Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Kerncentrale Borssele Nr. 19 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 2 maart 2006 De commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar aanleiding van de brief d.d. 10 januari 2006 inzake de besluitvorming inzake de bedrijfsduur van de kerncentrale (Kamerstuk , nr.18). De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 maart 2006.Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Hofstra De adjunct-griffier van de commissie, Van Halen 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD) en Lenards (VVD). Plv.leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming- Bluemink (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vos (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD) en Van der Sande (VVD). KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 1

2 1 Klopt het dat op dit moment geen enkele PWR (drukwaterreactoren) van Europese makelij die voor 1975 in gebruik is genomen een geplande levensduur van langer dan 40 jaar heeft? In de meeste gevallen ja.destijds (in de jaren zeventig) werd bij het ontwerp uitgegaan van een standaard bedrijfsperiode van 40 jaar, maar er is een enkele uitzondering.zo werd in 2004 voor unit 2 van de Beznau kerncentrale in Zwitserland (1971), na goedkeuring via een referendum, geen expliciete beperking meer aan de bedrijfsduur gesteld.tot op dat moment werd die elke 10 jaar verlengd.voorzetting van de bedrijfsduur is nu onbeperkt toegestaan, mits dit veiligheidstechnisch verantwoord is. Voor unit 1 van deze centrale (1969) gold deze onbeperkte bedrijfsduur reeds vanaf het begin. 2 Kunt u aangeven welke nog in werking zijnde kerncentrales in de wereld qua leeftijd en type vergelijkbaar zijn met de kerncentrale Borssele? Kunt u voor elk van deze kerncentrales de staat van de centrale en de verwachte leeftijdsduur aangeven? In navolgende tabel staat de opsomming van deze centrales met hun verwachte bedrijfsduur.over de veiligheidstechnische staat waarin deze centrales verkeren, kan ik geen nadere uitspraken doen omdat de juiste gegevens mij daarvoor ontbreken en het ook niet op mijn weg ligt om daar uitspraken over te doen. Kerncentrales die qua type (PWR) en leeftijd vergelijkbaar zijn met de kerncentrale Borssele: Land Centrale Kritisch In bedrijf Bedrijfsduur (standaard 40 jaar/ verlenging in vergunning) Nederland Borssele /geen maximum gesteld. Duitsland Obrigheim /sluiting in 2005 (Ausstieg) Japan Mihama / Japan Mihama / Spanje Jose Cabrera-1 (Zorita) /2006 VS Fort Calhoun /2033 (in 2003) VS H.B. Robinson /2030 (in 2004) VS Indian Point / VS Oconee /2033 (in 2000) VS Oconee /2033 (in 2000) VS Palisades /2031 (is aangevraagd) VS Point Beach /2030 (is aangevraagd) VS Point Beach /2032 (is aangevraagd) VS Prairie Island /2033 (wordt aangevraagd) VS R.E. Ginna /2029 (in 2004) VS Surry /2032 (in 2003) VS Surry /2033 (in 2003) VS Turkey Point /2032 (in 2002) VS Turkey Point /2033 (in 2002) Zwitserland Beznau /Geen maximum bedrijfsduur Zwitserland Beznau /Geen maximum bedrijfsduur 3 Is het juist dat op de gehele wereld slechts 6 centrales met een startdatum ouder dan Borssele een langere vergunde levensduur dan 50 jaar hebben gekregen en dat bij al deze centrales vervanging van (een deel van) het reactorvat heeft plaatsgevonden? Klopt het dat dit bij Borssele niet wordt gepland en acht u dit verantwoord? Op dit moment zijn er 19 in bedrijf zijnde centrales van het type PWR, zoals de kerncentrale Borssele, die in het zelfde jaar als de kerncentrale Borssele of eerder in bedrijf zijn gesteld (zie voorafgaande tabel).van deze Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 2

3 19 centrales zijn er 9 (alle in de VS) waarvan de maximale bedrijfsduur in de vergunning is verlengd tot 60 jaar.volgens mijn informatie is bij geen van deze kerncentrales het reactorvat vervangen.wel zijn mogelijk kleine aanpassingen aangebracht aan bijvoorbeeld aansluitingen of doorvoeren. Daarnaast zijn er van deze 19 centrales 4 in de VS waarvoor verlenging van de vergunde maximale bedrijfsduur tot 60 jaar is of wordt aangevraagd. Van de overige 6 centrales zijn er twee (Beznau, Zwitserland) waarvoor geen maximale bedrijfsduur is aangegeven.voortzetting van de bedrijfsduur van deze centrales geschiedt op basis van de uitkomst van frequent uitgevoerde veiligheidsbeoordelingen.de centrale Zorita, in Spanje, zal dit jaar worden gesloten.de bedrijfsduur van de overige drie centrales is minder dan 40 jaar. Gezien de huidige conditie van het reactorvat van de kerncentrale Borssele, zie ook het antwoord op vraag 87, is het veiligheidstechnisch verantwoord in bedrijf te blijven.een uitgebreid testprogramma als onderdeel van het verouderingsbeheer (zie hoofdstuk 6.3 van het ECN-NRG rapport), en periodieke controle door de Kernfysische Dienst zorgt ervoor dat conditie van het reactorvat wordt bewaakt.mocht deze conditie in de komende jaren toch zodanig veranderen dat voortzetting van de bedrijfsvoering veiligheidstechnisch niet meer verantwoord is, dan zou theoretisch gesproken aan vatvervanging gedacht kunnen worden, maar dit lijkt geen realistische optie (zie ook het antwoord op vraag 16). 4 Is het juist dat Borssele haar plutonium heeft overgedragen aan Cogéma en dat er nog geen eindgebruiker is gevonden? Zo ja, hoe is dat te rijmen met eerdere verklaringen dat het plutonium «aan derden» is overgedragen voor eindgebruik? Over de bestemming van het bij de opwerking afgescheiden plutonium heb ik eerder in (de bijlagen bij) mijn brieven van 29 april en 9 augustus mededelingen gedaan.ik heb daarbij aangegeven dat, in een vertrouwelijk overleg, EPZ aan de hand van de contracten tussen EPZ en Cogéma heeft laten zien dat al haar plutonium is overgedragen of op termijn zal worden overgedragen aan derden voor hergebruik.dit geldt ook voor het plutonium dat nog geproduceerd zal gaan worden.het doel waarvoor het opgewerkte plutonium ingezet zal worden, is hergebruik als MOX-brandstof in andere kerncentrales.de overdracht vanuit EPZ hoeft niet onmiddellijk aan een eindgebruiker plaats te vinden. 5 Kunt u een nauwkeuriger schatting geven van de hoogte van de schadevergoeding dan de enkele honderden miljoenen euro tot ruim 1 miljard euro, die u tot nu toe steeds noemt? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.5. 2 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.15. De hoogte van het waardeverlies van de kerncentrale Borssele, waarmee rekening dient te worden gehouden bij een eventuele schadeclaim bij gedwongen sluiting per ultimo 2013, wordt bepaald door een aantal factoren die (zoals ik in mijn brief van 29 april ook heb opgemerkt) niet of moeilijk te kwantificeren zijn.de waarde van de kerncentrale Borssele wordt in hoofdzaak bepaald door de te verwachten opbrengsten minus de te verwachten kosten.de bandbreedte van de waarde van de kerncentrale Borssele na 2013 wordt enerzijds beperkt door de combinatie van hoge opbrengsten en lage kosten, en anderzijds door de combinatie lage opbrengsten en hoge kosten.de daarbij berekende waarden zijn 1300 miljoen en 260 miljoen (prijspeil 2013).Gezien de onzekerheden in de aannames en in de gebruikte scenario s is niet te verwachten dat nader onderzoek zal leiden tot een grotere nauwkeurigheid in de bepaling Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 3

4 van het waardeverlies en evenmin tot een wezenlijke verandering van de uitkomsten. 6 Waarom hebt u ervoor gekozen tijdens het onderhandelingstraject met EPZ, Delta en Essent te spreken van een schadevergoeding van enkele honderden miljoenen tot een miljard euro? Is het juist dat u daarmee uw onderhandelingspositie met betrekking tot de sluiting als het ware weggegeven heeft? Zoals is gebleken op basis van een juridische analyse van de positie van de Staat en van de beschikbare juridische middelen om tot sluiting te komen, is een schadevergoeding bij gedwongen sluiting per ultimo 2013 waarschijnlijk onontkoombaar (zie ook mijn brief van 21 februari ). De bandbreedte waarbinnen de te betalen schadevergoeding zal vallen, kan op dit moment niet nader bepaald worden dan op basis van scenario s en aannames waaruit de door mij genoemde brede marge volgt.in mijn brief van 29 april heb ik beschreven hoe de schatting tot stand is gekomen.zowel de juridische constatering dat schadevergoeding (waarschijnlijk) onontkoombaar is, als de genoemde marge waarbinnen deze zal vallen, waren niet nieuw, zeker niet voor EPZ, Delta en Essent die reeds eerder hierop gewezen hadden.het negeren van mijn kant van deze bevindingen en van de consequenties daarvan, zou onverstandig zijn geweest. 7 Wat betekent het juridisch dat er principeafspraken zijn gemaakt? In hoeverre kan hiervan in het definitieve convenant worden afgeweken? De principeafspraken (ontwerp-convenant) drukken de intentie van partijen uit om een convenant met deze inhoud overeen te komen.het ontwerp-convenant is voor partijen nog niet juridisch bindend.dit is eerst het geval wanneer het is ondertekend.het ontwerp-convenant is ter instemming aan u voorgelegd.na uw instemming zullen partijen het convenant ondertekenen.afwijking van de tekst van het ontwerpconvenant is alleen mogelijk als alle partijen het met die afwijkingen eens zijn. 8 Waarom is gekozen voor een geldigheidsduur van vergunningen voor nieuwe kerncentrales van veertig jaar, en niet korter of langer? Gelet op de aard van de kernreactoren en de technologische ontwikkelingen die op dit gebied plaatsvinden, bestaat de behoefte om na afloop van de initiële ontwerplevensduur, hetgeen voor de meeste reactoren (nog) neerkomt op 40 jaar, opnieuw een rechtvaardigingstoets voor een eventueel voortgezet gebruik uit te voeren.het systeem van een nieuwe beoordeling nadat een kerncentrale veertig jaar operationeel is geweest, wordt bijvoorbeeld ook in de Verenigde Staten toegepast.dit sluit overigens niet uit dat de inrichting voor een langere periode dan veertig jaar kan worden gebruikt, maar dan zal eerst weer een nieuwe beoordeling moeten plaatsvinden of voortzetting voor langere tijd gerechtvaardigd is en veilig kan worden gerealiseerd. 9 Welke objectieve criteria liggen ten grondslag aan het sluitingsjaar 2033? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.1. 2 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.15. In de onderhandelingen over het convenant met EPZ, Delta en Essent is als onderdeel van het totale pakket deze sluitingsdatum overeengekomen. Deze datum is niet onlogisch gezien de bedrijfsduurverlengingen tot 60 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 4

5 jaar die ook in andere landen (met name in de VS) nu worden toegestaan. Een belangrijk element daarbij was dat uit veiligheidsevaluaties is gebleken dat het aannemelijk is dat de belangrijkste grote reactorcomponenten van de kerncentrale Borssele tot die tijd veilig zullen kunnen blijven functioneren.dit wordt verder via de veiligheidsevaluaties elke 10 jaar opnieuw getoetst door de Kernfysische Dienst. 10 Is op een of andere wijze een simulatie uitgevoerd van hoe de bedrijven in het convenant gaan handelen, zodat de overheid niet wordt overvallen door onverwachtse ongewenste effecten (bijvoorbeeld zoals bij de CO 2 -emissiehandel het Rijk werd overvallen door het feit dat de gratis weggegeven emissierechten voor de energiebedrijven een waarde vertegenwoordigen die ze vervolgens doorberekenen aan klanten)? Zo neen, bent u bereid deze simulatie alsnog uit te laten voeren door deskundigen? Er is geen simulatie uitgevoerd.wel zijn met de bedrijven afspraken gemaakt over het traject naar besluitvorming over hun projecten.na een inventarisatie zullen uiterlijk ultimo 2008 projecten geselecteerd zijn en beoordeeld door een onafhankelijke commissie.geselecteerde projecten zullen in de periode worden voorbereid en uitgewerkt.de bedrijven zullen zich in de periode tezamen voor een bedrag van 200 miljoen definitief verbinden aan additionele innovatieve investeringsprojecten, waarbij de innovativiteit gepaard gaat met een technisch en economisch risico dat hoger is dan de eisen die Delta of Essent normaliter aan investeringen van vergelijkbare omvang stellen.in het ontwerp-convenant is vastgelegd dat de bedrijven de vrijheid hebben om de domeinen te kiezen waarin zij uiteindelijk zullen investeren.in de periode tot en met 2008 zullen zij hiertoe opties verkennen.er worden met het instellen van de commissie voldoende waarborgen ingesteld om de investeringen in de gewenste richting te leiden.een simulatie acht ik daarom niet nodig. 11 Waarom is bij het vaststellen van de omvang van de extra middelen voor duurzame energie de onderkant van de geschatte hoogte van de schadevergoeding aangehouden? De extra middelen die het Rijk inzet voor duurzame energie worden uit de zogenoemde FES gelden gehaald (in totaal 2,3 miljard in 2005) die verdeeld zijn over verschillende projecten.hierover is binnen het kabinet overleg gevoerd waarbij voor het duurzaamheidspakket ook rekening is gehouden met de ordegrootte van de mogelijk omvang van de schadevergoeding.het vaststellen van het definitief bedrag voor het duurzaamheidspakket is echter het resultaat van het kabinetsoverleg en staat derhalve los van de hoogte van de mogelijke schadevergoeding. Zie ook antwoord op vraag Waarom hebt u bij het vaststellen van de exploitatiekosten van de KCB gekozen voor het business as usual scenario en niet voor een fair play, wat volgens het vervuiler-betaalt-principe en maatschappelijk verantwoord ondernemen een logischere stap zou zijn? De hoogte van de exploitatiekosten voor de kerncentrale Borssele en de daarbij behorende (grote) spreiding is geschat op basis van deskundig advies en relevante onderzoeken.hierbij geldt de realistische aanname dat het exploitatiescenario niet noemenswaardig verandert.op dit moment is er geen reden om van een wijziging uit te gaan en iedere invulling van een nieuw scenario zou slechts op speculaties zijn gebaseerd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 5

6 Overigens komen ook in het business as usual scenario de kosten van afval en amovering voor rekening van de exploitant. 13 Kan in meer algemene zin de relatie worden aangegeven tussen de voorgestelde wijziging van de Kernenergiewet en de kerncentrale behalve het voorstel om de sluitingsdatum van 2033 in de Kernenergiewet op te nemen? Behoudens de in artikel I, onderdeel C, van het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet 1 opgenomen bepalingen omtrent de sluitingsdatum van de kerncentrale Borssele, hebben de overige wijzigingen (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging van het bevoegd gezag) geen directe relatie met de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele.Er vloeien wel gevolgen uit voort voor de bedrijfsvoering van de kerncentrale Borssele, voorzover daarbij onderwerpen als opwerking, financiële zekerheidstelling en (wijzigingen van) vergunningen aan de orde zijn, maar deze wijzigingen zijn ingegeven vanuit meer algemene beschouwingen en politieke wensen. 14 Welke wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen (Wako) verwacht u? Indien bedragen bijgesteld worden, verwacht u dan dat er sprake zal zijn van een groter verzekeringsbedrag of juist kleiner? Welke gevolgen gaat dat hebben voor de verzekering van EPZ en de Staat? Zowel het Verdrag van Parijs als het Verdrag van Brussel, die beide aan de Wako ten grondslag liggen, zijn in 2004 gewijzigd.hierdoor is aanpassing van de Wako noodzakelijk, welke thans ambtelijk wordt voorbereid door het ministerie van Financiën.De wijzigingen omvatten uitbreidingen van het begrip kernschade, van de aansprakelijkheid bij natuurrampen en van het toepassingsgebied van de Wako.Ook zal het maximumbedrag van de aansprakelijkheid worden verhoogd van 340,3 miljoen tot 700 miljoen. Dit nieuwe, hogere aansprakelijkheidbedrag van 700 miljoen dat ook voor EPZ zal gaan gelden, zal op de particuliere verzekeringsmarkt worden verzekerd.over de hoogte van de premie kan nu nog niets worden gezegd.de premie van de zogenoemde Aanvullende Staatspolis, die de risico s dekt waarvoor de exploitant van de kerncentrale aansprakelijk is, maar waarvoor geen dekking op de particuliere verzekeringsmarkt is te verkrijgen, is gerelateerd aan de door verzekeraars in rekening gebrachte premie.de premie voor de Aanvullende Staatspolis zal derhalve een vergelijkbare stijging ondergaan. 15 Welke afspraken zijn er gemaakt over de wijze waarop bij voortzetting van de bedrijfsvoering van de kerncentrale met het radioactieve afval wordt omgegaan? Blijft EPZ volledig autonoom in de keuze van de wijze van het omgaan met afval? Betekent dit dat het afval tot 2033 opgewerkt zal blijven worden? Kan de voorgestelde wijziging van de Kernenergiewet hierin iets veranderen? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.2, blz.2. In het convenant zijn geen afspraken gemaakt over hoe EPZ met het radioactief afval zal omgaan, maar het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging van het bevoegde gezag)5 bevat wel nieuwe bepalingen dienaangaande, die ook op EPZ van toepassing zullen zijn. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 6

7 In artikel I, onderdeel E, van het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet is een wijziging opgenomen die tezamen met het eveneens nog aan te passen Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen, een vergunningsplicht invoert voor het zich ontdoen van splijtstoffen met het doel deze te laten opwerken.bovendien wordt de duur van een dergelijke vergunning beperkt tot een periode van maximaal 10 jaar (artikel I, onderdeel F, van het wetsvoorstel).in concreto betekent dit dat EPZ vanaf het moment dat de wetswijziging in werking treedt, een dergelijke vergunning zal moeten aanvragen indien gebruikte splijtstof voor opwerking naar het buitenland zal worden overgebracht.het bevoegd gezag zal dan beoordelen of die vergunning verstrekt kan worden.het beoordelingskader daarbij wordt gegeven door de in artikel 15b van de Kernenergiewet opgesomde belangen die in het algemeen bij de toetsing van vergunningsaanvragen een rol spelen, aangevuld met het criterium dat in voornoemd wetsvoorstel in artikel I, onderdeel E is gegeven.dat laatste criterium houdt in dat de vergunning kan worden geweigerd indien het opwerken van splijtstoffen naar het oordeel van de Minister van VROM niet in het algemeen belang is. 16 Als zou blijken dat het reactorvat vervangen moet worden om voortzetting van de bedrijfsduur tot 2033 te garanderen, is dit dan mogelijk op basis van de huidige vergunning of gaat dan het regime van de nieuwe Kernenergiewet gelden? Of moet het vervangen van het reactorvat binnen de huidige centrale als een onrealistische optie worden gezien? In de eerste plaats merk ik op dat het vervangen van het reactorvat inderdaad als een onrealistische optie gezien moet worden.in het algemeen is dit technisch nauwelijks of niet uitvoerbaar en het zou daardoor bovendien zeer kostbaar en daardoor bedrijfseconomisch niet verantwoord zijn. Er hoeft geen nieuwe bedrijfsvergunning («in werking brengen en houden») afgegeven te worden waarvoor de maximale vergunningstermijn van 40 jaar (voor inrichtingen die voor het eerst in werking worden gebracht) opnieuw een aanvang zou nemen. 17 Waarom hebben de verplichtingen voortvloeiend uit het OSPAR verdrag geen effect op de overweging de kerncentrale in Borssele open te houden? Kunt u inzicht geven in de extra kosten voor EPZ om aan de (toekomstige) verplichtingen van het OSPAR verdrag te voldoen en welke gevolgen dat zou hebben voor de schadevergoeding? In 1998 is in OSPAR-verband de Strategie voor radioactieve stoffen vastgesteld met als doel om uiteindelijk te komen tot concentraties in het mariene milieu die dicht bij nul liggen voor kunstmatige radioactieve stoffen en dichtbij achtergrondwaarden voor natuurlijke radioactieve stoffen.dit moet bereikt worden door middel van voortschrijdende en substantiële reducties van lozingen van radioactieve stoffen.daarbij wordt rekening gehouden met het legitieme gebruik van de zee, technische haalbaarheid en radiologische gevolgen voor mens en andere biota. In de strategie is ook een tijdsbestek opgenomen.in 2020 dienen de lozingen van radioactieve stoffen gereduceerd te zijn tot niveaus waarbij de additionele concentraties in het mariene milieu boven historische niveaus, dicht bij nul zijn. Om de strategie te implementeren is binnen OSPAR afgesproken dat iedere verdragspartij een nationaal plan zou opstellen, waarmee de verdragspartij aangeeft hoe de strategie geëffectueerd wordt.in augustus 2002 heb ik het Nederlandse plan naar het OSPAR-secretariaat verzonden. De conclusies in dit document waren: 1.Sinds 1998 is de hoeveelheid radioactieve stoffen die toegevoegd Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 7

8 worden aan het mariene milieu vanuit Nederland fors gedaald.de voornaamste oorzaak hiervoor is dat twee fosforzuurproducerende bedrijven in het Rotterdamse havengebied hun bedrijfsactiviteiten beëindigd hebben, welke gepaard gingen met grote lozingen van fosfogips, dat verhoogde concentraties radioactieve stoffen bevatte.in omvang bedroegen deze lozingen een veelvoud van de lozingen van radioactieve stoffen door andere Nederlandse installaties die radioactieve stoffen lozen waaronder de kerncentrale in Borssele. 2.De huidige lozingen van de Nederlandse installaties hebben een triviale en niet-meetbare bijdrage aan de concentraties van radioactieve stoffen in het mariene milieu van OSPAR. 3.De nucleaire installaties in Nederland voldoen aan het ALARA-beginsel (as low as reasonably achievable): het zoveel als redelijkerwijs mogelijk terugdringen van de stralingsbelasting.hierbij wordt rekening gehouden met sociaal-maatschappelijke aspecten en kosten van maatregelen.zouden maatregelen om de lozingen terug te dringen hieraan niet voldoen, dan zouden de lozingen van radioactieve stoffen niet vergund mogen worden.dit geldt ook voor de kerncentrale Borssele. 4.De verwachting is dat op basis van het ALARA-beginsel de lozingen van de kerncentrale Borssele in de periode tot aan 2020 (de reikwijdte van de Strategie) verder teruggedrongen zullen worden. 5.Op basis van het voorgaande is geconcludeerd dat er geen specifiek beleid noodzakelijk is om de OSPAR-strategie voor radioactieve stoffen in Nederland te effectueren. De kosten, die derhalve gepaard gaan met de investeringen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan het ALARA-beginsel, zijn in feite de kosten die benodigd zijn om de OSPAR-strategie voor radioactieve stoffen in Nederland te implementeren.hoeveel deze kosten bedragen is afhankelijk van technologie-ontwikkeling en het rendement daarvan.deze kosten behoren tot de normale bedrijfsvoering en hebben als zodanig geen bijzondere invloed op een mogelijke schadevergoeding. 18 Is het juist dat opslag van nucleair afval te duur wordt als er geen internationale opslagplaats komt? Zo ja, wat betekent dat voor de hoogte van het eventuele uit te keren bedrag aan schadevergoeding? Vermoedelijk refereert deze vraag aan een berekening getoond tijdens één van de presentaties op het Clingendael International Energy Programme (CIEP) Seminar «Nuclear Energy and EU Energy Policy» dat op 24 januari 2006 plaatsvond.deze berekening laat zien dat, indien de geschatte kosten van de aanleg van een terugneembare ondergrondse berging worden gedeeld door het totaal aantal gegenereerde kilowattuur aan elektriciteit bij 30 jaar reactorbedrijf van de kerncentrale Borssele, dit zou leiden tot een verhoging van de kostprijs van kernenergie met 1,3 eurocent.deze berekening gaat er van uit dat de aanleg van een eindberging nog tijdens het bedrijf van de centrale of kort na sluiting wordt gerealiseerd.tijdens dezelfde voordracht is eveneens aangegeven dat eindbergingskosten kunnen worden gereduceerd via een aantal maatregelen, onder meer door een verhoging van de capaciteit van de berging en gezamenlijk gebruik of door een toename van de productietijd.nederland heeft om deze reden gekozen voor de tweede optie, namelijk voor een langdurige (> 100 jaar) bovengrondse opslag in een gebouw, voordat een eindberging wordt gerealiseerd.hiermee wordt een tweeledig doel bereikt: er wordt meer radioactief afval gegenereerd voordat de eindberging gereed is en er vindt verdiscontering van de kosten plaats door de aangroei van een relatief gering bedrag in een kapitaal groeifonds.de eerste optie, verhoging van de capaciteit van de eindberging, kan voor landen met een klein kernenergieprogramma slechts worden gerealiseerd door bundeling van krachten.hierbij komt een regionale of internationale Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 8

9 eindberging in beeld.overigens wordt de mogelijkheid van deelname van Nederland aan een regionale of internationale berging niet uitgesloten, indien politieke besluitvorming hierover plaats zou vinden.in dat geval zou eindberging van het radioactief afval waarschijnlijk op een eerder tijdstip dan thans is voorzien gerealiseerd kunnen worden. Ten slotte merk ik op dat EPZ niet afhankelijk is van een internationale berging gelet op het feit dat zij altijd eindberging in Nederland als (financieel) uitgangspunt heeft genomen. Duurzaamheidpakket 19 Wanneer wordt een concrete invulling van het duurzaamheidpakket verwacht? Bent u bereid met de concrete invulling de verschillen tussen openhouden en sluiten van Borssele nader te herzien? Zo neen, waarom niet? Zoals in mijn brief van 10 januari 2006 is aangegeven zullen in de zomer van 2006 nader uitgewerkte voorstellen kunnen worden verwacht.het ontwerp-convenant is juist opgesteld om voor lange termijn duidelijke afspraken te maken over het open houden van de kerncentrale Borssele. Het meenemen van verschillen in de vraag over het wel of niet open houden van de kerncentrale Borssele is daarom niet relevant. 20 Zijn er afspraken gemaakt over de gevolgen van een eventuele splitsing van de energiebedrijven voor het afgesproken duurzaamheidpakket? Zo ja, welke zijn dat? Zo neen, welke gevolgen kan de splitsing hebben voor de bereidheid en draagkracht van de betrokken energiebedrijven om te investeren in het duurzaamheidpakket? Nee.De gemaakte afspraken in het ontwerp-convenant staan los van een eventuele splitsing. 21 Kan de rijksbijdrage van 250 miljoen euro voor het duurzaamheidpakket beschouwd worden als indicatieve hoogte van de schadevergoeding die betaald had moeten worden wanneer de kerncentrale per 2013 gesloten had moeten worden? Zo neen, waarop is dan het bedrag van 250 miljoen euro gebaseerd? Nee.Voor een indicatie van die schadevergoeding verwijs ik naar mijn brief van 29 april , alsmede naar mijn antwoord op vraag 5.Een nadere indicatie is thans niet te geven.de hoogte van het door de overheid gereserveerde bedrag voor het duurzaamheidspakket is het resultaat van het kabinetsoverleg in het kader van de verdeling van de FES gelden waaruit dit bedrag afkomstig is.zie ook mijn antwoord op vraag Welke stappen gaat u ondernemen als de Europese Unie de koppeling van nieuwe regelingen aan private voorstellen niet goedkeurt? Op welke manier gaat u de beoogde 250 miljoen euro dan investeren? Wanneer weten we of de voorgenomen maatregelen Europa-proof zijn? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.5. De nieuwe regelingen zullen zo veel mogelijk aansluiten bij bestaande EG-steunregelingen.De relevante steunkaders zullen in acht worden genomen (o.a. het milieusteunkader en het onderzoek en ontwikkelingssteunkader).bij twijfel over de verenigbaarheid van een nieuwe regeling met het van toepassing zijnde steunkader, zal de regeling voorgelegd worden in Brussel. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 9

10 23 Kan geconcludeerd worden dat de kosten van het «additionele» duurzaamheidpakket 17,8 euro per ton CO 2 bedraagt (500 miljoen delen door 28 (20 jaar 1,4 Megaton CO 2 )? Zo ja, vindt u dit een realistisch bedrag voor «additionele» reductie gezien het feit dat de prijs van een ton CO 2 op dit moment al rond de 20 euro bedraagt? De 1,4 Mton CO 2 -reductie zal worden gerealiseerd in de drie gebieden schoon fossiel, energie efficiency en hernieuwbare energie.de kosten per vermeden ton CO 2 varieren per type project en zijn tevens verschillend binnen het overheidsdeel en het bedrijvendeel.voor het overheidsdeel gaat het gemiddeld om ruim 25 euro per ton.immers, er is 250 miljoen beschikbaar (bij een annuïteit van 0,1 is dat 25 miljoen op jaarbasis) waarmee een reductie-effect van 0,94 Mton CO 2 moet worden gerealiseerd.het getal van gemiddeld 25 euro per ton geeft aan dat er bij de invulling van het pakket spanning zal kunnen gaan ontstaan tussen het reductiedoel en de wens dat het moet gaan om innovatieve (relatief kostbare) projecten. 24 Wordt, om energiebesparing nieuwe impulsen te geven, ook gedacht aan herintroductie van de begin 2004 afgeschafte energiepremieregeling (EPR)? Nee. Advies begeleidingscommissie 25 De begeleidingscommissie beveelt aan de berekeningen aan de hand van het POWERS rekenmodel extern te laten evalueren: bent u daartoe bereid? De aanbeveling van de begeleidingscommissie betreft niet een evaluatie specifiek van de berekeningen voor de kerncentrale Borssele, maar een externe evaluatie van het gebruikte rekenmodel POWERS als zodanig.dat is niet omdat er aanwijzigen zijn dat er iets mis zou zijn met het model, maar wordt ingegeven vanuit het oogpunt van kwaliteitsborging vanwege het grote belang van de vaak met dit model uitgevoerde berekeningen voor het energiebeleid in ruimere zin.dergelijke evaluaties van wetenschappelijke rekenmodellen zijn gebruikelijk en ik zal de aanbeveling van de begeleidingscommissie voorleggen aan de onderzoeksinstellingen die met het rekenmodel POWERS werken.voorzover dat van de kant van de Rijksoverheid gewenst of nodig is, ben ik bereid daarvoor medewerking en ondersteuning te bieden. 26 Vindt u een maatschappelijke kosten-batenanalyse een geschikt instrument in de beleidsvoorbereiding? Waarom was het in de «huidige situatie» niet mogelijk om een maatschappelijke kosten/batenanalyse uit te voeren? De door ECN en NRG uitgevoerde analyse is geen maatschappelijke kosten-baten analyse.waarom is er geen poging ondernomen een maatschappelijke kosten-baten analyse te maken ter onderbouwing van het besluit de kerncentrale Borssele open te houden? Is een maatschappelijke kosten-baten analyse naar het oordeel van de regering toch niet gewenst? Een maatschappelijke kosten-baten analyse is vaak een geschikt instrument ter ondersteuning van beleidsbeslissingen.het is echter niet het enig mogelijke en ook niet altijd het meest geschikte instrument.ter Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 10

11 ondersteuning van de discussie en van het besluitvormingsproces rond de kerncentrale Borssele heb ik door ECN-NRG een analyse laten uitvoeren die een antwoord geeft op de vele vragen die bij dit onderwerp spelen.ik heb de onderzoekers opdracht gegeven om met een nadere analyse de verschillen tussen de opties (sluiten in 2013 of in 2033) uit te diepen en waar nodig verbanden te leggen.dat betekent ook dat het onderzoek is ingedeeld naar onderwerpen zoals die ook in de discussies naar voren komen, maar die in een zuiver wetenschappelijke benadering anders gegroepeerd zouden zijn om mogelijke overlap en onderlinge afhankelijkheden te vermijden.de gebruikte opzet heeft naar mijn mening dus het voordeel dat zij goed aansluit op de aspecten die in de politieke besluitvorming aan de orde worden gesteld, waardoor die besluitvorming efficiënter en duidelijker kan plaatsvinden.een wetenschappelijk zuiverder kosten-baten analyse zou hiervoor minder geëigend zijn en naar mijn mening ook niet een extra bijdrage leveren die onontbeerlijk zou zijn bij de besluitvorming over het sluiten of open houden van de kerncentrale na Welke maatregelen neemt de regering om de geleidelijke verschraling van de deskundigheid bij de overheid op het gebied van kernenergie tegen te gaan? Acht u een bepaalde deskundigheid bij de overheid noodzakelijk? Zo ja, welk niveau? Zo neen, waarom niet? Zoals ik in mijn brief van 10 januari heb aangegeven, zal ik de adviezen van de begeleidingscommissie van de nadere analyse van ECN-NRG ter harte nemen.dat geldt ook voor hun opmerking met betrekking tot de beschikbare deskundigheid.los hiervan is door mij al een onderzoek gestart om, mede gelet op een mogelijke voortgezette bedrijfsvoering van de kerncentrale Borssele, na te gaan welke deskundigheid, en in welke omvang, noodzakelijk is om de taken van de overheid op het gebied van kernenergie adequaat uit te voeren.medio 2007 zal dit onderzoek naar verwachting afgerond kunnen worden en daarna zal nadere besluitvorming daaromtrent plaats kunnen vinden. Nucleair veiligheidsbeleid (Convenant artikel 4 e.a.) 28 Elke 5 jaar zal een benchmark worden uitgevoerd, zo wordt vermeld in de brief van de 10 januari 2005.Dit zal een internationaal uitgevoerde benchmark moeten zijn.op welke wijze is het IAEA hierbij betrokken? De manier waarop de benchmark zal worden uitgevoerd en in hoeverre daar een internationale betrokkenheid bij is, is nog niet uitgewerkt.de commissie die, conform het ontwerp-convenant in het leven zal worden geroepen, zal voor de wijze van werken zelf een reglement opstellen dat goedkeuring van de partijen van het convenant behoeft.de wijze waarop het IAEA en eventueel andere internationale organisaties daarbij betrokken zullen zijn, is daarom ook op dit moment niet aan te geven.het ligt evenwel in de lijn der verwachting dat het IAEA hier op enigerlei wijze bij betrokken zal worden. 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr Waarom is niet gekozen voor een volledig onafhankelijke commissie om de benchmark uit te voeren? Op welke wijze is de commissie van plan om te bepalen of Borssele tot de 25% veiligste kerncentrales in OECD-landen behoort? Bestaan er dergelijke ranglijsten? Zo ja, welke? Zo neen, op welke manier denkt Nederland deze ranglijst op te stellen? Welke ijkpunten worden in deze benchmark meegenomen? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 11

12 Is de sanctie bij niet voldoen aan de benchmark (25% veiligste centrales) een onmiddellijke sluiting? Zo neen, hoeveel tijd krijgt Borssele om alsnog aan de eis te voldoen? Zoals in het ontwerp-convenant is opgenomen bestaat de commissie van deskundigen belast met de uitvoering van de benchmark uit 5 leden, die alle onafhankelijk dienen te zijn.zij zullen dus niet opereren als vertegenwoordiger van de partij, die ze benoemd heeft vanwege hun specifieke deskundigheid.bij een dergelijke constructie is de onafhankelijkheid voldoende gewaarborgd en tevens wordt bijgedragen aan het creëren van committment en draagvlak bij de convenantpartijen. Zoals uit het antwoord op vraag 28 blijkt, is de manier waarop de benchmark zal worden uitgevoerd thans nog niet uitgewerkt.gezien het feit dat er op dit moment geen ranglijsten bestaan met de gevraagde informatie, zal de commissie de wijze van werken zelf regelen in afstemming met de convenantspartijen. In het ontwerp-convenant in artikel 4.2 is vastgelegd dat EPZ ervoor zorgt dat de kerncentrale Borssele blijft behoren tot de 25% veiligste reactoren in de EU, de VS en Canada.Indien de kerncentrale Borssele volgens het oordeel van de Commissie van deskundigen hier niet aan zou voldoen, zou dat betekenen dat EPZ zich niet aan het convenant houdt en zou een geschil met de Rijksoverheid kunnen ontstaan.overeenkomstig artikel 11.3 van het ontwerp-convenant zal eerst gezocht worden naar een voor alle partijen aanvaardbare oplossing.mocht die oplossing niet gevonden worden, dan kan volgens dat artikel het geschil aan de rechter worden voorgelegd.hoeveel tijd met deze procedure gemoeid kan zijn, valt voorshands niet te zeggen.dat hangt af van het geschil in kwestie. Ontmanteling (Convenant artikel 5 e.a.) 30 Is gegarandeerd dat het Rijk op geen enkele wijze financieel bijdraagt in de ontmantelingskosten? Zo neen, welk financieel risico loopt het Rijk dat het moet bijdragen in de ontmantelingskosten? Teneinde de zekerheid te verkrijgen dat na beëindiging van de bedrijfsvoering de exploitant van een kerncentrale daadwerkelijk beschikt over de benodigde gelden voor de ontmanteling, is in artikel I, onderdeel G, van het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging van het bevoegde gezag) 1 daartoe een nieuwe bepaling opgenomen waarbij de vergunninghouder van een kerncentrale verplicht wordt financiële zekerheid te stellen voor de kosten van de buitengebruikstelling en ontmanteling van de centrale. 31 Wat gebeurt er in het geval van een faillissement van EPZ voor de sluitingsdatum van de centrale? Op welke wijze is financiering van de ontmanteling en opslag van het afval van de kerncentrale zeker gesteld in de situatie dat EPZ failliet zou gaan? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.2, blz.3. In het geval van faillissement van EPZ voor de sluitingsdatum van de kerncentrale kan EPZ haar verplichtingen uit het convenant niet nakomen. Echter, zoals hiervoor bij het antwoord op vraag 30 is aangegeven, beoogt het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet onder meer de financiële zekerheidstelling van de benodigde gelden voor ontmanteling te regelen.in het geval dat EPZ voor de sluitingsdatum failliet gaat en de door EPZ gereserveerde voorziening voor de kosten van buitengebruikstelling en ontmanteling van de kerncentrale aldus in de failliete Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 12

13 boedel valt, kan de Rijksoverheid met het inroepen van de gestelde financiële zekerheid, ondanks het faillissement, de ontmanteling bekostigen. 32 Wat betekent de verplichting voor EPZ om de centrale na buitengebruikstelling niet te «entomberen» financieel voor EPZ (art 5.2)? In hoeverre is deze convenantafspraak anders dan wat er tot nu toe was overeengekomen over de ontmanteling? Tot op heden is er door EPZ vanuit gegaan dat de kerncentrale na sluiting eerst in een veilige insluiting zal worden gebracht (dat duurt circa 5 jaar) en vervolgens pas na een wachttijd van 40 jaar ontmanteld zal worden. Op basis hiervan zijn door EPZ financiële reserveringen gemaakt om dit te zijner tijd te kunnen bekostigen.hierbij kan voordeel worden verkregen uit de aangroei van het ontmantelingsfonds door rente-inkomsten gedurende de wachtperiode van 40 jaar.de convenantafspraak brengt met zich mee dat EPZ deze reserveringen zal moeten baseren op een directe ontmanteling na bedrijfsbeëindiging, waardoor genoemd voordeel niet aan de orde is. 33 Hoe is geregeld dat de verplichting de centrale te slopen overgaat naar een eventuele nieuwe eigenaar/exploitant? In artikel 3.3 van het convenant is een kettingbeding opgenomen dat EPZ ertoe verplicht om de verplichting de centrale te ontmantelen door te geven aan een eventuele opvolgende eigenaar. 34 Welke financiële risico s voor het Rijk brengt convenantartikel 5.5 waarin het Rijk zich verplicht geen zekerheid in de vorm van borgtocht bankgarantie en dergelijke te verlangen met zich mee? Waarom is hiervoor gekozen? Zijn er buitenlandse voorbeelden waar dit ook zo gebeurt? 1 Tweede Kamer Vergaderjaar , , nr.2, blz.3. Het stellen van financiële zekerheid in de vorm van een borgtocht of bankgarantie is in het ontwerp-convenant niet uitgesloten.in artikel 5.5.van het ontwerp-convenant is bepaald dat voor het stellen van financiële zekerheid in deze vorm de instemming van EPZ is vereist.het zonder meer eisen van een borgtocht of bankgarantie acht ik ook onredelijk. Sinds de inbedrijfneming van de kerncentrale Borssele heeft EPZ al vrijwillig een financiële voorziening voor de ontmanteling opgebouwd, maar niet in de vorm van een borgtocht of bankgarantie.het per direct van EPZ een zekerheid in de vorm van borgtocht of bankgarantie verlangen, zou veel kosten met zich meebrengen. Overigens blijft onverlet de verplichting om, na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging van het bevoegd gezag) 1, te voldoen aan de eis van financiële zekerheidstelling op een wijze die in lijn is met het nieuwe wetsartikel. In artikel I, onderdeel G, van het wetsvoorstel wordt de vergunninghouder van een kerncentrale verplicht financiële zekerheid te stellen voor de kosten van de buitengebruikstelling en ontmanteling van de centrale.de vergunninghouder wordt daarbij voor de vorm van de te stellen financiële zekerheid de keuze geboden tussen een aantal mogelijkheden.borgtocht en bankgarantie horen daarbij.deelneming aan een daartoe ingesteld fonds dat naar het oordeel van de Ministers van VROM en van Financiën voldoende waarborg biedt of enige andere voorziening, die naar het oordeel van de Ministers van VROM en van Financiën voldoende waarborg biedt, zijn de andere mogelijkheden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 13

14 Voor wat betreft de landen binnen de Europese Unie die de beschikking hebben over kerninstallaties, is de financiële zekerheidstelling voor de ontmanteling zeer verschillend gereguleerd.volgens een recente studie uitgevoerd door de Nuclear Energy Agency van de OECD 1 vindt het beheer van de ontmantelingsfondsen bij ca.50% van de lidstaten op dezelfde wijze plaats als EPZ dat doet, namelijk door de exploitant van de centrale zelf.door de Europese Commissie wordt thans geïnventariseerd hoe één en ander in de lidstaten precies is geregeld.met behulp van de resultaten zal getracht worden om tot voorstellen voor harmonisatie van nationale regelingen te komen.het is nu nog te vroeg om aan te geven welke richting dat in zal gaan. CO 2 -reductie en Additionele besparing 0,47 Mton (Convenant artikel 7 e.a.) 35 Hoe wordt het business as usual scenario bepaald, welke nodig is voor de bepaling van de emissiereductie (convenant artikel 7.1)? In artikel 7.2 van het ontwerp-convenant wordt aangegeven dat in het jaar dat een project wordt geselecteerd de gemiddelde emissies in Nederland in het er aan voorafgaande kalenderjaar als business as usual worden beschouwd.daarmee wordt bereikt dat de referentie zo actueel mogelijk is, waarmee meer garantie ontstaat dat de reductie ook als additioneel mag worden beschouwd.per project (of domein) zal een referentie moeten worden bepaald, waarover de in het ontwerp-convenant genoemde commissie haar oordeel zal moeten geven.in het ontwerpconvenant zijn voor projecten waarbij elektriciteitsproductie centraal staat een tweetal elementen van de referentie omschreven.inzet van biomassa, die in het Convenant Kolencentrales en CO 2 -reductie is overeengekomen, wordt in mindering gebracht, waarmee de referentiewaarde dus ambitieuzer wordt.als daarboven nog extra hoeveelheden biomassa worden meegestookt, worden deze daarbij meegeteld alsof de daarmee opgewekte energie zonder het convenant was geproduceerd uit fossiele brandstoffen. 36 Hoe wordt gegarandeerd dat de besparingsprojecten een lange levensduur hebben en niet bijvoorbeeld al na 2 jaar worden beëindigd? De regelingen uit het overheidsdeel behelzen dat private investeringen worden ondersteund.ook de steunkaders (zie antwoord op vraag 22) vereisen bepaalde minimum inzet van private middelen (afhankelijk van de regeling en het regime van het steunkader liggen deze tussen 25 en 75 procent).het private deel betekent dat bedrijven er zelf baat bij hebben dat projecten niet voortijdig worden afgebroken. 37 Kunt u garanderen dat de 1,4 Mton emissiereductie additioneel is aan het Kyotobeleid en er dus door het convenant 1,4 Mton CO 2 meer gereduceerd wordt dan het Kyoto-doel? En als u dit niet kunt garanderen, is het dan juist dat de gereserveerde middelen van 250 miljoen euro in feite onderdeel maakt van het reguliere klimaatbeleid en klimaatmiddelen? 1 NEA/OECD, Decommissioning Nuclear Power Plants, Policies, Strategies and Costs, Paris, De vraag of er een bijdrage is aan het Kyoto-doel hangt af van verschillende factoren.zoals blijkt uit het voorbereidingstraject voor het bedrijvendeel komen die projecten naar verwachting grotendeels na 2012 gereed.daarmee is de reductie niet relevant voor onze Kyoto-prestatie ( ).Uiteraard wel voor de periode erna. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 14

15 Voor de projecten die met overheidsgeld tot stand komen is de bijdrage aan het Kyoto-doel afhankelijk van de snelheid van realisatie en van de sector waarin projecten worden gerealiseerd.projecten die snel gerealiseerd kunnen worden en die buiten het systeem van emissiehandel vallen (vooral de gebouwde omgeving, landbouw en verkeer) leveren een bijdrage aan het Kyoto-doel.Projecten die daarentegen vallen binnen het Europese handelssysteem leveren per definitie geen additionele bijdrage aan het Kyoto-doel.Immers, zodra het emissieplafond voor dit systeem vastligt (dit is medio 2006), ligt ook vast welke emissies op de Nederlandse Kyoto-rekening komen.extra subsidies vanuit het duurzaamheidspakket (maar ook andere) hebben dan geen effect meer.wel hebben ze effect op de mate van energiebesparing in Nederland, op het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen en op de CO 2 -emissies na 2012 (want daarvoor moet mettertijd een nieuw plafond worden vastgesteld). Vanwege het innovatieve karakter en de lange termijn horizon zullen de beoogde structurele effecten van deze duurzaamheidsimpuls echter grotendeels worden gerealiseerd na Wat wordt bedoeld met artikel 7.4 over de rekenregels van het allocatieplan? Waarom is dit artikel toegevoegd? Bedoeld wordt dat het sluiten van het convenant geen invloed heeft op de rekenregels van het allocatieplan en de allocatie van CO 2 -emissierechten (in nationale of internationale toewijzingsplannen) in de handelsperiode van de betrokken bedrijven EPZ, Delta en Essent.Dit betekent dat de reductie-effecten die met de projecten van deze bedrijven worden gerealiseerd niet worden verdisconteerd in de rekenregels.de betekenis hiervan voor het allocatieplan voor de Kyotoperiode ( ) is overigens naar verwachting minimaal omdat er volgens het voorbereidingstraject geen projecten voor 2012 gerealiseerd worden.over rekenregels na 2012 valt op dit moment niets te zeggen. Zou er dan zijn overgegaan op het veilen van rechten dan zou het reductievoordeel sowieso aan de bedrijven toekomen.het doen toekomen van het voordeel aan de bedrijven betekent dat de rentabiliteit van projecten verbetert, maar tegelijkertijd dat de lat voor innovativiteit hoger kan worden gelegd.in het oordeel hierover speelt de in artikel 8 van het ontwerp-convenant genoemde commissie een belangrijke rol. 39 Is de sanctie voor niet voldoen aan de additionele CO 2 -reductie een onmiddellijke sluiting van de centrale? Zo neen, welke sancties zijn er wel en waarom zijn deze niet in het convenant vastgelegd? Nee.Zoals in artikel 12.3 is aangegeven, treden de partijen in overleg, als de bedrijven op 31 december 2008 gemotiveerd hebben aangetoond dat de ingediende projecten niet volledig tot de afgesproken CO 2 -emissiereductie zullen leiden.dan zullen nadere afspraken worden gemaakt over de invulling van de dan nog openstaande verplichtingen.mocht dit niet mogelijk zijn, dan is de geschillenregeling als genoemd in artikel 11.3 van het ontwerp-convenant van toepassing.zie ook de antwoorden op vragen 29 en 77, waarin op deze geschillenregeling wordt ingegaan. 40 Hoe voorkomt u dat bij ongewijzigde allocatie de extra reducties door emissiehandel te gelde worden gemaakt en feitelijk meer opleveren dan de oorspronkelijke investeringen (marktprijs emissierecht hoger dan geïnvesteerd bedrag per ton CO 2 )? Zie het antwoord op vraag 38. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 15

16 41 Gesteld wordt dat bij voortzetting van de Europese emissiehandel voor de periode na 2012 een nieuw allocatieplan wordt gemaakt waarin bij de vaststelling van het plafond rekening zal worden gehouden met bestaande centrales, inclusief de kerncentrale.betekent dit concreet dat het langer open houden van de centrale zich vertaalt in een verlaging van het plafond? Verlenging van de levensduur van de kerncentrale Borssele betekent dat de nationale emissies ten gevolge van elektriciteitsopwekking na 2013 lager zullen uitkomen.dit gegeven zal een rol spelen bij het maken van afspraken over de post-kyoto prestatie van Nederland en Europa.Ingeval er na 2012 nog gewerkt wordt met nationale allocatieplannen, dan zou dit zich vertalen in een lager emissieplafond. 42 Worden op het moment dat in de nieuwe handelsronde de CO 2 -rechten verdeeld worden, voor de in het convenant deelnemende bedrijven automatisch 0,47 Mton van hun rechten afgetrokken, zodat ze niet de nu opgelegde besparing in de emissiehandel te gelde kunnen maken (omdat ze door het uitvoeren van de convenantafspraken emissierechten overhouden)? Zo neen, waarom niet? Zie het antwoord op vraag Kunt u de passage over het nieuwe allocatieplan in relatie tot verlenging van de levensduur van de kerncentrale nader toelichten? Zie het antwoord op vraag Hoe voorkomt u dat de emissiereductie van de bedrijven via het emissiehandelssysteem te gelde worden gemaakt en het dus feitelijk geen additionele investering is? Worden deze reducties bijvoorbeeld buiten het systeem gelaten waardoor ze feitelijk voor de markt geen waarde krijgen? Deze opmerking kan geen betrekking hebben op de periode tot 2012.Zie ook de antwoorden op de vragen 37 en Kunt u aangeven of u voornemens bent, bij het nieuwe allocatieplan van broeikasgasgassen, in te zetten op een systeem dat ook vermeden broeikasgasemissies door de toepassing kerncentrales ten opzichte van conventionele centrales beloont? Kerncentrales vallen niet onder het huidige Europese systeem van verhandelbare CO 2 -emissierechten.de vormgeving van het klimaatbeleid na 2012 is nog onzeker.mocht het komen tot een systeem van veilen, dan hebben kerncentrales sowieso het voordeel dat geen rechten behoeven te worden gekocht. 46 Wanneer kunnen we het allocatieplan voor de periode na 2012 verwachten? Kan het nieuwe allocatieplan gevolgen hebben voor de exploitatiekosten? Zo ja, wat betekent dat voor de door u verwachte schadevergoeding? Zo neen, waarom niet? Volgens de systematiek van de huidige richtlijn zal het allocatieplan voor de periode na 2012 twee jaar daarvoor ingediend moeten worden.bij Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 16

17 ongewijzigde vormgeving van het huidige handelssysteem na 2012 zal er geen invloed zijn op de exploitatiekosten van de kerncentrale Borssele omdat kerncentrales niet onder het systeem van verhandelbare emissierechten vallen.het hier bedoelde verschil in exploitatiekosten met andere vormen van elektriciteitsopwekking is afhankelijk van de marktprijs voor CO Op welk moment moet de 0,47 Mton reductie per jaar gerealiseerd zijn? Hoe lang moet deze reductie in stand blijven? De jaarlijkse reductie zal gerealiseerd worden vanaf het jaar dat de nieuwe situatie geldt met betrekking tot de kerncentrale Borssele (2013).Met de bedrijven is een planning afgesproken.daarin staat een tijdschema in drie fasen: : opties voor eigen projecten (van de bedrijven) worden verkend met een analyse en voorlopige keuzes; : de projecten worden verder uitgewerkt en de benodigde vergunningen worden aangevraagd; : bedrijven verbinden zich definitief financieel aan de projecten en ze worden uitgevoerd. Verwacht wordt dat bedrijven voor deze investeringen een gebruikelijke afschrijvingstermijn zullen hanteren, vaak is dat circa 10 jaar. 48 Kunnen de bedrijven de 0,47 Mton reductie ook voor andere verplichtingen gebruiken, bijvoorbeeld in het kader van emissiehandel (te verwachten valt dat na 2012 de CO 2 -emissierechten worden ingeperkt in het kader van post-kyotobeleid)? Zo ja, welk financieel voordeel kunnen de bedrijven hieraan ontlenen, bijvoorbeeld doordat ze andere investeringen niet meer hoeven te doen of emissierechten overhouden? Zie de antwoorden op de vragen 37 en Worden de nationale duurzame-energiedoelen (5% duurzame energie in 2010; 10% in 2020; 9% duurzame elektriciteit in 2010) navenant verhoogd aangezien te verwachten valt dat een aanzienlijk deel van de zgn.«additionele» CO 2 -besparing via duurzame energie gerealiseerd zal worden? Zo neen, waarom niet? Het effect op de genoemde doelen voor 2010 is naar verwachting zeer beperkt omdat de meeste effecten na dat jaar zullen gaan optreden.de doelbereiking voor het jaar 2020 is nog niet voorzien van beleidsmiddelen en in die zin is er sprake van een additioneel effect. 50 Hoe wordt gegarandeerd dat het besparingsdoel van het convenant (een «additionele» besparing van 0,47 Mton CO 2 /jr door Essent en Delta, art 2a) daadwerkelijk additioneel is ten opzichte van toekomstig beleid, zoals het toekomstige klimaatbeleid (inclusief aanscherpingen in de post-kyotoperiode)? De betekenis van het reductie-effect van de projecten van Delta en Essent ligt na het jaar 2012.En de producten leveren daarmee een bijdrage aan het post-kyoto beleid.het moet gaan om projecten die innovatief zijn en onder normale omstandigheden niet zouden worden uitgevoerd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 17

18 51 Waarom wordt in artikel 7.2 de referentie van jaar op jaar opnieuw vastgesteld? Betekent dat niet dat de zgn.«additionele» 0,47 Mton binnen een jaar geregeld moet zijn, omdat het emissiedoel (= referentie 0,47 Mton) anders continu buiten bereik blijft? Bijv.in een jaar x wordt 0,2 Mton besparing gerealiseerd.het jaar daarop maakt deze 0,2 Mton deel uit van het (nieuwe) referentieniveau van dat jaar.er moet dan opnieuw 0,47 Mton t.o.v. de referentie worden gehaald. Of is dit een verkeerde voorstelling van zaken? Kunt u met een rekenvoorbeeld aangeven hoe artikel 7.2 geïnterpreteerd moet worden? Dat wordt gedaan om een actuele referentie te hebben.dit bevordert het innovatieve en additionele karakter van de projecten.het betekent niet dat de gehele 0,47 Mton in één jaar geregeld moet zijn.het gaat immers ook om meerdere projecten.het betekent wel dat er mogelijk per project een andere referentie is. 52 Waarom wordt nergens goed gedefinieerd wat het begrip «additioneel» inhoudt (in artikel 1 wordt voor een definitie verwezen naar artikel 8.2, maar daar wordt alleen gezegd dat een additioneel project een bijdrage levert aan een duurzame energiehuishouding; in 7.2 wordt gedefinieerd wat emissiereductie is en daar duikt opeens het begrip referentie op?!)? Hoe gaat u het convenant hierop aanpassen? Onder additioneel wordt verstaan dat het projecten zijn die onder normale omstandigheden niet zouden worden uitgevoerd.wat hieronder wordt verstaan is tijdgebonden en daarom op dit moment moeilijk vast te stellen voor een lange periode.daarom is ervoor gekozen om de projecten van de bedrijven op dit punt te toetsen aan het oordeel van de in artikel 8 van het ontwerp-convenant genoemde commissie. Additionele innovatieve projecten (Convenant artikel 8 e.a.) 53 Wat betekent de afspraak voor investering in additionele innovatieve projecten door Essent en Delta (met 0,47 Mton CO 2 -besparing) financieel voor de bedrijven, aangezien ze niet alleen investeren maar ook een rendement halen op deze investeringen? Immers, ze kunnen de stroom verkopen, ze kunnen zelfs subsidie aanvragen voor het onrendabele deel van de investering (8.2.c). De afspraak betekent voor de bedrijven dat zij zullen investeren in innovatieve kansrijke technologie, waarbij de technisch-economische risico s groter zijn dan gebruikelijk is bij hun investeringen.dat ze subsidie op deze projecten kunnen ontvangen betekent ook dat de lat wat betreft de innovativiteit hoger kan worden gelegd.dit is weer ter beoordeling van de eerdergenoemde commissie. 54 Komt de investering van 2x100 miljoen (cf.artikel 8.1) inderdaad overeen met een besparing van 0,47 Mton p.j.? Wat voor soort projecten kun je voor dit bedrag verwachten (biomassa, afval, CO 2 -opslag) en wat zouden de investeringen ongeveer zijn wanneer de 0,47 Mton geheel uit bijstook van biomassa in een kolencentrale zou worden gerealiseerd? Met de investering van 200 miljoen spannen de bedrijven zich in om een emissiereductie van 0,47 Mton per jaar te bereiken.uit hun selectie van projecten en het oordeel van de commissie daarover zal dat moeten blijken.in artikel 8.2 van het ontwerp-convenant staat niet-limitatief Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 18

19 beschreven aan welke domeinen wordt gedacht bij het concretiseren van inspanningen voor de inzet van hernieuwbare brandstoffen, energiebesparing en CO 2 -opslag. Bij bijstook van biomassa is het nodig buiten de bestaande centrale een aparte installatie te bouwen die brandstof, meestal gas, voor de centrale produceert.volgens informatie verstrekt door Essent zijn de hiervoor benodigde investeringen van dezelfde orde van grootte als de investeringen die in het ontwerp-convenant zijn genoemd. Naast «bijstook» is ook «meestook» mogelijk.dan gaat het om het direct toevoegen van biomassa aan de fossiele brandstoffen, meestal kolen, waarmee de centrale gevoed wordt.volgens informatie verstrekt door Essent zijn hiervoor de benodigde investeringen geringer.om de biomassa geschikt voor meestook te maken kunnen installaties nodig zijn, waarvoor ongeveer een kwart tot een derde van de in het ontwerpconvenant genoemde 200 miljoen geïnvesteerd zou moeten worden. 55 Worden subsidies voor de te ondernemen projecten van Essent en Delta in mindering gebracht voor het totaal te investeren bedrag van 200 miljoen euro? Nee. 56 Toont het feit dat de definitie van «additionele» projecten is dat ze bijdragen aan het (al bestaande) streven naar een duurzame energiehuishouding (art.8.2) niet aan dat ze helemaal niet additioneel zijn? Zo neen, waarom niet? Nee, de grootste betekenis van de projecten, zeker die van de bedrijven, ligt na de huidige Kyoto-periode.Daarmee worden met het duurzaamheidspakket stappen gezet waarmee het post-kyotobeleid wordt ingevuld.deze stappen zijn vooral gericht op innovatieve projecten die daarna op grotere schaal herhaalbaar zijn. 57 Waarom is er niet voor gekozen om de additionaliteit van de duurzame investeringen door de bedrijven te garanderen door vast te leggen dat er bovenop de reguliere allocatie een extra reductiedoelstelling wordt afgesproken? De afspraak met de bedrijven heeft geen invloed op de allocatie voor de periode Zie verder de antwoorden op de vragen 37 en Gesproken wordt over investeringen van Essent en Delta in projecten die in termen van ondernemerschap van durf getuigen en als vernieuwend worden ervaren.is het juist dat deze projecten wel allemaal aan eisen van duurzaamheid voldoen en dus geen projecten op het terrein van kernenergie hieruit worden gefinancierd? In het ontwerp-convenant zijn niet-limitatief de belangrijkste domeinen genoemd waarin kansrijke projecten worden gezocht.projecten moeten bijdragen aan de transitie naar een duurzame energievoorziening.kernenergie is geen duurzame vorm van elektriciteitsproductie.deze randvoorwaarde zal aan de beoordelingscommissie als bedoeld in artikel 8 van het ontwerp-convenant, worden meegegeven. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 19

20 59 Waarom wordt in artikel 8.2 onderdeel c verplicht dat een additioneel project aan de rentabiliteitseisen van Essent en Delta moet voldoen en waarom mogen niet ook projecten die een lagere of geen rentabiliteit halen worden uitgevoerd? Het centrale doel is toch het halen van CO 2 -emissiereductie en het Rijk heeft er toch geen enkel belang bij dat dit voor Essent en Delta op een rendabele manier gebeurt? Als het persé moet gaan om projecten die net zo rendabel zijn als normaal, wat is dan nog de tegenprestatie van Essent en Delta voor het langer open mogen blijven van de centrale? Een lagere rentabiliteit mag wel, maar de bedrijven kunnen niet worden verplicht zulke projecten uit te voeren.dat is de strekking van het artikel. De tegenprestatie betreft het accepteren van de hoge technischeconomische risico s waarvoor durf nodig is.het zijn projecten die onder normale omstandigheden niet door de bedrijven zouden zijn uitgevoerd. Overigens is dit punt ter beoordeling aan de in artikel 8 van het ontwerpconvenant bedoelde commissie. 60 Kunt u aangeven hoeveel geld Essent en Delta de afgelopen vijf jaar jaarlijks geïnvesteerd hebben in innovatieve projecten? Zo neen, hoe kunt u dan beoordelen dat de beloofde middelen van Essent en Delta additioneel zijn? Wat zijn de verwachte reguliere investeringen van deze energiebedrijven tot 2033, gebaseerd op een normale vervangingsstrategie en wat zijn de verwachte reguliere cumulatieve CO 2 reducties tot 2033, gebaseerd op een te verwachten emissiereductie-scenario bij voortgezet Kyotoverdrag? In de onderhandelingen is niet aan de orde geweest, hoeveel Delta en Essent in de laatste jaren in innovatieve projecten investeerden.de beoordeling van de additionaliteit is, zoals eerder toegelicht, onderdeel van het werk van de in te stellen commissie. Verwachte reguliere vervangingsinvesteringen betreffen een aspect van bedrijfsvoering waarop ik geen zicht heb.de toetsingscriteria die de commissie zal hanteren zullen deze uitsluiten.over het verwachte verloop van de emissies van Delta en Essent tot 2033 heb ik geen gegevens.overigens zijn deze mijns inziens ook niet relevant.de additionaliteit van projecten wordt immers op projectniveau beoordeeld. 61 Waarom is in artikel 8.2 de mogelijkheid opgenomen dat Essent en Delta gebruik kunnen maken van overheidssubsidies, waaronder dus ook de MEP-subsidies die de onrendabele top dekken? Wat is dan nog de tegenprestatie van Essent en Delta, aangezien de projecten waartoe ze via dit convenant gedwongen worden rendabel worden gemaakt door overheidssubsidies? Zie het antwoord op vraag Hoe verhoudt het door de bedrijven toegezegde bedrag van 250 miljoen euro zich tot de ondernemingsresultaten die de bedrijven zullen hebben omdat de kerncentrale langer open zal zijn? De in de toekomst te behalen ondernemingsresultaten als gevolg van het openhouden van de kerncentrale Borssele zijn afhankelijk van verschillende, deels onvoorspelbare, factoren.naar verwachting zullen de opgetelde extra ondernemingsresultaten het bedrag van 250 miljoen ruimschoots overstijgen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr.19 20

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 april 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 490 Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (planschadevergoedingsovereenkomsten) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 mei 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 111 Vreemdelingrechtelijke rechtspositie van vrouwen in het vreemdelingenbeleid Nr. 13 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 23 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 671 Goedkeuring van de op 20 april 2012 te s-gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegnet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 134 Wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Nr. 8 NADER VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 766 Wijziging van de Wet Milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem van handel in NO x -

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 392 Wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) Nr. 12 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 078 Wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit (implementatie richtlijnen nr. 2001/88/EG en nr. 2001/93/EG) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 010 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 juni 2007 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 967 Wijziging van de landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 000 Kerncentrale Borssele Nr. 14 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 augustus 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Ongeveer 7% van de nationale elektriciteitsproductie komt van EPZ, de helft vanuit de kerncentrale, de andere helft vanuit de kolencentrale.

Ongeveer 7% van de nationale elektriciteitsproductie komt van EPZ, de helft vanuit de kerncentrale, de andere helft vanuit de kolencentrale. van Raad van Bestuur Essent N.V. aan Aandeelhouders van Essent N.V. datum 28 januari 2009 notitie Essent/RWE/Borssele/EPZ 1. Inleiding In deze notitie wil Essent, ten behoeve van haar aandeelhouders, inzicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 042 Goedkeuring van de op 9 februari 2009 te Parijs totstandgekomen Overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 026 Reductie CO 2 -emissies Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 119 Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van het Verdrag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving Nr. 16 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 juni 2003 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 362 Voorstel van wet van het lid Duyvendak tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies

Nadere informatie

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie

Datum Antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van het stopzetten van de uitbesteding van de cateringdiensten bij Defensie > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 631 Tweede wijziging van het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) Nr. 6 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 589 Betuweroute Nr. 271 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 28 juni 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft een aantal vragen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Rabobank met betrekking tot het Revolverend Fonds Energiebesparing 11 Juli 2013 Betrokken partijen Initiatiefnemer:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief

Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief Fiche 1: richtlijn radioactief afval en ontmanteling 1. Algemene gegevens Titel voorstel Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval Datum Commissiedocument

Nadere informatie

Antwoord 3 Nee. De investeringskosten die horen bij de maatregelen zijn mij niet bekend.

Antwoord 3 Nee. De investeringskosten die horen bij de maatregelen zijn mij niet bekend. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 660 Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen in verband met de toepassing van artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag van 29 juli

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 000 Kerncentrale Borssele Nr. 31 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2009 Nr. 65 LIJST VAN VRAGEN EN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 31 936 Luchtvaartnota D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 27 augustus 2014 Ordening 1 hebben kennis genomen van het voorgehangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 000 Kerncentrale Borssele Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1108 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onze referentie 463105 Bijlagen 1 Datum 26 november 2012 Betreft Wijziging Formatiebesluit in verband met het budgetteren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 429 Wijziging van de Kernenergiewet (beperking geldingsduur vergunningen, beïnvloeden keuze van opwerking, financiële zekerheidstelling en vereenvoudiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 000 Kerncentrale Borssele Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 929 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en

Nadere informatie

DELTA NV verkeert in zwaar weer. Voornaamste oorzaak is de lage elektriciteitsprijs en het tollingcontract

DELTA NV verkeert in zwaar weer. Voornaamste oorzaak is de lage elektriciteitsprijs en het tollingcontract Onderwerp: Initiatiefvoorstel Zeeland solidariseert Initiatiefvoorstel met betrekking tot de problematiek van DELTA NV in relatie met de kerncentrale van het lid Temmink (GroenLinks ) Samenvatting DELTA

Nadere informatie

Convenant Kerncentrale Borssele

Convenant Kerncentrale Borssele VROM Convenant Kerncentrale Borssele Extra impulsen voor de transitie naar een duurzame energiehuishouding in samenhang met het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele Partijen: 1. De Staatssecretaris

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving H VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 januari 2010 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 624 Evaluatie Huisvestingswet Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 oktober 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

ONTWERP-CONVENANT KERNCENTRALE BORSSELE (21 april 2006)

ONTWERP-CONVENANT KERNCENTRALE BORSSELE (21 april 2006) ONTWERP-CONVENANT KERNCENTRALE BORSSELE (21 april 2006) Ontwerp-Convenant Kerncentrale Borssele Extra impulsen voor de transitie naar een duurzame energiehuishouding in samenhang met het langer openhouden

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]];

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[datum open laten]], nr. [[nr invullen]]; Ontwerpbesluit van, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet (Wijziging Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Vraag 9 Hoe waarborgt u dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de ontmanteling van de kerncentrale Borssele?

Vraag 9 Hoe waarborgt u dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de ontmanteling van de kerncentrale Borssele? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 450 Wijziging van de Kernenergiewet, de Uitleveringswet en het Wetboek van Strafvordering ter uitvoering van de op 8 juli 2005 te Wenen tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 038 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 25 422 Opwerking van radioactief materiaal Nr. 49 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 125 Defensie Industrie Strategie Nr. 53 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 januari 2015 De vaste commissie voor Defensie heeft een

Nadere informatie

Gegevens stroometikettering 2004

Gegevens stroometikettering 2004 CE CE Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie milieu, economie en technologie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 996 Voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Bijlage bij de brief over besluitvorming kerncentrale Borssele

Bijlage bij de brief over besluitvorming kerncentrale Borssele Bijlage bij de brief over besluitvorming kerncentrale Borssele Deze bijlage gaat in op het commentaar van Greenpeace en Profundo 1 met betrekking tot de juridische en financiële aspecten van een afgedwongen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 509 Wet van 30 oktober 2008 tot wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 25 422 Opwerking van radioactief materiaal Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 325 Bouwregelgeving 2002 2006 Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 78 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 404 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ) Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:

Nadere informatie

OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN DE FRANSE REPUBLIEK EN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN HOUDENDE WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST VAN 29 MEI 1979 INZAKE DE VERWERKING IN FRANKRIJK VAN BESTRAALDE

Nadere informatie

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud

Datum 8 november 2012 Onderwerp Beantwoording kamervragen over de toegang van de VS tot data in de cloud 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid

Businesscase WAO. 1. Inleiding. 2. Pilot en uitvoerbaarheid Businesscase WAO 1. Inleiding In de begrotingsafspraken 2014 van de regeringspartijen met D66, CU en SGP is het volgende afgesproken: Het UWV maakt een businesscase over hoe en voor welke groepen de kansen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 34 989 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 I Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009 Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 453 Woningcorporaties Nr. 42 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 mei 2006 De commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met het voornemen van de Belgische overheid om de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 met 10 jaar te verlengen?

Vraag 1 Bent u bekend met het voornemen van de Belgische overheid om de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 met 10 jaar te verlengen? > Retouradres Postbus 20906 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesman/weg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen d.d. 12 maart jl. gesteld door de commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 286 Dierenwelzijn Nr. 37 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 oktober 2006 De commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1

Nadere informatie

Kernenergie. Van uitstel komt afstel

Kernenergie. Van uitstel komt afstel 23 Kernenergie. Van uitstel komt afstel Bart Leurs, Lenny Vulperhorst De business case van Borssele II staat ter discussie. De bouw van een tweede kerncentrale in Zeeland wordt uitgesteld. Komt van uitstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie