Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus
|
|
- Frans van der Velde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep gastrointestinale tumoren
2 Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3 Medisch technisch...3 Ondersteunende zorg...4 Voorlichting...4 Communicatie...4 Continuïteit van zorg...4 Spreiding en concentratie, infrastructuur...4 Conclusie van diagnostiek primaire tumor...4 Behandeling...6 (Adjuvante) behandeling na initiële behandeling...7 Follow-up...8 Lokaal recidief diagnostiek...9 Metastasen diagnostiek...10 Lokaal recidief behandeling...11 Medisch technisch...11 Ondersteunende zorg...12 Voorlichting...12 Continuïteit van zorg...12 Spreiding en concentratie, infrastructuur...12 Metastasen behandeling...13 Medisch technisch...13 Ondersteunende zorg...13 Voorlichting...13 Continuïteit van zorg...13 Spreiding en concentratie, infrastructuur...13 TNM classificatie...14 Disclaimer...15 i
3 Algemeen Carcinoïden zijn neuroendocriene tumoren, die in diverse organen van de tractus digestivus en respiratorius kunnen ontstaan en verschillende endocriene producten kunnen secerneren. In deze richtlijn wordt met carcinoïden bedoeld, alle laaggradige neuroendocriene tumoren van maag, duodenum, dunne en dikke darm, appendix en rectum. Het adenocarcinoom met neuro-endocriene kenmerken en het carcinoïd van het pancreas vallen niet onder deze richtlijn. In 10-20% van de gevallen zijn er multiple locaties. Klassiek worden deze onderverdeeld in voordarm (maag, duodenum, pancreas), middendarm (jejunum t/m midtransversum) en einddarm (midtransversum t/m rectum, deze zijn zelden hormonaal actief). De appendix is de meest voorkomende locatie, gevolgd door het ileum, rectum en de maag. De incidentie is ongeveer nieuwe klinische gevallen per miljoen per jaar. Niet zelden blijven deze tumoren echter subklinisch en worden toevallig in resectiepreparaten of bij obductie (bij 1%!) aangetroffen. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 1
4 Screening Screening ter detectie van primaire carcinoïden van bepaalde patiëntencategorieën is niet zinvol. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 2
5 Diagnostiek Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. Medisch technisch Anamnese: Carcinoïden kunnen lang asymptomatisch blijven. Eventuele klachten zijn afhankelijk van de tumorlokalisatie en hormonale productie. Zo kan een carcinoïd in de appendix leiden tot pijn in de rechter onderbuik, in de dunne darm tot diffuse buikpijnklachten, misselijkheid en braken en in het colon en rectum tot een veranderd defecatiepatroon. Flushes, asthma en secretoire diarree duiden op het carcinoïdsyndroom, dat kan ontstaan bij uitgebreide (lever-)metastasering of forse tumorload, direct drainerend op de centrale veneuze circulatie. In de anamnese komen soms de provocatieve omstandigheden aan het licht, zoals stress, inspanning, voeding of alcohol. Dit wordt veroorzaakt door hypersecretie van vasoactieve stoffen (hydroxytryptamine, kinine en prostaglandines). Sterk hormonaal actieve tumoren veroorzaken op den duur verschijnselen van decompensatio cordis, zoals vermoeidheid, dyspnoe en oedeem door aantasting van de valvula tricuspidalis en pulmonalis. Lichamelijk onderzoek: T: Palpatie van het abdomen, rectaal toucher. N/M: palpatie van de lever; tekenen van carcinoïdsyndroom: flushes, blozen, dehydratie t.g.v. diarree, rechts decompensatie, souffles. Laboratorium onderzoek: Carcinoïden (vooral van de middendarm en bij gemetastaseerde ziekte) gaan gepaard met een verhoogde productie van serotonine (5-hydroxytryptamine) en leiden tot een abnormaal metabolisme van het essentiële aminozuur tryptofaan. Dit resulteert in een verhoging van 5-hydroxyazijnzuur (5-HIAA), waarvan de uitscheiding in de 24-uurs urine het meest frequent wordt gehanteerd als biochemische marker. Ook de serotonine concentratie in thrombocyten wordt toegepast als parameter en bleek gevoeliger, echter niet specifiek, bij carcinoïd tumoren van de voor- en einddarm. Verhoging van de chromogranine-a spiegel zou correleren met een slechtere prognose. Aanvullend onderzoek (nadat biochemische analyse is verricht): T: Gastroscopie en eventueel endoscopische echografie voor de detectie van maag en duodenum carcinoïden. Colonoscopie voor de detectie van colon en rectum tumoren. 111 In-octreotide receptor scintigrafie (octreoscan) of metaiodobenzylguanidine scintigrafie (MIBG-scan) voor initiële detectie en CT scanning (dunne coupes met en zonder intraveneus contrast) voor anatomische lokalisatie van carcinoïd tumoren. Een röntgen passage-onderzoek kan worden verricht bij verdenking op een carcinoïd van de dunne darm. N/M: Octreoscan en evt. MIBG scan gevolgd door een gerichte CT scan of MRI van hotspots. Botscan voor evt. ossale metastasen. Pathologie: De typische monotone organoïde morfologie wordt in veel gevallen in de standaard HE-kleuring herkend. Het belangrijke onderscheid met de hooggradige, slecht gedifferentieerde neuro-endocriene tumoren wordt gemaakt op basis van deze monomorfe morfologie, afwezigheid van necrose en zeldzaamheid van mitosefiguren (< 10 in 2mm 2 ). Het epitheliale en neuro-endocriene karakter wordt aangetoond met behulp van (immuun-)histochemische kleuringen (epitheliaal: keratine; neuro-endocrien: Grimelius, chromogranine A, synaptofysine, CD56 of CD57). De volgende kenmerken moeten in ieder geval worden beschreven: de lokalisatie, de diepte ingroei (mucosa, muscularis etc.), de grootte en evt. angioinvasie. Samen met het klinische gegeven van evt. hormoonproductie, kan dan een voorzichtige uitspraak worden gedaan over de te verwachten kans op metastasen. Meestal niet gemetastaseerd Mogelijk gemetastaseerd Vaak gemetastaseerd Geen angioinvasie Geen hormonale activiteit En T1 (T2 appendix)* En < 1cm (2 cm appendix/colon) Angioinvasie (colon, maag) Geen hormonale activiteit En > T1 (T3 appendix)* En 1-2 cm (appendix > 2) Wel angioinvasie Of hormonale activiteit of > 2 cm (> 3 cm appendix) 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 3
6 Richtlijn: Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) * T 1 in mucosa of submucosa, T 2 invadeert muscularis propria, T 3 invadeert dieper dan de muscularis propria Co-morbiditeit: Bij het carcinoïd syndroom dient men alert te zijn op dehydratie (door profuse diarree) asthma-verschijnselen en rechts-decompensatie (klepvitia door endocard-neerslagen). Ondersteunende zorg Door oncologie verpleegkundige of maatschappelijk werk. Voorlichting Carcinoïden zijn langzaam groeiende tumoren met een weinig agressief, indolent gedrag. De behandeling bestaat uit resectie van de primaire tumor met de betrokken lymfeklieren. Ook na vaststellen van metastasen of recidief kan de overleving nog lang zijn. Patiënten met carcinoïden zijn als subgroep verenigd bij de Stichting Doorgang ( ). Telefoonnummers van lotgenoot-patiënten worden verstrekt via de Nederlands Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (tel.: ). Patiënten met een secundair carcinoïd i.h.k.v. het MEN-1 syndroom vormen een aparte groep en kunnen terecht bij de patiëntenorganisatie Belangengroep MEN ( Bij KWF Kankerbestrijding is een voorlichtingsbrochure te verkrijgen over het MEN-1 syndroom. Communicatie Patiënt: Bespreken van het diagnostisch en therapeutisch plan. Intramuraal: Multidisciplinair overleg: medisch oncoloog, endocrinoloog, MDL-arts, nucleair geneeskundige, radioloog, anesthesist, chirurg en patholoog Transmuraal: Informatie naar huisarts over diagnose, voorgestelde behandeling en de gegeven informatie aan de patiënt. Continuïteit van zorg Belangrijk voor het na-traject is een vaste specialist/coördinator. Veelal is dit de medisch oncoloog of endocrinoloog. Spreiding en concentratie, infrastructuur De benodigde infrastructuur is afhankelijk van het stadium van de aandoening. Bij verder gevorderde stadia, zoals bij gemetastaseerde carcinoïden leidend tot het carcinoïdsyndroom, zal deze omvangrijker moeten zijn. Minimaal moeten de toegang tot nucleaire geneeskunde (octreoscan en MIBG scan) en adequate biochemische bepalingstechnieken gewaarborgd zijn. Conclusie van diagnostiek primaire tumor Nadat bovenbeschreven traject is afgelegd moet de tumor als volgt worden ingedeeld: -lokalisatie: -de diepte groei: -angioinvasie: -productie: -metastasen: -erfelijkheid: in welk deel van de tractus digestivus, unifocaal of multifocaal T1: < submucosa; T2 < muscularis propria; T3 >serosa aan- of afwezig hormonale secretiepatroon lymfeklieren of op afstand primair of secundair t.g.v. een gastrinoom (MEN-1 of Zollinger Ellison) 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 4
7 Richtlijn: Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 5
8 Behandeling De behandeling is afhankelijk van de lokalisatie. Algemeen: In het algemeen kan gesteld worden dat de behandeling bestaat uit radicale resectie. Meestal is de diagnose carcinoïd preoperatief niet duidelijk, maar wordt pas gesteld door onderzoek van resectiepreparaten na operaties voor obstructie, ischemie of andere abdominale verschijnselen. Indien de diagnose carcinoïd reeds wel gesteld is, bijvoorbeeld door een endoscopisch lisbiopt of een positieve nucleaire scan, dient de vraag gesteld te worden of überhaupt aanvullende chirurgie noodzakelijk is. Daarnaast zullen dan specifieke perioperatieve maatregelen (octreotide) overwogen moeten worden ter preventie van een carcinoïd-crisis (extreme tachycardie en hypotensie), die geluxeerd kan worden door tumormanipulatie of door de anesthesie. Vooral de carcinoïden van de middendarm zijn hiervoor berucht. Appendix: 95% van de appendix-carcinoïden is kleiner dan 2 cm. Metastasering is in deze situatie zeldzaam. Een simpele appendectomie is dan afdoende. Bij ontbreken van radicaliteit is een ileocoecaalresectie geïndiceerd. Hoewel vergelijkende studies ontbreken, wordt in de anglosaksische literatuur aanvullende resectie ook geadviseerd bij radicaal geopereerde appendix-carcinoïden met een diameter meer dan 2 cm. Immers, bij een derde deel van deze grotere tumoren is al sprake van lymfeklier of afstand metastasering. Het beloop na radicale resectie is over het algemeen gunstig. Dunne darm: De behandeling bestaat uit segmentresectie van de darm en het betreffende mesenterium. Afgezien van de toevallig ontdekte carcinoïden, is reeds 40% van de symptomatische tumoren gemetastaseerd. Vaak zijn er meerdere tumorlokalisaties, die gepaard gaan met snelle doorgroei door de serosa en uitgebreide bindweefsel reacties. Dit leidt tot retractie van het mesenterium, vernauwing van het lumen en ischemie door kinking van de bloedvaten. Maag: Er bestaan 3 types. Type 1 heeft een benigne beloop en komt voor bij pernicieuze anemie en atrofische gastritis type A. Een verhoogd gastrine-spiegel leidt tot stimulatie van de enterochromaffiene cellen en vorming van multiple carcinoïden. Type 2 treedt op bij patiënten met sporadische of familiaire gastrinomen (MEN type 1). De verhoogde gastrine-productie stimuleert de groei van neuroendocriene (carcinoïd-)cellen in de maagwand. Type 3 tumoren worden ook wel sporadische maagcarcinoïden genoemd en zijn prognostisch het meest ongunstig. 10 tot 25% behoort hiertoe. Voor type 1 geldt dat observatie en zonodig gastroscopische poliepectomie verantwoord is indien de tumor kleiner is dan 2 cm. Bij hypergastrinemie, grotere en recidiverende tumoren dient antrectomie overwogen te worden zodat de bron van de gastrineproductie verwijderd wordt, evt. gecombineerd met een lokale resectie. Bij het type 2 dient primair de gastrine-producerende tumor geattaqueerd te worden. Type 3 carcinoïden zijn vaak al gemetastaseerd en worden behandeld middels gastrectomie en omentectomie (cytoreductie). Colon en rectum: Indien kleiner dan 2 cm en gesteeld: poliepectomie of lokale excisie (rectum). Grotere chirurgische resecties zijn geïndiceerd indien radicaliteit endoscopisch niet kan worden bereikt. Conclusie na eerste behandeling primaire tumor Na de eerste behandeling zijn de volgende criteria van belang aangezien zij een prognostische waarde hebben: het pre- en postoperatief hormonaal secretiepatroon, de grootte en invasiviteit van de tumor, de radicaliteit van de resectie, eventuele multifocaliteit, aanwezigheid van metastasen in de lokale lymfeklieren of reeds op afstand en immunohistochemische kenmerken van de primaire tumor. Tumoren met aangetoonde somatostatine receptoren hebben een gunstigere prognose. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 6
9 (Adjuvante) behandeling na initiële behandeling De behandeling van het carcinoïd is in principe chirurgisch. Na een radicale resectie is adjuvante therapie ook bij lymfekliermetastasen in het resectiepreparaat niet geïndiceerd. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 7
10 Follow-up Er zijn geen evidence based gegevens omtrent het nut van postoperatief vervolgonderzoek na een radicale resecties. Aangezien vele carcinoïden bij toeval gevonden worden in resectiepreparaten, is een stagering achteraf zeker bij grote carcinoïden zeer gangbaar (primair: bepaling van biochemische markers en een octreotide scan). Indien deze stagering negatief is, kan de follow-up worden afgesloten, omdat asymptomatische patiënten niet behandeld worden. De patiënt dient dan wel goed geïnstrueerd te worden zich te melden bij recidief klachten, die wijzen op het carcinoïdsyndroom of darmobstructie door tumorrecidief. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 8
11 Lokaal recidief diagnostiek Recidieven komen aan het licht door klachten passend bij het carcinoïdsyndroom of darmobstructie ofwel door stijging van de biochemische parameters. Lokalisaties worden aangetoond middels een octreoscan en/of MIBG scan, waarna een gerichte CT scan (met en zonder intraveneus contrast) of een MRI scan exacte anatomische informatie verschaft. Conclusie na diagnostiek recidief tumorgroei Na vaststelling van recidief tumorgroei dienen de volgende aspecten in een multidisciplinair overleg besproken te worden: voorafgaande behandelingen, de exacte lokalisaties, hormonale productie en octreotide- (evt. MIBG-) opnamecapaciteit van deze recidieven. Selectie van behandelingsmodaliteiten hangt onder meer af van patiëntenkarakteristieken (leeftijd, co-morbiditeit), de ernst van de symptomatologie en chirurgisch technische resectiemogelijkheden. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 9
12 Metastasen diagnostiek Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 10
13 Lokaal recidief behandeling Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. Medisch technisch Algemeen: Behandeling van recidief of metastasen kan worden overwogen bij ernstige symptomen van mechanische of hormonale aard. Uitlokkende factoren die het carcinoïd syndroom kunnen luxeren dienen op individuele basis vermeden te worden (bijv. gekruid voedsel, sterke lichamelijke inspanning). Ook effectieve diarree bestrijding kan de kwaliteit van leven enorm verbeteren (imodium of cholestyramine na ileum resectie, HT3 antagonisten, soms morfinomimetica). Chirurgie: In principe blijft resectie ook indien er sprake is van gemetastaseerde ziekte therapie van eerst keuze. Radicaliteit dient te worden nagestreefd maar ook debulking voor efficiëntere medicamenteuze therapie of een omloop-operatie ter palliatie van darmobstructies, zijn te overwegen. Indien technische haalbaar valt zelfs een partiele leverresectie te overwegen. De ervaringen met levertransplantaties zijn zeer beperkt. Behandeling met somatostatine analogen en MIBG: Somatostatine receptoren zijn aanwezig bij meer dan 80% van de carcinoïden. Het inhibitoire effect van octreotide is gebaseerd op de binding aan receptor subtype 2. Een vermindering van de klachten treedt op bij 70% van de patiënten met metastasen en een biochemische respons bij 50%. Deze respons kan voorspeld worden op grond van de octreotide opnameactiviteit. Een afname in tumorgrootte treedt daarentegen slechts zelden op. Er wordt gestart met een lage dosis, bijv. 3 maal daags 50 µg subcutaan of eventueel intraveneus (tijdens een crisis of perioperatief), geleidelijk op te hogen tot 3 maal daags 200 µg. Inmiddels zijn ook depotpreparaten met meer langdurige werking verkrijgbaar (lanreotide en sandostatine LAR). Een nieuwe nog experimentele ontwikkeling is behandeling met hoge doses radioactief gelabelde octreotide. Bij voldoende opname kunnen carcinoiden ook behandeld worden met radioactief MIBG. Vooral de klachten van het carcinoïdsyndroom reageren hierop in gunstige zin. Er is een respons te verwachten bij 70% van de patiënten, gedurende een mediane periode van 8 maanden. Behandeling met interferon: Een effect op de klachten van het carcinoïdsyndroom is te verwachten bij 60-80% van de patiënten, gedurende gemiddeld 20 maanden. De bijwerkingen zorgen er echter voor dat interferon geen eerste keuze optie is, maar wel overwogen kan worden bij octreotide-negatieve carcinoïden. Vanwege een mogelijk additioneel effect is behandeling met interferon of het langwerkende PEG-interferon een optie bij onvoldoende reactie op octreotide. Afgezien hiervan dienen de volgende opties in het behandelplan overwogen worden: Thermoablatie en embolisatie: Dit kan bij irresectabele levermetastasen worden toegepast. Het kan leiden tot vermindering van klachten en biochemische afwijkingen bij 80% van de patiënten. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 11
14 Richtlijn: Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) Chemotherapie: De rol van systemische chemotherapie is beperkt. Voor zeer therapieresistente en somatostatine-receptor negatieve carcinoïden kan in individuele gevallen een behandeling met streptozocine in combinatie met adriamycine of 5-FU worden overwogen. Een kortdurende repons is beschreven bij een derde deel van de patiënten. Radiotherapie: Heeft soms een rol bij pijnlijke botmetastasen. Ondersteunende zorg Een rol is in deze fase weggelegd voor de oncologieverpleegkundige en het maatschappelijk werk. Voorlichting Helaas ontbreken goede prognostische markers om het ziektebeloop te kunnen voorspellen. Patiënten met locoregionale en afstandsmetastasen hebben een 5-jaars overleving van respectievelijk 40-50% en 15-20%. Bij 2 van de 3 patiënten met gemetastaseerde ziekte treden uiteindelijk ook cardiale klachten op door deformatie van de valvula tricuspidalis en pulmonalis. Rechts decompensatie kan in de eindfase zorgen voor substantiële morbiditeit. Valvuloplastieken en klepvervangingen moeten in deze fase in het palliatieve plan worden betrokken. Continuïteit van zorg De behandeling van gemetastaseerde carcinoïd tumoren is multidisciplinair, gecoördineerd door de medisch oncoloog en/of endocrinoloog. Spreiding en concentratie, infrastructuur De palliatieve zorg van patienten met gemetastaseerde carcinoïden is intensief, echter van groot belang aangezien de klachten de kwaliteit van leven zeer kunnen aantasten. Centralisatie in hiertoe gespecialiseerde oncologische centra is in deze fase derhalve aangewezen. Veel kan worden bereikt met aanpassing van de medicatie (octreotide: dosisaanpassing, langer werkende analogen), effectieve diarree bestrijding of aanvullende nucleaire behandelingen. Ook de gevolgen van de overige hormonen (catecholamines, VIP, histamine) die door carcinoïden geproduceerd kunnen worden, dienen adequaat bestreden te worden. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 12
15 Metastasen behandeling Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel. Medisch technisch Zie onder lokaal recidief behandeling. Ondersteunende zorg Zie onder lokaal recidief behandeling. Voorlichting Zie onder lokaal recidief behandeling. Continuïteit van zorg Zie onder lokaal recidief behandeling. Spreiding en concentratie, infrastructuur Zie onder lokaal recidief behandeling. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 13
16 TNM classificatie De TNM classificatie is niet van toepassing. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 14
17 Disclaimer Disclaimer: De informatie op de website en op afgeleide producten van deze website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) sluit iedere aansprakelijkheid voor de opmaak en de inhoud van de richtlijnen alsmede voor de gevolgen die de toepassing van de richtlijnen in de patiëntenzorg mocht hebben uit. De VIKC stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van de richtlijnen. Men neme daartoe contact op met de VIKC middels Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen bevatten aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze aanbevelingen in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat in het belang van de patiënt van de richtlijn wordt afgeweken. Wanneer van een richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd gedocumenteerd te worden. De toepasbaarheid en de toepassing van de richtlijnen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts. Houderschap richtlijn De houder van de richtlijn moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. De VIKC draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de richtlijn. Intellectuele eigendomsrechten De intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de site en afgeleide producten van deze website berusten bij de VIKC en houder van de richtlijn. Het is de gebruiker van deze site niet toegestaan de inhoud van richtlijnen (gedeeltelijk) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de VIKC en houder van de richtlijn.u kunt een verzoek voor toestemming richten aan de VIKC, Postbus 19001, 3501 DA Utrecht. De VIKC behandelt dit verzoek samen met de relevante houder van de richtlijn. Het is toegestaan een deeplink op te nemen op een andere website naar de website of naar richtlijnen op deze website. Tevens mag de informatie op deze internetsite wel worden afgedrukt en/of gedownload voor persoonlijk gebruik. Externe links De website en afgeleide producten van deze website bevatten links naar websites die door andere partijen dan de VIKC worden aangeboden. Deze links zijn uitsluitend ter informatie. De VIKC heeft geen zeggenschap over deze websites en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de daarop aangeboden informatie, producten of diensten. Bescherming persoonsgegevens Door gebruikers verstrekte persoonsgegevens ten behoeve van de mailservice of de inlogmogelijkheid van zullen door de VIKC vertrouwelijk worden behandeld. Gegevens zullen niet worden verstrekt aan derden. 10/31/10 Carcinoïd tumoren van de tractus digestivus (1.1) 15
CARCINOïD TUMOREN VAN DE TRACTUS DIGESTIVUS
CARCINOïD TUMOREN VAN DE TRACTUS DIGESTIVUS Landelijke richtlijn Versie 1.1 Regio: Landelijk Datum Goedkeuring: 06-10-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep gastrointestinale
Nadere informatieGalblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3
Nadere informatieAnuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren
Anuscarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3 Medisch technisch...3
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd: 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieSomatostatine. Het gebruik van somatostatine analogen in de behandeling van Neuro Endocriene Tumoren. Marc De Man 29/11/2015
Somatostatine Het gebruik van somatostatine analogen in de behandeling van Neuro Endocriene Tumoren Marc De Man 29/11/2015 DIGESTIEF ONCOLOOG PATHOLOOG RADIOLOOG NET NUCLEARIST CHIRURG 2 MEDICATIE APD
Nadere informatieRectumcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.2
Rectumcarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.2 Laatst gewijzigd: 01-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke Werkgroep Gastro-intestinale Tumoren Inhoudsopgave Diagnostiek...1...1...1
Nadere informatiePeniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1
Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch
Nadere informatie9 e Post-O.N.S. Meeting
9 e Post-O.N.S. Meeting NOTHING BUT NET Neuro-endocriene tumoren, begrip en nieuwe therapieën. Sandra Bossmann Verpleegkundig specialist UMC St Radboud Niet elk hoefgetrappel is een paard Symptomen van
Nadere informatieRichtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format
Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format Tumorwerkgroep: Datum vaststellen: Datum revisie: ALGEMEEN Twee tot drie korte zinnen over epidemiologie en behandeling. Voor de landelijke richtlijnen
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieGalgangcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galgangcarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 06-10-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke tumorwerkgroep gastro-intestinale tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1
Nadere informatieBehandeling van dikke
Behandeling van dikke Item 1 Item 2 Item 3 darmkanker Annelies Holvoet Donderdag 24/05/2018 > DD/MM/JJJJ Titel van d Dikke darmkanker Ontstaan Behandeling Preventie Dikkedarmkanker in Vlaanderen Jaarlijks
Nadere informatiegraad mitotische activiteit/10 hpf Ki67 index G1 <2 <2% G G3 >20 >20
NEURO-ENDOCRIENE TUMOREN 1. Algemeen: Goed gedifferentieerde neuro-endocriene tumor: vroeger "carcinoïd". Goed gedifferentieerd carcinoma: "atypisch carcinoïd". Exclusief appendix. Opmerking: hooggradige
Nadere informatieSomatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren
Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de
Nadere informatiePeniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1
Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch
Nadere informatieDe Volgorde van behandelingen voor NET. W. Demey, medische oncologie AZ KLINA, St Jozef Malle. zondag 12 november 2017
De Volgorde van behandelingen voor NET W. Demey, medische oncologie AZ KLINA, St Jozef Malle zondag 12 november 2017 Inleiding Therapie wordt bepaald door: Ziekte (lokalisatie, uitgebreidheid, differentiatie)
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieLanreotide bij neuro-endocriene tumoren
Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de oncologieverpleegkundige.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieVroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017
Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor
Nadere informatieMail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema
Datum: Beloop na aanleggen decomprimerend stoma Ja Nee Zijn er complicaties opgetreden in het traject na aanleggen van het decomprimerende stoma? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben
Nadere informatieBehandeling met sandostatine
Behandeling met sandostatine NEURO-ENDOCRIENE TUMOR (NET) Bij u is een neuro-endocriene tumor met uitzaaiingen geconstateerd. Neuro-endocriene tumoren (afgekort NET) kunnen op verschillende locaties in
Nadere informatie7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)
Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is
Nadere informatielongcarcinoom: stadiëring en behandeling
Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieSomatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren
Somatostatine analogen bij neuro-endocriene tumoren Inleiding De informatie in dit document is bedoeld als aanvulling op de informatie die u al heeft gekregen van uw behandelend internist-oncoloog en de
Nadere informatieJ. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J
J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen
Nadere informatieBeentumoren (=bottumoren)
Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct
Nadere informatieInformatie over. Neuro Endocriene Tumoren. neuro-endocriene tumoren (NET) elke NET is anders. patiëntenfolder Stichting NET-groep www.net-kanker.
NET-groep Neuro Endocriene Tumoren elke NET is anders Informatie over neuro-endocriene tumoren (NET) patiëntenfolder Stichting NET-groep www.net-kanker.nl 1 Deze folder gaat over NET graad 1 en NET graad
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatieMail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema
Datum: Beloop na stentplaatsing Ja Nee Zijn er stent-gerelateerde complicaties opgetreden? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben er re-interventies plaatsgevonden? Ο Ο ZO JA, VULT U
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieNeuroendocriene Tumoren in het Pancreas: Hoe behandel je? Els Nieveen van Dijkum, Chirurg AMC 10 januari 2014
Neuroendocriene Tumoren in het Pancreas: Hoe behandel je? Els Nieveen van Dijkum, Chirurg AMC 10 januari 2014 Presentatie NET - neuroendocriene tumor Pancreas NET Behandeling van pancreas NET Neuroendocriene
Nadere informatieZorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten
Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Dit Zorgpad MEN1 syndroom, informatie voor patiënten, is tot stand gekomen met medewerking van: Belangengroep M.E.N. drs. C.R.C. Pieterman, M. Aarts bestuur
Nadere informatieB. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B
B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange
Nadere informatieNederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden
Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose
Nadere informatieBasisbegrippen Oncologie
Basisbegrippen Oncologie Tumor afmeting Diagnose periode Behandel periode Preventie/interventie periode Invasie interventie Tijd Detectie drempel Van normale naar kankercel Normale cel Van celkern naar
Nadere informatieEen goede voorbereiding is het halve werk. Erik Vegt Nucleair geneeskundige Antoni van Leeuwenhoek AVL symposium 2014
Een goede voorbereiding is het halve werk Erik Vegt Nucleair geneeskundige Antoni van Leeuwenhoek AVL symposium 2014 1. Werking van FDG PET en PET/CT 2. Nut van FDG PET 3. Voorbereiding van patiënten voor
Nadere informatieNiet epitheliale maligniteiten van ovarium en tuba
Niet epitheliale maligniteiten van ovarium en tuba Landelijke richtlijn, Versie: 1.2 Datum Goedkeuring: 04-06-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Werkgroep Oncologische Gynaecologie (WOG) Inhoudsopgave
Nadere informatieLaarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis
Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Testis V3.2014 Testis ICD-O C62 1 Inleiding De richtlijnen hebben betrekking tot kiemceltumoren van de testis, die meer dan 90% van
Nadere informatiebehandelingen-bij-borstkanker/
https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van
Nadere informatieDe gidsbijprostaatkanker -Uroloog Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht
De gidsbijprostaatkanker -Uroloog 4-6-2019 Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht Inhoud Wat zijn de stappen die de patiënt doorloopt als mogelijk sprake is van prostaatkanker. 1. Incidentie
Nadere informatieZorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten
Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Inhoudsopgaven Hoofdstuk 1: Inleiding blz. 3 Hoofdstuk 2: Wat is het MEN1 syndroom? blz. 4 Hoofdstuk 3: Diagnostiek naar het MEN1 syndroom blz. 4 Hoofdstuk
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatieBestaande cascoo casus Blokboek buik blz 33 t/m 36 en docentenhandleiding blokboek blz 30 t/m 32
Casus 10L Fase A Titel Bloederige diarree Onderwerp Carcinoïd syndroom Inhoudsdeskundige Masclee Technisch verantwoordelijke S. Eggermont Literatuur Bestaande cascoo casus Blokboek buik blz 33 t/m 36 en
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*
Nadere informatieLymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen
Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom
Nadere informatiePancreascarcinoom en kansen voor de toekomst
18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten
Nadere informatieGastro intestinale problemen.
DE BEHANDELING VAN COMPLEXE LICHAMELIJKE PROBLEMEN IN DE PALLIATIEVE EN TERMINALE FASE Gastro intestinale problemen. DR. P. VANDECANDELAERE MDL - ARTS (SUB) OBSTRUCTIE PERSISTERENDE HIK DR. P. VANDECANDELAERE
Nadere informatieGastroentero-pancreatische neuro-endocriene tumoren. 25 september 2010 Ermelo, de Dialoog Wim Meijer
Gastroentero-pancreatische neuro-endocriene tumoren 25 september 2010 Ermelo, de Dialoog Wim Meijer GEP NET inleiding nieuwe behandelmethoden voeding GEP NET inleiding nieuwe behandelmethoden voeding
Nadere informatieMultidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom
Multidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom Introductie via een case-report Dr. Karen Heyrman, huisarts Initiële symptomen? Klassieke triade: (10%) Hematurie Flankpijn Palpabele
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary
VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatieBASISPRINCIPES VAN KANKER
BASISPRINCIPES VAN KANKER Prof.dr. D.J. Ruiter Afdeling Pathologie Cursus Introductie in de Fundamentele en Klinische Oncologie HET BEGRIP KANKER? a.alle gezwelgroei b.alle kwaadaardige gezwelgroei c.alle
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
Nadere informatieEen melanoom, wat nu?
Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-
Nadere informatieLarynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma
1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde
Nadere informatiePancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien
Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Erwin van Geenen, Maag-Darm-Lever-arts Marion van der Kolk, Chirurg Pancreas Centrum Oost Nederland Nijmegen Het
Nadere informatieSummary / Future perspectives / Samenvatting
Chapter 8 Samenvatting Doel van dit proefschrift is inzicht verkrijgen in de chirurgische aspecten van de behandeling van patiënten met een carcinoïd, de rol van de door de tumor geproduceerde biogene
Nadere informatieColorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens
Colorectale tumor met beperkte metastasen Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens Casus 1 Marc 53 jaar Antecedenten: Bimalleolaire enkelfractuur 04/2015: Spoedopname
Nadere informatieNeuro Endocriene Tumoren (NET)
Neuro Endocriene Tumoren (NET) Synoniemen Carcinoïd syndroom Neuro-endocriene tumoren (NET) Wat zijn neuro-endocriene tumoren (NET)? NET zijn zeldzame tumoren die hun oorsprong hebben in het neuro-endocriene
Nadere informatieTx niet evalueerbaar T0 geen tumor
COLON 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: T: primaire tumor Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor Tis T1 carcinoma in situ: intra-epitheliaal of invasie lamina propria (niet doorheen muscularis mucosa) subclassificatie
Nadere informatieHet effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie
Het effect van de behandeling van IMMUNOTHERAPIE op een ONCOLOGISCHE ULCUS ten gevolge van een MELANOOM Mathilde van der Eijk: Wondstoma Oncologie verpleegkundige Disclosure belangen spreker Geen(potentiële)
Nadere informatieDE DIKKE DARM DE DIKKE DARM
DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst het spijsverteringsstelsel en de werking van de spijsvertering uitgelegd. Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst
Nadere informatieHOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieBehandelwijzer kwaadaardige poliepen.
Behandelwijzer kwaadaardige poliepen www.nwz.nl Inhoud 1 Waarom deze behandelwijzer? 3 2 Het behandelteam 4 3 Een kwaadaardige poliep in de darmen 5 4 Controles 8 5 Registratie van kanker 9 6 Meer informatie,
Nadere informatielongtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim
longtumoren stadia therapie prognose smoking is cool!??? longtumoren > na WO II > roken en longtumoren 90 % mannen, 78% vrouwen aantal pakjaren > carcinogene stoffen in rook > asbest > radon, metalen,
Nadere informatieMedische Publieksacademie
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg
Nadere informatieMyelodysplastisch syndroom
Myelodysplastisch syndroom Regionale richtlijn IKW, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd: 11-02-2002 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Regionale tumorwerkgroep haemato-oncologie Inhoudsopgave Algemeen...1
Nadere informatieVlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker
Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Nadere informatieRichtlijn neuro-endocriene tumoren (NET) van de tractus digestivus en pancreas
Richtlijn neuro-endocriene tumoren (NET) van de tractus digestivus en pancreas Datum: 16 juli 2013 Verantwoording: Landelijke Werkgroep Gastro-Intestinale Tumoren (LWGIT) Consensus based Versie: Type:
Nadere informatieNABON Breast Cancer Audit (NBCA)
NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatie7.3.2. Baarmoedercarcinoom
7.3.2. Baarmoedercarcinoom 1 Stadiëring 1.1 TNM-classificatie (7 th edition, 2009) Tx T0 Tis T1 T1a T1b T2 T3a T3b T4 Nx N0 N1 N2 M0 M1 Primaire tumor kan niet beoordeeld worden Geen evidentie voor primaire
Nadere informatieWhen you hear hoofbeats, think Zebras! Prof. dr. E.G.E de Vries, medisch oncoloog UMCG, Groningen
Verslag informatiebijeenkomst NET-groep, 5 november 2011 Ochtendprogramma 10.30 uur 12.30 uur When you hear hoofbeats, think Zebras! Prof. dr. E.G.E de Vries, medisch oncoloog UMCG, Groningen Prof. dr.
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatieAnalyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen
Dr. M.E. Hamaker Klinisch geriater mhamaker@diakhuis.nl Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieNederlandse samenvatting en toekomstperspectieven
Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij
Nadere informatie11 april Annemarie Haverhals Leider programma
11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch
Nadere informatieChapter 8. Nederlandse samenvatting
Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook
Nadere informatieHersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg
Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen (HM) + Introductie + Enkele cijfers. + Wanneer denken we aan HM? + Behandeling van HM (Landelijke
Nadere informatieWat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015
Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Huisartsensymposium Borstkanker 35% van kankers bij vrouwen 1989-1993 5 jaars overleving borstkanker: 77% inmiddels 5 jaars
Nadere informatieTumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Tumoren van centrale zenuwstelsel Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Metastasen van tumoren van elders In de parenchym van de hersenen In hersenvliezen: leptomeningeale
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieKomt een man bij de dokter
Komt een man bij de dokter Over PSA en mictieklachten 11 november 2014 Prostaat Specifiek Antigeen eiwit geproduceerd door prostaatepitheel verhoogd bij afwijkingen van de prostaat prostaatontsteking
Nadere informatieSarcomen. Anne Miek Koenen Verpleegkundig specialist sarcomen 11 juni 2015
Sarcomen Anne Miek Koenen Verpleegkundig specialist sarcomen 11 juni 2015 Inhoud Ontstaan Soorten Diagnostiek Behandeling GIST Behandeling Systemische behandeling Mesenchymale gezwellen Goedaardige mesenchymale
Nadere informatieProstaatkanker Wat zijn de behandelmogelijkheden. Joost de Baaij, verpleegkundig specialist Marikenhuis 3 juni 2019
Prostaatkanker Wat zijn de behandelmogelijkheden - Joost de Baaij, verpleegkundig specialist Marikenhuis 3 juni 2019 De prostaat Diagnose prostaatkanker PSA-dilemma Reduceert mortaliteit en kans op metastasen
Nadere informatieScanmethoden bij neuro-endocriene tumoren en behandeling met PRRT
Scanmethoden bij neuro-endocriene tumoren en behandeling met PRRT Presentatie van dr. Jaap Teunissen, nucleair geneeskundige Erasmus MC Informatiedag over NET van Stichting NET-groep op 21 april 2012 Thema
Nadere informatieAlgemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale
MAAG 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale junctie. Tumor met epicentrum binnen 5 cm
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Nadere informatie