landbouw en voedsel In de Wereld voedselproductie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "landbouw en voedsel In de Wereld voedselproductie"

Transcriptie

1 Landbouw en voedsel in de wereld De landbouwsector staat vandaag weer volop in de belangstelling. Enige tijd geleden zag de situatie er nog anders uit en werd de landbouw in Vlaanderen door velen gezien als een sector met onzekere toekomstperspectieven. In de afgelopen jaren is de mondiale landbouwmarkt echter grondig gewijzigd, zodat de landbouw hernieuwde aandacht geniet. Enkele factoren die hierbij een belangrijke rol spelen, zijn de stijgende prijzen voor agrarische producten en levensmiddelen, de discussie over voedselzekerheid, de boomende biobrandstofproductie, de schommelingen waaraan de diverse landbouwsectoren onderhevig zijn, het veranderende Europese landbouwbeleid en het verloop van de WTO-onderhandelingen. 1 Voedselproductie Volgens de FAO is de toename van de mondiale landbouwproductie in de laatste 40 jaar voor 78 % te danken aan een verbetering van het rendement, voor 15 % aan een toename van de teeltoppervlakte en voor 7 % aan een kortere braaklegging. De historische groeicijfers in de akkerbouw vertonen echter een neerwaartse trend. Het wordt steeds moeilijker om de huidige groeicijfers van 1 tot 1,5 % per jaar vol te houden. Toch zien experts nog enorme mogelijkheden voor de verbetering van de productiviteit. Voorwaarden daarvoor zijn dat de agrarische arbeidskrachten voldoende opgeleid worden, er geschikte technologieën beschikbaar zijn, waarbij de interacties tussen landbouw en natuurlijke systemen beter gekend moeten zijn, en de prijssignalen niet door politieke instabiliteit verstoord worden. Er bestaat nog heel wat extensief bewerkt landbouwareaal in Latijns-Amerika, Oekraïne en Rusland. Hier is er nog veel vooruitgang mogelijk door een intensivering van de landbouw. Het gaat met name om verbeteringen inzake techniek, bemesting en gewasbescherming, een optimale bodembewerking, betere rassen en houderijvoorwaarden. 26

2 Het IAASTD (International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development) stelt in een recent rapport over de evaluatie van de wereldlandbouw dat de mensheid in de komende 50 jaar wordt geconfronteerd met een toename van de wereldbevolking tot 9 miljard (2050) en met een verdubbeling van de vraag naar voedsel. Daarbij moeten de natuurlijke hulpbronnen op duurzame wijze worden benut, rekening houdend met de beperkte oppervlakte van cultiveerbaar land dat bijkomend in gebruik kan worden genomen, klimatologische wijzigingen en een versnelde toename van voedselprijzen. Er moet niet alleen meer worden geproduceerd, er moet ook anders worden geproduceerd. Het IAASTD beveelt aan om veel meer rekening te houden met een agro-ecologische oriëntatie van het wetenschappelijke inzicht, de praktijken en technieken. Landbouw en voedsel drukken hun stempel op, en zijn onlosmakelijk verbonden met, verschillende uitdagingen waarmee de mensheid in de 21ste eeuw wordt geconfronteerd: milieuproblematiek, klimaatswijziging, honger én gezondheid, met inbegrip van obesitas. Het tweede deel van het Assessment Report van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), dat in 2007 werd gepresenteerd, gaat in op de gevolgen van de klimaatverandering. De belangrijkste conclusie is dat de zones met een gematigd klimaat, die het meest hebben bijgedragen tot het broeikaseffect, niet de grootste lasten zullen dragen. De ontwikkelingslanden blijken veel kwetsbaarder dan de Westerse landen. Vooral Afrika krijgt te maken met meer droogte (lagere oogsten en watergebrek) en meer ziektes. Uit figuur 1.1 blijkt dat de wereldproductie van de belangrijkste plantaardige landbouwproducten er in de voorbije jaren op vooruitgegaan is. De grootste procentuele stijging vond in de periode plaats bij voedergranen (+20 %), gevolgd door ruwe suiker (+17 %), oliezaden (+12 %), rijst (+7 %) en tarwe (+5 %). Figuur 1.1: Wereldproductie van belangrijke plantaardige landbouwproducten, miljoen ton, Bron: Landbouw-Economisch Bericht 2008 op basis van FAO De wereldproductie van de dierlijke landbouwproducten kende in de periode eveneens een sterke toename (figuur 1.2). Bij de verschillende vleessoorten was er een stijging van 10 % en meer: schapen- en geitenvlees (+15 %), rundvlees (+14 %), varkensvlees (+13 %) en pluimveevlees (+10 %). De productie van koemelk bedroeg in miljoen ton, 6 % meer dan in

3 Figuur 1.2: Wereldproductie van belangrijke dierlijke landbouwproducten, miljoen ton, Bron: Landbouw-Economisch Bericht 2007 op basis van FAO In de komende jaren zal de wereldproductie van landbouw- en voedingsmiddelen er volgens de FAO en de OESO nog op vooruitgaan (OESO-FAO, 2008). Bij de plantaardige producten zouden de jaarlijkse groeicijfers tot het jaar ,8 % bedragen bij tarwe en rijst, 1,2 % bij voedergranen, 1,8 % bij suiker en 2,1 % bij oliezaden. Plantaardige oliën kennen met 2,5 % de grootste stijging. Bij de vleesproducten bedragen de groeicijfers 1,5 % voor rundvlees, 1,7 % voor varkensvlees en 1,9 % voor gevogelte. Bij de zuivelproducten is de stijging groter bij boter (2,2 %) dan bij melk (1,8 %) en kaas (1,3 %). Consumptie en productie houden volgens de cijfers van de FAO/OESO min of meer gelijke tred. De consumptie, vooral van dierlijke eiwitten, zit in de lift gezien de te verwachten toename van de wereldbevolking en de stijging van de welvaart in landen als China en India. Tabel 1.1 geeft een overzicht van de huidige (het gemiddelde van de jaren 2005 tot 2007) en de voor 2017 voorspelde productie en consumptie van belangrijke landbouwproducten in een aantal grote landen. Uit de tabel blijkt dat het totale verbruik van vlees, oliezaden en voedergranen in China sterk zal stijgen terwijl de totale consumptie van tarwe en rijst er lichtjes zal afnemen. De productie van ruwe suiker zal in Brazilië haast met een derde toenemen, terwijl de EU door de verminderde productie suiker zal moeten invoeren. De Verenigde Staten blijven de belangrijkste producent van voedergranen, oliezaden, pluimveevlees en rund- en kalfsvlees, al neemt de concurrentie met Brazilië toe. De grootste zuivelproducent India ziet de productie en consumptie van boter spectaculair stijgen. Rusland blijft aangewezen op massale import om aan zijn vleesbehoefte te voldoen. De EU blijft de belangrijkste tarweproducent, maar kan de stijgende consumptie van oliezaden en plantaardige oliën niet zelf opvangen. 28

4 Bron: OESO-FAO Agricultural Outlook, 2008 Tabel 1.1: Prognose van de wereldwijde productie en consumptie van plantaardige en dierlijke producten, ton, 2017 EU-27 Rusland Verenigde Staten Brazilië China India Productie 2005/ / / / / / tarwe rijst voedergranen oliehoudende zaden plantaardige oliën ruw suiker rund- en kalfsvlees varkensvlees pluimveevlees schapenvlees boter kaas mager melkpoeder Consumptie 2005/ / / / / / tarwe rijst voedergranen oliehoudende zaden plantaardige oliën ruw suiker rund- en kalfsvlees varkensvlees pluimveevlees schapenvlees boter kaas mager melkpoeder

5 2 Wereldvoedselprijzen De prijzen voor agrarische producten en levensmiddelen zijn in 2007 en 2008 enorm gestegen. Zo verdubbelde in 2007 de rijstprijs en nam de prijs van tarwe, soja en maïs toe met respectievelijk 130 %, 87 % en 24 % (cijfers FAO, 2008). Uit figuur 1.3 blijkt dat de wereldmarktprijzen voor voedingswaren sinds 2002 gestaag gestegen zijn en in 2007 een explosieve groei beleefden. Dat geldt in het bijzonder voor de zuivelprijzen. Ze waren in 2002 op een dieptepunt aanbeland en verdubbelden haast in Oliën, vetten en granen hadden in 2007 eveneens een topjaar, terwijl suiker tegen de trend in een forse daling kende. Uit actuele cijfers blijkt dat in 2008 de voedselprijzen zijn blijven stijgen. In juni 2008 bereikte de index zijn hoogste peil met 219 punten. Daarna zakte de index tot 201 punten in augustus en 188 in september. In het afgelopen jaar stegen de prijzen voor suiker, granen, vlees, oliën en vetten aanzienlijk; zuivel ging er daarentegen op achteruit. Figuur 1.3: Wereldvoedselprijsindex FAO, index = gemiddelde , Bron: FAO Een complex van factoren speelt een rol bij de hoge wereldmarktprijzen voor landbouwproducten. De prijsstijgingen zijn deels toe te schrijven aan factoren van tijdelijke aard zoals door droogte veroorzaakte tekorten, beperkte voorraden en speculatie op de grondstoffenmarkten. Maar structurele veranderingen zoals de veranderende consumptiepatronen in landen als China en India, de groeiende vraag naar grondstoffen voor de productie van biobrandstoffen (granen, suiker, oliezaden en plantaardige olie) en de vermindering van overschotten ten gevolge van politieke hervormingen, zullen volgens waarnemers de prijzen in het komende decennium boven de historische evenwichtsniveaus houden. Andere structurele factoren die een rol spelen bij de prijsstijgingen, zijn de sterke urbanisatie, de hoge energieprijzen, de klimaatverandering, de globalisatie van de eetgewoonten, de supermarktrevolutie in opkomende ontwikkelingslanden en de zeer beperkte aanbodselasticiteit van landbouwproducten. Het lijkt er sterk op dat de structurele factoren domineren (Tollens, 2008). Stijgende landbouwprijzen verbeteren de randvoorwaarden om te investeren in landbouwonderzoek, opleiding en advisering. Experts pleiten voor verder onderzoek naar biobrandstof- 30

6 fen van de tweede (en derde) generatie, zodat er veel minder of geen competitie bestaat in gebruik van basislandbouwgrondstoffen voor food en non-food. Een objectieve benadering en evaluatie van milieueffecten is daarbij van groot belang. Tegelijkertijd hebben de hoge voedselprijzen een debat op gang gebracht over de voedselzekerheid en in 2008 zelfs tot rellen en betogingen geleid in landen als Egypte, Kameroen, Burkina Faso, de Filippijnen en Haïti. Sommige landen beperkten de voedselexport. Volgens de FAO maakt het duurdere eten bijna veertig landen instabiel, allemaal landen waarin meer dan de helft van het gezinsinkomen besteed wordt aan eten. De instabiliteit van de prijzen zal in de toekomst allicht verder aanhouden. De wereldvoedselcrisis kan verregaande gevolgen hebben voor de haalbaarheid van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals), waarvoor in 2000 alle 189 lidstaten van de Verenigde Naties zich geëngageerd hebben. Meer specifiek staat de realisatie van de eerste ontwikkelingsdoelstelling sterk onder druk: het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, zou in 2015 gehalveerd moeten zijn ten opzichte van Door de groei van de wereldbevolking is het aantal ondervoede mensen sinds 1995 echter toegenomen. FAO-schattingen voor de periode houden rekening met 864 miljoen mensen die kampen met ondervoeding. Het merendeel leeft in ontwikkelingslanden. Er wonen circa 11 miljoen ondervoede mensen in de geïndustrialiseerde landen. 3 Internationaal landbouwbeleid (WTO) 3.1 Van GATT naar WTO Na de Tweede Wereldoorlog groeide het bewustzijn van de noodzaak van internationale handelssamenwerking. In 1947 hebben 23 landen, waaronder België, daarom het General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) opgericht. Het GATT was een wettelijke overeenkomst met regels en verplichtingen met betrekking tot het handelsbeleid. Het stelde zich tot doel om de vrijhandel te bevorderen, enerzijds door progressieve vermindering van handelsbelemmeringen zoals invoerrechten en contingenten en anderzijds door het afschaffen van regelingen zoals dumping. Het was van toepassing voor landbouw, maar bevatte belangrijke omzeilingsclausules, zoals invoerquota, en bood nog altijd ruime mogelijkheden tot subsidiëring. De gedachte achter het GATT was dat schadelijke handelsoorlogen konden worden voorkomen door wederzijdse consultatie en coördinatie. Het GATT voorzag in een platform waarin landen op regelmatige basis met elkaar van gedachten konden wisselen over handelspolitieke kwesties. Dergelijke onderhandelingsrondes waren buitengewoon gecompliceerd en strekten zich over vele jaren uit, zoals de Kennedy-ronde in de jaren zestig, de Tokio-ronde in de jaren zeventig en de Uruguay-ronde van de late jaren tachtig en begin jaren negentig. De multilaterale overeenkomst over landbouw (URAA of Uruguay Round Agriculture Agreement) was een van de resultaten van de Uruguay-ronde. Het betekende een eerste belangrijke stap naar meer billijke concurrentie en naar minder handelsverstoring voor de landbouwhandel op wereldvlak. Voordien was de mondiale landbouwhandel niet aan specifieke regels onderworpen, waardoor de hoge vormen van interne steun, steun bij uitvoer en grensbescherming aanleiding gaven tot aanzienlijke markt- en productieverstoringen. Vandaar dat 31

7 in eerste instantie op dit vlak afspraken voor vermindering werden overeengekomen: interne steun - groene doos (bv. bedrijfstoeslagrechten, VLIF-steun, plattelandsontwikkeling): toegelaten steun omdat hij slechts minimaal of helemaal niet de handel en productie verstoort - oranje doos (bv. interventiesteun, steun private opslag, productiesteun): steun die als handelsverstorend wordt gezien en waarvoor verminderingen werden afgesproken. De steun wordt uitgedrukt in een globale steunmaat, de Aggregated Measure of Support. De steun moet globaal met 20 % worden verminderd. - blauwe doos: betreft vooral directe betalingen in het kader van productiebeperkende programma s (betalingen per hectare, dierenpremies, enz.). Er geldt in dit geval geen verplichting tot vermindering. uitvoersubsidies: verminderen met 36 % in waarde en met 21 % in volume markttoegang % gemiddeld over alle tarieven heen - minimum -15 % per tarieflijn - tarificatie van alle niet-tarifaire maatregelen - speciale vrijwaringsclausule De implementatieperiode voor deze afspraken liep voor de ontwikkelde landen van 1 januari 1995 tot en met 31 december Daarnaast raakte men het eens over de oprichting van de Wereldhandelsorganisatie. De WTO als volwaardige multilaterale organisatie ging van start op 1 januari 1995 en telt medio lidstaten. Agrarische handel met ontwikkelingslanden: toets op duurzaamheid In een studieopdracht van het Departement Landbouw en Visserij heeft het Nederlandse LEI (Landbouweconomisch Instituut) de duurzaamheid belicht van de agrarische handel tussen België en een aantal ontwikkelingslanden. Doel van het onderzoek is om de economische, sociale en ecologische gevolgen van de invoer van landbouwproducten uit ontwikkelingslanden in België voor de producerende landen in kaart te brengen. Het onderzoek spitst zich toe op een vijftal producten (bananen, cacao, koffie, soja en thee) en een viertal landen (Brazilië, Costa Rica, Ivoorkust en Tanzania). De studie is uitgevoerd door middel van data- en literatuuronderzoek en met behulp van case studies voor elk van de vier landen. Deze laatste zijn uitgevoerd door lokale onderzoekers. De gebruikte indicatoren hebben betrekking op drie aspecten van duurzaamheid: profit, people, planet. Duurzaamheidstoets De studie wijst uit dat in de twee Latijns-Amerikaanse landen (Brazilië en Costa Rica) de productie en handel onduurzaam genoemd moeten worden vanwege de ecologische gevolgen ten aanzien van biodiversiteit, bodemgebruik, pesticidengebruik en waterverbruik. De ecologische gevolgen van de sojaproductie in Brazilië zijn momenteel erg besproken. Ook het relatief hoge pesticidengebruik in de bananensector vanwege de vatbaarheid voor schimmelziektes is reëel. In de twee Afrikaanse landen (Ivoorkust en Tanzania) zijn vooral de sociaaleconomische factoren zoals slaven- en kinderarbeid van belang. Het gebruik van kinderarbeid in de cacaoproductie in Ivoorkust heeft al langer de aandacht. Maar de meest verrassende uitkomst was de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van kinderarbeid in de koffie- en theeproductie in Tanzania. Daarbij worden 32

8 3.2 De Doha-ronde In het kader van de Doha-ronde wordt binnen de WTO sinds 2000 onderhandeld over een verdere vrijmaking van de wereldhandel in landbouwgoederen, industrieproducten en diensten. De gesprekken verlopen echter zeer moeizaam en blokkeren vooral op het landbouwdossier en de industriële goederen, waar het tot dusver nog niet mogelijk is gebleken de tegenstellingen weg te werken tussen voornamelijk de EU, de VS en opkomende economieën als Brazilië, India en China. Zolang voor deze beide dossiers geen oplossing kan worden gevonden, valt er ook weinig tot geen vooruitgang te verwachten in andere dossiers zoals de handel in diensten en regelgevende kwesties zoals de hervorming van de anti-dumpingregels, (visserij)subsidies, verlagen van de handelskosten en regionale handelsakkoorden (Ysebaert, 2007). Het landbouwdossier zit vooral vast op de details voor vermindering van de interne steun en de verbetering van de markttoegang. Op het gebied van interne steun worden in het bijzonder de VS geviseerd, terwijl de EU, door de opeenvolgende hervormingen van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid, in een relatief comfortabele positie zit. Bij het onderdeel markttoegang zijn de ontwikkelingslanden en de VS ambitieuzer dan de EU en worden hogere tariefreducties verlangd dan waartoe de EU bereid is. Een aparte categorie vormen de zogenaamde gevoelige producten, waarvoor afwijkende regels afgesproken kunnen worden. Het gaat om producten waarbij het land in kwestie vreest dat de verlaging van de grensbescherming zal leiden tot een verstoring van de interne markt. Voor deze producten gelden sinds de Uruguay-ronde zogenaamde tariefcontingenten, die markttoegang tegen een verlaagd tarief garanderen voor ten minste 5 % van de interne consumptie van het betreffende product. Gevoelige producten behouden een hogere grenskinderen blootgesteld aan zeer gevaarlijke vormen van arbeid, al moet hierbij worden opgemerkt dat nog niet duidelijk is of het hier gaat om incidenten of dat het probleem wijdverspreid is. Bij de resultaten van de cases moet wel gesteld worden dat de handel met België de indicatoren maar weinig beïnvloedt. Het aandeel van België in de totale export van de studielanden is vaak erg klein, met uitzondering van bananen uit Ivoorkust. Daarnaast is er veelal sprake van niet meer dan een indirect verband tussen handel en productieomstandigheden: de tussenschakels in de keten bepalen grotendeels de productieomstandigheden en -voorwaarden. Daarnaast speelt overheidsbeleid, of het ontbreken ervan, ook een belangrijke rol. Bovendien zijn een aantal negatieve indicatoren een uiting van slechte omstandigheden in een regio/land en zeker niet altijd gewasspecifiek. Handelsafspraken met ontwikkelingslanden Internationale handel wordt gedreven door vraag- en aanbodontwikkelingen en de daarmee samenhangende prijs- en concurrentieverhoudingen. Daarnaast bepalen handelsafspraken de handelspatronen over de wereld. De handelsvoorwaarden met betrekking tot de Belgische invoer liggen vast binnen de kaders van de WTO- en EU-afspraken. De EU heeft met twee groepen ontwikkelingslanden specifieke handelsafspraken. In de eerste plaats is dat met de ACS-landen (vroegere kolonies van EU-lidstaten in Afrika, de Caraïben en het Stille Oceaangebied). Deze landen hebben handelspreferenties op basis van het Cotonou-verdrag. In de nabije toekomst zijn de handelsrelaties vastgelegd in EPA s (Economische Partnerschapsakkoorden). Ivoorkust en Tanzania behoren tot deze groep. Ten tweede heeft de EU een handelsverdrag met de 49 minst ontwikkelde landen (MOL s) in de wereld, genaamd Everything But Arms. Tanzania maakt deel uit van de MOL s. De handelsrelaties met Brazilië en Costa Rica vallen in het brede WTO-kader: beide landen behoren tot de MFN-landen (Most Favoured Nations). 33

9 bescherming dan niet-gevoelige producten op voorwaarde dat het contingent, dat meestal bestaat uit meerdere producten, wordt verhoogd. De discussie draait vooral om de vraag hoeveel producten of tarieflijnen als gevoelig mogen worden aangemerkt en in welke mate de tariefcontingenten moeten worden verhoogd. Een ander punt van belang voor de EU is het behoud van de speciale vrijwaringsclausule. Dit mechanisme laat voor een aantal producten toe om op momenten van sterk toegenomen invoer extra heffingen op te leggen. De EU staat met haar eis om dit mechanisme te behouden vrij geïsoleerd. In juli 2007 werd een eerste concrete ontwerptekst voor modaliteiten op tafel gelegd door de voorzitter van de landbouwonderhandelingen, ambassadeur Crawford Falconer. Herziene versies van deze tekst werden uitgebracht in februari, mei en juli 2008, min of meer parallel met herziene versies van de tekst voor industriële goederen. Hoewel nog een aanzienlijk aantal verschilpunten in deze teksten te bespeuren viel, werd een oplossing niet onoverkomelijk geacht. Eind juli 2008 vond in Genève een mini-ministeriële ontmoeting plaats van de belangrijkste onderhandelingspartners om over deze punten een vergelijk te zoeken. Tijdens die mini-ministeriële vergadering legde Pascal Lamy, directeur generaal van de WTO, uiteindelijk een compromis over een negental sleutelpunten voor aan een kerngroep van zeven landen (EU, VS, India, Brazilië, Australië, Japan en China): eenen vermindering van de totale handelsverstorende interne steun voor de EU en de VS van respectievelijk 80 % en 70 %; een maximale vermindering van de invoertarieven met 70 %; een maximaal aantal gevoelige producten van 4 % in combinatie met een maximale uitbreiding van de tariefcontingenten met 4 % van de interne consumptie; plafonnering van de invoertarieven op maximum 100 %; een maximum van 12 % speciale producten voor ontwikkelingslanden met een gemiddelde tariefvermindering van 11 % en maximum 5 % van de tarieflijnen zonder tariefvermindering; voor het speciale vrijwaringsmechanisme voor ontwikkelingslanden: de mogelijkheid om voor een jaarlijks maximum van 2,5 % van de producten extra tarieven op te leggen die tot 15 % uitkomen boven de gebonden tarieven uit de Uruguay-ronde en dit vanaf een reactieniveau van 140 % van de invoer; eliminatie van de speciale vrijwaringsclausule uiterlijk 7 jaar na bekrachtiging van een nieuw akkoord; een reeks coëfficiënten en flexibiliteiten voor de markttoegangsformule voor industriële goederen, in combinatie met een anti-concentratiefomule om te vermijden dat de flexibiliteiten zouden kunnen worden gebruikt om één of enkele sectoren volledig af te schermen; de toezegging dat een aantal landen zich ertoe zouden verbinden om voor een beperkt aantal sectoren specifieke en verdergaande markttoegangsonderhandelingen te voeren. Na aanvankelijk eerder positieve reacties op dit compromis en het vooruitzicht dat hierdoor ook voor een aantal andere onderhandelingspunten wel een oplossing zou kunnen worden gevonden, is de mini-ministeriële vergadering uiteindelijk toch vastgelopen op een fundamenteel meningsverschil tussen de VS en India over het voorstel voor het speciale vrijwaringsmechanisme. Er wordt van uitgegaan dat met het mislukken van de mini-ministeriële ontmoeting de kans gemist is om een akkoord in 2008 en 2009 te bereiken, gezien de nakende verkiezingen in de VS, India, Brazilië en de EU. Toch zijn er in Genève ondertussen weer verkennende gesprekken begonnen om te proberen alsnog een akkoord uit de brand te slepen. 34

10 4 EU-landbouwbeleid 4.1 Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie heeft sinds zijn ontstaan eind jaren vijftig al heel wat veranderingen ondergaan. De eerste dertig jaar werd het inkomen van de landbouwers bijna uitsluitend ondersteund via marktmechanismen (productiesteun, interventieaankopen, importtarieven en exportsubsidies), die de prijzen van de landbouwproducten en dus indirect het landbouwinkomen tot op een gewenst niveau hielden. Sinds 1992 en als gevolg van een aantal hervormingen is er in toenemende mate een oriëntatie van markt- en prijssteun naar directe inkomenssteun. Dit neemt niet weg dat, zij het onder gewijzigde vorm, de oude instrumenten nog bestaan in een aantal sectoren. De MacSharry-hervorming in 1992 en de Agenda 2000-hervorming in 2000 hielden een substantiële daling in van het ondersteunde prijsniveau voor een groot aantal producten en productgroepen (vooral granen en rundvlees). Ter compensatie van de prijsdaling ontvingen landbouwers directe steun per hectare of per dier. Het betreft hier productgerelateerde of gekoppelde directe steun. De verplichte braaklegging in de akkerbouw en plafonds (quota) voor het aantal dierlijke premies (rundvee) en voor de melkproductie hielden mee het aanbod onder controle. Daarnaast ontstond geleidelijk meer aandacht voor milieu en plattelandsontwikkeling. MacSharry introduceerde de agromilieumaatregelen als onderdeel van een aantal begeleidende maatregelen. En met Agenda 2000 ontstond het plattelandsbeleid, de zogenaamde tweede pijler van het GLB. De (overblijvende) marktsteun én de directe inkomenssteun maken samen de eerste pijler van het GLB uit. De Raad van landbouwministers van de Europese Unie bereikte in juni 2003 een akkoord over de zogenaamde Mid Term Review, een nieuwe ingrijpende hervorming van het GLB. De nieuwe maatregelen werden gefaseerd ingevoerd vanaf Het GLB werd nog meer in overeenstemming gebracht met de wensen van consumenten en belastingbetalers en tegelijk gaf het de landbouwers in de EU meer vrijheid om te produceren wat de markt vraagt. Door deze hervorming wordt het overgrote deel van de subsidies losgekoppeld van de omvang en keuze van de productie. Om te voorkomen dat de productie in bepaalde gebieden verdwijnt, kunnen lidstaten ervoor kiezen om een deel van de subsidies gekoppeld te houden. De lossere band tussen productie en premies maakt dat de landbouwers in de EU meer kunnen concurreren en marktgerichter handelen (Deuninck, 2008). Het nieuwe GLB ziet er in hoofdlijnen als volgt uit: Steunverlening die marktgerichter, eenvoudiger en minder handelsverstorend is: Voor de landbouwers wordt er één enkele bedrijfstoeslag ingevoerd die losstaat van de productie. Beperkte gekoppelde elementen mogen worden gehandhaafd om te voorkomen dat de productie wordt opgegeven. Om die bedrijfstoeslag en de andere rechtstreekse steun te ontvangen moeten normen op het gebied van het milieu, de voedselveiligheid, de gezondheid van dieren en planten en het dierenwelzijn worden nageleefd en moet alle landbouwgrond uit landbouw- en milieuoogpunt in goede staat worden gehouden (randvoorwaarden of cross compliance ). 35

11 Een krachtiger plattelandsbeleid: Een krachtiger beleid voor plattelandsontwikkeling met nieuwe maatregelen om milieuzorg, kwaliteit en het dierenwelzijn te bevorderen en om de landbouwers te helpen aan de EU-normen op productiegebied te voldoen. Een verlaging van de uit te keren rechtstreekse betalingen ('modulatie') aan grotere landbouwbedrijven die meer dan euro rechtstreekse betalingen ontvangen om het nieuwe beleid voor plattelandsontwikkeling mee te kunnen financieren. Herziening van de marktondersteuning in het kader van het GLB: Een mechanisme voor financiële discipline om ervoor te zorgen dat vanaf het begrotingsjaar 2007 tot 2013 de vastgestelde landbouwbegroting niet wordt overschreden. Indien dat toch gebeurt, wordt er een lineaire vermindering toegepast. Herziening van het GLB-marktbeleid in bepaalde sectoren: - asymmetrische prijsverlagingen in de zuivelsector; - halvering van de maandelijkse verhogingen in de sector granen en handhaving van de huidige interventieprijs; - gerelateerde hervormingen in de sectoren rijst, durumtarwe, noten, hop, zetmeelaardappelen en gedroogde voedergewassen. 4.2 Marktordeningen Na de beslissing over de MTR in 2003 werd vervolgens stapsgewijs het beleid hervormd voor andere sectoren, in het bijzonder melk, suiker, groenten en fruit. De hoofdlijnen van de zuivelhervorming van 2003 waren: geen bijkomende quotaverhoging bovenop die van Agenda 2000; daling van interventieprijzen voor boter (-25 % over 4 jaar) en magere melkpoeder (-15 % over 3 jaar); ontkoppeling en integratie van de directe betalingen in de bedrijfstoeslag; afschaffing van de richtprijs voor melk; beperking van de interventieaankopen van boter. De suikerhervorming van 2006 was erop gericht om een sanering van de Europese suikersector door te voeren via een suikerprijsdaling van 36 % en een vermindering van het Europese quotum met 6 miljoen ton (circa 30 %), gefaseerd over 4 jaar. Een tijdelijk fonds voor herstructurering werd in het leven geroepen. Dit fonds wordt gespijsd door heffingen die de ondernemingen van de sector dienen te betalen. De ondernemingen die dit wensen, kunnen hun quotum aan dit herstructureringsfonds verkopen en hun suikeractiviteit stopzetten. Omdat er in de eerste twee jaren van de looptijd van de regeling veel kleinere hoeveelheden quotum ingeleverd werden dan verwacht, is de herstructureringsregeling inmiddels gewijzigd. Zo is het aan de telers en de loonwerkbedrijven te geven percentage van de steun vastgelegd op 10 %. De telers die afstand doen van een bepaalde hoeveelheid van hun quotum, ontvangen een extra steunbedrag. Als tegen 2010 onvoldoende hoeveelheden quotum zijn opgegeven, legt de Europese Commissie een verplichte quotumverlaging op. De Europese Commissie heeft eveneens voorstellen gepresenteerd voor de hervorming van de marktordeningen voor wijn (juni 2006), bananen (september 2006) en groenten en fruit (januari 2007). De hervorming van de groente- en fruitordening werd op 1 januari 2008 van kracht. 36

12 Enkele belangrijke punten: De positie van de telersverenigingen wordt versterkt. Ze krijgen meer instrumenten in handen voor crisisbeheer en afzetbevordering. Groenten en fruit worden opgenomen in de ontkoppelde bedrijfstoeslagregeling. Dat impliceert ook dat de regels met betrekking tot de randvoorwaarden verplicht zijn voor alle telers die rechtstreekse betalingen ontvangen. De lidstaten en de telersverenigingen zullen operationele programma's ontwikkelen, die milieumaatregelen moeten omvatten. 4.3 Plattelandsbeleid Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is de laatste decennia sterk geëvolueerd. Terwijl de klemtoon aanvankelijk vooral lag op de aanpak van structurele problemen in de landbouwsector, gebaseerd op prijsondersteuning, groeide over de jaren heen de aandacht voor de verschillende functies van de landbouw in de maatschappij. Via het Plattelandsontwikkelingsbeleid, dat in 2000 werd opgestart als tweede pijler van het GLB, werd hieraan tegemoet gekomen. Ook het Europese Plattelandsontwikkelingsbeleid voor de periode (PDPO = Programmeringsdocument Plattelandsontwikkeling) blijft inspelen op landbouw en platteland in een bredere context. Het nieuwe beleidsplan biedt een menukaart van maatregelen, waaruit de lidstaten bij de opmaak van hun plattelandsontwikkelingsplan kunnen kiezen en waarvoor ze financiële steun krijgen. Nieuw is dat er gewerkt wordt met gemeenschappelijk overeengekomen beleidsdoelstellingen: verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouw (As 1); steunverlening voor landbeheer en verbetering van het milieu (As 2); verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en bevordering van diversificatie van de niet-agrarische economische bedrijvigheid (As 3). Elk van de drie centrale doelstellingen correspondeert met een thematische as in de plattelandsontwikkelingsprogramma s. Daarnaast bestaat er een methodologische as die gewijd is aan de Leaderbenadering (As 4). Deze benadering moet de plattelandsactoren helpen om het ontwikkelingspotentieel van hun gebied te versterken. Voor iedere as verlangt de EU een minimumfinanciering, die ervoor moet zorgen dat het programma in zijn geheel evenwichtig is: 10 % voor As 1, 25 % voor As 2, 10 % voor As 3 en 5 % voor As 4 (2,5 % in de nieuwe lidstaten). 4.4 Tussentijdse evaluatie EU-landbouwbeleid (Health Check) De komende jaren moeten de contouren van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2013 duidelijk worden. Bij de discussie over de toekomst van het GLB spelen de evaluatie van de Europese begroting (2008/09) en de Health Check van het GLB (2008) een grote rol. De evaluatie van de Europese begroting in 2008/09 was afgesproken bij de vaststelling van de Financiële Perspectieven voor de periode Hierbij komt onder meer de financiering van het GLB aan de orde. In verschillende lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland, en in het Europees Parlement wordt druk uitgeoefend om het aandeel van het landbouwbudget in de EU-begroting na 2013 sterk te verlagen en het GLB inhoudelijk te hervormen. 37

13 De Health Check vormt een evaluatie van de GLB-hervormingen uit 2003 en bevat ook aanbevelingen voor de toekomst van bepaalde beleidsinstrumenten binnen het GLB in de periode tot Volgens de Europese Commissie is het de bedoeling van de Health Check om het GLB verder te moderniseren, te vereenvoudigen en te stroomlijnen en resterende belemmeringen uit de weg te ruimen opdat de landbouwsector kan inspelen op de groeiende vraag naar levensmiddelen. Op 20 november 2008 hebben de Europese ministers van Landbouw een akkoord bereikt over de Health Check: De lidstaten krijgen de mogelijkheid om in plaats van een model met op historische ontvangsten gebaseerde betalingen naar een regionaal model te gaan waarbij de steun gebaseerd is op een bedrag per hectare. Daarnaast kunnen binnen het historisch model regionale top-ups toegepast worden. Meer ontkoppeling in landen die in een aantal landbouwsectoren geopteerd hebben voor het behoud van de koppeling tussen subsidie en productie. Van belang voor Vlaanderen is dat de rechtstreekse steun voor noten, zaaizaad en eiwithoudende gewassen, en de slachtpremie kalveren ten laatste tegen 2012 ontkoppeld moeten zijn. De verwerkingssteun vlas en vezelhennep wordt in 2012 ontkoppeld. De zoogkoeienpremie kan gekoppeld blijven. Er komt een ondergrens voor de betalingen van rechtstreekse steun. De rechtstreekse steun wordt slechts uitbetaald voor een minimumbetaling van 250 euro per landbouwbedrijf of een minimumareaal van 1 hectare. Definitieve afschaffing van de braakleggingsverplichting: de verplichting dat landbouwers 10 % van hun grond braak moeten leggen is afgeschaft, zodat deze landbouwers hun productiepotentieel volledig kunnen benutten. Overheveling van middelen (verplichte modulatie) uit het budget voor rechtstreekse steun (pijler 1) naar het budget voor plattelandsontwikkeling (pijler 2). Momenteel worden de betalingen aan landbouwers die jaarlijks meer dan euro rechtstreekse steun ontvangen, met 5 % gekort en worden de overeenkomstige bedragen overgeheveld naar de begroting voor plattelandsontwikkeling. De Commissie stelt voor dit percentage te verhogen. De extra modulatiepercentages zijn als volgt: 2 % in 2009, 3 % in 2010, 4 % in 2011 en 5 % in De modulatie wordt bovendien progressief verhoogd naargelang van de omvang van de ontvangen steun waardoor grote landbouwbedrijven meer bijdragen tot de modulatie. De bedrijven met steun groter dan euro worden met 4 % extra gekort. Lidstaten kunnen deze nieuwe modulatiemiddelen gebruiken om hun programma s op het gebied van klimaatverandering, hernieuwbare energie, waterbeheer en biodiversiteit en Het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid na 2013 Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de toekomst zal wortels hebben in het huidige, maar zal naar vorm duidelijke verschilpunten hebben. Vandaag is de zoektocht gestart om de laatste restanten van een overheidsingrijpen in het marktmechanisme, de huidige directe betalingen, om te vormen tot vergoedingen voor concrete doelstellingen die gericht zijn op maatschappelijke wensen. De goedkeuring van de Mid Term Review werd in 2003 nog uitgeroepen tot de meest ingrijpende landbouwhervorming ooit. In het GLB na 2013 zullen de ontkoppelde directe betalingen, gebaseerd op een historische referentie , echter hun actualiteitswaarde verliezen. Een nieuw verdeelmechanisme is noodzakelijk waarbij een tussenweg gevonden moet worden tussen een unieke premie per ha en een vergoeding voor maatschappelijke diensten. Een unieke premie straalt eenvoud uit, biedt een minimale inkomensgarantie, maar dreigt in grond- en pachtprijzen te worden opgeslorpt en op die manier zijn bedoelde begunstigden, de landbouwers, te missen. 38

14 aan de innovatie-inspanningen die in dit kader plaatsvinden, te versterken. Daarnaast kunnen die middelen ingezet worden ter financiering van begeleidende maatregelen in de zuivelsector tengevolge van het einde van de melkquota. De cofinanciering verloopt als volgt: 75% Europese Unie en 25% nationaal. De investeringslimiet voor jonge landbouwers wordt opgetrokken van naar euro. De lidstaten mogen tot 10 % van de rechtstreekse inkomenssteun herbestemmen om specifieke steun toe te kennen voor het stimuleren van kwaliteitslandbouw (milieumaatregelen, verbetering van de kwaliteit of de vermarkting van landbouwproducten en dierenwelzijn), om in te spelen op specifieke nadelen in bepaalde kwetsbare sectoren of gebieden, en in de vorm van bijdragen tot gewasverzekeringspremies of steun aan mutuele fondsen voor planten- en dierenziekten (artikel 68). De niet gebruikte middelen van de rechtstreekse inkomenssteun mogen, binnen een veiligheidsmarge van 0,5% en een plafond van 4%, gebruikt worden in het kader van artikel 68 (zie hiervoor) of voor plattelandsontwikkeling. De maximale financiële overheidssteun voor verzekeringen en onderlinge fondsen wordt beperkt tot 65%. De cofinanciering bedraagt 75% Europese Unie en 25% nationaal. Geleidelijke afschaffing van de melkquota: de melkquota verstrijken op 1 april Om een zachte landing van de sector te verzekeren, worden in de periode 2009/ /2014 de quota gedurende vijf opeenvolgende jaren jaarlijks met 1 % verhoogd. De Commissie zal twee maal een verslag indienen (in 2010 en in 2012) betreffende de evolutie op de zuivelmarkt met eventuele aanvullende voorstellen. De Commissie zal een voorstel doen om de positieve vetcorrectiecoëfficiënt te verlagen. Dit betekent concreet voor België een verhoging van het melkquotum met 3,94 %. Herziening van de normen in het kader van de randvoorwaarden die de landbouwers in acht moeten nemen om rechtstreekse steun te ontvangen. Een aantal overbodige verplichtingen worden afgeschaft, maar er worden ook nieuwe toegevoegd in verband met een duurzamer waterbeheer en bescherming van de waterkwaliteit. De interventieprijsmechanismen worden afgeslankt maar er blijft een vangnet bestaan als de markt ernstig wordt verstoord. Voor granen wordt de interventie op nul gezet met uitzondering van broodtarwe. De interventie voor broodtarwe, boter en magere melkpoeder kan slechts beperkt worden via een vaste prijs. De interventie moet daarna via een systeem van openbare inschrijvingen in goede banen worden geleid. Voor rijst is de mogelijkheid van interventie op nul gezet. Dit toekomstig Europees landbouwbeleid zal bij een volgende herziening, verwacht tegen uiterlijk 2013, rekening moeten houden met een Europese Unie van 27 of meer lidstaten. Het nieuwe beleidskader zal nog meer dan voorheen rekening moeten houden met verschillen in landbouwstructuur, verschillen in inkomen, marktprijsvolatiliteit, in bekommernissen om dierenwelzijn, in attitudes ten aanzien van milieu en landschap, etc. Het Vlaamse landbouwbeleid zal in de toekomst sterker dan voorheen maatwerk vergen. Niet dat hiermee een renationalisering van het GLB wordt beoogd, maar er zal een onderscheid gemaakt moeten worden tussen uitdagingen die gezamenlijk binnen de EU aangepakt worden en een invulling van het regionale beleid. Het voldoen aan Kyoto-normen, millenniumdoelstellingen e.d. alsook het behoud van handelsnormering, criteria rond voedselveiligheid e.d. blijven een Europese aanpak vergen. Het Vlaamse landbouwbeleid daarentegen kan een landbouwbeleid ontwikkelen dat aangepast is aan zowel de verdere ontwikkeling van performante ondernemingen die de concurrentie op de wereldmarkt aangaan als aan bedrijven die kiezen voor verbreding of agrarisch natuurbeheer. 39

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Politiek akkoord over de Health Check van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van november 2008, de bijeenkomst van alle ministers van Landbouw van de Europese Unie,

Nadere informatie

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)

Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Toekomst Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Programmadirectie GLB, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) Ontstaan Jaren vijftig: Voedselzekerheid Deviezen sparen

Nadere informatie

Economie en melkproductie

Economie en melkproductie Economie en melkproductie Productschap Zuivel onderwijsdag Pierre Berntsen Directeur Agrarische Bedrijven ABN AMRO 19 november 2013 Agenda Stand van de economie Beschikbaarheid van grondstoffen en zuivel

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008 TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID IN 2008 1. Het Europees landbouwbeleid Succesverhaal met schaduwzijden Toen in 1957 de doelstellingen van het Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten. Gemeenschappelijk Landbouwbeleid: kosten, instrumenten en hun effecten. Budget Ontwikkeling van het Budget In 23 kostte het prijs- en inkomensbeleid 4 miljard en in 24 bijna 43 miljard. Op basis van het

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2010-2020 Roald Lapperre directeur Europees Landbouwbeleid ministerie van LNV Opzet presentatie 1.Terugblik op ontwikkeling GLB tot op heden 2.Waar staan we anno 2010?

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 25 074 Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) 28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Nr. 61 BRIEF VAN

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.9.2007 COM(2007) 544 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in opnieuw

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2012

De agrarische handel van Nederland in 2012 De agrarische handel van Nederland in 2012 1. Opvallende ontwikkelingen Totale wereldhandel in agrarische producten groeit voor tweede opeenvolgende jaar met ruim 10% Nederlandse agrarische export groeit

Nadere informatie

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid

Het GLB Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid Het GLB 2014-2020 Gezamenlijke Staten Noord-Nederland 15 februari 2012 Monique Remmers Directie Europees Landbouwbeleid en voedselzekerheid GLB-uitgaven in constante prijzen 2007 70 miljard euro % van

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2014

De agrarische handel van Nederland in 2014 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Totale Nederlandse handelsoverschot is in gelijk gebleven aan het niveau van ( 47,6 mld.); handelsoverschot agrarische producten komt

Nadere informatie

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013

GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 GLB-onderhandelingen; stand van zaken april 2013 Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid, Herman Snijders Ontwikkelingen en structuur GLB 2 Ontwikkeling van het GLB van start tot nu 1960 ca 1980: Markt-

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2013

De agrarische handel van Nederland in 2013 De agrarische handel van Nederland in 2013 1. Opvallende ontwikkelingen Totale handelsoverschot groeit met 4,5 miljard; aandeel agrarische producten 2 miljard Nederlandse agrarische export neemt in 2013

Nadere informatie

1 De markt voor de Nederlandse landbouw De Nederlandse landbouw en de handel Orde in de handel WTO en EU 12 1.

1 De markt voor de Nederlandse landbouw De Nederlandse landbouw en de handel Orde in de handel WTO en EU 12 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 De markt voor de Nederlandse landbouw 9 1.1 De Nederlandse landbouw en de handel 9 1.2 Orde in de handel 10 1.3 WTO en EU 12 1.4 Afsluiting 13 2 Bepaling verkoopprijs 14

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte dames en heren,

Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte dames en heren, Tweede Kamer der Staten Generaal t.a.v. de Fractievoorzitters en Landbouwwoordvoerders Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Land- en Tuinbouworganisatie Nederland Postbus 29773, 2502 LT Den Haag Bezoekadres

Nadere informatie

Is er nog eten over 20 jaar. Fred Klein Productschap Akkerbouw

Is er nog eten over 20 jaar. Fred Klein Productschap Akkerbouw Is er nog eten over 20 jaar Fred Klein Productschap Akkerbouw 1 Productschap Akkerbouw Taken van het Productschap Akkerbouw: Is er voor alle bedrijven en werknemers die akkerbouwproducten telen, verwerken

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2010

De agrarische handel van Nederland in 2010 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Wereldhandel in agrarische producten daalde in met ruim 10%, maar vertoont in weer herstel Nederlandse agrarische export groeit in naar

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

2 Het Europese landbouwbeleid in verandering

2 Het Europese landbouwbeleid in verandering 2 Het Europese landbouwbeleid in verandering 2.1 Verleden en heden In de vroege jaren zestig van de vorige eeuw is de EEG een gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) gaan voeren op basis van marktordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE L 242/10 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0067(E) 4.4.2016 *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij advies over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli

Nadere informatie

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020 Herman Snijders Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid Ontwikkeling van het GLB van start tot nu Start (1960): gebrek aan voedsel, geld en arbeid verhoging

Nadere informatie

Schuivende panelen. Petra Berkhout

Schuivende panelen. Petra Berkhout Schuivende panelen Petra Berkhout Kerncijfers agrocomplex Nederland, 2012 2 Aandeel (%) van deelcomplexen in TW en werkgelegenheid, 2012 Deelcomplex Toegevoegde waarde Werkgelegenh eid 2012 2012 Akkerbouw

Nadere informatie

EU Programma s GLB

EU Programma s GLB EU Programma s 2014-2020 GLB 2014-2020 Carlo Vromans Programma Ontwikkeling GLB tot 2014 GLB 1 e pijler: inkomenssteun met maatschappelijke verplichtingen GLB 2 e pijler: plattelandsontwikkelingenprogramma

Nadere informatie

IMPACTANALYSE RUSLAND

IMPACTANALYSE RUSLAND Studiedienst Stafmedewerkers Diestsevest 40 3000 Leuven T (016) 28 64 11 F (016) 28 64 09 PERSNOTA Datum 31 juli 2015 Betreft: IMPACTANALYSE RUSLAND 1 ALGEMENE CONTEXT De EU-28 exporteerde in 2013 voor

Nadere informatie

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU MARKT- en PRIJSBELEID Het gemeenschappelijk landbouwbeleid beoogt o.a. de agrarische bevolking een redelijk inkomen te verschaffen en de consumenten te verzekeren

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 12 november 2003 Betreft:

Nadere informatie

Visie op het EU zuivelbeleid na de quota

Visie op het EU zuivelbeleid na de quota Jan Maarten Vrij Indeling presentatie 1. De zuivelsector in Nederland 2. Hoog Niveau Expert Groep Zuivel 3. Discussiepunten Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 4. Standpunten Nederlandse Zuivelindustrie 2van

Nadere informatie

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ

'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ ,3 Brussels, 22 januari 2003 'H &RPPLVVLH VWHOW HHQ ODQGERXZKHUYRUPLQJ YRRU RP GH ODQGERXZHUV HHQ ODQJHWHUPLMQSHUVSHFWLHI RS GXXU]DPHODQGERXZWHELHGHQ 'H (XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW YDQGDDJ HHQ SDNNHW YRRUVWHOOHQ

Nadere informatie

producentenorganisaties (PO's) wettelijk kader Lea Elst

producentenorganisaties (PO's) wettelijk kader Lea Elst producentenorganisaties (PO's) wettelijk kader Lea Elst Producentenorganisaties (wettelijk kader) Inleiding Doelstellingen en voorwaarden Uniek lidmaatschap / contractuele onderhandelingen Praktisch Andere

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 07.12.2004 SEC(2004) 1575 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie

Nadere informatie

Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be)

Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be) Landbouw in Oekraïne 12/05/2011 Oekraïne (foto s zijn terug te vinden op www.liba.be) Oekraïne is groter dan elk land van de EU. De goede ligging van het land, gecombineerd met de vruchtbare bodems, geeft

Nadere informatie

Producentenorganisaties Brancheorganisaties

Producentenorganisaties Brancheorganisaties Producentenorganisaties Brancheorganisaties 9/10/2015 Lea Elst Producentenorganisaties Brancheorganisaties Inleiding Producentenorganisaties (PO/UPO) (startsteun) Brancheorganisaties (BO) Uitbreiding van

Nadere informatie

Sector Score Ontwikkeling Score Ontwikkeling Ontwikkeling inkomen a) inkomen b) marktpositie marktpositie maatschappelijk d)

Sector Score Ontwikkeling Score Ontwikkeling Ontwikkeling inkomen a) inkomen b) marktpositie marktpositie maatschappelijk d) Tabel 1.1 Economische betekenis van het Nederlandse agrocluster Toegevoegde waarde (mrd. Euro) Werkgelegenheid (1. arbeidsjaren) 1995 2 23 1995 2 23 Agrocomplex totaal 32,3 37,7 41,6 659 675 65 Aandeel

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

HET ALGEMENE KADER VAN DE EXTERNE COMPONENT VAN HET GLB

HET ALGEMENE KADER VAN DE EXTERNE COMPONENT VAN HET GLB DE LANDBOUWOVEREENKOMST VAN DE WTO Het gemeenschappelijk landbouwbeleid valt tegenwoordig op extern gebied onder de regels van de Wereldhandelsorganisatie en in het bijzonder onder de landbouwovereenkomst

Nadere informatie

Market Outlook. Een perspectief op de middellange termijn voor de Nederlandse landbouw

Market Outlook. Een perspectief op de middellange termijn voor de Nederlandse landbouw Market Outlook Een perspectief op de middellange termijn voor de Nederlandse landbouw Roel Jongeneel Elk jaar brengt de OECD-FAO in juli haar Agricultural Outlook uit. Dat biedt een vooruitblik op de wereldmarkt

Nadere informatie

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan

Datum 18 juni 2015 Betreft Beantwoording vragen van de leden Jasper Van Dijk en Smaling (SP) over het bericht TTIP tast gezondheid EU aan Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z07933 Datum 18 juni

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Investeringen 5. Belemmeringen 6. Meer informatie 1. VLAAMSE

Nadere informatie

Europese landbouwbeleid

Europese landbouwbeleid Europese landbouwbeleid Toelichting op de betalingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in het boekjaar 2016 Toelichting op de betalingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be beheerscomité dierlijke producten 18 juni 2015 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Wat is vandaag de dag nog duurzaam?

Wat is vandaag de dag nog duurzaam? Wat is vandaag de dag nog duurzaam? Duurzame voeding Schaal als spanningsveld VU Amsterdam 3 oktober 04 Inderdaad... Bron: NRC 7/0/04 Harry Aiking Overzicht Duurzaamheid is dynamisch Duurzaamheid en voedselzekerheid

Nadere informatie

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB

Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB Hoofdlijnen en nationale keuzes GLB 2014-2020 Herman Snijders Gemeenschappelijk landbouwbeleid Eerste pijler, Markt en inkomensondersteuning Tweede pijler, Plattelands- Ontwikkeling o.a. Producenten organisaties

Nadere informatie

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen Nederland importland Landgebruik en emissies van grondstofstromen Vraagstelling en invulling Welke materiaalstromen naar en via Nederland veroorzaken wereldwijd de grootste milieudruk? Klimaat, toxische

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK

TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK TOELICHTING OP DE BETALINGEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID (GLB) IN HET BOEKJAAR 2009 Deze toelichting behandelt de meest opvallende ontwikkelingen in de betalingen die Nederlandse

Nadere informatie

De rol van landbouw in de Doha Ronde

De rol van landbouw in de Doha Ronde Faculteit Economie en Bedrijfskunde te Universiteit van Amsterdam De rol van landbouw in de Doha Ronde Marisca Nathe 0300039 Bachelor Economie en Bedrijfskunde Specialisatie: International Economics &

Nadere informatie

Peter van Giersbergen Rob Verhees CROSS COMPLIANCE. Voordat je het weet heb je ermee te maken. Inspecteurs Toezichtontwikkeling

Peter van Giersbergen Rob Verhees CROSS COMPLIANCE. Voordat je het weet heb je ermee te maken. Inspecteurs Toezichtontwikkeling 1 CROSS COMPLIANCE Voordat je het weet heb je ermee te maken Peter van Giersbergen Rob Verhees Inspecteurs Toezichtontwikkeling Onderwerpen voor vandaag Controle Coördinatie Autoriteit Terug in de tijd:

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Duiding van de adviesaanvraag. 1.2 Opbouw van het advies

1 Inleiding. 1.1 Duiding van de adviesaanvraag. 1.2 Opbouw van het advies 1 Inleiding 1.1 Duiding van de adviesaanvraag Namens het kabinet heeft minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) de SER gevraagd advies uit te brengen over de integratie van nieuwe

Nadere informatie

Vereniging voor Weide en Voederbouw Verdwijnt de grond gebonden landbouw uit Nederland?

Vereniging voor Weide en Voederbouw Verdwijnt de grond gebonden landbouw uit Nederland? Vereniging voor Weide en Voederbouw Verdwijnt de grond gebonden landbouw uit Nederland? Herman Versteijlen, Directeur DG AGRI Lelystad, 21 september 2006 Verleiding van beweiding Vele ontwikkelingen die

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl

WE FEED THE WORLD. Achtergronden bij. Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Achtergronden bij WE FEED THE WORLD Een film van Erwin Wagenhofer, Oostenrijk, 2005 www.wefeedtheworld.nl Meer weten over We feed the world? Zelf bijdragen aan een mens-, dier- en milieuvriendelijke landbouw?

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00 EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Commissie internationale handel 2009 20.9.2005 PE 362.727v01-00 AMENDEMENTEN 1-17 Ontwerpadvies Johan Van Hecke Een ontwikkelingsstrategie voor Afrika (2005/2142(INI))

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG BEHEERSCOMITÉ VARKENS 19 SEPTEMBER 2018 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief Conferentie Keuzes voor landbouw en veehouderij Huidige mondiale impact van veehouderij Biodiversiteit, aandeel 30% in mondiaal verlies

Nadere informatie

Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Tom Vandenkendelaere Europees Parlementslid

Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Tom Vandenkendelaere Europees Parlementslid Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Tom Vandenkendelaere Europees Parlementslid EUROPA, HOE ZIT DAT EIGENLIJK? - EVP-fractie - Commissies WAAROM EEN EUROPEES LANDBOUWBELEID? 1957: Stichting Europese

Nadere informatie

3 PLUIMVEE EN EIEREN. Beheerscomité Dierlijke Producten. Datum: 20/03/2014

3 PLUIMVEE EN EIEREN. Beheerscomité Dierlijke Producten. Datum: 20/03/2014 Titel: Datum: 20/03/2014 Beheerscomité Dierlijke Producten Voorzitter: Verslaggever: Entiteit: Afdeling: Aanwezigen: Agendapunten: Luis CARAZO JIMENEZ Lieve De Smit Departement Landbouw en Visserij Landbouw-

Nadere informatie

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen.

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad derhalve de ontwerp-conclusies in bijlage dezes aan te nemen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 maart 2008 7150/1/08 REV 1 (de,nl,da,el,pt,sv,cs,et,lt,mt,sl) AGRI 62 AGRISTR 8 AGRIORG 21 VERSLAG van: het Speciaal Comité landbouw d.d.: 10 maart 2008 aan: de Raad

Nadere informatie

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Twentse landbouw in nieuw krachtenveld Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Programma Voorstellen Stellingen Presentatie trends en ontwikkelingen Discussie Conclusies en afronding Pratensis Adviesbureau voor

Nadere informatie

LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga

LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga Vraag In de laatste zes maanden was er steeds zoveel slecht nieuws over de economische groei, dat dit de consumptiegroei deed stagneren. In de

Nadere informatie

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU

Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU Het GLB en dierenwelzijn: hoge normen in de EU De Europese Unie mikt hoog Europese Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling Bijdrage van het landbouwbeleid Het GLB biedt landbouwers een aantal stimuli

Nadere informatie

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )

De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( ) VIVES BRIEFING 2016/04 De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie (2001-2016) Wouter Wolfs Jef Smulders 1 DE EVOLUTIE VAN DE PARTIJFINANCIERING ROPESE UNIE (2001-2016) Wouter

Nadere informatie

GLB richting december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters

GLB richting december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters GLB richting 2020 15 december 2011 Studiedag Verbond Vlaamse Suikerbietplanters 1 Wetgevende voorstellen Overzicht Meerjarig financieel kader 2014-2020, 29 juni 2011 GLB tot 2020: wetgevende voorstellen,

Nadere informatie

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen stuk ingediend op 1880 (2012-2013) Nr. 1 21 januari 2013 (2012-2013) Gedachtewisseling over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen Verslag

Nadere informatie

LANDBOUW EN VOEDING IN

LANDBOUW EN VOEDING IN LANDBOUW EN VOEDING IN VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST Joris Relaes Kabinetschef Landbouw Kabinet minister-president Kris Peeters Agribex, Brussel 6 december 2013 De Vlaamse landbouw aan de vooravond van de

Nadere informatie

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 20 januari 2016 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Europees

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN L 70/4 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/386 VAN DE COMMISSIE van 11 maart 2019 tot vaststelling van regels betreffende de verdeling, na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de

Nadere informatie

Vooruitzichten granen en weersomstandigheden. Verkopen uit interventie

Vooruitzichten granen en weersomstandigheden. Verkopen uit interventie Datum: 26/05/2011 Onderwerp: Beheerscomité granen Voorzitter: Verslaggever: Entiteit: Afdeling: Aanwezigen: Europese Commissie : C5 Robin.thiers@lv.vlaanderen.be Departement Landbouw en Visserij Afdeling

Nadere informatie

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019 Rijnsburg, 13 oktober 2014 Inhoud in vogelvlucht Omvorming + nieuwe opzet directe betalingen Toegang tot nglb Basispremie + vergroening op hoofdlijnen Voorbereiding

Nadere informatie

Steun voor de oprichting van producentenorganisaties (PO's)

Steun voor de oprichting van producentenorganisaties (PO's) ,.~~ re ~ ~ Vlaanderen is landbouw & visserij Steun voor de oprichting van producentenorganisaties (PO's) Lea Elst DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Producentenorganisaties Doel? Versterking van de marktpositie

Nadere informatie

Welke oude en nieuwe beperkingen houden de melkproductie op het spoor?

Welke oude en nieuwe beperkingen houden de melkproductie op het spoor? Welke oude en nieuwe beperkingen houden de melkproductie op het spoor? Erwin Wauters Senior Onderzoeker Melle, 27 maart 2015 WAT IS DE VRAAG EIGENLIJK Wat na de quota Wit goud of zwarte sneeuw?* De meningen

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 6 september 2017 (OR. en) 11765/17 ADD 1 AGRIFIN 84 FIN 513 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 28 augustus 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie:

SCHAPEN EN GEITEN. Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 21 juni 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen

2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen 2 De voorstellen van de Europese Commissie op hoofdlijnen 2.1 Inleiding In het kader van de besluitvorming over Agenda 2000 is afgesproken dat de Europese Commissie na verloop van tijd met een tussentijdse

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0360/1. Amendement. Paolo De Castro, Ulrike Rodust, Isabelle Thomas namens de S&D-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0360/1. Amendement. Paolo De Castro, Ulrike Rodust, Isabelle Thomas namens de S&D-Fractie 27.4.2015 B8-0360/1 1 Overweging C bis (nieuw) C bis. overwegende dat de thema's van de expo 2015 in Milaan hoofdzakelijk betrekking hebben op voedsel, met inbegrip van visserij, een thema dat net als

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE 16.10.2015 L 271/25 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1853 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2015 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone steun voor landbouwers in de veehouderijsectoren DE EUROPESE

Nadere informatie

Landbouw en de wer eld

Landbouw en de wer eld Inhoud 3 1. Over deze brochure 4 2. Eerst wat geschiedenis 4 Waarom afspraken over landbouw? 4 Vroeger 4 Nederland zoekt samenwerking 4 Het begin van de Europese Unie 5 Een gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid

Nadere informatie

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012 Meer met minder Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI 6 juni 2012 Inhoud presentatie Mondiale trends die van invloed zijn op toekomstige watervraag Nationale

Nadere informatie

Malthus (1766 1834) Kan landbouw de wereld blijven redden? Het ongelijk van Malthus. An essay on the principle of population 25/11/2013

Malthus (1766 1834) Kan landbouw de wereld blijven redden? Het ongelijk van Malthus. An essay on the principle of population 25/11/2013 Kan landbouw de wereld blijven redden? Malthus (1766 1834) Piet VANTHEMSCHE Voorzitter Boerenbond KULeuven Universiteit 3 e Leeftijd 03-12-2013 An essay on the principle of population Het ongelijk van

Nadere informatie

Marktnieuws : - ISO heeft in mei ll. haar schatting van de wereldsuikerbalans voor 2011/2012 herzien (in ruwe suiker):

Marktnieuws : - ISO heeft in mei ll. haar schatting van de wereldsuikerbalans voor 2011/2012 herzien (in ruwe suiker): Datum: 24/05/2012 Onderwerp: Beheerscomité suiker Voorzitter: Verslaggever: Entiteit: Afdeling: Aanwezigen: Agendapunten: Europese Commissie : C5 Gudrun.beerlandt@lv.vlaanderen.be Departement Landbouw

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.4.2014 COM(2014) 223 final 2014/0125 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het door de Europese Unie in te nemen standpunt in de Algemene Raad

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

RECHTSGRONDSLAG OVERZICHT: VAN 21 GMO'S NAAR ÉÉN ENKELE GMO

RECHTSGRONDSLAG OVERZICHT: VAN 21 GMO'S NAAR ÉÉN ENKELE GMO DE EERSTE PIJLER VAN HET GLB: I GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING (GMO) VOOR LANDBOUWPRODUCTEN De GMO vormt het kader voor de marktmaatregelen binnen het GLB. De achtereenvolgende hervormingen hebben ertoe

Nadere informatie

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Inleiding De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) begint steeds meer vorm te krijgen. Op 12 oktober 2011

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting De Tweede Kamer vraagt advies van de SER over de haalbaarheid, de afdwingbaarheid en de consequenties van cofinanciering van (de inkomenstoeslagen in) het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES DE BOSATLAS VAN HET VOEDSEL VRAGENSET ANTWOORDMODEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES I. Voeding en welvaart 1. De Human Development Index (HDI) geeft aan hoe welvarend een land is. Vergelijk de HDI met de andere

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ v.u. Jules Van Liefferinge depotnr. D/2015/3241/316 www.vlaanderen.be/landbouw DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ PRODUCTIEWAARDE, MILJOEN EURO, 2014 overige 167 223 325 512 602 1.460 844 712 355 179 102

Nadere informatie

B8-0360/37. Anja Hazekamp, Curzio Maltese, Eleonora Forenza, Barbara Spinelli namens de GUE/NGL-Fractie

B8-0360/37. Anja Hazekamp, Curzio Maltese, Eleonora Forenza, Barbara Spinelli namens de GUE/NGL-Fractie 27.4.2015 B8-0360/37 37 Overweging A A. overwegende dat "Voedsel voor de planeet, energie voor het leven" het thema van de expo 2015 in Milaan is en dat dit evenement een forse impuls kan geven aan het

Nadere informatie

De fosfaatbalans Huidige ontwikkelingen en toekomstvisie Schuiling, R. e.a. InnovatieNetwerkrapport nr E, Utrecht, februari 2011.

De fosfaatbalans Huidige ontwikkelingen en toekomstvisie Schuiling, R. e.a. InnovatieNetwerkrapport nr E, Utrecht, februari 2011. Samenvatting 69 De fosfaatbalans Huidige ontwikkelingen en toekomstvisie Schuiling, R. e.a. InnovatieNetwerkrapport nr. 10.2.232E, Utrecht, februari 2011. Fosfaat is onmisbaar voor de landbouw en speelt

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen 5. Administratieve taken 6. Meer informatie 1.

Nadere informatie