Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van de coalitiepartners binnen het project Groene & Blauwe Diensten in de provincie Flevoland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van de coalitiepartners binnen het project Groene & Blauwe Diensten in de provincie Flevoland"

Transcriptie

1 Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van de coalitiepartners binnen het project Groene & Blauwe Diensten in de provincie Flevoland Annemarie Groot

2 Referaat Groot, A. (2008). Monitoren van sociaal leren: Het leerproces binnen het project Groene & Blauwe Diensten in de provincie Flevoland. Wageningen: Alterra- Wageningen UR. Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek dat gericht is geweest op het monitoren van het sociaal leerproces binnen het project Groene en Blauwe diensten dat zich afgespeeld heeft in de provincie Flevoland. Het monitoringsonderzoek is gefinancierd door de provincie Flevoland en Senternovem. Trefwoorden: Proces monitoring, participatieve monitoring, sociaal leren, groene en blauwe diensten 2

3 Met dank aan alle deelnemers aan en betrokkenen bij het project Groene en Blauwe diensten 3

4 4

5 Inhoud Samenvatting 7 1. Introductie Context van het monitoringsonderzoek Onderzoeksvragen van het monitoringsonderzoek Opzet van het rapport Monitoringsonderzoek: Verantwoording van concepten en aanpak Wat is sociaal leren? In hoeverre is het project Groene en Blauwe diensten opgezet vanuit een sociaal leerperspectief? Welke monitoringsbenadering kan een sociaal leerproces stimuleren? Beleidscontext Beleidscontext in relatie tot groene en blauwe diensten Beleidscontext in relatie tot sociaal leren Het leerproces van de coalitiepartners Het werkproces in vogelvlucht De lerende partijen in het project Groene en Blauwe diensten Het leren van de coalitiepartners: Proces Het leren over groene en blauwe diensten: Inhoud Het faciliteren van het leren Conclusies en aanbevelingen Heeft sociaal leren plaatsgevonden? Het besluitvormingsproces en implementatie verwachtingen Succes en faalfactoren Toegevoegde waarde van sociaal leren in projecten Aanbevelingen Literatuur 81 5

6 6

7 Samenvatting Aanleiding en context van het monitoringsonderzoek Dit rapport laat de resultaten zien van een monitoringsonderzoek van het sociale leerproces dat heeft plaatsgevonden binnen het project Groene en Blauwe diensten. Het monitoringsonderzoek is uitgevoerd in opdracht van de provincie Flevoland en Senternovem. Het project Groene en Blauwe diensten is uitgevoerd in het kader van het nationale interdepartementale programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Al begin 2005 werd er door het CBL gewerkt aan een idee voor een project over groene en blauwe diensten. De eerste contacten over dit onderwerp met mogelijke partners vonden dan ook in 2005 plaats. Uiteindelijk ging het project Groene en Blauwe diensten in het najaar van 2006 officieel van start. Vertegenwoordigers van negen organisaties vormden de vaste kern van het project bestaande uit: het IVN Consulentschap Flevoland, Flevolandschap, Landschapsbeheer Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland, Centrum Biologische Landbouw, Provincie Flevoland, BDEKO, LTO Noord en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (regio midden). De RECRON en de gemeenten Zeewolde en Dronten zijn in het laatste stadium van het project betrokken geweest. In de periode najaar 2006 tot eind 2007 hebben deze partijen met elkaar gezocht naar antwoorden op de vragen: wat is de vraag voor groene en blauwe diensten en wat het aanbod is van deze diensten. Tevens is gekeken naar welke match er tussen aanbod van en vraag naar groene en blauwe diensten mogelijk en wenselijk is. Ook zijn de financieringsmogelijkheden van deze diensten onderzocht. Het Centrum Biologische Landbouw (CBL) fungeerde als penvoerder en projectleider van het project Groene en Blauwe diensten. Het samenwerkingsproces van de coalitiegenoten binnen het project Groene en Blauwe diensten is ingezet vanuit een (sociaal) leren benadering mede door de kenmerken van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Deze leerbenadering is gekozen vanuit de vooronderstellingen dat voor het tot stand brengen van groene en blauwe diensten er nieuwe relaties dienen te worden gelegd tussen de partijen, er verschillende perspectieven met elkaar geconfronteerd dienen te worden en dat belangentegenstellingen mogelijk kunnen worden overbrugd. De op leren gerichte aanpak van het project werd gekenmerkt door een open karakter met oog voor proces en voor het van elkaar leren. De inhoudelijke doelen uit het 7

8 projectvoorstel zijn niet als keurslijf gebruikt maar meer als richting om de gezamenlijke zoektocht vorm te geven. Bij de provincie Flevoland en Senternovem leefden de hierna beschreven vragen met betrekking tot het sociaal leerproces van de coalitiegenoten binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten. Alterra (Wageningen UR) was gevraagd antwoorden te genereren op deze vragen middels een monitoringsonderzoek. Onderzoeksvragen De monitoring heeft zich gericht op de volgende specifieke vragen: 1. In hoeverre heeft er een sociaal leerproces plaatsgevonden binnen het project Groene en Blauwe diensten? 2. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, wie leren er dan en hoe is dit leren gefaciliteerd? 3. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, wat wordt er geleerd? In hoeverre wordt er nieuwe kennis over Blauw & Groene diensten ontwikkeld? 4. Hoe verloop het keuze/besluitvormingsproces? En welke te verwachten/mogelijke consequenties heeft dit voor het implementatieproces? 5. Wat zijn de succes- en faalfactoren voor het sociaal leerproces binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten? 6. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, heeft een dergelijk leerproces een toegevoegde waarde in vergelijking tot reguliere projecten? Zo ja welke is die toegevoegde waarde (volgens de betrokkenen)? Monitoringsaanpak Om antwoord te kunnen geven op deze onderzoeksvragen heeft de Alterra onderzoeker het leerproces van de coalitiegenoten in de periode november 2006 tot november 2007 gemonitord. Het monitoringsonderzoek was gericht op enerzijds inzicht krijgen over het sociaal leerproces van de deelnemers aan het project Groene en Blauwe diensten en anderzijds diende het onderzoek dit sociaal leerproces zelf ook weer te stimuleren. Er is gekozen voor een participatieve op leren gericht monitoringsbenadering. Als consequentie van deze keuze hebben de betrokken partijen invloed gehad op de keuze van aspecten die gemonitord zouden worden. Het gebruikte monitoringskader is beschreven in hoofdstuk 2. Dit kader heeft in het onderzoek als bril gefungeerd om het leerproces te kunnen observeren en analyseren. 8

9 Het monitoringskader is gebaseerd op zowel de onderzoeksvragen van de provincie Flevoland en Senternovem, de behoeften van de coalitiegenoten binnen het project en de opvattingen van de onderzoeker over het concept sociaal leren (zie hoofdstuk 2). Gedurende de projectbijeenkomsten werden de observaties in de vorm van feed back teruggeven aan de coalitiegenoten om het leren over hun eigen leerproces te stimuleren. Resultaten In hoeverre heeft er een sociaal leerproces plaatsgevonden? Voor een sociaal leerproces geldt dat er zowel op individueel - als collectief niveau geleerd dient te worden. Sociaal leren heeft een doelzoekend karakter en is kritisch reflectief (zie hoofdstuk 2). Terugkijkend op het proces kan geconcludeerd worden dat sociaal leren slechts in geringe mate heeft plaatsgevonden. Nadruk op inzicht vergroten op individueel niveau: Uiteindelijk zijn het de individuele deelnemers aan het project Groene en Blauwe diensten geweest die geprofiteerd hebben van het proces. In hoofdstuk 4 worden de volgende individuele leerpunten verder toegelicht: De scope van de individuele deelnemers is verbreed wat betreft voorbeelden van groene en blauwe diensten; Er is meer inzicht ontwikkeld over alternatieve financieringsconstructies voor groene (en blauwe) diensten; Er is meer inzicht in elkaars ideeën, meningen en posities op het gebied van groene en blauwe diensten in de provincie Flevoland. Het individueel leren heeft wél een sociaal tintje gehad omdat dit leren gestimuleerd is via de sociale interactie tussen de coalitiegenoten onderling én door de interactie tussen hen en de uitgenodigde gastsprekers. De interactie gedurende de bijeenkomsten heeft de individuele deelnemer geholpen bij het verrijken van zijn of haar al bestaande ideeën en inzichten over groene en blauwe diensten. Op het gebied van competenties van de individuele deelnemers zoals bijvoorbeeld het effectiever kunnen binnenhalen van nieuwe informatie zijn geen zichtbare veranderingen opgetreden als gevolg van het leerproces. Aangezien de meeste coalitiegenoten elkaar al kenden heeft het project slechts aan een enkele individuele deelnemer nieuwe contacten opgeleverd. 9

10 Nauwelijks sprake van leren op collectief niveau: Wat betreft het leren als collectief, kan het gedeelde inzicht over kansen en knelpunten voor het verder ontwikkelen van groene en blauwe diensten in de provincie Flevoland als resultaat gezien worden van het collectieve leerproces. Ook voor het collectieve niveau geldt dat er geen specifieke competenties zijn ontwikkeld dankzij het project Groene en Blauwe diensten. Men zal elkaar een volgende keer niet sneller vinden dan dat voorheen het geval was. Ook is het niet te verwachten dat de betrokken organisaties een volgende keer een meer effectieve besluitvorming of samenwerking laten zien, dankzij het project Groene en Blauwe diensten. Kritische reflectie: Binnen het project Groene en Blauwe diensten heeft enige kritische reflectie op het leerproces plaatsgevonden en wel gedurende de feed back sessies die gebaseerd waren op observaties uit het monitoringsonderzoek. De reflectie van de deelnemers op het eigen leerproces lag met name op het niveau van: De redenen voor het uitblijven van een gemeenschappelijk doel, progressie in het leerproces en afspraken over vervolgacties; De afname van motivatie en betrokkenheid bij het proces; De rol van variatie van kennis(dragers) in het proces; Hoogtepunten van het proces en de redenen hiervoor. Geringe convergentie in percepties, doelen en standpunten: Gedurende het project zijn verschillen in percepties en standpunten blijven bestaan. Zo zijn verschillen in percepties over of biologische landbouwgronden en hun extra watervasthoudendvermogend nu wél of níet als blauwe dienst beschouwd zou moeten worden door het waterschap tot aan het einde van het project blijven bestaan. Ook de vraag wie nu als eerste aan zet is om de volgende concrete stap te nemen richting verder ontwikkelen van groene en blauwe diensten bleef tot aan het einde aan toe verschillend beantwoord. Zijn de vragende partijen als eerste aan zet om een concrete behoefte aan een groene of blauwe dienst uit te werken of zijn de aanbieders als eerste aan de beurt om een specifiek aanbod te concretiseren? Tot aan het einde van het project bleven de meningen hierover verdeeld. Tevens kan opgemerkt worden dat ondanks dat het blikveld van de coalitiegenoten qua mogelijke private financieringsconstructies verruimd is, dit niet heeft geleid tot een verandering in percepties over de rol van private middelen voor het financieren van groene en blauwe diensten in Flevoland. 10

11 De individuele belangen bleven de boventoon spelen. Gedurende het hele traject ervoeren de coalitiegenoten onvoldoende wederzijdse afhankelijkheid om tot gezamenlijke vervolgacties over te gaan. Mede hierdoor is er geen gemeenschappelijk belang of doel zichtbaar geworden. In de feed back sessies gaven de deelnemers hiervoor verschillende argumenten bestaande uit: Gebrek aan urgentie; Beperkte markt voor groene en blauwe diensten (mede door fysieke kenmerken van de provincie); Financieringsvraagstuk niet uitgewerkt op concreet niveau; De meeste coalitiepartners waren te ambtelijk; Geen duidelijke opdracht van de gedeputeerde in de vorm van bijvoorbeeld een advies naar de provincie toe; Geen duidelijke opdracht vanuit het bestuur van de deelnemende organisaties; Geen budget (seed money) aanwezig om een initiatief op het gebied van een groene of blauwe dienst verder te ontwikkelen. Wat zijn de succes- en faalfactoren geweest voor het sociaal leerproces binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten? Proces met weinig dynamiek en geen concrete mijlpalen: Het langdurige wachten totdat het project uiteindelijk van start is gegaan én de wisseling van projectleiders hebben het leerproces geen goed gedaan. De hoogtepunten van het proces lagen aan het begin van het project. Het uitblijven van het beantwoorden van specifieke verwachtingen, van een concreet resultaat en van concrete (vervolg)afspraken, maakten dat een aantal deelnemers tijdens de laatste bijeenkomsten vooral uit loyaliteit aanwezig was. Vertegenwoordigers van organisaties als deelnemers: Het feit dat de deelnemers van het leerproces bestonden uit vertegenwoordigers van organisaties werkte ambtelijke stroperigheid in de hand. Een steeds weer wisselende deelname vanuit een en dezelfde organisatie zorgde voor discontinuïteit van het proces en belemmerde de voortgang. Het delen en het innemen van standpunten kregen al snel de overhand boven het hebben van een open houding en het creëren van creatieve ideeën. Gebrek aan gedeeld ownership: Het ownership over het leerproces lag duidelijk bij het CBL. Op de momenten dat het CBL niet aan het proces trok, lag het proces stil. Er was dus geen sprake van een gedeeld ownership. 11

12 Gebrek aan sense of urgency : Op verschillende momenten in het proces is het gebrek aan sense of urgency genoemd als reden voor het uitblijven van concrete resultaten en afspraken. Nu de akkerbouwprijzen weer aantrekken is het voor de agrarische partijen interessanter om hun akkerbouwgewassen te produceren dan het uitvoeren van groene en diensten. Ook de vragers van groene en blauwe diensten zoals de natuur- en landschapsorganisaties bleken andere prioriteiten te hebben. Zij bleken niet over voldoende financiële middelen te beschikken om de agrariërs de substantiële vergoeding te geven die deze laatste groep als voorwaarde stelde. Een zelfde gebrek aan prioriteit leek te gelden voor het bestuur van de provincie, zoals ook werd aangeven in een van de bijeenkomsten. Voor het waterschap zijn groene en blauwe diensten nog steeds een nee, tenzij kwestie. In geval van mogelijke problemen qua taakstelling en beheersbaarheid zullen desbetreffende groene en blauwe diensten niet gehonoreerd gaan worden door het waterschap. Projectleider - facilitator met specifieke competenties: De rol van de CBL projectleiders is heel belangrijk geweest in het leerproces. Het beschikken over de hierna genoemde facilitatiecompetenties bleek belangrijk voor het faciliteren van leren. De ene competentie bleek meer aanwezig dan de andere. Het kunnen creëren van een informele en open sfeer waarin het uitwisselen van kennis en ervaringen en nieuwe ideeën plaats kan vinden. Het kunnen hanteren van creatieve facilitatietechnieken is hierbij zeer nuttig; Om te kunnen gaan met onzekerheden. Dit betekent niet op voorhand het proces dicht willen timmeren, maar wel doelen kunnen en durven aanpassen indien wenselijk; Het proces kunnen focussen en het kunnen faciliteren van (gezamenlijke) besluitvorming; Het faciliteren van gedeeld ownership; Het faciliteren van een gemeenschappelijk belang; Vaardigheid hebben om uit een conflictsituatie te komen, om kunnen gaan met conflicterende percepties en belangen; Het versterken van een sense of urgency ; Ontbrekende kennis en kennisdragers in kunnen (laten)brengen; Het kunnen faciliteren van een proces waarin zowel gedivergeerd als geconvergeerd wordt. Het kunnen komen tot onderlinge afspraken tussen coalitiegenoten; Afwegingen en besluitvorming kunnen faciliteren vanuit een people, planet en profit perspectief; 12

13 Het kunnen creëren en behouden van dynamiek in het proces; Het kunnen creëren van een transparant proces; Aandacht voor tussentijdse kritische reflectie op inhoud en leerproces; Respect en geloofwaardigheid kunnen afdwingen bij de deelnemers. Deelnemers met specifieke competenties: Uit dit monitoringsonderzoek blijkt dat sociaal leren binnen het project Groene en Blauwe diensten ook aan de deelnemers specifieke competenties vroeg zoals: Kennis over de provincie Flevoland; Verschillende typen kennis over groene of blauwe diensten (mogelijkheden, knelpunten etc.); Praktische ervaring met het uitvoeren van groene of blauwe diensten; Coöperatieve houding d.w.z. bereid zijn om te zoeken naar mogelijkheden voor samenwerking en hierover afspraken mogen en durven maken; Open houding en niet alleen geïnteresseerd zijn in de inhoud, maar ook in de uitgangspunten, perspectieven en doelen van anderen; Kritische reflexieve houding; Vaardigheid in het integraal denken; Een drive (bijvoorbeeld trots zijn op het gebied). Toegevoegde waarde van projecten met een focus op sociaal leren voor duurzame ontwikkeling Voor het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling is het interessant om te kijken in hoeverre het project Groene en Blauwe diensten nu verschilt in aanpak en uitkomsten t.o.v. reguliere projecten. De deelnemers aan het project Groene en Blauwe diensten hebben in dit project nauwelijks een verschil in aanpak ervaren in vergelijking met reguliere projecten. Vanuit de monitoringsbril kan echter wel opgemerkt worden dat in het project Groene en Blauwe diensten het proces en het leren relatief meer aandacht hebben gehad dan in reguliere projecten. Een legitieme vraag hierbij is wat de toegevoegde waarde hiervan is geweest. Andere ervaringen met een sociaal leerbenadering in projecten laten zien dat de toegevoegde waarde van een sociaalbenadering vooral kan liggen op het vlak van de bijdrage aan het zogenaamde sociale kapitaal van een gemeenschap. Het leren van en met elkaar in groepen levert de betrokkenen vaak nieuwe contacten op en toegang tot nieuwe formele en informele netwerken. In het project Groene en Blauwe diensten is 13

14 hier nauwelijks sprake van. De meeste deelnemers kenden elkaar al van andere activiteiten. De aandacht voor het leerproces in het project heeft de coalitiegenoten meer duidelijkheid gebracht over elkaars standpunten, doelen en ideeën t.a.v. groene en blauwe diensten en in die van zichzelf. Maar of dit ook geleid heeft tot een beter onderling begrip en versterkte onderlinge relaties is twijfelachtig. De kans dat er deelnemers zullen zijn die (deels met elkaar) verder zullen gaan met het doorontwikkelen van groene en blauwe diensten is niet evident. Uit andere ervaringen met sociaal leren blijkt dat een tweede toegevoegde waarde van een sociaal leerbenadering kan liggen op het gebied van het verbeteren van individuele en collectieve competenties. Door ervaring met sociale leerprocessen versterken de betrokkenen het vermogen om gezamenlijk besluiten te nemen, gezamenlijk complexe problemen aan te pakken, te onderhandelen en om conflicten op te lossen. Uiteindelijk wordt hiermee hun adaptieve vermogen versterkt. Deze competenties worden als kerncompetenties gezien van een samenleving die beter om kan gaan met de grote onzekerheden en risico s waarmee ze tegenwoordig geconfronteerd wordt. Of het individuele leren dat heeft plaatsgevonden binnen het project Groene en Blauwe diensten zich uiteindelijk zal vertalen in het effectiever samen kunnen aanpakken van een complexe probleemsituatie of uitdaging in de toekomst is niet duidelijk. Aanbevelingen Op basis van het voorgaande kan een aantal aanbevelingen worden gepresenteerd. Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor de provincie Flevoland en Senternovem en kunnen gebruikt worden bij het ontwikkelen en begeleiden van nieuwe projecten binnen het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Echter de aanbevelingen kunnen ook relevant zijn voor ieder ander persoon die geïnteresseerd is in sociaal leren in relatie tot duurzame ontwikkeling. De aanbevelingen kunnen niet los gezien worden van datgene wat beschreven is in de hoofdstukken 4 en 5: Verkort de periode van de call for proposals en de uiteindelijke honorering van projectvoorstellen. Een korter voortraject vergroot de dynamiek in het uiteindelijke project en helpt de motivatie van de betrokkenen omhoog te houden; De projectleider of facilitator van een project dat valt onder het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling dient over specifieke competenties te beschikken om een sociaal leerproces te kunnen faciliteren (zie 5.3). Bij voorkeur dient de facilitator geen inhoudelijke belangen bij de uitkomsten van het project te hebben. Indien dit wel het geval is, dient hier op transparante wijze mee worden omgegaan; 14

15 Deelnemers aan een sociaal leerproces dienen te bestaan uit gedreven individuen met specifieke competenties (zie 5.3) en niet uit vertegenwoordigers van organisaties. Het betrekken van vertegenwoordigers van organisaties als deelnemers in een leerproces werkt ambtelijke (of bestuurlijke) stroperigheid in de hand. Steeds weer wisselende deelname vanuit een organisatie zorgt voor discontinuïteit van het proces en zorgt voor vertraging. Ook komt de nadruk op het delen en het innemen van standpunten en dus op padstellingen te liggen i.p.v. op een open houding en het creëren van creatieve ideeën; Draag zorg voor een bottom-up benadering en gedeeld ownership over het proces; Schep ruimte voor leren, laat inhoudelijke doelen niet dominant zijn, stimuleer het expliciet aanpassen van projectdoelen, maar draag zorg voor een duidelijke focus en grip op het proces; Sociaal leren vereist dynamiek en voldoende voortgang. Het opleggen van extra tijdsdruk kan heel stimulerend werken. Een relatief lang leerproces zoals binnen het project Groene en Blauwe diensten heeft mijlpalen nodig in de vorm van (concrete) resultaten om de energie in de groep te waarborgen; Sociaal leren is een vorm van sturing die nog in de kinderschoenen staat. Een sociaal leren perspectief kan goed worden ingezet in een mix van beleidsinstrumenten samen met wet- en regelgeving, onderzoek, voorlichting en educatie. Onderzoek naar de precieze rol van sociaal leren in een mix van meerdere sturingsinstrumenten zou antwoord moeten geven op vragen als op welke momenten in een (beleids)proces sociaal leren wenselijk is en hoe een sociaal leerproces ondersteund kan worden door andere beleidsinstrumenten als wet- en regelgeving, voorlichting, onderzoek en educatie. 15

16 1. Introductie Voor u ligt het verslag van een onderzoek dat gericht was op het monitoren van het sociaal leerproces van de coalitiepartners binnen het project Groene en Blauwe diensten in de provincie Flevoland. Dit monitoringsonderzoek is in opdracht van de provincie Flevoland en Senternovem uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt eerst de context beschreven waarbinnen monitoringsonderzoek heeft plaatsgevonden. Deze context wordt gevormd door het project Groene en Blauwe diensten: een project dat valt onder het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Vervolgens wordt in dit hoofdstuk het monitoringsonderzoek zelf toegelicht. 1.1 Context van het monitoringsonderzoek Het in dit rapport beschreven monitoringsonderzoek heeft plaatsgevonden in de context van het project Groene en Blauwe diensten. Dit project is in 2006 van start gegaan als één van de projecten uit het nationale programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling wil een bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling door bij maatschappelijke actoren effectieve leerprocessen op gang te brengen die gericht zijn op een meer duurzame afweging. Ook de provincie Flevoland ziet de noodzaak van duurzame ontwikkeling om de ambities op het gebied van wonen, werken, mobiliteit, landbouw en landschap op een verantwoorde manier te realiseren (Omgevingplan provincie Flevoland, 2006). Duurzame ontwikkeling in Flevoland betekent het zoeken van concrete winst voor zowel ecologische, als sociaal én economische aspecten in een project of gebied. Aandacht voor verschillende partijen en hun belangen en het samen leren wordt belangrijk geacht in duurzame ontwikkeling. Aangezien het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling juist ruimte biedt aan initiatieven op het gebied van samenwerkingsprocessen en integrale ontwikkeling heeft de provincie Flevoland besloten te participeren in dit programma. Leerprocessen staan centraal in het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Het gaat daarbij niet om 'academisch leren' maar om gezamenlijke leerprocessen rondom concrete maatschappelijke ontwikkelingen. Het programma biedt financiële ondersteuning om kennis en competenties te versterken die nodig zijn om mee te kunnen doen met duurzame 16

17 ontwikkeling. Eén van de projecten die in dit kader in 2006 is gestart, is het project Groene en Blauwe diensten. Groene en blauwe diensten zijn gericht op behoud en beheer van natuur, water en landschap in het agrarische cultuurlandschap. Het project Groene en Blauwe diensten wil vraag en aanbod van groene en blauwe diensten in Flevoland en de taken en verantwoordelijkheden van verschillende partijen hierbij in kaart brengen. Het project is opgevat als een zoektocht waarin verschillende betrokkenen in interactie al doende leren en al lerende doen met het oog op het leveren van een bijdrage aan duurzame plattelandsontwikkeling. Eén van de uitgangspunten achter het project is dat voor het tot stand brengen van groene en blauwe diensten het wenselijk is dat er nieuwe relaties worden gelegd, er verschillende perspectieven met elkaar geconfronteerd worden en dat belangentegenstellingen worden overbrugd. In andere woorden: voor het verder ontwikkelen van groene en blauwe diensten is sociaal leren onder betrokken partijen opportuun. De doelen van het project Groene en Blauwe diensten, waarbinnen het in dit rapport beschreven monitoringsonderzoek dus heeft plaatsgevonden, zijn (Projectvoorstel Groene en Blauwe Diensten, 2006): 1. Het aanbod van diensten in de Provincie Flevoland zijn geïnventariseerd en geconcretiseerd; 2. Het aanbod van diensten in Nederland zijn en geïnventariseerd en geconcretiseerd en vergeleken met de diensten in Flevoland; 3. De vraag naar diensten is geïnventariseerd; 4. Het aanbod van diensten is gewaardeerd; 5. Coalitiegenoten hebben inzicht in de verschillende visies die er bestaan op het thema en hebben van elkaar geleerd; 6. Beleidsmakers en maatschappelijke organisaties zijn op de hoogte van het concept groene en blauwe diensten. Uiteindelijk vormden vertegenwoordigers van negen organisaties de vaste kern van het project Groene en Blauwe diensten bestaande uit: het IVN Consulentschap Flevoland, Flevolandschap, Landschapsbeheer Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland, Centrum Biologische Landbouw, Provincie Flevoland, BDEKO, LTO Noord, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (regio midden). Naast deze negen organisaties zijn nog vier andere organisaties bij het project betrokken geweest, maar wel minder intensief. In de periode najaar 2006 tot eind 2007 hebben deze partijen met elkaar gezocht naar wat de vraag is voor groene en blauwe diensten en wat het aanbod is van deze diensten. 17

18 Tevens werd er gekeken maar welke match er tussen aanbod en vraag naar groene en blauwe diensten mogelijk en wenselijk is. Ook zijn de financieringsmogelijkheden van deze diensten besproken. Het Centrum Biologische Landbouw (CBL) fungeerde als penvoerder en projectleider van het project. De projectleider van het CBL werd op procesgebied geadviseerd door een procesbegeleider van LTO Noord Projecten BV. In het kader van de communicatie en kennismanagement binnen het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling voelden de provincie Flevoland en Senternovem de behoefte om de ervaringen en leerresultaten van het project Groene en Blauwe diensten vast te leggen en te delen. Het in dit rapport beschreven monitoringsonderzoek is in dit kader uitgevoerd. 1.2 Onderzoeksvragen van het monitoringsonderzoek Het monitoringsonderzoek is uitgevoerd om te leren van het leerproces van de deelnemers aan het project Groene en Blauwe diensten. Het doel van de monitoring was tweeledig. Enerzijds was het onderzoeksdoel om antwoorden te generen op een aantal specifieke vragen, anderzijds had het monitoringsonderzoek als doel de reflectie van de deelnemers aan het project op hun eigen leerproces te stimuleren. Op deze wijze zou het monitoringsonderzoek tevens een bijdrage kunnen leveren aan sociaal leerproces binnen de projectgroep. De monitoring heeft zich gericht op de volgende specifieke vragen: 1. In hoeverre heeft er een sociaal leerproces plaatsgevonden binnen het project Groene en Blauwe diensten? 2. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, wie leren er dan en hoe is dit leren gefaciliteerd? 3. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, wat wordt er geleerd? In hoeverre wordt er nieuwe kennis over Blauw & Groene diensten ontwikkeld? 4. Hoe verloop het keuze/besluitvormingsproces? En welke te verwachten/mogelijke consequenties heeft dit voor het implementatieproces? 5. Wat zijn de succes- en faalfactoren voor het sociaal leerproces binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten? 6. Indien er sprake is van een sociaal leerproces, heeft een dergelijk leerproces een toegevoegde waarde in vergelijking tot reguliere projecten? Zo ja welke is die toegevoegde waarde (volgens de betrokkenen)? 18

19 Het monitoringsonderzoek diende een indirecte doorwerking te hebben op een ander project dat wordt uitgevoerd binnen het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling namelijk het project Netwerk Landbouw en Zorg. Door regelmatig overleg tussen de onderzoeker van de monitoringsopdracht en de procesbegeleider van LTO Noord Project BV die het project Netwerk Landbouw en Zorg onder haar hoede had en die ook bij het project Groene en Blauwe diensten betrokken was, heeft er indirect een koppeling tussen deze twee projecten plaatsgevonden. 1.3 Opzet van het rapport In hoofdstuk 2 wordt als verantwoording de opvatting van de onderzoeker over het begrip sociaal leren expliciet gemaakt. Ook wordt de keuze voor een participatieve op leren gerichte monitoringsmethode toegelicht. Tevens wordt in dit hoofdstuk het monitoringskader gepresenteerd dat in het onderzoek gebruikt is als bril om de leerprocessen binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten te observeren en te analyseren. Hoofdstuk 3 beschrijft de beleidscontext waarbinnen de innovatiegroepen hebben geopereerd en de mate waarin deze beleidscontext ondersteunend is geweest aan sociaal leren én aan het ontwikkelen van groene en blauwe diensten in de provincie Flevoland. In hoofdstuk 4 wordt het leerproces van de betrokkenen binnen de projectgroep Groene en Blauwe diensten beschreven en geanalyseerd. In hoofdstuk 5 wordt gereflecteerd op dit leerproces en worden conclusies getrokken én een aantal aanbevelingen bediscussieerd. 19

20 2. Monitoringsonderzoek: Verantwoording van concepten en aanpak Het monitoringsonderzoek was gericht op enerzijds inzicht krijgen over het sociaal leerproces van de deelnemers aan het project Groene en Blauwe diensten en anderzijds diende het onderzoek dit sociaal leerproces zelf ook weer te stimuleren. Relevante methodische vragen hierbij zijn geweest: 1. Wat observeer je precies als je een sociaal leerproces monitort? Wat is sociaal leren? 2. In hoeverre is het destijds de intentie geweest van de projectleider van het CBL om een sociaal leerproces op gang te brengen? 3. Welke monitoringsbenadering dient te worden gekozen om niet alleen het leerproces in beeld te brengen maar het ook tijdens het project te stimuleren. In dit hoofdstuk komen deze vragen aan de orde. 2.1 Wat is sociaal leren? Sociaal leren wordt het laatste decennium steeds vaker genoemd als een alternatieve manier om mensen actief te verbinden met ingrijpende en complexe veranderingsprocessen. Sociaal leren is een normatief begrip. De literatuur laat zien dat verschillende auteurs verschillende accenten leggen. Zo geeft Roling (2002) aan dat hij met een sociaal leerproces bedoelt dat de betrokken partijen geleidelijk aan iets van overlappende- of op z n minst complementaire- doelen, inzichten, belangen en uitgangspunten ontwikkelen (Röling, 2002). Leeuwis zegt in zijn inaugurele reden over sociaal leren Ik heb het hier niet over leren in de zin van kennisoverdracht, maar over het in interactie met anderen ontwikkelen van een andere kijk op de werkelijkheid. Het gaat niet alleen om cognities over de natuurlijke en fysieke wereld, maar ook om percepties ten aanzien van het eigen willen en kunnen, en over de werkelijkheidsbeleving van anderen evenals de invloeden vanuit de sociale omgeving (Leeuwis, 2002 pag 5). Gray (1997) benadrukt de rol van reframing in sociaal leren om bijvoorbeeld een nieuwe verfrissende kijk op probleemsituaties te creëren waardoor de betrokkenen meer open komen te staan voor elkaar. Andere auteurs benadrukken dat sociaal leren een vorm van groeps- en omgevingsgericht leren is. Het versterkt het functioneren van groepen, organisaties en gemeenschappen in nieuwe, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden die vragen om een heroriëntatie van bestaande 20

21 routines, uitgangspunten, principes en waarden. Het is gericht op het effectiever oplossen van onvoorziene complexe problemen of uitdagingen en wordt gekenmerkt door een optimaal gebruik van de capaciteiten van de deelnemers aan het proces. In het in dit rapport beschreven monitoringsonderzoek wordt sociaal leren gezien als (van der Hoeven et al., (2007), Maarleveld, (2005), SLIM project (2004), Ison et al, 2004, Leeuwis, 2003, Groot (2002), Wildemeersch (2001)): Een proces waarin doelen, percepties en uitgangspunten van de deelnemers dichter bij elkaar komen wat resulteert in meer duidelijkheid over elkaars verwachtingen en het opbouwen van social capital. Uiteindelijk kan dit resulteren in afspraken over collectieve actie en de uitvoering ervan; De co-creatie van nieuwe kennis 1 waardoor een beter inzicht wordt verkregen over kansen of over een problematische situatie en mogelijke oplossingen ervan; Een verandering in gedrag en acties als gevolg van een beter (onderling) begrip over de natuurlijke en fysieke wereld, maar ook over percepties ten aanzien van het eigen willen en kunnen, en over de werkelijkheidsbelevingen van anderen evenals over de invloeden vanuit de sociale omgeving; Het (effectiever) leren functioneren van groepen of sociaal verbanden, in nieuwe, onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden (competentiebenadering).. Verder zijn voor de monitoringsbril die de onderzoeker heeft gebruikt in haar observaties de volgende karakteristieken van sociaal leren gebruikt (o.a. van der Hoeven et al., 2007, Wildemeersch, 2001, Ison et al, 2004, Brood en Koenders, 2003, Nonaka en Takeuchi, 1995): De deelnemers aan het proces leren samen van en met elkaar; Sociaal leren is interactief en communicatief, wat betekent dat maximaal gebruik wordt gemaakt van een dialoog tussen de betrokkenen; Een doelzoekend proces waarin deelnemers via een zoektocht gaande weg duidelijkheid krijgen over datgene wat zij (gezamenlijk) willen bereiken; In een sociaal leerproces vindt gezamenlijke betekenisverlening en zingeving plaats; Sociaal leren is interdisciplinair, omdat de oplossing van relatief complexe problemen de samenwerking van een diversiteit aan deskundigen veronderstelt; 1 Kennis wordt hierbij gezien als datgene wat in het geheugen is opgeslagen. kennis ontstaat door informatie en de verwerking ervan door de reflectie op handelen. Informatie vloeit weer voort uit de verwerking van data (van Woerkom et al., 1999) 21

22 Sociaal leren gaat ook over het in interactie ontwikkelen van een andere kijk op de werkelijkheid; Sociaal leren is kritisch reflexief. In een sociaal leerproces worden mensen uitgenodigd te reflecteren op de impliciete aannames en hun gangbare denkkaders, om zodoende ruimte te creëren voor het ontstaan van nieuwe handelingsperspectieven en praktijken ( double loop learning ); Sociaal leren is handelings- en ervaringsgericht, of het is gefundeerd in het principe van reflectie-in-actie. Het individu is niet passief maar eerder zoekend, tastend, betekenisverlenend en actief ingrijpend op de omgeving; Sociaal leren speelt zich meestal af in de relatief kleine verbanden van taakgroepen, projectgroepen, face-to face groepen etc. In een sociaal leerproces zullen de deelnemers zich open en kwetsbaar ten opzichte van elkaar moeten durven opstellen en vormen van zelforganisatie en vrijwilligheid als basis moeten zien om activiteiten in gang te zetten; In sociaal leerprocessen gaat het vooral om het gebruik en combineren van de zogenaamde impliciete en expliciete kennis. Impliciete kennis is opgeslagen in de hoofden van mensen. Het gaat om ervaringskennis en intuïtie. Impliciete kennis is moeilijk overdraagbaar. Expliciete kennis is als informatie in rapporten, databanken etc. vastgelegd en is daarmee makkelijker overdraagbaar; Een sociaal leerproces wordt doelbewust gefaciliteerd en vereist een ondersteunende institutionele- en beleidscontext. De karakteristieken van sociaal leren zoals die in deze paragraaf zijn beschreven, zijn in combinatie met de onderzoeksvragen verwerkt in de vorm van een monitoringskader (zie box 2.1). Dit kader heeft als bril gefungeerd voor het observeren en analyseren van het werkproces binnen de projectgroep Groene en Blauwe Diensten. Waarom aandacht voor sociaal leren? De aandacht voor sociaal leren als competentie benadering om uiteindelijk (effectiever) te leren functioneren als samenleving in nieuwe, onzekere en moeilijk te voorspellen omstandigheden, is sterk beïnvloed door de notie van de risicomaatschappij. Onder invloed van trends als globalisering, informatisering, individualisering en klimaatsverandering introduceert Beck (1997) het begrip risicomaatschappij waarin de mens zich tegenwoordig in bevindt. 22

23 Box 2.1: Monitoringskader Beleidscontext Wat is de beleidscontext wat zijn eventuele veranderingen in deze context in de loop van het project? Wie leren er? Wie zijn de Stakeholders? Wie zijn de belangrijkste deelnemers in het leerproces? Op basis van welke criteria zijn ze geïdentificeerd en betrokken geraakt in het project? Wie heeft de deelnemers geïdentificeerd? Hoe liggen de onderlinge verhoudingen aan het begin van het project? Zijn er conflicten en /of al bestaande samenwerkingverbanden? Wat is de diversiteit in aanwezige kennis? Wat is belangrijk voor deelnemers en hoe kunnen de deelnemers worden gemotiveerd om deel te nemen aan het proces? Haken er stakeholders af in het project en waarom? Komen er nieuwe stakeholders bij gedurende het project en waarom of waarom niet? ` Wat wordt er geleerd? Proces Wat vinden de deelnemers van de groene of blauwe dienst (mogelijkheden, knelpunten)? Wat is de mate van divergentie of convergentie in percepties. Hoe verandert dit gedurende het project? Mate van betrokkenheid en motivatie van stakeholders aan het begin van het project en hoe verandert dit in de loop van het project? In hoeverre erkennen de deelnemers onderlinge afhankelijkheden en hoe verandert dit in de loop van het project? Wat zijn de belangrijke beslismomenten geweest en hoe zijn de besluiten genomen (onderhandeling, conflict,..). Hoe verandert de besluitvormingscapaciteit in de loop van het project? In hoeverre heeft het samenwerkingsproces bijgedragen aan een verbetering van de onderlinge verhoudingen van de deelnemers? In hoeverre zijn de deelnemers door het project beter in staat geraakt om (gezamenlijke) acties uit te voeren? En voeren ze deze actie ook daadwerkelijk uit? Hebben de deelnemers het proces in eigendom en voelen zij zich eraan gebonden? Mate van kritische (zelf)reflectie m.b.t. veronderstellingen, doelen, waarden en eigen rol Mate van veranderingen in veronderstellingen, doelen en waarden in de loop van het project Wat wordt er geleerd? Inhoud Wat heeft het samenwerkingsproces bijgedragen aan de resultaten en uitkomsten van het project? In hoeverre is er sprake van nieuw ontwikkelde kennis? Hoe wordt het leren gefaciliteerd? Hoe wordt de transparantie in proces gewaarborgd? Hoe wordt een veilige omgeving gecreëerd? Hoe wordt de dynamiek in het proces gewaarborgd? Hoe wordt kennisuitwisseling en nieuwe (gezamenlijke) kennisontwikkeling gefaciliteerd? Hoe wordt kritische (zelf)reflectie gefaciliteerd? Vragen van de deelnemers aan het project Groene en Blauwe Diensten zelf om in de monitoring mee te nemen: Kunnen de partijen het eens worden over financiering van groene & blauwe diensten? Kunnen we (nieuwe) groene & blauwe diensten steeds scherper formuleren? De mens wordt steeds duidelijker geconfronteerd met risico s met impact op grote schaal zoals milieurampen, uitputting van natuurlijke hulpbronnen of een versterkt 23

24 broeikaseffect. In een risicomaatschappij spelen onzekerheden en onvoorspelbaarheid een grote rol en daarmee ook het indekken tegen en het anticiperen op risico s. Oplossingen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Mensen dienen continu in beweging te zijn en gezamenlijk te zoeken naar nieuwe manieren om grote risico s het hoofd te kunnen bieden. De kerncompetenties die hierbij genoemd worden zijn andere manieren van kijken en handelen, creativiteit, innovatief, reflexief, adaptief vermogen en sociaal leren (Rotmans, 2003; van der Hoeven, 2007). Een reflexieve samenleving is een samenleving die het vermogen heeft om via sociaal leren bestaande routines, normen en waarden ter discussie te stellen en in staat is om zich zelf te corrigeren en aan te passen. Hier ligt het grote verschil tussen sociaal leren en bijvoorbeeld de zogenaamde participatieve processen. Daar waar er in participatieve processen niet of nauwelijks over wordt gesproken, gaat in sociaal leren veel aandacht uit naar kritische reflexiviteit. In een sociaal leerproces worden mensen uitgenodigd kritisch te reflecteren op de impliciete aannames en hun gangbare denkkaders, om zodoende ruimte te creëren voor het ontstaan van nieuwe handelingsperspectieven en praktijken. 2.2 In hoeverre is het project Groene en Blauwe diensten opgezet vanuit een sociaal leerperspectief? Indien de monitoring gericht is om een sociaal leerproces in beeld te brengen is het relevant om eerst na te gaan of een dergelijke leerbenadering door de projectleiding überhaupt is nagestreefd binnen het project Groene en Blauwe diensten. In de projectdocumenten Projectplan en Communicatiestrategie Blauwe en Groene Diensten 2006/2007 (Reinders 2006b) en het Projectvoorstel Groene en Blauwe Diensten (Reinders, 2006a), die beiden als basis hebben gediend voor het project, wordt het concept sociaal leren niet expliciet als procesbegeleidingsbenadering besproken. Echter wel blijkt uit deze basisdocumenten dat het van elkaar leren over groene en blauwe diensten een belangrijke plaats in zou nemen. Leren wordt in het projectvoorstel gezien als het ontvangen van nieuwe informatie en deze toepassen. Leren is gericht op duidelijkheid krijgen over de rol van groene en blauwe diensten in de landbouwpraktijk. 24

25 Leren betekent ook inzicht ontwikkelen over welke duurzaamheiddimensies de blauwe en groene diensten hebben (Reinders 2006, a). De gehanteerde methodiek Rapid Appraisal of Agricultural Knowledge Systems (RAAKS) die voorgesteld is om het werkproces te organiseren is gebaseerd op leren over elkaars percepties, doelen en over onderlinge relaties om uiteindelijk te komen tot collectieve afspraken (idem). De RAAKS methodiek is vooral gebruikt in het eerste half jaar van het project. Na dit eerste half jaar heeft er een wisseling van projectleiders plaatsgevonden. De tweede projectleider heeft voor het organiseren van het leerproces geen gebruik gemaakt van de RAAKS methodiek (zie 4.3), maar schiep wel ruimte voor het leren van elkaar over groene en blauwe diensten. Al met al, is het gezamenlijk leren over groene en blauwe diensten, inclusief het leren over elkaars percepties en belangen, sturend geweest in het organiseren van het werkproces in het project. In die zin is de op sociaal leren gebaseerde monitoringsbril relevant geweest om uitspraken te kunnen doen over het sociaal leerproces van de betrokkenen van het project Groene en Blauwe diensten. 2.3 Welke monitoringsbenadering kan sociaal leren stimuleren? Een derde methodische vraag die opkomt bij een monitoringsonderzoek gericht op het stimuleren van het sociaal leerproces is welke monitoringsbenadering hiervoor het meest geschikt is. Monitoring wordt in dit onderzoek gezien als een continu proces van observeren en bijhouden van de (voortgang) van geplande of ongeplande interventies, van processen die plaats vinden en de effecten hiervan (Groot, 2002). Lessen voortkomend uit monitoring kunnen worden gebruikt om het proces en/of de activiteiten aan te passen of nieuwe activiteiten te ondernemen. In dit onderzoek is gekozen voor een participatieve op leren gerichte monitoringsbenadering. Deze benadering bevat elementen van de constructivistische monitoring en de reflexieve monitoring die in de 25

26 literatuur als verschillende monitoringsbenaderingen worden onderscheiden (zie box 2.2). Box 2.2: Voorbeelden van monitoringsbenaderingen De monitoringspraktijk laat verschillende stromingen zien: Resultaatgerichte monitoring: De resultaatgerichte monitoring legt nadruk op beoogde resultaten van een project of programma. De resultaatgerichte monitoring is met name gericht op inzicht verkrijgen over de behaalde resultaten in het licht van de geplande resultaten en het verantwoorden van de gebruikte middelen in relatie tot deze gerealiseerde resultaten. De praktijk laat nog wel eens zien dat de uitkomsten van een resultaatgerichte monitoring vooral gebruikt worden door externe partijen als geldschieters en minder door de directe betrokkenen van een project. Vooraf geformuleerde (meetbare) doelen en de hieraan gekoppelde indicatoren zijn basisinstrumenten van de klassieke monitoring. Velen zijn het er echter over eens dat voor het monitoren van complexe multi actor multi level leerprocessen zoals plattelandsontwikkelingsprocessen of duurzame ontwikkeling de gangbare resultaatgerichte monitoringsmethoden niet voldoen. Zo geeft Rotmans aan dat klassieke monitoringmethoden zoals kosten-baten analyses geen recht doen aan de complexiteit van dergelijke processen omdat deze vormen behaalde procesresultaten onvoldoende zichtbaar maken (Rotmans, 2006). Over de vraag welke montoringsmethodiek dan wél geschikt is voor het volgen en waarderen van complexe leerprocessen bestaat op dit moment (nog) geen eenduidig antwoord. Wel wordt er op diverse fronten geëxperimenteerd met nieuwe monitoringsbenaderingen gebaseerd op een constructivistisch perspectief zoals de learning histories (Zaalmink et al., 2007), Gestructureerde dialogen (Groot et al., 2007) en de zogenaamde reflexieve monitoring (Arkesteijn, et al., 2007). Constructivistische monitoring: Deze vorm van monitoring is gebaseerd op een constructivistisch perspectief dat er vanuit gaat dat mensen betekenis geven aan verschijnselen en dat ze betekenissen uitwisselen in interactie. Op deze manier construeren mensen een eigen realiteit. Constructivistische monitoring richt zich sterk op het delen van percepties, het onderhandelen hierover en het (gezamenlijk) construeren van nieuwe percepties. Constructivistische monitoring focust op gezamenlijk leren en wordt vaak uitgevoerd met behulp van verhalen. Reflexieve monitoring: Deze vorm van monitoring is ook gericht op het stimuleren van gezamenlijk leren, maar legt meer de nadruk op de kwaliteit van dit leren dan in het geval van constructivistische monitoring. Reflexieve monitoring stimuleert het leren op het niveau van actoren, het netwerk en het systeem met als uiteindelijk doel dat de betrokkenen niet zozeer individueel dingen anders doen maar, maar in samenhang andere en betere dingen doen (ook wel aangeduid met double loop learning). Reflexieve monitoring is op dit moment in ontwikkeling in de context van het monitoren van systeeminnovaties en transities (Arkesteijn, et al., 2007). Participatieve karakter van de monitoringsbenadering: Invloed van betrokkenen op keuze van monitoringsonderwerpen Het participatieve karakter van de gekozen monitoringsbenadering is tot uiting gekomen doordat niet alleen de twee opdrachtgevers van het onderzoek invloed hebben gehad op de keuze van de monitoringsonderwerpen, maar ook de betrokkenen van het project 26

27 Groene en Blauwe diensten. De deelnemers aan het project hebben twee monitoringsonderwerpen aangedragen (zie box 2.1). Lerende karakter van de monitoringsbenadering door middel van feed back op leerproces. Het leren stimulerende karakter van de monitoringsbenadering heeft vooral vorm gekregen door interventies van de onderzoeker gedurende de projectbijeenkomsten en feed back op het leerproces aan het einde van zo n bijeenkomst. Het monitoringsonderzoek is gestart eind Op dat moment had er al een startbijeenkomst plaatsgevonden en waren er al interviews gehouden met diverse partijen. In de periode eind eind 2007 hebben er vijf projectbijeenkomsten plaatsgevonden. Iedere bijeenkomst duurde zo n 3 tot 3,5 uur. Tijdens deze bijeenkomsten observeerde en documenteerde de onderzoeker het proces en de resultaten. In iedere bijeenkomst heeft de onderzoeker 2 tot 3 keer geïntervenieerd met vragen of opmerkingen die als het voorhouden van een spiegel bedoeld waren. Box 2.3 beschrijft een voorbeeld van zo n interventie. Box 2.3: Voorbeeld van en interventie van de onderzoeker tijdens een bijeenkomst Na de presentatie van de gastspreker van het Landschapsplan Alblasserwaard-Vijfheerenlanden ontstond een interessante discussie over: een integrale benadering voor groene en blauwe diensten, gebiedsgekoppelde financieringsinstrumenten, extra wegenbelasting als middel voor het financieren van diensten. Er werden allemaal ballonnetjes de lucht in gelaten zonder een besluit te nemen. Ook niet toen de projectleider vroeg hoe verder te gaan in de volgende bijeenkomst. Een coalitiepartner stelde voor nog eens interviews te bekijken. Er kwam geen enkele suggestie om verder te gaan met punten uit de discussie die daarvoor was gevoerd en interessant was bevonden. De onderzoeker heeft toen geïntervenieerd met de hiervoor beschreven observatie en gevraagd waarom men in een kringetje blijft ronddwalen en huivert om concreet te worden. Uiteindelijk stelde het CBL voor om een volgende keer aan een concrete dienst te werken. Dit werd de groene dienst Akkerranden(recreatie). Aan het slot van iedere bijeenkomst deelde de onderzoeker haar observaties over het leerproces en probeerde hiermee een kritische reflectie te stimuleren. De feed back bevatte een aantal slides met observaties waarvan gevraagd werd in hoeverre men zich 27

Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van twee innovatiegroepen Groene & Blauwe Diensten onder de loep. Annemarie Groot

Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van twee innovatiegroepen Groene & Blauwe Diensten onder de loep. Annemarie Groot Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van twee innovatiegroepen Groene & Blauwe Diensten onder de loep Annemarie Groot Referaat Groot, A. (2007). Monitoren van sociaal leren: Het leerproces van twee

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen: Samenvatting Dit proefschrift gaat over ervaringen en leerprocessen in de ontwikkeling van de theorie en praktijk van Moreel Beraad als methode van ethiekondersteuning in de gezondheidszorg. Hoofdstuk

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

BASISCOMPETENTIES VOOR FACILITATOREN

BASISCOMPETENTIES VOOR FACILITATOREN BASISCOMPETENTIES VOOR FACILITATOREN ACHTERGROND De International Association of Facilitators (IAF) is een internationale organisatie met als doel om de kunst en de praktijk van het professioneel faciliteren

Nadere informatie

Bewijs Reflectie Formulier

Bewijs Reflectie Formulier Bewijs Reflectie Formulier Naam: Student nummer: 2034865 Marina Hoogeveen Docent: Blokonderdeel: Competentie raakvlakken: Activiteit: Bestandsnaam Bewijzen: Lara de Hoogd Creative School Creatief denken

Nadere informatie

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters

Leerlandschappen. Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Amersfoort 26 oktober 2009 Manon Ruijters Er zijn veel verschillende vormen van leren. Leren gebeurd in alle organisaties! Maar hoe zorg je dat: kennis stroomt? dat wat er gemaakt wordt, ook toegepast

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

9. Gezamenlijk ontwerpen

9. Gezamenlijk ontwerpen 9. Gezamenlijk ontwerpen Wat is het? Gezamenlijk ontwerpen betekent samen aan een nieuw product werken, meestal op een projectmatige manier. Het productgerichte geeft richting aan het proces van kennis

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT

PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT PRACTITIONER RESEARCH ALS PROFESSIONALISERINGSINSTRUMENT Een actie-onderzoek met HRM ers bij de Nationale Politie Luca Lopes de Leao Laguna l.lopes@hva.nl HRM lectorencongres 9 november, 2018 PRACTITIONER

Nadere informatie

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap De KNVB gelooft in de maatschappelijke meerwaarde van voetbal. Voetbal brengt de samenleving in beweging. Zo n 300.000 vrijwilligers zijn in Nederland actief bij

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Beter werken door arbeidsvreugde

Beter werken door arbeidsvreugde Beter werken door arbeidsvreugde De zeven bronnen van arbeidsvreugde Landelijk Arbo Congres 24 oktober 2011 Programma Beter werken door arbeidsvreugde Ontdekken van De zeven bronnen van arbeidsvreugde

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

Statenmededeling aan Provinciale Staten

Statenmededeling aan Provinciale Staten Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Voortgang streeknetwerken 2012-2014 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van De voortgang van de streeknetwerken Aanleiding In de vergadering

Nadere informatie

Handreiking Teamkwaliteitsportret

Handreiking Teamkwaliteitsportret Handreiking Teamkwaliteitsportret Als team hart voor onderwijskwaliteit tonen Met de handreiking Teamkwaliteitsportret kunnen teams hun ambities om de kwaliteit van hun onderwijs te versterken bepalen

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Samenvatting. Introductie

Samenvatting. Introductie 200 Introductie Kinderparticipatie is een cruciaal aspect van kinderbescherming en jeugdhulpverlening. Sinds de jaren 90 is er vanuit het perspectief van de rechten van het kind meer aandacht voor het

Nadere informatie

Responsieve evaluatie van Beleidscapaciteit voor IGB

Responsieve evaluatie van Beleidscapaciteit voor IGB Responsieve evaluatie van Beleidscapaciteit voor IGB Marleen Bekker NCVGZ, 11-04-2014 Health Services Research, Maastricht University Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Cluster

Nadere informatie

Samenvatting: Help, weer een verandering!?

Samenvatting: Help, weer een verandering!? Samenvatting: Help, weer een verandering!? Communicatie als integraal onderdeel van effectieve verandering Vanuit de eisen van de omgeving of ambities van de organisatie ontstaan vele veranderingen. Die

Nadere informatie

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers Effectief investeren in mens en organisatie Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers Stellingen van Rob Vinke Stelling 1 De kern van de HRM-opdracht is er voor te zorgen dat de ambitie van de organisatie

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Oplossingsgericht en waarderend coachen.

Oplossingsgericht en waarderend coachen. Oplossingsgericht en waarderend coachen. Coaching is die vorm van professionele begeleiding waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen doelen. Oplossingsgericht

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3 Morele leerprocessen in Communities of Practice Onderzoekslijn 3 Onderzoekslijn 3 ProSense Versterking van het bewustzijn van leerkrachten van hun moreel- pedagogisch handelen 1. Welk type ontwikkeling

Nadere informatie

Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling

Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling www.bureauboon.nl Wmo-consulent Nieuwe Stijl: De Kanteling www.bureauboon.nl 2 Verandertraject De burger zelf verantwoordelijk! De overheid vraagt van welzijns-

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten 7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten Opdrachtgever OCW Projectaannemer SBB Projectleider Nog te bevestigen Contactpersoon Lisette van Loon Start en einde deelproject Fase 1: juni 2012

Nadere informatie

Samen geven we richting aan de koers van de NKC

Samen geven we richting aan de koers van de NKC Samen geven we richting aan de koers van de NKC ₀ ₀ ₀ In de aanloop naar de klimaattop in Parijs is eind 2014 de Nederlandse Klimaatcoalitie van start gegaan om CO2 reductie bij bedrijven en andere organisaties

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Iedereen doet mee Geleerde lessen

Iedereen doet mee Geleerde lessen Iedereen doet mee Geleerde lessen Context Subsidieprojecten Twee typen regelingen: ASV, gangbare mogelijkheid voor initiatiefnemers om projectaanvragen in te dienen in het kader van de beschikbare begrotingssubsidie

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost

Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost Shaking up the Cost Benefit Analysis process. Issues and directions for improvement when assessing integrated spatial transport plans through a cost benefit analysis E. Beukers Samenvatting Het maatschappelijke

Nadere informatie

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Jouw ervaring Neem iets in gedachten dat je nu goed kunt en waarvan je veel plezier hebt in je werk: Vertel waartoe je in staat bent. Beschrijf

Nadere informatie

Geleerd in het Westerkwartier. Reflectie op het organiseren van het leren Jifke Sol ECS/SOL

Geleerd in het Westerkwartier. Reflectie op het organiseren van het leren Jifke Sol ECS/SOL Geleerd in het Westerkwartier Reflectie op het organiseren van het leren Jifke Sol ECS/SOL Belang en context Belang Leren in de regio Een groeiende vorm van leren Aantrekkelijk Echt Latere beroepspraktijk

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken. Opbouw Basistraining Cultuureducatie boven C-niveau/Zeeland Versie aanbieders/culturele instellingen 1 Bedoeling Doel van de basistraining is, om binnen de keuzes die Zeeland heeft gemaakt voor de invulling

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Voorbeeldprogramma werksessie communicatiekalender

Voorbeeldprogramma werksessie communicatiekalender Voorbeeldprogramma - 1 Voorbeeldprogramma Voorbeeldprogramma werksessie communicatiekalender Hier vindt u een voorbeeldprogramma voor een werksessie/trainingsmodule communicatiekalender Factor C, met een

Nadere informatie

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving Introductie Met de REQUEST methode wordt getracht de participatie van het individu in hun eigen mobiliteit te vergroten. Hiervoor moet het individu voldoende

Nadere informatie

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575 W GEMEENTE VELSEN Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum IJmond-commissie Raadsbesluitnummer Registratienummer 11 mei 2017 18 april 2017 R17.022 Onderwerp: toekomst van de IJmondsamenwerking De raad

Nadere informatie

Beter werken door arbeidsvreugde

Beter werken door arbeidsvreugde Beter werken door arbeidsvreugde De zeven bronnen van arbeidsvreugde Landelijk Arbo Congres 1 oktober 2012 Nog meer arbeidsvreugde Programma Ontdekken van De zeven bronnen van arbeidsvreugde Waarde-prestatieketen

Nadere informatie

Wat is? Alles zelf doen is uit, ga samen aan de slag.

Wat is? Alles zelf doen is uit, ga samen aan de slag. Wat is? Alles zelf doen is uit, ga samen aan de slag. CrossOver brengt young en experienced professionals van verschillende organisaties bij elkaar om van elkaar te leren en samen te innoveren. Doe ook

Nadere informatie

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Bert Molewijk (RN,MA, PhD) Voorbij de vrijblijvendheid Programmaleider Moreel Beraad, VUmc Associate professor Clinical Ethics, Oslo VWS, Week

Nadere informatie

Missionstatement en core values

Missionstatement en core values Missionstatement en core values Inhoud 1 Het formuleren van missionstatement en core values... 1 2 Het maken en uitdragen van missie en kernwaarden... 5 1 Het formuleren van missionstatement en core values

Nadere informatie

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers

Effectief investeren in mens en organisatie. Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers Effectief investeren in mens en organisatie Collegereeks bedrijfskunde voor HR managers Stellingen van Rob Vinke Stelling 1 De kern van de HRM-opdracht is er voor te zorgen dat de ambitie van de organisatie

Nadere informatie

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS HET PROBLEEM ACHTER HET PROBLEEM BEHOEFTE BEPALEN 5X WAAROM PROBLEEMSTELLING:

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Graag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale.

Graag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale. 1 Geachte heer/mevrouw Graag maak wij van de gelegenheid gebruik om u op de hoogte te brengen van de recente ervaringen en ontwikkelingen bij De Regiecentrale. Bij verschillende gemeenten en instellingen

Nadere informatie

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit Aad Zoeteman, Sigrid Fiering en Linda van der Lans Eenheid Audit en Advies (tel. 070 441 75 78) Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

ZELFSTURENDE TEAMS ENKELE THEORIEËN TER OVERDENKING EEUWKE BREMMER, MARK NIJSSEN & ERNST JAN REITSMA 6 NOVEMBER 2014

ZELFSTURENDE TEAMS ENKELE THEORIEËN TER OVERDENKING EEUWKE BREMMER, MARK NIJSSEN & ERNST JAN REITSMA 6 NOVEMBER 2014 ZELFSTURENDE TEAMS ENKELE THEORIEËN TER OVERDENKING EEUWKE BREMMER, MARK NIJSSEN & ERNST JAN REITSMA 6 NOVEMBER 2014 Basis elementen team 1. Een collectief doel; 2. Onderlinge afhankelijkheid door verschillende

Nadere informatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life is een uniek instrument dat medewerkers in de zakelijke markt helpt om duurzaam gezond en vitaal te kunnen blijven

Nadere informatie

Kennisdocument 1 Levensloop van een project

Kennisdocument 1 Levensloop van een project Kennisdocument 1 Levensloop van een project Inhoud De zes projectfases 5 1 - BELEIDSFASE 5 2 - IDENTIFICATIEFASE 6 3 - FORMULERINGSFASE 6 4 - CONTRACTFASE 7 5 - UITVOERINGSFASE EN MONITORING 7 6 - EVALUATIEFASE

Nadere informatie

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter BACHELOR NA BACHELOR ADVANCED BUSINESS MANAGEMENT Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan Naam student: Maes Pieter 2011-2012 POP EERSTE GEKOZEN ALGEMENE COMPETENTIE: OPBOUWEN VAN EEN

Nadere informatie

De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00

De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00 De Ronde 21-06-2011 Aanvang: 19:00 Tijd Raadzaal 1.02 Molendijkzaal 0.01 Vermeerzaal 1.03 19:00 Basisrichting Structuurvisie Amersfoort 2030 Informatie Regionaal Werkvoorzieningschap Amersfoort en omgeving:

Nadere informatie

Opleidingsprofiel MPPM

Opleidingsprofiel MPPM Opleidingsprofiel MPPM De ontwikkelingen in het beroepenveld Fysiek vooruitgangsdenken op basis van een eindontwerp in de ruimtelijke inrichting heeft in de loop van de afgelopen eeuw moeten plaatsmaken

Nadere informatie

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN Op weg naar 2020 Dit is het verhaal van de NUOVO scholengroep. Verantwoordelijk voor voortgezet onderwijs aan ruim 5.000 leerlingen in de stad Utrecht. Tien openbare scholen bieden samen een breed aanbod:

Nadere informatie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma Op weg naar een integraal kindcentrum Janny Reitsma Programma: Verkenning van het integraal kindcentrum Leiderschap: mensen in beweging zetten Leiderschap: planmatig organiseren Leren als strategie voor

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

TOPSIDE staat in het Engels voor Training Opportunities for Peer Supporters with Intellectual Disabilities in Europe. Richtlijnen

TOPSIDE staat in het Engels voor Training Opportunities for Peer Supporters with Intellectual Disabilities in Europe. Richtlijnen TOPSIDE TOPSIDE staat in het Engels voor Training Opportunities for Peer Supporters with Intellectual Disabilities in Europe Richtlijnen voor Mentoren Inclusion Europe www.peer-training.eu Auteurs: TOPSIDE

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

Competentie Centrum Transities

Competentie Centrum Transities Competentie Centrum Transities Samen werken, samen leren, samen ontwikkelen José Andringa 10 november 2009 CoP Versnelling Innovatiecyclus (Movinnio/Traverse) PARTNERSCHAP VROM SenterNovem Beheergroep

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.

Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2. Empowerment Kwaliteit Instrument: Operationalisering en Normering Voor gezondheidsbevorderaars en preventiewerkers als aanvulling op de Preffi 2.0 Cluster 0: Randvoorwaarden 0.1 Empowermentvaardigheden

Nadere informatie

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1

SPC360: specificeren, programmeren en contracteren. SPC360 en AT Osborne 2016 Q1 SPC360: specificeren, programmeren en contracteren Andere contractvormen In de utiliteitsbouw worden steeds vaker andere contractvormen toegepast. Het zijn tools die hun oorsprong vinden in de wereld van

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Adaptief beheer van everzwijnen. 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers

Adaptief beheer van everzwijnen. 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers Adaptief beheer van everzwijnen 11/05/2012 Jim Casaer & Thomas Scheppers Adaptief beheer?? Maatwerk Onzekerheden Participatief overleg ~ belanghebbenden Monitoring Doelstellingen, indicatoren Leren door

Nadere informatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie Managementsamenvatting/advies: Meetlat met toetscriteria Toetscriterium 1. Kansen en bedreigingen, behoefte- en omgevingsanalyse Door een analyse te maken

Nadere informatie

De gewenste transitie in de zorg

De gewenste transitie in de zorg Voorwoord Dit visiedocument is opgesteld door de verenigd in het pioniersnetwerk zorglandbouw. Sinds 2013 werken Wageningen UR en de Federatie Landbouw en Zorg samen aan strategieën om in te spelen op

Nadere informatie

Checklist risicobewustzijn

Checklist risicobewustzijn Checklist risicobewustzijn Spelregel Wat heb ik afgesproken? Wat moet ik nog afspreken? 1. (Ver)Storingen hebben voorrang ("wees terughoudend met versimpeling") 2. Gepreoccupeerd zijn op fouten en mislukking

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

De stand van mediation

De stand van mediation De stand van mediation Onderzoek bij gemeenten naar de stand van zaken rond mediation 30 november 2007 1 Inleiding Steeds meer gemeenten ontdekken mediation als manier om conflictsituaties op te lossen.

Nadere informatie

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien een datagedreven wereld vol kansen Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien succesvolle organisaties groeien door big data 50% van de meest succesvolle organisaties Volg ons op twitter:

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie en in elk netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie