar we als sportdienst in 214 ook extra aandacht aan willen besteden door met een nieuw project massaal op de schaal te starten. In samenwerking met de sociale dienst willen we hiermee het eet- en beweeggedrag van de mensen proberen te veranderen. Gedurende 1 weken is er wekelijks één sessie: de ene week een voedingssessie, de andere week een sportieve activiteit. Elke week wordt er ook een gezondheidswandeling aangeboden. Aan het begin en het einde van het project zal de groep gezamenlijk worden gewogen, doel is dus om samen te streven naar een gezondere levensstijl. Sportraad Een stedelijke sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te bevorderen bij alle inwoners van de gemeente. Zij doet dit onder andere door: a. Het geven van advies aan de stedelijke overheid, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, voor alle aangelegenheden, zijnde de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; b. Het geven van advies, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake planning en uitbouw van de sportinfrastructuur in de gemeente; c. Het tot stand brengen van overleg en samenwerking tussen de verenigingen, diensten, sportprojecten, instellingen, scholen en organisaties, zowel private als publieke, die betrokken zijn bij het bevorderen van de lichamelijke opvoeding, sport, openlucht leven, die hun sportieve activiteiten ontplooien op het grondgebied van de gemeente; d. Het voorstellen van op de behoeften afgestemde initiatieven op het gebied van sportbeoefening en kaderopleiding; e. De deelname aan het bestuur van de sportaccommodaties, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving (Decreet 5/4/1995) f. Het verrichten van onderzoek, verzamelen van documentatie en informatie; g. De deelname aan het geregeld gezamenlijk overleg met andere bestaande raden voor culturele aangelegenheden en de onderlinge uitwisseling van informatie (Decreet Lokaal Cultuurbeleid Art. 57 1) Infrastructuur Langs de grote ring van Bree ligt de sporthal Olympia. Van hieruit worden alle activiteiten georganiseerd en fungeert de sportdienst als knooppunt van het hele sportgebeuren in Bree. Daarnaast hebben wij nog enkele sportaccommodaties ter beschikking voor de clubs en de individuele sportbeoefenaar. Deelgemeenten Opitter en Tongerlo beschikken elk over een eigen sporthal. De verhuur van de hal in Opitter wordt opgevolgd door de jeugddienst en die van Tongerlo gebeurt volledig in eigen beheer. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 119

205 Daarnaast beschikt de stad over een volledig gerenoveerd zwembad met als hoofddoelen school-, recreatie- en clubzwemmen. Vanaf 214 zal de sportdienst, na de schooluren, ook beschikken over twee nieuwe sporthallen aan de lagere scholen in Beek en Bree. Zo zullen we de bewoners nog beter kunnen bereiken in hun eigen deelgemeenten. Personeel Het personeel wordt aangestuurd door een diensthoofd sport (sportfunctionaris) (38u). De personeelsformatie bestaat uit één sportpromotor (38u), één administratieve medewerker (38u), een hoofdredder (38u), 6 redders (152u) en vijf onderhoudsmedewerkers (97,5u). De sportdienst doet beroep op een 2-tal gemotiveerde vrijwilligers die ingeschakeld worden bij allerlei sportactiviteiten. Om de kwaliteit te garanderen van de accommodaties beschikt de dienst over een facility manager en technieker (19u) Onderwijs Scholengemeenschap: vrij secundair onderwijs. Bree heeft geen gemeentelijk onderwijs. Het vrij secundair onderwijs wordt in Bree aangeboden door drie scholen: Middenschool H. Hartinstituut Bree, Sint Augustinusinstituut Bree (SAB) en Technisch Instituut Sint Michiel Bree (TISM). De Middenschool H. Hart biedt enkel de eerste graad van het secundair onderwijs aan. Deze scholen maken deel uit van de scholengemeenschap Sint Michiel waarvan het Biotechnicum in Bocholt, Instituut Agnetendal in Peer en de Middenschool in Meeuwen-Gruitrode ook deel van uit maken. De Middenschool van Meeuwen en TISM werken samen in het technisch onderwijsaanbod. Het aandeel in het totaal aantal leerlingen bedroeg in het schooljaar : Middenschool H. Hart Instituut: 13,78% 456 leerlingen Sint Augustinusinstituut: 31,91% 1.49 lln TISM: 17,76% 572 lln Biotechnicum: 12,33% 411 lln Instituut Agnetendal: 2,57% 678 lln Middenschool Meeuwen: 3,64% 121 lln Totaal: lln Het schooljaar was in het voorbije decennium het jaar met de meeste leerlingen in scholengemeenschap Sint Michiel. De verdeling was als volgt: Middenschool H. Hart Instituut: 12,5% 466 leerlingen Sint Augustinusinstituut: 3,8% lln TISM: 19,3% 721 lln Biotechnicum: 8,7% 325 lln Instituut Agnetendal: 23,3% 867 lln Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 12

206 Middenschool Meeuwen: 5,4% 22 lln Totaal: lln Het secundair gemeenschapsonderwijs (GO) telde in het schooljaar in Bree 85 leerlingen Basisonderwijs Het gemeenschapsbasisonderwijs telde in Bree in het schooljaar leerlingen, waarvan 73 jongens en 68 meisjes. In het kleuteronderwijs waren dit 46 leerlingen waarvan 25 jongens en 21 meisjes. In het lager onderwijs waren dit 95 leerlingen, waarvan 48 jongens en 47 meisjes. Het vrij basisonderwijs telde in Bree in het schooljaar leerlingen, waarvan 717 jongens en 645 meisjes. In het kleuteronderwijs waren dit 539 leerlingen waarvan 281 jongens en 258 meisjes. In het lager onderwijs waren dit 823 leerlingen, waarvan 436 jongens en 387 meisjes. In het totaal telde het basisonderwijs 1.53 leerlingen in Bree in het schooljaar Hiervan waren 585 kleuters en 918 leerlingen lager onderwijs. Van de kleuters waren er 36 jongens en 279 meisjes. In het lager onderwijs waren dat 484 jongens en 434 meisjes. Bron onderwijs alle leeftijden: Mobiliteit schoolgaande bevolking. In het schooljaar waren er in het secundair onderwijs leerlingen die school liepen in Bree. Hiervan waren 72 kinderen woonachtig in Bree en 1.51 woonachtig buiten Bree. De instroomratio was 68,26%. De procentuele top 5 van instroomratio was Meeuwen-Gruitrode (17,54%), Opglabbeek (15,28%), Bocholt (12,3%), Maaseik (7,46%) en Peer (4,11%). 296 leerlingen, wonende in Bree, gingen naar een school buiten Bree. 998 ( ) leerlingen secundair onderwijs woonden in Bree. De uitstroomratio was 29,66% De procentuele top 5 van uitstroomratio was: Peer (5,1%), Maaseik (4,81%), Bocholt (4,61%), Genk (4,11%) en Hasselt (3,61%). Nvdr. Met secundair onderwijs wordt bedoeld: voltijds gewoon secundair onderwijs, deeltijds beroeps secundair onderwijs, buitengewoon secundair onderwijs. In het schooljaar waren 89,9% van de leerlingen van het basisonderwijs in (kleuter en lager, gewoon en buitengewoon onderwijs) die school liepen in Bree woonachtig in Bree. De procentuele top 3 van instroomratio was Bocholt (3,79%), Meeuwen-Gruitrode (3,46%), Maaseik (,93%). 2,53% van de leerlingen, wonende in Bree, gingen naar een kleuter- of lagere school in Bocholt, 1,5%, in Maaseik, 1,3% in Peer en 1,3% in Bocholt. Bron: wijs_1.pdf Kansarmoede(onderwijs)indicator Onderwijs kansarmoede indicator (OKI) in het Nederlands gewoon kleuter- en lager onderwijs op registratiedatum 1 februari van het schooljaar. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 121

207 De OKI is samen gesteld uit 4 leerlingenkenmerken: - laag opleidingsniveau van de moeder - gezinstaal niet Nederlands - buurt met hoge mate van schoolse vertraging - schooltoelage De OKI wordt berekend als het aantal leerlingenkenmerken waarvoor de leerling aantikt en is bijgevolg een cijfer tussen en 4. Een hoger cijfer wijst op een hogere indicatie van kansarmoede. OKI Bree 21:,45 211:,43 OKI cluster van vergelijkbare gemeenten 21:,38 211:,36 OKI Vlaams gewest 21:,78 211:,77 Bron: ix_geografie_w_dexia_net_graad_leerjaar_onderwijsvorm_9.pdf Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 122

208 IV. Interne analyse 1.1 Bestuurskracht gemeente-o.c.m.w. Gemeente De ontvangsten in per inwoner in de gewone dienst bedroegen in Bree in Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit Op het niveau van het Vlaams gewest was dit De aanvullende personenbelasting bedraagt in 213 in Bree 7,% waarbij de waarde van 1% APB 31 per inwoner bedraagt. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat 7,3%. Waarbij de waarde van 1% APB 34 bedraagt. Voor het Vlaams gewest gemiddelde is dit 7,2% waarbij de waarde van 1% APB 37 bedraagt. De opcentiemen op de onroerende voorheffing bedragen in 213 in Bree 1.15 waarbij de waarde van 1 opcentiemen 2 per inwoner bedraagt. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat Waarbij de waarde van 1 opcentiemen 19 per inwoner bedraagt. Voor het Vlaams gewest gemiddelde is dit opcentiemen en 22 per inwoner voor 1 opcentiemen op de onroerende voorheffing. Uitgaven in de gewone dienst en buitengewone dienst, jaarrekening 211. De schuld per inwoner bedroeg in in Bree, in 211 was dat per inwoner. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 978 in 2 en 97 in 211. Het gemiddelde in het Vlaams gewest was voor per inwoner en voor per inwoner. Bree telde in 211 per inwoner 7,74 personeelsleden (in koppen geteld). Bij de deeltijdsen waren dat,72 contractuelen, 2,43 gesco s en,53 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,12 contractuelen, 1,58 gesco s en 1,38 vastbenoemden. 32% van de voltijdsen zijn vrouwen, 68% mannen. 75% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 25% mannen. Van de contractuelen zijn 5% mannen en 5% vrouwen. Van de gesco s zijn 38% mannen en 62% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 66% mannen en 34% vrouwen. In de cluster van vergelijkbare gemeenten telde men in 211 per inwoner 9,4 personeelsleden. Bij de deeltijdsen waren dat 1,57 contractuelen, 2,1 gesco s en,8 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat,91 contractuelen, 1,89 gesco s en 1,86 vastbenoemden. 33% van de voltijdsen zijn vrouwen, 67% mannen. 77% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 23% mannen. Van de contractuelen zijn 33% mannen en 67% vrouwen. Van de gesco s zijn 5% mannen en 5% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 53% mannen en 47% vrouwen. Voor het gemiddelde in het Vlaams gewest telde men in 211 per inwoner 1,99 personeelsleden. Bij de deeltijdsen waren dat 2,9 contractuelen, 1,47 gesco s en 1,52 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,62 contractuelen, 1,61 gesco s en 2,67 vastbenoemden. 35% van de voltijdsen zijn vrouwen, 65% mannen. 76% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 24% mannen. Van de contractuelen zijn 35% mannen en 65% vrouwen. Van de gesco s zijn 5% mannen en 5% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 53% mannen en 47% vrouwen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 123

209 Personeelsaantallen in de gemeente (in koppen) Bron: RSZPPO, bewerking ABB Leeswijzer : toestand 2de kwartaal personeel Aantal personeelsleden in koppen Bree 211 mannen vrouwen totaal deeltijds contractueel gesco vastbenoemd totaal voltijds contractueel gesco vastbenoemd totaal totaal Aantal koppen per 1. inwoners naar geslacht Bree 211 mannen vrouwen totaal deeltijds contractueel,39 1,5,72 gesco 1,5 3,8 2,43 vastbenoemd,39,65,53 totaal 1,84 5,5 3,68 voltijds contractueel 1,45,79 1,12 gesco 1,97 1,18 1,58 vastbenoemd 2,1,65 1,38 totaal 5,53 2,62 4,7 totaal 7,37 8,12 7,74 Man-vrouwverhouding naargelang Man-vrouwverhouding het naargelang het statuut prestatieregime 1% 8% 6% 4% 2% % 2 42 voltijds deeltijds 1% 8% 6% 4% 2% 14 vrouwen mannen 14 % contractueel vastbenoemd vrouwen mannen Laatste update : 2-mei Profielschets Gemeente Bree In VTE (voltijds equivalenten) telde Bree in het tweede kwartaal van 28 per 1 inwoners 6,41 personeelsleden. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 6,24 personeelsleden per 1. inwoners. Voor alle Vlaamse gemeenten was dit gemiddeld 8,7 personeelsleden per 1. inwoners. In de man-vrouwverhouding naargelang het statuut zijn dit de verhoudingen: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 124

210 Voor de vastbenoemden in Bree, 68% mannen en 32% vrouwen. Voor de gesco, 45% mannen en 55% vrouwen. Voor de contractuelen, 61% mannen en 39% vrouwen. Voor de vastbenoemden in de cluster van vergelijkbare gemeenten, 63% mannen en 37% vrouwen. Voor de gesco, 59% mannen en 415% vrouwen. Voor de contractuelen, 46% mannen en 54% vrouwen. Voor al de Vlaamse gemeenten, de vastbenoemden: 61% mannen en 39% vrouwen. Voor de gesco, 57% mannen en 43% vrouwen. Voor de contractuelen, 42% mannen en 58% vrouwen. In 28 telde de stad Bree 94,65 personeelsleden in VTE geteld. Hiervan waren 54,1 mannen en 4,64 VTE vrouwen. 29,57 VTE (31%) zijn vast benoemd, 37,25 VTE (39%) zijn gesco en 27,83 VTE (3%) zijn contractueel. In de cluster van vergelijkbare gemeenten is van het VTE-personeelskorps 36% vastbenoemd, 45% heeft een gesco-contract en 19% is contractueel aangesteld in 28. Voor alle Vlaamse gemeenten samen bekeken is 45% vast benoemd, 29% is gesco en 26% is contractueel aangesteld. De actuele stand van zaken, voor de stad Bree, van het aantal personeelsleden in koppen en in VTE is als volgt: STAD BREE Aantal personeelsleden in koppen 31/12/212 Mannen Vr Totaal Deeltijds Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal Voltijds Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal TOTAAL Aantal personeelsleden in VTE 31/12/212 Mannen Vr Totaal Deeltijds Contractueel 1,3 2,8947 4,1947 Gesco 5,92 15,2395 2,2487 Vastbenoemd 4,7 3,7711 8,4711 Totaal 11,92 21,953 32,9145 Voltijds Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal TOTAAL 56,92 46,953 12, ,4% VTE zijn contractueel aangesteld, 46,9% VTE hebben een gesco-statuut en 26,7% VTE zijn vastbenoemd. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 125

211 O.C.M.W. De totale middelen aan het O.C.M.W. bestaat uit het aandeel uit het gemeentefonds en de gemeentelijke bijdrage. Voor 2 bedroeg dit 92,8 per inwoner in Bree, voor 211 was dat 96,4. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 74,7 in 2 en 98,1 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit 118,2 in 2 en 144,9 in 211. Totale middelen OCMW uit het Gemeentefonds en uit de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW Totale middelen uit het OCMW = definitief door het OCMW ontvangen aandeel uit het Gemeentefonds (op basis van de ministeriële verdelingsbesluiten) + gemeentelijke bijdrage aan het OCMW (op basis van de gemeentelijke budgetten) Bron: ABB Leeswijzer : financiën Totale middelen aan het OCMW (in ) Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in ) 92,8 46,9 38,9 11,9 97,3 95, 14,9 96, Totale middelen aan het OCMW (in ) Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in ) 74,7 73,8 78,5 89,3 91,3 97,8 12,4 98, Totale middelen aan het OCMW (in ) Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in ) Bree BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) Vlaams Gewest 118,2 119,4 12,8 124,9 13,4 135,8 139,7 144,9 Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in ) 16, 14, 12, 1, 8, 6, 4, 2,, Gemeente Belfius-indeling Vlaams Gewest Laatste update : 2-mei Profielschets Gemeente Bree De totale OCMW-schuld per inwoner bedroeg in in Bree en in Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 146 in 2 en 221 in 211. Voor het Vlaams gewest was dit 251 in 2 en 382 in 211. Bree telde in 211 per 1 inwoners 3,81 O.C.M.W.- personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 1,25 contractuelen,,59 gesco s en,92 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat,66 contractuelen,,13 gesco s en,26 vastbenoemden. 75% van de voltijdsen zijn vrouwen, 25% mannen. 98% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 2% mannen. Van de contractuelen zijn 14% mannen en 86% vrouwen. Van de gesco s zijn 1% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 6% mannen en 94% vrouwen. In VTE telde Bree in 211 2,39 O.C.M.W.-personeelsleden per 1 inwoners. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten telde men in 211 per 1 inwoners 7,35 O.C.M.W.- personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 3,43 contractuelen, 1,53 gesco s en,53 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,18 contractuelen,,27 gesco s en,42 vastbenoemden. 7% van de voltijdsen zijn vrouwen, 3% mannen. 97% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 3% mannen. Van de contractuelen zijn 9% mannen en 91% vrouwen. Van de gesco s zijn 5% mannen en 95% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 25% mannen en 75% vrouwen. In VTE geteld waren dit voor de cluster 4,52 O.C.M.W.-personeelsleden per 1. inwoners. Voor het Vlaams gewest telde men in 211 per 1 inwoners 8,34 O.C.M.W.-personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 2,6 contractuelen, 1,4 gesco s en 1,3 vastbenoemden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 126

212 Bij de voltijdsen waren dat 1,99 contractuelen,,31 gesco s en 1,1 vastbenoemden. 66% van de voltijdsen zijn vrouwen, 34% mannen. 95% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 5% mannen. Van de contractuelen zijn 18% mannen en 82% vrouwen. Van de gesco s zijn 1% mannen en 9% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 19% mannen en 81% vrouwen. In VTE geteld waren dit voor het Vlaams gewest 5,89 O.C.M.W.-personeelsleden per 1. inwoners. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 127

213 Personeelsaantallen in OCMW (in koppen) Bron: RSZPPO, bewerking ABB Leeswijzer : toestand 2de kwartaal personeel Aantal personeelsleden in koppen Bree 211 mannen vrouwen totaal deeltijds contractueel gesco 9 9 vastbenoemd totaal voltijds contractueel gesco 2 2 vastbenoemd totaal totaal Aantal koppen per 1. inwoners naar geslacht Bree 211 mannen vrouwen totaal deeltijds contractueel,13 2,36 1,25 gesco 1,18,59 vastbenoemd 1,83,92 totaal,13 5,37 2,76 voltijds contractueel,39,92,66 gesco,26,13 vastbenoemd,13,39,26 totaal,53 1,57 1,5 totaal,66 6,94 3,81 Man-vrouwverhouding naargelang Man-vrouwverhouding het naargelang het statuut prestatieregime 1% 8% 6% 4% 2% % 12 4 voltijds 41 1 deeltijds 1% 8% 6% 25 vrouwen % 2% mannen % contractueel vastbenoem vrouwen mannen Laatste update : 2-mei Profielschets Gemeente Bree De actuele stand van zaken, voor het O.C.M.W. Bree, van het aantal personeelsleden in koppen en in VTE is als volgt: Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 128

214 OCMW BREE Aantal personeelsleden in koppen 31/12/212 Mannen Vr Totaal Deeltijds Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal Voltijds Contractueel 4 4 Gesco 4 4 Vastbenoemd Totaal TOTAAL Aantal personeelsleden in VTE 31/12/212 Mannen Vr Totaal Deeltijds Contractueel 1 9,7763 1,7763 Gesco 6,263 6,263 Vastbenoemd 8,3166 8,3166 Totaal 1 24, ,1192 Voltijds Contractueel 4 4 Gesco 4 4 Vastbenoemd Totaal TOTAAL 2 35, , ,8% VTE zijn contractueel aangesteld, 27% VTE hebben een gesco-statuut en 33,2% VTE zijn vastbenoemd. 1.2 Interne werking van de stad TOERISME BREE Bezoekers / Toeristen in Bree Bezoekersaantallen aan de balie van Toerisme werden niet bijgehouden. Alleen de verkoopcijfers van de toeristische producten werden geregistreerd. Dit geeft evenwel toch een indicatie. Hierbij een overzicht: Verkoop bij Toerisme Bree (tot 16/1) Folders / kaarten / 4143,35 EUR 3536,1 EUR 3274,35 EUR 3157,97 EUR Cadeaubonnen EUR EUR 15.8 EUR EUR De verkoop van cadeaubonnen stijgt jaar na jaar. In het startjaar (21) werd er voor 45. BF oftewel EUR verkocht. In 212 steeg dit verkoopcijfer tot over de 15. EUR. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 129

215 De verkoop van kaarten daalde de laatste jaren lichtjes. Reden hiervoor is dat heel wat kaarten nu ook gedownload kunnen worden van de websites van o.a. Toerisme Limburg en het RLKM. Nochtans merken we ook dat, de verkoop van de fietsknooppuntenkaart en de ruiterkaart terug stijgt. Door de sterke verfijning van de routenetwerken, waardoor deze elk jaar veranderen, komen er elk jaar nieuwe kaarten uit. De prijzen van wandelkaarten (vanaf 1,5 EUR) en fietskaarten (9.5 EUR voor de kaart van Limburg) zijn zeer democratisch. De piekmaanden voor verkoop van toeristische kaarten zijn mei t.e.m. september met als absolute piekmaand augustus. (af te lezen uit de verkoopcijfers aan de balie) Voor de verkoop van cadeaubonnen ligt de concentratie in december en eerste helft van januari, maar de verkoop loopt het hele jaar door zeer goed. Pieken rond Moederdag, communiefeesten, einde schooljaar zijn goed te merken. Ook bedrijven van Bree bestellen de laatste jaren geschenkbonnen om als eindejaarsgeschenk aan de werknemers/medewerkers te geven. Dagtrips: Jaarlijks doen heel wat verenigingen, organisatoren een beroep op Toerisme Bree om een leuk programma in elkaar te steken voor hun groep. Topper hierbij blijft een bezoek aan het stadhuis van Bree. Ook de koffiebranderij en het koetsenmuseum (dikwijls in combinatie) zijn nog steeds in trek. Helaas is mevr. Clijsters van ons heen gegaan, waardoor een bezoek aan de kruidentuin en het spelen van boerengolf wegviel uit ons aanbod. In 211 werden bezoekers ontvangen door onze vrijwillige gidsen of bij de toeristische partners. In 212 waren dat 1.9 bezoekers. (Hierbij zijn de activiteiten met de Verkenners van het Kempen~Broek niet meegeteld. De boekingen en financiële afhandeling gebeuren bij het RLKM). Overnachtingen: Logies in Bree: Aankomsten en overnachtingen (uit Toerisme Werkt Provincie Limburg) BREE Aankomsten januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 13

216 Aankomsten in Bree 3 25 Totaal Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Maand Overnachtingen januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 131

217 Overnachtingen in Bree Totaal Januari Februari Maart April Mei Juni Maand Juli Augustus September Oktober November December 2. Bree evenementenstad: Overzicht van de evenementen 212: Datum 212 Evenement Organisatie zo 8 jan - 11, u nieuwjaarsreceptie inwoners Org. Stadsbestuur do 12 jan - 2, u trekking eindejaarsactie Org. Middenstand ism Info/toerisme Bree 17 januari Sint-Antoniusviering vr 17 feb - 13,33 u carnavalsscholenoptocht Org. Stoepluipers ism Stadsbestuur za 17 maart - 2,33 u licht-halfvastenstoet maart lentekoopdagen Org. Middenstand ism Info/toerisme Bree zo 18 maart - 15, u opening toer. Seizoen + kelnerrace Toerisme Bree vr 6 apr paashaas op de markt Marktcommissie + info/toerisme ma 9 apr vlooien- en boekenmarkt Toerisme Bree + Toer. Raad zo 1 mei Vri-jthof préve Horeca + info/toerisme 5/mei Bree-Geldern Sportdienst + Toer. Raad 6/mei 18/mei 2/mei 23/mei 2/jun bloemenmarkt Vospop prepared Bokkeri-je fietsen presentatiedag cultuur schietevent schutterij Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 132

218 zo 1 jun Bree kermis za 23 en zo 24 jun Braderie Middenstand + Info/toerisme zo 1 juli zo 8 jul opening NEC Mariahof familiedag met de burgemeester vr 3 aug Bree Live Horeca + info/toerisme zo 5 aug kids summer Info/Toerisme Bree + Provincie Limburg 16-2 aug verzusteringen Info/Toerisme + Eurocomité zo 26 aug? vlooien- en boekenmarkt Info/toerisme + toer. Raad sep herfstkoopdagen Middenstand + inof/toerisme zo 7 okt Bree kermis za 1 nov intocht Sinterklaas Info/toerisme + toeristische raad za 1 dec eindejaarsactie middenstand Middenstand + Info/toerisme wo 5 dec Sinterklaasmarkt Marktverantwoordelijken vr 14 dec schaatsbaan Sportdienst + promotie via info/toerisme vr 21 dec kerstman op de markt Info/toerisme + marktcommissie dec eindejaarsshoppen Middenstand + info/toerisme 29-3 dec eindejaarsshoppen Overzicht evenementen 213: Januari 13 Nieuwjaarsdrink Inwoners Bree 11. u Patio Stadhuis Bree 13 Verkennerswandeling :Herbronnen 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 17 Sint-Antoniusviering Solt 1. u Solt Kapel Opitter Maaseikerbaan Zitting Dorde jeugd u Barrier Gerdingen 27 Carnavalsjeugdhappening u Itterdal Opitter 27 Verkennerswandeling : Speuren naar sporen 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat Februari 2 Gruute zitting 2.11 u Sporthal Bree 3 Optima carnavalszitting 14. u Sporthal Bree 8 Carnavalsscholenoptocht u Bree centrum 9 Tempiêst fiêst 2.11 u Grote zaal Boneput 1 Verkennerswandeling : Herbronnen 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 24 Verkennerswandeling :Herbronnen 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat Maart 9 Lichthalfvastenstoet 2.33 u Bree centrum 1 Verkennerswandeling : Kempen~broek op je tong 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 23 & 24 Lentekoopdagen Breese winkels 24 Opening toeristisch seizoen, Namiddag Bree centrum kelnerrace, Hoge hakkenrace Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 133

219 24 Beek kermis Beek centrum 27 Buitenspeeldag 13.3 u Sporthal Olympia April 1 Vlooien- en boekenmarkt 1. u 17. u Bree centrum 5 Back on stage the 7ties 2.3 u Sporthal Olympia 6 Back on stage the 8ties 19.3 u Sporthal Olympia 13 3-landenloop Boneput Bree Geldern-Bree 14 Verkennerswandeling : De kracht van water 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 14 Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop 21 Erfgoeddag 1. u 17. u Stadsmuseum Mei 12 Gerdingen kermis Gerdingen centrum 12 Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat Pinksterfeesten Zie website KAJ lokalen Vostert 19 Opitter kermis Opitter centrum Juni 2 Bree kermis Bree centrum 9 Verkennerswandeling : De kracht van water 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 28-3 Afro-Latino festival Zie website Festivalweide Opitter 29 & 3 Braderie Breese winkels? 3-valleientocht Sporthal Olympia Juli 7 Tongerlo kermis Tongerlo centrum 1 t Hasselt kermis 14.3 u Voormalige school juliviering 14 Verkennerswandeling :Herbronnen 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat Augustus 2 Bree Live 2. u Deelnemende café s 4 Kidsclub Bree : Water 14. u 18. u Bree centrum 11 Verkennerswandeling : Speuren naar sporen 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen Vostertfeesten Zie website Feestterrein Oudstukkenstraat 25 Vlooien- en boekenmarkt 1. u 17. u Bree centrum September (*Maand van het GrensPark Kempen~broek) 1 * Antieke koetsentocht Bocholt Bree 11. u Vrijthof Bree 1 Tongeler Ziepkisterees 13. u 17. u Keyartstraat Tongerlo 8 * Ruiterevenement Vertrek 9. u Mariahof Beek 1. u 8 Open Monumentendag 1. u 17. u Stadsmuseum 8 Verkennerswandeling :Herbronnen 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 15 * Fietstocht Bree Weert Bree Vertrek 1.3 u Mariahof Beek 11. u 21 Groene 1 mijl van Bree 16.3 u Sportter. Sportlaan 6 22 * Picknick in het GrensPark? Itterdal/Pollismolen Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 134

220 28 & 29 Herfstkoopdagen & Breese winkels dag van de klant (zaterdag) Oktober 6 Bree kermis Bree centrum 7 Geitenmarkt 7.3 u Nieuwstad 13 Verkennerswandeling : De kracht van water 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 26 & 27 Cultuurmarathon 27 Tongerlo kermis Tongerlo centrum 27 Verkennerswandeling : Kempen~broek op je tong 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 31 *Halloweentocht Kempen~broek 18.3 u 2. u Luysmolen Bocholt November 9 Sinterklaasintocht 14. u 17.3 u Kanaalkom + Stadhuis 1 Sint-Maartensvuur Opitter + wandeling 19.3 u Achter kapel Opitter 1 Sint-Maartensvuur Beek 2. u Brug Beek 1 Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen 17 Beek kermis Beek centrum 24 Verkennerswandeling : Kempen~broek op je tong 14. u 16. u Mariahof, Einde Mariahofstraat December 5 Sinterklaasmarkt 8. u 18. u Bree centrum 21 & 22 Eindejaarsshoppen Breese winkels 28 & 29 Eindejaarsshoppen Breese winkels 29 Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop KEMPEN~BROEK: 14. u 16. u Bezoekersonthaal Pollismolen Bezoekersaantallen Kempen~Broek Uit onderzoek van het RLKM is gebleken dat het gehele GrensPark Kempen~Broek in de periode november 211 t/m juli bezoekende wandelaars heeft gehad. Een tweede telling van augustus 212 t/m mei 213 gaf bezoekende wandelaars aan. Dat betekent op een jaar tijd een stijging van bijna 15. bezoekers. De meeste bezoeken werden gebracht aan de hoofdentreepoorten IJzeren Man en de Pollismolen in Bree. Andere gebieden die ook veel bezocht werden zijn Smeetshof/Wijffelterbroek, Luysmolen in Bree, Goort in Molenbeersel en het Weerterbos. Naast de wandelaars zijn ook de fietsers onderzocht. In samenwerking met Toerisme Limburg stond er langs het kanaal bij Opitter een teller. De uitkomsten daarvan zijn opgeplust en aan de Belgische zijde van het Kempen~Broek zijn er 1. fietsers op een jaar geteld. Baliebezoekers 212 Infobalie toegangspoort Kempen~Broek Pollismolen Maand Aantal bezoekers Januari 124 Februari 162 Maart 164 April 227 Mei 172 Juni 113 Juli 291 Augustus 266 September 2 Oktober 422 November 82 December 121 TOTAAL 2344 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 135

221 Meeste bezoekers komen op zondag. De rest van de week (van woensdag tot en met zaterdag zijn er geen grote verschillen). Toch blijkt de donderdag de zwakste dag te zijn. Bezoekers aan het Natuur Educatief Centrum Mariahof (gereserveerde groepsbezoeken) Maand 213 Aantal bezoekers Januari 42 Februari 6 Maart 26 April 13 Mei 25 Juni 44 Juli Gesloten Augustus 37 September Oktober November December TOTAAL 337 (tot en met aug.) PARTNERS IN TOERISME: RLKM: Kempen~Broek Toerisme Limburg Limburgse Kempen 1.3 Interne werking van het OCMW Inleiding Armoede betekent niet enkel het hebben van een laag of het niet hebben van een inkomen, het heeft ook betrekking op andere levensdomeinen (gezondheid, huisvesting, opbouwen van een sociaal netwerk, vrijetijdsbesteding, ). Voor de aanpak is samenwerking belangrijk waarbij er niet enkel over deze mensen wordt gepraat maar mét deze mensen. Het OCMW is voor verenigingen, waar armen het woord ( welzijnsschakels ) nemen, een belangrijk aanspreekpunt. Het OCMW maakt daarmee immers haar opdracht waar om het welzijn in onze samenleving te bevorderen en in het bijzonder voor de kansarmen. Een expliciet beleidskeuze en het werken met ervaringsdeskundigen m.b.t. de aanpak van kansarmoede zijn noodzakelijk. Het OCMW is de reddingsboei voor mensen in armoede maar is dit haalbaar, gezien de budgettaire beperkingen? Het OCMW moet een centrale rol spelen in het uittekenen van het welzijnslandschap en moet netwerken en samenwerkingsverbanden opzetten. Er is de stagnerende financiële armslag maar toch moeten wij als OCMW onze verantwoordelijkheid blijven opnemen. De slagkracht ligt daarom bij de medewerkers met als sleutel samenwerken onderling, met andere OCMW s, met andere welzijnsorganisaties en hulpverleners, brugfiguren...maar met aandacht voor praktische haalbaarheid van gemaakte plannen, vertaling naar de lokale situatie en geënt op reële noden en binnen de grenzen van de voorziene financiële middelen. Er wordt gestreefd naar het garanderen van een basisinkomen dat nodig is om een leven te leiden dat beantwoordt aan een menswaardig bestaan en ondersteuning bieden voor wie het moeilijk heeft dit inkomen te beheren. De gevolgen van de moeilijke socio-economische situatie van vandaag laten zich dus nog steeds voelen en tonen aan dat er verder moet ingezet worden op werk, huisvesting, welzijn en onderwijs. Wij moeten de strijd tegen armoede moeten blijven voortzetten vanuit alle beleidsniveaus en op alle beleidsdomeinen. Enkel via een integrale aanpak maken we kans op slagen. Het is en blijft een werk van lange adem maar we weigeren er ons bij neer te leggen en werken dus naarstig verder aan een structurele armoedebestrijding met respect voor de mensen in armoede zelf. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 136

222 Op inhoudelijk vlak wordt uitgegaan van de multi-aspectualiteit van de armoede-problematiek. Armoede is meer dan een tekort aan inkomen. Het verwijst naar een geheel van onderling verbonden vormen van uitsluiting op verschillende domeinen van het individuele en sociale leven. Financiële moeilijkheden zijn tegelijk vaak oorzaak en gevolg van achterstelling op het vlak van tewerkstelling, onderwijs, huisvesting, gezondheid en maatschappelijke participatie. We moeten alert zijn voor allerhande indicatoren. Het gaat om gegevens van de VREG over energiearmoede, van de Nationale Bank van België over betalingsachterstand, van de FOD Sociale Zekerheid en POD Maatschappelijke Integratie over sociale bijstandsuitkeringen, van de VDAB over niet-werkende werkzoekenden, van het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen over ongekwalificeerde uitstroom en van Kind en Gezin over geboorten in kansarme gezinnen. Het OCMW heeft een belangrijke rol in de strijd tegen armoede. Zij wil de inkomenssituatie van de armste gezinnen verbeteren en ervoor zorgen dat alle burgers volwaardig aan alle domeinen van de samenleving kunnen participeren. We moeten aandacht hebben voor de inkomensarmoede, de materiële deprivatie en inkomensverdeling, de betalingsachterstand en de sociale bijstand. Daarna komt de sociale uitsluiting aan bod op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, gezondheid en maatschappelijke participatie. Alleenstaanden, personen in eenoudergezinnen en oudere koppels lopen een hoger risico op armoede dan gemiddeld. Van de personen in eenoudergezinnen moet goed een vijfde zien rond te komen met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Naar aantal vormen de oudere koppels de grootste groep bij de personen onder de armoederisicodrempel, kort gevolgd door de alleenstaanden. Werk vormt een belangrijke buffer tegen armoede. Het armoederisicopercentage ligt bij werkenden een pak lager dan bij werklozen, gepensioneerden en andere niet-actieven. Naast tewerkstelling beperkt ook scholing het armoederisico. Het armoederisicopercentage van personen met een diploma hoger onderwijs ligt veel lager dan dat van personen met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs. Het armoederisicopercentage ligt bij huurders veel hoger dan bij eigenaars. Ten slotte ligt het armoederisico bij niet-eu-burgers (personen die niet over de Belgische nationaliteit of over de nationaliteit van één van de andere EU-lidstaten beschikken) hoger dan bij EU-burgers (inclusief Belgen). Groepen die minder goed scoren bij de objectieve armoederisicopercentages, doen dat ook op vlak van ernstige materiële deprivatie. Het gaat om alleenstaanden, leden van eenoudergezinnen en grote gezinnen, werklozen, gezinnen waar niet of slechts beperkt wordt gewerkt, huurders, de laagste inkomensgroepen en niet-eu-burgers Aanbod van het OCMW Het sociaal beleid van een stad is ruimer dan het beleidsplan van de sociale dienst van het OCMW. De doelgroep van het sociaal beleid betreft de ganse Breese bevolking en is daardoor groter dan de typische doelgroep van de sociale dienst. Gezien deze laatste vooral gericht is op de meest kwetsbaren, de kansarmen enerzijds en anderzijds een belangrijke motorfunctie te vervullen heeft in de uitbouw van het Sociaal Huis wordt de werking van de sociale dienst toegelicht Het bestaande aanbod in Bree Onze samenleving is voordurend in verandering. Onze burgers hebben daardoor ook andere noden en zorgvragen. Als kleine maar flexibele organisatie moet het Sociaal Huis vanuit haar motto cliëntgerichtheid en toegankelijkheid hierop anticiperen. Wij blijven gaan voor een kwaliteitsvolle en laagdrempelige dienstverlening. Dat betekent verder werken aan een aanwezige, goed bereikbare, efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening voor alle Breese burgers en in het wegwerken van drempels waar die nog aanwezig zijn. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 137

223 Het OCMW, met haar klassieke financiële hulpverlening voor de financieel zwakkeren onder ons, is onder druk van demografische, economische, maatschappelijke en culturele ontwikkelingen geëvolueerd naar een Sociaal Huis op maat van alle Breese burgers. Vanuit een vraaggestuurde houding en op basis van reële noden zullen wij dit netwerk intern met de Stad en extern verder uitbouwen. Het Sociaal Huis is een dienstverleningshuis, waar uiteraard alle sociale problemen inclusief OCMW materie behandeld wordt in samenwerking met andere sociale actoren. Wij kunnen deze hulpverlening niet alleen verzorgen maar waken over een goede onthaalfunctie en doorverwijsfunctie. We hebben een netwerk uitgebouwd met andere actoren zoals CAW, DAGG Sleutelbegrippen blijven : open huis voor iedereen, klantgericht, integrale aanpak van armoede, netwerkvorming, loketfunctie, gerichte informatie en ( eventuele ) doorverwijzing Om tot een optimale dienstverlening te komen zorgen we ervoor dat mensen op een actieve, open en begrijpbare manier over de informatie kunnen beschikken om aan hun hulpvraag te voldoen rond financiële hulp, opvang voor de kinderen, geestelijke gezondheidszorg, pensioenen, ambulante of residentiële zorg voor senioren, thuiszorgdiensten, wonen, opvoedingsproblematiek, algemeen welzijnsproblemen.. Het Sociaal Huis werd opgezet als een toegankelijke en laagdrempelige opstap voor iedere burger en voor problemen, niet louter van financiële aard. In het Sociaal Huis is ook het OCMW ondergebracht. Je kunt er met al je vragen van sociale aard terecht en laten nagaan welke rechten je precies hebt. Belangrijkste activiteiten : - administratieve hulpverlening ( invullen van formulieren, helpen opstellen van brieven, telefonische contacten, aanvragen uitkeringen...; - juridische hulpverlening; - financiële hulpverlening : leefloon, installatiepremie, voorschotten, financiële steun...; - lokaal cliëntenoverleg; - psychosociale dienstverlening : eerste lijn hulp, doorverwijzing en samenwerking met gespecialiseerde diensten...; - tewerkstellingsprojecten; - pensioendienst; - asielbeleid; - schuldhulpverlening; - woonbeleid vanuit de hoek welzijn - ouderenzorg (seniorenloket - MMC - poetsdienst - gezinszorg ) - faciliterende rol in de welzijnscampus als OCMW - partner in deze publiek - private samenwerking; - kinderopvang voor kinderen van tot 3 jaar, vakantieopvang en buitenschoolse kinderopvang; - flexibele kinderopvang Het is echter niet de bedoeling dat het Sociaal Huis als enige toegangspoort voor de burger fungeert. Heel wat diensten nemen deze taak vandaag al op zich. Sociale dienst OCMW, het seniorenloket, de ombudsdienst, blijven een belangrijke rol spelen in het begeleiden van mensen naar sociale dienstverlening. Het Sociaal Huis richt zich in de eerste plaats naar de burgers, die niet altijd weten waar ze met hun vraag naartoe kunnen. Het OCMW stelt een maatschappelijk werker als overlegcoördinator thuisgezondheidszorg SIT (Samenwerkingsinitiatief Thuisgezondheidszorg) aan. Deze functie wordt uitgeoefend volgens de afspraken overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst met het OCMW van Bocholt, het OCMW van Meeuwen en Listel. De Sociale Dienst van het OCMW stelt een begeleidende ambtenaar ter beschikking ter ondersteuning van de volgende adviesraden: - Adviesraad voor personen met een handicap; - Seniorenraad. en ter ondersteuning voor volgende overlegorganen: - Lokaal overleg inzake kinderopvang LOK; Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 138

224 - Preventieraad Bree ( waar een afgevaardigde van LOGO( Lokaal gezondheidsoverleg) en CAD vertegenwoordigd is. ). Op advies van de seniorenraad werd een seniorenloket uitgebouwd op het stadhuis. Twee halve dagen per week wordt dit loket door een maatschappelijk werker bemand. Het OCMW heeft samenwerkingsinitiatieven met - VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ) door de Werkwinkel; - CAD (Centrum voor Alcohol en andere Drugproblemen); - CAW ( crisisopvang ). Naast het aanbod van de hulpverlening aan personen met een verslavingsproblematiek wordt er ondersteuning geboden bij het samen ontwikkelen van preventieve acties. - DAGG ( dienst voor ambulante geestelijke gezondheidszorg) Extra laagdrempelig hulpverleningsaanbod voor personen met een sociaal- psychiatrische problematiek. -CAW - SPOC Een overlegorgaan waar de scholen, de politie, het OCMW en het CAD in zetelen. Linken met andere diensten: - kansarmoede : Welzijnsschakels; - Welzijnscampus Gerkenberg; - Interne samenwerking : culturele participatie ( Cultuur ). vreemdelingenbeleid ( Burgerzaken ). rondhangende jongeren ( Jeugddienst ). gezondheid en gezonde levenswijze ( LOGO ) - Kinderkribbe: opnamecapaciteit: 42 kinderen; - Buitenschoolse kinderopvang: het OCMW is partner in de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang Analyse van de kwaliteit van dienstverlening van het OCMW. De laatste jaren zijn kenschetsend voor deze huidige tijd van verandering. Het OCMW is immers sterk onderhevig aan de dagdagelijkse schommelingen van het maatschappelijk leven. Dit vergt van de medewerkers flexibiliteit, creativiteit en polyvalentie om te anticiperen op het steeds wisselend maatschappij beeld. Het vraagt om een voortdurende herbronning, telkens op zoek gaan naar nieuwe methoden en open staan voor bijkomende opdrachten waardoor de werkdruk stijgt. Dit geldt voor elke organisatie maar specifiek voor het OCMW is dat er gewerkt moet worden met mensen met steeds complexere problemen. Anderzijds moet het OCMW ijveren voor het welzijn van eenieder waarbij het een ruime actieradius heeft Er zijn prioritaire doelgroepen van jong tot oud ( kinderopvang voor 3 jarigen, opvoedingsondersteuning, buitenschoolse opvang voor kinderen van het kleuter en lager onderwijs, gewijzigde gezinssituaties en nieuwe samenlevingsvormen, stijgende zorg voor senioren, problematiek van politiek vluchtelingen, generatiearmoede.). Zorg refereert naar een aantal sleutelbegrippenwoorden zoals hulp- en dienstverlening, menswaardigheid. We vertrekken daarbij enerzijds vanuit het referentiekader van de cliënt zelf. Dit wil zeggen, zorg aangepast aan haar/zijn tempo, aan haar/zijn groeimogelijkheden, aan haar/zijn prioriteiten, aan haar/zijn eigenheid en waarbij gerekend wordt op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en de bereidheid om mee te werken aan het verbeteren van zijn situatie. Anderzijds dient deze zorg afgestemd te zijn op de mogelijkheden van onze organisatie: wat is wettelijk mogelijk, wat is realistisch, wat is haalbaar? Er zijn steeds méér mensen met een hulpvraag, (soms met terugval na de begeleiding ) zodat medewerkers het gevoel krijgen of in dergelijke omstandigheden nog kwaliteit kan gegarandeerd worden. Er ontstaat een spanningsveld waardoor er twijfels ontstaan over de wijze van aanpak. De brede opdracht betekent voor het OCMW dat het zich permanent moet aanpassen aan veranderende en nieuwe maatschappelijke uitdagingen zoals de demografische evolutie met de toenemende vergrijzing van onze bevolking, de betaalbaarheid van ons sociaal model en zorg Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 139

225 De mensen voelen zich bedreigd in hun gevoel van welzijn op persoonlijk, relationeel, psychosomatisch, maatschappelijk of materieel vlak door andere, nieuwe samenlevingsvormen te wijten aan maatschappelijke, demografische en culturele ontwikkelingen, het mogelijk wegvallen van sociale netwerken en familiale solidariteit door echtscheidingen, een steeds snellere en complexere samenleving, (dreigende ) werkloosheid, wegvallen van klassieke waardepatronen, stress door onzekerheid. Welzijn heeft vele gezichten (betrekking op huren, wonen, energie, gezondheid, digitale kloof, ). Er ontstaat opnieuw een spanningsveld door steeds méér bijkomende opdrachten ( en.én.én..). Er moet veel gebeuren maar er moet ook bespaard worden. Daarnaast wordt het OCMW ook geacht specialist te zijn in kansarmoedebestrijding. Het OCMW is voor verenigingen, waar armen het woord ( welzijnsschakels ) nemen, een belangrijk aanspreekpunt. Het OCMW maakt daarmee immers haar opdracht waar om het welzijn in onze samenleving te bevorderen en in het bijzonder voor de kansarmen. Dit betekent ook dat er een grotere deskundigheid van de maatschappelijk werker gevraagd wordt, grotere flexibiliteit en kennis. Er moet over gewaakt worden dat geen verkeerde keuzes gemaakt worden of dat een OCMW-cliënt in Bree niet benadeeld is, omdat de maatschappelijk werker niet over voldoende kennis beschikt. Vorming en intervisie zijn noodzakelijk en aansluiting bij de Welzijnsregio Noord Limburg biedt verdere mogelijkheden Financiële hulpverlening. Omwille van financiële en economische crisis is het aantal leefloongerechtigden sterk gestegen. Hierdoor ontstaat een nieuwe sociale kwestie met groeiende kloof tussen laag- en hooggeschoolden en de kloof tussen uitkeringsgerechtigden en werkenden. Bovendien verruimt onder druk van de huidige crisis het risico op armoede, waardoor ook hooggeschoolden worden geraakt en de nieuwe armoede ontstaat omwille van schulden en faillissementen. Wij moeten erover waken onze opdracht niet te verengen tot het uitkeren van financiële bijstand maar begeleiding van de hulpvrager ( hulpverlening op vlak van schuldenbeheer of begeleiding van mensen naar werk ) is even belangrijk. Toekennen van het leefloon volgens leeftijd, volgens woon en leefsituatie en de duur van de hulp : Leefloners in 21 Aantal toekenningen : 44 Leefloners in 211 Aantal toekenningen: 44 Leefloners in 212 Aantal toekenningen: 52. Vervrouwelijking, verkleuring en verjonging is de tendens. Enige factoren die aan de grondslag liggen van de stijging op Recht op Maatschappelijke Integratie ( RMI ) : - de groeiende onzekerheid van risicogroepen - de overdracht naar de OCMW's van werkzoekenden die uitgesloten zijn door de RVA - het opduiken van nieuwe begunstigden op OCMW-steun ( Nederlanders, regulariseerden, ) - de transfer naar het leefloon van de begunstigden op een financiële steun na inschrijving in het bevolkingsregister - méér mensen van vreemde origine - verlenging van de beroepsinschakelingsperiode sinds 1 januari 212 voor nieuwe werkzoekenden en het feit dat de beroepsinschakelingstijd beperkt is - de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen sinds 1 november crisis van 28 - meer studenten die steun komen vragen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 14

226 Profiel op basis van de leeftijd 21 jonger dan 25 jaar jaar jaar 46 jaar en ouder jonger dan 25 jaar jaar jaar 46 jaar en ouder jonger dan 25 jaar jaar jaar 46 jaar en ouder Profiel op basis van de woon- en leefsituatie 21 Alleenstaande met partner + kind zonder partner + kind verblijf in instelling Alleenstaande met partner + kind zonder partner + kind verblijf in instelling verblijf bij de ouders 5 - met partner zonder kind Alleenstaande met partner + kind zonder partner + kind verblijf in instelling samenwonenden met anderen : 8 - met partner zonder kind : 5 Profiel op basis van de duur van de hulp 21 1 maand 2-3 maanden 4-6 maanden 7-9 maanden 1-12 maanden Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 141

227 211 1 maand 2-3 maanden 4-6 maanden 7-9 maanden 1-12 maanden maand 2-3 maanden 4-6 maanden 7-9 maanden 1-12 maanden Het aantal leefloners steeg in 21 en 211 van 44 naar 52 in 212 waarbij de leeftijdsgroep tot 35 jaar (inclusief de jongeren onder de 25 jaar ) vooral stijgt in vergelijking met het verleden. Alleenstaanden en vooral alleenstaande vrouwen met kinderen blijven ook in 212 de meeste kwetsbare groep. Het sociaal vitaal minimum Het leefloon als minimaal basisrecht is veelal ontoereikend om menswaardig te kunnen leven. Om de levenskwaliteit van personen in financiële steunverlening te verbeteren en de kloof met het sociovitaal minimum* te dichten, verleent het OCMW, hoofdzakelijk uit eigen middelen, op maat bijkomende financiële hulp aan de hand van onder meer overbruggingssteun, huurwaarborgen en energieforfait. Wij moeten ons blijven bezinnen over de rol van het SVM en de rol van deze steunverlening in het begeleidingstraject van cliënten. Zo kan een korter durende steunverlening ook wijzen op een werkwijze die gericht is op het blussen van brandjes waarbij het uiteindelijke doel, namelijk het garanderen van een basisinkomen zodat mensen het sociaal vitaal minimum op langere termijn bereiken en zo in staat zijn te voorzien in hun basisbehoeften, in de verdrukking komt. 21 SVM 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 49 cliënten ,5 Een stijging van 31 dossiers in 29 naar 49 in M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 19 cliënten ,5 Een daling van 49 dossiers in 21 naar 19 in 211 maar deze daling wordt gecompenseerd door steun in speciën met M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 27 cliënten ,49 Deze cijfers nodigen ons uit om na te denken over de rol van steunverlening in het begeleidingstraject van cliënten. Zo kan een korter durende steunverlening ook wijzen op een werkwijze die gericht is op Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 142

228 het blussen van brandjes waarbij het uiteindelijke doel, namelijk het garanderen van een basisinkomen zodat mensen het sociaal vitaal minimum op langere termijn bereiken en zo in staat zijn te voorzien in hun basisbehoeften, in de verdrukking komt. Voorschotten op kinderbijslag en geboortepremies 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 4 cliënten 74, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 Totaal : 1 cliënt 672, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 Totaal : 1 cliënt 9,28 Voorschotten op tegemoetkomingen gehandicapten 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 3 cliënten 5298, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 3 cliënten 3778, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 Totaal : 1 cliënt 5 Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 143

229 Voorschotten op werkloosheidsvergoedingen 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 7 cliënten 548, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 3 1 Totaal : 4 cliënten 1495, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 9 cliënten 882,19 Voorschotten op loon 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 2 Totaal : 2 cliënten 974, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 Totaal : 1 cliënt 65 Voorschotten op pensioen 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Totaal : 6 cliënten 391, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M Geen vragen Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 144

230 212 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 1 Totaal : 2 cliënten 2923,74 Voorschotten ziekte- en invaliditeitsuitkeringen 21 1 M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 1 Totaal : 2 cliënten 1544, M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 1 Totaal : 1 cliënt M 2 3 M 4 6 M 7 11 M 12 M 6 2 Totaal : 8 cliënten 88,37 Plaatsingskosten in onthaaltehuizen 21 : 6 cliënten 5496, : 5 cliënten 1946, : 2 cliënten 145,44 Residenten met een financiële tussenkomst van het OCMW: 21 : 6 5 bewoners WZC Gerkenberg Bree 1 bewoner WZC Meeuwen 211 : 3 2 bewoners van WZC Gerkenberg: 1 bewoner WZC Meeuwen: Voor 211 werden er 37 borgstellingen aangevraagd en goedgekeurd: 24 vrouwen 13 mannen 13 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 2 aanvragers werden opgenomen in de serviceflats van WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC te Maaseik. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 145

231 11 aanvragers werden nog niet opgenomen. 1 aanvrager werd niet opgenomen wegens opname OPZ. 3 aanvragers werden niet opgenomen wegens overlijden. 2 aanvragers werden niet opgenomen wegens annulatie. Voor 211 werd 3 bevoegdheidsverklaringen opgemaakt voor het WZC Peer. 212 : 12 9 personen van wie enkele met een eenmalige of kortstondige tussenkomst 3 van deze personen zijn inmiddels overleden. Voor 212 werden er 35 borgstellingen afgeleverd : 22 vrouwen 13 mannen 15 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in het WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC Maaseik. 8 aanvragers werden nog niet opgenomen. 7 zijn overleden voor opname. Voor 212 werden 4 bevoegdheidsverklaringen afgeleverd voor het WZC Peer. Voor 211 werd 3 bevoegdheidsverklaringen opgemaakt voor het WZC Peer. 212 : 12 9 personen van wie enkele met een eenmalige of kortstondige tussenkomst 3 van deze personen zijn inmiddels overleden. Voor 212 werden er 35 borgstellingen afgeleverd : 22 vrouwen 13 mannen 15 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in het WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC Maaseik. 8 aanvragers werden nog niet opgenomen. 7 zijn overleden voor opname. Voor 212 werden 4 bevoegdheidsverklaringen afgeleverd voor het WZC Peer. -- Rusthuisresidenten met een financiële tussenkomst van het OCMW kende een opvallende stijging van 3 in 211 naar 12 in Huisvesting Op vlak van wonen zijn wij na 212 er nog méér van overtuigd dat het OCMW, als co - regisseur van het woonbeleid, goed geplaatst is om de sociale dimensie van het wonen te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen. Er moet bijvoorbeeld verder overleg plaats vinden met de huisvestingsmaatschappijen over bemiddeling rond huurachterstal, preventieve woonbegeleiding Het OCMW heeft als opdracht de dienstverlening te verzekeren die nodig is om eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. (Art. 1 van de organieke wet). Het niet hebben van een eigen thuis van waaruit men zijn persoonlijk en maatschappelijk leven kan organiseren, het ontbreken van minimale woonkwaliteit en wooncomfort,... Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 146

232 doet afbreuk aan die waardigheid. Vanuit dit standpunt is wonen een zaak van het OCMW. Hier werd vooral gefocust op de rol die de OCMW s spelen in het toeleiden van woonbehoeftigen naar een woning op de private en de sociale huurmarkt en de afspraken die het OCMW maakt met de sociale verhuurders. Daarnaast speelt het OCWM een informerende en dienstverlenende rol naar de totale bevolking toe. Het OCMW is als co-regisseur van het woonbeleid goed geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid; Wonen is een nog jong beleidsveld is, dat zijn plaats nog moet krijgen in het organogram; wonen als beleidsveld is ook méér dan een facet van ruimtelijke ordening; de woonconsument met zijn/haar noden en wensen is ook belangrijk. Op dit ogenblik worden taken uit het beleidsveld wonen uitgevoerd vanuit verschillende beleidsdomeinen of diensten zoals ruimtelijke ordening, sociale zaken, burgerzaken wat om een goede afstemming en samenwerking vraagt tussen deze verschillende diensten van Stad en OCMW. Binnen de gemeentelijke werking is een stapsgewijze koerscorrectie nodig van een huisvestingsbeleid naar een voldoende geïntegreerd woonbeleid, waarbij naast het beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening (woning/aanbod) ook met het welzijnsbeleid (woonconsument /vraagzijde) wordt rekening gehouden. Vanaf 1/1/214 wordt het OCMW aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg. Bree was nog niet aangesloten is bij een Sociaal Verhuurkantoor wat nochtans een waarborg kan zijn voor betaalbaar en kwaliteitsvol wonen; een aansluiting kan immers een bijdrage leveren in het versneld behalen van het BSO - sociale huur en kan het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/-appartementen verhogen. Het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg heeft als doel het verschaffen van betaalbare en comfortabele huisvesting in het werkingsgebied van de aangesloten leden aan personen en gezinnen die door hun maatschappelijke situatie geen of weinig kans hebben om op de bestaande huisvestingsmarkt aan bod te komen. De vereniging zal dit doen : - op de private huurmarkt binnen het werkingsgebied woningen te huren of in erfpacht te nemen om ze, zo nodig na renovatie-,verbeterings - of aanpassingswerkzaamheden en met aandacht voor het bieden van woonzekerheid, tegen een redelijke huurprijs te verhuren aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden; - de onderhuurders en huurders inspraak- en participatiemogelijkheden te bieden en hen te begeleiden om hen vertrouwd te maken met hun rechten en plichten als huurder; - samen te werken met lokale huisvestingsactoren of welzijnsactoren en in het bijzonder zelf het initiatief te nemen tot het opzetten van lokale samenwerkingverbanden met deze actoren; Het stads- en OCMW - bestuur van Bree heeft deze aansluiting vanaf 1/1/214 goedgekeurd en is overtuigd van de méérwaarde van deze toetreding op diverse vlakken nl. - het SVK wenst een antwoord te bieden op het probleem om voor zwakke doelgroepen een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden op de private huurmarkt. Vaak fungeert deze aangeboden huisvesting ook als een overbrugging in de periode dat deze zwakke doelgroep op de wachtlijst staat voor de sociale huisvesting. De problematiek is tweeledig: enerzijds is er het financieel onvermogen om te kunnen huren en anderzijds zijn de eigenaars niet zo geneigd om te verhuren aan 'sociaal publiek'; - het SVK vormt als het ware een buffer tussen onderhuurder en eigenaar; lost huurdersproblemen op en neemt op deze manier de eigenaarsongerustheid en een pak kopzorgen weg, met name zorgt ervoor dat maandelijks huur betaald wordt en het SVK neemt de verantwoordelijkheid over de zorg voor de woning; - het financieel voordeel voor de huurder is dat deze in de meeste gevallen in aanmerking komt voor huursubsidie en er is tevens het voordeel van individuele huurbegeleiding; - het SVK krijgt door de collectieve inhuring ook impact op de private huurmarkt: het kan onderhandelen met eigenaars over huurprijs en woningkwaliteit, kan eigenaars stimuleren (ook via premieregeling) tot verbeteren van de woningkwaliteit, vooral op vlak van energiebesparende Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 147

233 maatregelen; eigenaars kunnen beroep doen op renovatiepremies waar andere verhuurders geen recht op hebben; - recent onderzoek van het Steunpunt Ruimte en Wonen toont trouwens aan dat de eigenaars zeer tevreden zijn over hun samenwerking met een SVK. De stipte en zekere betaling van de huurprijs, de opvolging van het onderhoud van de woning en eventuele ondersteuning bij renovatiewerken en de beperkte administratieve beheerslast worden genoemd als een troef. - voor de organisatie van het sociaal verhuurkantoor is er een Vlaamse subsidiëring; voorwaarde hiertoe is dat intergemeentelijk wordt samengewerkt, en dat er samenwerking is met andere woon- en welzijnsactoren (onder andere huisvestingsmaatschappij, CAW, opbouwwerk...). Subsidiëring wordt aangewend voor de organisatie van het kantoor (personeel en werking) met aandacht voor de huurbegeleiding. De acute problemen op de woningmarkt mogen blijken uit de grote tussenkomst voor de huurwaarborgen zowel wat het aantal dossiers ( 211 : 2 en 212 : 25 ) betreft als de financiële tussenkomst betreft ( 211 : en 212 : 22. ) en het aantal uithuiszettingen. Wanneer een gerechtelijk onderzoek tot uithuiszetting wordt opgestart bij het vredegerecht, dan wordt het OCMW, zoals de wetgeving dat vraagt, op de hoogte gebracht. Als het gaat om gekende cliënten zal de behandelende maatschappelijk assistent de cliënt contacteren om samen met hem of haar en de eigenaar naar een minnelijke oplossing te zoeken. Als het gaat om personen die niet gekend zijn bij het OCMW, dan biedt het OCMW schriftelijk haar dienstverlening aan. In 29 dreigde voor 6 cliëntsituaties een uithuiszetting; in 21 waren dat er 12 en in 211 waren er 1 cliëntsituaties. Er waren 16 uithuiszettingen in 212. Door Eurostat wordt de grens voor een te zware woonkost gelegd op 4% van het beschikbare huishoudinkomen. In 211 leefde 7% van de Vlamingen in een huishouden met een te zware woonkost. Te zware woonkosten komen relatief vaker voor bij ouderen, alleenstaanden en leden van eenoudergezinnen, werklozen, leden van gezinnen met zeer lage werkintensiteit, laaggeschoolden, huurders, de laagste inkomensgroepen Energiearmoede Dat de woonkost behoorlijk kan doorwegen op het gezinsbudget blijkt ook uit het feit dat een aanzienlijke groep gezinnen problemen heeft met het betalen van de elektriciteits- of gasfactuur. Een klant die zijn energiekosten niet tijdig betaalt, krijgt een herinneringsbrief in de bus. Wie daarop binnen een bepaalde termijn niet reageert, krijgt een aangetekende ingebrekestelling. Reageert de klant ook hier niet op of komt hij de in een afbetalingsplan gemaakte afspraken niet na, dan mag de commerciële leverancier het contract met zijn klant opzeggen. Als de klant geen nieuwe commerciële leverancier vindt, dan neemt de netbeheerder in zijn rol van sociale leverancier de levering van elektriciteit en/of gas over. Bij wanbetaling bij de sociale leverancier plaatst de netbeheerder een budgetmeter die de klant verplicht om vooraf te betalen voor de levering van elektriciteit en/of gas. Indien de klant niet vooraf betaalt, valt de stroomlevering terug op een minimale levering van 1 ampère. Het wordt dan moeilijk om meerdere toestellen tegelijk te gebruiken. Bij gas wordt in het geval van niet betaling via de budgetmeter de levering helemaal afgesloten. Aantal bezoeken budgetmeter 211 jan febr mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Tot In vergelijking met 211 bedroeg het aantal bezoeken in 21 slechts 831. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 148

234 Totaal bedrag jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Tot , , In vergelijking met 211 ging het in 21 over een bedrag van Aantal bezoeken 212 jan feb maart april mei juni juli aug sept okt nov dec Totaal Totaal bedrag jan feb maart april mei juni juli aug sept okt nov dec Totaal ,8 9374, ,49 Het aantal budgetmeters voor elektriciteit lag in 212 op hetzelfde niveau als in 211. Dat aantal nam de voorbije jaren duidelijk toe. Er werd in % méér beroep gedaan op de budgetmeter en het totaal verhandelde bedrag steeg met 93 % in vergelijking met 21. Wat de budgetmeter betreft zijn er gelijkaardige cijfers in 211 en 212 zowel wat het aantal bezoeken betreft als het bedrag. Bij blijvende wanbetaling kan een vraag tot volledige afsluiting voorgelegd worden aan de Lokale Adviescommissie (LAC) van de gemeente. In de wintermaanden worden in dergelijke situatie elektriciteit en gas niet afgesloten. - Het LAC kwam 3 maal samen in 212 : 53 dossiers werden besproken: 13 personen waren aanwezig, met 1 persoon was er telefonisch contact en met 3 personen schriftelijk contact. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 149

235 - Er wordt geen betaalovereenkomst meer afgesloten i.v.m. de openstaande energierekeningen. De schuld wordt automatisch afbetaald met 5/week ( dit bedrag wordt verhoogd indien het een zeer hoge schuld betreft ) via het opladen van de budgetmeter. - De OCMW - Raad keurde het systeem minimale levering aardgas goed. Er werd geen gebruik gemaakt van het systeem. Aantal budgetmeters Elektriciteit actief op 31/12/12 : 74 ( in 21: 69 ) Aantal budgetmeters Gas actief op 31/12/12 : 41 ( in 211 : 3 ) Aantal afbetalingsplannen in budgetmeter Elektriciteit nog lopend op 31/12/12 : 43 Aantal afbetalingsplannen in budgetmeter Gas nog lopend op 31/12/12 : 48 Aantal klassieke betaalovereenkomsten, nog lopend op 31/12/12 : 1 ( in 211 : 3 ) Aantal uitgevoerde afsluitingen in 212 : 1 Het aandeel personen met huisvestingsproblemen neemt af met de leeftijd. Daarnaast zijn er meer problemen bij groepen die ook minder goed scoren op de andere indicatoren: de eenoudergezinnen, grote gezinnen en alleenstaanden, de werklozen en niet actieven (exclusief de gepensioneerden), de gezinnen waar slechts beperkt wordt gewerkt, de laaggeschoolden, de huurders, de laagste inkomensgroepen en de niet-eu-burgers. Wij moeten evenwel nog meer werken rond preventie van energieschulden en rond betere energieprestaties binnen de woningen. Instrumenten als energiescan en leningen bij het FRGE in functie van betere energieprestaties zijn onvoldoende ingeburgerd in de manier van denken. Tussenkomst energiekosten OCMW 21 : 15 cliënten 2588, : 24 cliënten 3258, : 44 cliënten 471,3 Verwarmingstoelagen De federale overheid verleent toelagen bij de aankoop van brandstoffen voor verwarming van woningen. Doelgroepen zijn de mensen met lage inkomens. Van 1/1/211 tot 31/12/211 werden er 43 toelages toegekend voor een totaal bedrag van ,78. ( In 29 werden er 247 toelages toegekend voor een totaal bedrag van ,42 ) Zes verwarmingstoelages werden geweigerd. Redenen voor weigering: - inkomen te hoog - onvoldoende gegevens beschikbaar voor toekenning In totaal werden er 44 kantoorbezoeken geregistreerd en 1 huisbezoek. Van 1/1/212 tot 31/12/212 werden er 426 toelages toegekend voor een totaal bedrag van ,56. Vijf verwarmingstoelages werden geweigerd. Reden voor weigering is vooral dat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor toekenning omwille van inwonende kinderen met eigen inkomsten. In totaal werden er 442 kantoorbezoeken geregistreerd. In 211 kreeg het Sociaal Huis bijna 75 % méér aanvragen voor verwarmingstoelagen te verwerken in vergelijking met 29. In 212 merken we dat het aantal aanvragen ongeveer gelijk gebleven is. Het totale bedrag van de toekenningen verwarmingstoelage is wel gedaald. De reden hiervoor is dat de mensen door de dure energieprijzen (die zwaar doorwegen op het budget van vele gezinnen), minder stookolie/bulkpropaangas laten leveren en ook in meerdere keren. Ze proberen te sparen door Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 15

236 minder ruimtes te verwarmen (vb. enkel woonkamer, keuken en badkamer) of combineren dit met verwarming via alternatieve bronnen (verwarmen op hout, gas ) Asielbeleid Onthaalbureau Inburgering Limburg en OCMW Bree engageren zich tot de uitvoering van het Model van samenwerkingsprotocol tussen het onthaalbureau, de VDAB en het OCMW betreffende de doorverwijzing van inburgeraars naar het onthaalbureau voor het volgen van een primair inburgeringstraject van 27 februari 29 en de uitvoering van het afsprakenkader voor de toepassing van het Model van samenwerkingsprotocol op Limburgs niveau. Het LOI bestaat, na de gerealiseerde uitbreiding in 21, uit 25 plaatsen, gespreid over 6 woningen: Meeuwerkiezel 1: 6 plaatsen ( 2 koppels en 2 alleenstaande mannen) Peerderbaan 11: 5 plaatsen ( gezin) Meinestraat 43: 5 plaatsen (gezin) Opitterpoort 26: 4 plaatsen (gezin) Velkuilenstraat 1 bus 1: 3 plaatsen (gezin) Velkuilenstraat 1 bus 2: 2 plaatsen ( 2 alleenstaanden) Er trad een tariefwijziging (vermindering) op voor de begeleide minderjarige asielzoekers vanaf 1/8/212 en dit bij toepassing van het koninklijk besluit van 24/7/212 tot regeling van terugbetaling van kosten van de materiële hulp door de OCMW s toegekend aan de begunstigden van een LOI. Van 1/4/214 wordt Opitterpoort 26 gesloten en vanaf 1/1/214 worden de LOI - plaatsen op de Peerderbaan 11 omgewisseld in bufferplaatsen, die bijvoorbeeld voor crisisopvang kunnen worden ingezet maar terug opgevraagd kunnen worden door Fedasil voor asielzoekers. Continue aandachtpunten zijn : bewaken van de kwaliteit van de woningen; maandelijkse controlebezoeken blijven uitvoeren en het effectiever inspelen op de vaststellingen van de controlebezoeken bewaken van de toepassing van het huishoudelijk reglement en het nemen van maatregelen bij overtredingen; gerichter aanpakken bij het hanteren van het leefgeld ( koppelen aan het nakomen van afspraken ); verdere aanpassing toekenning sanitair pakket, linnen, bij aankomst in het LOI; stappenplan optimaliseren en correcte dossieropvolging bij aankomst, verblijf en vertrek uit de woning; continu toezicht op de werking medische kosten, misbruiken proberen te vermijden; monitoring van de opvangcapaciteit van het bestaand LOI Sociale en culturele participatie Het OCMW van Bree maakt gebruik maken van de subsidie verleend in het kader van het te verschijnen KB houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW. Armoede en bestaansonzekerheid gaan ten slotte ook gepaard met achterstelling op het vlak van maatschappelijke integratie en participatie. Zo participeren de meest kwetsbare groepen minder aan cultuur, aan sport en aan het verenigingsleven. In 212 nam bijna een kwart van de volwassen Vlamingen niet deel aan culturele activiteiten. De niet participatie aan cultuur ligt beduidend hoger bij ouderen en gepensioneerden, werklozen, alleenstaanden, samenwonenden zonder kinderen, laaggeschoolden en personen uit de laagste inkomensgroepen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 151

237 Een gelijkaardige situatie doet zich voor op het vlak van sportparticipatie. Ook daar zijn het vooral de ouderen en gepensioneerden, werklozen, alleenstaanden en alleenstaande ouders, laaggeschoolden en personen uit de laagste inkomensgroepen die minder participeren. Op het vlak van actieve deelname aan het verenigingsleven is er hetzelfde beeld: ouderen, werklozen, laagopgeleiden en personen uit de laagste inkomensgroepen zijn minder actief. In totaal blijkt iets minder dan de helft van de volwassen Vlamingen geen actief lid van 1 of meer verenigingen. De verschillen tussen groepen zijn minder uitgesproken - of lopen in een aantal gevallen zelfs in de andere richting - bij de intensiteit van sociale contacten met buren, familie en vrienden of kennissen. Het zijn niet de 65-plussers die het hoogste risico lopen op sociale isolatie, wel de 5- tot 64-jarigen. Er blijkt ook geen duidelijk verschil te zijn naar opleidings- en inkomensniveau. Bijna 11% van de volwassen Vlamingen had in 212 minder dan wekelijks contact met buren, familie, vrienden of kennissen. Het aandeel Vlamingen dat risico loopt op sociale isolatie is sinds 21 opvallend gestegen. Het aandeel Vlamingen dat geen of zeer zelden gebruik maakt van internet daalt de laatste jaren behoorlijk snel. Maar in 212 gaat het toch nog om een kwart van de volwassen Vlamingen. Het verschil naar leeftijd is zeer groot. Bij de jongste groep gaat het om een te verwaarlozen aandeel, bij de oudste groep om 67%. Daarmee verbonden is ook de hoge score van gepensioneerden en alleenstaanden. Er zijn daarnaast duidelijke verschillen naar geslacht, opleiding en inkomensniveau. De niet-participatie ligt bij mannen lager dan bij vrouwen, bij hoogopgeleiden lager dan bij laagopgeleiden en bij de hogere inkomensgroepen lager dan bij de lagere inkomensgroepen Minder Mobiele Centrale De bedoeling is het aanbieden van vervoer voor bejaarden, personen met een handicap en mensen in een sociale noodsituatie met een beperkt inkomen en dit via het inzetten van vrijwillige chauffeurs. 21 Aantal ritten: Aantal km : 53 1 Aantal chauffeurs : 5 Het merendeel van de gebruikers is bejaard. De niet-bejaarden zijn vaak personen met een handicap en de gasten van het MPI Ter Engelen, die naar hun familie, hobbyclub en vakantiebestemming gebracht worden. 211 Aantal ritten : Aantal km : 8 271,52 Aantal chauffeurs : 6 Aantal gebruikers : leden van Open Kans 212 Aantal ritten : 3279 Aantal km : 7543,3 km Aantal chauffeurs : 7 Aantal gebruikers :71 en 15 leden van Open Kans Het profiel van de gebruiker is in 212 hetzelfde als in 211. Het merendeel van de gebruikers is bejaard. Niet-bejaarden zijn meestal personen met een handicap en de gasten van MPI Ter Engelen, die meestal naar hobby en familie gebracht worden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 152

238 Schuldbeheer Statistische gegevens van het aantal dossiers budgethulpverlening zonder schulden in 212 : 47 ( in 211 : 25 en in 21 : 19 ) - schuldbemiddeling an sich : 15 ( in 211 : 31 en in 21 : 12 ) - schuldbemiddeling en budgetbegeleiding : 29 ( in en in 21 : 19 ) - schuldbemiddeling en budgetbeheer : 21 ( in 211 : 31 en in 21 : 26 ) - collectieve schuldenregeling : enkel budgetbeheer / budgetbegeleiding bij externe aanstelling : 29 ( in 211 : 18 en in 21 : 24 ) - aanvragers op de wachtlijst : 13 ( in 211 : 7 en in 21 : 16 ) - Op vlak van schuldenbeheer werd in 211 de procedure budgetbeheer gestandaardiseerd en geoptimaliseerd in overleg met de maatschappelijk werkers. De wachtlijst werd afgebouwd en er werd een visie ontwikkeld over de kritische succesfactoren voor een duurzaam budgetmanagement. De OCMW s en CAW s moeten één front vormen voor aanpak van problemen in verband met schuldhulpverlening. In 212 werd de erkenning van het OCMW van Bree als schuldbemiddelaar verlengd voor een periode van 6 jaar met ingang van 1/8/213. Duurzaam budgetmanagement is het finale doel van iedere vorm van schuldhulpverlening (schuldbemiddeling, schuldpreventie, budgetbegeleiding, budgetbeheer, ). Cliënten moeten in staat zijn om, zonder schulden, duurzaam (volhoudbaar) greep te krijgen op hun budget. De sociale dienst tracht gezinnen en/of personen met financiële moeilijkheden zodanig te begeleiden dat zij zich op financieel gebied kunnen leren handhaven en uiteindelijk bekwaam zijn tot een zelfstandig financieel beheer. Meer specifiek richt het OCMW zich tot de personen met problemen ten gevolge van een schuldenlast die geheel of deels uit een of meerdere kredietovereenkomsten voortvloeit. Het doel van de overeenkomst bestaat erin genoemde personen te helpen hun financieel evenwicht te herstellen en hun schulden af te betalen op een menswaardige wijze. Knelpunten: - Het aantal vragen van cliënten met financiële problemen stijgt en de vragen worden steeds complexer. - De werkdruk stijgt enorm omdat de wachtlijst alsmaar dreigt aan te groeien en de uitstroom van cliënten is eerder beperkt - Opvallend is dat het aantal 3-ers toeneemt. - Cliënten worden mondiger maar ook agressiever en bedreigender; werken met doelgroep psychiatrische patiënten is niet evident. - Cliënten hebben het alsmaar moeilijker om hun vaste maandelijkse kosten te betalen. - Cliënten moeten sneller kunnen uitstromen, maar cliënten begeleiden naar uitstroom is ZEER TIJDSINTENSIEF waardoor het aantal cliënten dat effectief uitstroomt zeer beperkt is. Ook huisbezoeken zijn heel noodzakelijk. - Cliënten die uiteindelijk uitstromen, hebben behoefte aan nazorg. Maar door de stijgende vraag naar schuldhulpverlening en de stijgende werkdruk is deze nazorg eerder beperkt. De focus wordt gelegd op de nieuwe dossiers en de dossiers op de wachtlijst; deze cliënten krijgen voorrang op cliënten die nood hebben aan nazorg. - Wachtlijstbegeleiding: ieder maatschappelijk werker doet zowel begeleidingen als administratieve afhandeling van de budgetbeheren. Deze combinatie moet onderzocht worden. - Budgetbegeleiding is niet altijd haalbaar omdat er op maat van de cliënt gewerkt wordt en er veel van de cliënt zelf verwacht worden, het is heel intensief en vraagt veel gesprekken tussen maatschappelijk werker en cliënt. Ook hier zijn huisbezoeken noodzakelijk. Er is eveneens het risico dat de mogelijkheden van de cliënt overschat worden; sommige cliënten zijn immers niet vaardig genoeg om zelf voor hun financiën in te staan, met als gevolg dat de situatie enkel maar verergert naarmate de cliënt langer op de wachtlijst blijft staan. - Alert zijn voor uitstroom van de zogenaamde restgroep. Deze hebben een verhoogde kans om terug op de wachtlijst te komen, met als gevolg geen daling van aantal aanvragen op wachtlijst. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 153

239 Voorwaarden voor deelname: De betrokkenen dienen enerzijds te beschikken over voldoende inkomsten (ten minste een bedrag gelijk aan het socio-vitaal minimum) en anderzijds bereid zijn hun medewerking te verlenen. Profiel van de deelnemende gezinnen: Kenmerkend voor het cliënteel is de aanwezigheid van meestal verschillende van de hiernavolgende factoren: - lage scholingsgraad, beperkt ontwikkelingsniveau; - sterke vertegenwoordiging van alleenstaanden : het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidmarkt positie en een hoger arbeidrisico hebben en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar, zij bewonen vaak ( sociale ) kleine huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Wanneer er behoefte is aan hulp, kunnen ze niet terugvallen op de mantelzorg van de huisgenoten; - alleenstaande moeders met kinderen is een kwetsbare groep : zij hebben een lager gezinsinkomen dan tweeoudergezinnen en hebben een grotere kans om in de armoede terecht te komen. Voor velen valt een voltijdse baan moeilijk te combineren met de gezinstaken. Laagdrempelige en beschikbare, betaalbare kinderopvang zijn voor de alleenstaande ouders zeer belangrijk. Alleenstaande ouders hebben een slechtere gezondheid dan personen die samenwonen met kinderen/partner. Zij lopen een groter risico op sociale deprivatie en lijken meer moeilijkheden te ondervinden bij de opvoeding van hun kinderen en wensen vaker opvoedingsondersteuning; - de leeftijdsgroep 46+ is sterk vertegenwoordigd ( een verhoogd armoederisico ); - cliënten zijn vaak afkomstig uit sociaal zwakke milieus; - de vragen worden steeds complexer, wat een integrale aanpak vereist; het basisprobleem is overwegend een financieel probleem waarbij vooral de betaling van de stijgende vaste kosten een probleem vormt; naast financiële problemen dient er ook aandacht te gaan naar psychosociale, medische en andere problemen; - de belangrijkste oorzaken van schuldproblemen zijn moeilijkheden met beheer/overbesteding, inkomensproblemen en een tekort aan administratieve vaardigheden. Tegen de achtergrond van ervaren knelpunten en rekening houdend met het profiel van de zorgvragers zijn dit aandachtspunten: - Uitstroom van cliënten waarvan geweten is dat ze, na verloop van tijd, zelf hun financiën zullen kunnen beheren - Nagaan in welke mate de restgroep eventueel beroep kan doen op andere initiatieven (o.a. voorlopig bewindvoering ) - Preventie: initiatieven ontwikkelen o.a. naar de schoolgaande jeugd toe, maar ook naar kansarmen. - Cliënten zo spoedig mogelijk budget- en schuldhulpverlening kunnen aanbieden (wegwerken en vermijden van het opstellen van een wachtlijst). - Wachtlijstbegeleidingen met als visie werken vanuit de eigen kracht van de cliënten. - Samenwerkingsverbanden stimuleren tussen gemeenten en andere diensten. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 154

240 Kinderarmoede Het is een opdracht van het OCMW kinderarmoede aan te pakken en elk kind in kinderarmoede is er één teveel. Van bij aanvang streven we drie doelstellingen na: (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede. Na een grondig onderzoek van de reële lokale noden, wensen we onze actieradius uit te breiden naar de ruimere regio; bij het grondig onderzoek van de reële noden doen we beroep op talrijke actoren, experts en de doelgroep ( we streven naar een ruim draagvlak en samenwerking ). Leereffecten van dit project worden verwacht op vlak van opgezette methodiek. Belangrijk is het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, sturing van groepswerk, toeleiding, samenwerkingsverbanden opzetten met andere actoren, toetsen van het model van aanpak, opleiding van hulpverleners rond kansarmoede, drempelverlagend werken naar kinderdagverblijven, werken met ervaringsdeskundigen Zonder exhaustief te zijn kan dit een belangrijke leerschool zijn naar ruimere toepasbaarheid, waarvoor wij inspanningen willen doen o.a. naar de ruimere regio. We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. Belangrijk is ook het effect dat het geven van opvoedingsondersteuning in zo n project van kinderarmoede heeft op de competenties van de hulpverleners. Wij verwachten dat deelname aan het project zal leiden tot meer openheid en minder vooroordelen naar deze groep toe. Als dit bevestigd wordt, vergroot dit het preventieve belang van het project. Als toekomstige hulpverleners door deze ervaring gemakkelijker aansluiting kunnen vinden bij kansarme kinderen en hun ouders, kan dit helpen om de culturele kloof te dichten en uitsluiting te temperen. We willen drempelverlagend werken in onze eigen kinderopvang Senioren Het actief ouder worden. Een modern seniorenbeleid streeft best naar een evenwicht na tussen behoud en versterking van de aanwezige persoonlijke autonomie waar mogelijk, en waar nodig, het bieden van de noodzakelijke zorg. Aandacht moet gaan naar geschikt vervoer, ondersteunen van het thuis wonen, promoten van het levenbestendig wonen, aanbod van geschikte woningen, positieve beeldvorming rond ouderen, toegankelijke en betaalbare welzijnsvoorzieningen Senioren zijn mondig en geëmancipeerd. Net als andere bevolkingsgroepen moeten we hen voluit kansen aanbieden tot participatie, onder meer via de seniorenraad, en hun verdere ontplooiing garanderen. Actief ouder worden en zijn is voor het lokale bestuur de centrale gedachte van waaruit een beleid moet worden opgebouwd dat sterk gericht is op het zo goed mogelijk behouden van autonomie en zelfredzaamheid. Dat betekent dus op de eerste plaats een preventief beleid in de breedst mogelijke betekenis: er voor zorgen dat in elk maatschappelijk domein de facto rekening wordt gehouden met de oudere, of het nu gaat om wonen, mobiliteit, vrije tijd, cultuur of politieke en maatschappelijke participatie. Een pro-actief en preventief beleid leidt tot minder afhankelijkheid en isolement van de oudere. En dat maakt middelen vrij voor betere zorg. We moeten immers vooruitblikken. Want ook al leven we steeds langer en steeds meer in goede gezondheid dank zij de stijging van de welvaart en de vooruitgang van de gezondheidszorg, toch zal het beroep op zorg drastisch toenemen. Zo zal bijvoorbeeld de groep van ouderen met de grootste kans om zorg te behoeven de tachtigplussers de komende tien jaar sterk toenemen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 155

241 Rekening houden met alle burgers van Bree, betekent ook een integraal en geïntegreerd beleid rond toegankelijkheid. In de eerste plaats denken we hierbij aan de letterlijke toegankelijkheid van het openbaar domein en openbare gebouwen voor personen met een handicap, of mensen die slecht te been zijn. Onder meer de vergrijzing van de bevolking noopt ons tot een integraal beleid. Actief oud zijn betekent ook actief kunnen genieten van het maatschappelijk, cultureel, sport- en vrijetijdsleven en is een belangrijke vorm van maatschappelijke participatie. Maar het is ook een vorm van preventie: actief bezig zijn voorkomt maatschappelijk isolement. Isolement tast de gezondheid aan en leidt tot afhankelijkheid die dikwijls gepaard gaat met gebrek aan hulp. Ook ouderen moeten mee kunnen met de tijd. Een nieuwe taal verwerven, nieuwe interessegebieden ontwikkelen, de nieuwe media leren gebruiken: dit alles opent mogelijkheden voor zinvolle activiteiten. Investeren in vormingsactiviteiten is dus geen maat voor niets. Samengevat situeren de risico s die gepaard gaan met de veroudering van de bevolking zich vooral in een relatieve verarming van de mensen die reeds langer gepensioneerd zijn en in het verlies aan zelfredzaamheid bij hoogbejaarden. Het antwoord van de actieve welvaartsstaat op deze uitdaging is op een verstandige manier inkomenszekerheid bieden, afhankelijkheid zo veel mogelijk voorkomen en er voor zorgen dat wanneer dan toch afhankelijkheid optreedt, men verzekerd is van de nodige diensten en zorg: zekerheid bieden op inkomen, diensten en zorg! Er is een mogelijkheid tot eventuele uitbouw van een volwaardig dienstencentrum waarin activiteiten van informatieve, vormende en recreatieve aard (conform het besluit betreffende de dienstencentra), kunnen georganiseerd worden voor alle senioren (ook niet-leden van verenigingen ). De vraag over de uitbouw van een volwaardig dienstencentrum dient helder te worden gevoerd, waarbij o.a. nagegaan wordt of er nood aan is of er geen alternatieve mogelijkheden zijn met dezelfde voordelen Haalbaarheid op lokaal niveau, gepaste inbedding in het bestaande aanbod moet worden afgetoetst vooraleer tot mogelijke realisatie over te gaan. Volgens de geest van de wetgeving m.b.t. dienstencentra dient het dienstencentrum een spilfunctie te vervullen in de lokale gemeenschap van senioren. Gegeven een goede samenwerking en afspraken kan een dergelijk dienstencentrum een impuls geven om als senioren samen te communiceren, samen activiteiten te organiseren en ruimte ter beschikking te stellen. Het onderzoek naar het opzetten van een actief dienstencentrum is wenselijk: - omwille van haar rol in het verhogen van de zelfstandigheid van de gebruikers in hun Thuisomgeving; - omwille van haar rol in het verhogen van de algemene toegankelijkheid van de voorzieningen; - omwille van haar rol in de ondersteuning aan mantelzorgers; - het dienstencentrum kan ook meewerken aan de verhoging van de participatie van de bevolking aan gezondheidspreventie. Het dienstencentrum is een aanspreekpunt, (haal en brengfunctie) en werkt aan culturele en maatschappelijke ontplooiing. Samenwerking met de seniorenraad kan hier initiërend werken en de rol van andere instanties zoals scholen ( bijvoorbeeld :organiseren van informatica lessen ) is een stap naar een integrale aanpak. Oud zijn werd lange tijd beschouwd als een periode van passiviteit: op rust gaan heeft trouwens een beetje die bijbetekenis. Voor vele ouderen is hun nieuwe levensfase echter een periode van anders actief zijn. Leeftijdsgrenzen mogen er niet toe leiden dat een steeds groter groep van ouderen volledig uitgesloten wordt van participatie. Een positieve beeldvorming over ouderen is een belangrijke randvoorwaarde. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 156

242 Wonen en bejaarden - Voldoende capaciteit voorzien voor zwaar zorgbehoevenden Kwantitatief zal er in de toekomst toch een probleem blijven. Het woon- en zorgcentrum zal op de toenemende vergrijzing een gedeeltelijk antwoord bieden. De zwaar zorgbehoevenden (door de regelgever aangeduid met categorie B en C) zouden ( door de manier van RIZIV financiering ) voorrang kunnen krijgen om opgenomen te worden in de voorziening (RVT). ( Een ROB patiënt kan toch niet in een RVT bed liggen. ). Door het fenomeen van de toenemende vergrijzing zal ook het aantal zwaar hulpbehoevenden hoogbejaarden stijgen. Thuiszorg zal hier soelaas moeten brengen. Uit de analyse van de cijfers blijkt immers dat door het stijgende aantal 8 - plussers er in de toekomst meer kandidaten zwaar zorgbehoevenden op de wachtlijsten zullen staan en meer dan waarschijnlijk zal er op lange termijn zeker onvoldoende capaciteit zijn om aan deze stijgende vraag naar opname te voldoen. Zorgstrategische planning moet hierover uitsluitsel geven. - Vraag naar assistentiewoningen ( de vroegere serviceflats ) voor minder zware zorgbehoevenden In de rusthuissector krijgen de vragen tot opname van minder zwaar zorgbehoevenden in een RVT rusthuis heel weinig kans. De analyse van de cijfers toont aan dat deze groep van minder zwaar zorgbehoevenden in de toekomst nog zal stijgen. Schaduwzijde van een beleid dat de voorkeur geeft aan de opnames van zwaar zorgbehoevenden, is dat de kandidaten die minder zorgen nodig hebben (door regelgever aangeduid met categorie O en A) weinig kans maken op een opname. Deze kandidaten komen in aanmerking voor een opname in een assistentiewoningen. Kleine projecten, geïntegreerd in de lokale gemeenschap en gespreid over de verschillende kerkdorpen is een optie. - Nood aan aangepaste woningen Wie gaat er voor mij zorgen als ik oud ben? Dit is een vraag die iedereen zich wel eens stelt. Maar eigenlijk moet eerst een andere vraag gesteld: nemen we wel voldoende voorzorg voor als we oud zullen zijn? Wanneer we een huis kopen of bouwen of wanneer architecten woningen ontwerpen wordt te weinig de vraag gesteld: is dit ook het huis waarin ik zal kunnen wonen als ik oud word? Houden we met andere woorden in de beslissingen die we vandaag nemen voldoende rekening met die grote verworvenheid van onze welvaart, namelijk onze hoge levensverwachting? Dit is geen onschuldige vraag, want wellicht geldt dat duurzaamheid van de woning op lange termijn rendeert. Immers wanneer je woning er niet op voorzien is dat je minder zelfredzaam bent, moet je beroep doen op hulp of misschien zelfs opgenomen worden in een rusthuis en dat gaat gepaard met aanzienlijke kosten. Om de noden correct in kaart te brengen zou er een rondvraag (vragenlijst, interview) kunnen gebeuren bij de aanvragers betreffende de aangepastheid van hun huidige woning en de reden waarom een aanvraag werd gedaan voor een bejaardenwoning. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een dergelijke aanvraag : te weinig diensten aan huis, onaangepaste woning, geïsoleerd zijn, eenzaam, of nog andere. Met het oog op het vinden van de aangewezen oplossing voor deze verschillende problemen, is het belangrijk om ook in de analyse het onderscheid zo nauwkeurig mogelijk te maken. De beschikbaarheid van woningen aangepast aan zorgbehoevenden dient te vergroten. Voor ouderen is kwaliteit van het wonen heel belangrijker. Voor een ouder wordend echtpaar of senior is het een vereiste dat de woning weinig hindernissen en niveauverschillen vertoont en bovendien ook nog gebruiks- en onderhoudsvriendelijk is. Levenslange woningen zijn zo gebouwd dat ze geschikt blijven doorheen de verschillende levensfasen van hun bewoners ( projecten Toegankelijkheidsbureau). Drie kenmerken zijn typerend voor levenslange woningen: - ze zijn toegankelijk: iedereen kan erin leven, ongeacht de leeftijd en lichamelijke beperkingen; - ze zijn veilig, de ruimten zijn goed gedimensioneerd; - ze zijn comfortabel. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 157

243 De kwaliteit van het bestaande woningpatrimonium op de gemeente kan onderzocht worden. Het niet hebben van centrale verwarming of een ingerichte, aangepaste badkamer en toilet kan voor de groep van bejaarden een extra moeilijkheid zijn om in de bestaande woning te blijven. Er zijn echter op heden geen gegevens over wie nu net in de kwalitatief minder goede woningen woont, of het huurof koopwoningen zijn en of de bewoners dit zelf als een probleem gaan ervaren. Het aanpassen van een woning om langer thuis te kunnen blijven wonen, brengt niet alleen administratief heel wat aspecten met zich mee (offertes vergelijken, aannemers aanspreken, ), maar betekent meteen ook een financiële inspanning. Daarnaast kennen niet alle bejaarden hun rechten aangaande premies/tussenkomsten en diensten die hen hieromtrent kunnen informeren. Ook hierop kan het lokale bestuur een antwoord bieden. Naast het kunnen aanpassen van een bestaande woning en de ondersteuning die de bejaarde hierbij krijgt, spelen ook het aspect van afstand tot de dorpskern,het isolement en de immobiliteit een grote rol. Dit zijn zaken die niet opgelost worden door de fysieke aanpassing van de woning. De opmaak van een toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor ouderen is eveneens belangrijk. De doelgroep van dit toewijzingsreglement zijn de 65-plussers in de gemeente Bree die geen eigenaar zijn van een woning en dus voor hun woonbehoefte aangewezen zijn op de huurmarkt. Uit een grondige demografische analyse van de Breese bevolking blijkt de groep 65-plussers steeds omvangrijker te worden, terwijl in verhouding de groep 2-64 jarigen licht en de groep 19 jarigen sterk blijken af te nemen. De 65-plussers, die geen eigenaar van een woning zijn, zijn een groep die, naarmate men ouder wordt, het financieel steeds moeilijker heeft door de stijging van de huurprijzen op de private huurmarkt en de groeiende behoefte aan zorg, die een steeds grotere impact krijgt op het beschikbare budget. Anderzijds is er de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Deels kan tegemoetgekomen worden aan de noden van de doelgroep door een aanbod van aangepaste woongelegenheden in de sociale huurmarkt. - Er is stijgende behoefte aan dagverblijf en kortverblijf Momenteel zijn er nog geen bedden voor kortverblijf. Er is wel vraag naar kortverblijf. De thuiszorg is immers al sterk ontwikkeld om senioren zolang mogelijk thuis te houden met ondersteuning van de kinderen. Maar ook de mantelzorgers willen er ook wel eens tussenuit: op reis, op uitstap. Kortverblijf is een antwoord om aan deze vraag tegemoet te komen. Kortverblijf gecombineerd met mantelzorg kan een oplossing bieden in een aantal situaties. Op de welzijnscampus is er mogelijkheid tot dagverblijf ( 5 erkende plaatsen ). Dagopvang biedt soelaas voor degenen die dagelijks buitenshuis gaan werken en tegelijkertijd hun ouders na hun dagtaak verder willen opvangen. Gezien de tendens van verdere vergrijzing, zal ook de nood aan mantelzorgers toenemen en zal de behoefte aan kortverblijf en dagverblijf stijgen. Mobiliteit Het staat zo goed als vast dat door het stijgende aantal bejaarden, de geografische uitgestrektheid van de gemeente (lintbebouwing) en het langer thuis willen/kunnen blijven wonen de vraag naar individueel en/of aangepast vervoer verder zal stijgen. Het OCMW beschikt over een mindermobielencentrale (MMC). Deze dienstverlening verloopt in samenwerking met het Centrum voor Positieve Aanwending (Taxistop) in Gent. Mensen met een matig inkomen (Verhoogde Tegemoetkoming), die omwille van een handicap of ouderdom een mobiliteitsprobleem hebben, kunnen beroep doen op de MMC. Ondanks het gratis openbaar vervoer voor 65- plussers en de diensten van de belbus, stijgt het aantal leden van de mindermobielencentrale ( MMC ). Het merendeel van de gebruikers is bejaard. De niet-bejaarden zijn vaak personen met een handicap en de gasten van het MPI Ter Engelen die naar hun familie, hobbyclub en vakantiebestemming gebracht worden. De mindermobielencentrale betekent voor vele bejaarden en gehandicapten een verlengstuk van hun mobiliteit, hun zelfstandigheid en hun sociale omgeving. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 158

244 Sinds de oprichting in 1988 is de mindermobielencentrale uitgegroeid tot een dienst die niet meer weg te denken is in het totale pakket van dienstverlening. In de toekomst dient eventueel verder onderzocht te worden om deze dienstverlening verder te optimaliseren. Ook het aanbod van andere diensten die vervoer verzorgen (ziekenfondsen, privé, ) moet verder worden onderzocht. Naast de MMC bestaat er ook de belbus. In de toekomst dient te worden onderzocht of de groep bejaarden hier frequent gebruik van maakt en voor welke doeleinden. - Organisatie van een dienstenkruispunt Thuiszorg en residentiële zorg moeten dichter bij elkaar gebracht worden. Daarom is een onderzoek aangewezen naar de haalbaarheid van een dienstenkruispunt, al of niet gecombineerd met het seniorenloket, Dit is geen zorgaanbieder maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. Bree vertrekt op vlak van seniorenbeleid niet van nul. Een aantal realisaties worden vermeld : - Een seniorenadviesraad die een verbindingsorgaan is tussen het stadsbestuur enerzijds en de seniorenverenigingen en de senioren in het algemeen. De seniorenadviesraad geeft adviezen ( op eigen initiatief of op vraag van het stadsbestuur) met als doel het welzijn, in zijn ruime zin, te bevorderen voor de senioren uit Bree. De seniorenadviesraad informeert de senioren over zaken die hun aanbelangen en stimuleert de seniorenwerking in Bree. - Het seniorenloket in het stadhuis waar ouderen met al hun mogelijke vragen terecht kunnen : aanvraag vergoeding n.a.v. vermindering zelfredzaamheid; sociale kortingen of voordelen naar aanleiding van vermindering zelfredzaamheid/handicap; hulp bij het in orde brengen van administratie en verstrekken van informatie; informatie omtrent huisvesting voor senioren; informatie omtrent sociale wetgeving; vragen omtrent thuishulp; vervoerproblemen; relatieproblemen/eenzaamheid/gewone babbel; financiële problemen.problemen of vragen waarvoor een specifieke deskundigheid vereist is, worden doorverwezen. - De financiële ondersteuning van het seniorenkrantje dat wordt uitgegeven door de seniorenraad. - De organisatie van diverse opleidingen zoals initiatieven van het lokaal gezondheidspreventie rond algemene gezondheidsthema s o.a. stevia Conclusies De huidige en toekomstige tendens van verdere veroudering en interne vergrijzing maakt dat het aantal zwaar zorgbehoevenden zal toenemen. Gezien het nieuwe woon en zorgcentrum wel aan de huidige kwantiteitseisen voldoet maar vermits de potentiële doelgroep zal stijgen, zal de capaciteit van het woon en zorgcentrum in de toekomst onvoldoende zijn. Er zijn concrete uitbreidingsplannen in die zin. De rusthuisopname moet zo lang mogelijk uitgesteld worden. Gezien de kosten van capaciteitsuitbreiding zal men de vraag moeilijk kunnen volgen. Bovendien willen de mensen zelf ook de rusthuisopname zo lang mogelijk uitstellen. Dit kan alleen bij een sterk uitgebouwd aanbod van thuiszorg en mantelzorg. Gezien de algemene veroudering zal ook het aantal minder zwaar zorgbehoevenden in ieder geval toenemen. Er is daardoor een stijgende nood aan mantelzorgers en er is een toenemende behoefte aan kortverblijf en dagverblijf. De stijging van het aantal minder zwaar zorgbehoevenden zal ook de vraag naar assistentiewoningen en bejaardenwoningen doen toenemen. Gezien de kostprijs van dit aanbod zal ook hier moeten worden nagegaan (via een gedetailleerde inventarisatie van de noden van de aanvragers) of bepaalde Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 159

245 problemen ook niet kunnen opgelost via het aanpassen van de bestaande woning en de ondersteuning van de omkadering (mantel- en thuiszorg). Er moet aandacht blijven voor betaalbaarheid van opvang in het woonzorgcentrum. De communicatie over het zorgaanbod kan nog verbeterd worden via optimalisatie van het Sociaal Huis, continue aandacht voor een optimaal gebruik van de website en andere kanalen Personen met een beperking Beleid Bree streeft in haar beleid naar de realisatie van een integrale toegankelijke leefomgeving voor personen met een beperking d.w.z. dat ze toegankelijkheid niet louter ziet als een geheel van specifieke aanpassingen voor bijzondere doelgroepen, maar pleit voor een integrale benadering van de problematiek. Hierbij tracht ze ieders noden op vlak van toegankelijkheid te integreren in de normale maatschappelijke voorzieningen als tewerkstelling, wonen Uitgangpunten Inclusief beleid: vertrekken vanuit een algemeen beleid dat gelijke kansen biedt aan elke burger en dus rekening houdt met o.a. personen met een beperking; het gaat hier over het bestrijden van discriminatie, d.i. ontoegankelijkheid en uitsluiting die wordt gecreëerd op basis van verschillen tussen mensen. Acceptatie en attitude van de kant van de samenleving en participatie en responsabilisering van de kant van de personen met een beperking. Vanuit deze optiek, kunnen volgende accenten gelegd worden: - erkenning van de eigenheid en competenties van elk individu en ondersteuning van de diversiteit binnen de groep van personen met een beperking - uitdagen en stimuleren van personen met een beperking tot meer onafhankelijkheid, zelfontplooiing en maatschappelijk engagement (empowerment en responsabilisering) - verhogen van zowel de toegankelijkheid in de ruimste betekenis van het woord : de fysische toegankelijkheid van gebouwen,straten en pleinen,de mobiliteit doorheen stad en gebouwen, toegankelijkheid van informatie en communicatie, betaalbaarheid van voorzieningen,. Belangrijk in dit kader is ook de sociale toegankelijkheid of het deelnemen aan het leven in een stad door mensen met duidelijke verschillen. De stad kan deze sociale toegankelijkheid faciliteren door haar dienstverlening te screenen op sociale toegankelijkheid, een stimulerend beleid te voeren door een doelmatig gebruik van zijn subsidieregeling en ook kan het welzijnsbeleid van de stad sturend zijn in de ontwikkeling van een toegankelijkheidsbeleid. Adviesraad voor personen met een beperking: een brug naar een inclusief beleid De Breese adviesraad voor personen met een beperking van de stad Bree is een advies- en overlegorgaan dat bevoegd is om adviezen te geven en voorstellen te doen over ieder onderwerp dat betrekking heeft op personen met een beperking. De adviesraad is er voor alle doelgroepen: personen met een fysieke, mentale, auditieve en visuele beperking en voor alle leeftijden. De adviesraad voor personen met een beperking kan op eigen initiatief of op vraag van de stad knelpunten signaleren, voorstellen formuleren en adviezen verstrekken inzake hulpverlening, vrijetijdsbesteding, cultuur, sociale integratie, sensibilisering en toegankelijkheid. Doelstellingen Overleg, samenspraak en samenwerking tussen de belanghebbende partners te bevorderen. Inventariseren van knelpunten en voorzieningen m.b.t. Breese inwoners met een beperking door het stadsbestuur i.s.m. de adviesraad. Het bespreken en stimuleren van initiatieven die welzijnsbevorderend zijn met de nadruk op integratie. Het stadsbestuur engageert zich om de adviesraad systematisch in te lichten m.b.t. aangelegenheden die personen met een beperking aanbelangen. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 16

246 Voorbeelden van realisaties ten voordele van personen met een beperking: Bree centrum: inventarisatie toegankelijkheid door de leden van de adviesraad. Meerdere parkeerplaatsen voor personen met een handicap werden gerealiseerd en ook breder gemaakt. Een convenant met het toegankelijkheidsbureau werd afgesloten en het toegankelijkheidsbureau werd ingeschakeld i.v.m. de verbouwingen in de bibliotheek, het stadhuis, het Sociaal Huis Ondersteuning van organisaties die de integratie van personen met een beperking bevorderen Een commercieel pand op de Markt wordt gehuurd door de stad en ter beschikking gesteld voor het winkeltje OKEE van Open Kans. Een belangrijke financiële ondersteuning gaat naar het opgerichte nursingstehuis, van Ter Engelen. Een financiële subsidie t.b.v. 25 per persoon, per maand gaat naar instellingen waar Breese inwoners verblijven. De bibliotheek kocht specifiek materiaal aan. Het stadsbestuur ondersteunt de adviesraad voor personen met een handicap Thuiszorg De vraag naar thuiszorg zal stijgen omwille van de vergrijzing. Het inschatten van de behoefte aan thuiszorg in de toekomst is geen eenvoudige zaak : het aantal ouderen neemt toe bij een toenemende gezondheid maar met ook een toename van het aantal ouderen met chronische aandoeningen die een opvolging vergen en een sterke toename van het aantal hoogbejaarden met afnemende zelfredzaamheid. Aanbod in 212 OCMW Bree Bree 6.43, Familiehulp Bree ,25 Landelijke Thuiszorg Bree 617,5 Onafhankelijke Thuiszorg Verenigingen Bree 1.13, Solidariteit voor het Gezin Bree 1.984, Thuishulp Bree 3.138, Verpleging De Voorzorg Bree 78,25 Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis Bree 1.43, Naast vergrijzing spelen ook andere factoren een rol. Gezinsverdunning, het wonen op grotere afstand, verzwakking van sociale netwerken, echtscheiding, een langere periode waarin de oudere alleen komt te staan na het overlijden van de partner zijn allemaal factoren die mee gaan bepalen of een oudere meer aangewezen is op professionele hulp. Het is dus wel van belang om voorspellingen te doen naar het aantal ouderen dat alleen zal wonen, dat inwoont bij kinderen, het aantal kinderen en kleinkinderen, het aantal ouderen die op grote afstand wonen van diensten maar ook vooruitzichten te maken naar de ontwikkeling van de vraag inzake particuliere dienstverlening en van het aanbod van zelfredzaamheid ondersteunende woonvormen. In het kader van de vergrijzing van de bevolking is de thuiszorg dan ook van onschatbare waarde om de zelfredzaamheid en het gevoel van zelfstandigheid te verhogen. Het streefdoel van de thuiszorg moet zijn: voorwaarden scheppen om de bejaarde en/of hulpbehoevende zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten. De bevolkingsprognose zal druk leggen op de thuiszorg. Vergrijzing leidt tot stijgende zorgbehoevendheid. Ook mede door het gangbare opnamebeleid in vele rust- en verzorgingstehuizen stijgt het aantal thuisblijvende zorgbehoevenden. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 161

247 In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. Centraal staan de zorgbehoevende persoon en zijn partner en/of zijn gezinsleden. Zij worden bijgestaan door de mantelzorger(s), het georganiseerd vrijwilligerswerk en de professionele thuiszorgdiensten. Het streefdoel van de thuiszorg moet zijn : voorwaarden scheppen om de bejaarde en/of hulpbehoevende zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten. Een voldoende groot aanbod aan gezinszorg en thuiszorg( poetsdienst, karweien ) is noodzakelijk. De bevolkingsprognose zal druk leggen op de thuiszorg. Vergrijzing leidt tot stijgende zorgbehoevendheid. In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. Centraal staan de zorgbehoevende persoon en zijn partner en/of zijn gezinsleden. Zij worden bijgestaan door de mantelzorger(s), het georganiseerd vrijwilligerswerk en de professionele thuiszorgdiensten. Thuiszorg en residentiële zorg moeten dichter bij elkaar gebracht worden en elkaar aanvullen. Daarom is een onderzoek aangewezen naar de haalbaarheid van een dienstenkruispunt, al of niet gecombineerd met het seniorenloket. Dit is geen zorgaanbieder maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. De vraag kan gesteld worden of het niet meer aangewezen is dat het OCMW een coördinatietaak op zich zou nemen voor de verschillende actoren ( Familiehulp, Landelijke Thuiszorg, Thuishulp ) en deze thuiszorg coördineert uitgaande van de vraagzijde. Aansluiting bij de Welzijnsregio Noord Limburg Binnen het woonzorgdecreet, dat vanaf 1/1/21 in voege is getreden, is de belangrijkste wijziging voor de kleine diensten wel de schaalvergroting. De erkende diensten (erkend op 1/1/21) die minder dan 1 voltijdse equivalenten verzorgenden in dienst hebben, krijgen immers tot 31 december 215 de tijd om in orde te zijn met de regelgeving. Elke dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg moet dan o.a. effectief 1 voltijdse equivalenten verzorgend personeel in dienst hebben in 215. Het Agentschap Zorg en Gezondheid controleert dit aan de gegevens van VESTA die de dienst zelf heeft ingegeven. OCMW-Bree telt 4,5 FTE medewerkers in de Gezinszorg, een uitbreiding tot 1 FTE is niet haalbaar. Daarom werd geopteerd voor een haalbare oplossing via externe verzelfstandiging en samenwerking zoals het OCMW decreet van 19/12/28 omschrijft voor de Verenigingen binnen titel VIII, hoofdstuk I. Het OCMW kan dus met andere OCMW s of met andere rechtspersonen andere dan die welke winstoogmerk hebben, een vereniging oprichten : de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg van de Welzijnsregio Noord - Limburg zijn verenigingen naar analogie van dit decreet. Welzijnsregio Noord Limburg is een OCMW-vereniging. De Welzijnsregio Noord Limburg is een OCMW vereniging opgericht met een dubbele doelstelling nl overleg plegen tussen de OCMW s en gezamenlijke diensten organiseren; deze gezamenlijke diensten zijn momenteel: gezinszorg en aanvullende thuiszorg, rechtshulp, schuldbemiddeling, tewerkstelling en opleiding, en het sociaal verhuurkantoor, via een aparte VZW. Naast deze diensten voor het publiek is er voor de OCMW's de ondersteunende interne dienst informatieveiligheid; Het devies van de Welzijnsregio Noord Limburg als samenwerkingsverband van de OCMW s is Lokaal aanbieden en regionaal organiseren waar de keuzes omtrent de aangeboden dienstverlening lokaal in het OCMW worden gemaakt. Het stads- en OCMW - bestuur van Bree hebben deze aansluiting in de loop van 213 goedgekeurd, vanaf 1/1/214 wordt die stapsgewijs ingevoerd en gefinaliseerd eind 215. Wat de gezinszorg betreft is de aansluiting reeds operationeel vanaf 1/1/214. Men erkent de meerwaarde van een toetreding tot de Welzijnsregio Noord Limburg gezien de schaalvergrotingseffecten en/of om te voldoen aan vigerende reglementering. OCMW's in de regio stemmen de dienstverlening op mekaar af en versterken mekaar, anderzijds blijven de laagdrempeligheid en de cliëntgerichte aanpak van een lokale voorziening behouden, want de toegang tot de hulp en de opvolging blijven immers plaatselijk. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 162

248 De Welzijnsregio Noord-Limburg (9 OCMW-besturen met inbegrip van de stad Bree), werkt over een gebied met meer dan 148. inwoners en door het bundelen van de krachten kan een meer gerichte en kwalitatief onderbouwde dienstverlening worden geboden; Voordelen : - Men kan flexibeler omgaan met de invulling van de uren. Door op een groter gebied te werken is het gemakkelijker om het urencontingent gezinszorg volledig in te vullen. OCMW s die momenteel geen uren bij krijgen vanwege de overschreden programmatie kunnen via schaalvergroting wel de mogelijkheid krijgen (groter gebied dus programmatie minder snel volledig ingevuld). - Zorgcontinuïteit kan beter gegarandeerd worden. Zieke verzorgenden kunnen gemakkelijker vervangen worden door bijvoorbeeld een poule vliegende verzorgenden. - Onregelmatige prestaties gemakkelijker te organiseren. - Slechts één kwaliteitshandboek. - Vlugger een volwaardige subsidiëring voor omkadering (begeleidend en leidinggevend personeel). - Gemakkelijker zorg kunnen bieden in crisissituaties. - Gezien de huidige eisen lijkt het niet denkbeeldig dat kleinere diensten er de brui aan geven of naar privatisering overstappen. Schaalvergroting kan een oplossing zijn om dit te vermijde Waardering voor mantelzorgers Informele zorg is niet betaalde zorg, verleend door de omgeving van de oudere. In Vlaanderen spreekt men ook van mantelzorg. De belangrijkste mantelzorgers zijn de partner en de kinderen. Maar ook burenhulp en hulp vanwege minder dicht verwante familieleden komen regelmatig voor. Het belang van informele zorg wordt dikwijls onderschat. Er is nog steeds een grote bereidheid tot informele zorg. Het zijn vooral praktische omstandigheden die zullen bepalen of een oudere beroep kan doen op informele zorg, zoals het al dan niet alleen wonen, de nabijheid en de arbeidsactiviteit van kinderen, de sociale netwerken van de oudere. Informele zorg vormt een onderdeel van solidariteit op micro-vlak binnen en tussen generaties en dat is overigens geen éénrichtingsverkeer. Zo stelt men vast dat niet zelden ouders hun kinderen financieel bijspringen. Deze solidariteit in de feiten is een veruitwendiging van hechte sociale relaties. Zij is dus ontzettend belangrijk voor maatschappelijke insluiting van ouderen, maar evengoed zinvol voor de jongeren. Belangrijk is ook dat mantelzorgers gewaardeerd worden in hun rol, onder andere door de professionele zorg bij het nemen van beslissingen omtrent bijvoorbeeld het al dan niet plaatsen in een instelling. Ondersteuning van mantelzorg via vorming en via erkenning van hun organisaties kan daar toe bijdragen. Informele verzorgers hebben ook behoefte aan emotionele steun. Zij moeten er ook eens tussenuit kunnen. Ondersteuning vanuit de professionele zorg en het voorzien in formules van tijdelijke overname door de zorg dienen veel meer aandacht te krijgen. Het belang ligt daarentegen ook in het vermijden van voortijdig of onterecht beroep op professionele zorg, wat op zichzelf zorgafhankelijkheid in de hand werkt en ook het risico inhoudt dat meer zorgbehoevenden eventueel in de kou blijven. Meer waardering voor mantelzorg kan gegeven worden via sensibiliseren van de burgers door de lokale overheid (bv. artikels in stedelijk infoblad). De taken van een mantelzorger zijn niet alleen fysiek maar ook psychisch zwaar. Vaak staat men er alleen voor en kan men nergens terecht met zijn probleem bij iemand die hen begrijpt. Men ervaart een behoefte aan contact met lotgenoten, enerzijds om praktische informatie en tips door te geven, anderzijds om elkaar te ondersteunen. De mantelzorgers zouden kunnen ondersteund worden door hen regelmatig samen te brengen (een praatje maken, tips en trucs doorgeven, eens buiten zijn ). Duidelijke informatie op maat gebeurt voor elke senior-burger door het seniorenloket. Voldoende en duidelijke informatie rond financiële tegemoetkomingen ( vanuit Vlaams en federaal niveau ) is een eerste aandachtspunt. Iedereen kent wel een aantal financiële tegemoetkomingen, maar een algemene opmerking is dat je als mantelzorger zelf, voor je eigen situatie, op zoek moet gaan naar wat er bestaat. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 163

249 Niet alleen op financieel vlak is er mogelijk een informatiegebrek of onduidelijkheid, ook op materieel vlak zoals betreffende woonaanpassingen, aangepaste materialen enz.. De eerste informatie komt soms vanuit de revalidatiecentra, soms komt er een ergotherapeut op huisbezoek om een aantal aanpassingen te bespreken. Een eerste bron van informatie is meestal de huisarts en/of het ziekenfonds. De aanpak vanuit de ziekenhuizen (het doorgeven van informatie bij ontslag van patiënten en terugkeer naar thuissituatie) lijkt niet overal even efficiënt te zijn. Het gehele aanbod aan thuisdiensten en de hieraan verbonden premies en tegemoetkomingen dient overzichtelijk en op het geschikte tijdstip gecommuniceerd te worden aan mantelzorgers en zorgbehoevenden. Noden voor vrijwilligers en nood aan vrijwilligers De vrijwilliger is de natuurlijke persoon die, op vrijwillige basis en onbezoldigd en in een georganiseerd verband, zijn activiteiten uitvoert (definitie volgens het decreet thuiszorg). Het zijn niet alleen de mantelzorgers die wijzen op het belang van vrijwilligerswerk, ook de professionele hulpverleners worden geconfronteerd met vragen die misschien kunnen beantwoord worden via het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan op verschillende terreinen: oppas, vervoer, sociaal contact, boodschappen doen, klusjesdienst Voornamelijk de vraag naar ziekenoppas (en ook kortverblijf en dagverblijf) stijgt en zal blijven stijgen in de toekomst gezien de mantelzorgactiviteiten zullen toenemen. Verschillende plaatselijke organisaties hebben een vrijwilligerswerking, die veelal naast elkaar werken en waar er, binnen de organisatie, weinig doorstroming is. Belangrijk is de bestaande werkingen te ondersteunen en beter te structureren. De verschillende organisaties die werken met vrijwilligers, ervaren moeilijkheden om bijkomende vrijwilligers te werven. Elke organisatie organiseert die werving apart. Ook op dit vlak kan nagegaan worden of er niet gezamenlijk naar de bevolking kan gecommuniceerd worden welke vraag naar vrijwilligers er is of welk aanbod aan vrijwilligerswerk men kan bieden in de stad Bree. Dit neemt uiteraard niet weg dat elke dienst zijn eigen vrijwilligers kan behouden door te investeren in vorming en begeleiding Kinderopvang Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK). Het lokaal bestuur (gemeente of OCMW): - bepaalt de lokale beleidsdoelstellingen voor kinderopvang. Deze worden vastgelegd in het strategisch meerjarenplan. - start het Lokaal Overleg Kinderopvang op en laat zich door het Lokaal Overleg adviseren. - informeert ouders en lokale actoren over: -het totale opvangaanbod in de gemeente: kinderdagverblijven, onthaalouders, opvang in scholen, grabbelpas, speelpleinwerking,... - het lokaal beleid kinderopvang - informeert en adviseert Kind en Gezin over de uitbouw van opvangvoorzieningen. Het lokaal bestuur moet aan het Lokaal Overleg Kinderopvang advies vragen over haar beleidsdoelstellingen kinderopvang. Om rechtsgeldig te zijn, moeten de samenstelling en de interne werking van dit Lokaal Overleg Kinderopvang door de gemeenteraad of de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn vastgelegd, hetgeen in Bree in 213 gebeurde. Dit lokaal netwerk rond kinderopvang brengt iedereen samen die met jonge kinderen bezig is: ouders, de opvang, scholen, jeugdwerk, het lokaal bestuur en andere belanghebbenden (bedrijven,...). Ze geven advies aan het lokaal bestuur over haar beleid en de uitbouw van kinderopvang in de gemeente. Het lokaal bestuur is verplicht een Lokaal Overleg Kinderopvang op te starten en te organiseren. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 164

250 Kinderdagverblijf t Wiekernestje In het kinderdagverblijf wordt dagopvang georganiseerd met een professionele begeleiding voor een totaal van 42 kinderen van tot 3 jaar verspreid over twee locaties. Wij garanderen een flexibele en individuele aanpak, anticiperend op de eigenheid en mogelijkheden van ieder kind. Locatie t Wiekernestje heeft een capaciteit van 27 opvangplaatsen. t Wiekernestje werkt in een verticale structuur dit wil zeggen dat de kinderen in vaste leefgroepen worden opgevangen. Er is één leefgroep voor de baby s van ongeveer 6 weken tot 1 maanden, één groep voor de kruipers van ongeveer 1 maanden tot 18 maanden en één groep van peuters van ongeveer 18 maanden tot 3 jaar. Locatie Gerkenberg heeft een capaciteit van 15 plaatsen. Locatie Gerkenberg werkt in een horizontale structuur dit wil zeggen dat de kinderen van tot 3 jaar samen in één leefgroep worden opgevangen. De kinderen worden begeleid en opgevolgd door één team van drie gediplomeerde begeleidsters in de kinderopvang. Zij hebben in hun dagelijks werken met de kinderen permanent zicht op de ontwikkeling van ieder kind. Openingsdagen / uren Het kinderdagverblijf is geopend van maandag tem vrijdag van 7. uur tot 18.3 uur. Mits gemotiveerde aanvraag kunnen deze uren voor locatie Wiekernestje occasioneel uitgebreid worden naar 6u3 uur s morgens. We zijn gesloten op feestdagen, gedurende 2 weken in juli en augustus en tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Eventuele bijkomende sluitingsdagen worden minstens één maand op voorhand doorgegeven. De missie: Kinderdagverblijf t Wiekernestje biedt een flexibele en individuele aanpak in een stimulerende, gestructureerde, veilige en warme omgeving. Binnen een professioneel kader willen wij elk kind optimale opvoedings- en ontwikkelingskansen bieden. Ons gediplomeerd personeel zorgt voor een gezonde en evenwichtige voeding, een goede verzorging en rust- en ontspanningsmomenten voor de kinderen. Samen met de ouders streven we naar een wederzijds vertrouwen dat maximaal kansen biedt tot een goede samenwerking en een warme opvoeding voor hun kinderen. Opvangplan: Het opvangplan wordt in samenspraak opgesteld. Omwille van de gehechtheid en de aanpassing van het kind aan de groep en de omgeving is een opvangplan van minder dan 2 momenten (minimum halve dagen) per week niet mogelijk. 1. Opnamebeleid Het kinderdagverblijf werkt met een wachtlijst. Er komen geen verplichtingen voort uit een inschrijving op de wachtlijst. Op deze wachtlijst worden de ouders in volgorde van aanmelding genoteerd met volgende gegevens: - naam - adres - telefoonnummer - vermoedelijke opvangdatum - (vermoedelijke) geboortedatum Indien er meer aanvragen dan plaatsen zijn, wordt het voorrangsbeleid van t Wiekernestje, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek, toegepast. - professionele situatie van de ouders - alleenstaande ouders - inkomen - sociale en/of pedagogische motieven - vrije plaatsen worden ingevuld op basis van de volgorde van de wachtlijst - broertje of zusje van een reeds aanwezig kindje - inwoners van Bree - dagdelen die vrijkomen en overeenkomen met een bepaalde opvangvraag (ifv van bezetting) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 165

251 We vragen de ouders zelf aan te geven indien ze mogelijk tot een van de prioritaire categorieën behoren. Wanneer we de ouders op het moment van inschrijving op de inschrijvingslijst geen zekerheid kunnen geven over het al dan niet plaatsvinden van de opvang op de gewenste datum, laten we hen ten laatste één maand voor de gewenste opvangdatum weten of de opvang al dan niet kan worden toegezegd. Om de opvangvraag zo concreet mogelijk te maken, vragen we ouders ons te contacteren kort na de bevalling. De gegevens op de wachtlijst worden aangepast in functie van de meest actuele situatie. Een opvangvraag die niet kan worden beantwoord wordt niet automatisch doorgeschoven naar een volgend instapmoment. Een opvangvraag kan max. 2 instapmomenten op de inschrijvingslijst blijven staan en zal na deze periode automatisch komen te vervallen indien de ouders elders opvang hebben gevonden. 2. Ouderbijdrages De ouderbijdrages voor voeding en verzorging worden berekend op dagbasis (luiers en dieetvoeding zijn niet inbegrepen in de dagprijs). Dit dagbedrag wordt bepaald aan de hand van het netto belastbaar inkomen van het gezin, zoals vermeld op het aanslagbiljet, en wordt jaarlijks herzien. Voor gezinnen met meer dan 1 kind ten laste en gezinnen met een meerling is een vermindering mogelijk. De ouderbijdrage berekenen kan op De dagprijs varieert naargelang de duur van de opvang: - minder dan 3 uur 4% van de dagprijs; warme maaltijd niet inbegrepen - tussen 3 en 5 uur 6% van de dagprijs; maaltijden inbegrepen - volledige dag dagprijs; 2 maaltijden inbegrepen 3. Kwaliteitsbewaking Het kinderdagverblijf is erkend door Kind en Gezin. Dit wil zeggen dat Kind en Gezin onze werking en zijn kwaliteit opvolgt en controleert. Het kinderdagverblijf heeft verder een kwaliteitshandboek waarin onze manier van werken staat beschreven. 4. Toegang tot ons kinderdagverblijf De ouders krijgen na betaling van 2 borg een persoonlijke toegangsbadge en hebben vrije toegang tot alle vertrekken waar de kinderen verblijven. Dit rekening houdend met de rust en veiligheid van de andere kinderen. 5. Jaarverslag 212 a) Het kinderdagverblijf was in 212 gedurende 234 dagen geopend. Sluitingsdagen: paasmaandag personeelsuitstap brugdag feest van de Arbeid O.L.H.Hemelvaart brugdag pinkstermaandag collectief verlof OLV Hemelvaart vorming voor personeel Allerheiligen Allerzielen kerstverlof b) Dagprijs De gemiddelde dagprijs in het kinderdagverblijf bedroeg 16,19 De minimum bijdrage 1,54 werd voor 2 kinderen betaald. De maximum bijdrage van 27,36 (zonder rekening te houden met vermindering voor gezinslast) werd voor 2 kinderen betaald. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 166

252 Het OCMW ontving de volgende bijdragen van de ouders : - januari ,54 - februari 1.497,1 - maart ,75 - april 7.912,24 - mei 11.6,2 - juni 11.94,2 - juli 5.61,85 - augustus 7.116,57 - september 1.685,52 - oktober ,44 - november 9.52,25 - december 6.915,13 In het totaal ontving het OCMW ,61 via de ouderbijdragen. c) Kinderen uit de voorrangsgroep Er werden 6 kinderen van alleenstaande ouders opgevangen en 2 kinderen van ouders met een laag inkomen d) Geboortejaar van de kinderen Van de 86 kindjes die dit jaar minstens 1 dag aanwezig waren, zijn er: - 19 kindjes geboren in kindjes geboren in kindjes geboren in kindjes geboren in 212 e) Aanwezigheidsdagen en bezettingsgraad Vestiging t Wiekernestje Capaciteit: 27 plaatsen maand aantal aanwezigheidsdagen gem. bezetting % januari ,8 februari ,9 maart ,7 april 39 8,2 mei 48 93,56 juni 49 86,4 juli augustus 34 59,2 september ,7 oktober ,3 november december 31 74,3 Op jaarbasis is dit: aanwezigheidsdagen - 21,79 kinderen gemiddeld per dag - 8,7 % effectieve bezetting - 85,87 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 22 openingsdagen) Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 167

253 Vestiging de Gerkenberg Capaciteit: 15 plaatsen Maand aantal aanwezigheidsdagen gem. bezetting % Januari 24 72,72 Februari 223 7,3 Maart ,2 April ,8 Mei ,5 Juni 254 8,6 Juli ,8 Augustus ,8 September ,6 Oktober ,9 November 212 7,6 December 16 71,1 Op jaarbasis is dit: aanwezigheidsdagen - 11,8 kinderen gemiddeld per dag - 73,8 % effectieve bezetting - 78,57 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 22 openingsdagen) Totalen bezettingsgraad kinderdagverblijf Capaciteit: 42 plaatsen Cijfers op jaarbasis: aanwezigheidsdagen - 32,8 kindjes gemiddeld per dag - 77,3 % effectieve bezetting - 83,3 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 22 openingsdagen) f) Woonplaats van de kinderen Woonachtig in: - Bree 68 (= 79%) - Bocholt 2 - Maaseik 4 - Meeuwen 6 - Kinrooi 4 - Opglabbeek 2 Van de 18 kinderen die niet van Bree zijn, zijn er 4 die bij de aanvang van de opvang (of bij de opvang van het eerste kindje) wel in Bree woonachtig waren. g) Beroep van de ouders beroep vader moeder zelfstandige 9 6 arbeider/ster 19 7 bediende 49 5 onderwijs 5 19 in opleiding 3 zonder werk 1 h) Duur van de plaatsingen - 18 voltijdse plaatsingen (5 dagen per week) - 68 deeltijdse plaatsingen - Uit 1 gezinnen werden er 2 kinderen gelijktijdig opgevangen Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 168

254 i) Rangorde Rangorde van het geplaatste kindje in het gezin: - Eerste kindje 45 - Tweede kindje 36 - Derde kindje 5 j) Nieuw ingeschreven en uitgeschreven kinderen In 212 kwamen er 31 kinderen voor het eerst naar het kinderdagverblijf. 31 kindjes verlieten ons kinderdagverblijf omwille van volgende redenen: - School 3 - Verhuis 1 In 212 lieten 84 ouders hun kinderen inschrijven in het kinderdagverblijf. Hiervan kregen er in 213, 23 een plaats in ons kinderdagverblijf. k) Vorming 25.4: Autisme in kleine mate(n); Mia Simons 9.1: Creatieve stemspelletjes en zingen met peuters; alle personeelsleden : Deontologie; alle personeelsleden l) Georganiseerde oudercontacten : sintfeest met de ouders voor locatie de Gerkenberg : sintfeest met de ouders voor locatie t Wiekernestje Buitenschoolse kinderopvang. Onder impuls van het OCMW werd in het verleden een samenwerkingsverband opgezet tussen de verschillende opvanginitiatieven, het OCMW, de Stad en de BDO om in overleg een antwoord te bieden op de opvangproblemen van kinderen in Bree. Dit resulteerde in de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang dat een overlegplatform is voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree. Het nieuwe bestuur streeft naar een verder dynamiseren van dit samenwerkingsverband van lokale aanbieders van buitenschoolse opvang, waarbij dit platform voldoende organisatorische en financiële draagkracht heeft. Dit samenwerkingsverband is geen opvangvoorziening. Het heeft niet de intentie een harnas te zijn waarin de opvangvoorzieningen zich gedwongen voelen maar dit samenwerkingsverband organiseert zich volgens de lokale noden en waarbij bovenvermelde functies ( sociaal, economisch en educatief ) van kinderopvang verankerd zitten. Samen met het LOK kan ze meewerken aan een transparanter opnamebeleid en een betere afstemming van het aanbod op de lokale opvangbehoeften. Dit samenwerkingsverband biedt mogelijkheden op vlak van verbetering van toegankelijkheid, ( lokaal coördinatiesysteem voor opvangvragen ), versterking van de kwaliteit ( uitwisseling van knowhow, administratieve documenten kunnen in overleg ontwikkeld worden, gezamenlijke vorming, contracten met ouders ).Alle knowhow inzake kwaliteit blijft niet alleen behouden maar de kennis en ervaring wordt uitgewisseld en uitgedragen. Er zijn tevens mogelijkheden op vlak van financiële leefbaarheid van de verschillende initiatieven. Begin 21 deed het OCMW, na afstemming met de opvanginitiatieven, een aanvraag voor erkenning van een Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO) waarvoor Bree in oktober 21 een goedkeuring kreeg. Dit betekent bijkomende financiële middelen voor de uitbouw van de buitenschoolse opvang. Aan het initiatief voor buitenschoolse opvang Holder de Bolder van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang, dat een verlenging van erkenning kreeg met ingang van 1 december 212, werd een principieel akkoord en erkenning zonder subsidiëring toegekend met ingang van 1 februari 213, voor een capaciteitsuitbreiding van het initiatief van 34,76 naar 48,24 equivalent volle plaatsen. Concreet Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 169

255 betreft het een uitbreiding van 28 naar 42 plaatsen voor en na de schooluren en op woensdagnamiddag, en van 42 naar 56 plaatsen op vakantiedagen. Het initiatief biedt opvang aan voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen. De erkenning loopt alvast tot 1 december 217. Het IBO, dat de na- en voorschoolse opvang in Gerdingen en de vakantieopvang van groot Bree organiseert, wordt in 213 verder op punt gezet. Belangrijkste uitdaging is verder verbeteren van de kwaliteit van de opvang en het verhogen van het aanbod voor de burger afhankelijk van de budgettaire ruimte van de hogere overheid. Gemandateerde voorziening. In het kader van het actieplan flexibele en occasionele opvang werd beslist om in Vlaanderen een aantal kinderopvangvoorzieningen te mandateren om een informatie- en coördinatiefunctie op te nemen rond het aanbod aan flexibele en occasionele opvang in een bepaald gebied. Bree kreeg een erkenning voor de zorgregio Meeuwen Gruitrode en Bree. De gemandateerde voorziening t Wiekernesje voorziet bovendien in een eigen aanbod aan occasionele en flexibele opvang doordat ze een pool van doelgroepwerknemers ( 1.5 FTE ) toegewezen krijgen. Dit project heeft een dubbele doelstelling : - Een kwalitatieve dienstverlening die een antwoord biedt op een niet ingevulde of onvoldoende ingevulde maatschappelijke behoefte nl flexibele en occasionele kinderopvang - Duurzame tewerkstelling van personen uit de kansengroepen als verzorgende in de kinderopvang Vergelijkbaar met de voorbije jaren blijft in 213 het aspect tewerkstelling van doelgroepwerknemers met de noodzaak van goede opvolging en coaching aanwezig; het blijft een zware investering voor de bestaande organisatie; een goede planning en organisatie zijn noodzakelijk voor het welslagen. Een begeleider in opleiding ondersteunen en opvolgen betekent immers dat meerdere medewerkers in de organisatie ruim tijd vrijmaken voor de betrokken medewerker. Naast extra omkadering is kennis, kunde en aandacht voor begeleiding en coaching van doelgroepmedewerkers essentieel voor een succesvol kwalificatietraject. Er wordt een grote flexibiliteit verwacht van de organisatie om deze trajecten te individualiseren. Wij hebben met dit project van occasionele en flexibele kinderopvang, wat het info en coördinatiepunt betreft, een eerste stap gezet op niveau van de regio, naar de uitbouw van een loket kinderopvang. In 213 werd onze erkeninning als initiatiefnemer in de lokale diensteneconomie voor de begeleiding van doelgroepwerknemers verlengd Tewerkstelling. Het OCMW is ervan overtuigd dat een lokaal werkgelegenheidsbeleid wenselijk en mogelijk is. Werk is immers één van de belangrijkste integratiemiddelen. Bree wil een stad zijn en blijven, waar heel veel mensen uit de omgeving een job vinden, welvaart ondervinden en daardoor hun welzijn. Minder werklozen door meer werkgelegenheid resulteert in een betere stadseconomie. De welvaart verbeteren door een hoger inkomen betekent betere huisvesting, meer ontplooiing en verhoging van de sociale status. Tewerkstelling is de beste preventie tegen armoede en uitsluiting wat ook georganiseerde kinderopvang veronderstelt ( wet van 26 mei 22 ); Het OCMW heeft hieromtrent een lokaal werkgelegenheidsbeleid ontwikkeld dat berust op het ondersteunen van het normale economische circuit via een voorwaardenscheppend beleid en de uitbouw van de sociale economie. De lokale overheid wil het probleem van de langdurige werkloosheid terugdringen; de kansen op reguliere tewerkstelling voor langdurig werklozen verhogen; de samenwerking tussen alle organisaties die actief zijn in het begeleiden, opleiden en bemiddelen van werkzoekenden bevorderen. De lokale overheid heeft op dit vlak een regiefunctie. Werk ís immers een grondrecht. Om dit recht op te nemen, is het belangrijk aandacht te hebben voor de randvoorwaarden die kansengroepen hinderen bij het zoeken naar werk. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 17

256 Het OCMW zal de ingeslagen weg verder zetten en nog meer investeren in begeleiding van het traject op weg naar werk : - leefloongerechtigden tewerkstellen conform art. 6, 7 van de organieke wet van 8 juli1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en/of voorzien in opleidingen op maat. Het OCMW biedt een begeleidingstraject aan, gericht op duurzame tewerkstelling en het aanbod van de zeer moeilijk plaatsbaren krijgt extra aandacht. Het OCMW hanteert verder de methoden van arbeidstrajectbegeleiding en arbeidsbemiddeling voor OCMW - cliënten die geïntegreerd kunnen worden op de arbeidsmarkt. ( ATB voor specifieke doelgroepen ); - in het kader van de maatregel artikel 6, 7 - verhoogde Staatstoelage - Sociale Economie" worden de rechthebbenden op maatschappelijke integratie of op financiële maatschappelijke hulp aangeworven door hen vervolgens ter beschikking te stellen van een sociale-economie-initiatief. De personen verwerven beroepservaring en krijgen een opleiding, terwijl het OCMW een verhoogde Staatstoelage ontvangt met het oog op de betaling van een gedeelte of van het volledige loon van de rechthebbende. Doelgroepwerknemers of siné - werknemers inschakelen bij onze organisatie van flexibele en occasionele kinderopvang is een voorbeeld van inschakeling van laaggeschoolden waardoor dit project ook een tewerkstellingsproject is. Afhankelijk van de individuele situatie van de doelgroepmedewerkers kunnen zij na het behalen van de kwalificatie doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. - bij de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang onderzoekt het OCMW de mogelijkheid voor het inschakelen van laag geschoolden en zorgt via de VDAB voor een gepaste opleiding in 212 conform de regelgeving van Kind en Gezin zodat betrokkenen beschikken over een attest van begeleider in de buitenschoolse kinderopvang. SLOTWOORD. Deze omgevingsanalyse is mede de basis waarop het gemeente- en OCMW-bestuur hun beleidsdoelstellingen voor de komende jaren heeft uitgestippeld, binnen de richtlijnen van de Beheers- en Beleidscyclus, B.B.C. In de omgevingsanalyse gaat het voor een groot onderdeel over mensen en over de dienstverlening die de lokale overheid hiervoor aanbiedt. Optimale dienstverlening aanbieden in al de beleidsdomeinen, gaande van kinderopvang tot een administratief gegeven zoals een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning afhandelen, dat is ook de kerntaak van een lokaal bestuur. Een omgevingsanalyse is nooit af omdat de omgeving die wij proberen te vatten voortdurend in beweging is. Zo moet er ook rekening worden gehouden met de structurele gevolgen van de recente financiële crisis en de daarmee verbandhoudende budgettaire beperkingen. De demografische trends en samenlevingsvormen waren in het recent verleden heel anders dan vandaag, en zijn binnen dit en 15 à 2 jaar weer anders. De maatschappij beweegt en verandert jaar na jaar, in Bree, Limburg, Vlaanderen, België, Europa en in de wereld. Deze omgevingsanalyse geeft niettemin een zeer breed beeld van de externe omgeving van en voor Bree en is ongetwijfeld een rijke bron van inspiratie voor al wie nieuw beleid wil uittekenen of die geïnteresseerd is in het maatschappelijk weefsel in Bree en de positionering tav. andere gemeenten. Het is, in een veranderende maatschappij, echter veelal een foto-momentopname over Breevandaag en ze zal dus de basis vormen tot actualisering van cijfers, statistieken, behoeften, bedreigingen en kansen in de komende jaren. Meerjarenplan Omgevingsanalyse OCMW Bree 171

257 OCMW Bree Peerderbaan Bree Meerjarenplan III Toelichting 2. Participatie en inspraak Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 724 Tel: 89/ Fax: 89/ ocmw.bree.be

258 Overleg met adviesraden in de voorbereiding van het opstellen van het meerjarenplan Inzake beleidsvoorbereiding spelen de adviesraden een zeer belangrijke rol. Zij adviseren aan het beleid inzake kinderopvang ( het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) ), inzake de seniorenproblematiek (adviesraad voor senioren) en gehandicapten-problematiek (adviesraad voor mensen met een beperking). I Participatie van het LOK in de meerjarenplanning Samenstelling LOK Voorzitter Secretaris Voorzitter OCMW Scholen van BaO en BuO Kinderopvang voorzieningen Lisette Bergmans, Meeuwerkiezel 11, 396 Bree Yvonne Domen, Sociaal Huis, Peerderbaan 37, 396 Bree Bernadette Verslegers, Peerderbaan 37, 396 Bree GO! De Regenboog, Regenboogstraat 5A, 396 Bree De Boemerang, Gerdingerpoort 2, 396 Bree De Kei, J. Vanhoofstraat 3, 396 Beek De Vuurvogel, Grauwe Torenwal 16 en Gruitroderkiezel 14, 396 Bree De Wissel, Opitterkiezel 24, 396 Opitter Don Bosco, Schoolstraat 58, 396 Gerdingen Kadee, Bosstraat 23, 396 Tongerlo Kinderdagverblijf t Wiekersnestje, Sint-Jacobstraat z/n en Meeuwerkiezel 9a, 396 Bree Landelijke kinderopvang, Nieuwstadspoort 39/2, 396 Bree Buitenschoolse opvang Pinoccio vzw, Genastraat 2, 396 Beek Initiatief Buitenschoolse opvang Holder de Bolder, Schoolstraat 69, 396 Gerdingen Buitenschoolse opvang De Kangoeroe vzw locatie Bree, Grauwe Torenwal 16, 396 Bree Buitenschoolse opvang De Kangoeroe vzw locatie Vostert, Gruitroderkiezel 24, 396 Vostert Buitenschoolse opvang t Ittertuintje vzw, Opitterkiezel 24A, 396 Opitter Buitenschoolse opvang Moepie, Bossstraat 23,396 Tongerlo Opvoedingswinkel Noord-Limburg, Bermstraat 9 bus 2, 391 Neerpelt CKG De Stap Zevenbonderstraat 78, 36 Genk Speelpleinwerking, Boneputstraat z/n, 396 Bree Voorzieningen voor kansarmoede bij kinderen t Kanske, Peerderbaan 37, 396 Bree Wiebe, Graevenstraat 12, 396 Bree Welzijnsschakel, Vaesstraat 4, 396 Bree Gebruikers Gezinsbond, Ter Rivierenwal 1A, 396 Bree Gemeentelijke adviesraad Jeugd, Kloosterstraat 13, 396 Bree Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 1

259 Inspraakronde 21 oktober 213 Opdracht: Het LOK heeft als opdracht om voor het beleidsdomein Kinderopvang en vrijetijdsbesteding een schriftelijk voorstel in te dienen bij het OCMW - bestuur waarin de beleidsdoelstellingen omschreven staan betreffende de invulling van de kinderopvang en de vrijetijdsbesteding in Bree wat kan gebruikt worden als mogelijke input voor het meerjarenplan De inspraakronde gebeurt aan de hand van een brainstorming of metaplan ( vorm van visueel vergaderen ). Werkwijze: - Bottom - up: de informatie verkregen van de basis (werkvloer) wordt als input gebruikt om beleidsdoelstellingen op te stellen; - Er worden 3 vragen (en 1 bijkomende vraag) gesteld; - Voor ieder vraag worden er minsten 2 ideeën (liefst 3) oplossingen gevraagd. Concrete afspraken over de terugkoppeling (en akkoord) van het voorstel aan de leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden gemaakt met rapportering aan het lokaal bestuur Vraag 1. Wat vinden jullie dat er goed is in de invulling van de kinderopvang en vrijetijdsbesteding? Wat moet er zeker blijven? Clusters bij vraag 1. Wat vinden jullie dat er goed is in de invulling van de kinderopvang en vrijetijdsbesteding? Wat moet er zeker blijven? Aanbod Doorstroming aanbod ondersteuning gezamenlijke nascholingen. Een groot gevarieerd aanbod. Kwaliteitsvol aanbod. Voor- en naschoolse opvang nabij school (afstand). School dicht bij woonplaats kinderen. Ruim aanbod van sport, muziek en culturele activiteiten Ruim aanbod waar talenten, vaardigheden kunnen ontdekt en ontwikkeld worden. Kinderopvangdienst avond, tijdens de weekenden en vakanties. Voor- en naschoolse opvang kort bij de school. Sportactiviteiten en jeugdverenigingen tijdens de vakanties. Sportactiviteiten, culturele activiteiten en verschillende jeugdbewegingen met eigenheid en aanbod. Opvang kinderen tot 3. Buitenschoolse opvang, nabijheid scholen. Kinderoppasdienst. Jeugdverenigingen. Kinderopvangdienst voor ouders die geen back-up van de grootouders hebben, weekenden en flexibele opvang. Aanvulling van de buitenschoolse op de voorschoolse opvang. Degelijke opvolging complementariteit. Aanbod jeugdvereniging. Kinderarmoede: Initiatieven die er zijn om mensen te ondersteunen als de kosten voor een jeugdvereniging, sportclub te hoog zijn. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 2

260 Samenwerking De samenwerking is positief. Grabbelpas. Integratie van iedere voor- en naschoolse opvang met behoud van eigenheid. Iedereen mag zijn eigen werking behouden. Samenwerking. Opvang tijdens schoolvakanties. Afstemming dagopvang (LKO KDV). Onderlinge erkenning van de eigenheden van alle actoren (+ behoud van de verscheidenheid van ieders werking = rijkdom). Het LOK dat de mensen en ideeën samenbrengt en er toch een engagement is volgens de huidige opkomst. Netwerking Welzijnsoverleg waar partners elkaar ontmoeten en waar (vermoedelijk) kinderopvang en jeugd ook deel van uitmaakt (samenwerking). Opvoedingsondersteuning (hulpverlening) = netwerking Vraag 2. Welke tekorten zie je? Wat kan beter? Clusters bij Vraag 2. Welke tekorten zie je? Wat kan beter? Informatie Website kinderopvang mag verbeterd worden. Iedere ouder heeft een duidelijk overzicht van waar zij voor welke activiteiten tijdens de vakantie met hun kind(eren) terecht kunnen. Infrastructuur Infrastructuur, goed ingerichte lokalen. Nood aan (financiële) ondersteuning. Ruimte voor activiteiten. Personeel + vorming Geschikt personeel is moeilijk te vinden omwille van flexibele (moeilijke)werkuren. Samenwerking vorming. Vorming vrijwilligers: niet iedereen kan/mag kinderen opvangen of huiswerkbegeleiding doen. Expertise, kwalificeerde medewerkers kosten geld. Opleidingen, nascholing. Aanbod Opvang zieke kinderen, kansarme kinderen. Huiswerkbegeleiding voor allochtonen, ouder zonder ouder, werkende ouders. Occasionele- en flexibele opvang. Woensdagmiddagen : opvang 12 tot 14 jarigen. Flexibele opvang. Voorschoolse opvang. Flexibele opvang. Dringende opvang. Nachtopvang. Kansarmen gezinnen vinden moeilijk opvang. Vicieuze cirkel; eerst opvang daarna werk / eerst werk daarna opvang. Oplossing voor flexibele opvangvragen. Inclusief aanbod kansarmen o.a. huiswerkbegeleiding. Huiswerkbegeleiding voor kinderen van allochtonen en (voltijds) werkende ouders. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 3

261 Flexibele opvang. Gemandateerde voorziening is slecht uitgebouwd. Rol speelpleinwerking is aan het verminderen; is heet een taak van de jeugddienst om dit over te nemen. Netwerking Netwerking kan altijd beter: geen eilandjes, = 3, Eigen agenda s durven loslaten. Bereik van maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Netwerking. Andere actoren/instanties KOD bekendmaken ouders. Capaciteit Uitbreiding voorschoolse kinderopvang. Uitbreiden IBO naar deelgemeenten. Kwalificeerde medewerkers kosten geld. Uitbreiding IBO naar andere voorzieningen, meer gestructureerd, meer verankerd. Uitbreiding vakantieopvang naar deelgemeenten. Kwaliteit Uniformiteit in werking gezamenlijk vanuit stad Bree: uren, prijs, financiering, nascholing. Toeleiding Bereik van maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Ondersteuning Ondersteunen en bekendmaken van vorming. Overleg rond opvang tieners. Bijvoorbeeld aanbod spelmateriaal. Uitwisseling ervaringen. Overlegmomenten medewerkers, reflectie, intervisie. Vraag 3. Wat moet er gebeuren zodanig dat het beter kan worden? Hoe kan het beter? Clusters vraag 3. Wat moet er gebeuren zodanig dat het beter kan worden? Hoe kan het beter? Behoeften bevraging Onderzoeken hoe groot de noden zijn. Omgevingsanalyse, behoeften onderzoek. Registreren bevragingen. Verhouding tussen het LOK en het bestuur Stadbestuur moet rekening houden met de adviezen van het LOK. Samenwerking Geen overlappingen (warm water niet opnieuw uitvinden). Huiswerkbegeleiding kinderopvangdienst Bree (studenten). Geen concurrentie. Wat goed is, delen met elkaar. Ouderparticipatie en kinderparticipatie Structuur LOK + werking LOK Werkgroepen vormen die volgens thema worden samengesteld. Iedere werkgroep heeft een duidelijke opdracht, afgebakend in tijd en samenstelling, grensoverschrijdend (over de gemeente grens). Er worden uniforme afspraken gemaakt. Flexibele opvang. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 4

262 Vorming Vorming. Inkomsten Waar vinden we de nodige financiële middelen (fondswerving). Begeleiders Werven vrijwilligers. Voorbeeld: grootouders die niet in de buurt van hun kleinkinderen wonen en toch iets willen betekenen voor andere kinderen. Menselijk kapitaal. Doorverwijzing Inclusief kansarmen: het warm water niet opnieuw uitvinden er bestaan al veel initiatieven. Partners samenbrengen op één adres (fysiek en/of digitaal) Voorbeeld: huis van het kind. Voorwaarde samenwerking Openheid naar elkaar toe, durven praten, open communicatie. Basishouding: vertrouwen, openheid, betrokkenheid, discretie Bijkomende vraag. Met welke concrete plannen zijn jullie bezig om jullie opvang te verbeteren? Op basis van deze gegevens werd een concepnota en de rol van het LOK bepaald. Deze gegevens werden gebruikt bij de formulering van actieplannen en acties. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 5

263 Conceptnota Inleiding. Uit de maatschappelijke evoluties en omgevingsanalyse kunnen we concluderen dat de gewijzigde tendensen in de samenleving tot gevolg hebben dat er een dringende nood is aan voorschoolse en buitenschoolse opvang en ruimer aan een meer afgestemd vrijetijdsaanbod voor kinderen. Door de maatschappelijke veranderingen wordt het voor ouders immers steeds moeilijker om werk en gezin te combineren. Opvanginitiatieven hebben een belangrijke maatschappelijke waarde. Zij hebben een kwaliteitsvol aanbod, gebaseerd op een pedagogische visie, met oog voor de economische, pedagogische en sociale functie van kinderopvang. Dagelijks zetten gekwalificeerde begeleiders en coördinatoren zich in om kwaliteitsvolle opvang aan te bieden, in partnerschap met ouders. Ze ondersteunen kinderen in hun ontwikkeling, bieden een ruim en divers spelaanbod aan en spelen in op noden en wensen van kinderen en hun gezinnen. Daarbij hebben ze bijzondere aandacht voor diversiteit, welbevinden en betrokkenheid en veiligheid. Kinderopvang heeft (hoe langer hoe meer) een maatschappelijke opdracht en heeft de volgende doelstellingen : - Alle gezinnen met kinderen kunnen terecht in een doorzichtig georganiseerde, toegankelijke en betaalbare opvang. - Elk kind kan rekenen op een kwaliteitsvolle opvang. - Het aanbod dekt de lokale behoeften. - Opvang vervult naast zijn economische en pedagogische functie, ook expliciet een sociale functie. - Er is een gecoördineerd en transparant opnamebeleid dat de toegankelijkheid verbetert. Door de huidige maatschappelijke tendensen kan de verantwoordelijkheid niet meer alleen door de kinderopvang gedragen worden. Het is logisch dat elke betrokken sector zijn taak en verantwoordelijkheid heeft in het maximaal uitbouwen van een geïntegreerd vrijetijdsaanbod voor kinderen, waar opvang een belangrijke partner is. We zien een toekomst in een gedeelde verantwoordelijkheid over verschillende domeinen heen en stellen voor om een samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, de vrijetijdssector, cultuurdienst, sport en andere mogelijke partners uit te bouwen. Sleutelwoorden hierbij zijn gelijkwaardigheid, wederzijds respect en open dialoog. Het is evident dat de buitenschoolse kinderopvang blijvend een belangrijke rol zal/wil opnemen in de vrijetijdsbesteding van kinderen en een centrale plaats in de lokale samenwerkingsverbanden inneemt. Een gelijkwaardige samenwerking kan ervoor zorgen dat gezinnen ondersteund worden in de combinatie werk en gezin en dat kansen vergroot worden voor gezinnen uit kansengroepen. Het doel van die samenwerking is : - Een veilige omgeving creëren waar kinderen (zelf)vertrouwen vinden (een nest ) - Kinderen een ruim aanbod aan vrijetijdsactiviteiten aanbieden (een web ), waar zij hun talenten en vaardigheden kunnen ontdekken en ontwikkelen. Beleidskader Op 24 mei 213 keurde de Vlaamse Regering het besluit houdende het lokaal beleid kinderopvang goed. Het BVR treedt in werking vanaf 1 januari 214. Het bestaande BVR van 27 wordt op dat moment opgeheven. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 6

264 1. Het oprichten van het Lokaal Overleg Kinderopvang is een van de taken die het lokaal bestuur binnen het kader van het lokaal beleid kinderopvang moet opnemen. Voor wat betreft de samenstelling en de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang blijft het huidige besluit (besluit van 27) van toepassing. Uiterlijk op 3 juni 213 moeten de bepalingen rond de concrete samenstelling en de interne werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden vastgelegd door de gemeenteraad. Vanaf 1 januari 214 zal ook de raad van het OCMW de samenstelling en de interne werking van het LOK kunnen vastleggen. 2. Het besluit bepaalt dat de beleidsdoelstellingen kinderopvang worden opgenomen in de strategische meerjarenplanning van het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur laat zich bij de opmaak van het lokaal beleid kinderopvang adviseren door het Lokaal Overleg Kinderopvang (artikel 5). Het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang moet worden toegevoegd aan de strategische meerjarenplanning. 3. Het lokaal bestuur heeft ook als taak Kind en Gezin te adviseren bij de uitbreiding van kinderopvang in de gemeente. Het advies moet gebaseerd zijn op de strategische meerjarenplanning, die alleen maar rechtsgeldig is als de beleidsdoelstellingen kinderopvang ook voor advies werden voorgelegd aan het Lokaal Overleg Kinderopvang. Bij uitbreiding van het kinderopvangaanbod zal Kind en Gezin advies vragen aan het lokaal bestuur. Dit advies moet uitgebracht worden op basis van de meerjarenplanning. 4. Het Decreet van 2 april 212 (BS 15 juni 212) houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters (artikel 13) bepaalt verder nog dat er binnen de gemeente een lokaal loket kinderopvang moet zijn. (uitvoeringsbesluiten zijn nog niet beschikbaar). Het lokaal loket kinderopvang krijgt gestalte doordat er binnen het LOK een initiatiefnemer of structuur wordt georganiseerd om het lokaal loket kinderopvang te organiseren. De ministeriële omzendbrief over het lokaal loket wordt verwacht. Proces 1. Het bestuur heeft op 1 juli 213 de statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang en het huishoudelijk reglement goedgekeurd. 2. Het Lokaal Overleg Kinderopvang werd geïnstalleerd op 14 oktober 213. Zie bijlage 1 voor de samenstelling. Het Lokaal Overleg Kinderopvang kreeg meteen de opdracht om een advies over de beleidsdoelstellingen kinderopvang te formuleren in het kader van de opmaak van de meerjarenplanning Het bestuur verwacht dit advies uiterlijk op 15 november 213. De aanwezigen kregen een informatiepakket met achtergrondinformatie om zich voor te bereiden. 3. De voorzitter en de secretaris werden aangesteld. Zij organiseerden een brede inspraakronde op 21 oktober 213 aan de hand van een metaplanoefening. Er waren 22 deelnemers uitgenodigd en 16 personen namen deel aan deze inspraakronde. Twee leden hebben zich verontschuldigd. Meerjarenplan Participatie en inspraak OCMW Bree 7

Budget Prov. Arrond. OCMW Code nummer. Provincie Limburg. Arrondissement Maaseik OCMW B R E E. Postnummer Peerderbaan 37, 3960 Bree

Budget Prov. Arrond. OCMW Code nummer. Provincie Limburg. Arrondissement Maaseik OCMW B R E E. Postnummer Peerderbaan 37, 3960 Bree Prov. Arrond. OCMW Code nummer 215 Provincie Limburg Arrondissement Maaseik OCMW B R E E Postnummer 396 Adres Secretaris Financieel beheerder Peerderbaan 37, 396 Bree Stefan Goclon Rik Van de Konijnenburg

Nadere informatie

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de OCMW s met regels voor de financiële aspecten van de

Nadere informatie

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Budget 2015 OCMW BEVEREN Budget 2015 OCMW BEVEREN INHOUD BELEIDSNOTA... 4 I. Inleiding... 4 II. Missie, Visie en waarden... 5 1. Missie... 5 2. Visie... 5 3. Waarden... 6 III.Doelstellingennota... 7 IV. doelstellingenbudget (B1)...

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van

Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van Budget OCMW 216 3 Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget... 11 Financiële toestand... 13 Lijst overheidsopdrachten... 16 Lijst daden van beschikking... 17 Lijst nominatieve

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2017-10-05 Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers volgens de meest passende methodiek en volgens

Nadere informatie

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 5 I N H O U D INLEIDING 11 HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 1. Welzijnszorg 13 1.1. Wat is welzijnszorg? 13 1.2. Welzijnszorg van gunst naar recht 14 1.3. De positie van de welzijnssector in Vlaanderen,

Nadere informatie

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel? Beleidsplanning in Geel Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel? Geel sterk stijgend aantal inwoners - 2013: 38.238 (+ 13,5% t.o.v. 2000) grote oppervlakte: stedelijke kern landelijke deeldorpen

Nadere informatie

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid stuk ingediend op 1228 (2010-2011) Nr. 1 7 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van mevrouw Marijke Dillen, de heren Filip Dewinter, Jan Penris en Wim Wienen en mevrouw Gerda Van Steenberge betreffende

Nadere informatie

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk VLAAMS PARLEMENT DECREET betreffende het algemeen welzijnswerk HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Artikel 2 In dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

Gemeente Dentergem Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement

Gemeente Dentergem Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN Gemeente Dentergem INHOUDSTAFEL 1. Inleiding 1.1. Wettelijk Kader 1.2. Gemeentelijke maatregel 2. Algemeen kader inzake toewijzing 2.1. Decretaal principe (Vlaamse

Nadere informatie

LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN STAD ROESELARE

LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN STAD ROESELARE LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN STAD ROESELARE INHOUDSTAFEL 1. Inleiding 1.1. Wettelijk Kader 1.2. Gemeentelijke maatregel 2. Algemeen kader inzake toewijzing 2.1. Decretaal principe (Vlaamse

Nadere informatie

OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking.

OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking. OUDERENZORG Detectie van de toekomst, ontwikkelen van visie Opportuniteit tot samenwerking. Het ouderenzorglandschap in vogelvlucht 3 GROTE DELEN : Thuiszorg Thuiszorgondersteunende dienstverlening & aanvullende

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2019-02-01 Revisiedatum: Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie De maatschappelijk assistent staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers

Nadere informatie

Contactgegevens: Wendy Valijs, of

Contactgegevens: Wendy Valijs, of Algemeen Gemeente: Maasmechelen Provincie: Limburg Naam van het lokaal loket: Lokaal Loket Kinderopvang Maasmechelen Contactgegevens: Wendy Valijs, wendy.valijs@maasmechelen.be of loketkinderopvang@maasmechelen.be,

Nadere informatie

VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010

VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010 VVSG Trefdag Samen tegen Armoede wij ook 13/12/2010 Koen Clijsters Algemeen diensthoofd OCMW Heusden-Zolder Tel. 011/45.61.50 koen.clijsters@ocmwheusdenzolder.be Heusden- Zolder Provincie Limburg 31.500

Nadere informatie

Gemeente MEULEBEKE Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement

Gemeente MEULEBEKE Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN Gemeente MEULEBEKE INHOUDSTAFEL 1. Inleiding 1.1. Wettelijk Kader 1.2. Gemeentelijke maatregel 2. Algemeen kader inzake toewijzing 2.1. Decretaal principe (Vlaamse

Nadere informatie

STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN

STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN In zijn ZSP maakt de initiatiefnemer op beknopte en overzichtelijke wijze zijn zorgstrategische visie voor de

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider Functie Graadnaam: maatschappelijk werker Functienaam: arbeidstrajectbegeleider Functiefamilie: maatschappelijk werkers Functionele loopbaan: B1-B3 Afdeling: Sociaal Huis Dienst: Sociale Dienst Subdienst:

Nadere informatie

Ocmw Wichelen. Zorgzame gemeenschap met maximale ontplooiingskansen en aandacht voor de evoluerende maatschappij. vs. 11/03/2013 - Excel 2007

Ocmw Wichelen. Zorgzame gemeenschap met maximale ontplooiingskansen en aandacht voor de evoluerende maatschappij. vs. 11/03/2013 - Excel 2007 Met onze zorg beogen we de coördinatie van een warme zorg, 1 1.1 aangepast aan het individueel levensverhaal Bevordering huiselijkheid woonzorgvoorzieningen 1 1.1 1.1.2 1 1.1 1.1.3 1.1.1 Herinrichten WZC

Nadere informatie

Wat doet het OCMW eigenlijk?

Wat doet het OCMW eigenlijk? Wat doet het OCMW eigenlijk? OCMW Duffel Duffel: 17.150 inwoners Mechelen- Antwerpen Lier Kansarmoedeindex: 5,9% 2013, in 2003 was dat nog 3,6% Aantal huishoudens Aantal sociale huurwoningen Aandeel sociale

Nadere informatie

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016 NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016 Aanleiding De specifieke realiteit van de Vlaamse Rand: Een grote instroom van nieuwe inwoners

Nadere informatie

Percentage geboortes in kansarme gezinnen t.o.v. het totaal aantal 18

Percentage geboortes in kansarme gezinnen t.o.v. het totaal aantal 18 79 WELZIJN ENZORG 80 Welzijn en zorg Welzijn is een beleidsmaterie die zich niet in vakjes laat opdelen. Of mensen zich goed voelen, heeft te maken met hun gezondheid, hun leef- en woonomgeving, hun inkomen,

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

regionaal zorgstrategisch plan

regionaal zorgstrategisch plan regionaal zorgstrategisch plan 2017-2024 INHOUDSTAFEL DOELSTELLING 3 UITDAGINGEN maatschappelijke veranderingen omgevingsanalyse 4 5 WAAR STAAN WE VOOR? 6 WAAR GAAN WE VOOR? samen armoede bestrijden werken

Nadere informatie

Lokaal Sociaal Beleidsplan

Lokaal Sociaal Beleidsplan Eindevaluatie Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 Eindevaluatie LSB-plan 2008-2013 Tussentijdse evaluatie RMW: 21 april 2011 GR: 28 april 2011 Stuurgroepvergadering n.a.v. opmaak meerjarenplan/ clustervergaderingen

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

Seniorenbeleidsplan

Seniorenbeleidsplan Seniorenbeleidsplan 2018-2023 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Pensioenen 2. Armoede 3. Participatie,betrokkenheid en inspraak 4. Veiligheid 5. Mobiliteit 6. Zorg op maat 2 Inhoudsopgave 7. Bouwen, wonen en

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk 08/05/2009 HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen Art. 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder : 1 algemeen

Nadere informatie

GEMEENTE KALMTHOUT. Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012

GEMEENTE KALMTHOUT. Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012 GEMEENTE KALMTHOUT Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012 INHOUD 1. SITUERING... 1 1.1 Wettelijk kader... 1 1.1.1 Standaardregime... 1 1.1.2 Eigen

Nadere informatie

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities Bijlage III. Diensten voor oppashulp Hoofdstuk I. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 oppashulp: de hulp en bijstand, tijdens de dag of tijdens de nacht, die erin bestaat de gebruiker

Nadere informatie

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Kind en Gezin èn Agentschap Jongerenwelzijn? Kind en Gezin en Agenschap Jongerenwelzijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID Functie 1 Activiteiten op het vlak van preventie; geestelijke gezondheidszorgpromotie; vroegdetectie, -interventie en -diagnosestelling

Nadere informatie

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede Lokale bestrijding kinderarmoede Groeiactieplan kinderarmoede Overzicht 1. Algemeen kader 2. Greep uit de acties in Gent 3. Succesfactoren/knelpunten à Debat Psychologische Dienst - OCMW Gent 2 1. Algemeen

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Waarom? Daarom! Goed uitgebouwde basisondersteuning voor alle kinderen en gezinnen Aanvullende en specifieke opdracht voor jeugdhulp wanneer ontwikkeling vast loopt

Nadere informatie

DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997

DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997 DECREET BETREFFENDE HET ALGEMEEN WELZIJNSWERK - 19 DECEMBER 1997 PUBLICATIE BELGISCH STAATSBLAD: 17 FEBRUARI 1998 Algemene bepalingen Algemene opdracht, doelstellingen, taken en werkingsprincipes Taken

Nadere informatie

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede Kinderopvang heeft verschillende functies: een economische functie, een pedagogische en een sociale functie. Kwalitatieve kinderopvang weet deze

Nadere informatie

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Inspiratiedag Brede School - 29 april 2014 - BRONKS Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners in

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

Inhoud. trst_. Lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Goedgekeurd in de gemeenteraad van Zemst van 26 april 2018

Inhoud. trst_. Lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Goedgekeurd in de gemeenteraad van Zemst van 26 april 2018 trst_. Lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Goedgekeurd in de gemeenteraad van Zemst van 6 april 018 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Wettelijk kader 1. Gemeentelijke maatregel. Algemeen kader inzake toewijzing.1

Nadere informatie

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode 6 februari 2018 Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode In het kader van de continuering van

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

OCMW en GEMEENTE één voor allen. VVSG Shirley Ovaere

OCMW en GEMEENTE één voor allen. VVSG Shirley Ovaere OCMW en GEMEENTE één voor allen VVSG Shirley Ovaere ... OCMW 123...OCMW 2 - Missie en opdracht van het OCMW Iedere persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening die erop gericht is hem in staat

Nadere informatie

DIENSTWONEN. Infosessie voor intermediairen

DIENSTWONEN. Infosessie voor intermediairen DIENSTWONEN Infosessie voor intermediairen 1 OVERZICHTVOORSTELLING 1. algemeen organigram missie doelstellingen problematiek kernopdracht 2. werking Team Woonadvies en Team Woonondersteuning methodiek

Nadere informatie

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT

vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG ONZEOPDRACHT vzw beschut wonen DE OVERWEG bewoners De vzw Beschut Wonen De Overweg richt zich tot volwassenen die omwille van hun psychiatrische problematiek en/of psychosociale

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004

Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004 Jaarverslag seniorenbeleid District Deurne 2004 Februari 2005 Han Van den Kieboom Seniorenconsulente district Deurne Inhoudstabel Inhoudstabel 2 Inleiding 3 1 Dienstverlening 3 1.1 De aangepaste sociale

Nadere informatie

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Bisconceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering 1.1. Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Eén gezin één plan Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Inhoud De oproep Context en beleidskeuzes Finaliteit van de oproep: één gezin, één plan Samenstelling en uitbouw

Nadere informatie

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017

Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017 Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel Expoo-congres 7 december 2017 Greet Poelvoorde lokaal loket Silke De Ridder Nasci vzw Contact: helpdesk@kinderopvang 0488/79 09 77 Opdracht van het Lokaal Loket Kinderopvang

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker

Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker VVSG Inspiratiedag 20 maart 2014 Situering binnen een ruimere context Lokaal loket kinderopvang Kinderopvangzoeker Praktijkgetuigenissen vanuit de proefgemeenten

Nadere informatie

VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2.

VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2. VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2. Het OCMW bouwt samen met alle partners een kwaliteitsvol en behoeften dekkend kinderopvangaanbod voor baby s, peuters en schoolgaande kinderen verder

Nadere informatie

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager 1/5 Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager I. FUNCTIEBENAMING Formatie Directe Leidinggevende contractueel administratief personeel algemeen directeur II. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016

Lokaal loket kinderopvang. Resultaten enquête 2016 Lokaal loket kinderopvang Resultaten enquête 2016 Inleiding Doelstelling: kinderopvang als basisvoorziening Recht van elk kind/ elk gezin op een kwaliteitsvolle dienstverlening Opvang in voldoende mate

Nadere informatie

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. MISSIE... 5 3. BELEIDSNOTA... 6 3.1. DOELSTELLINGENNOTA... 6 3.2. DOELSTELLINGENBUDGET... 16 3.3. FINANCIËLE TOESTAND... 17 3.4. LIJST OVERHEIDSOPDRACHTEN...

Nadere informatie

Het klassieke antwoord

Het klassieke antwoord 2012-04-20 studiedag Vraaggestuurde zorg - Workshop 2 Intersectorale samenwerking als antwoord op vraaggestuurde zorg NAH Woonproject Huis Ten Bosse 120 WZC Sint Vincentius Deinze De Heide vzw Merelbeke

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

De Sociale plattegrond

De Sociale plattegrond De Sociale plattegrond Sector: OCMW Spreker: Marianne Van Der Biest (OCMW Herzele) Wat is het OCMW? OCMW = Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. OCMW = publieke instelling Welzijn = meer dan armoedebestrijding

Nadere informatie

De werking van de Beleids-en beheerscyclus

De werking van de Beleids-en beheerscyclus Achter de schermen De werking van de Beleids-en beheerscyclus Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn en het stof weer is gaan liggen, ontwaken de nieuwe gemeenteburen. In sommige steden en

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Ann Lobijn Diensthoofd Kinderopvang VVSG 02 211 55 73 Ann.lobijn@vvsg.be Leen Walravens Stafmedewerker

Nadere informatie

Verslag OCMW-raad Hugo Cornelis

Verslag OCMW-raad Hugo Cornelis Verslag OCMW-raad 15/11/2017 1. Goedkeuring verslag vergadering 18/10/2017 openbaar gedeelte De OCMW-raad wordt gevraagd het verslag van de vergadering 18/10/2017 openbaar gedeelte goed te keuren. Goedgekeurd

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3 BESTUURLIJKE UITDAGINGEN VOOR LOKALE BESTUREN. Een keten perspectief. Professor Dr. E. Wayenberg HoGent & UGent BLOSO

Dia 1. Dia 2. Dia 3 BESTUURLIJKE UITDAGINGEN VOOR LOKALE BESTUREN. Een keten perspectief. Professor Dr. E. Wayenberg HoGent & UGent BLOSO Dia 1 BESTUURLIJKE UITDAGINGEN VOOR LOKALE BESTUREN Professor Dr. E. Wayenberg HoGent & UGent Dia 2 2 Dia 3 Een keten perspectief BLOSO Gemeente/ Sportdienst Sportvereniging 3 Dia 4 Sectorale beleidsketen

Nadere informatie

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012

Federaal Plan Armoedebestrijding. Reactie van BAPN vzw. Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Belgisch Platform tegen Armoede en Sociale Uitsluiting EU2020 30/11/2012 Federaal Plan Armoedebestrijding Reactie van BAPN vzw BAPN vzw Belgisch Netwerk Armoedebestrijding Vooruitgangstraat 333/6 1030

Nadere informatie

Infovergadering adviesraden WOONBELEIDSPLAN WOONPLUS LWW. Wetteren 16 mei 2017

Infovergadering adviesraden WOONBELEIDSPLAN WOONPLUS LWW. Wetteren 16 mei 2017 Infovergadering adviesraden WOONBELEIDSPLAN WOONPLUS LWW Wetteren 16 mei 2017 Verwelkoming Infovergadering adviesraden 16 mei 2017 2 Agenda 1. Verwelkoming 2. Toelichting bij de opmaak van een woonbeleidsplan

Nadere informatie

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg Info avond SEL Waasland 24 mei 2012 Sint-Niklaas Stefaan Baeten Directeur psychiatrisch centrum Sint-Hiëronymus Historische context

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

FUNCTIEBESCHRIJVING 1 FUNCTIEBESCHRIJVING 1 Functie Hoofddoel van de functie Directeur grondgebiedszaken A4a-A4b U coördineert de directie grondgebiedszaken, die bestaat uit: - de dienst vergunningen en beleidsondersteuning

Nadere informatie

Het Budget 2015 past in het meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan:

Het Budget 2015 past in het meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan: BUDGET 2015 Situering Vanaf 1 januari 2013 is Sociaal Verhuurkantoor (SVK) Leie en Schelde gestart als pilootbestuur met de implementatie van de nieuwe regels van de Beleids- en Beheerscyclus (BBC). De

Nadere informatie

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO De wettelijke basis voor het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal wordt gelegd binnen het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid. In uitvoering

Nadere informatie

lokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht

lokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht Karolien Bloemen Voorstelling Ouder worden in je buurt 20 oktober 2014 Overzicht Vergrijzing en verzilvering Zorgvraag van ouderen Huidige zorgaanbod Provinciale

Nadere informatie

OCMW Lede - Beleidsnota 2010. Sociale dienstverlening. Financiële steun

OCMW Lede - Beleidsnota 2010. Sociale dienstverlening. Financiële steun OCMW Lede - Beleidsnota 2010 Deze beleidsnota hoort bij het budget 2010. Dit budget maakt deel uit van het financieel meerjarenplan 2008-2012. Het opgemaakte budget 2010 past binnen de opgemaakte meerjarenplanning

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

FUNCTIEBESCHRIJVING 1 FUNCTIEBESCHRIJVING 1 Functie Hoofddoel van de functie Afdelingshoofd grondgebiedszaken A4a-A4b U coördineert de afdeling grondgebiedszaken, die bestaat uit: - de dienst vergunningen en beleidsondersteuning

Nadere informatie

Doen in 2019 en Actuele en correcte registratie van vrijwilligers (jaarlijkse controle).

Doen in 2019 en Actuele en correcte registratie van vrijwilligers (jaarlijkse controle). VERZAMELDOCUMENT SUBSIDIEVOORWAARDEN INFORMELE ZORG 2019 en Opleidingsaanbod. I Algemeen (voor alle organisaties) Opmerking: Als onderlegger hebben we het document waarop de discussie over de voorgestelde

Nadere informatie

Uitdagingen bij de vermaatschappelijking van de zorg

Uitdagingen bij de vermaatschappelijking van de zorg Uitdagingen bij de vermaatschappelijking van de zorg Koen Hermans LUCAS, Centrum voor zorgonderzoek en consultancy Centrum voor sociologisch onderzoek Professionele zorg in Vlaanderen is succesverhaal

Nadere informatie

ZIJ AAN ZIJ TEGEN KINDERARMOEDE

ZIJ AAN ZIJ TEGEN KINDERARMOEDE ZIJ AAN ZIJ TEGEN KINDERARMOEDE Ervaringen uit de pilootgemeenten Tinne Mertens CEBUD 1 EEN VEILIGE KINDERTIJD 2 Projectfinanciering Provincie Antwerpen CEBUD (Thomas More) en Welzijnszorg Kempen Verloop

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners

Nadere informatie

OCMW s en armoedebestrijding

OCMW s en armoedebestrijding OCMW s en armoedebestrijding Hoorzitting Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid, Vlaams Parlement, 1.2.2011 Piet Van Schuylenbergh, directeur OCMW s VVSG Nathalie Debast, stafmedewerker

Nadere informatie

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET

AANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AANGEPAST MEERJARENPLAN 214-22 IN FUNCTIE VAN BUDGET 218 Secretaris Raymond Corstjens wnd. Financieel beheerder Inge Hawinkel OCMW Maaseik

Nadere informatie

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. A - Afspraken over de samenwerking van de raadsleden met de leden van het managementteam.

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

Beleidsnota inclusief addenda 2015

Beleidsnota inclusief addenda 2015 Kerkstraat 1 3910 Neerpelt NIS-code : 88999 Laatste budgettaire journaalnummer : 2015002540 Beleidsnota inclusief addenda 2015 Secretaris Vrolix Guido Financieel beheerder Leën Henri Welzijnsregio Noord-

Nadere informatie

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening

1.GEBRUIKERSGERICHT Rusthuizen, dagverzorging en kortverblijf Serviceflats en woningcomplexen met dienstverlening Bijlage bij het Ministerieel besluit van 10 december 2001 inzake kwaliteitszorg in de rusthuizen, centra voor dagverzorging, centra voor kortverblijf, serviceflats en woningcomplexen met (B.S. 28.III.2002).

Nadere informatie

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid 25 Integratie OCMWgemeente: bouwen aan vertrouwen en een sterker beleid Ellen Dierckx Coördinator dienstencentrum tewerkstelling den travoo OCMW Balen Achtergrond Aanleiding: KHK-onderzoek 2007 leefomstandigheden

Nadere informatie

voor personen met een handicap

voor personen met een handicap Over het muurtje kijken: Persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap Infosessie voor sociale diensten OCMW en vergunde voorzieningen VAPH Welkom Inclusie als streefdoel van het perspectiefplan

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen Stuk 2223 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 5 maart 2004 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen betreffende een

Nadere informatie

toelichting budget 2015

toelichting budget 2015 toelichting budget 2015 commissie 18 november 2014 1. prioritaire beleidsdoelstellingen sport onderwijs 2. niet-prioritaire beleidsdoelstellingen administratieve beroepen personeel informatietechnologie

Nadere informatie

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s) SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK

Nadere informatie

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar Dirk Van Noten en Inne Devos Departement Welzijn, Volksgezondheid en gezin Afdeling Welzijn en Samenleving

Nadere informatie

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke)

INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke) INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID CLUSTER IZEGEM (Ingelmunster, Izegem, Ledegem, Oostrozebeke) 1. UITGANGSPUNTEN VAN DE INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING LOKAAL WOONBELEID, CLUSTER Izegem.

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING

7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7. PREVENTIE VAN UITHUISZETTING 7.1 BEGELEIDING DOOR SOCIALE DIENST OCMW Afbakening van de doelgroep Huurders die uit huis dreigen gezet te worden Omschrijving van het aanbod Het OCMW wordt preventief

Nadere informatie

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 3 2. Missie, visie en uitgangspunten van de Adviesraad Wmo 2.1 De Verordening adviesraad Wmo 4 2.2 Missie 4 2.3 Visie 4 2.4 Uitgangspunten

Nadere informatie

REFUGEE UNITE IC VZW

REFUGEE UNITE IC VZW REFUGEE UNITE IC VZW Project/Projet Organisatie/organisation Het Internationaal Comité vzw (IC) is een zelfstandige, democratisch georganiseerde, multiculturele federatie. Het IC wil zel forganisaties

Nadere informatie

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019

Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Onderbescherming & Lokaal Sociaal Beleid Themasessie Detectie & Toeleiding Inspiratiedag Zorgzame Buurten Brussel Maandag 25 maart 2019 Didier Boost UAntwerpen Master Sociaal Werk Centre for Research on

Nadere informatie

OVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare

OVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare OVERGANGSZORG: de toekomst? Woon- en zorgcentrum Kimpenhof Familiehulp Expertisecel Ouderenzorg PHL-Healthcare Inhoud Situering Uitgangspunten en doelstellingen Onderzoeksdesign Resultaten Conclusies Getuigenissen

Nadere informatie