Date de réception : 31/01/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Date de réception : 31/01/2012"

Transcriptie

1 Date de réception : 31/01/2012

2 Vertaling C-680/11-1 Zaak C-680/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 december 2011 Verwijzende rechter: The Upper Tribunal (Administrative Appeals Chamber) Datum van de verwijzingsbeschikking: 7 oktober 2011 Verzoekende partij: Secretary of State for Work and Pensions Verwerende partij: Anita Chieza Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt om een prejudiciële beslissing verzocht over de volgende vraag: 1. Is de verschillende behandeling op grond van geslacht onder het stelsel van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen noodzakelijk en objectief verbonden met het verschil in pensioenleeftijd, zodat zij binnen de werkingssfeer valt van de afwijkingsmogelijkheid neergelegd in artikel 7, lid 1, sub a, van richtlijn 79/9, indien een aanvrager: (a) (b) (c) een vrouw is; ziek wordt voor zij de pensioenleeftijd heeft bereikt (voor een vrouw: 60 jaar); gedurende 28 weken en tot na het bereiken van de pensioenleeftijd wettelijk ziekengeld (hierna: WZG ) van haar werkgever heeft ontvangen; (d) na het bereiken van de pensioenleeftijd een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft aangevraagd; NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-680/11 (e) (f) heeft voldaan aan de premievoorwaarden om recht te hebben op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering; een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering is geweigerd omdat haar periode van arbeidsongeschiktheid volgens de wet is begonnen nadat zij de pensioenleeftijd had bereikt (omdat de wetgeving bepaalt dat een periode waarin iemand aanspraak heeft op WZG niet als periode van arbeidsongeschiktheid wordt gerekend), terwijl een mannelijke aanvrager die kort voor het bereiken van de leeftijd van 60 jaar ziek wordt, gedurende 28 weken van zijn werkgever WZG ontvangt en een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvraagt, in beginsel voor een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking komt aangezien zijn periode van arbeidsongeschiktheid begonnen is na het bereiken van de leeftijd van 60 jaar maar voordat hij de pensioenleeftijd heeft bereikt? Overzicht van de vraagstukken in deze prejudiciële vraag 1. Deze prejudiciële vraag betreft de toepassing op het stelsel van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Groot-Brittannië van richtlijn 79/9/EEG van de Raad betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van sociale zekerheid. De vraag betreft in het bijzonder de uitlegging van artikel 7, lid 1, sub a, van de richtlijn, op grond waarvan kan worden afgeweken van het beginsel van de gelijke behandeling bij de vaststelling van de pensioenleeftijd met het oog op de toekenning van ouderdoms- en rustpensioenen en de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien voor andere prestaties. 2. Het wezenlijke vraagstuk dat aan deze prejudiciële vraag ten grondslag ligt is of er een objectief noodzakelijke band bestaat tussen (i) verschillende pensioenleeftijden voor mannen en vrouwen; en (ii) de regels inzake het verkrijgen van een recht op een inkomensvervangende uitkering, zoals de arbeidsongeschiktheidsuitkering, voor wat vrouwen betreft die er voor hebben gekozen om te werken na het bereiken van de pensioenleeftijd voor vrouwen (60 jaar), maar voor het bereiken van de pensioenleeftijd voor mannen (65 jaar). Chronologische weergave van de belangrijkste feiten van de onderhavige zaak 3. De feiten worden in wezen niet betwist. Verzoekster is geboren op 5 mei 1948 (en is dus 60 jaar geworden op 5 mei 2008). Begin 2008 werd verzoekster, die als medisch secretaresse voor de National Health Service (hierna: NHS ) had gewerkt, ernstig ziek door meningitis veroorzaakt door pneumokokken en bloedvergiftiging. Tijdens haar ziekte bleef zij haar baan houden bij het NHS. De belangrijkste data in 2008 zijn de volgende: 2

4 CHIEZA 28 januari 2008: eerste ziektedag van verzoekster 3 februari 2008: verzoekster vraagt het wettelijke ziekengeld aan (WZG) 12 februari 2008: verzoekster wordt in het ziekenhuis opgenomen 5 mei 2008: 60 ste verjaardag van verzoekster 27 juni 2008: verzoekster wordt uit het ziekenhuis ontslagen 18 augustus 2008: verzoekster heeft niet langer recht op het WZG 19 augustus 2008: verzoekster vraagt een arbeidsongeschiktheidsuitkering aan (hierna: AOUK ) 4. Verzoekster is dus voor haar 60 ste verjaardag ziek geworden. Haar werd het WZG (zoals gebruikelijk gedurende 28 weken) toegekend zowel voor de periode voor als na haar 60 ste verjaardag. Verzoekster heeft dus een arbeidsongeschiktheidsuitkering aangevraagd nadat zij 60 jaar werd. Het stelsel van de arbeidsongeschiktheidsuitkering 5. De arbeidsongeschiktheidsuitkering is een uitkering voor personen die wegens ziekte of invaliditeit niet kunnen werken. De arbeidsongeschiktheidsuitkering is met ingang van 13 april 1995 bij de wet van 1994 inzake sociale zekerheid (arbeidsongeschiktheid) ingevoerd (Social Security (Incapacity for Work) Act 1994), waarbij de wet van 1992 inzake sociale zekerheidsbijdragen en -prestaties is gewijzigd (Social Security Contributions and Benefits Act [SSCBA] 1992) (en die ook bij de wet van 1999 inzake hervorming van de sociale bijstand en pensioenen is gewijzigd (Welfare Reform and Pensions Act 1999)). Voor nieuwe verzoeken gebaseerd op arbeidsongeschiktheid sedert 27 oktober 2008 is de arbeidsongeschiktheidsuitkering bij de wet van 2007 inzake de hervorming van de sociale bijstand (Welfare Reform Act 2007) vervangen door de werkloosheids- en ondersteuningsuitkering (hierna: WOUK ). 6. De arbeidsongeschiktheidsuitkering is een op premie- of bijdragebetaling berustende uitkering [omissis], zodat het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering afhankelijk is van een periode van nationale verzekeringsbijdragen. 7. Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering is geregeld bij SSCBA 1992, section 30 A. Er zijn twee soorten arbeidsongeschiktheidsuitkering: de tijdelijke en de langlopende arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het recht op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering is geregeld bij section 30 A (1) en (2) [SSCBA 1992]. [De aangehaalde bepaling stelt onder meer dat het recht op de uitkering 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-680/11 enkel ontstaat indien de betrokkene bij het begin van de periode van arbeidsongeschiktheid de pensioenleeftijd nog niet heeft bereikt.] [omissis] 8. De tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt voor maximaal 364 dagen toegekend [omissis]. Voor de uitkering gelden twee bedragen: een lager bedrag voor de eerste 196 dagen en naderhand een hoger bedrag voor de rest van het jaar [omissis]. De bedragen van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering zijn hoger voor wie de pensioenleeftijd reeds heeft bereikt dan voor wie die leeftijd nog niet heeft bereikt [omissis]. De bijdragevoorwaarden voor de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering zijn (grotendeels) gebaseerd op de bijdragen die in de laatste drie jaar voorafgaand aan de aanvraag werden betaald of verrekend [omissis]. 9. De langlopende arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt uitgekeerd wanneer iemand niet langer recht heeft op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (in feite na een jaar: [omissis]). Het basisbedrag van de langlopende arbeidsongeschiktheidsuitkering is hoger dan het gebruikelijke hogere bedrag van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (met dien verstande dat het overeenkomt met het hogere bedrag van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor wie de pensioenleeftijd heeft bereikt). 10. Hoewel de arbeidsongeschiktheidsuitkering volgens deze verschillende wekelijkse bedragen wordt betaald, is zij in wezen eerder een forfaitaire dan een inkomensgebonden uitkering. In bepaalde gevallen kan het wekelijkse basisbedrag worden aangevuld indien meerderjarige en/of minderjarige personen ten laste zijn [omissis] en wegens leeftijd [omissis]. Aangezien het basisbedrag kan worden verminderd wanneer de aanvrager een bedrijfspensioen of een particulier pensioen ontvangt is het gedeeltelijk een inkomensgebonden uitkering [omissis]. 11. In de praktijk hebben vele aanvragers die werknemer zijn, recht op WZG van hun werkgever [omissis]. WZG is verschuldigd tijdens de eerste 28 weken (196 dagen) ziekte [omissis]. Een periode waarin een recht bestaat op WZG is geen arbeidsongeschiktheidsperiode die vereist is om voor arbeidsongeschiktheidsuitkering in aanmerking te komen [omissis]. Bij de berekening van het aantal dagen waarvoor iemand recht heeft op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering worden ook de dagen meegeteld waarop iemand recht heeft gehad op WZG (section 30 D (3) en regulation 7 van het uitvoeringsbesluit van 1994 inzake de sociale zekerheid (arbeidsongeschiktheid) (Social Security (Incapacity for Work) Regulations 1994 Statutory Instrument 1994/2946)). Bijgevolg komen aanvragers voor WZG doorgaans niet in aanmerking voor het lagere bedrag van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. De beëindiging van het WZG (na 28 weken) betekent evenwel gewoonlijk dat zij overstappen naar het hogere bedrag van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (en, in de veronderstelling dat zij arbeidsongeschikt blijven, na een jaar naar de langlopende arbeidsongeschiktheidsuitkering). 4

6 CHIEZA 12. In 2008 was de pensioenleeftijd voor mannen 65 jaar en voor vrouwen 60 jaar (tussen 2010 en 2020 wordt de pensioenleeftijd voor vrouwen verhoogd van 60 jaar naar 65 jaar: section 126 en Schedule 4 van de wet van 1995 inzake pensioenen (Pensions Act 1995)). Alhoewel de arbeidsongeschiktheidsuitkering voornamelijk een uitkering is voor personen die de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt, heeft in bepaalde omstandigheden iemand die ouder is dan de pensioenleeftijd recht op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering [omissis]. Samengevat zijn die omstandigheden de volgende: de aanvrager heeft de pensioenleeftijd bereikt maar sedert niet langer dan vijf jaar ; de periode van arbeidsongeschiktheid begon voor het bereiken van de pensioenleeftijd ; en de aanvrager zou anders recht hebben gehad op ofwel een Categorie A ofwel een Categorie B ouderdomspensioen van de Staat. 13. Wie ouder is dan de pensioenleeftijd heeft in geen enkele omstandigheid recht op een langlopende arbeidsongeschiktheidsuitkering [omissis]. Bijgevolg komen personen die de pensioenleeftijd hebben bereikt slechts in aanmerking voor de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, die, zoals hierboven is opgemerkt, voor maximaal 364 dagen wordt toegekend [omissis]. Het verzoek om arbeidsongeschiktheidsuitkering 14. Verzoekster is begin 2008 ernstig ziek geworden (zie nummer 3 hierboven). Haar werkgever heeft haar vanaf 3 februari 2008 WZG betaald, toen verzoekster 59 jaar was. Haar recht op toekenning van het WZG is op 18 augustus 2008 beëindigd, toen verzoekster reeds 60 jaar was. Ze vroeg (het hogere bedrag van de tijdelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering aan met ingang van 19 augustus Op 6 september 2008 heeft een bevoegde ambtenaar van het ministerie voor werk en pensioenen (Department for Work and Pensions (hierna: DWP )) namens de Secretary of State de aanvraag om arbeidsongeschiktheidsuitkering afgewezen. De beslissing luidde als volgt: [De aanvraagster] heeft geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering vanaf en met inbegrip van 19 augustus 2008 aangezien zij ouder is dan de pensioenleeftijd en de arbeidsongeschiktheidsperiode niet was begonnen voordat zij de pensioenleeftijd had bereikt. 16. Op 24 september 2008 heeft verzoekster om herziening van de beslissing verzocht. Zij wees erop dat zij 59 jaar was toen zij ziek werd, dat zij voortdurend 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-680/11 ziek was geweest en niet had kunnen werken, en dat zij tijdens haar volledige loopbaan bijdragen had betaald. Zij heeft daaraan toegevoegd dat [d]e omstandigheid dat ik 60 jaar werd in mei 2008 niet relevant is aangezien ik nog steeds door het NHS wordt tewerkgesteld en hoop in staat te zijn naar mijn beroepsleven terug te keren zodra mijn artsen daarmee instemmen. 17. Op 19 oktober 2008 heeft een bevoegde ambtenaar de eerdere beslissing heroverwogen maar met de volgende motivering bevestigd: Alhoewel [de aanvraagster] de pensioenleeftijd nog niet had bereikt toen haar arbeidsongeschiktheid begon, ontving zij wettelijk ziekengeld tot 18 augustus 2008, op welke datum zij de pensioenleeftijd al had bereikt. De toepasselijke regeling bepaalt dat dagen waarvoor een recht op wettelijk ziekengeld bestaat niet kunnen worden beschouwd als dagen van ongeschiktheid ter bepaling van een arbeidsongeschiktheidsperiode voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering. De periode van arbeidsongeschiktheid voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering start bijgevolg op 19 augustus 2008 en [verzoekster] had op die datum de pensioenleeftijd reeds bereikt. Het beroep bij de First-tier Tribunal 18. Op 17 november 2008 heeft verzoekster bij het First-tier Tribunal beroep tegen de beslissing van de Secretary of State ingesteld. De door haar aangevoerde middelen waren in wezen dezelfde als die welke zij in haar brief van 24 september 2008 had uiteengezet. 19. Op 28 mei 2009 heeft het First-tier Tribunal (hierna: tribunal ) een terechtzitting over verzoeksters beroep gehouden. Het tribunal heeft haar beroep toegewezen en de beslissing van de Secretary of State vernietigd. In zijn motivering heeft het tribunal gesteld dat de Secretary of State zich in zijn schriftelijke opmerkingen ten onrechte had gebaseerd op regulation 7 (1) van de Social Security (Incapacity Benefit) Regulations 1994 (Statutory Instrument 1994/2946). Het tribunal heeft ook geoordeeld dat aangezien verzoekster aan de bijdragevoorwaarden voldeed, het in ieder geval rekening houdend met de EGrichtlijnen inzake gelijkheid niet langer nodig kan zijn om de arbeidsongeschiktheidsuitkering te verbinden met de pensioenleeftijd en dat dit [verband] moet verdwijnen. 20. Op 10 augustus 2009 heeft de Secretary of State het First-tier Tribunal om toestemming tot hoger beroep bij het Upper Tribunal verzocht, waarbij hij heeft erkend dat regulation 7 (1) van de Social Security (Incapacity Benefit) Regulations 1994 niet toepasselijk was, maar waarbij heeft hij betoogd dat het tribunal blijk had gegeven van een onjuiste rechtsopvatting aangezien verzoekster geen recht had op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering daar haar periode van arbeidsongeschiktheid niet was begonnen voordat zij de pensioenleeftijd had bereikt. Wettelijk gezien kan een periode waarin een recht op WZG bestaat 6

8 CHIEZA immers niet als een periode van arbeidsongeschiktheid worden beschouwd [omissis]. De verwijzing naar het Upper Tribunal 21. Op 26 augustus 2009 heeft een District Tribunal Judge de beslissing van het First-tier Tribunal wegens een onjuiste rechtsopvatting vernietigd. De District Tribunal Judge heeft weliswaar geen toestemming gegeven om een hoger beroep als dusdanig in te stellen, maar heeft de zaak [omissis] ter heroverweging naar het Upper Tribunal verwezen. De motivering hiervoor was dat de vraag of het niet langer nodig kan zijn om de arbeidsongeschiktheidsuitkering te verbinden met de pensioenleeftijd een belangrijk punt vormde dat de aandacht van het Upper Tribunal verdiende. Het procesverloop voor het Upper Tribunal 22. Op 31 maart 2011 heb ik met betrekking tot die verwijzing een terechtzitting gehouden [omissis]. De beslissing om het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële vraag te stellen 23. Verzoeksters raadsman was het ermee eens dat het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing zou worden verzocht. De raadsman van de Secretary of State heeft zich niet duidelijk voor of tegen een prejudiciële vraag uitgesproken. Ik heb beslist dat een prejudiciële vraag vereist is om antwoorden te krijgen op de moeilijke vragen die deze zaak opwerpt. Ik heb de partijen de mogelijkheid gegeven om mijn ontwerp van prejudiciële vraagstelling te becommentariëren. De argumenten van de partijen voor het Upper Tribunal kunnen als volgt worden samengevat (deze argumenten kunnen vanzelfsprekend in het geding voor het Europees Hof van Justitie worden aangevuld). Samenvatting van het standpunt van de Secretary of State 24. Volgens de Secretary of State is de nationale wetgeving duidelijk. Ook al werd verzoekster feitelijk voor haar 60 ste verjaardag ziek, wettelijk gezien begon haar periode van arbeidsongeschiktheid pas nadat zij de pensioenleeftijd had bereikt. Bijgevolg voldoet zij niet aan het wettelijke vereiste om recht te hebben op de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering zoals vereist door SSCBA 1992, section 30 A (2) (b), namelijk dat de periode van arbeidsongeschiktheid begon voordat [zij] de pensioenleeftijd bereikte. Alhoewel een zestigjarige man die zich in dezelfde omstandigheden bevindt als verzoekster in aanmerking komt voor de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, valt de verschillende behandeling op 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-680/11 grond van geslacht binnen de werkingssfeer van de afwijkingsmogelijkheid neergelegd in artikel 7, lid 1, sub a, van richtlijn 79/ Artikel 7 van die richtlijn luidt als volgt: 8 1. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om van haar werkingsfeer uit te sluiten: (a) de vaststelling van de pensioenleeftijd met het oog op de toekenning van ouderdoms- en rustpensioenen en de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien voor andere prestaties. 26. In zaak C-9/91, The Queen / Secretary of State for Social Security, ex parte Equal Opportunities Commission (arrest van 7 juli 1992, Jurispr. blz. I-4297), heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat artikel 7, lid 1, sub a: aldus moet worden uitgelegd, dat het zich niet verzet tegen de vaststelling van een naar geslacht verschillende wettelijke pensioenleeftijd voor de toekenning van ouderdoms- en rustpensioenen, noch tegen vormen van ongelijke behandeling als door de verwijzende rechter omschreven, die noodzakelijkerwijs met dat verschil verband houden (punt 20, eigen cursivering). 27. In zaak C-328/91, Secretary of State for Social Security / Evelyn Thomas e.a. (arrest van 30 maart 1993, Jurispr. blz. I-1247), heeft het Hof, na te hebben herinnerd aan zijn eerdere beslissing in The Queen / Secretary of State for Social Security, ex parte Equal Opportunities Commission, geoordeeld: 11. Op grond van dezelfde overwegingen is een dergelijke band eveneens vereist ten aanzien van de discriminerende gevolgen die voor andere prestaties kunnen voortvloeien uit de vaststelling van een naar geslacht verschillende wettelijke pensioenleeftijd met het oog op de toekenning van ouderdoms- en rustpensioenen. 12. Hieruit volgt, dat een ongelijke behandeling in regelingen betreffende andere prestaties dan de ouderdoms- en rustpensioenen slechts kan worden aangemerkt als een gevolg van de vaststelling van de naar geslacht verschillende pensioenleeftijd, indien zij objectief noodzakelijk is om te vermijden, dat het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel wordt verstoord, of om de samenhang tussen het stelsel van rustpensioenen en de andere uitkeringsregelingen te bewaren. 28. De Secretary of State beroept zich ook op de beslissing van het Europees Hof van Justitie in zaak C-92/94, Secretary of State for Social Security en Chief Adjudication Officer / Graham (arrest van 11 augustus 1995, Jurispr. blz. I-2521). De zaak Graham betrof een invaliditeitsuitkering, die aan de arbeidsongeschiktheidsuitkering voorafgaat. De vraag in de zaak Graham was of

10 CHIEZA het wettelijk was (i) om de bedragen van de invaliditeitsuitkering te beperken tot de werkelijke bedragen van het ouderdomspensioen die anders zouden moeten worden betaald aan aanvragers die de pensioenleeftijd hebben bereikt maar gedurende niet langer dan vijf jaar; en (ii) om de invaliditeitsuitkering aan te vullen voor vrouwen tot zij 55 jaar worden maar voor mannen tot zij 60 jaar worden (waarbij in beide gevallen de aanvulling vijf jaar voor het bereiken van de pensioenleeftijd wordt stopgezet). Het Hof heeft geoordeeld dat beide regelingen verenigbaar waren met de afwijkingsmogelijkheid waarin artikel 7, lid 1, sub a, voorziet. 29. De Secretary of State betoogt dat de situatie van verzoekster, die om een loopbaangebonden uitkering na het bereiken van de pensioenleeftijd verzoekt, in wezen met die van Graham overeenstemt. Volgens de Secretary of State zorgt de uitbreiding van het recht op uitkeringen die op premie- of bijdragebetalingen berusten (andere dan het ouderdomspensioen van de Staat) tot na de pensioenleeftijd voor een verstoring van het evenwicht van het op premie- of bijdragebetalingen berustende stelsel, dat steunt op een duidelijk onderscheid tussen loopbaangebonden uitkeringen (zoals de arbeidsongeschiktheidsuitkering) en ouderdomspensioenen. De Secretary of State merkt op dat in de ongepubliceerde beslissing CJSA/3707/2007 de redenering van de zaak Graham in Groot-Brittannië in vergelijkbare omstandigheden is gevolgd door het Upper Tribunal voor wat uitkeringen voor werkzoekenden betreft. Indien de afwijkingsmogelijkheid niet wordt toegepast zouden in de onderhavige zaak gelijksoortige anomalieën ontstaan als die welke in die beslissing werden vastgesteld. De beslissing van de Social Security Commissioner R(IB) 5/04 waarop verzoekster zich beroept, moet hiervan worden onderscheiden, aangezien in die zaak de arbeidsongeschiktheid van de aanvraagster pas ontstond nadat zij de pensioenleeftijd had bereikt en zij niet aan de bijdragevoorwaarden voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering had voldaan. 30. De verschillende behandeling in de onderhavige zaak valt bijgevolg onder het aspect gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien voor andere prestaties, van de in artikel 7, lid 1, sub a, neergelegde afwijkingsmogelijkheid, en dit als gevolg van het onderscheid in pensioenleeftijden, wat op zijn beurt objectief noodzakelijk is om een verstoring van het financiële evenwicht van het stelsel te vermijden of de samenhang tussen het ouderdomspensioen en andere uitkeringsregelingen te waarborgen. De Secretary of State erkent echter dat er geen definitief antwoord bestaat op de vraag of Graham dan wel Thomas moet worden toegepast in omstandigheden waarin vrouwen na het bereiken van de pensioenleeftijd arbeidsongeschikt worden [omissis]. Samenvatting van verzoeksters standpunt 31. Verzoeksters wezenlijk argument is dat de in artikel 7, lid 1, sub a, voorziene afwijkingsmogelijkheid de verschillende behandeling van mannen en 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-680/11 vrouwen zoals die in onderhavige zaak aan de orde is, niet rechtvaardigt. In het bijzonder betoogt verzoekster dat de zaak Graham wegens de in beslissing R(IB) 5/04 vastgestelde redenen slechts van weinig nut is. De zaak Graham ging namelijk over een andere uitkering, en tijdens de laatste twee decennia zijn de arbeidsomstandigheden geëvolueerd. Wat het eerste punt betreft, ging Graham over een invaliditeitsuitkering en niet over een arbeidsongeschiktheidsuitkering, en voorziet de huidige uitkering al in beperkte mate in de betaling van een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering na het bereiken van de pensioenleeftijd. Wat het laatste punt betreft was de beslissing in Graham gebaseerd op de vooronderstelling dat mensen zouden stoppen met werken bij het bereiken van de pensioenleeftijd (Graham in punt [14]; zie R(IB) 5/04, punt 27 tot en met 30), een vooronderstelling die niet langer geldig is. 32. Bovendien was de draagwijdte van de redenering in Graham beperkt tot zaken, zoals blijkt uit de feiten in die zaak, waar de arbeidsongeschiktheid voor het bereiken van de pensioenleeftijd ontstond. Indien in de onderhavige zaak verzoeksters recht op WZG zou zijn beëindigd en haar periode van arbeidsongeschiktheid zou zijn ingegaan net voor haar 60 ste verjaardag, zou zij na het bereiken van de pensioenleeftijd recht hebben gehad op de verdere uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Enkel omdat verzoekster een vrouw was, had zij dat recht verloren. 33. De verzoekende partij in R(IB) 5/04 heeft uiteindelijk haar zaak verloren omdat zij niet voldoende lang bijdragen had betaald. Dit probleem is in onderhavige zaak niet aan de orde. Bovendien was het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, anders dan het recht op een ouderdomspensioen dat is gebaseerd op bijdragen gedurende iemands hele loopbaan, slechts gebaseerd op de tijdens de laatste drie jaar betaalde bijdragen. Bijgevolg diende het stelsel niet te discrimineren op basis van verschillende pensioenleeftijden. Bovendien was de redenering in R(IB) 5/04 overtuigend. In die zaak werd door de verzoekende partij aangevoerd dat indien er tussen de pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen een verschil bestaat, het niet geoorloofd was om, voor wat de andere met de pensioenleeftijd verbonden uitkeringen dan het ouderdomspensioen betreft, de verplichting tot bijdragebetaling te koppelen aan de pensioenleeftijd. [De Commissioner in beslissing R(IB) 5/04] heeft aanvaard dat die stelling enige overtuigingskracht bezat [omissis] en heeft een aantal wijzen geïdentificeerd waarop het bijdragenstelsel in beginsel kan worden aangepast indien de band tussen de pensioenleeftijd en het stelsel van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zou wegvallen [omissis]. Zijn voorlopige conclusie was dat er redenen zijn om aan te nemen dat het verband tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkering en pensioenleeftijd moet verdwijnen [omissis]. 34. Verzoekster betoogde verder dat beslissing CJSA/3707/2007 van het Upper Tribunal een andere uitkering (uitkering voor werkzoekenden) betrof en/of onjuist was. Wat de arbeidsongeschiktheidsuitkering betreft is het perfect haalbaar een stelsel te hebben waarin personen die zich in verzoeksters situatie bevinden en die 10

12 CHIEZA de vereiste bijdragen hebben betaald, de keuze wordt gelaten tussen ofwel een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ofwel een ouderdomspensioen. Aangezien het reeds mogelijk is om na het bereiken van de pensioenleeftijd een arbeidsongeschiktheidsuitkering te betalen, zijn de administratieve lasten minimaal. 35. Aangezien de verschillende behandeling niet objectief noodzakelijk is, valt zij in onderhavige zaak bijgevolg niet onder de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien voor andere prestaties, als bedoeld in de in artikel 7, lid 1, sub a, neergelegde afwijkingsmogelijkheid. Aangezien de duur van de bijdragebetaling door verzoekster niet ter discussie staat, en de samenhang tussen het ouderdomspensioen en de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet in gevaar werd gebracht, was een verstoring van het financiële evenwicht van het stelsel uitgesloten. Conclusie 36. Bijgevolg verzoek ik het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing over de bovenvermelde vraag. [omissis] [omissis] 7 oktober 2011 Rechter van het Upper Tribunal 11

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/08/2017

Datum van inontvangstneming : 17/08/2017 Datum van inontvangstneming : 17/08/2017 richtlijn, in samenhang met het nationale recht, recht heeft op een bedrijfspensioen op basis van zijn anciënniteit, diensttijd die is vervuld vóór de inwerkingtreding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Vertaling C-451/16-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-451/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 12 augustus 2016 Supreme Court of the United

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013

Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Datum van inontvangstneming : 25/10/2013 Vertaling C-515/13-1 Zaak C-515/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 *

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * In zaak 151/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Court of Appeal of England and "Wales, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2014

Datum van inontvangstneming : 11/06/2014 Datum van inontvangstneming : 11/06/2014 Vertaling C-219/14-1 Zaak C-219/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 mei 2014 Verwijzende rechter: Employment Tribunals, Birmingham

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Datum van inontvangstneming : 23/09/2016 Samenvatting C-431/16-1 Zaak C-431/16 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/09/2018

Datum van inontvangstneming : 24/09/2018 Datum van inontvangstneming : 24/09/2018 Vertaling C-544/18-1 Zaak C-544/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 augustus 2018 Verwijzende rechter: Upper Tribunal (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014

Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Datum van inontvangstneming : 13/03/2014 Vertaling C-65/14-1 Zaak C-65/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2014 Verwijzende rechter: Arbeidsrechtbank te Nijvel (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012 Datum van inontvangstneming : 23/08/2012 C-347/12-1 Datum van indiening: 20 juli 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-347/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Cour de cassation du Grand-Duché de Luxembourg/

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Resumé C-371/12-1 Zaak C-371/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015

Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Datum van inontvangstneming : 07/09/2015 Vertaling C-429/15-1 Zaak C-429/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2015 Verwijzende rechter: Court of Appeal (Ierland) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:3980

ECLI:NL:RBDHA:2016:3980 ECLI:NL:RBDHA:2016:3980 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 12-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 4433 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. LJN: BP2096, Raad van State, 201003640/1/H2 Datum uitspraak: 26-01-2011 Datum publicatie: 26-01-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 5

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1)

ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF 30 juni

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017

Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 Datum van inontvangstneming : 14/02/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING - ZAAK C-12/17 Voorwerp en grondslag van de prejudiciële verwijzing Verzoek krachtens artikel 267 VWEU

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

ZAAK NO. 143/79. Eiser Margaret Walsh. Gedaagde National Insurance Officer

ZAAK NO. 143/79. Eiser Margaret Walsh. Gedaagde National Insurance Officer ARREST VAN HET HOF (TWEEDE KAMER) VAN 22 MEI 1980. MARGARET WALSH TEGEN NATIONAL INSURANCE OFFICER. ("SOCIALE ZEKERHEID - MOEDERSCHAPSUITKERINGEN"). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1466

ECLI:NL:CRVB:2014:1466 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:1466 Instantie Datum uitspraak 09-05-2014 Datum publicatie 12-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 13-5281 ANW Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Vertaling C-699/15-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-699/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 24 december 2015 Court of Appeal (England and

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016

Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Datum van inontvangstneming : 25/04/2016 Vertaling C-143/16-1 Zaak C-143/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 maart 2015 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/12/2012

Datum van inontvangstneming : 14/12/2012 Datum van inontvangstneming : 14/12/2012 Vertaling C-507/12-1 Zaak C-507/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 8 november 2012 Verwijzende rechter: Supreme Court of the United

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 2 Klacht Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4216

ECLI:NL:CRVB:2015:4216 ECLI:NL:CRVB:2015:4216 Instantie Datum uitspraak 26-11-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/1211 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014

Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Datum van inontvangstneming : 10/01/2014 Vertaling C-623/13-1 Zaak C-623/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 november 2013 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Datum van inontvangstneming : 16/05/2014 Vertaling C-165/14-1 Zaak C-165/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 april 2014 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Datum van inontvangstneming : 28/06/2012 Resumé C-233/12-1 Zaak C-233/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-321/14-1 Zaak C-321/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013

Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Datum van inontvangstneming : 21/01/2013 Vertaling C-577/12-1 Zaak C-577/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 december 2012 Verwijzende rechter: Unabhängiger Finanzsenat, Außenstelle

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/05/2016

Datum van inontvangstneming : 24/05/2016 Datum van inontvangstneming : 24/05/2016 Vertaling C-214/16-1 Datum van indiening: Zaak C-214/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 18 april 2016 Verwijzende rechter: Court of Appeal of England and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Vertaling C-182/12-1 Datum van indiening: Zaak C-182/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 april 2012 Verwijzende rechter: Székesfehérvári Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vijfde kamer) 5 juli 1993 *

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vijfde kamer) 5 juli 1993 * BESCHIKKING VAN 5. 7.1993 ΖΑΛΚ T-S4/91 DEP komst van een advocaat soms zijn nut hebben voor het verloop van de precontentieuze procedure, toch zijn de honoraria voor de in de precontentieuze fase verrichte

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 23. 11. 2016 ZAAK C-46/17 verweerster en geïntimeerde, [OMISSIS] heeft de derde kamer van het Landesarbeitsgericht Bremen

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*) ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*) Ouderdomsverzekering Werknemer die onderdaan is van lidstaat Socialezekerheidspremies Verschillende tijdvakken Verschillende lidstaten Berekening van

Nadere informatie

Date de réception : 28/11/2011

Date de réception : 28/11/2011 Date de réception : 28/11/2011 Resumé C-538/11-1 Zaak C-538/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014

Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Vertaling C-245/14-1 Zaak C-245/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 mei 2014 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/02/2019

Datum van inontvangstneming : 26/02/2019 Datum van inontvangstneming : 26/02/2019 Vertaling C-32/19 1 Zaak C-32/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 januari 2019 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:755

ECLI:NL:CRVB:2016:755 ECLI:NL:CRVB:2016:755 Instantie Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 10-03-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/1513 APPA Ambtenarenrecht

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 27.3.2013 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0820/2011, ingediend door J. A. A. Huijsman (Nederlandse nationaliteit), over recht op

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 *

ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * ARREST VAN HET HOF 26 februari 1986 * In zaak 152/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Court of Appeal of England and Wales, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013

Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Datum van inontvangstneming : 01/02/2013 Vertaling C-603/12-1 Zaak C-603/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2012 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Hannover

Nadere informatie

Rapport. Klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Zwolle. Datum: 20 april 2011. Rapportnummer: 2011/121

Rapport. Klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Zwolle. Datum: 20 april 2011. Rapportnummer: 2011/121 Rapport Klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Zwolle. Datum: 20 april 2011 Rapportnummer: 2011/121 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 *

ARREST VAN HET HOF. 30 juni 1998 * ARREST VAN 30. 6.1998 ZAAK C-394/96 ARREST VAN HET HOF 30 juni 1998 * In zaak C-394/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het House of Lords (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Vertaling C-186/17-1 Zaak C-186/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 april 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene.

Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-445 d.d. 18 december 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Consument ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:221

ECLI:NL:CRVB:2017:221 ECLI:NL:CRVB:2017:221 Instantie Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 24-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3036 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep. 7. Het sociaal statuut van een zelfstandige ondernemer. ---------------------------------------------------------------- 7.1. Sociaal statuut zelfstandige. 7.1.1.Hoofdberoep Als zelfstandige arbeid je

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Samenvatting C-67/14-1 Zaak C-67/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie