B LEMMATICA B 1. = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "B LEMMATICA B 1. = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid"

Transcriptie

1 B LEMMATICA B 1 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement de B van Barend en Boudewijn Bee bee met Er... «... dat is bruine bonen met rijst. de baan/banen ± betrekking, beroep, vak, werk Ankie heeft een baan in een kledingzaak. ± Daar werkt ze al een paar jaar, als verkoopster. Veel studenten en scholieren hebben er een baantje Ze zitten een paar uur per week achter de kassa of vullen in een supermarkt bij, een bijbaantje dus. winkelvakken bij. Twaalf jaar geleden verloor ze haar baan../ «..\ nu is ze uit de kinderen en neemt ze er weer een baan bij. Ik zit al de hele morgen zilver te poetsen; wat een baan! ± Dat is nou pas een rotklus! ± Wat een vervelend karwei is dat, echt rotwerk! de baan ± strook, streep, reep, strip Als je rechtsaf wilt, moet je in de meest rechtse baan gaan rijden. ± Deze rijstrook is alleen voor rechtdoor. In Engeland moet je dan juist de linkerbaan houden. Wat een breed gordijn is dat! Hoeveel banen zijn dat wel? ± Nou, ik heb zes stroken aan elkaar moeten zetten! Langs de A2 krijgt de bus nu vrij baan. ± Een speciale rijstrook langs deze snelweg i s alleen voor de Er staat ook een groot bord: Vrij baan voor de bus! ^ baan staat voor heel wat banen: autobus, die passagiers van en naar hun werk vervoert. Zie hieronder de baan ± het circuit, het parcours, de piste Ik wou gaan tennissen, maar er is geen baan vrij vanmorgen. ± Bij mij in de buurt zijn ook tennisvelden, zullen we het daar proberen? Ik ga iedere morgen zwemmen en dan trek ik altijd 20 baantjes. ± Twintig keer het zwembad op en neer? Dat is niet niks! Ik moet eigenlijk aan de schoonmaak, maar ik schuif het steeds ± Ik heb er helemaal geen zin in, daarom stel ik het aldoor uit. op de lange baan. ^ ook deze baan staat voor heel wat banen: de baard/-en tennisbaan, schietbaan, atletiekbaan, wielerbaan, spoorbaan, trambaan, busbaan, bosbaan en vele andere De man scheert zijn baard af, maar../ «...\ z n snor laat hij staan. Heb je je vergeten te scheren of laat je je baard staan? ± Ik wil proberen m n baard te laten groeien. De mooiste baard is die van Sinterklaas. ± De Kerstman heeft toch ook een mooie baardje, een soort sik? ~ Hemel, dát is een mop met een baard! ± Dát is een ouwe! Kun je geen nieuwe bedenken? ~ Vroeger kon die jongen prachtig hoog zingen, ± Zijn stem is aan t wisselen, van hoog naar laag. Hij krijgt nu maar nu heeft hij de baard in de keel. een mannenstem. Ik kan die sleutel niet meer gebruiken, de baard is afgesleten. Nu pakt hij niet meer in het slot, ik moet een nieuwe laten maken. de baas/ bazen De arbeider heeft ruzie met z n baas over het overwerk. ± Hij vindt dat z n chef daar niet genoeg voor betaalt. Wie is hier nu eigenlijk de baas? ± Wie heeft t hier voor t zeggen? Mijn vader is eigen baas. ± Hij is zelfstandig ondernemer. Dat meisje speelt altijd de baas. ± Ze wil altijd de lakens uitdelen, iedereen moet doen wat zij zegt. Ik ben m n eigen baas, hoor! ± Ik kan doen en laten wat ik wil! Ja, je hebt altijd baas boven baas. ± Wint zij zilver, wint haar zusje goud! Met schaken is hij iedereen de baas. ± Ja, dan wint hij altijd. Maar met dammen delft hij vaak het onderspit, dan verliest hij bijna altijd. Ze kan haar kinderen niet (de) baas../ ±..\ ze kan ze gewoon niet aan. De spelregels van Ma Yong zijn zó moeilijk, ± Ik kan ze niet onder de knie krijgen. ik kan ze maar niet (de) baas worden. Die man is met pensioen maar hij is zo druk als een klein baasje. ± Hij is altijd ergens mee bezig. Ben jij alcohol de baas, of../..\ is alcohol jou de baas? Dàt is de kwestie. LEMMATICA B 2

2 de baby/-s Ze heeft twee kinderen, één van drie jaar en een baby ± Leuk hè, zo n pas geboren kindje? van twee maanden. Raar kind! Soms lijkt ze net een baby../..\ en een andere keer gedraagt ze zich als een groot mens. Vannacht heeft mijn buurvrouw een baby gekregen. ± Ze is bevallen van een zoon: Joep! het bad/de - en Zo n warm bad is heerlijk na een lange wandeling. ± Door dat warme water ontspannen je spieren. Hebben jullie een douche of een bad in de badkamer? ± We hebben een badkuip waar je languit in kunt liggen. In Debrecen hebben ze geneeskrachtige baden. «Daar kunnen mensen met spier- en gewrichtspijn in warm bronwater genezing zoeken. Ik moet de kinderen nog in bad doen../ «..\ en naar bed brengen. ± Ze hebben in de zandbak gespeeld, dus ik moet ze goed wassen. Wat zie je er verhit uit, ga even lekker in bad / Nee, ik ga even vlug onder de douche. neem lekker een bad. Een bad, dat schiet niet op! Na jaren van omgang met Frits z n kille familie is de ± Ja, dat moet een hartverwarmende ervaring voor haar zijn. ontmoeting met Jaaps hartelijke gezin een warm bad. het badlaken/ de -s Ik heb een prachtig badlaken van mijn moeder gekregen. ± O, zo n enorm grote handdoek, waar je helemaal in kan? Lekker is dat, hè? de badmuts/-en Als ik ga zwemmen, zet ik wel een badmuts op. Dan blijft m n haar tenminste een beetje droog! het badpak/de -ken Ik heb een nieuw badpak gekocht, want ik ben van plan ± M n ouwe zwempak kán gewoon niet meer! veel te gaan zwemmen. # Ik heb liever een bikini, ik zon meer dan ik zwem. de bagage/- Wat is úw bagage, meneer? ± Deze twee koffers en deze tas. Dat is alles. En wat zit er in (uw bagage)? «Niets, ik heb niets om aan te geven. ~ Ik ben onder de indruk van de geestelijke bagage, ± Hij is intelligent, weet heel veel en heeft veel ervaring. die hij meebrengt. Zijn kennis en inzicht kunnen we hier goed gebruiken. de bagageband/-en Op welke bagageband komen de koffers uit ons vliegtuig? ± Die komen op transportband 3. Kijk maar, het staat er boven. de bagageruimte/-es De kofferbak van dit kleine autootje blijkt een enorme ± In de kofferbak van dit karretje kan je heel wat bagage kwijt. bagageruimte. de bak (het bakje)/ de bakken (bakjes) ± de kom, de schaal, het grote bord, het schoteltje De serveerster schept ijs uit een bak in een hoorntje. ± Iedere smaak zit in een aparte container. Geef de hond een bakje water, wil je? ± Pak dat plastic schaaltje maar voor hem. Die appelschillen moeten in de groene bak. ± De rest kan in de grijze container. Onze kat heeft er een hekel aan om op z n bak te gaan,../..\ hij gaat veel liever buiten in de tuin z n behoefte doen. Als je veertig jaar bent, kom je nog maar moeilijk aan de bak. ± Dan ben je al te oud om nog een baan te krijgen. Die zware jongen zit al drie jaar in de bak. ± En zijn broer zit ook in de gevangenis. de bak/-ken ± de grap, de mop Dat is ook een flauwe bak die je daar vertelt! ± Ik ken een veel betere mop, echt lachen! Dat is ook een bak! ± Wat een verhaal zeg, om je gek te lachen! 1999 SSALTO Voorburg NL

3 LEMMATICA B 3 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement bakken/bakte/gebakken II zij bakt pannenkoeken In dat restaurantje bakken ze heerlijke pannenkoeken. ± Ze maken ze klaar met appel of met rozijnen en ook wel met kaas of spek. Zal ik de eieren bakken../ «..\ of zal ik ze koken? De pottenbakker heeft een prachtige vaas gemaakt, ± Morgen zet hij hem in de oven. hij moet hem alleen nog bakken. Nou bakt hij ze toch wel erg bruin! ± Nu gaat hij te ver/ dat kan ie niet maken! Van wiskunde bakt ze niet veel,../..\ maar met Frans is ze de beste van de klas! Ben je klaar met je huiswerk? Laat maar eens zien ± Ik ben benieuwd wat je ervan terechtgebracht hebt. wat je ervan gebakken hebt. ~ Ik begrijp niet hoe je zo lang in de zon kan liggen bakken. ± Dat vele zonnebaden is toch niet goed voor je, de bakker/-s je kunt er huidkanker van krijgen! Ik loop even naar de bakker voor een brood. «Haal dan bij de slager een ons rookvlees. Bij de warme bakker krijg je brood zó uit de oven. In de supermarkt komt het van de broodfabriek. Dat is dus voor de bakker! ± Dat is dus in orde/ dat is geregeld/voor elkaar. Dat komt voor de bakker! ± Dat maak ik voor je in orde! de bakkerij/-en In die bakkerij bakken ze het brood zelf. ± In zo n bakkerswinkel ruikt t zo lekker naar versgebakken brood! de bakplaat/-platen Leg je de hamburgers op de bakplaat in de oven? Nee, ik leg ze op het rooster onder de grill of ik bak ze in de koekenpan. het bal/- ± danspartij Het bal verliep heel rustig en ontspannen, precies zoals je dat Nee, dan een nachtje hossen of housen met man in de RAI verwachten mag van een avondje dansen in stijl. in Amsterdam: allemaal jongeren, die niet van ophouden weten. Als dat vannacht maar geen bal wordt! ± Als dat vannacht maar niet uit de hand loopt! de bal/-len ± rond voorwerp om mee te spelen of te sporten Bij de vulkaanuitbarsting kwam er een bal van vuur en hete ± Een enorme oranje bol vloog de lucht in. gassen uit de krater. De midvoor legt de bal op de stip, want../ «..\ hij moet een strafschop nemen. een balletje trappen ± een partijtje voetbal spelen een balletje slaan ± een partijtje tennis spelen Wie kaatst, mag de bal verwachten. ± Wie aanmerkingen maakt, kan op n pittige reactie rekenen. Deze hond heeft niet twee ballen, maar maar één../ «..\ ééntje is niet ingedaald. Het dier is dus onvruchtbaar. Die snapt er de ballen van! ± Die begrijpt er helemaal niets van. Ik snap er geen bal van. Ik begrijp het heel goed../ «..\ ik leg t je wel uit. Naar die film ben ik ook geweest. Ik vond er geen bal aan! Hoe bestaat het! Iedereen vindt hem zo goed! Politiek? Dat kan me geen bal schelen! ± Dat interesseert me geen klap! Als je dat wilt, moet je er morgen eens een balletje over ± Gewoon n ballonnetje oplaten: begin er maar voorzichtig over../ opgooien. «..\ dan kun je kijken hoe men er op reageert. Lust jij een broodje bal? ± Alleen als t zo n mooie, bruin gebraden rundergehaktbal is! ~ Dat is me toch een (arrogante) bal! ± Die verwaande kwast kan ik niet uitstaan! ^ ^ ^ Hij voelt zich boven iedereen verheven. Voetbal, handbal, tennis, volleybal, tafeltennis, basketbal, cricket, sporten met ballen in alle soorten en maten. een bal, wat kan die? hij is out/offside, rond (!d.w.z. terug op de plaats van vertrek), hij ligt (stil, op de stip etc.), beweegt, rolt (weg, terug, heen en weer etc.), vliegt (door de lucht, over de baan, over het veld etc.), gaat over/naast, valt (stil, dood etc.) en wat kun je met een bal doen? je kan m oppakken, laten liggen, neerleggen, laten vallen, (af)trappen, slaan, raken, missen, opslaan, opgooien, serve(re)n, plaatsen, laten gaan, stoppen, houden, missen, laten gaan, terugslaan/-trappen,

4 LEMMATICA B 4 de balie/- Informatie kunt u krijgen aan balie 2,../ «..\ postzegels aan loket 10 of 11. In moderne postkantoren zijn de balies hetzelfde../ #..\ en moeten de baliemedewerkers alle handelingen kennen. Uw kamersleutels liggen nog bij de balie! ± O, heb ik ze bij de receptie laten liggen. Hij is een lid van de balie. ± O, is hij advocaat! ballen/balde/gebald I de jongens ballen Je moet niet op de rijweg ballen, veel te gevaarlijk. ± Denk er om dat je niet met die bal op de rijweg speelt! ballen II de demonstranten ballen de vuisten De bokser stond met gebalde vuisten../ «..\ om een flinke stoot uit te delen. Klaar voor de aanval. Ze stonden met gebalde vuisten.../ «..\ in protest tegen de bezuinigingen. ~ De demonstranten balden de vuisten../ «..\ tegen de dreigende oproerpolitie. de ballon/ -nen Aan het eind van het feest blazen de kinderen allemaal ± Als ze in de lucht zweven, is het een kleurig schouwspel van een ballon(netje) op en die gaan dan tegelijk de lucht in. dansende en tollende ronde voorwerpen. Wat denk je, zal ik vast eens een ballonnetje oplaten ± Goed, begin er maar eens voorzichtig over, ns kijken wat ze er van over ons plan? vinden. Gooi maar een balletje op. ^ ballonnen, vlaggetjes, toeters en hoedjes zijn echte feestartikelen. de balpen/ -nen De meeste mensen schrijven met een balpen. «Vulpennen worden niet zoveel meer gebruikt. ^ vulpennen, balpennen, fijnschrijvers, viltstiften, markers en potloden zijn schrijfgerei of schrijfartikelen.>>> ^ de pen de bami/- In een Chinees restaurant staat altijd bami op de menukaart. «Nasi is een Indisch gerecht: echt een vermenging, en wel van de oude Indonesische keuken en de Hollandse smaak. ^ bami (goreng) en nasi (goreng)zijn benamingen voor hoofdgerechten in Chinees-Indische restaurants. >>> ^ het gerecht de banaan/-nanen Wat heb je liever, n peer, n appel of n banaan? ± Geef mij maar zo n pisang; wel een mooie gele hoor, die groene zijn nog niet rijp. ^ bananen of pisangs, sinaas- en gewone appels, peren, mandarijnen: allemaal fruit of vruchten. de band/- en De band van je fiets is veel te zacht. «Je rijdt zowat op de velg. Is hij soms lek? Als ik jou was, zou ik direct een nieuwe band omleggen. «Dat voorkomt bandenpech. De aanvoerder van het elftal heeft een rode band om zijn arm. Daaraan kun je hem herkennen. Die jongen heeft een goede band met zijn ouders. Die jongen en zijn ouders geven niets om elkaar. ± Fantastisch zoals die mensen met elkaar omgaan. Ze hadden elkaar een tijd uit het oog verloren../ ±..\ maar nu zijn ze weer dikke vrienden en zien ze elkaar regelmatig. maar nu hebben ze de banden weer aangehaald. Dat boek ligt helemaal uit de band. ± Het is uit elkaar gevallen. Bah, allemaal losse blaadjes! Ze moet altijd erg zuinig zijn, maar een enkele keer ± Dan koopt ze iets, dat eigenlijk te duur is/ dan doet ze een springt ze uit de band. onverantwoorde uitgave. Als we op vakantie gaan, nemen we allerlei oude bandjes ± Dan heb ik ook nog wel een paar tapejes voor je, opgenomen met jazzmuziek mee. Audiocassettes zeggen we tegenwoordig. van de radio SSALTO Voorburg NL

5 LEMMATICA B 5 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement bang/-e Nellie is bang voor de hond, ze durft hem niet ± Ze is angstig in de buurt van alle dieren, ze loopt liever over z n kop te aaien. een straatje om. ~ Ik ben bang dat dat boek uitverkocht is. ± Ik weet t niet zeker, maar ik vrees dat t niet meer te krijgen is. Hou toch eens op met die verhalen over je ongelukken, ± Je maakt ze angstig om nog in de auto te stappen. je maakt die mensen bang! ~ Toen het vliegtuig motorpech kreeg, beleefden de Toen het gevaar geweken was, haalde iedereen opgelucht adem. passagiers bange ogenblikken. de bank/-en ± zitmeubel Jan zit op de bank TV te kijken. Daar zit hij liever dan in een stoel. Lente! Lekker op een bankje in het park, in de zon! Vroeger waren dat mooie gietijzeren of houten zitplaatsen, maar nu? Of kapot, òf van steen. ^ voor: school- en collegebank, tuinbank, zitbank, ligbank, slaapbank, twee- en driezitsbank, lederen bank, zonnebank, bankstel wat je ermee kunt: op de bank (gaan) zitten, op de bank liggen (maar onder de zonnebank liggen), op de bank hangen, de bank/-en ± geld-, hypotheek- en kapitaalbeheer Heb jij nog geld op de bank staan? ± Er staat nog bijna G 1000,- op m n rekening. Door de bank genomen laat ik er niet zoveel op staan. ± Over t algemeen staat er weinig geld op mijn bank, want ik beleg Ik beleg het liever. het liever in aandelen. ^ wat je ermee kunt: op de bank zetten, van de bank halen, op de bank laten staan/ hebben staan, naar de bank gaan, even bij de bank langs (gaan), een lening aanvragen bij een de bank, geld, contanten of een (nieuwe) hypotheek opnemen bij de bank, een bank overvallen / beroven, het bankbiljet/de -ten In Nederland bestaat geen bankbiljet meer van G5,-. Dat is nu een munt(stuk). Een bankbiljet van G 100,-../ ±..\ heet ook wel een honderdje, een meier of een snip. Deze bankbiljetten zijn niet echt, ze zijn vervalst! Die moderne briefjes zijn niet te vervalsen, dat zou je zo zien. het bankstel/de -len Het nieuwe bankstel heeft een twee- en een driezitsbank. ± Dat noemen ze een zithoek! Soms is er een losse fauteuil bij. bar/-re De poolreiziger volbracht zijn tocht onder barre Een temperatuur van 25 onder nul met daarbij een loeiende weersomstandigheden. sneeuwstorm. Ik vind het vandaag bar koud. ± Zo verschrikkelijk koud is het dit jaar nog niet geweest. Dit is werkelijk bar en boos. ± Dit is te erg! Nóg een uur wachten? Dat wordt me te bar! ± Dat kan ik niet meer opbrengen. Maar mij lijkt dat wel wat! We kunnen lekker buiten zitten! Zo bar is dat toch niet?

6 de bar/-s LEMMATICA B 6 Zullen we wat gaan drinken in de bar van het hotel? ± We kunnen ook naar het café op de hoek gaan. Wilt u een ogenblik aan de bar plaats nemen?../ «..\ er komt zo meteen een tafeltje vrij. ^ Naar een bar, een café, een bodega of een kroeg ga je om iets te drinken, er eentje te pakken, een doorzakkertje te nemen o.i.d. De bar, de bistro, de kroeg, het café, het eetcafé, het café-restaurant, het (petit) restaurant, de pizzeria en de shoarmatent of het grillrestaurnant, de brasserie... allemaal openbare drink- en/of eetgelegenheden. Wat kunnen die? Die gaan open en (gaan) dicht of openen en sluiten, afhankelijk van hun openings- en sluitingstijden. Ze zijn voor iedereen die iets wil bestellen toegankelijk. En ze moeten voorzieningen hebben, die horen bij openbare gebouwen: brandveiligheid, dames- en herentoiletten, nooduitgangen. In sommige cafés zijn ook leestafels, speciaal voor klanten die rustig de krant willen lezen en daarbij wat willen drinken of gebruiken. Er komen bezoekers, vaste klanten en z.g. kroegtijgers naar toe. Trouwe bezoekers gaan naar hun stamkroeg. Wat kun je ermee? Je bezoekt ze of je gaat ernaar toe. Je hangt je jas in de garderobe of houdt hem (voor een kort bezoek) gewoon aan, je gaat de bar, kroeg etc. binnen en je zoekt een plaats/-je aan de bar, waar je op een barkruk kunt gaan zitten, je zoekt een tafel voor jezelf of schuift aan bij anderen aan een tafel. Dit laatste geldt vaak wel voor drinkgelegenheden, maar zelden voor eetgelegenheden, waar men liever onder elkaar is tijdens het eten. Voor sommige café-restaurants en restaurants moet je een tafel reserveren, anders kom je gewoon niet aan de beurt, zo druk kan het er zijn. Dit geldt vooral voor z.g. koopavonden en de vrijdag- en zaterdagavonden. de barkruk/-ken Dat gehang op zo n hoge barkruk in een café vind ik maar niks../..\ geef mij maar een luie stoel thuis! baseren/baseerde/gebaseerd III zij baseert haar mening op feiten Je zegt nu wel dat dit de beste fiets is, maar waar baseer je ± Welke argumenten heb je daarvoor? die mening op? De politiek in die landen is gebaseerd op de strenge wetten ± De grondslag ervan vormen de Koran en de Sharia van de Islam. de basis/-es (meervoud alleen in vaktaal) De fundamenten van een Griekse tempel vormen de basis voor ± Bouwen ze die kerk op dezelfde plaats als die tempel? een nieuwe kerk. Tegenover de basis van een driehoek../ «..\ ligt de top. ~ De basis van de overeenkomst is gelegd, nu gaan ze nog alle ± Ze zijn het in principe eens, maar er zal nog veel gepraat moeten details regelen. worden over de kleinigheden. Deze saus wordt gemaakt op een basis van zure room ± Zure room en kruiden zijn dus de hoofdingrediënten. en kruiden. Op basis van dat akkoord moeten de troepen zich terugtrekken. ± Sterker nog, volgens die overeenkomst hadden ze al weg moeten zijn. de basisschool/-scholen De basisschool is voor kinderen van 4 tot 12 jaar. ± Daar wordt dus de basis gelegd voor wat ze later gaan doen. Na de basisschool komt de basisvorming... / «..\ en dan de tweede fase van het voortgezet onderwijs.\ beantwoorden/beantwoordde/beantwoord II ze beantwoordt de vraag (niet) In die quiz stellen ze zulke moeilijke vragen, ± De kandidaten weten ook vaak het goede antwoord niet ik kan ze bijna nooit beantwoorden. en staan met hun mond vol tanden. Heb je nu die brief al eens beantwoord? ± Nog niet. Ik zal morgen terugschrijven. beantwoorden... aan II het beantwoordt (niet) aan (z n doel, eisen etc.) Haar spel beantwoordt niet aan de verwachtingen. ± Het is lang niet zo goed als we verwacht hadden. Die computer beantwoordt volledig aan zijn doel. ± Hij doet precies waar we hem voor gekocht hebben. Die machine beantwoordt niet meer aan de eisen van deze tijd. ± Hij voldoet niet meer, hij is te oud geworden SSALTO Voorburg NL

7 LEMMATICA B 7 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement het bed/ de bedden Mijn dochtertje moet een nieuw bed hebben. ± Ze is te groot geworden voor dat kleine ledikantje. Ik moet van de dokter op een hard bed slapen. ± Dus ga ik een nieuw(e) matras kopen. Jongens, ik heb slaap, ik ga naar bed. «Welterusten! Om zeven uur ga ik de kinderen naar bed brengen. Morgenochtend mag jij ze wakker maken. Dan haal jij ze uit bed! Lig je nu nóg in bed? Sta nu maar eens op! Ik ben niet lekker, ik blijf vandaag in bed. ± Voel je je niet goed? O, blijf dan maar liggen. Hij is ziek, hij moet van de dokter drie dagen het bed houden. Daarna mag hij wel weer opstaan. Gaan die twee nu eindelijk trouwen? Ze gaan al jaren met elkaar ± Ze leven al een hele tijd als man en vrouw. naar bed. ~ Wat gerookte zalm op een bedje van../...\ Je weet wel: een paar blaadjes sla, een olijfje en een beetje dressing en daar de vis bovenop. bedanken/bedankte/bedankt II & III je bedankt iemand voor iets (prettigs) (.) Alsjeblieft.. «Dankjewel. / Bedankt! (.) Alstublieft... «Dankuwel. / Welbedankt meneer/mevrouw. Ik wil u graag bedanken voor dat mooie boek. «Niets te danken, hoor! Je had het verdiend! Fijn dat je dat voor me wilt doen, hartelijk bedankt! «Graag gedaan! ~ Nou, je wordt /bent bedànkt, hoor! ± Je hebt me gedupeerd en ik ben daar heel kwaad om! ~ Nee, je wordt /bent bedànkt! ± Ik denk // peins er niet over, ik wil het absoluut niet. bedanken voor.. II je bedankt voor iets (vervelends) Ik heb voor die club bedankt. ± Ik ben daar geen lid meer van, ik heb opgezegd. Jammer, ik ben er net lid van geworden. ~ Met z n allen op vakantie? Sorry, dáár bedank ik voor. ± Daar heb ik helemaal geen zin in! bedelen/bedelde/gebedeld I & II de man bedelt om een aalmoes De arme, blinde man zit op de hoek van de straat te bedelen. ± Treurig hoor, dat zo n man zijn hand moet ophouden. In arme landen bedelen armen soms klagelijk om aalmoezen. «Voor moslims en christenen is het dan verplicht een kleinigheid te geven. ~ De hond bedelt om naar buiten te mogen. ± Hij gaat bij de deur zitten en kijkt verlangend om naar zijn baas. ~ Toe nou mam, mag ik écht niet een kwartiertje langer opblijven? ± Dat is nou de vierde keer dat je dat vraagt, je moet niet zo bedelde de jongen. (aan mijn kop) zeuren, zei z n moeder boos. bedenken/bedacht/bedacht II ze bedenken een oplossing voor het probleem Kun jij iets leuks bedenken voor het feest? ± Ik pieker me suf, maar ik kan nog niets verzinnen. «Heb jij niet een goed idee? zich bedenken I hij bedenkt zich (hij wil het niet meer) Mijn vader wilde eerst een nieuwe auto kopen, maar hij heeft ± Hij doet het toch maar niet, hij rijdt nog een jaar door met z n zich bedacht. oude wagen. zich bedenken, dat II zij bedenkt zich, dat (formeel fout voor zich realiseren) Ik bedenk me net dat ik dat beter aan jóu kan vragen. ± Ik realiseer me dat jij de juiste persoon daarvoor bent. de bedenking/-en Ik heb m n bedenkingen tegen dat plan,../ ±..\ ik ben het er niet helemaal mee eens. Ik zie nog niet zo één, twee, drie hoe dat allemaal moet! Goed idee zeg! Ik zie t helemaal zitten!

8 LEMMATICA B 8 bederven/bedierf/bedorven (zijn) I eetwaren (kunnen) bederven Je moet de melk in de koelkast zetten, anders bederft ie. In de koelkast blijft hij goed tot de uiterste verkoopdatum. ± In de warmte wordt ie zó zuur. bederven II & III je bederft het voor anderen Doe toch een lamp aan, je bederft je ogen. ± t Is niet goed voor je ogen om in t donker te zitten lezen. Voetbalvandalen hebben heel wat bedorven voor anderen. ± Ze hebben met hun rot gedrag de sfeer in stadions verziekt voor het gewone publiek. ~ Met die hatelijke opmerking bederf je de leuke sfeer! ± Zo verpest je de stemming! ~ Met al die dure cadeautjes bederf je zo n kind. # Straks is het een verwend, ontevreden nest. de bediende/ -n of -s Bankbediendes, kantoorbedienden, pompbedienden en winkel- ±..\ mensen die een (eenvoudige) baan hebben bij een bediendes zijn../ bank, op een kantoor, bij een benzinestation of in een winkel. In landen als Indonesië is het hebben van bedienden in huis..\ Niet alleen heb je ze hard nodig in huis, maar ook gaat hun een must../ loon grotendeels naar hun grotendeels werkloze familie. bedienen/bediende/bediend II & III ze bedienen hun klanten op hun wenken De ober bedient de klanten van het café. ± Hij neemt de bestelling op en serveert de drankjes. ~ Al die ingewikkelde apparatuur, kun jíj die bedienen? ± Ja hoor, ík kan er wel mee omgaan! Ze wordt altijd op haar wenken bediend. Ze krijgt meteen waar ze om vraagt: wil ze naar het strand dan schijnt de zon, gaat ze naar de wintersport dan ligt er minstens een meter sneeuw. zich bedienen van III hij bedient zich (nog eens) van het toetje Hij bedient zich nog een keer van het dessert. ± Hij vindt het lekker, hij schept nog een portie op z n bord. ~ Die mensen bedienen zich van moeilijke woorden. ± Zelf gebruik ik altijd woorden die iedereen kan begrijpen. bedoelen/bedoelde/bedoeld II ze bedoelt het zó Hij bedoelt het wel goed. ± Hij meent het niet zo kwaad. Zo n broek bedoel ik niet. ± Ik heb een andere in mijn gedachten. Sorry hoor, t was goed bedoeld. «Ik wilde u alleen maar helpen! Zó bedoel ik t niet! En ik heb ook iets heel anders gezegd. ± Dit is een misverstand! O, bedoel je dàt! Zeg dat dan ook. «Had je het dan helemaal niet begrepen? (..) Een kinder hand is gauw gevuld! «Hoe bedoel je? Ga je ze weer blijmaken met een dooie mus? bedoelen met III ze bedoelt er niets kwaads mee Ik begrijp niet wat je daarmee bedoelt. «Wat wil je nu eigenlijk zeggen? Ik bedoel er verder niets mee, hoor. ± Je hoeft er verder niets achter te zoeken. de bedoeling/-en Sorry, t was m n bedoeling om op tijd te komen, ± Ik wilde echt op tijd zijn, maar helaas... maar ik had een lekke band. Wat is nu eigenlijk de bedoeling van die vergadering? ± Waarom vergaderen ze? Wat willen ze ermee bereiken? Welke bedoelingen heeft zij nu precies met de reorganisatie? «Wist ik het maar! Het is volmaakt onduidelijk en... niemand, die de situatie vertrouwt! ± Niemand weet, waar zij naar toe wil met haar nieuwe plannen. Het ligt in mijn bedoeling morgen bij u langs te komen. ± Ik ben dat zeker van plan. Ik heb t met de beste bedoelingen gedaan, ± Ik wilde je nog wel een plezier doen! jammer dat je er zo boos over bent. Aan goede bedoelingen geen gebrek, nu nog daden! ± Met goede voornemens alleen kom je er niet! Hé, wacht eens even, dát was de bedoeling niet! ± Dat hadden we niet afgesproken. / Zo zijn we niet getrouwd! 1999 SSALTO Voorburg NL

9 LEMMATICA B 9 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement het bedrag/de bedragen Wat is het hoogste bedrag op de kassabon? ±..\ G 24,75, voor dat ene boek. Of bedoel je het totaal? Dát is G 44,75. En welk bedrag moet ik nou betalen? «G Dat deel van de rekening is voor jou. Wat een belachelijk bedrag voor een tweedehands auto. ± Die prijs is veel te hoog voor een gebruikte wagen! In de drugshandel gaan enorme bedragen om. ± Daar gaat heel veel geld in om. Mag ik eraan herinneren, dat de rekening ten bedrage van «We zien de betaling van dat bedrag gaarne binnen 14 dagen tegemoet. G nog open staat? bedragen/bedroeg/bedragen II de kosten bedragen G120.- De kosten van dat onderzoekje bedragen meer dan een miljoen ± Zijn die kosten zó hoog? Dat is wel een erg hoge prijs! euro. # Die rijzen dus de pan uit! Hoe kon dat zo uit de hand lopen? De schade bedraagt drie ton. ± G ? Is de schade zó groot? het bedrijf/ de bedrijven Het gaat niet goed met het bedrijf van mijn oom, ± Ik wist niet dat jouw oom een eigen zaak had. hij moet een gedeelte van zijn personeel ontslaan. De minister komt de nieuwe tunnelboor in bedrijf stellen. Dan mag die even draaien../..\ en dan wordt hij voorlopig weer buiten werking gesteld. In het laatste bedrijf van die opera gaat zowat iedereen dood. ± Dat gebeurt meestál in de laatste akte. Een toneelstuk in vier bedrijven bestaat uit../ ±..\ vier delen, net als hoofdstukken in een boek. de bedrijfsleider/-s De bedrijfsleider praat met de arbeiders over hun looneisen. «Daarna gaat hij ze met de directeur bespreken. de bedrijfsleiding/- De bedrijfsleiding bestaat hier uit één directeur en twee Samen moeten ze er voor zorgen dat de zaak goed draait. onderdirecteuren. ± Na de fusie zullen ze wel het management genoemd worden. >>> ^ management bedroefd/-e Bij de begrafenis van de jonge man was iedereen bedroefd. ± Natuurlijk was iedereen verdrietig, hij was pas 20 jaar! Als het een rotvent geweest was, had niemand een traan gelaten. Een leven, zó kort! Dat kan toch niet.., zegt ze bedroefd. «Ik leef met je mee, meer kan ik niet doen., antwoordt hij. bedroevend/-e Het aantal bezoekers van het concert is bedroevend klein. ± Om treurig van te worden. Het percentage geslaagden is bedroevend laag. We hopen dat de uitslag volgend jaar meer reden tot juichen zal geven. De bedroevende bedrijfsresultaten leidden tenslotte tot..\ van deze veelbelovende, kwalitatief bijzonder goed scorende het faillissement../ onderneming. bedruipen/bedroop/bedropen II & III de kok bedruipt het vlees met bouillon Je moet het vlees af en toe bedruipen met wat jus. ± Als je er nu en dan een paar druppels jus op schenkt, droogt het vlees niet uit. zich kunnen bedruipen III zij kan zich bedruipen met haar kleine inkomen ~ Hij kan zich met z n studietoelage maar net bedruipen. Háár toelage is zó groot, zij kan leven als God in Frankrijk. ± Hij kan met z n beurs wel toekomen, maar komt dan ook maar net rond.

10 LEMMATICA B 10 bedwingen/bedwong/bedwongen II de politie bedwingt de opstand De Nederlanders hebben het water bedwongen door middel van ± Zo zijn ze het water de baas geworden. dijken, sluizen en dammen. Het leger heeft de opstand bedwongen. ± Kun je niet beter zeggen: neergeslagen? Ze probeerde haar tranen te bedwingen. ± Maar ze kon haar verdriet niet inhouden, en../..\ liet/gaf haar tranen de vrije loop. zich (kunnen) bedwingen II hij kan zich niet bedwingen. De voetbalfan kon zich niet bedwingen, toen zijn club scoorde, ± Kun je je nou niet een béétje beheersen?, vroeg zijn vrouw. hij sprong op en juichte luid. het beeld/ de -en De Denker is een beroemd beeld van Rodin. ± Die sculptuur is te zien in het Museum Rodin in Parijs. Het beeld van onze televisie is prima! «Ik vind het geluid niet zo best! De documentaire geeft een beeld van het leven in het hoge ± Hij laat zien hoe koud het daar wel is en hoeveel sneeuw en ijs er ligt. Noorden. Als je het niet zelf hebt meegemaakt, kun je je heel moeilijk ± Dan is het bijna onmogelijk je voor te stellen wat zo n ramp voor een beeld vormen van zo n ramp. gevolgen heeft voor de slachtoffers. Zijn boeken roepen bij mij een beeld op van grote eenzaamheid. ± Ik krijg de indruk dat het een man is die zich erg alleen voelt. ~ Wat heeft die vrouw een beeld van een hoed op! ± Wat een prachtexemplaar, hè? ~ Die vrouw is zelf trouwens ook een beeldje! ± Ja, die mag er ook zijn! beeldschoon/-schone Overal zie je posters met die beeldschone filmster. En haar vriend is op foto s zo lelijk als de nacht! het been/de benen Mensen hebben twee benen, paarden hebben er vier. #..\ Die hebben ze gewoon nodig om te staan en te lopen. Denk erom: paarden hebben benen../ ±..\ geen poten! Andere dieren hebben poten../ «Mensen hebben ook nog twee armen, paarden niet. Hè, heerlijk, even de armen rekken en benen strekken../ #..\ we hebben nou zo n tijd moeten zitten. De oude heer, reeds jaren slecht ter been, laat nog steeds elke Dat beest mag dan wel oud zijn, het is nog steeds zeer rap (ter been) dag z n hond, ook niet meer de jongste, uit. en gaat er soms als een pijl vandoor. Op het ijs is het moeilijk om op de been te blijven. ± t Is een kunst om overeind te blijven, te blijven staan dus. Zag je hoe die verdediger de spits beentje lichtte? ± Hij haalde z n tegenstander gewoon onderuit! Hoop op een betere toekomst houdt asielzoekers op de been. ± Hoop doet (deze mensen) leven../..\ zonder dat gaan ze onderuit : ze verliezen de moed en worden depressief. Een kilo benen voor de soep graag, slager. ± Alstublieft mevrouw, een kilo mooie (soep)botten. Als twee honden vechten om een been, dan loopt de derde ± Als twee mensen ruzie maken, kan een derde daar wel eens er (ras) mee heen... misbruik van maken. Je moet wel met beide benen op de grond blijven (staan), hoor. ± Bekijk de zaak nu eens realistisch, doe niet zo zweverig! Je zult nu toch echt op eigen benen moeten staan. Je kunt niet altijd van ons afhankelijk blijven. Toen de politie er aan kwam, nam hij de benen. ± Hij vluchtte de straat uit en rende naar huis. Ik heb me de benen uit m n lijf gelopen voor dat boek. ± Winkel in, winkel uit ben ik geweest. Ben je met je verkeerde been uit bed gestapt? ± Waarom ben je zo uit je humeur? De advocaat zei wel dat zijn cliënt onschuldig was, ± Hij kon het niet bewijzen. maar hij had geen been om op te staan. Ze zien er geen been in om de tegenpartij ± Ze hebben er geen bezwaar tegen om hun tegenstanders op het verkeerde been te zetten. te misleiden. Je lust toch nog wel een pilsje? # Om er nog eentje te kunnen pakken, is een goede smoes zó Toe nou, op één been kan je niet staan! gevonden. de beerput opentrekken (alleen als infinitief & vaste verbinding) Wil je die kwalijke affaire echt tot de bodem uitzoeken! ± Als de vuile spelletjes van die twee allemaal openbaar worden, dan Dan ga je wel de beerput opentrekken. zullen heel wat betrokkenen ook hun goede naam verliezen. Je kunt het beter onder ons houden! Je moet de vuile was niet buiten hangen! 1999 SSALTO Voorburg NL

11 LEMMATICA B 11 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement het beest/de -en Ben jij bang voor beesten? ± Ik vind dieren wel lief. Voorzichtig hoor, in dat bos zitten allerlei enge beesten../..\ zoals slangen, spinnen en grote rupsen. Die boer zorgt erg goed voor zijn beesten. ± Het vee van die boer wordt prima verzorgd. In die moeilijke omstandigheden breekt het beest in de «..\ eten ze desnoods elkaar op! mensen los en../ (..) Toe nou, Henkie, laat dat eendje nu los! # Niet doen! Je kan niet elk beestje aaien. Op dat feest waren een paar jongelui die zo nodig ± Ze gedroegen zich als barbaren: dronken teveel, maakten de beest moesten uithangen, ruzie en gooiden glazen kapot. Kortom, een puinhoop! beet(hebben) De vissers zaten een halve dag te wachten voor ze ± Maar toen riep er een: Hebbes, een kanjer aan de haak! eindelijk beet hadden. En z n maat riep: Ja, beet! Hij heeft er één, n snoek! ~ De recherche werkte weken lang aan het onderzoek ± Toen pas ontdekten ze iets belangrijks. vóór ze eindelijk beet hadden. het beetje/ de beetjes Hier is suiker, mensen. Lex een beetje../..\ en Lies een flinke schep. Goed zo? Spreken die meisjes al een beetje Nederlands? Een beetje??? Al enorm veel! Sorry, dat ik een beetje laat ben, maar../ ±..\ de bus was aan de late kant. Of ik kwaad ben? Nou en of! En niet zo n klein ± Ik ben behoorlijk boos! beetje ook! Alle beetjes helpen! ± Vele kleintjes maken één grote! Een béétje voetballer zou die goal maken! ± Je hoeft echt niet góed te voetballen om die goal te maken. Beetje bij beetje gaat het de goede kant op. ± Heel langzaam gaat de patiënt vooruit. beetnemen/nam.. beet/beetgenomen II ze nemen hem beet! ~ Die jongen is zo naïef, hij wordt steeds beetgenomen. ± Nu heeft zijn zusje hem weer voor de gek gehouden. beetpakken/pakte.. beet/beetgepakt II zij pakt hem beet De aap pakt de banaan beet en../ «..\ houdt hem stevig vast. Hij laat hem niet meer los. begaan/beging/begaan II ze begaat een fout Je begaat een ernstige fout, als je dat kind maar z n gang,,\ je moet juist nieuwe problemen voorkomen door het te helpen: laat gaan../ laat zien, hoe het wèl kan! Dezelfde medicijnen? Toe nou dat is het begaan van een ±..\ zo n herhaling van een oude fout leidt toch tot alles behalve slechte weg:../ genezing! Rotjong! Nog zo n streek en ik bega een moord aan je! ± Eikel! Als je me nog zoiets levert dan sta ik niet in voor mezelf! het begin/ - (archaïsch: in den beginne) Het begin van die film is wel spannend,../..\ maar het einde is heel saai. ± De eerste tien minuten zat ik ademloos te kijken. Aan het begin van onze straat staat een huis leeg,../ ±..\ nummer 4 of nummer 6, direct als je de straat inrijdt. In het begin van de winter is het meestal nog niet Dat komt gewoonlijk later,../ zo erg koud...\ soms pas tegen het eind. Dit jaar was het begin december al ijskoud. En eind januari dooide het pas echt! Vanaf het begin van de vakantie ben ik al ziek. Ik hoop niet dat dat zo blijft tot aan het eind. ± De eerste dag van mijn vakantie werd ik al ziek. Alle begin is moeilijk... ± t Valt niet mee: een nieuwe baan, nieuwe collega s, t moet allemaal nog wennen!

12 LEMMATICA B 12 beginnen/begon/begonnen (zijn) I& II je begint (iets) Het is negen uur, de les begint. Hoe laat eindigen de lessen? ± We gaan starten! Het begint te regenen. Wanneer zal het weer ophouden? Het begint donker te worden. «Zullen we het licht aandoen? Zullen we beginnen? «t Is de hoogste tijd! Nu werkt ze nog in de winkel van haar oom, maar ze gaat een ± Ze hoopt dat ze die volgend jaar kan openen. eigen zaak beginnen. Verleden jaar ben ik voor mezelf begonnen. Voor die tijd heb ik voor een baas gewerkt. Ja, als je zó begint, ga ik niet met je mee! ± Als je zo onaardig doet, ga je maar alleen! Ik weet niet wat ik zonder jou moest beginnen! ± Zonder jouw hulp ben ik nergens! Dat is onbegonnen werk! ± Dat krijg je niet voor elkaar! beginnen aan/bij/met/over/tegen II & III ze begint eraan/daarmee/erover/er... tegen/dit...bij Die man begint zijn verhaal altijd bij Adam en Eva. ± Hij heeft altijd een hele inleiding nodig. Begin nou gewoon bij het begin! ± Ik wou dat je nu eens direct ter zake kwam. Wees eens duidelijk! Je moet bij het begin beginnen.....\ en niet halverwege, dan begrijpen ze je niet. We beginnen vanmorgen met wiskunde../..\ en we eindigen met Nederlands. Ik wil nog één keer over die kwestie beginnen. Hierna houd ik er echt over op! Je moet nu aan je huiswerk beginnen../..\ anders krijg je het niet af! Met dat kind valt niets te beginnen. t Groeit op voor galg en rad. Sorry, daar is niets tegen te beginnen! ± Daar zul je in moeten berusten, er is niets tegen te doen. En daar is toch geen beginnen aan! ± Dat lukt je gewoon niet: het is boven je macht! de begraafplaats/-en Op de begraafplaats ontmoetten vele vrienden van de «Velen van hen spraken bij zijn graf een laatste woord. overleden acteur elkaar weer na lange tijd. Vroeger lag een begraafplaats meestal naast de kerk. Daarom had je het ook over het kerkhof. Op die militaire begraafplaats liggen veel gesneuvelden uit de ± Men noemt dat ook wel een Ere-kerkhof. Tweede Wereldoorlog. de begrafenis/-sen Verleden week is een beroemde filmster overleden. ± De uitvaart vond plaats op een regenachtige middag, Zijn begrafenis is door velen bijgewoond. heel triest allemaal. Veel prominenten moesten wel naar die begrafenis../ «..\ terwijl iedereen wist, dat deze VIP een grote schoft was geweest. begraven/begroef/begraven II ze begraven hun vader Veel volkeren begraven hun doden../ #..\ andere cremeren (verbranden) ze. In Nederland kunnen we kiezen: begraven../ «..\ of cremeren. De hond zoekt een plek in de tuin om z n bot te begraven. Een poosje later gaat ie t dan weer opgraven. Zullen we nu maar de strijdbijl begraven../ ±..\ en de vredespijp roken? Die ruzie heeft lang genoeg geduurd! begrijpelijk/-e Zeg het nu eens in begrijpelijke woorden. Je maakt er zo n ingewikkeld verhaal van! Oude mensen durven s avonds niet meer de straat op. ± Ik snap dat best. Begrijpelijk, met al die criminaliteit! begrijpen/begreep/begrepen II we begrijpen het (niet) Ik begrijp je niet helemaal. ± Zó snap ik er niets van, vertel het nu eens rustig! De cursisten begrijpen die moeilijke som meteen. ± Ze zien in één keer hoe ze hem op moeten lossen. Dat artikel in de krant? Daar begrijp ik niets van. ± Het is gewoon abracadabra! Begrijp jij nou dat Jan met vakantie naar China wil? ± Ja hoor, dat kan ik me wel voorstellen. En nu allemaal je mond dicht, begrepen? ± Ik wil dat jullie nu stil zijn, denk erom! Ik wil daar liever niet over praten, begrijp je wel? ± Kun je je dat indenken? 1999 SSALTO Voorburg NL

13 LEMMATICA B 13 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement het begrip/de -pen Liefde, dat vind ik zo n vaag begrip. «Wat bedoelen ze daar nou precies mee? Ze heeft totaal geen begrip voor het verdriet van haar vriendin. ± Ze kan niet met haar meevoelen. Ze toont geen begrip voor zijn probleem. ± Ze laat niet merken, dat ze het snapt. Die onbeschofte kerels? Daar kan ik geen begrip voor opbrengen. ± Daar heb ik geen goed woord voor over! Ze willen wel zo n luxe sportauto, maar ze hebben En dat weet alleen een vakman precies! geen flauw begrip van de kosten! Heb je het nu nog niet door? Wat ben jíj traag van begrip, zeg! Anders ben je zo vlug van begrip en heb je zoiets meteen door!. begroeten/begroette/begroet II ze begroeten elkaar Bij binnenkomst begroet de directeur iedere aandeelhouder ± Als iedereen zit, heet hij ze allen (hartelijk) welkom. persoonlijk. Drie uur later sluit hij de vergadering met de woorden: Ik groet u allen, tot volgend jaar! Tot ziens!. Ze begroette ons niet hartelijk, maar kil en formeel. Goede reis en tot ziens, zei ze ten afscheid. ~ Op 31 december steken we vuurwerk af om het nieuwe jaar te ± We vieren dat er weer een nieuw jaar aanbreekt. begroeten. behaard/-e Zijn benen en armen zijn dik behaard, maar../..\ zijn hoofd is zo kaal als een biljartbal. Die kat is dik behaard. ± Die heeft het niet koud door zijn dikke vacht. behalve Iedereen is op school behalve Jan, híj is ziek. ± Op Jan na is iedereen aanwezig. Behalve zijn leraar was hij ook zijn vriend. ± Hij was niet alleen zijn leraar, maar ook zijn vriend. Ik leen alles uit, behalve mijn fiets. ± Je kunt alles van me lenen, maar niet mijn fiets. Het weer ziet er alles behalve mooi uit. ± Nee, het ziet er helemaal niet goed uit. Morgen gaan we naar het strand, behalve als het regent. ± Tenzij het regent, gaan we morgen naar het strand. Toen hij naar Indonesië vertrok wist hij niets van dat land, ± Dat was echt het enige bekende. behalve dat het er warm was. behandelen/behandelde/behandeld II & III de arts behandelt z n patiënt zó De dierenarts behandelt geen mensen. ± Die kan geen mensen genezen. Zo behandel je nog geen dieren, laat staan mensen. ± Zo ga je niet met dieren om en met mensen al helemaal niet! Je moet die glazen voorzichtig behandelen. ± Je moet er niet zo ruw mee omgaan. We hebben die les nog niet behandeld. ± Die bespreken we volgende keer pas. de behandeling/-en Ondanks een langdurige behandeling door de masseur ± De therapie heeft niet geholpen. is de pijn nog niet weg. De behandeling van dat wetsontwerp duurt al een week. ± De bespreking wordt waarschijnlijk pas vólgende week afgerond. De politie krijgt veel kritiek op haar behandeling van ± De manier van omgaan met die mensen laat erg te wensen over. de asielzoekers. Veel mensen zijn het er niet mee eens. Onze buurman is al een half jaar onder behandeling van ± Hij loopt al een half jaar bij die dokter. een hartspecialist. Wij hebben uw brief ontvangen en zullen uw aanvraag ± We zullen de kwestie onderzoeken. in behandeling nemen.

14 LEMMATICA B 14 beheersen/beheerste/beheerst II zij beheerst het spel/haar talen Om die taal goed te beheersen, moet je een tijd in dat ± Dán leer je pas alle fijne kneepjes en nuances. land gewoond hebben. Dat spel van aantrekken en afstoten beheerst zij perfect. ± Zij is er een meesteres in: windt die kerels om haar vingers en laat ze rustig vallen. Morgen examen! Het beheerst mijn denken (geheel)! ± Ik kan aan (helemaal) niets anders meer denken. ~ Dat hoge gebergte beheerst het uitzicht tot in de verste verte. ± Tot in de wijde omtrek steken de toppen boven alles uit. ~ Hij is een beheerst type, die krijg je niet boos! ± Hij weet zich onder alle omstandigheden goed te beheersen, hij heeft >>> bedwingen zichzelf goed onder controle. de behoefte/-en of -s Water, frisse lucht en een gezonde maaltijd zijn de ± Dat is wat hij iedere dag nodig heeft. dagelijkse behoeften van de mens. Tijdens de grote hitte voelde men al gauw behoefte aan water. ± Al snel verlangde men naar water. Kleine kinderen hebben behoefte aan de warmte van het gezin. Sommige mensen zeggen dat ze daar wel buiten kunnen. Ik heb nu even geen behoefte aan dat lawaai! ± Daar heb ik nu echt geen zin in. Die arme mensen kunnen niet in hun eigen behoeften voorzien. ± Ze kunnen niet leven zonder de hulp van anderen. behoorlijk/ -e Gedraag je nu eens behoorlijk! Waarom doe je toch zo onfatsoenlijk?! Zeg behoorlijk goeiendag! ± Zeg netjes: Dag meneer! De resultaten van het examen zijn heel behoorlijk. Verleden jaar waren ze nog beneden peil! Mijn broer is behoorlijk ziek. Hij heeft koorts, keelpijn en hij hoest erg. De schaatsers dachten: Die Elfstedentocht? Die rijd ik wel even! Dat viel dus behoorlijk tegen. ± Het was veel zwaarder dan ze gedacht hadden. behouden/behield/behouden II je behoudt je rechten Bij het schaatsen heeft de landskampioen(e) haar titel De wereldkampioen heeft hem moeten afstaan. kunnen behouden. Met de woorden: Ik wens u een behouden vaart, ± Ze bedoelde: Ik hoop dat er geen ongelukken met dit schip doopte de koningin het nieuwe schip. gebeuren. (.) Je verliest deze baan en krijgt een andere functie../... «maar je behoudt al je rechten. beide(n) De postbode moest twee pakjes bezorgen, beide op hetzelfde ± Ze waren alle twee voor de heer Mulder, Tulpenplein 40. adres. Hans en Michel gaan beiden naar dezelfde school. ± De twee jongens zitten bij elkaar op school. Wie van jullie beiden kan een boodschap voor me doen? Kom op, niet alle twee tegelijk hoor! Nou, één van beide, je gaat nu je huiswerk maken óf je blijft ± Kies zelf maar! morgen thuis. Geen van beide partijen wist van toegeven. ± Alletwee waren ze overtuigd van hun gelijk../ «..\ en wilden hun zin doordrijven. Aan beide kanten van de straat staat het vol met auto s. ± De auto s staan aan twee kanten geparkeerd. bejaard/-e Overval op een bejaard echtpaar, stond er boven het En die zal wel gepleegd zijn door een jeugdige delinquent. krantenbericht. de bejaarde/-n Een bejaarde is iemand boven de 65 jaar. ± Maar tegenwoordig is dat toch nog niet oud? de bek/-ken De dierenarts kijkt in de bek van de hond. «Zijn tanden en kiezen zien er goed uit. Ik wou dat dat jong niet zo n grote bek had! ± Hij geeft altijd een onbeschoft antwoord, wat je hem ook vraagt of tegen hem zegt. Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken. ± Als je iets cadeau krijgt, mag je het niet kritisch gaan onderzoeken SSALTO Voorburg NL

15 LEMMATICA B-15 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement bekend/-e De naam van Ruud Gullit is bekend in heel Europa. ± Iedereen kent die naam. Meryl Streep is een zeer bekende filmster. ± Tom Cruise is ook heel beroemd. De uitslag van de examens is nog steeds niet bekend. ± We weten nog niet wie er geslaagd is. Is dat een vriend van je? Nee, een bekende. ± Ik ontmoet hem wel eens bij kennissen. ~ Pink Panter is voor velen een ouwe bekende uit de wereld van ± Ze herkennen hem meteen. de tekenfilm. Het is nu algemeen bekend geworden dat er belastingverlaging ± Iedereen is er nu van op de hoogte dat de belasting omlaag gaat. komt. Green Peace staat bekend als een organisatie die opkomt voor ± Iedereen weet dat Green Peace voor het behoud van het milieu het milieu. vecht. Meneer, bent u bekend in deze buurt? Nee, ik weet hier heg noch steg, sorry! de bekendheid/- ± het bekend of beroemd zijn Die filmster geniet een grote bekendheid door zijn rollen ± Hij is daardoor heel beroemd. in lachfilms. Vandaag heeft men bekendheid gegeven aan de ziekte Tot heden had men die ziekte geheim houden. van de President. de bekendheid/ -heden ± (het een) beroemdheid (zijn) De Dikke en de Dunne zijn echte bekendheden. ± Voor jong en oud zijn ze beroemdheden uit de stomme film. Op z n 35e is zo n Kiriyenko al een hele bekendheid:../..\ men kent hem van de confrontaties tussen Yeltsin en het Russisch parlement. bekendmaken/maakte..bekend/bekendgemaakt II je maakt het bekend De naam van het slachtoffer van het ongeluk is nu ± Er is medegedeeld wie er verongelukt is. bekendgemaakt. Gewoonlijk houd je zoiets voor je. Het is nu officieel bekendgemaakt dat de prins gaat trouwen. ± De regering heeft dat medegedeeld. bekennen/bekende/bekend I & II je bekent (het) Na een langdurig verhoor heeft de verdachte bekend, Urenlang bleef hij ontkennen../ dat hij de diefstal heeft gepleegd. ±..\ maar tenslotte gaf hij toe dat hij het gedaan had. Toen de verdachte bekend had, werd hij naar zijn cel gebracht. ± Na zijn bekentenis bracht men hem terug naar de gevangenis. Ik moet bekennen, dat ik helemaal vergeten ben dat boek voor «t Is je vergeven, volgende keer dan maar. je mee te brengen, sorry! Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik helemaal geen zin in ± Om je de waarheid te zeggen: ik ga liever niet. dat feestje heb. ± Eerlijk gezegd: ik blijf liever thuis. de beker/-s Wil je een beker koffie? «Nee, geef maar een kopje. De prijzenkast van de voetbalclub staat vol met bekers. ± Welke cups hebben ze dan allemaal (niet) gewonnen? het bekertje/de -s De koffie zit in een plastic bekertje. «Zeker met een plastic lepeltje erbij? Op de fles zit een klein bekertje om het drankje mee Daarmee kun je de hoeveelheid afmeten die je per keer moet in te nemen. innemen. de bekeuring/-en ± straf - strafmaatregel - sanctie Als je door rood licht rijdt, krijg je een bekeuring. ± Als je te hard rijdt, ga je ook op de bon. De boetes die je moet betalen worden steeds hoger. >>> de boete

16 LEMMATICA B 16 bekijken/bekeek/bekeken II je bekijkt het (maar!) De juwelier bekijkt de ring nauwkeurig. ± Hij kijkt er aandachtig naar. Bekijk die zaak nu ook eens vanuit míjn standpunt. ± Je moet begrijpen dat ik er anders over denk dan jij. Als je t goed bekijkt, klopt er niets van dat verhaal. Ook al lijkt t op t eerste gezicht in orde. Jullie bekijken t maar, ik bemoei me er niet meer mee! ± Jullie zoeken t maar uit! de bel/-len De bel gaat, de les begint. ± Ik hoor die zoemer bijna niet. Kun jij even op de bel drukken? ± Ik heb m n handen vol en ik kan niet bij de knop. Als je hulp nodig hebt, trek je dan even aan de bel? ± Als ik je kan helpen, roep je me dan? belachelijk/-e Wat heeft die vrouw een belachelijke hoed op haar hoofd! ± Ja, bespottelijk, het lijkt wel een fruitmand. Ik vind het belachelijk dat we zo vroeg op Schiphol moeten zijn. ± Ik begrijp t ook niet, ons vliegtuig vertrekt pas twee uur later! De eisen voor dat examen zijn belachelijk hoog. ± Idioot gewoon, daar kan niemand aan voldoen. Wat een engerd is die leraar: als je iets niet snapt maakt hij je ± Hij zet je direct voor schut. meteen belachelijk. het belang/de -en Iedereen ziet het belang in van een goede opleiding, anders ± De waarde ervan is: heb je m niet, dan kom je niet aan de bak. kom je nergens. ± Iedereen erkent het belang van een goede opleiding. De belangen van het bedrijfsleven gaan nog steeds vóór die ± Ze kijken eerst wat voordelig is voor de zakenwereld, van het milieu. het milieu komt op de tweede plaats. De bedrijfsarts behartigt in de eerste plaats de belangen van ± Hij moet vooral kijken wat goed is voor de werknemer. de werknemer. Het is in je eigen belang dat je je school afmaakt. ± Zelf heb je er t meest aan. Zelf heb ik er geen belang bij. ± Mij maakt t niets uit. t Is van groot belang voor het onderzoek dat die getuigen Ik dacht dat dat niet nodig was. zich melden. Stel jij belang in buitenlandse politiek? ± Ja, dat vind ik interessant. Nee, die laat me koud!/die interesseert me geen donder! In de vakantietijd is het op het vliegveld altijd een ± Dan is het er behoorlijk druk. drukte van belang. Philips neemt een belang in dat Zuid-Koreaanse concern, waar ± Het investeert in een bedrijfsonderdeel../ het kennelijk veel vertrouwen in heeft...\ dat afgestoten wordt door Sony, dat er juist geen heil meer inziet. belangrijk/-e Er was belangrijk nieuws op de TV: een grote brand in het ± Was er verder nog iets van belang? Rijksmuseum. Verder was het allemaal oninteressant. Als je in dat land wil gaan werken is het wel belangrijk de taal Welnee, dat hoeft niet, iedereen spreekt daar ook Engels. goed te leren! t Is niet belangrijk wie het doet, als het maar gebeurt. ± Dat is het enige dat telt. De burgemeester vindt zichzelf een belangrijk man: de baas van Anderen denken daar heel anders over: die vinden hem de hele stad! een onbetekenend mannetje. Een belangrijk deel van de bollenproductie wordt geëxporteerd. ± Ja, de meeste bloembollen gaan naar het buitenland. de belangstelling/- De mensen toonden veel belangstelling tijdens de lezing. t Gebeurt ook wel eens dat iedereen ongeïnteresseerd naar zoiets luistert, soms zit er één te knikkebollen. Er was niet veel belangstelling voor die voorstelling. ± Er was niet veel publiek. Ik ga een stel boeken wegdoen, heb jij er misschien nog ± Ja hoor, ik wil ze graag hebben. belangstelling voor? Nee dank je, geen interesse, ik kan ze niet gebruiken. Hij heeft alleen belangstelling voor zichzelf. ± Een ander interesseert hem niet SSALTO Voorburg NL

17 LEMMATICA B-17 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement de belasting/-en Als je iets extra s verdient, moet je ook weer meer belasting ± Je mag altijd n flink percentage naar de fiscus brengen in dit land. betalen. De maximale belasting van die lift is 6 personen. ± Er kunnen maar 6 personen tegelijk in die lift. Als er meer mensen instaan, is hij te zwaar en gaat hij dus niet omhoog. Moet zij voor haar zieke moeder èn haar broertje en zusje Nee hoor, ze vindt t een fluitje van een cent. zorgen? Dat is toch een veel te zware belasting? ± Ja, t is een hele opgave, maar ze doet t met liefde. het belastingbiljet/de -ten Ik moet vóór 1 april m n belastingbiljet nog invullen. ± Doe jij dat nog met zo n formulier? Ik doe alles op m n computer en beleefd/-e zet t op diskette of verstuur het per modem. Wat is dat een beleefde man! # Hij neemt z n hoed voor me af en laat me voorgaan! ± Echt welgemanierd! Wat een onbeschofte kerel! Hij liep me gewoon omver! Wees eens beleefd en zeg gedag! ± Zeg eens netjes: Dag meneer! Hier is het beleefd een cadeautje meteen uit te pakken. In Indonesië is dat juist onbeleefd: dat hoort niet! het beleid/- De minister moet zijn beleid verdedigen in de Tweede Kamer. ± Hij moet vertellen wàt hij wil gaan doen, hòe hij dat wil doen en waaròm. Dat is toch geen beleid? ± Hij doet maar wat! Die kwestie moet je met beleid aanpakken. ± Zo n probleem los je niet zomaar op, je moet heel zorgvuldig te werk gaan. beleven/beleefde/beleefd II zo beleef je (nog eens) wat! Op hun vakanties beleven ze altijd de wildste avonturen. ± Ze maken de gekste dingen mee. Denk je dat wij dat nog zullen beleven? ± Zouden we dat nog meemaken? Daar valt nooit iets te beleven! Er gebeurt altijd wel iets! ± t Is daar altijd een dooie boel/er is nooit wat te doen! Als dat nieuws bekend wordt, kun je nog iets beleven! ± Dan heb je de poppen aan t dansen! Zij naait veel kleren zelf, daar beleeft ze veel plezier aan. ± Ze vindt het leuk om te doen. Bovendien spaart ze er een boel geld mee uit. de belevenis/-sen Vroeger was een dagje naar de dierentuin n hele belevenis. Tegenwoordig is een vliegreis iets heel gewoons. Ga eens rustig zitten en vertel je belevenissen. ± Ik wil dolgraag horen wat je allemaal hebt meegemaakt. bellen/belde/gebeld I & II ik bel (je) Die man heeft zeker haast, hij belt nu al voor de derde keer. ± Wel ja, druk nog maar eens op de bel! Ik bel je vanavond nog wel! ± Nee, geef mij jouw telefoonnummer maar, dan pak ik de telefoon! Je moet de dokter bellen, dat kind is doodziek! ± Pak de telefoon en zeg dat hij komen moet! de beloning/-en Gelijke beloning voor gelijk werk! ± Als je hetzelfde werk doet, moet je ook hetzelfde verdienen. Onze poes (zwart, 1 wit pootje) is weggelopen. ± G 25,- voor de eerlijke vinder! Wie haar vindt, krijgt een beloning.

18 de belofte/-en of -s LEMMATICA B 18 Belofte maakt schuld! ± Beloofd is beloofd! Hij deed haar heel wat mooie beloftes en ze geloofde..\ maar denk maar niet dat hij ze nakwam! hem ook nog../ beloven/beloofde/beloofd II & III ik beloof het (je) Ik kan u niets beloven, maar ik zal m n best doen. ± Helaas kan ik u geen toezeggingen doen. Als ík je beloof dat ik kom../ #..\ dan kun jij op me rekenen. Beloofd is beloofd! ± Wat je zegt, moet je ook doen. Hij belooft je gouden bergen../..\ maar hij stelt iedereen teleur. ± Hij houdt je een heerlijke grote worst voor../ Veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven. ± Je kunt veel mensen zoethouden met mooie beloftes. Het belooft mooi weer te worden. ± Het ziet er naar uit, dat het mooi weer wordt. bemannen/bemande/ bemand II drie man en één vrouw bemannen één (binnen)schip Steeds vaker bemanden belangrijke gasten uit het buitenland # Die doen hun eigen onderzoek en maken het ruimteproject beter het nieuwe ruimtestation van de Russen. betaalbaar: hun regering betaalt immers voor hun meegaan. de bemanning/-en ± de crew Bij de scheepsramp is de hele bemanning omgekomen: ± Alle zeelieden zijn verongelukt../..\ er zijn wel passagiers gered, ^ de gezagvoerder (of kapitein), de stuurman & de overige officieren, + het dekpersoneel of de matrozen vormen de bemanning van n schip; ^ de gezagvoerder (of captain), de tweede piloot en de purser + het cabinepersoneel vormen de crew van een vliegtuig het bemanningslid/ de -leden Eén bemanningslid is wel levend uit zee gehaald, maar later Het bleek de kok te zijn, helaas heeft hij t ook niet gered. toch gestorven. bemiddeld/-e Een bemiddeld man? ± Je bedoelt welgesteld, rijk? Nou en of, heb je gezien waar hij woont? Integendeel, hij heeft geen cent (te makken)! ( Hij heeft geen nagel(s) om zijn gat te krabben! ) bemiddelen/bemiddelde/bemiddeld II hij bemiddelt tussen man en vrouw Chief Seattle bemiddelde tussen de blanken en de Indianen. ± Hij probeerde beide partijen met elkaar vrede te laten sluiten. Een uitzendbureau bemiddelt tussen mensen die werk zoeken ± Zo n bureau probeert dus die mensen bij elkaar te brengen. en mensen die tijdelijk personeel nodig hebben. beneden Beneden me wonen een paar studenten. En wie wonen er boven je? ± Ik woon één hoog, op de b.g. (begane grond) zitten een stel studenten. ~ Dat is beneden alle peil! ± Dat is zó gemeen, zoiets dóe je gewoon niet! De kostuums zijn beneden, mevrouw,../..\ de jassen vindt u boven, op de tweede etage. ± Voor de kostuums moet u de trap af. Wacht je beneden aan de trap op me? ± Ja goed, beneden staat een stoel, daar ga ik wel even zitten. Het kind viel naar beneden,..\ en het kwam bovenop die ene fiets terecht. en onder aan de trap stond een fiets../ ± Wat, is t van de trap gevallen? Waarom haal je die jongen nou zo naar beneden? ± Jij kamt iedereen altijd af. Je kunt toch wel eens iets aardigs over hem zeggen! ^ beneden (aan), boven (op), onder (aan), bijwoorden die een positie of plaats aangeven benieuwd/- Ik ben benieuwd wat we te eten krijgen. ± Dat zou ík ook wel willen weten! Ach, ik zie wel, ik vind alles lekker. Ben jij ook zo benieuwd hoe dat afloopt? ± Ja, heel nieuwsgierig. t Kan mij niet schelen, ze doen maar. En hoe het afliep? Ik ben er helemaal niet benieuwd naar. ± Ik wil dat liever niet weten SSALTO Voorburg NL

19 LEMMATICA B 19 = letterlijk ~ = figuurlijk = uitdrukking = vaktaal '"... '"= (nog) geen ABN I, II..= verbindbaarheid ± = synoniem = antoniem «= complement ^ = hypero- & hyponiemen = nadere specificatie # = andere relaties../..\ = syntactische/contextuele eenheid (.)... «= syntact./context. open plaats plus synt. /cont. complement benieuwen/ - /- Het zal mij benieuwen, hoe dit verhaal afloopt! ± Ben jij ook zo bang dat dat niet goed gaat? (.) Zij een duurzame relatie met zo n dominante kerel?... Het zal mij benieuwen! de benzine/-s Steeds meer auto s rijden op loodvrije benzine. ^ En hoe zit dat met diesel(olie), LPG en aardgas voor bussen? Dat is beter voor het milieu. Zijn dat ook milieuvriendelijke brandstoffen? (.) Jongens, we moeten vlug tanken../ «..\ de benzine is zowat op! Straks staan we nog aan de kant van de weg! ^ Wat voor benzine moet erin?../ «Loodvrij of super? Of rijdt hij op LPG? de benzinepomp/-en Ik hoop dat we de volgende benzinepomp nog halen,../ «..\ m n tank is bijna leeg! het benzinestation/de -s Stop je even bij het volgende benzinestation../ «..\ we moeten tanken. # Ik moet ook naar de WC en ik heb trek in een ijsje. beoordelen/beoordeelde/beoordeeld II & III hij beoordeelt films op hun kwaliteit Hoe kan ik dat boek nu beoordelen? Ik heb het niet eens gelezen! ± Je hebt gelijk, dan kun je er geen mening over geven. Je mag iemand niet alleen op zijn uiterlijk beoordelen. ± Je moet op méér letten dan alleen op hoe hij er uitziet. Die docent beoordeelt de toetsen wel héél streng. ± Onder ieder klein foutje een dikke streep en lage cijfers! De gezagvoerder had de toestand verkeerd beoordeeld../ «..\ en nam een fatale beslissing: hij vertrok toch en veroorzaakte bepaald/e een ramp, die ruim 500 levens kostte. Moet je vóór een bepaalde datum klaar zijn? ± Ja, 1 april moet t af zijn. Die boeken kun je alleen maar in een bepaald soort winkels kopen. ± Een zeker soort? Wàt voor soort dan wel? Dat is niet bepaald mijn vriénd,.. / «..\ meer een kennis. Dat is bepááld niet mijn vriend.. / ±..\ integendeel, ik kan die man niet uitstaan! Het is niet bepaald druk in dat café. ± Er zitten maar een paar mensen. bepalen/bepaalde/bepaald II & III je bepaalt de waarde ergens van Wie bepaalt de waarde van een huis? ± Dat stelt de makelaar vast, die kent de markt. De directeur bepaalt wat er in de school gebeurt. ± Hij heeft t voor het zeggen. Niet roken? Dat bepaal ik zelf wel! ± Dat maak ik zelf wel uit! Dat is bij de wet bepaald. ± Dat staat in de wet. de bepaling/ -en De bepalingen van deze reisverzekering zijn slecht:../ ze maken van elke kleine verandering in je reis een annulering en dat kan je handen vol geld kosten! Met zulke bepalingen kun je iedereen pakken! ± Aan zulke voorwaarden kan niemand voldoen, want iedereen maakt wel eens een foutje en niemand is volmaakt. (zich) beperken/beperkte/beperkt II & III je beperkt je/ de kansen tot Als je niet naar school gaat, beperkt dat je kansen op ± Dat maakt je kans op prettig werk heel klein. een goede baan. Al die voorschriften beperken me in mijn vrijheid. ± Door al die regels kan ik niet doen wat ik wil. Ik zal me moeten beperken. ± Ik kan me zo n peperdure trui niet permitteren, t moet uit de lengte of uit de breedte, dan maar naar Zeeman. Ik zal mij tot de hoofdzaken beperken. ± Ik zal het verhaal in grote lijnen vertellen. ± Over de details zal ik niet uitweiden../..\ Die vertel ik je later uitgebreid.

20 LEMMATICA B 20 bereid om/tot Die vrouw is altijd bereid om een ander te helpen. ± Ze staat voor iedereen klaar. Ben je bereid die les van je collega over te nemen? ± Dat wil ik wel doen, als ik tenminste dat uur vrij ben. We hebben geen bank bereid gevonden om ons zoveel ± We hebben geen bank gevonden die ons dat geld wil lenen. geld te lenen. Nu heeft mijn oom zich bereid verklaard om ons ± Mijn oom heeft gezegd dat hij wil helpen. te helpen. Niet bereid tot een compromis nam hij ontslag. ± Aangezien hij niet kon schikken, dacht hij: Dan maar stikken. bereiden/bereidde/bereid II je bereidt een maaltijd Hij had voor 30 gasten een uitgebreide maaltijd bereid. ± Koken voor 30 mensen?../..\ In zo n geval haal ík wat bij de Chinees! ~ Hij heeft z n ouders een grote verrassing bereid door ± Hij heeft ze daarmee een enorm plezier gedaan, vooral omdat een feest voor hen te organiseren. het zo onverwachts kwam. bereiken/bereikte/bereikt II je bereikt je doel Ik wil proberen vandaag nog Frankfurt te bereiken. ± t Zal wel lukken dat te halen, als er tenminste geen files zijn. Ik probeer al de hele dag hem te bereiken../ ±..\ maar ik heb hem nog steeds niet gesproken, zelfs niet even aan de telefoon gehad! ~ Alleen als je hard werkt kun je iets bereiken. ± Met hard werken kom je ergens. Hij zit maar voor zich uit te staren, niet te bereiken. ± Er is geen contact met m te krijgen, hij reageert nergens op. Na lang vergaderen hebben de partijen n akkoord bereikt. ± Goh, zijn ze het toch nog eens geworden? Uiteindelijk heeft ze haar doel bereikt:../ ±..\ ze is waar ze wezen wil. de berg/-en In Zwitserland vind je hoge bergen en.. /..\ diepe dalen. Ik moet naar huis, er ligt een berg wasgoed op me te ±..\ en ook nog een flinke stapel strijkgoed. wachten../ ~ Toen ik na de vakantie op kantoor kwam was er een berg ± Er was heel veel werk blijven liggen. werk te doen. Naar de tandarts? Daar zie ik als een berg tegenop. Daar kijk ik naar uit! Als het zulk lekker weer is, kan ik bergen verzetten. ± Dan loop ik over van energie. Iemand gouden bergen beloven, zie: beloven het bericht/de -en Ze heeft bericht van haar zoon gekregen dat hij ± Haar zoon heeft laten weten dat... volgende week thuiskomt. Het bericht dat hij komt heeft haar erg blij gemaakt ± Ze is erg blij met die boodschap. Heb je nog geen bericht van hem ontvangen? ± Nee, taal noch teken. Als ik soms niet thuis ben als je belt, laat dan een berichtje ± Goed dan spreek ik wel een boodschap in. achter op mijn antwoordapparaat of mijn voic . Volgens de laatste berichten gaat de patiënt goed vooruit. ± Vandaag zeiden de doktoren nog dat ze tevreden waren. Geen bericht, goed bericht. ± Zolang je niets hoort, gaat t wel goed. ^ een faxbericht, een -bericht: moderne communicatiemiddelen beroemd/beroemde Van Gogh is een beroemde, Nederlandse schilder. ± Iedereen kent zijn naam en zijn schilderijen. Van die andere schilder heeft nog nooit iemand gehoord. Nederland is beroemd om z n molens en tulpen. ± t Staat ook bekend om zijn klompen. Door dat soort sterke verhalen in de sensatiepers Ik zou eerder zeggen dat ze er berucht door is: meestal is ze beroemd geworden. worden er alleen maar schandaaltjes over haar verteld SSALTO Voorburg NL

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51 Inhoud Een nacht 7 Voetstappen 27 Strijder in de schaduw 51 5 Een nacht 6 Een plek om te slapen Ik ben gevlucht uit mijn land. Daardoor heb ik geen thuis meer. De wind neemt me mee. Soms hierheen, soms

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL. Liefde Ik laat je nooit in de steek. Ik zal je helpen. Jij bent mijn beste vriendin. Het mooiste wat ik heb, geef ik aan jou. Ik ben verliefd... Ik heb alles voor je over. IK HOU VAN JOU! Ik bid voor je.

Nadere informatie

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht. 1. Te laat thuis Wanneer gaan we eten, mam? Thomas loopt de keuken in en tilt de deksel van een pan. Mmm! Macaroni! Daar heb ik wel zin in. Mama pakt de deksel uit Thomas hand en doet hem weer op de pan.

Nadere informatie

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT ROOS Roos (27) is zeer slechtziend. Ze heeft een geleidehond, Noah, een leuke, zwarte labrador. Roos legt uit hoe je het beste met geleidehond en zijn baas

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco. 1 Het portiek Jacco ruikt het al. Zonder dat hij de voordeur opendoet, ruikt hij al dat er tegen de deur is gepist. Dat gebeurt nou altijd. Zijn buurjongen Junior staat elke avond in het portiek te plassen.

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

We spelen in het huis van mijn mama deze keer,

We spelen in het huis van mijn mama deze keer, Jip en Janneke. Ik ben Jip. Ik ben Janneke en we wonen naast elkaar. Hij heet Jip, zij heet Janneke. en we spelen soms bij hem en soms bij haar. We spelen in het huis van mijn mama deze keer, we kunnen

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

13 Jij en pesten. Ervaring

13 Jij en pesten. Ervaring 82 13 Jij en pesten Wat doe ik hier vandaag? P Ik word me ervan bewust hoe erg het is om iemand te pesten en gepest te worden. P Ik leer dat ik met anderen steeds weer respectvol moet omgaan. P Ik ken

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 6 blz. 1 Door welke poort moet je gaan

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Er was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig

Nadere informatie

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer Voor jou Verhalen van mantelzorgers Anne-Rose Hermer 6 Inleiding In dit boek maak je kennis met Martine, Koos en Sara. Ze zijn alledrie in een andere fase van hun leven. Maar één ding is hetzelfde voor

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Samen met Jezus op weg

Samen met Jezus op weg Samen met Jezus op weg KERK & WERELD Korte Schipstraat 16 2800 Mechelen Tekst: Myrjam De Keyser 1. De laatste keer samen Jezus en zijn leerlingen willen graag het paasfeest vieren. Daarvoor zijn ze naar

Nadere informatie

Inleiding. Veel plezier!

Inleiding. Veel plezier! Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N Personen Pa Ma Kind 1 Kind 2 Dominee Vrouw van de Dominee Zondagsschooljuf Man van de zondagsschooljuf Buurman Smit Buurvrouw Smit Het Ding (speelt wel mee,

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

futurum (vs) conditionalis perfectum

futurum (vs) conditionalis perfectum futurum (vs) conditionalis perfectum Perfectum Zou hij zich nu al beter voelen? Zou hij zich daar beter gevoeld hebben, denk je? Perfectum Je zou wat meer moeten studeren = Je moet wat meer studeren. Het

Nadere informatie

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

BINNENSUIS Jehudi van Dijk BINNENSUIS Jehudi van Dijk Op het toneel staat een vrouw. Ze draagt gewone kleren en ze heeft een horloge om. Ook staat er een stoel en een prullenbak en ligt er een pluisje op de grond. Ik denk altijs

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua Spreekbeurt Dag Oglaya Doua Ik werd wakker voordat m n wekker afging. Het was de dag van mijn spreekbeurt. Met m n ogen wijd open lag ik in bed, mezelf afvragend waarom ik in hemelsnaam bananen als onderwerp

Nadere informatie

H E T V E R L O R E N G E L D

H E T V E R L O R E N G E L D H E T V E R L O R E N G E L D Personen Evangelieschrijver Vrouw (ze heet Marie) Haar buurvrouwen en vriendinnen; o Willemien o Janny o Sjaan o Sophie (Als het stuk begint, zit de evangelieschrijver op

Nadere informatie

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja Voorwoord Verliefd zijn is super, maar ook doodeng. Want het kan je heel onzeker maken. En als het uiteindelijk uitgaat, voel je je intens verdrietig. In dit boek lees je over mijn liefdesleven, de mooie,

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer KLEM Katja en Udo in de schulden Anne-Rose Hermer Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Katja ontmoet Udo Katja is bijna negentien jaar. Ze woont nog bij haar ouders. Katja werkt in een warenhuis.

Nadere informatie

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk. 1. Puzzelen Wie er het eerst is! Micha staat bij het schoolhek. Hij krijgt een harde klap op zijn schouder van Ruben, zijn grote broer. Oké. Micha is wel in voor een wedstrijdje. Hij begint meteen te rennen,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

sarie, mijn vriend kaspar en ik

sarie, mijn vriend kaspar en ik sarie, mijn vriend kaspar en ik Leen Verheyen sarie, mijn vriend kaspar en ik is een theatertekst voor kinderen vanaf 4 jaar en ging in première op 12 september 2009 bij HETPALEIS in Antwerpen 1 ik: het

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Ervaringen, belevenissen, vragen in woorden gevangen om die woorden weer vrij te laten in nieuwe ervaringen, belevenissen, vragen. Marcel Zagers www.meerstemmig.nl

Nadere informatie

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad. Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt

Nadere informatie

Faux Pas Test (Volwassenen versie)

Faux Pas Test (Volwassenen versie) Faux Pas Test (Volwassenen versie) V. Stone & S. Baron-Cohen Vertaald door: A.A. Spek & I.A. van Berckelaer-Onnes Versie diagnosticus 1. Onderweg naar huis stopte Jan bij het benzinestation om te tanken.

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt? Beste kinderen, Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt? In mijn vrije tijd ben ik natuurgids. Met mijn verrekijker en vergrootglas trek ik naar allerlei plekjes om de natuur

Nadere informatie

Hoe lang duurt geluk?

Hoe lang duurt geluk? Hoe lang duurt geluk? Op dit moment ben ik gelukkig. Na veel pech ben ik dan eindelijk een vrolijke schrijver. Mijn roman is goed gelukt. En ik verdien er veel geld mee. En ik heb ook nog eens een mooie,

Nadere informatie

Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons Johannes 6,1-15 - We danken God, want Jezus zorgt voor ons Dankdag voor gewas en arbeid Liturgie Voorzang LB 448,1.3.4 Stil gebed Votum Groet Zingen: Gez 146,1.2 Gebed Lezen: Johannes 6,1-15 Zingen: Ps

Nadere informatie

Jan Klaassen en Katrijn in Afrika (groot optreden door kinderen) door Nellie de Kok

Jan Klaassen en Katrijn in Afrika (groot optreden door kinderen) door Nellie de Kok Jan Klaassen en Katrijn in Afrika (groot optreden door kinderen) door Nellie de Kok Samenvatting Jan heeft een prijs gewonnen. Het is een voetreis door het oerwoud van Afrika. Ze komen allerlei dieren

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Aangepaste dienst Liturgie Voor de dienst speelt de band drie liederen Opwekking 11 Er is een Heer Opwekking 277 Machtig God, sterke Rots

Nadere informatie

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt. Manon De muziek dreunt in haar hoofd, haar maag, haar buik. Manon neemt nog een slok uit het glas dat voor haar staat. Wat was het ook alweer? O ja, rum-cola natuurlijk. Een bacootje noemen de jongens

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij Rijk Phileas Fogg is een vreemde man. Hij is erg rijk. Maar niemand weet hoe hij aan zijn geld komt. Een baan heeft hij namelijk niet. Toch woont hij in een groot huis, midden in Londen. In zijn eentje.

Nadere informatie

Er vaart een boot op het grote meer

Er vaart een boot op het grote meer Er vaart een boot op het grote meer Er vaart een boot op het grote meer, met discipelen en de Heer. Maar bij storm en lelijk weer, roepen de vrienden: Help ons Heer! De Here zegt dan: Zwijg,wees stil.

Nadere informatie

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

Nummer 1! Collector s item!

Nummer 1! Collector s item! Nummer 1! Collector s item! Wie is wie op planeet K! Dat ben ik, K! Woohoo! Mijn maatje BV #1 Vince BV #2 Tom BV #2 gedeelde plaats! Maddie Todd Heeft het allemaal & nog veel meer! Haha! Hier is je ergste

Nadere informatie

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong Twee blauwe vinkjes Door: Lenneke Sprong Nog steeds maar een vinkje. Buiten begon de zon te schijnen, waardoor er schaduwen op de lichtblauwe muur ontstonden. Waarom ontvangt hij niet mijn berichtje vroeg

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn Stufe 1 i1 Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn 3. heet jij? a) Wie b) Wat c) Hoe 4. Hoe gaat het met? a) jou b)

Nadere informatie

Adam en Eva eten van de boom

Adam en Eva eten van de boom Adam en Eva eten van de boom God maakt een prachtig paradijs. Hij zegt: Het is heel goed. Maar God heeft ook een vijand, En weet jij wel wat hij doet? Het mooie wat God heeft gemaakt, maakt hij juist graag

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Matteüs 25:1-13 - Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Matteüs 25:1-13 - Gezinsdienst: Wachten duurt lang! Matteüs 25:1-13 - Gezinsdienst: Wachten duurt lang! Liturgie Zingen: -Opwekking 654 Dank U voor deze nieuwe dag -Zoek eerst het Koninkrijk van God -Weet je waar het hemels koninkrijk op lijkt (Elly en

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Ria Massy. De taart van Tamid

Ria Massy. De taart van Tamid DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in

Nadere informatie

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02 Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes, Hé Joyce, ga je mee? Emma rent achter Joyce aan als ze van het schoolplein lopen. Joyce, wij gaan vanmiddag op bezoek bij mijn oom,

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt. Hoofdstuk 1 Zullen we deze ballonnen nog aan de lamp hangen? Vragend kijkt Rianne Jochem aan. Is goed, mompelt haar stiefbroertje zacht. Hé, wat is er? vraagt Rianne verbaasd. Vind je de slingers niet

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? 35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar

Nadere informatie

De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2. 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef

De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2. 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef Thema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening 2 1. b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef Niemand hoeft alleen maar goed of slecht te zijn. Niemand

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: 1. Maak een spinnenweb van jouw belangrijkste vrienden. 2. Schrijf er telkens bij waar je die vriend hebt leren kennen. 3. Schrijf de meest positieve eigenschap als vriend

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

OPEN HUIS WIJKPARK TRANSVAAL 28 JULI 2010

OPEN HUIS WIJKPARK TRANSVAAL 28 JULI 2010 OPEN HUIS WIJKPARK TRANSVAAL 28 JULI 2010 Ik arriveer op een zon overgoten Wijkpark. Nog geen kwartier later wordt het park in de schaduw gelegd door donkere wolken. Die trokken gelukkig weg en wederom

Nadere informatie

Bibliotheek Mysterie

Bibliotheek Mysterie Bibliotheek Mysterie Eerste druk, 2014 2014 Nicole van Oudheusden isbn: 9789048432257 nur: 284 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave

Nadere informatie

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam Burny Bos Knofje Alle verhalen Met illustraties van Harmen van Straaten Leopold / Amsterdam Knofje_bundel_pr2 06-05-09 15:45 Pagina 4 Een geheime hut Kijk. Daar loopt Knofje. Dat meisje met dat staartje.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie