Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen. geboren te [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedatum],

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen. geboren te [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedatum],"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBAMS:2014:7040 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 13/ Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig Uitspraak Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedatum], zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, met adres [adres te plaats] (Hongarije). 1 Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 augustus De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.F. de Boer en van wat verdachte en haar raadsvrouw mr. K.K. Hansen Löve naar voren hebben gebracht. 2 Tenlastelegging Verdachte wordt, kort gezegd, verweten dat zij zich in de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 tezamen met anderen heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel jegens [persoon 1] en [persoon 2]. Daarnaast wordt verdachte verweten dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van verdiensten uit de door [persoon 1] en [persoon 2] verrichte prostitutiewerkzaamheden. De volledige op de terechtzitting van 27 augustus 2014 gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.

2 3 Voorvragen 3.1. Geldigheid van de dagvaarding Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde: Ten aanzien van het gedachtestreepje in de tenlastelegging waarin het openbaar ministerie als feitelijkheid onder meer heeft opgenomen dat [persoon 2] door verdachte, kort gezegd, onder druk is gezet en er zodoende toe is aangezet om in de prostitutie te werken overweegt de rechtbank dat dit geen feitelijkheid betreft, maar een korte samenvatting van dwang, die door die feitelijkheden geconcretiseerd bewezen moet worden. De rechtbank zal deze zinsnede in de dagvaarding dan ook nietig verklaren. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: Verdachte wordt ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde verweten dat zij een groot deel van de verdiensten uit de door [persoon 1], [persoon 2] en één of meer andere vrouwen verrichte prostitutiewerkzaamheden heeft witgewassen. De enkele vermelding dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van de verdiensten van een of meer andere vrouwen, zonder opgave welke specifieke vrouwen de tenlastelegging doelt, voldoet niet aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. Vanwege het grote aantal vrouwen dat voorkomt in het dossier heeft de rechtbank de inhoud van de tenlastelegging op dit onderdeel niet kunnen vaststellen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tenlastelegging voorzover deze ziet op een of meer andere vrouwen nietig dient te worden verklaard Ontvankelijkheid van de officier van justitie Standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Het onderzoek is materieel gezien gestart in januari 2008 onder de naam [onderzoeksnaam 1]. In het dossier van [onderzoeksnaam 1] bevinden zich talloze tapgesprekken waaronder de tapgesprekken die ook ten grondslag liggen aan het onderzoek [onderzoeksnaam 4]. Verdachte was dus al in juni 2008 in beeld van het

3 Openbaar Ministerie. Verdachte is toen echter niet aangehouden. Ook toen het onderzoek [onderzoeksnaam 2]werd gestart, waarbij medeverdachten [medeverdachte 2] en de man van verdachte werden aangehouden, heeft justitie verdachte erbuiten gelaten. De verdediging stelt zich op het standpunt dat door het tijdsverloop sinds het begin van [onderzoeksnaam 1] geen sprake meer kan zijn van een eerlijk proces. De getuigen zijn in de loop der jaren meermalen met betrekking tot verschillende verdachten aan de tand gevoeld, hetgeen zodanig afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van hun verklaring dat van eerlijk proces geen sprake meer kan zijn Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het aan het openbaar ministerie is om te beslissen tot vervolging. Dat het openbaar ministerie in de onderzoeken [onderzoeksnaam 1] en [onderzoeksnaam 2] heeft besloten om verdachte niet aan te houden in verband met de beschikbare opsporingscapaciteit maakt niet dat vervolging op dit moment onredelijk is. Ook is de officier van justitie van mening dat de omstandigheid dat de getuigen meerdere keren zijn gehoord in de onderzoeken nog niet maakt dat de verklaringen van de getuigen onbetrouwbaar zijn Oordeel van de rechtbank Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het aan de officier van justitie is om te besluiten over de vervolging van verdachte. Dat verdachte later is aangehouden en vervolgd dan haar medeverdachten, brengt niet mee dat de officier van justitie niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Evenmin brengt het enkele tijdsverloop, al dan niet in combinatie met de omstandigheid dat de getuigen meerdere malen zijn gehoord, mee dat de getuigenverklaringen reeds daarom als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt en een eerlijk proces niet meer mogelijk zou zijn. De rechtbank verwerpt het verweer Overige voorvragen

4 De dagvaarding is voor het overige geldig. De rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. 4 Waardering van het bewijs 4.1. Inleiding In september 2011 is een opsporingsonderzoek gestart onder de naam [onderzoeksnaam 3]. In dit onderzoek zijn verschillende aangiftes gedaan van mensenhandel door meerdere Hongaarse prostituees tegen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], de echtgenoot van verdachte. [persoon 1] en [persoon 2] hebben hierbij tevens belastende verklaringen afgelegd tegen verdachte. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verdachte samen met een ander of anderen in de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 de prostitutiewerkzaamheden van deze vrouwen heeft gefaciliteerd, of zij dwang heeft uitgeoefend op deze vrouwen om die werkzaamheden te verrichten en of zij al dan niet onder uitoefening van dwang financieel daarvan heeft geprofiteerd. Daarnaast moet de rechtbank de vraag beantwoorden of verdachte de opbrengsten uit die prostitutiewerkzaamheden heeft witgewassen Het standpunt van het Openbaar Ministerie De officier van justitie concludeert op grond van de door haar in haar op schrift gestelde requisitoir genoemde bewijsmiddelen dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen Het standpunt van de verdediging De raadsvrouw heeft aan de hand van haar pleitnota aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van [persoon 2] heeft de raadsvrouw hierover het volgende opgemerkt. De verklaringen van [persoon 2] met betrekking tot verdachte spreken elkaar op cruciale punten tegen: eerst heeft verdachte geen enkele rol en vervolgens heeft zij ineens de

5 hoofdrol. Er is geen steunbewijs in de vorm van getuigenverklaringen die verdachte een dergelijke rol toedichten. Daarnaast wordt de verklaring van [persoon 2] dat zij samen met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] naar Amsterdam is gebracht niet ondersteund door objectief bewijs. Tot slot is er slechts één telefoongesprek dat - in de context van het geheel - onvoldoende gewicht in de schaal legt om het medeplegen daarin te kunnen verankeren. Verdachte herkent haar stem in de gesprekken niet en daarnaast is het gesprek tussen de vrouw en [persoon 2] enkel op te vatten als aanmoedigen. Uit dit gesprek kan dan ook geen dwang worden afgeleid. De verklaringen van [persoon 1] bevatten volgens de raadsvrouw niet alleen onderling tegenstrijdigheden, maar zijn ook innerlijk inconsistent omdat [persoon 1] veel onlogische en onmogelijke feiten noemt. Er dient dan ook naar de mening van de raadsvrouw sterk getwijfeld te worden aan het waarheidsgehalte van de verklaringen van [persoon 1]. De verdediging is bovendien niet in de gelegenheid geweest de getuige [persoon 1] te bevragen naar aanleiding van haar belastende verklaringen. Volgens de heersende jurisprudentie mag deze verklaring daarom enkel voor het bewijs worden gebruikt mits deze in belangrijke mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Deze andere bewijsmiddelen die een betrokkenheid van verdachte bij de uitbuiting van [persoon 1] zouden kunnen verankeren zijn er volgens de raadsvrouw niet. De verdediging stelt zich tot slot op het standpunt dat er geen dermate nauwe en bewuste samenwerking was tussen verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dat sprake is van gelijkwaardigheid in de zin van medeplegen. Verdachte heeft geen substantiële en wezenlijke bijdrage bij de uitbuiting geleverd. Verdachte was in de gehele tenlastegelegde periode in Hongarije, waardoor het haast feitelijk onmogelijk was om daadwerkelijk te participeren bij de werkzaamheden van de medeverdachten. Uit onderzoek is daarnaast evenmin gebleken dat zij vanuit huis tickets heeft geregeld of iets dergelijks. Er is onvoldoende bewijs dat verdachte op afstand een sturende rol had. Ten aanzien van het onder feit twee ten laste gelegde gewoontewitwassen heeft de verdediging eveneens vrijspraak bepleit. De verdediging acht onvoldoende bewijs voorhanden dat verdachte over de ten laste gelegde gelden heeft beschikt en evenmin dat deze gelden in Hongarije aan onroerend goed van verdachte zijn besteed Het oordeel van de rechtbank De tapgesprekken

6 Tijdens het verhoor van verdachte door de politie hebben verbalisanten meerdere tapgesprekken die zich in het dossier bevinden aan haar laten horen. Deze taps betreffen een telefoonnummer dat bij [medeverdachte 2] in gebruik is. Verdachte heeft toen verklaard dat zij haar stem niet herkende. Ter terechtzitting heeft verdachte aan deze verklaring toegevoegd dat zij zelfs nooit telefoongesprekken met [persoon 2] heeft gevoerd. Verdachte heeft verder ter zitting bevestigd wel de stem van [dochter van verdachte], de dochter van verdachte en partner van [medeverdachte 2], te hebben herkend in een van de telefoongesprekken. In de gesprekken gevoerd door [medeverdachte 2] en [dochter van verdachte], die een relatie hebben, wordt door [medeverdachte 2] meerdere malen gevraagd of zijn schoonmoeder aan de telefoon kan komen of gezegd dat [dochter van verdachte] haar moeder aan de telefoon moet geven. De rechtbank is van oordeel dat het niet aannemelijk is dat [medeverdachte 2] in deze gesprekken met zijn schoonmoeder of de moeder van [dochter van verdachte] iemand anders kan bedoelen dan verdachte. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de persoon die moeder/schoonmoeder wordt genoemd in de tapgesprekken verdachte is Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de getuigenverklaringen De rechtbank stelt voorop dat in zijn algemeenheid zorgvuldig moet worden omgegaan met verklaringen van getuigen in strafzaken. Met name in mensenhandelzaken is behoedzaamheid op zijn plaats. De betrouwbaarheid van belastende verklaringen van vermeende slachtoffers in mensenhandelzaken kan onder druk staan vanwege wraakgevoelens, het belang dat het slachtoffer heeft bij het verkrijgen van een vergunning in het kader van de verblijfsregeling Mensenhandel (hoofdstuk B8, paragraaf 3 van de Vreemdelingencirculaire) of het voorruitzicht op andere voorzieningen als onderdak en hulp bij de opvang van eventuele kinderen. Ook de betrouwbaarheid van ontlastende verklaringen van vermeende slachtoffers kan negatief beïnvloed worden door gevoelens van angst of loyaliteit of vanwege het hanteren van andere normen en waarden dan die welke ten grondslag liggen aan de strafwetgeving over mensenhandel. Anders dan de verdediging en met de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding om de verklaringen van zowel [persoon 2] als [persoon 1] onbetrouwbaar te achten. De getuigen verklaren in de kern consistent over de rol van verdachte bij hun uitbuiting, daarnaast worden beide verklaringen in voldoende mate ondersteund door andere bewijsmiddelen.

7 [persoon 2] Wat betreft [persoon 2] wijst de rechtbank hiervoor (onder andere) naar de tapgesprekken die zich in het dossier bevinden. Voor de verklaringen van [persoon 2] geldt dat de daarin door de raadsvrouw gesignaleerde ontwikkeling in haar verklaringen over de rol van verdachte, verklaard wordt door het in de loop van de verhoren voorgehouden bewijsmateriaal. [persoon 1] Met betrekking tot de verklaring van [persoon 1] is de rechtbank daarbij van oordeel dat, ondanks dat de verdediging niet de mogelijkheid heeft gehad deze getuige te ondervragen, haar verklaring voor het bewijs kan worden gebruikt, omdat de betrokkenheid van verdachte in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen die - mede - betrekking hebben op die onderdelen van de getuigenverklaring die door de verdachte zijn betwist. Zo verklaart getuige [persoon] dat [persoon 1] geld moest afstaan aan medeverdachte [medeverdachte 1], zijn er reisgegevens beschikbaar waaruit blijkt dat [persoon 1] samen met medeverdachte [medeverdachte 1] naar Amsterdam is gereisd en is zij in Hongarije aangehouden wegens illegale prostitutie. Daarnaast zijn er twee overboekingen van geld gedaan door [persoon 1] naar Hongarije, hetgeen ondersteuning biedt aan haar verklaring dat zij twee keer geld heeft overgemaakt aan vrienden van verdachte. Ook verklaren zowel [persoon] en medeverdachte [medeverdachte 1] dat [persoon 1] een relatie heeft gehad met [medeverdachte 1] junior, de zoon van verdachte, en dat [persoon 1] in die periode bij verdachte in huis in Hongarije heeft gewoond. Tot slot draagt de kennelijk leugenachtige verklaring van verdachte dat zij [persoon 1] in het geheel niet kent bij aan het bewijs. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Kennelijk leugenachtige verklaring [persoon 1] heeft verklaard dat zij een relatie heeft gehad met de zoon van verdachte, [medeverdachte 1] junior. Ook heeft zij verklaard dat zij een maand lang samen met [medeverdachte 1] junior bij verdachte in huis heeft gewoond. Deze verklaring vindt bevestiging in de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1], en de getuige [persoon]. Verdachte heeft bij herhaling en ook ter terechtzitting verklaard dat zij [persoon 1] in het geheel niet kent en dat zij nooit eerder van haar had gehoord. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring van verdachte als kennelijk leugenachtig dient te worden aangemerkt. [persoon] en medeverdachte [medeverdachte 1], de echtgenoot van verdachte, hebben verklaard dat [persoon 1] bij verdachte in huis woonde toen [persoon 1] een relatie had met haar zoon, over wie verdachte heeft verklaard dat hij altijd bij haar in huis heeft gewoond. De rechtbank acht daarom - mede in het licht van de verklaring van verdachte dat [plaats 1] een kleine stad is waar iedereen elkaar kent de verklaring van verdachte dat zij [persoon

8 1] niet kent, kennelijk leugenachtig en afgelegd met het doel de waarheid dat verdachte betrokken is geweest bij de uitbuiting van [persoon 1] te bemantelen Medeplegen Medeplegen vereist een bewuste en nauwe samenwerking, hetgeen opzet impliceert. Voor de bewezenverklaring van opzet op een bepaald delict hoeft niet steeds vast te staan dat de verdachte weet heeft van de precieze gedragingen van de medepleger(s). Medeplegers kunnen echter alleen worden gestraft voor elkaars gedragingen voor zover deze binnen hun gezamenlijk (voorwaardelijk) opzet kunnen worden gebracht. Dat geldt ook voor de uitoefening van en bedreiging met geweld. Op grond van de bewijsmiddelen als genoemd in bijlage II van dit vonnis acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met andere familieleden, te weten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op diverse manieren betrokken is geweest bij de uitbuiting van zowel [persoon 1] als [persoon 2]. De rechtbank gaat daarbij uit van het volgende. Op het moment dat [persoon 1] wordt mishandeld en uitgebuit door de zoon van verdachte werpt verdachte zich naar voren als reddende engel en neemt zij [persoon 1] onder haar hoede. [persoon 1] gaat voor verdachte in de prostitutie werken en geeft al haar geld aan verdachte af. Verdachte doet het voorkomen dat zij het geld dat [persoon 1] met haar prostitutiewerkzaamheden verdient slechts in bewaring neemt, maar [persoon 1] heeft hier nooit meer iets van terug gezien. Na een paar weken bespreekt verdachte met [persoon 1] dat zij in Amsterdam in de prostitutie kan gaan werken en [persoon 1] vertrekt vervolgens samen met de echtgenoot van verdachte, medeverdachte [medeverdachte 1], naar Nederland. Verdachte blijft dan in Hongarije. In Nederland wordt een woning voor [persoon 1] geregeld en gaat zij aan het werk. Haar verdiende geld moet zij afstaan aan medeverdachte [medeverdachte 1], maar zij maakt ook geld over naar Hongarije voor verdachte. In die periode heeft verdachte regelmatig contact met [persoon 1]. Als medeverdachte [medeverdachte 2] wordt ontslagen uit detentie en hij in dezelfde woning komt te wonen als [persoon 1], geeft zij haar verdiende geld steeds vaker aan [medeverdachte 2], maar als [medeverdachte 2] er niet is geeft zij het geld nog steeds aan medeverdachte [medeverdachte 1]. Ook heeft zij een week in Utrecht gewerkt, omdat [medeverdachte 2] had gezegd dat verdachte vond dat zij het in Utrecht moest proberen. Zowel verdachte als [medeverdachte 2] schreeuwden naar [persoon 1]. [medeverdachte 2] sloeg haar als ze zich in zijn ogen had misdragen. Het is één grote familie, zo verklaart [persoon 1]. Als [persoon 2] in financiële moeilijkheden zit komt zij in Hongarije medeverdachte [medeverdachte 1] tegen. Hij vertelt dat zij veel geld kan verdienen in de prostitutie in

9 Nederland. Door de problemen die [persoon 2] heeft, gaat zij op zijn aanbod in en vertrekt samen met hem naar Amsterdam. Hier gaat zij in de prostitutie werken, maar in plaats van hier financieel beter van te worden, moet zij al haar verdiende geld afstaan aan medeverdachte [medeverdachte 1]. Verdachte bevindt zich in die periode voornamelijk in Hongarije. Zij onderhoudt telefonisch contact met [persoon 2], waarbij zij [persoon 2] opdraagt om door te werken en veel te verdienen en dat ze er maar aan moet denken wat verdachte allemaal voor haar heeft gedaan. Ook controleert verdachte meermalen via [medeverdachte 2] hoeveel [persoon 2] verdient en geeft zij opdrachten door om [persoon 2] aan te sporen om harder te werken. Meerdere getuigen, en tevens slachtoffers van uitbuiting van medeverdachten, verklaren dat verdachte zich lief naar hen opstelde en vroeg hoe het men hen ging. De tapgesprekken geven echter het beeld dat verdachte wellicht in eerste instantie een vriendelijke indruk maakt, maar daarna ook behoorlijk angst kan aanjagen. Zo is [persoon 2] bang voor verdachte en klinkt zij in de telefoongesprekken (volgens de tolk) nederig als verdachte aan haar vraagt aan wie zij het te danken heeft dat haar huis wordt opgeknapt en haar vertelt dat ze meer geld moet verdienen. Ook [persoon 1] geeft aan dat zij bang is voor verdachte, verdachte schreeuwt naar haar. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen ondergeschikte rol had bij de uitbuiting van [persoon 1] en [persoon 2], maar dat zij nauw en bewust samenwerkte met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]. Zij profiteerde daarnaast ook van de opbrengsten uit de prostitutie. Op basis van de hiervoor geformuleerde uitgangspunten komt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in zodanige mate aan de uitbuitingssituatie hebben bijgedragen, dat van bewuste en nauwe samenwerking in de zin van medeplegen tussen hen sprake is. Verdachte kan daardoor ook mede verantwoordelijk worden gehouden voor de dwang die zij niet zelf heeft uitgeoefend feit twee De rechtbank acht bewezen dat verdachtes mededaders (een groot deel) van de verdiensten van [persoon 1] en [persoon 2] hebben afgenomen dan wel door hen hebben laten afstaan. Gelet op de hierboven weergegeven samenwerking tussen verdachte en de mededaders acht de rechtbank bewezen dat verdachte samen met haar mededaders over deze gelden heeft kunnen beschikken en dat de mededaders met haar instemming een deel van de afgenomen of afgestane verdiensten in Nederland voor eigen levensonderhoud en reizen hebben gebruikt en aldus hebben omgezet. Voorts acht de rechtbank aannemelijk dat het grootste deel van het geld naar Hongarije is overgebracht. Daar is het geld met

10 [persoon 2] s instemming, maar voor een niet te controleren deel, aangewend voor het opknappen van het huis van [persoon 2]. Zonder meer aannemelijk is dat hierna nog een groot deel van de verdiensten van [persoon 2] over is gebleven. De rechtbank acht, voorzover de van [persoon 1] en [persoon 2] afkomstige gelden niet aan het huis van [persoon 2] zijn besteed, bewezen dat de herkomst hiervan reeds door het overbrengen naar Hongarije is verhuld. Gelet op de lange periode en de totale omvang van de gelden acht de rechtbank tevens bewezen dat sprake is geweest van gewoontewitwassen. 5 Bewezenverklaring De rechtbank acht op grond van de in de in bijlage II van dit vonnis vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde: in de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 te Amsterdam en in Hongarije tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een ander te weten [persoon 1] door dwang en geweld en dreiging met geweld en door misleiding en een ander te weten [persoon 2] door dwang en andere feitelijkheden en door misleiding heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [persoon 1] en [persoon 2], en voornoemde [persoon 1] en [persoon 2] heeft aangeworven en medegenomen met het oogmerk die [persoon 1] en [persoon 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en die [persoon 1] en [persoon 2] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten: prostitutiewerkzaamheden en opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [persoon 1] en [persoon 2]

11 en die [persoon 1] en [persoon 2] met één of meet van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen haar, verdachte en één of meer van haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [persoon 1] en [persoon 2] met of voor een derde immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen ten aanzien van die [persoon 1], terwijl zij wist dat die [persoon 1] geen werk en inkomsten had en slechts de Hongaarse taal sprak en door haar, verdachtes, zoon gewelddadig was uitgebuit, - die [persoon 1] gehuisvest in [plaats 1], Hongarije, en die [persoon 1] bewogen in [plaats 1], Hongarije, prostitutiewerkzaamheden te gaan en te blijven verrichten en - met die [persoon 1] besproken dat die [persoon 1] in Nederland voor haar, verdachte, in de prostitutie zou gaan werken en - meermalen de reis van Hongarije naar Nederland voor die [persoon 1] geregeld en betaald en - die [persoon 1] gehuisvest in Amsterdam en - die [persoon 1] voor haar, verdachte, en haar mededader(s) in Amsterdam laten werken als prostituee en - ( dagelijks) alle dan wel een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [persoon 1] afgenomen en/of door die [persoon 1] laten afstaan aan haar, verdachte, of een of meer van haar mededader(s) en - die [persoon 1] meermalen haar verdiensten via Western Union naar haar, verdachte, op laten sturen al dan niet via een of meer mededader(s) en/of derden en - die [persoon 1] valselijk voorgehouden dat zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s) dit geld apart zou leggen en zou bewaren en sparen voor die [persoon 1] en/of - die [persoon 1] meermalen mishandeld en gedreigd met mishandeling en - die [persoon 1] gezegd om frequent (elke twee, drie uur) haar verdiensten (telefonisch) door te geven aan verdachte of aan een of meer van haar mededader(s) en - terwijl die [persoon 1] prostitutiewerkzaamheden verrichtte telefonisch en in persoon die [persoon 1] gecontroleerd en laten controleren en die [persoon 1] voor en na het hebben van een

12 klant of elke twee à drie uur naar haar, verdachte, of haar mededader(s) laten bellen en - die [persoon 1] regels opgelegd en gezegd dat zij niet met anderen mocht praten en haar gezegd dat ze overal toestemming voor moest vragen en - tegen die [persoon 1] geschreeuwd en ruzie gemaakt met die [persoon 1], onder meer als die [persoon 1] minder dan 600,- a 700,- per dag verdiende en ten aanzien van die [persoon 2], terwijl zij wist dat die [persoon 2] geen ouders meer had en geen werk en onvoldoende inkomsten had en geen familie had om op terug te vallen en slechts de Hongaarse taal sprak en in Nederland niet zelfstandig over woonruimte kon beschikken, - die [persoon 2] in Hongarije benaderd om in Nederland voor haar, verdachte en haar mededader(s) in de prostitutie te komen werken en - meermalen de reis van Hongarije naar Nederland voor die [persoon 2] geregeld en betaald en/of - met die [persoon 2] naar Nederland gevlogen en gereisd en - die [persoon 2] gehuisvest in Amsterdam en - die [persoon 2] gezegd hoeveel geld zij per dag in de prostitutie moest verdienen en die [persoon 2] gezegd dat zij haar verdiensten in een schrift moest bijhouden en - terwijl die [persoon 2] prostitutiewerkzaamheden verrichtte telefonisch en in persoon die [persoon 2] gecontroleerd en/of laten controleren en die [persoon 2] voor en na het hebben van een klant naar haar, verdachte, of haar mededader(s) laten bellen en - die [persoon 2] zeven dagen per week laten werken en - die [persoon 2] (telkens) dubbele diensten laten werken en - die [persoon 2] door laten werken terwijl zij ziek was en/of pijn had en - die [persoon 2] regels opgelegd en gezegd dat zij niet met anderen mocht praten en haar gezegd dat ze overal toestemming voor moest vragen en - die [persoon 2] opgelegd dat zij een vast bedrag, minstens C 500,- â 600,- â C 700,-, per dag moest verdienen en

13 - die [persoon 2] opgedragen zonder condoom te werken omdat zij hier meer geld voor kon vragen en - ( dagelijks) alle dan wel een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [persoon 2] afgenomen en/of door die [persoon 2] aan haar, verdachte, en een of meer van haar mededader(s) laten afstaan en - die [persoon 2] gezegd dat zij te weinig verdiende en die [persoon 2] gezegd dat zij zich moest concentreren op haar werk omdat anders het geld voor het huis niet voor elkaar komt en - die [persoon 2] voorgehouden dat haar woning zou worden opgeknapt als tegenprestatie voor het afstaan van al haar in de prostitutie verdiende geld en voor die [persoon 2] een huis opgeknapt, zonder aan die [persoon 2] mede te delen wat hiervan de werkelijke kosten waren; Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: op tijdstippen in de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 te te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft zij, verdachte, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in genoemde periode bij wijze van gewoonte, een of meer (contante) geldbedragen te weten: - ( telkens) een groot deel van de verdiensten uit de door [persoon 1] en [persoon 2] verrichte prostitutiewerkzaamheden voorhanden gehad en omgezet, terwijl zij (telkens) wist dat die geldbedragen onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit misdrijf; Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. 6 De strafbaarheid van de feiten De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. 7 De strafbaarheid van verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

14 8 Motivering van de straffen en maatregelen 8.1. De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, met aftrek van voorarrest Het strafmaatverweer van de verdediging De verdediging heeft subsidiair verzocht om bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Zij leeft in Hongarije van een uitkering en is afgekeurd. Ze vult haar inkomen met seizoensarbeid en opbrengsten van haar tuin- en pluimvee. Ook zorgt zij voor haar twee kleinkinderen die bij haar inwonen. Daarnaast is haar gezondheid niet goed. Zo moet zij op korte termijn een ingreep ondergaan aan haar schildklier en ook een gynaecologische operatie staat haar te wachten. Tot slot zit haar echtgenoot momenteel een straf uit van zes jaar Het oordeel van de rechtbank De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van twee jaar samen met anderen schuldig gemaakt aan mensenhandel. Zij heeft in samenwerking met haar mededaders twee jonge kwetsbare vrouwen op grove wijze uitgebuit, door hen te dwingen prostitutiewerkzaamheden te verrichten en vervolgens al hun verdiensten af te af te nemen. Van een deel van de verdiensten van [persoon 2] is haar huis opgeknapt. De slachtoffers hebben verder (vrijwel) niets van het geld teruggezien.

15 De beide slachtoffers moesten van s ochtends vroeg tot s avonds laat werken in de prostitutie. Zij werden hierbij gecontroleerd door de medeverdachten met wie verdachte in contact stond. Verdachte heeft de medeverdachten aangemoedigd de meisjes harder aan te pakken en ook zelf de vrouwen onder druk gezet. Door zo te handelen heeft verdachte de persoonlijke vrijheid van deze vrouwen geschonden en heeft zij inbreuk gemaakt op hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Verdachte heeft zich naast mensenhandel tevens met haar mededaders schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de integriteit van het financiële en economische verkeer. Gelet op voorgaande acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier jaar zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden. De aangevoerde persoonlijke omstandigheden zijn niet van dien aard dat de rechtbank daarin aanleiding ziet om van de eis van de officier van justitie af te wijken. 9 Toepasselijke wettelijke voorschriften De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 273f en 420ter van het Wetboek van Strafrecht. 10 Beslissing De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Het bewezen verklaarde levert op: Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde: Medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde: Medeplegen van gewoontewitwassen. Verklaart het bewezene strafbaar. Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 4 (vier) jaren.

16 Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden. Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Dondorp, voorzitter, mrs. B.E. Mildner en H.A.J.M. Versteeg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Beerts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 september BIJLAGE 1 TENLASTELEGGING 1. zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland en/of te [plaats 1], in elk geval in Hongarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, een ander of anderen te weten [persoon 1] en/of [persoon 2] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of dreiging met één of meer andere feitelijkheden en/of door afpersing en/of door misleiding, dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [persoon 1] en/of [persoon 2], en/of voornoemde [persoon 1] en/of [persoon 2] heeft aangeworven en/of medegenomen met het oogmerk die [persoon 1] en/of [persoon 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of die [persoon 1] en/of [persoon 2] (telkens) met één van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (te weten: prostitutiewerkzaamheden) dan wel

17 met één of meer van de voornoemde middelen en/of omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan zij, verdachte en/of (één of meer van) haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [persoon 1] en/of [persoon 2] zich daardoor beschikbaar stelde(n) tot het verrichten van arbeid of diensten (te weten: prostitutiewerkzaamheden), en/of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of die [persoon 1] en/of [persoon 2] met één of meet van de voornoemde middelen heeft gedwongen en/of bewogen haar, verdachte en/of (één of meer van) haar mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [persoon 1] en/of [persoon 2] met of voor een derde immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen ten aanzien van die [persoon 1](terwijl zij wist dat die [persoon 1] geen werk en/of inkomsten had en/of geen (sociaal) netwerk en/of familie had om op terug te vallen en/of slechts de Hongaarse taal sprak en/of niet zelfstandig over woonruimte kon beschikken en/of door haar, verdachtes, zoon gewelddadig werd uitgebuit) - die [persoon 1] gehuisvest in een appartement in [plaats 1], (Hongarije) en/of die [persoon 1] bewogen in [plaats 1] (Hongarije) prostitutiewerkzaamheden te gaan en/of te blijven verrichten en/of - met die [persoon 1] besproken dat die [persoon 1] in Nederland voor haar, verdachte, en/of haar mededader(s) in de prostitutie zou gaan werken en/of - ( meermalen) de reis van Hongarije naar Nederland voor die [persoon 1] geregeld en/of betaald en/of - die [persoon 1] (meermalen) gehuisvest in Amsterdam en/of - die [persoon 1] voor haar, verdachte, en/of haar mededader(s) in Amsterdam, althans in Nederland, laten werken als prostituee en/of - ( dagelijks) alle dan wel een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [persoon 1] afgepakt en/of afgenomen en/of door die [persoon 1] laten afstaan aan haar, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s) en/of

18 - die [persoon 1] (meermalen) haar verdiensten via Western Union naar haar, verdachte, op laten sturen (al dan niet via een of meer mededader(s) en/of derden) en/of - die [persoon 1] (valselijk) voorgehouden dat zij, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s) dit geld apart zou leggen en/of zou bewaren en/of sparen voor die [persoon 1] en/of alles voor die [persoon 1] zou kopen en/of - die [persoon 1] (meermalen) mishandeld en/of gedreigd met mishandeling en/of - die [persoon 1] gedwongen en/of gevraagd en/of gezegd om frequent (elke twee drie uur) haar verdiensten (telefonisch) door te geven aan verdachte en/of aan een of meer van haar mededader(s) en/of - ( terwijl die [persoon 1] prostitutiewerkzaamheden verrichtte) (telefonisch en/of in persoon) die [persoon 1] gecontroleerd en/of laten controleren en/of die [persoon 1] voor en na het hebben van een klant en/of elke twee à drie uur naar haar, verdachte, en/of haar mededader(s) laten bellen en/of - die [persoon 1] regels opgelegd en/of gezegd dat zij niet met anderen mocht praten en/of haar gezegd dat ze overal toestemming voor moest vragen en/of - tegen die [persoon 1] geschreeuwd en/of ruzie gemaakt met die [persoon 1], (onder meer als die [persoon 1] minder dan C 600,- 700,- per dag verdiende) en/of ten aanzien van die [persoon 2](terwijl zij wist dat die [persoon 2] geen ouders meer had en/of de zorg voor haar broertje had en/of geen werk en/of onvoldoende inkomsten had en/of geen (sociaal) netwerk en/of familie had om op terug te vallen en/of slechts de Hongaarse taal sprak en/of in Nederland niet zelfstandig over woonruimte kon beschikken) - die [persoon 2] in Hongarije benaderd om in Nederland voor haar, verdachte en/of haar mededader(s) (in de prostitutie) te komen werken en/of - ( meermalen) de reis van Hongarije naar Nederland voor die [persoon 2] geregeld en/of betaald en/of - met die [persoon 2] naar Nederland gevlogen en/of gereisd en/of - die [persoon 2] (meermalen) gehuisvest in Amsterdam en/of - die [persoon 2] instructies gegeven voor het huren van een werkkamer en/of een of meermalen een werkkamer voor die [persoon 2] betaald en/of geregeld en/of

19 - die [persoon 2] gezegd hoeveel geld zij per dag in de prostitutie moest verdienen en/of die [persoon 2] gezegd dat zij haar verdiensten (in een schrift) moest bijhouden en/of - die [persoon 2] (meermalen) onder druk gezet en/of er (zodoende) toe aangezet en/of gebracht om in de prostitutie te werken en/of te blijven werken en/of - ( terwijl die [persoon 2] prostitutiewerkzaamheden verrichtte) (telefonisch en/of in persoon) die [persoon 2] gecontroleerd en/of laten controleren en/of die [persoon 2] voor en na het hebben van een klant naar haar, verdachte, en/of haar mededader(s) laten bellen en/of - die [persoon 2] zeven dagen per week laten werken en/of geen vrije dagen gegeven en/of - die [persoon 2] (telkens) dubbele diensten laten werken en/of - die [persoon 2] door laten werken terwijl zij ziek was en/of pijn had en/of - die [persoon 2] regels opgelegd en/of gezegd dat zij niet met anderen mocht praten en/of haar gezegd dat ze overal toestemming voor moest vragen en/of - die [persoon 2] opgelegd dat zij een vast bedrag (minstens C 500,- â 600,- â C 700,-) per dag moest verdienen en/of - die [persoon 2] opgedragen zonder condoom te werken en/of anale seks met klanten te hebben (omdat zij hier meer geld voor kon vragen) en/of - ( dagelijks) alle dan wel een groot deel van de verdiensten uit de verrichte prostitutiewerkzaamheden van die [persoon 2] afgepakt en/of afgenomen en/of door die [persoon 2] aan haar, verdachte, en/of een of meer van haar mededader(s) laten afstaan en/of - die [persoon 2] gezegd dat zij te weinig verdiende en/of die [persoon 2] gezegd dat zij zich moest concentreren op haar werk omdat anders het geld voor het huis niet voor elkaar komt en/of - die [persoon 2] voorgehouden dat haar woning zou worden opgeknapt als tegenprestatie voor het afstaan van al haar in de prostitutie verdiende geld en/of voor die [persoon 2] een huis opgeknapt, zonder aan die [persoon 2] mede te delen wat hiervan de werkelijke kosten waren; 2. zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2008 tot en met 1 april 2010 te [plaats 1], in elk geval in Hongarije en/of te Amsterdam, in elk geval in

20 Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in elk geval alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft zij, verdachte, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in genoemde periode bij wijze van gewoonte, een of meer (contante) geldbedrag(en) en/of voorwerpen, te weten: - ( telkens) een groot deel van de verdiensten uit de door [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of één of meer andere vrouwen verrichte prostitutiewerkzaamheden, verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl zij (telkens) wist dat die/dat voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit misdrijf/misdrijven; BIJLAGE 2 DE BEWIJSMIDDELEN Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde: 1. De verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Ik ken [persoon 2]. We komen uit dezelfde stad, [plaats 1]. Dit is een kleine stad. Iedereen kent elkaar. Ik praat wel eens met [persoon 2]. U vraagt of ik in 2007/2008 op de [adres te plaats] woonde. Ja, ik woon daar nog steeds. Mijn zonen, waaronder [medeverdachte 1] jr., en kleinkinderen wonen ook op dat adres. Zij hebben steeds bij mij gewoond. U houdt mij het tapgesprek op pagina F42, 19 en verder voor. Ik herkende bij de politie inderdaad de stem van [dochter van verdachte]. Ik ken [persoon 1] niet. Ze heeft niet bij mij thuis gewoond. Ik had nog nooit van haar gehoord. 2. Een proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 30 november 2012 van de rechtercommissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, doorgenummerde pag. E4, Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van de getuige [persoon 1], zakelijk weergegeven:

21 Kort nadat ik 18 was geworden ben ik gaan werken voor[persoon 3]. Eerst in Duitsland, ongeveer de laatste vijf maanden in Nederland. Ik werkte in de prostitutie. In totaal heb ik maximaal een jaar voor [persoon 3] gewerkt. Wij gingen terug naar Hongarije en ik bleef bij mijn ouders. Ik ben een paar weken in Hongarije gebleven, daarna ben ik nog een paar maanden naar Nederland teruggegaan. Ik werkte toen zelfstandig in de prostitutie. Toen ben ik weer terug gegaan naar Hongarije. Kort hierna leerde ik de zoon van [medeverdachte 1] kennen. Hij heet [medeverdachte 1] jr. Zijn vader noem ik [medeverdachte 1]. Dit betekent zoiets als: [medeverdachte 1]. Ik ben voor [medeverdachte 1] jr. in de prostitutie gaan werken. Dat was in [plaats 1]. Ik had daar een appartement gehuurd. Ik heb twee à drie maanden voor hem gewerkt. Hij sloeg mij. Dat is de reden dat ik bij hem weg ben gegaan. Zijn moeder zei dat ze het zielig voor mij vond. Ik ben toen voor zijn moeder gaan werken in hetzelfde appartement. Zijn moeder noem ik [verdachte]. Ik heb een paar maanden voor [verdachte] gewerkt. Het geld dat ik in de prostitutie verdiende, gaf ik eerst aan [medeverdachte 1] jr. en later aan [verdachte]. U vraagt mij waarom ik het aan hen gaf. Ik was naïef. Ze zeiden dat ze het voor mij opzij zouden leggen. Ik was ook bang omdat [medeverdachte 1] jr. mij had geslagen. Die angst bleef wel. [verdachte] kocht wel alles voor mij wat ik nodig had. Ik kreeg van haar ook geld om de huur te betalen. [medeverdachte 1] werkte in die periode met een meisje in Nederland. Van het geld dat ik heb verdiend heb ik nooit meer wat terug gezien. U vraagt mij hoe ik wist dat [medeverdachte 1] een meisje in Nederland had werken. Ik verbleef daar in het gezin. Er werd over gesproken. Ik ging in Nederland eerst werken voor [verdachte]. Ik ging met [medeverdachte 1]. Dit was afgesproken met [medeverdachte 1] erbij, want hij wist hoe het in Nederland in zijn werk ging. Ik ben samen met [medeverdachte 1] naar Nederland gekomen met de bus. Ik woonde samen met [medeverdachte 1] en de vrouw waarmee hij werkte. Er woonde ook nog een jongen bij ons, maar ik weet zijn naam niet meer. Ik werkte voor [verdachte]. Het geld dat ik verdiende gaf ik aan [medeverdachte 1]. Ik denk dat hij dat naar [verdachte] stuurde. Ik heb twee keer geld naar [verdachte] gestuurd met Western Union. Ik stuurde het naar een vriend of kennis van haar. Ik had in die periode veel contact met [verdachte]. Dit was in de periode dat [medeverdachte 2] nog vast zat. [medeverdachte 2] noem ik [medeverdachte 2]. Vlak voordat [medeverdachte 2] vrijkwam ben ik weer teruggekeerd naar Hongarije. Toen [medeverdachte 2] vrijkwam heb ik met hem gesproken. Ik heb hem bij [verdachte] gesproken maar ik ging ook wel naar zijn huis. Het was allemaal één familie. Kort na de vrijlating van [medeverdachte 2] zijn wij met zijn vieren in een auto naar Nederland gekomen. Ik was met [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [persoon]. Het was de bedoeling dat ik weer in Nederland ging werken. In het begin dacht ik dat ik weer voor [verdachte] werkte. Ik had ook goed contact met [medeverdachte 2] in de eerste periode. Het geld dat ik verdiende gaf ik aan [medeverdachte 2] of aan [medeverdachte 1]. Het was één familie. U vraagt mij of [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samenwerkten. Wij woonden allemaal in één huis. Ik ging samen met [persoon] naar het werk. [persoon] werkte voor [medeverdachte 2].

22 U vraagt mij of ik door [persoon] wegwijs ben gemaakt. Ja, dat was de eerste keer al, toen ik voor [verdachte] in Nederland werkte, maar de tweede keer ook. Het klopt dat ik een tijdje in één huis heb gewoond met [medeverdachte 2], [persoon], [medeverdachte 1] en nog een ander meisje. U houdt mij voor dat ik heb verklaard dat toen ik naar Nederland was gekomen met [medeverdachte 2] en [persoon], dat ik toen dacht dat ik nog steeds voor [verdachte] werkte, maar na een tijdje ontdekte dat ik voor [medeverdachte 2] werkte. U vraagt mij hoe ik dat ontdekte. Het viel mij op dat het geld steeds bij [medeverdachte 2] was. Ik zag hoeveel geld hij had. Eén à twee weken nadat wij in Nederland waren gekomen werd het systeem ingevoerd dat ik bij elke klant [medeverdachte 2] moest bellen. Toen ik voor [verdachte] werkte, belde ik haar om de twee à drie uur om mijn verdiensten door te geven. De tweede periode in Nederland heb ik dat in het begin ook gedaan. Daarna moest ik dus [medeverdachte 2] bellen bij elke klant. [medeverdachte 2] heeft dat tegen mij gezegd. Ik heb daarna niet meer met [verdachte] gebeld. Ik heb dit ook niet met [medeverdachte 1] besproken, hij had er niets mee te maken. Ik gaf nog wel het geld aan [medeverdachte 1]. Als hij er niet was gaf ik het geld aan [medeverdachte 2]. Ik hoefde [medeverdachte 1] niet te bellen. Hij belde mij wel eens om te vragen hoe het met mij ging. Hij lette op mij, hij bewaakte mij. Ik kon hem bellen als er wat was en dan kwam hij mij helpen. U zegt mij dat dit ook kan betekenen dat hij voorkwam dat ik wegliep. Ja, dat is mogelijk.. Als wij thuis kwamen, gaven wij ons geld aan [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2]. Zij waren altijd samen. [persoon] gaf het geld aan [medeverdachte 2] en ik aan [medeverdachte 1]. Als [medeverdachte 2] er niet was, gaf [persoon] ook het geld aan [medeverdachte 1] en als [medeverdachte 1] er niet was, gaf ik het geld aan [medeverdachte 2]. Zij telden het geld en ze borgen het op. Ik heb niet gezien waar ze het opborgen. Ook in de periode dat ik [medeverdachte 2] steeds moest bellen, gaf ik het geld wel aan [medeverdachte 1], maar dat was misschien nog twee of drie dagen zo. Daarna gaf ik het geld in principe aan [medeverdachte 2]. Ik verdiende 600 à 700 euro per dag. [medeverdachte 2] of [medeverdachte 1] hebben noot tegen mij gezegd hoeveel ik moest verdienen. Het was ook weer niet zo dat ik kon stoppen wanneer ik wilde. Ik werkte zeven dagen in de week, meestal draaide ik twee shifts, overdag en s avonds. Ik werkte dan van uur s ochtends tot 3.00 à 4.00 uur s nachts. Ik werkte achter elkaar door. Als ik heel goed verdiende, mocht ik soms eerder stoppen, maar dat kwam niet vaak voor. Ik werkte in die periode altijd in Amsterdam. U vraagt mij wat er gebeurde als ik minder dan die 600 of 700 euro verdiende. Dat kwam wel voor en dan waren ze niet blij. Ze schreeuwden dan tegen mij door de telefoon. Het is wel eens voorgekomen dat ik ben geslagen door [medeverdachte 2]. Dat gebeurde niet zo vaak. Het gebeurde ook wel eens als ik het verdiende, dan had ik drugs gebruikt of alcohol. Dat mocht niet, maar dan deed ik het toch. Als ik dan dronken thuis kwam, werd ik geslagen. Meestal

23 was dat de reden dat ik geslagen werd, een enkele keer ook omdat ik te weinig had verdiend. U vraagt mij of ik ook in de gelegenheid was om zelf iets te kopen met het door mij verdiende geld. Nee, ik kocht wel eten ervan. U vraagt mij of het mogelijk was om geld achter te houden. Dat heb ik nooit gedaan, maar dat zouden ze zeker wel gemerkt hebben, omdat ik bij elke klant moest bellen. U vraagt mij of ik ook op een andere manier werd gecontroleerd. [medeverdachte 1] heb ik wel eens door de straat zien lopen, het was verschillend om de twee, drie dagen. [medeverdachte 2] kwam niet zo vaak. Ik heb een periode een boekje bij moeten houden met mijn verdiensten. U vraagt mij of ik met de andere meisjes mocht praten. Nee. Als [persoon] en ik samen thuis waren, dan spraken wij ook niet met elkaar. Ik praatte ook niet met andere meisjes. [medeverdachte 2] heeft mij geslagen. Ik was ook bang voor [medeverdachte 2] omdat ik wist wat voor man hij was. Ik wist wat hij deed met [persoon]. [persoon] werd geslagen door hem. Het gebeurde altijd in een andere kamer. Ik hoorde het. [persoon] heeft het mij ook een keer verteld. Ik hoorde alles wat in de kamer naast mij gebeurde en ik zag ook wel dat [persoon] daarna huilde. U zegt mij dat ik bij de politie heb verklaard dat [medeverdachte 2] mij heeft geslagen en dat ik over mijn hele lichaam blauwe plekken had. U vraagt mij of dat klopt. Ja, ik had wel blauwe plekken, maar niet over mijn hele lichaam. Ik ben nooit geslagen door [medeverdachte 1] of [verdachte]. [medeverdachte 2] schreeuwde tegen mij en [verdachte] en eerder ook [medeverdachte 1] jr. [medeverdachte 2] heeft inderdaad gedreigd dat hij mij of mijn familie iets aan zou doen. U houdt mij voor dat ik op 26 februari 2010 tegen de politie heb gezegd dat hij mij bedreigde met de dood omdat ik niet genoeg had verdiend. Hij zei het niet letterlijk zo, maar dat was wel zijn bedoeling. U vraagt mij of ik ooit nog iets heb teruggezien van het geld dat ik in die periode heb verdiend. Nee, daar heb ik nooit iets van terug gezien, ze hebben het ook nooit naar mijn familie gestuurd. U vraagt mij of ik weet wat met het geld is gebeurd. Ik weet dat niet, maar ik denk dat het uitgegeven is aan de verbouwing van de woningen van [verdachte] en [medeverdachte 2]. [persoon 2] werkte voor [medeverdachte 1]. Zij had zwart haar, ze werkte de hele tijd voor hem. Ze woonde niet de hele tijd bij ons. [verdachte] had gezegd dat zij het geld dat ik verdiende voor mij spaarde. Ik had toen nog geen duidelijk beeld wat er aan de hand was en ik geloofde haar. Voor [medeverdachte 1] werkte maar één meisje, dat was [persoon 2].

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:GHARL:2014:3064 ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 18-04-2011 Zaaknummer 23-000014-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

ECLI:NL:GHAMS:2016:709 ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:2715

ECLI:NL:RBROT:2014:2715 ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:4866

ECLI:NL:RBAMS:2017:4866 ECLI:NL:RBAMS:2017:4866 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer 13/728013-15 (Promis) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer 23-004614-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:430

ECLI:NL:OGEAA:2017:430 ECLI:NL:OGEAA:2017:430 Instantie Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer 88 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Strafrecht

Nadere informatie

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen ECLI:NL:RBAMS:2015:7499 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 14-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 13/730014-14 (Promis) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9844 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-12-2003 Datum publicatie 11-12-2003 Zaaknummer 01/025326.03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:1423

ECLI:NL:RBAMS:2015:1423 ECLI:NL:RBAMS:2015:1423 Uitspraak Vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Strafrecht Datum uitspraak: 4 februari 2015 Parketnummer: 13/693020-12 Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 2200224312 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:469

ECLI:NL:RBMNE:2017:469 ECLI:NL:RBMNE:2017:469 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-02-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer 16.706608-16 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 Instantie: Rechtbank Limburg Datum uitspraak: 07-05-2013 Datum publicatie: 16-05-2013 Zaaknummer: 03-700208-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:327

ECLI:NL:RBAMS:2014:327 ECLI:NL:RBAMS:2014:327 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM VONNIS Parketnummer: 13/708083-12 (Promis) Datum uitspraak: 9 januari 2014 Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 11-04-2006 Datum publicatie 29-06-2006 Zaaknummer 15/502438-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.

Nadere informatie

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte ECLI:NL:RBNNE:2014:830 RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Groningen parketnummer 18/850452-13 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014

Nadere informatie

3 Eis officier van justitie De officieren van justitie mr. I.M. Muller en mr. M. Kappeyne van de Coppello hebben gevorderd:

3 Eis officier van justitie De officieren van justitie mr. I.M. Muller en mr. M. Kappeyne van de Coppello hebben gevorderd: ECLI:NL:RBROT:2016:3977 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 26-05-2016 Zaaknummer 10/963090-11 Rechtsgebieden Materieel strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:7844

ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 12-09-2013 Datum publicatie: 01-05-2014 Zaaknummer: 16/800236-12 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 september

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland ECLI:NL:RBNHO:2013:14050 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak: 24-12-2013 Datum publicatie: 25-06-2014 Zaaknummer: 15/740698-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie