Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten"

Transcriptie

1 Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten DLV Plant Postbus CA Wageningen Fase 1 Agro Business Park PV Wageningen T F E info@dlvplant.nl Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus AG Zoetermeer In opdracht van Diverse landelijke commissies Glasgroenten LTO Groeiservice Klappolder LP Bleiswijk Uitgevoerd door DLV Plant Onderzoek Dave van Marwijk Jeroen Zwinkels Fytagoras Berry Oppedijk Wessel Holtman PT Projectnummer: Dit document is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag derhalve worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLV Plant. De merkrechten op de benaming DLV komen toe aan DLV Plant B.V.. Alle rechten dienaangaande worden voorbehouden. DLV Plant B.V. is niet aansprakelijk voor schade bij toepassing of gebruik van gegevens uit deze uitgave.

2 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding en doel 6 2 Materiaal en methode Proefopzet en materiaal Accommodatie en teeltgegevens Waarnemingen Klimaatwaarnemingen Wortelomgeving Gewaswaarnemingen 9 3 Resultaten Meetdata bedrijf Temperatuur, zuurstof en watergehalte in de mat Gewaswaarnemingen Opnamen wortelontwikkeling Discussie productieverschillen Meetdata bedrijf Zuurstof en watergehalte in de mat Gewaswaarnemingen Opnamen wortelontwikkeling Discussie productieverschillen 31 4 Discussie 33 5 Conclusies en aanbevelingen 34 Bijlage 1: Proefschema 37 Bijlage 2: Growlab data 40 Bijlage 3: Literatuur worteldynamiek De wortel: wortelsystemen en anatomie Wortelsystemen: hoofd- en vezelwortelsysteem Wortelfuncties Primaire structuur De balans tussen scheut en het wortelsysteem 45 DLV Plant, augustus

3 2. Het wortelstelsel: structuur en ontwikkeling Laterale wortelen Lateraal wortel primordium Formatie van laterale wortel meristeem Wortelgenetica Planthormonen: architectuur van het wortelstelsel De functie van auxine bij wortelgroei De functie van gibbereline en wortelgroei De functie van cytokinine en wortelgroei Hormonenbalans en wortelformatie Wortelfysiologie: nutriëntenopname en distributie Het fotosyntheseproces Respiratie Ionenopname door de wortelen Passage van het celmembraan Het transport van nutriënten door de plant Externe factoren: interactie met het wortelmilieu Zuurstofvoorziening en vochtbalans Temperatuur Licht en koolhydraten Wortelexudaten Externe ionenconcentratie (EC) Zuurgraad substraat (ph) Vezelstructuur steenwol substraat Bodemleven 63 Bijlage 4: Literatuur worteltemperatuur 67 Bijlage 5: Indicatieve proef Paprikateelt op water 69 DLV Plant, augustus

4 Samenvatting Team Onderzoek van DLV Plant en Fytagoras hebben in samenwerking met de landelijke commissies Glasgroenten van LTO Groeiservice een onderzoek uitgevoerd met als doel inzicht te krijgen in effecten van verschillende klimaat- en teeltomstandigheden op de omstandigheden in de wortelzone. De invloed van watergeefstrategie en de temperatuur van de mat in relatie tot O 2 gehalte in de mat is onderzocht en gerelateerd aan gewasproductie. Er wordt gezocht naar de meest optimale omstandigheden in de wortelzone voor een goede wortelkwaliteit. Het blijkt dat horizontaal meten met meerdere ( 3) WET-sensoren in de mat beter beeld geeft van de wortelzone. Er is een verband tussen watergehalte (WG) en O 2 percentage in de mat, waarbij langdurig watergehaltes van 85% of hoger (horizontaal gemeten, onderin de mat) voorkomen moeten worden. Daarboven is de zuurstofbeschikbaarheid meestal onvoldoende voor goed wortel functioneren. Het grootste deel van de zuurstofvoorziening vindt plaats via droge poriën in het substraat. Wat betreft worteltemperatuur blijkt het momentaan verwarmen en koelen van wortels een goede tool om te kunnen sturen en blijkt het bij te kunnen dragen aan productieverhoging. Het onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw. In dit onderzoek zijn op 2 paprikabedrijven meetopstellingen geplaatst bij 2 verschillende proeffactoren: worteltemperatuur en waterverdeling in de mat. In de wortelzone zijn gedurende een teeltseizoen uitgebreid temperatuur, zuurstof en watergehalte continu gemeten. Het uitgangspunt was om vanuit verschillende proeffactoren en verschillende watergiftstrategieën inzicht te krijgen in het verloop van genoemde meetfactoren. Parallel aan de metingen in de wortelzone zijn de bovengrondse klimaatfactoren (T, PAR, Tblad, RV) vastgelegd. Bij bedrijf 1 is aanvullend gemeten met 2 uitgebreide meetunits voor inzicht in gewasreacties. Het blijkt dat horizontaal meten met meerdere ( 3) WET-sensoren in de mat beter beeld geeft van de wortelzone. Tactische plaatsing van de sensoren is hierbij belangrijk. Denk hierbij aan de verschillende zones in de mat door o.a. afschot, druppelpunt. Op afschotpunt en recht onder de druppelaar is vaker matige O 2 voorziening. Er is een sterk verband tussen watergehalte en O 2 percentage in de mat, waarbij een WG van 85% een kantelpunt is. Langdurig daarboven is de zuurstofbeschikbaarheid meestal onvoldoende voor goed wortelfunctioneren. Het grootste deel van de zuurstof voorziening (tot 90%) vindt plaats via droge poriën in het substraat. Dit houdt in lucht dat in de mat kan treden via poriën doordat de mat inteert na een watergift. Desondanks is schoon en O 2 -rijk giftwater wel heel belangrijk i.v.m. zuurstofaanvoer en hygiëne. Zo blijft de ph meer stabiel waardoor minder neerslagreacties plaatsvinden en dus ook minder vervuiling van het systeem optreedt. Wat betreft veranderingen in worteltemperatuur is de verandering in stengeldikte de enige gewasreactie die direct gekoppeld is (meetbaar is). Gemiddeld over de hele proefperiode was de mattemperatuur van de proefmat 0,8 C lager dan de controlemat. Dit verschil is vooral s nachts gerealiseerd. Deze verlaagde etmaaltemperatuur lijkt verantwoordelijk te zijn voor de productieverhoging van de proefplanten. DLV Plant, augustus

5 Afsluitend is duidelijk dat de matkarakteristiek zeer bepalend is voor water- en zuurstof profielen. Opsommend is O 2 in de wortelzone vooral gerelateerd aan WG (beurtgrootte, frequentie), matstructuur, mattemperatuur. Uit het onderzoek blijkt hoe groot de verschillen kunnen zijn qua wortelomstandigheden binnen een bedrijf, afhankelijk van klimaat- en teeltomstandigheden. Dit heeft gevolgen voor de manier van watergeven. De watergeefstrategie is o.a. afhankelijk van type mat, seizoen, klimaat in de kas en de cultivar. Kortom elk bedrijf moet zijn eigen watergeefstrategie ontwikkelen en deze is continue aan verandering onderhevig. Een grof advies kan gegeven worden voor drogere telers en nattere telers. Bij een droge teelt zijn een hogere giftfrequentie en kleinere beurten belangrijk om de heterogeniteit in watergehalte tussen de matten beperkt te houden. Verschillen tussen matten onderling zullen namelijk groter zijn naarmate er droger wordt geteeld. Bij een nattere teelt zorgen een lagere giftfrequentie en grotere beurten, welke zorgen voor meer verversing (verdringing van oud water), voor gunstige omstandigheden. DLV Plant, augustus

6 1 Inleiding en doel Het investeringsniveau neemt steeds verder toe in de Glasgroenteteelt o.a. in de vorm van assimilatiebelichting. Het is van groot belang dat het wortelmilieu zo optimaal mogelijk behouden blijft voor een maximaal rendement gedurende de teeltduur. Fytagoras heeft aangetoond dat O 2 waarden in de wortelzone beneden 4 mg/l de groei negatief kunnen beïnvloeden. Uit praktijkmetingen blijkt dat O 2 gehalten in de wortelomgeving negatief beïnvloed kunnen worden door o.a. zandfilters, algenvorming in het bassin, organische vervuiling en micro organismen (biofilm) in het watergeefsysteem, een te hoog watergehalte in de mat, de dynamiek van de watergift, kas/mat temperatuur en het toevoegen van ammonium aan druppelwater. Een slecht wortelmilieu uit zich naast een stagnerende plantontwikkeling veelal in een hogere druk van wortelpathogenen (Pythium, Phytophthora, Fusarium). Bij Glasgroenten zorgt een aantal factoren voor ongunstige omstandigheden in de wortelzone. De temperatuur in het substraat loopt s zomers tijdens extreme warmte teveel op, terwijl de substraattemperatuur s winters wel wat hoger zou kunnen. Andere factoren waarvan de optimale doseringen onduidelijk zijn bij verschillende groeiomstandigheden, zijn vochtgehalte, ph, O 2 en EC in het substraat. Om te komen tot verdere optimalisatie in de teelt is het van belang om naast het bovengrondse klimaat ook het ondergrondse milieu verder te optimaliseren en sturing op wortel niveau te realiseren.. Het doel van dit project is het optimaliseren van de wortelfunctie en daarmee de productie en kwaliteit (bedrijfsrendement) door meer inzicht in diverse factoren in de wortelzone. De invloed van watergeefstrategie en de mattemperatuur op het O 2 gehalte in de mat is onderzocht. Er wordt gezocht naar de meest optimale omstandigheden in de wortelzone voor een goede wortelkwaliteit. Het herkennen van sub-optimale omstandigheden speelt hierin een rol. Het uiteindelijke doel is om wortel(milieu)indicatoren verder te ontwikkelen tot een sturingsinstrument om het wortelmilieu continu te optimaliseren. Het project is uitgevoerd door Team Onderzoek DLV Plant en Fytagoras in nauw overleg met de intensieve begeleiding, aangesteld via de landelijke commissies Komkommer, Paprika en Tomaat van LTO Groeiservice. Het onderzoek heeft plaatsgevonden van januari 2009 tot en met november 2009 op 2 praktijkbedrijven en is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw. DLV Plant, augustus

7 2 Materiaal en methode 2.1 Proefopzet en materiaal Gedurende een teeltseizoen zijn bij 2 paprika bedrijven uitvoerig meetdata verzameld met betrekking tot omstandigheden in de wortelzone. Per bedrijf is een proeffactor gevolgd. Bij bedrijf 1 is op worteltemperatuur gestuurd, bij bedrijf 2 is een afwijkende watergiftverdeling ingesteld. Per bedrijf zijn 2 matten uitvoerig gevolgd wat betreft deze proeffactoren en daarnaast zijn 2 controlematten gevolgd. Op deze manier zijn per bedrijf verschillende situaties gemonitored zodat onderling vergeleken kan worden. Daarnaast is bij 2 verschillende bedrijven gemeten zodat watergiftstrategie een bredere focus krijgt. De invloed van de matstructuur op omstandigheden in de wortelzone is met deze opzet ook gewaarborgd, aangezien 2 totaal verschillende mattypen zijn gevolgd. Bijlage 1 geeft een overzicht van de proefopzet. Aanvullend is naar wetenschappelijke literatuur gezocht op gebied van worteldynamiek en worteltemperatuur (bijlage 3 en 4). Doel hiervan was om tijdens de eindbespreking wat parallellen te trekken met de meetresultaten en aanknopingspunten vaststellen voor vervolgonderzoek. Hiernaast is ook onder labomstandigheden een proef gedaan naar effecten van watertemperatuur op de groei van paprika in de vegetatieve fase bij teelt op water (bijlage 5). 2.2 Accommodatie en teeltgegevens Bedrijf 1 teelt rode Paprika ( Fantasy ) met zaaidatum en plantdatum Er wordt geteeld op hangende goten met 2 stengels per plant en 6,2 stengels per m 2. Er wordt geteeld op (eenjarig) Basalan mat (Grodan). De watergiftstrategie is op hoofdlijnen beschreven. De beurtgrootte is 310 cc/m 2. Er wordt gestart na zo n 100 joules, waarbij 1 uur na zon op is begonnen met tellen. De maximum rusttijd is 2 uur in de zomer (max. 3 beurten per dag), in het voor/na-jaar wordt bij donker weer gemakkelijk 1 of 2 dagen overgeslagen. De stralingssom voor start varieert tussen 90 tot 130 joule/cm 2, afhankelijk van het seizoen. De beurten blijven 310 cc/m 2. Op mooie dagen wordt een drain van 40-50% nagestreefd. Voor de stoptijd moet er nog zo n 200 tot 250 joules gemeten worden na de laatste watergift. De proeffactor bij bedrijf 1 betreft de temperatuur in de mat. Deze wordt gestuurd via kunststof lamellen waar water doorheen wordt gepompt die op de teeltgoot liggen, onder de matten. Tussen 0:00 uur en 11:00 uur is er een mattemperatuur nagestreefd van -0,5 C t.o.v. de ruimtetemperatuur met een maximale watertemperatuur van 24 C. Na 11:00 uur is zonodig verwarmd tot -2 C t.o.v. de ruimtetemperatuur. Tot 11:00 uur is zonodig gekoeld tot +2 C t.o.v. de ruimtetemperatuur. Tussen 11:00 uur en 0:00 uur is een mattemperatuur nagestreefd van +0 C t.o.v. de ruimtetemperatuur met een minimale watertemperatuur van 17 C. DLV Plant, augustus

8 De kunststof lamellen hebben over de halve breedte aanvoerkanalen en over de andere helft afvoerkanalen (figuur 1). In eerste instantie is daarom links en rechts van de mat gemeten om te bekijken hoe groot de temperatuurverschillen zijn door deze verschillen in waterstromen. Mogelijk dat het aanvoerwater iets warmer is dan het retourwater. Figuur 1. Schematisch bovenaanzicht van kunststof lamellen (pijl geeft stroomrichting) Bedrijf 2 teelt gele paprika ( Golden Glory ) met zaaidatum en plantdatum Er wordt geteeld op liggende goten met 3 stengels per plant en 6,66 stengels per m 2. Er wordt geteeld op (eenjarig) X-Fibre mat (Cultilene). De watergiftstrategie is op hoofdlijnen beschreven. In het begin van de teelt wordt 80 cc/80 joules gegeven en halverwege het jaar 100 cc/100 joules. De beurtgrootte is gemiddeld 264 tot 330 cc/m 2. Starttijd is gemiddeld 3 uur na zonsopgang (bij joules) en stoptijd (150 joules na de laastste beurt) is gemiddeld 3 uur voor zon onder. De maximum rusttijd is eigenlijk van toepassing op donkere dagen. Deze is tot 2 uur. Er wordt gekeken naar gerealiseerde drain en vochtigheid van de mat en dan wordt ingeschat wat een plant met de te verwachte omstandigheden nodig heeft. De watergiftstrategie wordt zo nodig aangepast naar de omstandigheden in kas (mat) en omstandigheden buiten (licht, temperatuur), De proeffactor bij bedrijf 2 betreft de waterverdeling over de mat. In de mat worden gewoonlijk 3 druppelaars gebruikt (2 bij de planten en 1 centraal in de mat). Bij de proefmatten zijn 6 druppelaars ingezet (zie bijlage 1) met de helft van de waterafgifte (1,1 l/uur, tegenover 2,2 l/uur voor de standaarddruppelaars (Supertif van Green Meteor)). 2.3 Waarnemingen Klimaatwaarnemingen Tijdens de proef zijn de gerealiseerde temperatuur, PAR-licht, CO 2 en RV gegevens verzameld. Elke 5 minuten zijn de metingen vastgelegd. Het bovengrondse klimaat is tijdens de proef gerelateerd aan de meetdata uit de wortelzone, om te zien in hoeverre er effecten zijn van klimaatomstandigheden op wortelomstandigheden. Bij bedrijf 1 zijn vanaf half mei gedurende enkele maanden 2 growlabs (met bovenop de standaardmetingen planttemperatuur, assimilatie en stengeldikte) opgehangen boven proefplanten en controleplanten. Hiermee zijn de gewasreacties op de mattemperatuur onderzocht Wortelomgeving Gedurende de proef zijn de volgende factoren vastgelegd in 5-minuutsdata: watergehalte (WG), temperatuur, O 2, EC (bijlage 1). Het uitgangspunt was om vanuit verschillende watergiftstrategieën inzicht te krijgen in het verloop van genoemde meetfactoren. DLV Plant, augustus

9 Temperatuur, watergehalte (zonemeting) en EC zijn middels WET sensoren (5TE) van Decagon verzameld. Daarnaast zijn extra thermokoppels ingezet om de temperatuurgradiënt in de mat te meten. De sensoren zijn gekalibreerd voor de betreffende steenwolmatten. O 2 data (meerdere puntsmetingen) zijn verzameld met het multi-zuurstof systeem, ontwikkeld door Fytagoras. Zuurstof wordt optisch gemeten, waarbij gebruik wordt gemaakt van sensoren die bedekt zijn met een fluorescerende coating. De sensoren worden op verschillende hoogtes in het substraat gestoken. Van binnen uit bestralen LED s (lampjes) het sensoroppervlak en hoe minder fluorescent signaal er van een sensor terugkomt, des te meer zuurstof is er in het water of het substraat aanwezig. Met dit systeem is het mogelijk continu zuurstofgehaltes te meten. De WET sensoren zijn horizontaal geplaatst, vooral in het onderste deel van de mat, maar ook op hogere posities. De sensoren zijn onder een kleine hoek geplaatst, zodat eventueel water dat op de sensoren terecht komt daar vanaf kan lopen. De O 2 sensoren zijn ook voornamelijk onderin de mat (1-2 cm vanaf de bodem) geplaatst, maar ook gedeeltelijk in de bovenste helft van de mat. In ieder geval is bij elke WET sensor een O 2 sensor geplaatst, zodat deze meetdata direct gekoppeld kunnen worden. Foto 1. Proefoverzicht bedrijf 1 met wet sensoren (horizontaal ingestoken) en zuurstofsensoren (verticaal ingestoken) Gewaswaarnemingen Gedurende de teelt zijn bij beide bedrijven de volgende waarnemingen wekelijks gedaan: zetting, abortie, productie (kg en stuks), uitgroeiduur. Op deze manier zijn productiedata van de proefplanten te vergelijken met die van de controleplanten. Aangezien een beperkt aantal planten zijn gevolgd zijn de productiedata slechts indicatief. Tussentijds en aan het einde van de teelt is de wortelontwikkeling vastgelegd en beschreven van proefmatten t.o.v. controlematten. DLV Plant, augustus

10 3 Resultaten Om de resultaten goed te interpreteren zijn totaal overzichten minder interessant. Veel meer inzicht geeft het inzoomen op individuele meetdagen- of weken. Wanneer gekeken wordt naar totaaloverzichten gebeurd dit met gemiddelden. 3.1 Meetdata bedrijf Temperatuur, zuurstof en watergehalte in de mat Gedurende enkele weken is links en rechts van de proefmatten gemeten, omdat de ene helft van de lamellen water aanvoeren en de andere helft afvoeren. Uit figuur 2 blijkt dat de verschillen tussen aanvoer en afvoerzijde gering zijn. Het is wel zo dat de aan de aanvoerzijde en dan vooral de lager gepositioneerde sensoren het snelst reageren op temperatuurafgifte door de lamellen. Wel opvallend is het patroon over de dag heen. s Ochtends een steile stijging en s middags een steile daling. Ter vergelijking voor het temperatuurverloop van de controlemat figuur 3. Temperatuur Proefmat Vijverberg Retour laag Retour midden 18 Retour hoog Retour afschot Aanvoer laag Aanvoer midden 16 Aanvoer hoog Aanvoer afschot kastemperatuur : : : : : : : : : :00 Figuur 2. Mattemperatuur op aanvoer en retourzijde en op verschillende posities in de mat Figuur 3 geeft het verloop van de controle mattemperatuur en enkele lijnen van de proefmat daarbij ter vergelijking. Voor deze betreffende dagen geldt dat de temperatuur van de proefmatten overdag hoger piekt en s nachts op een iets lager niveau ligt. In de loop van het seizoen verandert dit patroon; overdag weinig verschillen en s nachts is de temperatuur van de proefmat continu op een lager niveau. DLV Plant, augustus

11 Temperatuur controlemat + dwarsdoorsnede proefmat Temp laag Temp midden Temp hoog Temp afschot Proef 1 cm Proef 3 cm Proef 5 cm Proef 7 cm : : : : : : : : : :00 Figuur 3. Mattemperatuur op aanvoer en retourzijde en op verschillende posities in de mat Figuur 4 geeft de temperatuurafwijkingen van aanvoer t.o.v. retourzijde en op hoge en lage posities in de mat op een dag in januari. Het is duidelijk dat de hoogte van de positie in de mat grotere invloed heeft op temperatuurafwijkingen dan de aan- en afvoerzijde van de lamellen. Hierop is besloten om niet meer te focussen op de verschillende zijden van de mat en lamellen, maar om (na herpositionering van de sensoren) de verschillende posities in de proefmatten goed in beeld te krijgen. Delta-T 2 1,5 1 0, : : : : : : : : :00-0,5-1 -1,5-2 -2,5 Delta aanvoer/retour Delta laag/hoog Figuur 4. Temperatuurafwijking (delta-t) als gevolg van positie in de mat (hoog vs. laag) en aan- en afvoerzijde van de lamellen. DLV Plant, augustus

12 Wanneer we kijken naar O 2 waarden (figuur 5) dan is het duidelijk dat deze bijna continu op de maximale verzadigde waarde van 21% liggen. Dit betekent geen problemen met de zuurstofvoorziening in de wortelzone. Dit geldt zowel voor de proefmatten als de controlematten. O2 verloop Bedrijf O2 / temp Temp : : : : : : : : : : :00 Figuur 5. O 2 data bedrijf 1 Later in de teelt worden wel af en toe verlaagde zuurstofwaarden gemeten (figuur 6), zowel bij de proefmatten als de controlematten. Deze komen echter meestal niet onder de kritische grens van 8-10%. Watergehalten liggen over het algemeen tussen de 70-80%. Goed zichtbaar in de grafiek is het herstel van de zuurstofwaarden na de laatste watergift, een moment waarna de mat de nacht ingaat en uitdraint en droger trekt waardoor er gelegenheid is voor zuurstof om via diffusie de mat in te raken. Watergehalte en zuurstof bedrijf O2 / temp Temp WG1 WG2 WG3 WG4 WG : : : : : : : : : : : : : : :00 Figuur 6. O 2 (1 t/m 12) en watergehalte (1 t/m 5) data DLV Plant, augustus

13 Een goed overzicht van de relatie tussen watergehalte en zuurstof is weergegeven in onderstaande figuur. Een sensor met verlaagde O 2 -waarden is uitgezet tegen de bijbehorende WG-sensor in een proefmat. Het betreft de positie recht onder een plant (druppelaar), onderin de mat. Een toename van het watergehalte leidt tot een afname van het zuurstofgehalte en andersom O2 sensor 4 WG sensor : : : : : : : : : : : : :00 Figuur 7. Verband tussen watergehalte en zuurstof In de zomer is het afwijkende temperatuurprofiel in de proefmatten vaak nog wat extremer dan in de voorjaarsperiode. De temperatuur van de proefmatten is dan s nachts een stuk lager dan de controlematten (figuur 8). Dit heeft te maken met het feit dat in de zomerperiode de kastemperatuur s nachts dusdanig hoog blijft dat de controlematten niet snel afkoelen. In figuur 8 is het verschil over 24 uur te zien op een dag in augustus. Temperatuur Opstelling aanvoer 1 cm 23 aanvoer 3 cm aanvoer 5 cm 21 retour 2 cm retour 4 cm controle 1 cm 19 controle 3 cm controle 5 cm : : : :00 Figuur 8. Mattemperatuur van proefmat tegenover controlemat (pijlen geven respectievelijk koel- en verwarm momenten aan). DLV Plant, augustus

14 3.1.2 Gewaswaarnemingen Zetting, plantbelasting, stuks productie, kg productie en vruchtgewicht zijn tijdens de proef vastgelegd. De gegevens zijn indicatief, omdat een relatief klein aantal planten is waargenomen. Uit figuur 9 is duidelijk dat in de periodes van week 23 t/m week 25 en van week 35 t/m week 37 de zetting voor de proefplanten (op de temperatuurgestuurde matten) op een hoger niveau ligt. Dit hogere niveau wordt gedurende de teelt niet meer ingehaald door de controleplanten. zetting cumulatief zetting gemiddeld per m proef controle week Figuur 9. Cumulatieve zetting voor proefplanten en controleplanten De proefplanten (op de temperatuurgestuurde matten) hebben een blijvend hogere plantbelasting (figuur 10) vanaf week 23. Tot die tijd gaan controleplanten en proefplanten gelijk op. Vooral vanaf week 35 tot het einde van de teelt dragen de proefplanten meer vruchten. plantbelasting gemiddeld plantbelasting gemiddeld per m proef controle week Figuur 10. Gemiddelde plantbelasting voor proefplanten en controleplanten DLV Plant, augustus

15 Analoog aan de zetting en de plantbelasting ligt ook de stuks productie (figuur 11) voor de proefplanten op een hoger niveau. Vanaf week 30 is dit duidelijk. stuks productie cumulatief stuks gemiddeld per m proef controle week Figuur 11. Cumulatieve stuks productie voor proefplanten en controleplanten De kg productie is tot week 31 nagenoeg gelijk voor beide behandelingen (figuur 12). Vanaf deze week produceren de proefplanten continu op een hoger niveau. Opvallend is dat vooral op het einde van de teelt het verschil tussen de behandelingen groter is geworden. In week 42 heeft de proefbehandeling 4% meer kg productie, in week 45 is dit 7%. Wel moet gemeld worden dat bij tellingen door het bedrijf zelf het kg productie verschil 3% was in het voordeel van de proefplanten. kg productie cumulatief kg gemiddeld per m proef controle week Figuur 12. Cumulatieve kg productie voor proefplanten en controleplanten DLV Plant, augustus

16 Wat betreft vruchtgewicht is in figuur 13 een overzicht te zien. In week 11 is groen geoogst, daarna enkele weken niet tot de werkelijke start van het oogsten van rijpe vruchten. In week 36 is nogmaals groen geoogst, vooral om de laatste zetting te stimuleren. Gevolg is dat de weken daarna geen oogst is geweest. Het gemiddelde vruchtgewicht is vaak iets hoger voor de controleplanten. Het totaal gemiddelde over de gehele oogst is voor de proefplanten 217 g/vrucht en voor de controleplanten 222 g/vrucht. Dit verschil is niet significant (95% betrouwbaarheid). vruchtgewicht gemiddeld 0,3 0,25 gemiddeld vruchtgewicht (kg) 0,2 0,15 0,1 proef controle 0, week Figuur 13. Gemiddeld vruchtgewicht (kg) voor proefplanten en controleplanten Opnamen wortelontwikkeling Tussentijds en aan het einde van de teelt zijn foto s gemaakt van de wortels. Tussentijds gebeurde dit door de folie van de zijkant van de mat iets open te scheuren. Aan het einde van de teelt gebeurde dit destructief. Aan het einde is ook het drooggewicht (mat+wortels) bepaald van enkele proefmatten en enkele controlematten. De proefmatten waren telkens een fractie hoger in drooggewicht (2%), maar de verschillen waren te klein (niet significant) en daardoor niet betrouwbaar genoeg. In het begin van de teelt ontstonden er verschillen in wortelontwikkeling tussen proef en controlemat. Proefplanten doorwortelden sneller door de hele mat heen, terwijl controleplanten vooral op de bodem wortels vormden (foto 2, 3). 5 weken later zijn ook de controleplanten op hogere posities in de mat wortels aan het vormen (foto 4, 5) en nog 11 weken later zijn de verschillen in doorworteling van de mat klein (foto 6, 7). De controlematten hebben tot dat moment wel meer wortelvolume aan de onderkant van de mat. Tot aan maart was de proefmat gemiddeld 0,7 C warmer dan de controlemat. DLV Plant, augustus

17 Foto 2. Controlemat week 12 Foto 3. Proefmat week 12 Foto 4. Controlemat week 17 Foto 5. Proefmat week 17 Foto 6. Controlemat week 28 Foto 7. Proefmat week 28 Aan het einde van de teelt zijn er nauwelijks nog optische verschillen in wortelontwikkeling tussen proef en controle. Er volgen foto s van de zijkant en de onderkant van de mat. Duidelijk is wel dat voor zowel de proef als de controle een groot gedeelte van de wortels zich als laag heeft ontwikkeld onderin de mat. DLV Plant, augustus

18 Foto 8. Controlemat (zij) einde teelt Foto 9. proefmat (zij) einde teelt Foto 10. Controlemat (onder) einde teelt Foto 11. Proefmat (onder) einde teelt DLV Plant, augustus

19 3.1.4 Discussie productieverschillen De zetting en productiedata laten een samenhangend beeld zien voor de proefbehandeling, namelijk meer zetting vanaf week 23 en meer productie vanaf week 31. Het is aannemelijk dat deze verschillen door de mattemperatuur worden veroorzaakt. Om te bekijken welke factor(en) hier direct verantwoordelijk voor zijn, worden de gewasmetingen van de growlabs erbij gehaald. De geavanceerde assimilatie (chlorophyl meting m.b.v. plantivity sensor) van proefgewas is vergeleken met dat van controle gewas. Er is niet aangetoond dat assimilatie op een hoger niveau ligt voor het proefgewas. Ook is niet aangetoond dat de assimilatie momentaan een ander (hoger) verloop heeft als gevolg van mattemperatuur. Zie bijlage 2 voor bijbehorende figuren. Bij stengeldiktemetingen is duidelijk geworden dat deze sterk reageren op wisselingen in substraattemperatuur. Bij opwarmen en afkoelen van de mat is vaak de reactie snel zichtbaar (bijlage 2). Dit lijkt gekoppeld te zijn aan wortelactiviteit en opname van water en het transport omhoog door de houtvaten. Gewastemperatuur verschilt weinig voor beide behandelingen. Over de meetperiode waren de proefplanten gemiddeld 21,9 C en de controleplanten 22,2 C. Watergehalte (gemiddeld 75%) en zuurstof (gemiddeld 20%) waren onderling vergelijkbaar tussen proefmatten en controlematten. De vraag is hoe de productieverschillen ontstaan kunnen zijn puur vanuit de afwijkende mattemperatuurstrategie (en dus de afwijkende worteltemperatuur). Wanneer we verder inzoomen op mattemperatuur blijkt de proefmat (beide herhalingen) gemiddeld over de hele meetperiode 0,8 C koeler te zijn. Als dit meer uitgesplitst wordt naar enkele omslagpunten (wat betreft zetting en productie) krijgen we het volgende overzicht (figuur 14): tot week 23 (meer zetting proef) is de proefmat 0,7 C lager in temperatuur, tussen week 23 en week 31 (meer kg productie proef) 0,9 C lager in temperatuur en na week 31 0,95 C lager in temperatuur. Belangrijk hierbij is de constatering dat deze verlaagde etmaaltemperatuur vooral s nachts wordt gerealiseerd. Afsluitend lijkt de verlaagde etmaaltemperatuur van de proefmatten verantwoordelijk te zijn voor de productieverhoging. Alle overige gemeten parameters gaven immers geen grote verschillen tussen proef en controle. Mogelijk heeft dit te maken met de verdeling van assimilaten over de verschillende sinks in de plant. Ook wortels trekken assimilaten naar zich toe om alle actieve processen te onderhouden. Bij een lagere worteltemperatuur zal de activiteit van de wortel ook lager zijn en zullen dus minder assimilaten nodig zijn voor onderhoud. Vooral s nachts kan dit gunstig zijn, wanneer de plant toch niet fotosynthetisch actief is en er een minimale inspanning van de wortels wordt gevraagd. s Avonds en s nachts is daarentegen juist wel de periode dat de overdag aangemaakte assimilaten verdeeld worden over de gehele plant. DLV Plant, augustus

20 Inzicht in de wortelfunctie bij Glasgroenten ,9 0,8 30 0,7 kg ,6 0,5 0,4 delta T proef controle T verschil controle- proefmat 10 0,3 0,2 5 0, week nr Figuur 14. Oogstverschil gerelateerd aan temperatuursverschil tussen controlematten en proefmatten DLV Plant, augustus

21 3.2 Meetdata bedrijf 2 Om de resultaten goed te interpreteren zijn totaal overzichten minder relevant. Veel meer inzicht geeft het inzoomen op individuele meetdagen- of weken. Wanneer gekeken wordt naar totaaloverzichten gebeurd dit met gemiddelden. Op bedrijf 2 zijn verschillen in watergiftverdeling aangehouden. In de proefbehandeling was het aantal druppelpunten 6 i.p.v. 3 in de controlesituatie. De afgifte van de druppelaars in de proefmatten was de helft t.o.v. de controle, zodat het volume in afgifte gelijk bleef Zuurstof en watergehalte in de mat Na het plaatsen van de sensoren begin januari wordt het duidelijk dat zuurstofwaarden vaak en soms continu verlaagd zijn. Continu verlaagde waarden zijn wat vaker zichtbaar in de controlematten (figuur 15, 16). Controle O2 (%) / temp (grc) Temp jan 9-jan 11-jan 13-jan 15-jan 17-jan 19-jan 21-jan 23-jan 25-jan 27-jan 29-jan Figuur 15. Zuurstofwaarden controlemat bedrijf 2 DLV Plant, augustus

22 proef 25 O2 (%) / temp (grc) Temp jan 13-jan 15-jan 17-jan 19-jan 21-jan 23-jan 25-jan 27-jan 29-jan Figuur 16. Zuurstofwaarden proefmat bedrijf 2 Wanneer watergehaltes worden betrokken ontstaan patronen zoals in figuur 17 en 18. Duidelijk is dat dynamiek in de watergiftlijnen direct respons laat zien in de zuurstoflijnen. Bij toename van het watergehalte dan nemen de zuurstofwaarden af. Controle 70 O2 / temp Temp WG1 WG2 WG3 WG4 WG jan 27-jan 28-jan 29-jan Figuur 17. Watergehalte en zuurstof controlemat bedrijf 2 DLV Plant, augustus

23 Proef 70 O2 / temp Temp WG1 WG2 WG3 WG4 WG jan 27-jan 28-jan 29-jan Figuur 18. Watergehalte en zuurstof proefmat bedrijf 2 In figuren 19 t/m 22 is de watergift per dag betrokken bij de meetdata. Per dag is het aantal beurten te zien en hoeveel l/m 2 er is toegediend. Op 23 februari is de mat relatief droog en stijgt het zuurstofpercentage op de meeste meetposities naar atmosferische waarden. Op 28 februari wordt veel natter geteeld, wat direct resulteert in lage zuurstofwaarden gedurende de dagperiode op de meeste meetposities. DLV Plant, augustus

24 gift en watergehalte (op afschotpunt) controle 100 3, ,5 Watergehalte (%) ,5 Watergift (l/m2) watergehalte positie 3 gift , feb 24-feb 25-feb 26-feb 27-feb 28-feb 1-mrt 2-mrt Figuur 19. Watergift en watergehalte controlemat bedrijf 2 O2 op 3 posities (onderin mat, onder druppelaar) controle feb 23-feb 24-feb 25-feb 26-feb 27-feb 28-feb 1-mrt 2-mrt 3-mrt 4-mrt Figuur 20. Zuurstof controlemat bedrijf 2 DLV Plant, augustus

25 gift en watergehalte (op afschotpunt) proef 100 3, ,5 Watergehalte (%) ,5 Watergift (l/m2) watergehalte positie 3 gift , feb 24-feb 25-feb 26-feb 27-feb 28-feb 1-mrt 2-mrt Figuur 21. Watergift en watergehalte proefmat bedrijf 2 O2 op 3 posities (onderin mat, onder druppelaar) proef : : : : : : : : : : :00 Figuur 22. Zuurstof proefmat bedrijf 2 Opvallend is dat bij de proefgift het watergehalte veel gelijkmatiger op peil wordt gehouden. De mat draineert tussen de beurten in minder snel uit. Ook duidelijk is dat bij de proefgift gedurende langere tijd en op meerdere plaatsen het zuurstofgehalte lager is dan bij de traditionele gift (controle) (figuur 23, 24). Deze verschillen blijven aanhouden gedurende het verdere teeltverloop. DLV Plant, augustus

26 Controle 120 Temp O2 / temp WG 1 cm tussen plant 20 WG 3 cm onder plant WG 1 cm afschot WG 1 cm tussen plant : : : : : : : :00 WG 5 cm onder plant Figuur 23. Watergehalte en zuurstof controlemat Proef 120 Temp O2 / temp WG1 1 cm afschot 20 WG 1 cm tussen plant WG 3 cm tussen plant WG 5 cm onder plant : : : : : : : :00 WG 1 cm tussen plant Figuur 24. Watergehalte en zuurstof proefmat Als laatste is in figuur 25 een correlatie zichtbaar tussen watergehalte en zuurstof op een zone in een proefmat recht onder een druppelaar. De puntenplot is een overzicht van 9 maanden 5 minuutsdata van watergehalte en zuurstof, gecombineerd weergegeven. Opvallend is het kantelpunt van zuurstofwaarde boven de 80-85% watergehalte. DLV Plant, augustus

27 3 cm vanaf de bodem, onder plant/druppelaar watergehalte (%) zuurstof (%) Figuur 25. Correlatie tussen watergehalte en zuurstof plaatselijk in de proefmat Gewaswaarnemingen Zetting, plantbelasting, stuks productie, kg productie en vruchtgewicht worden behandeld. Gezien het relatief beperkte aantal waargenomen planten zijn de resultaten indicatief. Uit figuur 26 is duidelijk dat vanaf week 18 de zetting voor de controleplanten op een hoger niveau ligt. Dit hogere niveau wordt gedurende de teelt niet meer ingehaald door de proefplanten. zetting cumulatief zetting per m2 gemiddeld controle proef week Figuur 26. Cumulatieve zetting voor proefplanten en controleplanten De controleplanten hebben een continu hogere plantbelasting tussen week 20 en week 31 (figuur 27). Voor en na deze periode zijn de verschillen beperkt. DLV Plant, augustus

28 plantbelasting gemiddeld belasting per m2 gemiddeld controle proef week Figuur 27. Gemiddelde plantbelasting voor proefplanten en controleplanten Anders dan de zetting en de plantbelasting ligt de stuks productie (figuur 28) voor de proefplanten op een zelfde niveau als de controleplanten. Pas tijdens de laatste oogstweken ontstaat er een verschil. Controleplanten hebben dan gemiddeld 6,5 vruchten meer geproduceerd per m 2 dan de proefplanten. stuks per plant cumulatief stuks per m2 gemiddeld controle proef week Figuur 28. Cumulatieve stuks productie voor proefplanten en controleplanten De kg productie is tot week 26 nagenoeg gelijk voor beide behandelingen (figuur 29). Vanaf week 26 produceren de controleplanten continu op een hoger niveau. Het verschil tussen de behandelingen wordt langzaam groter. In week 46 heeft de controlebehandeling 10% meer kg productie dan de proefbehandeling. DLV Plant, augustus

29 kg productie cumulatief kg per m2 gemiddeld controle proef week Figuur 29. Cumulatieve kg productie voor proefplanten en controleplanten Wat betreft vruchtgewicht is in figuur 30 een overzicht te zien. Het gemiddelde vruchtgewicht is vaak iets hoger bij de controleplanten. Het totale gemiddelde over de gehele oogst is 186 g/vrucht voor de proefplanten en 192 g/vrucht voor de controleplanten. Dit verschil is niet significant. gem vruchtgewicht 0,3 0,25 vruchtgewicht gemiddeld (kg) 0,2 0,15 0,1 controle proef 0, week Figuur 30. Gemiddeld vruchtgewicht voor proefplanten en controleplanten Het aantal geaborteerde vruchten gedurende de teelt was gemiddeld 10 per m 2 voor de proefbehandeling en 15 per m 2 voor de controle. DLV Plant, augustus

30 3.2.3 Opnamen wortelontwikkeling Tussentijds en aan het einde van de teelt zijn foto s gemaakt van de wortels. Tussentijds zijn geen verschillen waargenomen. Foto 12. Controlemat week 25 Foto 13. Proefmat week 25 Aan het einde van de teelt zijn er wat kleine verschillen in wortelontwikkeling tussen proef en controle. Er volgen foto s van de zijkant, de onderkant en de binnenkant van de mat. Duidelijk is dat voor zowel de proef als de controle een groot gedeelte van de wortels zich als laag heeft ontwikkeld onderin de mat. De proef had 6 druppelpunten en de controle 3. Bij de controlematten was meer wortelontwikkeling rondom het centrale druppelpunt middenin de mat dan bij de druppelpunten in de proefmat (foto 15, 16). Foto 14. Boven controlemat, onder proefmat einde teelt DLV Plant, augustus

31 Foto 15. Links controlemat (centraal druppelpunt), rechts proefmat (druppelpunt) einde teelt Foto 16. Dwarsdoorsnede controlemat op centrale druppelpunt Discussie productieverschillen De zetting en productiedata komen op een hoger niveau te liggen voor de controlebehandeling, namelijk meer zetting vanaf week 18 en meer productie vanaf week 26. De plantbelasting was hoger voor de controlebehandeling tussen week 20 en 31. Om te bekijken welke factor(en) hier direct verantwoordelijk voor zijn, worden de meetdata erbij gehaald. Het gemiddelde watergehalte voor de controlebehandeling (86%) is iets hoger dan dat voor de proefbehandeling (81%). Dit verschil is het grootst in het begin van de teelt (zo n 10%) en wordt kleiner naarmate de teelt vordert. Het gemiddelde zuurstofgehalte voor de controlebehandeling (18,2%) is iets hoger dan dat voor de proefbehandeling (17,0%). In de zomerperiode is het verschil het grootst, tussen DLV Plant, augustus

32 week 26 en 31 oplopend tot zo n 3%. Het grootste verschil is dat de variatie groter is voor de proefbehandeling. Bij deze behandeling liggen gemiddelde waarden tussen 10 en 21%, terwijl voor de controlebehandeling waarden tussen 16 en 21% liggen. De variatie in watergehalte is ook groter voor de proefbehandeling; de standaardafwijking was hier 10 terwijl deze voor de controlebehandeling 6 was. Mogelijk heeft de grotere variatie in watergehalte en zuurstofgehalte bij de proefbehandeling tot gevolg gehad dat de productie iets achter is gaan lopen ten opzichte van de controlebehandeling. DLV Plant, augustus

33 4 Discussie Duidelijk is dat er een relatie is tussen watergehalte en zuurstof in de wortelzone. Deze relatie hangt o.a. af van de plaats in de mat. Zuurstof- en watergehalte sensoren hebben soms een negatieve correlatie onder een plant (een druppelaar). Op deze plaats wordt de watergift natuurlijk ook het meest direct ervaren. Uit het gemiddelde van de correlaties en vanuit eerder onderzoek komt het grensgebied van 80 85% watergehalte (horizontaal gemeten). Watergehalten die hier langdurig boven blijven resulteren in een kritieke zuurstofhuishouding. Bij een beperkt aantal combinaties van sensoren is correlatie gezien. Dit lijkt veroorzaakt te worden door de heterogeniteit in de mat. Daarnaast is bij bedrijf 1 geen enkele correlatie gezien, wat ook logisch is aangezien lage zuurstofwaarden zeer beperkt zijn gemeten. Daarnaast zijn de zuurstofmetingen gebaseerd op puntsmetingen en de WET metingen op zonemetingen. Voordeel van een puntsmeting is dat de heterogeniteit plaatselijk in de mat duidelijk is geworden. Nadeel is dat het niet dezelfde zone beslaat als de WET sensor. Bij dit onderwerp is het goed om nog iets te vertellen over de werkelijke (kwantitatieve) hoeveelheid zuurstof, dat verbruikt wordt. Uit literatuur blijkt dat het maximale O 2 verbruik van een gewas wel 40 mg/m 2 /uur kan bedragen (waarbij gezegd dient te worden dat het verbruik wel gewas afhankelijk is). Afhankelijk van de temperatuur kan giftwater tot zo n 7-8 mg/l zuurstof bevatten. Om de 40 mg te bereiken zou dan al 5 liter per uur toegediend moeten worden om aan de zuurstofbehoefte te voldoen, maar dit wordt niet eens per dag gegeven. Dit betekent concreet dat zuurstoftoevoer via giftwater slechts een kleine bijdrage levert. De meeste aanvoer bereikt de wortelzone via de poriën in het substraat wanneer de mat langzaam inteert en uitdraint na een beurt. Gemiddeld over een dag is de bijdrage van zuurstoftoevoer via poriën tot 90%. Dit is wel afhankelijk van het moment op de dag. Wanneer een plant maximaal verdampt dan wordt ook het meeste water toegediend. Dit komt neer op 1 tot 1,5 l/m 2 /u. Als het giftwater dan 7 mg/l zuurstof zou bevatten dan komt er 7 tot 11 mg/m 2 /u zuurstof ter beschikking in de wortelzone. Dit is dan 17 tot 25% van de behoefte op dat moment. Dit geldt natuurlijk alleen wanneer het zuurstofarme water in de mat wordt verdrongen door het verse water. Behalve verbruik door wortels, is er ook zuurstofverbruik door micro organismen in de wortelomgeving. Het is lastig dit te kwantificeren aangezien er geen metingen zijn gedaan op dit gebied. Aangezien er eenjarige matten worden gebruikt kan aangenomen worden dat de rol van micro organismen relatief klein is wat betreft zuurstofverbruik. Uit de metingen blijkt dat de meetzone in de mat (afschotpunt, onder druppelaar, tussen druppelaars in) een kleine invloed heeft op verschillen tussen watergehaltemetingen. Er zijn geen significante verschillen tussen watergehaltedata gemeten op verschillende posities. Dit betekent dat de waterverdeling over de mat regelmatig is. DLV Plant, augustus

34 5 Conclusies en aanbevelingen Uit de resultaten van dit onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd: Er is meer inzicht in positionering en interpretering WET (= Watergehalte, EC, Temperatuur) sensoren: o Horizontaal meten geeft meer inzicht in de werkelijke absolute watergehalten in de mat dan verticaal meten. o Sturing o.b.v. 1 sensor is onnauwkeurig. Meerdere sensoren nodig voor goed inzicht in wortelomgeving (minimaal 3 per mat, eventueel rekening houdend met verschillende posities (afschotpunt, onder druppelaar, tussen druppelaar)). Er is een verband tussen watergehalte en O 2 -percentage in de mat; een negatieve correlatie (bij toename van het watergehalte neemt het zuurstofgehalte af en andersom) Er is een kantelpunt tussen watergehalte en zuurstof. Grensgebied: 80-85% WG (= watergehalte). Langere tijd watergehalten boven 85% (horizontaal gemeten, onderin de mat) kan de zuurstofvoorziening in gevaar brengen. Het grootste deel van de zuurstof voorziening (75 tot 90%) vindt plaats via droge poriën in het substraat. De hoeveelheid O 2 die in een hele dag via watergift wordt toegediend, wordt bij een actief fotosynthetiserend gewas binnen een uur verbruikt in de wortelzone. Desondanks is schoon en O 2 -rijk giftwater wel heel belangrijk i.v.m. hygiëne. Zo blijft de ph meer stabiel waardoor minder neerslagreacties plaatsvinden en dus ook minder vervuiling van het systeem. Matkarakterstiek is zeer bepalend voor water- en zuurstof profielen. O 2 in de wortelzone is voor glasgroenten vooral gerelateerd aan WG (beurtgrootte, frequentie), matstructuur, mattemperatuur. Bedrijf 1 (proeffactor mattemperatuur) Bedrijf 1 heeft geen problemen gehad met de zuurstofvoorziening in de mat. Koel en verwarm momenten worden meteen opgemerkt met de thermokoppels. Hoe droger de mat, hoe groter de verticale temperatuursverschillen zijn. Proefplanten doorwortelden sneller door de hele mat heen, terwijl controlematten vooral op de bodem wortels vormden in het begin van de teelt. Proefplanten hadden meer zetting, hogere plantbelasting en meer productie (stuks en kg). Tijdens en na koel- en verwarmmomenten is geen reactie gezien van de geavanceerde assimilatie of de gewastemperatuur. De stengeldikte geeft wel duidelijk reactie. Gemiddeld over de hele meetperiode is de proefmat 0,8 C koeler geweest. Deze verlaagde etmaaltemperatuur is vooral s nachts gerealiseerd. De verlaagde etmaaltemperatuur van de proefmatten lijkt verantwoordelijk te zijn voor de productieverhoging. Alle overige gemeten parameters gaven immers geen verschillen tussen proef en controle. Bedrijf 2 (proeffactor watergiftverdeling) DLV Plant, augustus

35 Bedrijf 2 heeft af en toe problemen gehad met de zuurstofvoorziening in de mat. Zuurstofwaarden zijn soms op enkele posities in de mat continu verlaagd. Een duidelijke relatie tussen watergehalte en zuurstof in de mat is gemeten. Door de aangepaste waterverdeling is het watergehalte veel gelijkmatiger op peil gehouden in de proefmat. De mat draineert tussen de beurten in minder snel uit, wat bij dit bedrijf heeft geleid tot een lager gemiddeld zuurstofgehalte in de mat. Vanaf de zomer hadden controleplanten meer zetting en een hogere kg productie. De aangepaste waterverdeling heeft geleid tot een lager gemiddeld watergehalte in de proefmat en een grotere variatie in zuurstofgehalte, wat mogelijk de oorzaak is van de productieverschillen. Uit het onderzoek blijkt hoe groot de verschillen kunnen zijn in productie als gevolg van veranderingen in de wortelomgeving. Zo moet de watergeefstrategie goed in balans zijn met type mat, leeftijd van de mat, klimaat in de kas, seizoen en de cultivar. Kortom elk bedrijf moet zijn eigen watergeefstrategie ontwikkelen en deze is continue aan verandering onderhevig. Een grof advies kan gegeven worden voor drogere telers en nattere telers. Bij een droge teelt zijn een hogere giftfrequentie en kleinere beurten belangrijk om de heterogeniteit in watergehalte tussen de matten beperkt te houden. Verschillen tussen matten onderling zullen namelijk groter zijn naarmate er droger wordt geteeld. Bij een nattere teelt zorgen een lagere giftfrequentie en grotere beurten, welke zorgen voor meer verversing (verdringing van oud water), voor gunstige omstandigheden. Bij verder onderzoek is het aan te bevelen de opgeloste zuurstof in een zone te meten i.p.v. op een punt. Dit zal positief uitpakken voor de onderlinge vergelijking van sensoren op verschillende posities in de mat. Daarnaast is het interessant om omstandigheden in de gehele teeltmat te inventariseren, van onder naar boven. Er is nu vooral gefocust op het onderste deel en op (te) hoge watergehalten. Aan de andere kant kan de substraatmat ook te droog worden (continu of periodiek) voor wortelgroei. Hiermee blijft dan een gedeelte van het substraat onbenut en is er potentieel meer wortelgroei mogelijk. De vraag is of er analoog aan de bovengrens ook ondergrenzen zijn aan watergehalte? Bij welk watergehalte en welke tijdsduur hebben wortels (en dan vooral haarwortels) niet de mogelijkheid om te functioneren? Het uitdrainen van een teeltmat is een ander onderwerp dat grote invloed heeft op de mate van verversing en de zuurstofgradiënt in de mat. Uiteraard hangt dit af van het type mat en de mate van vochthoudend vermogen. Op dit moment worden steenwolmatten ingeseald met folie door de leverancier. Belangrijk is dat giftwater niet te lang onderin de mat blijft staan, maar voldoende snel uitdraint zodat er weer vers, zuurstofrijk water onderin de wortelzone komt. Met een aantal relatief eenvoudige maatregelen zou de mate van uitdrain te beïnvloeden zijn, o.a.: afschot van de matten in lengte- EN breedterichting (meer afschot is snellere afvoer van drain), mate van inhoezen van de mat (hoe strakker de folie om de mat zit, hoe meer water er blijft plakken en perforeren van de steenwolmat aan de onderkant (bv 4 cm conische gaten ponsen zodat er grote luchtporien ontstaan waardoor makkelijker uitdrain wordt gerealiseerd alsook zuurstofintreding). DLV Plant, augustus

Vervolg inzicht in- en het optimaliseren van de wortelfunctie bij Roos

Vervolg inzicht in- en het optimaliseren van de wortelfunctie bij Roos Vervolg inzicht in- en het optimaliseren van de wortelfunctie bij Roos DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 E info@dlvplant.nl

Nadere informatie

Eindrapportage project Zuurstofvoorziening substraten

Eindrapportage project Zuurstofvoorziening substraten Eindrapportage project Zuurstofvoorziening substraten Opdrachtgever: Productschap Tuinbouw Projectnummer:.97 Uitvoerder: TNO, afdeling Toegepaste Plantwetenschappen Projectleider: W.L. Holtman. / S. Heimovaara

Nadere informatie

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika

Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Praktijkonderzoek mobiele belichting bij paprika Ruud Maaswinkel Marcel Raaphorst Leo van der Valk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw December 23 Projectnummer 4174621 23 Wageningen,

Nadere informatie

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien

Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Effectiviteit en toepasbaarheid van Pentakeep Super in een vollegrondsteelt aardbeien Aardbeiendemodag 2014 DLV Plant Postbus 6207 5960 AE Horst Expeditiestraat 16 a 5961 PX Horst T 077 398 75 00 F 077

Nadere informatie

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 F 0317 46 04 00 In opdracht van: Begeleidende groep

Nadere informatie

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4 Emissieloos Telen 17 Update 31/8/17 nummer 4 De overheid en de sector hebben afspraken gemaakt over het verminderen van de lozingen van drainwater, met als eindpunt een (nagenoeg) emissieloze glastuinbouw

Nadere informatie

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw januari 2004 PPO 411724 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Wortelmetingen teeltsysteem Delphinium

Wortelmetingen teeltsysteem Delphinium Verslag: Wortelmetingen teeltsysteem Delphinium In opdracht van het Productschap Tuinbouw Datum: 24-8-1 1 Probleemstelling: Voor de groei van planten is een goed functionerend wortelstelsel essentieel.

Nadere informatie

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt. Praktijkproef Super FK in Paprika 20 bij de start van de teelt. Inleiding: Het doseren van Super FK zorgt primair voor een actiever/vegetatiever gewas, een betere en vollere gewasstand, met een betere

Nadere informatie

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01

Invloed klimaat op planttemperatuur. toepassing warmtebeeldcamera. PT Projectnummer: 14266.01 Invloed klimaat op planttemperatuur potplanten en toepassing warmtebeeldcamera DLV Plant Postbus 71 67 CA Wageningen Agro Business Park 65 678 PV Wageningen PT Projectnummer: 14266.1 Gefinancierd door

Nadere informatie

DORMANCY BEPALING AARDBEI

DORMANCY BEPALING AARDBEI projectverslag consultancy DORMANCY BEPALING AARDBEI UITGANGSMATERIAAL MET BEHULP VAN NIET- INVASIEVE METABOLISME (ZUURSTOF VERBRUIK) METINGEN (PT projectnummer 12810.07) IN OPDRACHT VAN PRODUCTSCHAP TUINBOUW

Nadere informatie

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet INTERN VERSLAG Facet Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem Uitgevoerd door: Nieuw Vennep, januari 2004 Irma Lukassen Helma Verberkt In samenwerking met Naktuinbouw Jan Westerhof Landelijke

Nadere informatie

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia Filip van Noort, Henk Jalink Rapport GTB-1027 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN Lezing door Barend Löbker VORTUS bv Programma: Klimaat Praktijkervaringen nieuwe telen Vragen/discussie Introductie Vortus BV: 2007 25 jaar geleden door Simon Voogt opgericht

Nadere informatie

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: 13645.02 In opdracht van de landelijke commissie Chrysant van LTO Groeiservice Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer

Nadere informatie

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika

Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika Mogelijkheden van belichting door teeltsturing in jaarrondteelten paprika R. Maaswinkel B. Berkhout M. Raaphorst Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Sector Glastuinbouw December 2003 Projectnummer 41704606

Nadere informatie

Energiemanagement Alstroemeria

Energiemanagement Alstroemeria Energiemanagement Alstroemeria Energie-efficiënte temperatuurstrategie in relatie tot belichting voor de teelt van Alstroemeria Monica Kersten, Edwin Rijpsma en Gerrit Heij Wageningen UR Glastuinbouw november

Nadere informatie

Energiezuinig telen in de glastuinbouw. Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen

Energiezuinig telen in de glastuinbouw. Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen Energiezuinig telen in de glastuinbouw Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen Toelichting project Overzicht Invloed van verschillend E-besparende maatregelen: Schermen Variëren met plantdatum Zomerstookstop

Nadere informatie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie Zure bollen herkennen door middel van thermografie DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen In opdracht van: Sectorcommissie Bloembollen Gefinancierd door: Productschap

Nadere informatie

Verbranding bladranden Hortensia

Verbranding bladranden Hortensia Verbranding bladranden Hortensia Project 417.17033 Rapport fase 1 F. van Noort Praktijkonderzoek Plant en Omgeving H. Verberkt DLV-Facet Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw december

Nadere informatie

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy Projectnummer PT: 14216.12 In opdracht van: Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Uitgevoerd door: Cultus Agro Advies Zandterweg 5 5973 RB

Nadere informatie

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

SNIJBOON ONDER GLAS 2015 SNIJBOON ONDER GLAS 215 1. Snijboon - vergelijking stengelheid en frequentie TOAGLA15SJB_TT1 Doel van de proef Bepalen wat de invloed is van de stengelheid en de frequentie van ken op de arbeidsduur en

Nadere informatie

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse Ons energiegebruik (warmte) Redenen om warmte in de kas te brengen 1. Setpoint verwarmen handhaven 2. Gewas

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Opbrengstverhoging snij amaryllis. Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre

Opbrengstverhoging snij amaryllis. Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre Opbrengstverhoging snij amaryllis Arca Kromwijk en Steven Driever, Wageningen UR Glastuinbouw Marc Grootscholten, Improvement Centre Onderzoek opbrengstverhoging snij amaryllis Op verzoek amarylliscommissie

Nadere informatie

Bossigheid in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia Bossigheid in Zantedeschia Is vervroegd afsterven van weefselkweekplantjes en het daarna koud bewaren van de knollen een van de oorzaken van bossigheid P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Houdbaarheid Hydrangea

Houdbaarheid Hydrangea Houdbaarheid Hydrangea F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw December 2003 PPO 41704641 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004

BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG. Duurzame productie Kuipplanten. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, maart 2004 BIJLAGEN BIJ PROEFVERSLAG Facet Duurzame productie Kuipplanten Uitgevoerd door: DLV Facet Wageningen, maart 2004 In samenwerking met de Landelijke commissie Kuip- en terrasplanten LTO Groeiservice en LaSerra

Nadere informatie

Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten.

Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten. 1 2 Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten. Het model, ontwikkeld tijdens mijn bachelor scriptie beschrijft

Nadere informatie

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel Verslag Doormeting LED-belichting Auteur: Bert Schamp 1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel Samenvatting In deze proef werd een LED-groeilamp van de firma FocusLED getest in vergelijking

Nadere informatie

Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen

Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen Teeltrichtlijnen Gialte (E20B.0132) Raseigenschappen Lichtgeel geblokte paprika Tm:0-3 resistent Niet gevoelig voor gedegenereerde planten Vrij open, maar relatief compact gewas Eenvoudige zetting Uniforme

Nadere informatie

Winterlichtkas: spectaculaire resultaten

Winterlichtkas: spectaculaire resultaten Winterlichtkas: spectaculaire resultaten dankzij of ondanks het nieuwe telen? Studiemiddag HNT Den Bosch 12 december 2018, Frank Kempkes en Jan Janse Teelt 2018 2 Gewas: ras Hi-Power, plantdatum 28 dec

Nadere informatie

Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen

Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen Als teler bent u voortdurend bezig om uw gewas in topconditie te brengen en te houden. De basis van een topconditie begint bij de wortels. Een

Nadere informatie

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006 Facet Bloemknopsturing Snijhortensia Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt Wageningen, Februari 2006 In samenwerking met de landelijke Hortensia commissie LTO Groeiservice Gefinancierd

Nadere informatie

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij Voortgezet diagnostisch onderzoek 2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen

Nadere informatie

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie?

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Sander Pot (Plant Dynamics BV) i.s.m. Govert Trouwborst (Plant Lighting BV) Sander Hogewoning (Plant Lighting BV) Stefan Persoon (Inno Agro BV)

Nadere informatie

Effect van watermanagement en substraatkeuze op zuurstofniveaus in relatie tot opbrengst

Effect van watermanagement en substraatkeuze op zuurstofniveaus in relatie tot opbrengst Eindrapportage onderzoek Effect van watermanagement en substraatkeuze op zuurstofniveaus in relatie tot opbrengst (Project nummer 10.907) Uitgevoerd door: TNO Toegepaste Plantwetenschappen Substratus Horticultural

Nadere informatie

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans Het Nieuwe Telen en CO 2 Wat is de kern van HNT? Door Hans Pronk, 12/05/2016 1 Basis HNT Natuurkundige principes oa: Vochtbalans Energie balans Plantfysiologie Plantbalans Assimilatenbalans Vochtbalans

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Actirob, MCPA en middel X op zaadopbrengst in 2012 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Introductie temperatuur

Introductie temperatuur Introductie temperatuur Met temperatuur kan de balans in de plant worden gehouden. De temperatuur bepaalt de snelheid van de processen die in de plant spelen. Onder een bepaalde temperatuur staan de processen

Nadere informatie

Hybride belichting Chrysant

Hybride belichting Chrysant DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen T 0317 49 15 78 Gefinancierd door Productschap Tuinbouw en Ministerie van Economische Zaken in het kader van het programma

Nadere informatie

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen Casper Slootweg en Henk Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.

Nadere informatie

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 98). C. Sonneveld Naaldwijk, maart, 986. Intern Verslag 986, no. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij

Nadere informatie

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant? Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant? Leo Marcelis & Ep Heuvelink Wageningen UR: WUR Glastuinbouw Leerstoel Tuinbouwproductieketens Met medewerking van: Peter van Weel, Hendrik Jan van

Nadere informatie

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter Water en kooldioxide zijn qua hoeveelheid de belangrijkste bouwstoffen voor planten. Van andere voedingsstoffen hebben ze minder nodig, al zijn die wel

Nadere informatie

Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten

Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten Inzicht in- en optimaliseren van de wortelfunctie bij glasgroenten Fase 2: Substraatloos telen met gestuurde worteltemperatuur DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen

Nadere informatie

Gialte (E20B.0132) enzazaden.nl. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen

Gialte (E20B.0132) enzazaden.nl. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen Raseigenschappen Lichtgeel geblokte paprika Tm:0-3 resistent Niet gevoelig voor gedegenereerde planten Vrij open, maar relatief compact gewas Eenvoudige zetting Uniforme

Nadere informatie

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV) Effect twee vulgewichten op opbrengst en kwaliteit Johan Baars, Anton Sonnenberg & Pieter de Visser & Chris Blok Dit project

Nadere informatie

Onderzoek naar onderstammen en overmatige wortelgroei bij Aubergine

Onderzoek naar onderstammen en overmatige wortelgroei bij Aubergine Onderzoek naar onderstammen en overmatige wortelgroei bij Aubergine Project PT: 14248 Bleiswijk 30 september 20 12 Onderzoek naar overmatige wortelgroei bij Aubergine PT Projectnummer 14248 LTO Groeiservice

Nadere informatie

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium Ad Schapendonk Dr ir A.H.C.M. Schapendonk Plant Dynamics BV Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Juli 2005 2005 Wageningen, Plant Dynamics BV Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Gomplekjes. Dit onderzoek is gerealiseerd i.s.m. Lava, ADLO, GMO & KBC

Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Gomplekjes. Dit onderzoek is gerealiseerd i.s.m. Lava, ADLO, GMO & KBC Gomplekjes 1 e teelt 2014 Dit onderzoek is gerealiseerd i.s.m. Lava, ADLO, GMO & KBC Gomplekjes Na de oogst van een komkommer drupt er vaak nog een druppel sap uit de afgesneden stengel Druppel komt op

Nadere informatie

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant

Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Vervanging Rode bes Rovada DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Mijlstraat 20 5281 LL Boxtel T 0411 65 25 25 F 0411 67 87 51 E info@dlvplant.nl In opdracht van Produktgroep kleinfruit www.dlvplant.nl Gefinancierd

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Vidi Parva. Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen.

Vidi Parva. Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen. Vidi Parva Wie een topprestatie wil leveren, moet bij de basis beginnen www.koppert.nl Als teler bent u voortdurend bezig om uw gewas in topconditie te brengen en te houden. De basis van een topconditie

Nadere informatie

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer A. de Gelder en R. de Graaf Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw Februari 25 PPO nr.

Nadere informatie

Marletta (E20B.4541) Teeltrichtlijnen

Marletta (E20B.4541) Teeltrichtlijnen Teeltrichtlijnen Marletta (E20B.4541) Plantmateriaal uniform plantmateriaal niet gevoelig voor koploosheid geschikt voor alle gangbare zaaidata en teelt-/stengelsystemen resistentie: HR: Tm:0-3 open en

Nadere informatie

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bestrijding van koolvlieg in radijs Bestrijding van koolvlieg in radijs A.A.E. Bulle, G.J. Messelink Wageningen UR Glastuinbouw, Wageningen augustus 2007 Projectnummer 3242018600 2007 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Hasten Spint komkommer

Hasten Spint komkommer Hasten Spint komkommer Uitgave SURfaPLUS Trading September 2014 INHOUD: HASTEN VERBETERT EFFECTIVITEIT ABAMECTINE TEGEN SPINT IN KOMKOMMER (PAG 1) NIEUW HASTEN SOLO HEEFT GEEN EFFECT OP BESTRIJDING (3)

Nadere informatie

Bladvlekken bij belichte potplanten

Bladvlekken bij belichte potplanten Bladvlekken bij belichte potplanten Onderzoek of de gele vlekken in belichte potplanten ontstaan door zetmeelophoping G.J.L. van Leeuwen N. Marissen M. Warmenhoven Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Nadere informatie

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei.

Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Februari 2012 Symptomen opwekken in planten, overmatige wortelgroei. Opdrachtgever: Looptijd project: november 2011 februari 2012 COLOFON: Contactpersoon:

Nadere informatie

ELITE De volgende stap in Precision Growing

ELITE De volgende stap in Precision Growing De GRODAN Groep levert innovatieve en duurzame steenwolsubstraatoplossingen aan de professionele tuinbouw. Deze oplossingen, die gebaseerd zijn op het Precision Growingprincipe, worden vooral toegepast

Nadere informatie

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium

Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium Effect pottemperatuur op vroegtijdige lipverkleuring bij Cymbidium Arca Kromwijk en Peter Schrama Rapport 332 2010 Wageningen, Wageningen UR Glastuinbouw Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia Effect van kasklimaat op bloemmisvorming P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij &

Nadere informatie

Hasten Chrysant mineervlieg-spint

Hasten Chrysant mineervlieg-spint ng abamectine/kg blad) Hasten Chrysant mineervlieg-spint Uitgave SURfaPLUS Trading Maart 21 INHOUD: EFFECT HASTEN OP OPNAME ABAMECTINE IN CHRYSANTEN (PAG 1) FYTOTOXICITEIT TEST 25 (2) FYTOTOXICITEIT ONDERZOEK

Nadere informatie

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas!

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas! Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas! 10-1-2018 Lisanne Helmus (Met dank aan: Klaas Walraven en Peter Geelen) Defenitie Het Nieuwe Telen Optimaal telen in balans met toepassing van kennis

Nadere informatie

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt April 2007 Gefinancieerd door Productschap Tuinbouw Uitgevoerd door: Ing. Bart Vromans Bart.vromans@lucel.nl INHOUDSOPGAVE Samenvatting Inleiding Plan van aanpak

Nadere informatie

Silicium toepassing in paprika

Silicium toepassing in paprika Silicium toepassing in paprika PT 13834-03 Januari 2011 Ing. J.R. Sanders Ing. S.H. Persoon Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telephone (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw Bestrijding van Echinothrips americanus in Dieffenbachia Juliette Pijnakker, Peter Korsten, Debbie Elstgeest (Benfried), Mädeli Hennekam (Entocare), project 41280108 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Workshop: Telen op plantbalans

Workshop: Telen op plantbalans Energiek Event Licht op besparing. 7 april 2016. Plant Dynamics, Sander Pot Workshop: Telen op plantbalans DE BASISPRINCIPES VAN HET NIEUWE TELEN ir. P.A.M. Geelen Ir. J.O. Voogt ing. P.A. van Weel Ook

Nadere informatie

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen.

Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. PT koepelproject Spuitdemo plantversterkers & schimmelpreparaten wortelrotgevoelige gewassen. DLV Plant / Boomteelt Postbus 100 2770 AC Boskoop Italiëlaan 6 2391 PT Hazerswoude Dorp Opdrachtgever Productschap

Nadere informatie

Groeiregulatie in Engels raaigras

Groeiregulatie in Engels raaigras Groeiregulatie in Engels raaigras Effect Moddus, Robbester, MCPA en stikstof op zaadopbrengst in 2013 In opdracht van en gefinancierd door Productschap Akkerbouw en Werkgroep graszaden en graszoden Postbus

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift

6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift 6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift De plant centraal stellen Het Nieuwe Telen heeft opnieuw aangetoond dat het voor een efficiënte klimaatregeling essentieel is om de plant centraal te

Nadere informatie

1 Belichting tijdens beworteling van Buxus

1 Belichting tijdens beworteling van Buxus 1 Belichting tijdens beworteling van Buxus 1.1 Doel van de proef Er wordt een snellere beworteling van Buxus beoogd door extra licht in de donkere wintermaanden toe te dienen. 1.2 Administratieve gegevens

Nadere informatie

Transporteren en plaatsen van de matten

Transporteren en plaatsen van de matten Transporteren en plaatsen van de matten Voorbereiden voor de nieuwe teelt 3-3 Levering 1 Het wordt afgeraden de matten buiten op te slaan. Sla ze op een schone en droge plek op, gescheiden van het productiegebied.

Nadere informatie

De Wandelende Klimaatbox

De Wandelende Klimaatbox De Wandelende Klimaatbox Draadloze sensornetwerken in de kas Jos Balendonck NVTL studiedag, 10 maart 2015, Hof van Wageningen Robuuste agroproductiesystemen techniek voor een weerbare agrosector Sectie

Nadere informatie

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol /~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS ' hxt Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol W. Voogt Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag

Nadere informatie

Resultaten proeven 2017/2018. Sonsation bijeenkomst 29 augustus 2018

Resultaten proeven 2017/2018. Sonsation bijeenkomst 29 augustus 2018 Resultaten proeven 2017/2018 Sonsation bijeenkomst 29 augustus 2018 Inhoud Monitoring: Trayplantopkweek 2017 Productie verse teelt 2018 Monitoring trayplantopkweek 2017 Monitoring Sonsation & Sonata Drie

Nadere informatie

VELDSLA ONDER GLAS 2015

VELDSLA ONDER GLAS 2015 VELDSLA ONDER GLAS 2015 Zaaidichtheid 4 e gamma (winter 2015-2016 ) TOAGLA15VSL_TT01 Onderzoek financieel gesteund door GMO. Doel Nagaan wat de invloed is van de zaaidichtheid op opbrengst en geel blad.

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand

Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef Natuurkunde Warmteafgifte weerstand Proef door een scholier 1229 woorden 12 december 2003 5,7 31 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Inleiding Wij hebben ervoor gekozen om ons met onze natuurkunde EXO

Nadere informatie

GROW YOUR CROP TO THE LIMIT

GROW YOUR CROP TO THE LIMIT GROW YOUR CROP TO THE LIMIT H 2 0 B Ca P Fe S Mn K Ca Zn B N Mn Fe N Mo H 2 0 S K Zn H 2 0 Ca P Cu H 2 0 P S Zn N Fe Mo AGRONA GROUP Agrona is gespecialiseerd in waterbehandeling en het leveren van exclusieve

Nadere informatie

Kaite. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen. de kracht van onze paprika s de kracht van Enza Zaden

Kaite. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen. de kracht van onze paprika s de kracht van Enza Zaden Teeltrichtlijnen Raseigenschappen Geel Snel kleurend Geblokt Gemiddeld vruchtgewicht ca. 190 gr Stabiel vruchtgewicht door het seizoen heen Zeer goede stevigheid Tm:0-3 resistent Niet gevoelig voor koploosheid

Nadere informatie

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt in kisten 2012-2013 Casper Slootweg en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012 Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Februari 2013 Programma

Nadere informatie

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw Slakken in Anthurium A. Hazendonk PPO Glastuinbouw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Glastuinbouw December 2003 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Invloed van spuiwater op de bladvertering

Invloed van spuiwater op de bladvertering Invloed van spuiwater op de bladvertering Toepassing van spuiwater in het najaar ter bevordering van de bladvertering Effect op schurft DLV Plant Postbus 840 5280 AV Boxtel Heesterakker 2F 5281 LV Boxtel

Nadere informatie

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen Rapportage Temperatuur- en RV-metingen Meetadres Jamuflor B.V. Hoofdweg 141 1424 PE De Kwakel Uitgevoerd door: Hoofdweg 1236 2153 LR Nieuw-Vennep 24 februari 2015 5 x 6,4 m = 32 meter 5 x 6,4 m = 32 meter

Nadere informatie

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) Langwerpige radicchio, b) Grootbladige spinazie, c) Salatrio, d) Wortelpeterselie C. van Wijk PPO-agv, Lelystad Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Emissiemanagement grondgebonden teelten de lysimeter. Kennisdag Water Zoetermeer, 27 september 2012

Emissiemanagement grondgebonden teelten de lysimeter. Kennisdag Water Zoetermeer, 27 september 2012 Emissiemanagement grondgebonden teelten de lysimeter Kennisdag Water Zoetermeer, 27 september 2012 Jos Balendonck, Wim Voogt, Marius Heinen, Gert-Jan Swinkels, Aat van Winkel, Frans Zwinkels, Hennie van

Nadere informatie

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis Projectverslag Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis PT project nummer: 12569 Effect van schommelingen in luchtvochtigheid

Nadere informatie

Proefverslag. Signaleringstechnieken Duponchelia fovealis. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Jeroen Zwinkels Helma Verberkt

Proefverslag. Signaleringstechnieken Duponchelia fovealis. Uitgevoerd door: DLV Facet. Wageningen, november Jeroen Zwinkels Helma Verberkt Proefverslag Uitgevoerd door: Wageningen, november 2006 Jeroen Zwinkels Helma Verberkt In samenwerking met diverse landelijke commissies van LT Groeiservice Begonia, Cyclaam en Kalanchoe Gefinancierd door:

Nadere informatie

Nieuwe teeltsysytemen in de boomkwekerij Irrigatiesystemen en sensoren

Nieuwe teeltsysytemen in de boomkwekerij Irrigatiesystemen en sensoren Nieuwe teeltsysytemen in de boomkwekerij Irrigatiesystemen en sensoren BOGO project Nieuwe teeltsystemen December, 2013 Henk van Reuler Inhoud Teelt uit de grond U systeem (teelt in goten) Laanbomen in

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten Voortgezet diagnostisch onderzoek 2007/2008 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Eindrapportage project Zuurstof in wortelmilieu in de pot- en containerteelt bepaalt kwaliteit en rendement

Eindrapportage project Zuurstof in wortelmilieu in de pot- en containerteelt bepaalt kwaliteit en rendement Eindrapportage project Zuurstof in wortelmilieu in de pot- en containerteelt bepaalt kwaliteit en rendement Uitvoerende instelling: Fytagoras (voorheen TNO Toegepaste Plantwetenschappen), DLV Plant, Stichting

Nadere informatie

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Sander Hogewoning (Plant Lighting BV) i.s.m. Govert Trouwborst (Plant Lighting BV) Sander Pot (Plant Dynamics BV) Stefan Persoon (Inno Agro BV)

Nadere informatie

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld 31-10-2014, Arie de Gelder Opmerkingen vooraf De genoemde punten staan open voor discussie Er is geen prioriteit in de volgorde Als

Nadere informatie

Paddestoelen in biologische glasgroenten

Paddestoelen in biologische glasgroenten Paddestoelen in biologische glasgroenten Project 41111016 vervolgonderzoek S.J.Paternotte en W.Voogt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw November Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie