Date de réception : 16/02/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Date de réception : 16/02/2012"

Transcriptie

1 Date de réception : 16/02/2012

2 Resumé C-18/12-1 Zaak C-18/12 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van indiening: 16 januari 2012 Verwijzende rechter: Nejvyšší správní soud (administratief hooggerechtshof) Tsjechische Republiek Datum van de verwijzingsbeslissing: Verzoekende partij: Verwerende partij: Rechtsgrond: 15 december 2011 Finanční ředitelství v Hradci Králové Město Žamberk Artikel 132, lid 1, sub m, van richtlijn 2006/112/EG Prejudiciële vragen 1. Kunnen niet-georganiseerde, onsystematische en recreatieve sportactiviteiten die op die manier kunnen worden uitgeoefend in een openluchtzwembadcomplex (bijvoorbeeld recreatief zwemmen, recreatieve balspellen, enz.) worden aangemerkt als het beoefenen van sport of als lichamelijke opvoeding in de zin van artikel 132, lid 1, sub m, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde? 2. In geval van een bevestigend antwoord op de eerste vraag, moet het tegen betaling verlenen van toegang tot een dergelijk openluchtzwembadcomplex, dat zijn bezoekers de voormelde mogelijkheid biedt om sportactiviteiten uit te NL

3 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-18/12 oefenen, weliswaar naast andere soorten van amusement en recreatie, worden aangemerkt als een dienst die nauw samenhangt met sport of lichamelijke opvoeding die wordt verricht ten behoeve van personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen in de betekenis van die bepaling van richtlijn 2006/112/EG, en bijgevolg als een dienst die is vrijgesteld van belasting over de toegevoegde waarde voor zover hij wordt verricht door een organisatie zonder winstoogmerk en voor zover de andere voorwaarden van die richtlijn zijn vervuld? Korte uiteenzetting van de feiten en de procedure in het hoofdgeding 1 Bij beslissing van 17 juni 2009 oordeelde het Finanční úřad v Žamberku (belastingkantoor, Žamberk) dat Město Žamberk (de gemeente Žamberk, eiseres in eerste aanleg, hierna: Žamberk ) te veel belasting over de toegevoegde waarde (btw) had afgetrokken voor de aangifteperiode van het eerste kwartaal van 2009; de aftrek bedroeg CZK , terwijl zij in haar belastingaangifte ten onrechte CZK in mindering had gebracht. Tegen deze beslissing stelde Žamberk beroep in, dat bij beslissing van 15 december 2009 van het Finanční ředitelství v Hradci Králové (Belastingdienst, Hradec Králové: appellant voor de verwijzende rechter, hierna: appellant ) werd verworpen. 2 Tegen de beslissing van de Belastingdienst stelde Žamberk beroep in bij de Krajský soud v Hradci Králové (regionale rechtbank, Hradci Králové), die bij vonnis van 27 oktober 2010 de beslissing heeft vernietigd en de zaak voor verdere behandeling naar de Belastingdienst heeft terugverwezen. 3 De Krajský soud aanvaardde de gegrondheid van het bezwaar van Žamberk volgens hetwelk de belastingadministratie de aftrek van voorbelasting onterecht had verminderd die Žamberk had aangegeven voor de in verband met haar inkomen uit de exploitatie van het gemeentelijk zwembad aanvaarde belastbare handelingen. 4 De belastingsautoriteiten vertrokken van het uitgangspunt dat de uitgevoerde belastbare handelingen, d.w.z. het tegen betaling beschikbaar stellen van het openluchtzwembadcomplex aan de bezoekers ervan, zijn vrijgesteld van btw aangezien het diensten betreft die nauw verbonden zijn met sport of lichamelijke opvoeding die door een niet voor commerciële doeleinden opgerichte rechtspersoon worden verricht ten behoeve van personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen in de zin van artikel 61, sub d, van wet nr. 235/2004 op de btw (zákon č. 235/2004 Sb., o DPH.). Bij de uitlegging van die bepaling is appellant uitgegaan van de definitie van de uitdrukking sport voor iedereen in artikel 2, lid 2, van wet nr. 115/2001 ter bevordering van de sportbeoefening (zákon č. 115/2001 Sb. o podpoře sportu), volgens welke dit zowel georganiseerde als ongeorganiseerde sport inhoudt, alsook lichaamsbeweging bedoeld voor brede bevolkingslagen. 2

4 5 De Krajský soud ging niet akkoord met die uitlegging. Hij oordeelde dat uit het verklarende memorandum bij artikel 61 van de btw-wet volgt dat het de bedoeling van de wetgever was om de betrokken diensten vrij te stellen in dezelfde mate als onder het recht van de Europese Unie; artikel 132, lid 1, sub m, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: richtlijn 2006/112/EG ) bepaalt dat de lidstaten vrijstelling van btw moeten verlenen voor sommige diensten welke nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding en welke door instellingen zonder winstoogmerk worden verricht voor personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen. Evenwel definieert richtlijn 2006/112/EG de begrippen sport en lichamelijke opvoeding niet, en kan uit de rechtspraak van het Hof van Justitie hoogstens indirect worden afgeleid dat het aanbieden van de mogelijkheid tot het gebruiken van sportinfrastructuur aan amateur-sporters, ongeacht de kwaliteit van hun sportprestaties, een dienst is die nauw samenhangt met sport in de zin van die bepaling van de richtlijn. Anders dan de belastingautoriteiten is de Krajský soud uitgegaan van de definitie van de term sport in artikel 2, lid 1, van de wet ter bevordering van de sportbeoefening, volgens welke dat begrip alle vormen van fysieke activiteit omvat die door middel van georganiseerde en ongeorganiseerde deelname de harmonieuze ontwikkeling van de fysieke en mentale fitheid, de verbetering van de gezondheid en het behalen van overwinningen in sportwedstrijden op alle niveaus tot doel heeft. Aangezien in het betrokken zwembad geen activiteiten plaatsvonden waarvan het doel onder meer bestond in het behalen van overwinningen in sportwedstrijden, al was dit hypothetisch mogelijk, kan de vrijstelling van btw niet gelden voor de betrokken belastbare handelingen. 6 Tegen het vonnis van de Krajský soud stelde appellant cassatieberoep in bij de verwijzende rechter. 7 Appellant bleef bij zijn interpretatie van artikel 61, sub d, van de btw-wet en stelde dat de toegang tot sportterreinen voor alle personen die sportactiviteiten wensen uit te oefenen, ongeacht of zij een bepaald niveau halen in wedstrijden dan wel deze louter uitoefenen, bijvoorbeeld, in de context van fysieke recreatie, moeten worden aangemerkt als het verrichten van diensten die nauw samenhangen met sport. Anders zou de belastingneutraliteit worden aangetast, aangezien belastingbetalers die kunnen worden aangemerkt als een instelling zonder winstoogmerk de ten behoeve van sportlui die sport beoefenen op wedstrijdniveau verrichte diensten die nauw samenhangen met sport als vrijgestelde handelingen zouden aangeven, terwijl dezelfde diensten verricht ten behoeve van personen die in dezelfde sportfaciliteiten en onder dezelfde voorwaarden aan nietgeorganiseerde sport of fysieke recreatie doen, wel zouden moeten worden belast. 8 Žamberk bleef bij haar standpunt dat er in het zwembadcomplex geen diensten worden verricht die nauw samenhangen met sport, maar louter gewone recreatie plaatsvindt waarop de belastingvrijstelling geen betrekking heeft. Wat het beginsel 3

5 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-18/12 van belastingneutraliteit betreft, dient dit zijn uitdrukking te vinden in de economische mededinging, zoals gesteld in de zevende overweging van de considerans van richtlijn 2006/112/EG, met andere woorden tussen individuele dienstverrichters als deelnemers aan de economische mededinging op de betrokken markt (in de onderhavige zaak, mededinging tussen exploitanten van zwembaden). De toegang tot deze concurrerende deelnemers zou bijgevolg eenvormig moeten zijn vanuit het oogpunt van de btw, wat niet het geval is voor Žamberk, die werd benadeeld doordat zij de voorbelasting niet kon aftrekken. 9 Uit het administratief dossier bleek dat er in het zwembadcomplex (aquapark) een zwembad is waarvan het zwemgedeelte onderverdeeld is in verschillende banen en uitgerust is met springplanken om in het water te duiken; er is ook een gedeelte bedoeld voor kinderen en voor recreatief zwemmen. Het complex is ook voorzien van een waterglijbaan en tobogans, een kinderzwembad en een massagebad; er is ook een natuurlijk zwemgedeelte, een zandgrond voor strandvolleybal, en uitrusting voor tafeltennis, ook voor andere sporten is infrastructuur voorhanden. In de administratieve procedure werd niet nagegaan of er enige soort van zwemof andere sportclub of andere sportorganisatie actief was in verband met het betrokken zwembadcomplex, dan wel of het complex regelmatig werd gebruikt door schoolkinderen of andere personen voor activiteiten van lichamelijke opvoeding. Toegepaste bepalingen van het recht van de Europese Unie 10 De verwijzende rechter haalt de artikelen 132, 133 en 134 van richtlijn 2006/112/EG aan. Toegepaste bepalingen van nationaal recht 11 De verwijzende rechter haalt onder meer artikel 61, sub d, van de btw-wet aan, dat bepaalt dat "het verrichten van diensten die nauw samenhangen met sport of lichamelijke opvoeding door rechtspersonen die niet zijn opgericht voor commerciële doeleinden ten behoeve van personen die sport beoefenen of activiteiten van lichamelijke opvoeding" vrijgesteld is van belasting zonder recht op aftrek. Beoordeling van de prejudiciële vragen 12 Voor de beslissing over onderhavig cassatieberoep dient te worden vastgesteld of de dienst die bestaat uit het verlenen van toegang tot het betrokken complex moet worden aangemerkt als het verrichten van nauw met sport samenhangende diensten ten behoeve van personen die sportactiviteiten of lichamelijke opvoeding uitoefenen in de zin van artikel 61, sub d, van de btw-wet en artikel 132, lid 1, sub m, van richtlijn 2006/112/EG (en evenzo in de zin van artikel 13A, lid 1, 4

6 sub m, van de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (hierna: Zesde richtlijn ), die met ingang van 1 januari 2007 vervangen is door richtlijn 2006/112/EG). 13 Volgens de verwijzende rechter beoogt de definitie van sport in artikel 2 van de wet ter bevordering van de sportbeoefening voornamelijk de doelstellingen van die wet. Evenwel dient in de onderhavige zaak de verplichting om die bepaling van nationaal recht in overeenstemming met het Europees recht uit te leggen volledig te worden geëerbiedigd, aangezien de bepaling van artikel 61 van de btwwet enkel door de wetgever was aangenomen met het oog op de omzetting van artikel 13 A, lid 1, van de Zesde richtlijn, en nu eveneens dient om de overeenstemming met artikel 132, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG te verzekeren, te weten de btw-vrijstelling voor bepaalde activiteiten die worden verricht in het algemeen belang; bovendien komen de bewoordingen ervan in wezen overeen met die van de overeenkomstige bepaling van de richtlijn. Verder volgt uit vaste rechtspraak van het Hof van Justitie dat de belastingvrijstellingen voorzien in artikel 13 van de Zesde richtlijn, thans in artikel 132 van richtlijn 2006/112/EG, autonome begrippen van het recht van de Europese Unie zijn. De onderhavige vraag moet derhalve in dezelfde zin worden beoordeeld op basis van een gemeenschappelijke uitlegging van die bepaling van de richtlijn in alle lidstaten van de Europese Unie. 14 In de onderhavige zaak zijn dus vragen gerezen over de uitlegging van het recht van de Europese Unie, waarop de antwoorden beslissend zijn voor de uitspraak van de verwijzende rechter in dit cassatieberoep. 15 Het Hof van Justitie heeft de uitlegging van artikel 13A, lid 1, sub m, van de Zesde richtlijn behandeld in zijn arrest van 7 mei 1998, Commissie/Spanje, C-124/96, Jurispr. blz. I-2501 (omvang van een eventuele beperking van de belastingvrijstelling), in zijn arrest van 18 januari 2001, Stockholm Lindöpark, C-150/99, Jurispr. blz. I-493 (ruimere vrijstelling), in zijn arrest van 21 maart 2002, Kennemer Golf, C-174/00, Jurispr. blz. I-3293 (verduidelijking van de uitdrukking instelling zonder winstoogmerk ) en, tenslotte, in zijn arrest van 16 oktober 2008, Canterbury Hockey Club and Canterbury Ladies Hockey Club, C-253/07, Jurispr. blz. I-7821 (definitie van de uitdrukking personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen in overeenstemming met het criterium of de diensten uiteindelijk bedoeld zijn voor de personen die aan sport doen). 16 In geen enkele van die zaken betrof het voornaamste onderwerp waarover het Hof van Justitie moest oordelen bijgevolg de vraag welke activiteiten al dan niet mogen worden aangemerkt als het doen aan sport of lichamelijke opvoeding in de zin van artikel 13a, lid 1, sub m, van de Zesde richtlijn of artikel 132, lid 1, sub m van richtlijn 2006/112/EG. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie over die bepaling, en over andere in het algemeen belang van btw vrijgestelde diensten, 5

7 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-18/12 is het enkel mogelijk om bepaalde algemene principes af te leiden aan de hand waarvan de omvang van de vrijstelling moet worden beoordeeld in betwiste zaken. Die principes zijn door het Hof van Justitie, bijvoorbeeld, samengevat in de punten 17 tot en met 23 van zijn arrest in de zaak Canterbury Hockey Club and Canterbury Ladies Hockey Club: De bewoordingen waarin de in artikel 13 van de Zesde richtlijn bedoelde vrijstellingen zijn omschreven, moeten strikt worden uitgelegd, aangezien zij afwijkingen zijn van het algemene beginsel dat btw wordt geheven over elke dienst die onder bezwarende titel wordt verricht. Dit beginsel van strikte uitlegging betekent evenwel niet dat de bewoordingen die ter omschrijving van de vrijstellingen van artikel 13 zijn gebruikt aldus moeten worden uitgelegd dat zij geen effect meer sorteren (reeds aangehaalde arresten Temco Europe, punt 17, en Horizon College, punt 16). Deze dienen te worden uitgelegd in het licht van hun context en van de doelstellingen en algemene opzet van de Zesde richtlijn, waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de ratio legis van de betrokken vrijstelling (zie in die zin reeds aangehaald arrest Temco Europe, punt 18, en arrest van 3 maart 2005, Fonden Marselisborg Lystbådehavn, C-428/02, Jurispr. blz. I-1527, punt 28). 18. Artikel 13, A, van de Zesde richtlijn voorziet in btw-vrijstelling voor bepaalde activiteiten van algemeen belang. Deze vrijstelling betreft niet alle activiteiten van algemeen belang, maar enkel die welke daarin zeer gedetailleerd worden opgesomd en omschreven (arrest van 14 december 2006, VDP Dental Laboratory, C-401/05, Jurispr. blz. I-12121, punt 24, en arrest Horizon College, reeds aangehaald, punt 14). 19. Wat de beoefening van sport en lichamelijke opvoeding als activiteiten van algemeen belang betreft, beoogt de vrijstelling van artikel 13, A, lid 1, sub m, van de Zesde richtlijn dit soort activiteiten te stimuleren, maar stelt deze de diensten die daarmee samenhangen niet algemeen vrij (zie arrest van 12 januari 2006, Turn- und Sportunion Waldburg, C-246/04, Jurispr. blz. I-589, punt 39). 20. De in artikel 13, A, lid 1, sub m, van de Zesde richtlijn voorziene vrijstelling is onderworpen aan bepaalde voorwaarden, die uit diezelfde bepaling voortvloeien. 21. In de eerste plaats moeten de diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding, worden verleend door een in artikel 13, A, lid 1, sub m, van de Zesde richtlijn bedoelde instelling. Zo is het, om de betrokken diensten op grond van deze bepaling te kunnen vrijstellen, noodzakelijk dat de diensten worden

8 verleend door een instelling zonder winstoogmerk. Blijkens de verwijzingsbeslissing kan worden aangenomen dat in het hoofdgeding aan deze voorwaarde is voldaan. 22. In de tweede plaats kunnen de door deze instellingen verleende diensten, als activiteiten van algemeen belang, worden vrijgesteld op voorwaarde dat zij nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding en worden verleend aan personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen. Bovendien volgt uit artikel 13, A, lid 2, sub b, eerste gedachtestreepje, van de Zesde richtlijn dat de in artikel 13, A, lid 1, sub m, bedoelde diensten enkel kunnen worden vrijgesteld indien zij onontbeerlijk zijn voor het verrichten van de vrijgestelde handeling, te weten de beoefening van sport of lichamelijke opvoeding. 23. Derhalve wordt de vrijstelling van een handeling met name bepaald door de aard van de verrichte dienst en het verband tussen deze dienst en de beoefening van sport of lichamelijke opvoeding. 17 Volgens de verwijzende rechter volstaan deze richtsnoeren voor het beoordelen van de omvang van de btw-vrijstelling evenwel niet om de betrokken bepalingen op basis van de bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie te kunnen aanmerken als een acte clair. 18 Niettemin volgt, zoals de Krajský soud heeft erkend, uit de aangehaalde zaken indirect dat sport die op amateursniveau wordt beoefend, zelfs indien voornamelijk op basis van een lidmaatschap van een bepaalde sportclub of een andere organisatie, mag worden ingedeeld onder die bepaling van de Zesde richtlijn of van richtlijn 2006/112/EG. Dat kan ook worden afgeleid uit het doel van de bepaling, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie in de hierboven aangehaalde punten van het arrest in de zaak Canterbury Hockey Club and Canterbury Ladies Hockey Club. Dat doel of algemeen belang is zeker het bevorderen van sportbeoefening en lichamelijke opvoeding op een brede schaal, en dus niet enkel het bevorderen van professionele en elitesport. 19 Anderzijds is het zeer de vraag of het doel van die bepaling ook het bevorderen inhoudt van het louter verschaffen van toegang voor occasionele, recreatieve en niet-georganiseerde beoefening van activiteiten die enkel in de ruimste zin van het woord als sport kunnen worden aangemerkt. 20 De eerste vraag is dus of het eigenlijk wel mogelijk is om die activiteiten als sport of lichamelijke opvoeding aan te merken. 21 Is dit het geval, dan rijst de tweede vraag, namelijk of het tegen betaling (het toegangsgeld) toegankelijk maken van een dergelijk zwembadcomplex kan worden aangemerkt als de verrichting van een dienst die nauw samenhangt met sport of lichamelijke opvoeding, en of alle bezoekers die dat toegangsgeld betalen, 7

9 RESUMÉ VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-18/12 kunnen worden aangemerkt als personen die sport of lichamelijke opvoeding beoefenen, wanneer de voornaamste reden voor hun bezoek zeker niet moet, en in bepaalde gevallen niet zal, bestaan uit het beoefenen van die sportactiviteiten, maar zij alleen maar komen om te zwemmen of om andere soorten van recreatie en amusement te beoefenen die door het complex worden aangeboden. 22 Moet in dergelijk geval het beslissende criterium voor de btw-vrijstelling gelegen zijn in het hoofddoel van het betrokken complex, d.w.z. is een sportdoel beslissend dan wel een recreatief en amusementsdoel, of moeten andere aspecten in de beschouwing worden betrokken? Wat de vraag of er een algemeen belang aanwezig is betreft, kan enerzijds worden verondersteld dat de activiteiten van Žamberk zulk doel nastreven, en derhalve kunnen worden geëxploiteerd op nietcommerciële basis. Anderzijds kan Žamberk een lucratief doel nastreven teneinde financiering te bekomen voor haar hoofdactiviteit. Ook kan niet worden voorbijgegaan aan het argument van Žamberk dat het noodzakelijk is om belastingneutraliteit te verzekeren, en derhalve ook de economische mededinging tussen vergelijkbare inrichtingen, die enerzijds door instellingen zonder winstoogmerk en anderzijds door commerciële entiteiten worden geëxploiteerd. 23 De verwijzende rechter heeft derhalve besloten dat het in de onderhavige zaak noodzakelijk is om, overeenkomstig artikel 267, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met de hierboven geformuleerde vragen het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing te verzoeken over de uitlegging van artikel 132, lid 1, sub m, van richtlijn 2006/112/EG. 8

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2013 (*) Fiscale bepalingen Btw Richtlijn 2006/112/EG Artikel 132, lid 1, sub m Vrijstelling Diensten die nauw samenhangen met beoefening van sport of met

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 16 oktober 2008 (*)

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 16 oktober 2008 (*) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Vierde

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 C-449/19-1 Zaak C-449/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 december 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 december 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 19 december 2013 (*) Fiscale bepalingen Btw Richtlijn 2006/112/EG Vrijstellingen Artikel 132, lid 1, sub m Diensten die nauw samenhangen met beoefening van sport Toegang

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Date de réception : 01/12/2011

Date de réception : 01/12/2011 Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 14 juni 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 14 juni 2007 * HORIZON COLLEGE EN HADERER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 14 juni 2007 * In zaak C-434/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 *

ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * ARREST VAN HET HOF 26 maart 1987 * In zaak 235/85, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur J. F. Buhl als gemachtigde, bijgestaan door M. Mees, advocaat

Nadere informatie

Date de réception : 09/12/2011

Date de réception : 09/12/2011 Date de réception : 09/12/2011 Vertaling C-563/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 9 november 2011 Latvijas Republikas Augstākās tiesas Senāta

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 23/03/2012

Datum van inontvangstne ming : 23/03/2012 Datum van inontvangstne ming : 23/03/2012 Vertaling C-91/12-1 Zaak C-91/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 februari 2012 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

Fiscaal Portaal Gemeenten

Fiscaal Portaal Gemeenten Procedurenummer(s) : C-231/87 en C-129/88 Uitspraakdatum : 17-10-1989 Publicatiedatum : 17-10-1989 HOF VAN JUSTITIE EU Arrest om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 4, lid 5, van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 8.10.2010 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0192/2010, ingediend door Dr. Klaus P. Schacht (Duitse nationaliteit), namens 50 gokbedrijven,

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/07/2016

Datum van inontvangstneming : 04/07/2016 Datum van inontvangstneming : 04/07/2016 Vertaling C-308/16-1 Zaak C-308/16 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 17 januari 2013 (*) Belasting over toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 135, lid 1, sub k, juncto artikel 12, leden 1 en 3 Onbebouwde grond Bouwterrein Begrippen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14

Vertaling C-23/14-1. Zaak C-23/14 Vertaling C-23/14-1 Zaak C-23/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie Datum van

Nadere informatie

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 )

( Richtlijnen van de Raad 77/388, artikel 13, B, sub d, punt 1, en 78/583, artikel 1 ) Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61987J0207 - NL Avis juridique important 61987J0207 ARREST VAN HET HOF (ZESDE KAMER) VAN 14 JULI 1988. - GERD

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 * COMMISSIE / DUITSLAND ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 20 juni 2002 * In zaak C-287/00, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Wilms en K. Gross als gemachtigden, domicilie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2009 F.08.0009.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0009.F OFF ROAD, naamloze vennootschap, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JUNI 2010 C.09.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0285.F MONS EXPO, naamloze vennootschap, Mr. Thierry Afschrift, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, minister van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * K" LINE AIR SERVICE EUROPE ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 9 juli 1992 * In zaak C-131/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Vertaling C-182/12-1 Datum van indiening: Zaak C-182/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 april 2012 Verwijzende rechter: Székesfehérvári Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013

Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-250/13-1 Zaak C-250/13 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Samenvatting C-438/17-1 Zaak C-438/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Fiscaal Portaal Gemeenten

Fiscaal Portaal Gemeenten Procedurenummer(s) : C 430/04 Uitspraakdatum : 08-06-2006 Publicatiedatum : 08-06-2006 HOF VAN JUSTITIE EU Arrest Finanzamt Eisleben tegen Feuerbestattungsverein Halle ev, in tegenwoordigheid van: Lutherstadt

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 oktober 2005 * betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 mei 2003,

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 oktober 2005 * betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 mei 2003, ARREST VAN 6. 10. 2005 - ZAAK C-204/03 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 6 oktober 2005 * In zaak C-204/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 14 mei 2003,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Vertaling C-145/18-1 Zaak C-145/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 februari 2018 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * MONTE DEI PASCHI DI SIENA ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 juli 2000 * In zaak C-136/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil d'état

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 oktober 2012 (*) Btw Richtlijn 2006/112/EG Artikelen 306-310 Bijzondere regeling voor reisbureaus Vervoerdienst die door reisbureau handelend in eigen naam wordt verricht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2013 F.12.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0005.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

Date de réception : 25/11/2011

Date de réception : 25/11/2011 Date de réception : 25/11/2011 Resumé C-532/11-1 Zaak C-532/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016

Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Datum van inontvangstneming : 04/02/2016 Vertaling C-699/15-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-699/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 24 december 2015 Court of Appeal (England and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 C-26/18-1 Zaak C-26/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Samenvatting C-518/15-1 Zaak C-518/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/03/2018

Datum van inontvangstneming : 05/03/2018 Datum van inontvangstneming : 05/03/2018 Samenvatting C-692/17-1 Zaak C-692/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/09/2015

Datum van inontvangstneming : 25/09/2015 Datum van inontvangstneming : 25/09/2015 Vertaling C-447/15-1 Zaak C-447/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 augustus 2015 Verwijzende rechter: Krajský soud v Ostravě (Tsjechische

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Vertaling C-259/12-1 Datum van indiening: 24 mei 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-259/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Аdministrativen sad Plovdiv (Bulgarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 mei 2013 (*)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 mei 2013 (*) ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 mei 2013 (*) Belasting over de toegevoegde waarde Richtlijn 2006/112/EG Artikel 66, sub a tot en met c Vervoer- en verzenddiensten Verschuldigd worden Datum van ontvangst

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/09/2012

Datum van inontvangstneming : 11/09/2012 Datum van inontvangstneming : 11/09/2012 Vertaling C-366/12-1 Zaak C-366/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 augustus 2012 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie