Spelling Taaljournaal groep 6. Week 1 Categorie 21, 22, 24: marmot-,kuiken-, ezel- en kikkerwoorden Net- als-woorden: marmot, kuiken, ezel, kikker

Transcriptie

1 Spelling Taaljournaal groep 6 Week 1 Categorie 21, 22, 24: marmot-,kuiken-, ezel- en kikkerwoorden Net- als-woorden: marmot, kuiken, ezel, kikker de hemden de jurken korte de mutsen de wanten de broeken de mouwen de riemen ruiten de truien katoen de kleding de kragen de mode de zebra dikke de petten de rokken de sokken de stippen

2 Week 2 Categorie 13, 27: ch/cht, -f/-v en s/-z Net- als- woorden: pech, lucht, lieve, boze het gejuich de lachfilm gekuch de aandacht de achterkant echte de klacht het nachthemd slechts tachtig de druiven de duiven scheve de slurven stijve de dozen de laarzen de hazen glanzen vriezen

3 Week 3 Categorie 11, 13, 21, 22, 24, 26, 27: ei/ij, -ig/-lijk, wegwijzerwoorden, -f/-v, -s/-z, ch/cht Net- als- woorden: ei, ijs, handig, vrolijk de aardbei eigen het eiland het geheim het weiland het konijn het nijlpaard de spijker de tijger lijken angstig deftig stevig veertig vochtig dadelijk duidelijk eindelijk makkelijk vriendelijk

4 Week 5 Categorie 29:/ie/= i Net- als- woord: gitaar de dirigent de figuur de giro de gitaar het idee juni de kilo het klimaat de kritiek de liter de minuut de piano de piloot de piraat het pistool prima de rivier de sigaar de taxi de titel

5 Week 6 Categorie 11: ei/ij Net- als- woord: ei, ijs het afscheid allebei eigenwijs het gewei de meisjes het paleis de scheiding steil het terrein veilig de bladzijde het ijzer nijdig het tapijt de vijand de wedstrijd de woestijn bijten rijden slijpen

6 Week 7 Categorie 10, 11, 29: ng/nk, ei/ij, /ie/=i Net- als- woord: slang, bank de honger de honing de houding de mening de omvang de paling de ringslang de spanning de zanger de zitting het anker blank Frankrijk de frisdrank het geschenk mank het stinkdier de tuinbank de stronk de vonk

7 Week 9 Categorie 30: c= /s/ Net- als- woord: cent de cel het cement de cent de centimeter centraal centrale het centrum het cijfer de cirkel de citroen december de decimeter de lucifer het medicijn de oceaan de oceanen precies de provincie de provincies het recept

8 Week 10 Categorie 31: c= /k/ Net- als- woord: insect de acrobaat actief de camera het circus de clown de club de cola het concert het contact de controle controleren correct de disco directeur het insect de postcode het product het project de reclame de seconde

9 Week 11 Categorie 22, 24, 30, 31: ezel- en kikkerwoorden, c=/s/, c Net- als- woorden: ezel, kikker de fotograaf grote de haren de loten het mobieltje de straten de tenen vele de vogels nemen alle de ballen de ballon dapper kapotte de puzzel de strikken witte boffen kussen

10 Week 13 Categorie W1, W2, W3: werkwoorden, begrippen één Meer ik één fietsen fiets fiets fluiten fluit fluit huilen huil huil klimmen klim klim praten praat pra spelen speel spe springen spring spri vliegen vlieg vlieg zingen zing zing zwemmen zwem zwe

11 Week 14 W4a, W4b, W4c: werkwoorden, begrippen Woordenboekvorm bakken dansen eten geven helpen horen juichen lusten roepen snappen ik-vorm begin drink gil hol klets krijg lach schreeuw verveel win

12 Week 15 Categorie W5a, W6a, W1, W2a, b, d, e, W3, W4a, b, c: tijd van nu, tijd van toen, werkwoord, Onderwerp één (ik/ één ander), meer, zinskern, persoonsvorm, woordenboekvorm, ik-vorm Tijd van nu Tijd van toen meer één meer één ik één ander ik/één ander lopen loop loopt liepen liep kiezen kies kiest kozen koos nemen neem neemt namen nam vragen vraag vraagt vroegen vroeg weten weet weet wisten wist

13 Week 17 Categorie 29 /ie/ = i Net- als- woord: gitaar Afrika de bami de benzine het diploma de familie de finale de file juli de kantine de kapitein de klarinet de kiwi de minister de muzikant de olifant de pagina de sigaret de sirene de spinazie het uniform

14 Week 18 Categorie 32, 33: hoofdletters, weglatingsteken Net- als- woord: Europa, s morgens Ameland s avonds Amsterdam s middags Europa s morgens Friesland s nachts Jaap Smit s ochtends Leeuwarden s winters Nederland s zomers Noord-Holland m n Rozenstraat t Waddenzee zo n

15 Week 19 Categorie 29, 32, 33, 34: elen/-enen/-eren, /ie/ = i, hoofdletters, weglatingsteken Net- als- woorden: tekenen huppelen knutselen puzzelen stapelen stempelen struikelen wandelen oefenen openen regenen tekenen fladderen gisteren de kinderen knikkeren luisteren slenteren toveren de wonderen

16 Week 21 Categorie W5b: Werkwoorden, tijd van nu Net- als- werkwoord: lopen Meer (woordenboekvorm): blazen brengen buigen denken praten schrijven staan voelen weten zeggen Eén ik (ikvorm): blaas breng buig denk praat schrijf sta voel weet zeg Eén één ander (ik-vorm +t): blaast brengt buigt denkt praat schrijft staat voelt weet zegt

17 Week 22: Categorie W5b: Werkwoorden, tijd van nu Net- als- werkwoord: lopen Meer (woordenboekvorm): begrijpen betalen durven fluisteren gapen knippen komen pakken tekenen verzinnen Eén ik (ikvorm): begrijp betaal durf fluister gaap knip kom pak teken verzin Eén één ander (ik-vorm +t): begrijpt betaalt durft fluistert gaapt knipt komt pakt tekent verzint

18 Week 23 Categorie W5b: Werkwoorden, tijd van nu Net- als- werkwoord: lopen doen eten komen lezen luisteren schieten slapen sluiten vallen vouwen meedoen opeten tegenkomen voorlezen afluisteren opschieten uitslapen opsluiten omvallen opvouwen Week 25 Categorie 35 :Meervoud op s Net- als- woord: zebra s de auto s de diploma s de eskimo s de foto s de iglo s de kano s de kilo s de komma s de menu s de oma s de opa s de pagina s de paraplu s de piano s de pinda s de programma s de salto s de ski s de taxi s de zebra s

19 Week 26 Categorie 36: -heid Net- als- woord: vrijheid de bezigheid de boosheid de duidelijkheid de eenzaamheid de gelegenheid de gezelligheid de gezondheid de hoeveelheid de moeilijkheid de mogelijkheid de narigheid de schoonheid de snelheid de veiligheid de viezigheid de vrijheid de waarheid de werkelijkheid de wijsheid de zekerheid Week 27 Categorie 22, 24, 35, 36: ezel- en kikkerwoorden, meervoud op s, - heid Net- als- woorden: ezel, kikker de bezem de boterham bovenop de deken de glazen helemaal de lepels de vazen de wagen wonen de emmer de flessen de jassen de klokken de matrassen de messen de pannen de vissen de zakken vallen

20 Week 29 Categorie W5a, c :werkwoorden, tijd van nu, - den Net- als- werkwoord: rijden aankleden antwoorden braden (zich) branden glijden houden landen luiden melden onthouden ophouden opwinden raden redden rijden snijden verbinden verbranden verkleden vinden

21 Week 30 Categorie W5a, b, c: werkwoorden, tijd van nu, -den Net- als- werkwoord: rijden, lopen beantwoorden bidden bieden broeden laden optreden schudden verraden voeden worden dromen duren halen kraken logeren pesten rusten slapen stoppen zitten Week 31 Categorie W5a, b, c, d: werkwoorden, tijd van nu, bijzon Woorden, -den meer één woordenboekvorm ik-vorm jij-vorm hij-vorm hebben heb hebt heeft kunnen kan/kun jij kunt kan mogen mag mag mag willen wil wilt wil zijn ben bent is zullen zal/zul jij zult zal

22 Week 33 Categorie 37 :- tie Net- als- woord: vakantie de actie de advertentie de arrestatie de attentie de directie de felicitatie de garantie de illustratie de informatie de operatie de organisatie de politie de portie de prestatie de reactie de reparatie de situatie de traktatie de variatie de vakantie Week 34 Categorie 38, 11: /zj/ = g, ei Net- als- woorden: bagage, ei de bagage de etalage de etage de garage het horloge de lekkage de manege de reportage de stage de slijtage de leiding het seizoen het heimwee weinig beide de reiziger allerlei de leider bereiken weigeren

23 Week 35 Categorie 11,16, 37, 38: au/ou, -tie, /zj/=g,ei Net- als- woorden : blauw, kou augustus ee flauwekul de astronaut klautert nauwkeurig nauwelijks de automaat de autobus de kabeljauw de augurk eenvoudig de juffrouw de kabouter de oudste de schouwburg de toeschouwers trouwens verkouden vertrouw onthou

24