De financiële situatie van de Vlaamse gemeenten
|
|
- Leopold de Lange
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Lokale financiën De financiële situatie van de Vlaamse gemeenten 214 De financiële situatie van de Vlaamse gemeenten Nu alle gemeenten de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC) toepassen en een eerste meerjarenplan nieuwe stijl opmaakten, blijkt uit de cijfers duidelijk dat de Vlaamse gemeenten een nieuwe weg ingeslagen zijn om het langetermijnevenwicht te halen opgelegd in BBC. Over een tijdshorizon van 6 jaar, van 214 tot 219 springen volgende trends in het oog: de gemeenten zijn van plan de toename van exploitatie-uitgaven zeer strak in de hand te houden. Het contrast met het groeiritme tijdens de vorige bestuursperiode is vrij groot; na het overgangsjaar 214 met toenemende budgetten en een onbeweeglijk 215, voorzien de meerjarenplannen dat de uitgaven opnieuw beheerst verder evolueren, met een gemiddelde groei van 1,2 % per jaar. Bij de ontvangsten is de voorziene toename iets sterker (+1,6 %); ondanks de druk van de geleidelijk oplopende pensioenkost slagen de gemeenten er in de personeelskosten onder controle te houden met een beperkte groei van 1,7 % in 214 en een status-quo in 215; de werkingskost wordt mogelijk nog strakker in bedwang gehouden en loopt pas na 217 opnieuw lichtjes op; de evolutie van de toelage voor sociale bijstand (OCMW) valt terug tot een toename van gemiddeld 2 % per jaar. De politiedotatie blijft echter steviger aangroeien, rond 3 %; vooral de permanente groei van de fondsen (met 3,4 % per jaar) levert een constant deel aan werkingsmiddelen voor de gemeenten, samen met de verder evoluerende belastingontvangsten (gemiddeld met 1,5 % per jaar); de lokale belastingen nemen voor het tweede jaar op rij een hoge vlucht, met een toename van 15 % in 214; de trend om de groei te behouden in de exploitatie-ontvangsten en strak te beperken in de exploitatie-uitgaven, heeft tot doel het exploitatiesaldo de komende jaren verder op te bouwen en een duurzaam evenwicht te bereiken of te bewaken volgens de autofinancieringsmarge; de sterke en stelselmatige afname van de geraamde investeringsuitgaven (met 19,1 % per jaar tot 218) kan worden genuanceerd; in de balansen 212 staat voor 7,6 miljard EUR aan financiële schuld genoteerd, waarvan 6,9 miljard EUR langetermijnschuld. De financiële schuld nam slechts toe met 1,4 % ten opzichte van 211; op basis van de Europese normen (ESR 21) komt de financieringsbehoefte van de Vlaamse gemeenten uit op 511 miljoen EUR in 212 tegen een overschot van 2 miljoen EUR het jaar ervoor. De investeringen op het einde van de vorige bestuursperiode beïnvloedden deze evolutie sterk. 7
2 Steekproef en bronnen De cijfers uit het meerjarenplan , verzameld en verwerkt in de databank van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB), vormen de basis voor de cijfers van deze studie. We werken met een steekproef van 286 Vlaamse gemeenten. De budgetcijfers 213 waarmee we de evolutie 214 berekenen, komen uit de Belfius-databank. De constante steekproef bij deze vergelijking bevat 261 gemeenten. Door de overgang naar BBC konden niet alle grote budgetposten rechtstreeks worden vergeleken. Globale cijfers voor de rekeningen omgezet naar BBC-vorm zijn beschikbaar in tabellen op de website van ABB. 1. Exploitatie Via het meerjarenplan krijgen de beleidsdoelstellingen van een gemeentebestuur een financiële vertaling op langere termijn. De uitdaging ligt in het op elkaar afstemmen van ontvangsten en uitgaven bij oplopende kosten om de financiële evenwichtscriteria te respecteren. De gemeenten moeten in hun meerjarenplan onder meer de oplopende kosten voor de pensioenlasten van vastbenoemde werknemers opvangen. Andere structurele hervormingen op lokaal vlak die invloed hebben op het budget, zoals de oprichting van de brandweer(hulp) zones, komen nog niet tot uiting in de cijfers van het meerjarenplan. Vooruitplannen gebeurt voorzichtig, ook de interpretatie van de cijferramingen die nu voorliggen, is voorzichtig. Tabel 1 Evolutie van de exploitatie-uitgaven Budget en evolutie meerjarenplan In EUR/inw Jaarlijkse evolutie BBC BBC BBC Meerjarenplan UITGAVEN Werking 283 -,5 %,5 % 4,5 %,1 % Personeel * 616 3,6 % 1,7 % 4,3 % 1,3 % Toegestane werkingssubsidies 467 1,3 % 4,5 % 4,3 % 1,6 % Sociale bijstand 149 -,3 % 8,2 % 4,5 % 2, % Politiediensten 145 2,7 % 3, % 3,6 % 3,1 % Brandweer 14 -,9 % Erediensten en niet-confessionele levensbeschouwingen 7 3,7 % Financiële uitgaven ** 51,9 % -,8 % 1,9 % Exploitatie-uitgaven ,7 % 3,6 % 1,2 % * Het gesubsidieerd onderwijzend personeel inbegrepen (93 EUR/inw.) ** Kapitaalaflossing van leningen niet inbegrepen vanaf 214 (BBC). 2. De exploitatie-uitgaven Om het exploitatiesaldo de komende jaren verder op te bouwen zijn de gemeenten volgens de voorziene ramingen van plan de toename van exploitatie-uitgaven zeer strak in de hand te houden. Het contrast met het groeiritme tijdens de vorige bestuursperiode is vrij groot (tabel 1). Personeels- en werkingskosten onder controle houden Ondanks de druk van de oplopende pensioenkosten slagen de gemeenten er in de personeelskosten de komende jaren onder controle te houden, met een beperkte groei van 1,7 % in 214, een status-quo in 215 en voor de hele periode van het meerjarenplan een gemiddelde groei van 1,3 % per jaar. Dit jaarlijkse stijgingspercentage ligt lager dan de overschrijding met 2 % van de spilindex voor de lonen van het overheidspersoneel. Met het huidige lage inflatieniveau zullen de gemeenten wellicht niet elk jaar de impact van deze loonsverhoging in hun budget moeten inschrijven. Tijdens de vorige bestuursperiode was voor de personeelskosten nog een jaarlijkse groei van 4,3 % de regel, met een jaarlijkse overschrijding van de spilindex met 2 % en zonder de duidelijke impact van de oplopende pensioenlasten omdat die pas sinds 212 speelt. Maar er gaat meer schuil achter de strakke evolutie in het meerjarenplan. Om de loonkost te milderen, rekenen de gemeenten er in de loop van het meerjarenplan op het aantal personeelsleden te verminderen door onder meer medewerkers die vertrekken, niet te vervangen. Een kentering in het aantal personeelsleden kwam er midden 213, toen dat cijfer voor het eerst lichtjes begon af te bouwen (met 31VTE, van naar VTE). De daling die zo werd ingezet, zal zich vanaf 214 wellicht sterker doorzetten. In feite anticiperen de gemeenten op een lastig financieel parket waarin de oplopende pensioenbijdragen voor de lokale vastbenoemde ambtenaren hen brengen. Het tarief voor de basisbijdrage zal de komende jaren blijven stijgen tot een geharmoniseerd tarief van 41,5 % in 216 bovenop de lonen 1. Naast het basistarief betalen de gemeenten bijkomend een responsabiliseringsbijdrage wanneer het reservebedrag opgebouwd via de basisbijdragen niet volstaat om de pensioenen aan de gepensioneerde vastbenoemde werknemers uit te betalen. 1 De gemeenten en andere lokale besturen financieren de pensioenen van hun vastbenoemde personeelsleden via de RSZPPO. Cf. Financiële uitdagingen voor de gemeenten (fiche 9: De pensioenen van de lokale ambtenaren), beschikbaar op de site Lokale financiën. 8
3 Het bedrag van de responsabiliseringsbijdrage kan hoog oplopen, zeker nu het aantal bijdragebetalers structureel kleiner wordt. In juni 213 maakten vastbenoemde werknemers nog maar 44,1 % uit van het gemeentepersoneel (grafiek 1). Los hiervan kunnen gemeenten ervoor kiezen toe te treden tot een tweede pensioenpijler en zo voor het contractuele personeel het wettelijk pensioen aanvullen via bijdragen. Grafiek 1 Gemeentepersoneel volgens statuut (in % VTE) Juni 213 Vastbenoemd 44,1 % De werkingskost wordt mogelijk nog strakker in bedwang gehouden, zeker tijdens de eerste jaren, en loopt pas na 217 opnieuw lichtjes op. Ter vergelijking: tijdens de vorige bestuursperiode liep de veeleer inflatiegedreven groei van de werkingskost (4,5 %) nog parallel met die van de personeelskosten. De aflossingen van schulden maken volgens de BBC voortaan geen deel meer uit van de exploitatiekosten. Financiële uitgaven slaan dus voornamelijk op de interestlasten voor schulden. Die zouden vooral tijdens de eerste helft van het meerjarenplan sterk toenemen, parallel met het geraamde volume aan op te nemen leningen dat in piekt en de jaren daarna stelselmatig afbouwt. Gemiddeld nemen de financiële uitgaven toe met 1,9 % terwijl ze tijdens de vorige bestuursperiode afnamen, onder meer door een eenmalige schuldafbouw voorzien in het lokaal pact. Toegestane werkingssubsidies Ook de groei van de werkingssubsidies zwakt af in het meerjarenplan. Gemeenten staan die (vaak verplicht) toe aan andere lokale besturen op hun grondgebied en geven ook werkingssubsidies aan verenigingen, ondernemingen en gezinnen. Een evolutie van gemiddeld 1,6 % per jaar is voorzien voor de planperiode met vanaf 216 groeipercentages van 2 % tot 2,3 %. In 214 is er echter nog een sterke toename van 4,5 %. De werkingssubsidies voor sociale bijstand (OCMW) en voor de politiezone vormen de belangrijkste toelagen die elk een derde van de toegestane werkingssubsidies nemen of elk een tiende van de totale exploitatie-uitgaven 214. De hogere toelage voor sociale bijstand (OCMW) compenseert in 214 ruimschoots de correctie die het jaar voordien plaatsvond vooraleer de BBC algemeen werd opgestart. Daarna valt de evolutie terug tot 2 % per jaar. De politiedotatie blijft echter steviger aangroeien, met 3,1 % gemiddeld. Financiële impact van de vergrijzing opvangen De komende jaren zal de impact van de vergrijzing voelbaar zijn in de dotaties aan OCMW s en politiezones. De gemeentetoelagen moeten immers het financieel tekort van deze lokale besturen opvangen. Volgens de gemeentelijke meerjarenplannen blijven de dotaties sterk aangroeien de komende jaren. OCMW s zien immers hun kosten voor maatschappelijke dienstverlening oplopen door diversificatie van hun hulpdiensten en investeren in de uitbreiding en de modernisering van woonzorgcentra. Politiezones voelen vooral de hogere pensioenbijdragen voor hun korps van politieagenten dat voor 95 % uit vastbenoemd personeel bestaat. Naast de hogere kosten door de vergrijzing zullen de gemeenten op lange termijn ook hun belastbare basis voor de personenbelasting zien versmallen omdat pensioenen nu eenmaal niet de omvang hebben van een inkomen uit werk. Politiedienst en sociale bijstand zijn de belangrijkste beleidsvelden Met de BBC hebben de gemeenten voortaan de vrije keuze om beleidsdomeinen te definiëren die aansluiten bij hun werking. Hiervoor combineren ze in hun beleidsrapporten een uitgebreide reeks gestandaardiseerde beleidsvelden. De belangrijkste beleidsvelden van de exploitatie zijn volgens de netto-uitgaven dan ook politiediensten en sociale bijstand, gevolgd door algemene diensten. De niet-exhaustieve lijst van de dertig belangrijkste beleidsvelden in tabel 2 toont dat gemeenten op heel wat beleidsvlakken een rol spelen. 3. De exploitatie-ontvangsten Om het exploitatiesaldo de komende jaren verder op te bouwen doen de gemeenten een beroep op bijkomende exploitatie-ontvangsten. Het groeiritme van de ontvangsten volgens het meerjarenplan ligt echter de helft trager dan tijdens de vorige bestuursperiode. Ze rekenen vooral op de permanente groei van de fondsen (+3,4 %) Contractueel 55,9 % 9
4 Tabel 2 Exploitatie: overzicht van de dertig grootste beleidsvelden (netto-uitgaven in EUR/inw.) Politiediensten 145 Sociale bijstand 138 Overige algemene diensten 138 Sport 54 Wegen 52 Brandweer 49 Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval 46 Transacties in verband met de openbare schuld 44 Groene ruimte 31 Politieke organen 28 Administratieve dienstverlening 27 Personeelsdienst en vorming 27 Secretariaat 25 Overig afval- en materialenbeheer 24 Openbare bibliotheken 18 Overig algemeen bestuur 14 Ruimtelijke planning 14 Jeugd 13 Erediensten 13 Kinderopvang 12 Straatverlichting 12 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid 11 Administratieve dienst voor het onderwijs 11 Cultuurcentrum 1 Overig kunst- en cultuurbeleid 9 Binnengemeentelijke decentralisatie 9 Overige culturele instellingen 8 Gebiedsontwikkeling 8 Musea 8 Toerisme - Onthaal en promotie 7 die een algemene basisfinanciering vormen vanwege de toezichthoudende overheid. Daarnaast zoeken ze bijkomende financiering van het beleid en de dienstverlening via belastingen en retributies. Deze ontvangstenbronnen garanderen de gemeenten op hun beurt een grote mate van beleidsautonomie. De belastingontvangsten nemen toe De belastingen leveren 49,7 % van de exploitatieontvangsten in 214 en stellen de gemeenten in staat om voor een stuk autonoom hun beleid te financieren. Om hun budget in evenwicht te brengen, kiezen de gemeenten er duidelijk voor om de belastingontvangsten te verhogen (+9 % in 214). Verschillende elementen spelen een rol: door vertraging in de inkohiering van de personenbelasting in 213, geven de cijfers 214 deels een inhaalbeweging weer; opnieuw groeit de opbrengst uit de specifieke lokale belastingen sterk in omvang, gemiddeld met 15 %. Gemeenten gaan op zoek naar nieuwe lokale belastingen en verhogen na lange tijd de tarieven voor bestaande retributies. Zoals verwacht gingen in heel wat gemeenten in 214 de aanslagvoeten van de belangrijkste belastingen omhoog. De aanslagvoet voor de aanvullende personenbelasting (APB) ging slechts bij ongeveer 1 op 1 gemeenten licht de hoogte in en bedraagt nu gemiddeld 7,27 %. Meer gemeenten verhoogden echter de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OVH). Ongeveer een op vijf gemeenten besliste deze aanslagvoet op te trekken om de ontvangsten te vergroten. De opcentiemen bedragen nu gemiddeld opcentiemen na een verhoging met 37 opcentiemen. De meerjarenplannen voorzien ook de komende jaren dat de opbrengsten van de onroerende voorheffing blijven groeien (+2,1 % per jaar), hoewel die evolutie getemperd is ten opzichte van de vorige bestuursperiode. Na een terugval in 215 van de opbrengst aan personenbelasting rekenen de gemeenten verder op een continue toename van deze belastingopbrengsten. Die kunnen blijven stijgen louter op basis van inflatiegerelateerde inkomens (APB) en door de aangroei en prijsevolutie van het onroerend goed (OVH), maar mogelijk houden nog meer gemeenten een verhoging van de aanslagvoeten in beraad. Niet alle gemeenten halen echter evenveel opbrengst uit een aanslagvoetverhoging, de inkomens per gemeente verschillen hiervoor sterk. Kaart 1 geeft per gemeente een indicatie van de rijkdom 2 van de inwoners op basis van de gemiddelde inkomsten die onderhevig zijn aan de personenbelasting. De hogere belastingontvangsten die gebudgetteerd staan voor 214 hebben niet alleen te maken met het verhogen van de gemeentelijke aanslagvoeten voor de aanvullende belastingen. Aan de basis van de cijfers ligt ook een inhaalbeweging in doorgestorte bedragen door de Federale Overheidsdienst Financiën en dit na een vertraagd ritme van inkohiering in 213 voor de personenbelasting. 214 is het tweede jaar van de bestuursperiode, een jaar waarin gemeenten wel vaker de beslissing nemen om de aanslagvoeten van de belangrijkste belastingen te verhogen; 2 De rijkdomindex is de verhouding tussen het gemiddeld inkomen per inwoner per gemeente en dat van het hele land (op basis van de inkomens 211 aanslagjaar 212, FOD Economie). 1
5 Lokale belastingen nemen opnieuw sterk toe De lokale belastingen nemen al voor het tweede jaar op rij een hoge vlucht, met een toename van 15 % in 214. Zij hebben echter een minder groot gewicht dan de twee belangrijkste aanvullende belastingen en leveren slechts 6,9 % van de gemeenteontvangsten terwijl de aanvullende belastingen bijna voor de helft van de exploitatieontvangsten zorgen (42,7 %). In totaal heft een gemeente in 214 gemiddeld 764 EUR per inwoner aan belastingen, waarvan 17 EUR per inwoner lokale belastingen. De belasting op drijfkracht en op tweede verblijven leveren als lokale belasting de hoogste sommen op. In 215 is nog een verdere toename voorzien voor de opbrengst uit tweede verblijven. Fondsen en toelagen Bij de fondsen vormt het Gemeentefonds met 2,2 miljard EUR een zeer belangrijke financiële overdracht van het regionale niveau naar de lokale besturen. Gemeenten krijgen hieruit 2 miljard EUR, OCMW s het resterende deel. Elk jaar doet de Vlaamse overheid deze overgedragen som aangroeien met 3,5 %, zodat de algemene financiering min of meer het ritme kan volgen van de werkingskosten van het lokale niveau. Volgens het meerjarenplan rekenen de gemeenten ook de komende jaren duidelijk op deze permanente groei. Bovenop het gemeentefonds krijgen steden bijkomende middelen uit het stedenfonds (132 miljoen EUR) en kun Tabel 3 Evolutie van de exploitatie-ontvangsten Budget en evolutie meerjarenplan In EUR/inw Jaarlijkse evolutie BBC BBC BBC Meerjarenplan ONTVANGSTEN Ontvangsten uit werking 1 3,9 % 7,3 %,8 % Belastingen 764 4,4 % 9, % 3,2 % 1,5 % Aanvullende personenbelasting 32 3,4 % 9,2 % 3,8 %,9 % Opcentiemen onroerende voorheffing 34 3,6 % 7,2 % 3,6 % 2,1 % Lokale belastingen 17 12, % 15, %,3 %,9 % Fondsen en toelagen * 68 3,1 % 4,4 % 2,1 % Gemeentefonds e.a. fondsen Specifieke werkingssubsidies 349 3,5 % 3,4 % 27,5 % Financiële opbrengsten 66-4,2 % 1,3 % -1,8 % Elektriciteitsdividenden 25,4 % 2,7 % -1,8 % Gasdividenden 13-2,3 % 9,8 % -8, % Exploitatie-ontvangsten ,1 % 6,8 % 3,4 % 1,6 % * Gesubsidieerd onderwijzend personeel inbegrepen 86 EUR/inw. nen een aantal geselecteerde landelijke gemeenten een deel krijgen uit het plattelandsfonds (8 miljoen EUR), bedoeld om beleidsaccenten te financieren die met hun specifieke landelijke of stedelijke situatie te maken hebben. Kaart 1 Rijkdomindex per gemeente t.o.v. het nationaal gemiddelde (Rijkdomindex België = 1) 77,2-96,7 96,7-18,1 18,1-119,6 119, ,4 142,4-15,7 11
6 Daarnaast krijgen de gemeenten specifieke werkingssubsidies vanwege de Vlaamse overheid voor de lokale uitwerking van beleidsdomeinen aangestuurd door sectorale plannen op regionaal niveau zoals cultuur, sport, onderwijs, sociaal beleid, milieubeleid en vele andere. Deze werkingssubsidies gaan vooral naar gemeentelijk onderwijs, kinderopvang en openbare bibliotheken. De planlast die het rapporteren over de gesubsidieerde activiteiten met zich meebrengt belooft met de invoering van de BBC lichter te worden. Eigen ontvangsten Gemeenten genereren, naast algemene sommen uit belastingen en fondsen, ook eigen ontvangsten uit hun werking en uit prestaties, zoals het openhouden van zwembad en bibliotheek en het afleveren van documenten. De gemeentelijke tarieven voor waterheffing maken hier deel van uit. Daarnaast leveren hun eigendommen en participaties financiële opbrengsten op (via huur, dividend, e.a.). De meerjarenplannen gaan uit van een nagenoeg constant bedrag aan werkingsontvangsten (met een lichte toename van,8 % per jaar) terwijl ze de financiële opbrengsten eerder continu zien dalen (-1,8 % per jaar). Beide evoluties staan in contrast met de vorige bestuursperiode waarin de gemeenten beide ontvangstengroepen poogden te optimaliseren. Dit was nodig toen na de liberalisering van de energiemarkt de inkomsten uit dividenden daalden, Grafiek 2 Autofinancieringsmarge per cluster (in EUR/inw.) Budget gevolgd door de financiële crisis en de ontbinding van de Gemeentelijke Holding. De werkingsontvangsten evolueren onder meer door het toepassen van het principe de vervuiler betaalt via de (afval)waterfactuur. De gemeenten trekken voor de financiering van de rioleringsinvesteringen hun gemeentelijke tarieven voor waterheffing immers stelselmatig op (richting maximumtarief). 4. Exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo BBC is positief en bedraagt 121 EUR per inwoner in 214. In tegenstelling tot de vroegere gemeenteboekhouding omvatten de exploitatie-uitgaven volgens BBC geen aflossingen van leningen meer. Daarom kan het exploitatiesaldo niet zonder omrekening worden vergeleken met het vroegere saldo eigen dienstjaar, dat zowel leninglasten als kapitaalaflossingen bij de uitgaven noteerde. In grafiek 2 worden het exploitatiesaldo BBC 214 en kapitaalaflossingen samengevoegd en geplaatst naast het saldo eigen dienstjaar van vroegere budgetjaren. Deze omrekening komt overeen met de autofinancieringsmarge die het financieel draagvlak vergelijkt met de leninglasten (tabel 6). Exploitatiesaldo BBC = Exploitatieontvangsten uitgaven Autofinancieringsmarge = financieel draagvlak (exploitatieontvangsten uitgaven (zonder interest)) - leninglasten (aflossing + interest) BBC Woongemeenten Gemeenten met concentratie van economische activiteit Toeristische gemeenten Landelijke gemeenten Semistedelijke of agglomeratiegemeenten Centrumgemeenten De uitdaging om een positieve autofinancieringsmarge te noteren aan het einde van het meerjarenplan maakt dat gemeenten deze bestuursperiode duidelijk een nieuwe weg inslaan in hun (financieel) beleid. De omslag van tekort naar overschot in 214 toont de impact van de oefening die alle gemeenten deden om een meerjarenplan op te stellen in een moeilijke financiële context. In de zes jaar dat ze vooruitkijken anticiperen ze op de toenemende druk die onder meer de oplopende pensioenbijdrage op het budget legt. Globaal slagen de gemeenten er in om in 214 via hogere ontvangstengroei en tragere uitgavengroei een overschot op te tekenen voor exploitatie (121 EUR per inwoner). De autofinancieringsmarge bedraagt 13 EUR per inwoner of 7,9 % van het financieel draagvlak dat beschikbaar is om de investeringen mee te financieren of bijkomende leningschuld mee aan te gaan. Voor de groep van centrumgemeenten (met 22 regionale steden en 13 grote centrumsteden in de steekproef) ziet de situatie er helemaal anders uit: het tekort blijft, maar verkleint weliswaar sterk in
7 Het structurele evenwichtscriterium van de autofinancieringsmarge gaat na in hoeverre de exploitatieontvangsten duurzaam de uitgaven voor leningen (leninglasten en kapitaalaflossingen) dekken op het einde van het meerjarenplan. Twee derde van de gemeenten noteert in 214 al voldoende financieel draagvlak en beantwoordt dus aan het evenwichtscriterium. Voor andere gemeenten vraagt het bereiken van het evenwichtscriterium meer tijd (grafiek 3). Alle gemeenten plannen zoals opgelegd een autofinancieringsmarge van nul of meer in 219 en deze marge verdubbelt ten opzichte van 218. De tegenstelling tussen rekening en budget blijft: het saldo op de rekeningen ligt hoger dan op de budgetten. De autofinancieringsmarge bedraagt in de rekeningen 211 immers 179 EUR per inwoner en zwakt af tot 125 EUR in 212, terwijl het budget EUR marge raamt. 5. Investeringen Evolutie van de investeringen volgens het meerjarenplan In tegenstelling tot de strakke beheersing van het exploitatiebudget kent het investeringsbudget wel een groot verloop volgens het meerjarenplan (grafiek 4 en grafiek 5a). Opvallend is de neergaande lijn van jaarlijkse investeringsvolumes in tegenstelling met de vroegere investeringscyclus. Die bouwde eerst langzaam het volume op en ging pas aan het einde van de bestuursperiode lichtjes neer. Het investeringsvolume start nu hoog in 214 met 2,7 miljard EUR, dit is in lijn met het jaarlijks volume dat de jaren ervoor werd gebudgetteerd (maar slechts voor de helft werd gerealiseerd in hetzelfde jaar). De investeringsbudgetten bouwen al snel af tot 1,5 miljard EUR in 217, tot het niveau van de vroeger gerealiseerde investeringen. De bedragen gaan van 453 EUR per inwoner in 214 naar 248 EUR per inwoner in 218 en zelfs naar minder dan 2 EUR per inwoner in 219. Alsof een inverse investeringscyclus zich aandient doordat de Vlaamse gemeenten hun financiële reserves aanwenden aan het begin van de periode en die jaren ook leningen aangaan om mee te investeren. Deze stelselmatige afname van de investeringsuitgaven van jaarlijks 19,1 % tot 218 kan gedeeltelijk worden genuanceerd door het feit dat de overgang naar BBC een nieuw kader uittekent en de zesjarige horizon van dit eerste meerjarenplan tot voorzichtige ramingen noopt. Grafiek 3 Aandeel en aantal gemeenten met negatieve en positieve autofinancieringsmarge Budget % 8 % 6 % 4 % 2 % % Grafiek 4 Evolutie van de budgetsaldi voor exploitatie, investeringen en andere (in miljoen EUR) Meerjarenplan Positief of nul Exploitatiesaldo Budgettair resultaat boekjaar Negatief Saldo Andere 57 Investeringsbudgetsaldo Het overgangsjaar 214 kent immers een cijfermatige investeringspiek die rechtstreeks het gevolg is van de overgang naar BBC door de overboeking van vastgelegde kredieten. Eenzelfde fenomeen deed zich in het overgangsjaar ook voor bij de pilootbesturen. Bedoeling met BBC is dat een verbinteniskrediet voor investeringen wordt gespreid over de vermoedelijke transactiejaren. Deze nieuwe manier van registreren is aanvankelijk nog niet voldoende ingeburgerd bij de gemeentelijke diensten om volledig correct te worden toegepast in de eerste budgetronde. Ook het eindjaar van het meerjarenplan 219 is een overgangsjaar, maar dan naar de volgende bestuursperiode, waardoor het investeringsbudget eerder beperkt is
8 Grafiek 5a Evolutie van de gemeentelijke investeringsuitgaven (in miljoen EUR) - Rekening en budget (meerjarenplan ) Rekeningen Budgetten BBC Grafiek 5b Evolutie van de gemeentelijke investeringsuitgaven voor wegen (in miljoen EUR) - Rekening en budget (meerjarenplan ) Rekeningen Budgetten BBC Grafiek 5c ) Evolutie van de gemeentelijke investeringsuitgaven voor waterbeheer (in miljoen EUR) - Rekening en budget (meerjarenplan Rekeningen Budgetten BBC Investeringsuitgaven transactiekredieten Toegestane werkingssubsidies voor waterbeheer 14
9 Investeringen vormen daarenboven vaak een sluitpost in het financieel beleid. Of gemeenten al dan niet investeringen uitstellen of schrappen zal afhangen van de mate waarin de financiële beleidsruimte verder investeren de komende jaren mogelijk maakt. Wellicht wachten heel wat besturen voorzichtigheidshalve de realisatie van hun meerjarenplan eerst wat af. Het nieuwe BBC-kader beïnvloedt ongetwijfeld in het algemeen het invullen van de globale financieringsbehoefte en de spreiding ervan in de tijd. Beleidsvelden waarin gemeenten het meest investeren in 214 Wegenbouw en beheer van regen- en afvalwater (via riolering) vormen samen een derde van de gemeentelijke investeringen in 214. Wegen vormen traditioneel immers bijna de helft van de gemeentelijke investeringen. Een blik op de verschillende beleidsvelden leert dat de lokale opdrachten van de gemeenten zeer uitgebreid zijn (grafiek 6 bevat alle beleidsvelden die 1 % of meer toegewezen krijgen van het totale investeringsbudget). Vraag blijft in welke mate het gebudgetteerde investeringsvolume van het meerjarenplan zal worden gerealiseerd. Als de voorziene budgetten volledig worden besteed, zal op de rekeningen blijken dat het investeringsvolume 5 % achteruit is gegaan ten opzichte van de vorige bestuursperiode. Worden ze niet gerealiseerd, dan gaat het investeringsvolume sterker achteruit. Wegenbouw en beheer van regen- en afvalwater (via riolering) vormen samen een derde tot de helft van de gemeentelijke investeringen. De markt voor wegen-en rioleringsbouw wacht (volgens de driemaandelijkse conjunctuurenquête uitgevoerd door de NBB) half juni 214 nog steeds op de opbouw van het orderboekje (grafieken 5b en 5c). Niet alleen de gemeenten investeren als lokaal bestuur, ook de autonome gemeentebedrijven en de intercommunales, maar gemeenten nemen wel het grootste aandeel voor hun rekening. In 214 noteren 94 autonome gemeentebedrijven voor 74 miljoen EUR aan investeringen, waarvan de helft naar sportinfrastructuur gaat. Ook hier geven de eerste BBC-budgetcijfers een groot volume voor de eerste twee jaren met daarna een sterke daling. Niettegenstaande Europese reglementering enorme investeringen in waterbeheer noodzakelijk maakt, toont grafiek 5c dat in de loop van het meerjarenplan de investeringsbudgetten afnemen tot zelfs onder de gerealiseerde cijfers van de rekeningen uit de vorige bestuursperiode. Twee op drie gemeenten besteden het beheer en investeringen voor afvalwater uit aan intercommunales. Daardoor onderschat het investeringsvolume voor de gemeenten dan ook de totale investeringen in dit domein. Grafiek 5c toont voor de volledigheid ook de werkingssubsidies die de gemeenten toekennen aan de waterintercommunales. Samen met wegen blijft waterbeheer volgens het meerjarenplan wel een van de drie sterkste investeringsdomeinen. Grafiek 6 Beleidsvelden waarin gemeenten het meest investeren - Budget 214 Wegen 29,4 % Overige algemene diensten 1,4 % Beheer van regen- en afvalwater 7,4 % Gebiedsontwikkeling 5,2 % Sport 4,9 % Gewoon basisonderwijs 3,3 % Brandweer 2,8 % Monumentenzorg 2,3 % Gemeenschapscentrum 1,8 % Jeugd 1,7 % Groene ruimte 1,7 % Ruimtelijke planning 1,4 % Kinderopvang Musea Watervoorziening Straatverlichting Overig algemeen bestuur Parkeren 1,4 % 1,3 % 1,3 % 1,3 % 1,2 % 1,2 % Deeltijds kunstonderwijs 1,1 % Grondbeleid voor wonen 1, % Openbare bibliotheken 1, % Overige domeinen 16,8 % % 5 % 1 % 15 % 2 % 25 % 3 % 35 % 4 % 15
10 Grafiek 7 Financiering van exploitatie en investeringen Budget 214 Ontvangsten uit werking 5, % Leningen 9,5 % Loonsubsidies onderwijs 4,3 % Overige fondsen en toelagen 2,6 % Specifieke werkingssubsidies 1,3 % Gemeentefonds 17,4 % Financiële opbrengsten 3,3 % Investeringssubsidies 3,3 % Verkoop van activa 3,3 % Overige ontvangsten 2,7 % Belastingen 38,2 % 6. Financiering van exploitatie en investeringen Nieuw met de BBC is dat leningen niet meer worden aangegaan om investeringen te dragen, wel als algemene financiering om de thesaurietoestand in evenwicht te houden. Ze vormen dan ook slechts een van de vele bronnen waaruit gemeenten putten om hun beleid te financieren. In 214 dekken de gemeenten hun exploitatieen investeringsuitgaven voornamelijk met belastingen, fondsen, werkingssubsidies en leningen (grafiek 7). Verkoop van activa dekt voor 3,3 % de uitgaven, financiële opbrengsten en investeringssubsidies hebben een zelfde aandeel. Leningbedragen vullen de middelen om uitgaven mee te financieren aan voor 9,5 %. 7. Balans en schuld 212 Tabel 4 Voornaamste componenten van de gemeentebalans 212 In EUR/inw. Balans 212 I VLOTTENDE ACTIVA ,1 % II VASTE ACTIVA ,9 % A. Vorderingen op lange termijn 185 3,1% B. Financiële vaste activa ,7 % C. Materiële vaste activa ,5 % Gemeenschapsgoederen (GG) , % Terreinen en gebouwen (GG) ,6 % Wegen en overige infrastructuur (GG) ,8 % Installaties, machines en rollend mat. (GG) 45,8 % Meubilair, kantooruitrusting, rollend mat. (GG) 63 1,1 % Leasing en soortgelijke rechten (GG) 84 1,4 % Erfgoed (GG) 197 3,3 % Bedrijfsmatige materiële vaste activa (BMVA) 1, % Overige materiële vaste activa ((OMVA), % D. Immateriële vaste activa 37,6 % BALANSTOTAAL ACTIEF , % SCHULDEN A. Schulden op korte termijn Schulden op LT die binnen het jaar vervallen 111 1,9 % B. Schulden op lange termijn Financiële schulden ,9 % Het patrimonium van de gemeenten staat gewaardeerd op de gemeentebalans. De waarde van de (historische) gebouwen en bezittingen van een gemeente, samen met de lengte van het wegennet, vormen de kern van de vaste activa. De materiële vaste activa zijn goed voor 69,5 % van het actief, de vlottende activa voor 12,1 %. De schulden vormen minder dan een kwart van het balanstotaal (21,8 %). In de balansen 212 staat voor 7,6 miljard EUR aan financiële schulden genoteerd, waarvan 6,9 miljard EUR langetermijnschuld (met 845,6 miljoen EUR saneringsschuld). Deze schuld nam 1,4 % toe ten opzichte van 211. Per inwoner hebben de Vlaamse gemeenten in 212 gemiddeld zo n EUR aan schulden uitstaan. BBC voorziet via het criterium van de autofinancieringsmarge een gecontroleerde verdere opbouw van schuld. Gemeenten kunnen slechts leningen aangaan om hun werking en investeringen mee te financieren voor zover het exploitatiebudget voldoende ontvangsten genereert om aflossingen en interest te dragen. 8. BBC: nieuwe definitie van financieel evenwicht Dubbel evenwichtscriterium Beslissingen die in de loop van de bestuursperiode worden genomen hebben financiële impact op de lange termijn. De beleids- en beheerscyclus legt daarom een dubbel financieel evenwicht op. Niet alleen toetst de 16
11 nieuwe financiële rapportering over het lokale beleid het financieel evenwicht voor het lopende jaar, maar ook de financiële draagkracht op lange termijn. Het beleid vertrekt immers van lokale langetermijnplannen waaruit de jaarlijkse budgetten voortkomen: Het resultaat op kasbasis moet elk jaar minstens nul zijn of positief; De autofinancieringsmarge moet op het einde van het meerjarenplan minstens nul zijn of positief. De gemeentelijk meerjarenplannen moeten beantwoorden aan beide criteria. Dit is de voorwaarde voor goedkeuring door de toezichthoudende overheid. Resultaat op kasbasis In BBC worden alle uitgaven en ontvangsten opgeteld: zowel die van het exploitatiebudget, dat het zwaarste gewicht heeft, als van het investeringsbudget en de financiering. Ze vormen het jaarlijks budgettair resultaat (tabel 5). Bijna alle gemeenten slagen er in 214 in om via hogere ontvangstengroei en tragere uitgavengroei een overschot op te tekenen voor exploitatie (I Exploitatiebudget) (121 EUR per inwoner). Het investeringssaldo is negatief (II Investeringsbudget) en wordt niet volledig gecompenseerd door het financieringssaldo (III Andere). Het budgettair resultaat blijkt negatief (-125 EUR per inwoner) maar mondt uit in een sluitend gecumuleerd budget dankzij het opgebouwde resultaat van de vorige boekjaren. Dit gecumuleerd resultaat van de vorige boekjaren beliep op de rekening 212 zo n 489 EUR per inwoner (cijfer voor 213 en 214 nog niet beschikbaar). Een deel van het overschot krijgt een bestemming voor verder gebruik en mag niet meer worden meegerekend voor het finale beschikbare resultaat op kasbasis. Tabel 5 Staat van het financiële evenwicht (BBC) - Budget 214 Aandeel in uitgaven/ ontvangsten In EUR/inw. I Exploitatiebudget 121 A. Uitgaven 7,9 % B. Ontvangsten 82, % II Investeringsbudget -313 A. Uitgaven 22,6 % 453 B. Ontvangsten 7,4 % 139 III Andere 67 A. Uitgaven 6,5 % 13 B. Ontvangsten 1,5 % 197 IV Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) -6,7 % -125 A. Uitgaven 1 % 2 B. Ontvangsten 1 % V Gecum. budg. resultaat vorig boekjaar n.b. n.b. VI Gecumuleerde resultaat (IV+V) n.b. n.b. VII Bestemde gelden n.b. n.b. VIII Resultaat op kasbasis (VI-VII) n.b. n.b. Tabel 6 Autofinancieringsmarge (in EUR/inw.) Budget 214 I Financieel draagvlak 165 Exploitatieontvangsten Exploitatie-uitgaven zonder nettokosten schulden II Netto periodieke leningsuitgaven 152 Netto-aflossingen van schulden 18 Nettokosten van schulden 44 III Autofinancieringsmarge 7,9 % 13 Grafiek 8 Autofinancieringsmarge (in EUR/inw.) - Meerjarenplan Het resultaat op kasbasis steunt op de twee belangrijke saldi: het jaarlijks budgettair resultaat en het gecumuleerde overschot van de voorbije jaren dat nog geen specifieke bestemming kreeg. Op basis van de cijfers uit het meerjarenplan evolueert dit budgettair resultaat van zwaar negatief in 214 naar een licht positief saldo in 218 (grafiek 4). Naarmate de vroegere overschotten slinken of een bestemming krijgen, zal het budgettair resultaat meer en meer als maatstaf dienen voor de richting waarin de gemeenten hun financiële evenwichtssituatie sturen I Financieel draagvlak II Netto periodieke leningsuitgaven III Autofinancieringsmarge 17
12 Dat het budgettair resultaat in 218 positief wordt volgens het meerjarenplan is te danken aan het strak in de hand houden van de exploitatie en het budgetteren van afnemende investeringen naarmate de ruime overschotten voor zelffinanciering wegsmelten. De autofinancieringsmarge De autofinancieringsmarge meet het financieel draagvlak van de gemeenten en zet dit af tegen de kosten van schulden (zie ook definitie bij exploitatiesaldo op blz 12). De exploitatie moet voldoende draagvlak genereren om deze kosten te kunnen dekken. Wat overblijft is de marge om bijkomend investeringen mee te financieren. Tegen 219, het einde van de legislatuur plus één jaar, moet de autofinancieringsmarge positief zijn of minstens nul. Dit tweede criterium meet de duurzaamheid van het financieel beleid en is een strengere toets dan het resultaat op kasbasis. Het telt alleen de kasstromen uit het exploitatiebudget mee en niet de doorgaans positieve saldi van vorige jaren. De autofinancieringsmarge is reeds positief in 214 (7,9 % van het financieel draagvlak of 13 EUR per inwoner), neemt lichtjes toe tot 8,6 % in 218 en verdubbelt volgens het meerjarenplan in 219 vrij plots (grafiek 8). In 214 noteren al twee van de drie gemeenten een positieve autofinancieringsmarge. Nog één op vijf gemeenten doet in 219 een extra inspanning om de autofinancieringsmarge positief te krijgen (grafiek 3). 9. Saldi van de rekeningen en meerjarenplan volgens de ESR-normen In het kader van het budgettair stabiliteitspact vormen de gemeenten (en andere lokale besturen) een component van de overheidssector, die wordt opgevolgd volgens de zogenaamde ESR 21-methodologie 3. Dat boekhoudkundig en statistisch kader dient als referentie voor de Europese instanties, maar in België (HRF) eveneens voor de monitoring van de begrotingsdoelstellingen. Dit boekhoudkundig kader verschilt voor de lokale besturen evenwel grondig van hun eigen boekhouding. Zo maakt het ESR-saldo onder meer geen onderscheid tussen de financieringsbehoefte die het gevolg is van exploitatieverrichtingen en die van kapitaalverrichtingen (investeringen). Volgens de ESR-normen noteren de Vlaamse gemeenten in 212 een financieringsbehoefte van 511 miljoen EUR (raming) na een positief saldo (financieringscapaciteit) van 2 miljoen EUR en zelfs meer de jaren voordien (grafiek 9). De investeringen die tegen het einde van de vorige legislatuur omvangrijker waren, wegen hierin sterk door. Door het hoge niveau van gebudgetteerde investeringen vanaf 214 weerspiegelen de cijfers van het meerjarenplan een negatief saldo dat geleidelijk afbouwt naarmate de investeringsvolumes dalen, om in 218 weer positief te worden. Deze voorafspiegeling van het ESR-saldo houdt geen rekening met eventueel verder toe te passen, bijkomende correcties. 3 Europees systeem van nationale rekeningen (ESR) Verordening 549/213 van het Europees Parlement en de raad van 21 mei 213 betreffende het Europees systeem van nationale rekeningen in de Europese Unie. Grafiek 9 Voorafspiegeling van het ESR-saldo van de Vlaamse gemeenten (in miljoen EUR) Rekeningen en meerjarenplan Saldo Exploitatiebudget Saldo Investeringsbudget Totaal ESR-saldo 18
Lokale financiën. Gemeenten
Lokale financiën Gemeenten 2014 Inhoud De financiële situatie van de Vlaamse gemeenten Exploitatie 8 De exploitatie-uitgaven 8 De exploitatie-ontvangsten 9 Exploitatiesaldo 12 Investeringen 13 Financiering
Nadere informatieDe financiële situatie van de Vlaamse OCMW s
Lokale financiën De financiële situatie van de Vlaamse OCMW s 2014 De financiële situatie van de Vlaamse OCMW s De belangrijkste tendensen die de Vlaamse OCMW s optekenen in hun meerjarenplan 2014-2019
Nadere informatieStad Antwerpen. Toelichting bij budgetwijziging 2017
Stad Antwerpen Toelichting bij budgetwijziging 2017 Toelichting bij de budgetwijziging 2017 Schema TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein 1 Schema TB2: Evolutie van het exploitatiebudget: - totaal 6
Nadere informatieBoek 4. Stad Antwerpen. Toelichting bij de budgetwijziging 2015
Boek 4 Stad Antwerpen Toelichting bij de budgetwijziging 2015 Toelichting bij de budgetwijziging 2015 Schema TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein 1 Schema TB2: Evolutie van het exploitatiebudget totaal
Nadere informatieBoekjaar 2015 in grafiek
Boekjaar 215 in grafiek Gemeente Gingelom Sint-Pieterstraat 1 Secretaris: Marcel Houbey 389 Gingelom Financieel beheerder: Frank Forier Nis-code: 7117 Gemeenteraad : 24 mei 216 Laatste budgettaire journaalnummer:
Nadere informatieBoek ϰ Stad Antwerpen džğůŝđśƚŝŷő ďŝũ ĚĞ ďƶěőğƚǁŝũnjŝőŝŷő 2014
Boek Stad Antwerpen 214 Toelichting bij de budgetwijziging 214 Exploitatiebudget per beleidsdomein (schema TB1) 1 Evolutie van het exploitatiebudget (schema TB2) 6 Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen
Nadere informatieDe financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019
De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 1. Inleiding Sinds het boekjaar 2014 werken alle Vlaamse OCMW s, net als de andere lokale besturen (gemeenten, provincies,
Nadere informatieBrussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van... tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van
Nadere informatieDe financie le toestand van de Vlaamse gemeenten: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019
De financie le toestand van de Vlaamse gemeenten: analyse van de meerjarenplannen 2014-2019 1. BBC of de beleids- en beheerscyclus Sinds het boekjaar 2014 werken de lokale besturen (gemeenten, OCMW s,
Nadere informatieBrussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van... tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van
Nadere informatiemeerjarenplan AGB Meeuwen-Gruitrode
meerjarenplan 2019 M1 Financieel doelstellingenplan Dorpsstraat 44 NIS-code 72042 Waarnemend secretaris: Guy Bodeux Voorzitter: Kurt Plessers Financiële nota Meerjarenplan Afdrukdatum: 07/03/2019 Volgnummer
Nadere informatie/6/ De financiële gezondheid van de gemeenten (Belfius)
/6/ De financiële gezondheid van de gemeenten (Belfius) DE GEMEENTEFINANCIËN IN EEN MACRO-ECONOMISCHE CONTEXT Geert Gielens, Chief economist Gent, 16 oktober 2014 Agenda Inleiding Overzicht van de gemeentefinanciën
Nadere informatieBUDGET AGB Energiepunt Mechelen Grote Markt Mechelen
BUDGET AGB Energiepunt Mechelen Grote Markt 21 28 Mechelen BUDGET Financiële nota AGB Energiepunt Mechelen Grote Markt 21 28 Mechelen Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code
Nadere informatieM1 Financieel doelstellingenplan
meerjarenplan 2019 M1 Financieel doelstellingenplan Dorpsstraat 44, 3670 Oudsbergen NIS-code 72042 Algemeen directeur: Guy Bodeux Financieel directeur: Jan Thijs Financiële nota Meerjarenplan Afdrukdatum:
Nadere informatieTB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014
TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget 2016 - MJP Totaal Algemene financiering OMGEVING VEILIGHEID VRIJE TIJD INTWERKING I. Uitgaven 23.073.151 626.883 4.886.695 4.197.419 7.862.898 5.499.256
Nadere informatieDistrict Deurne. Jaarrekening 2014
District Deurne Jaarrekening 2014 Administratieve gegevens Type beleidsrapport: Jaarrekening Naam bestuur: District Deurne NIS-code bestuur: 11002 Adres bestuur: Maurice Dequeeckerplein 1, 2100 Deurne
Nadere informatieGemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan
& Answer to your Questions Gemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan 2014-2019 Technisch nazicht De simulatie (bijlage) van het meerjarenplan 2014-2015 is technisch correct opgebouwd.
Nadere informatieAUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM BUDGET 2016 - Beleidsnota Doelstellingennota Doelstellingenbudget Financiële toestand - Financiële nota Exploitatiebudget Investeringsbudget Liquiditeitenbudget - Bijkomende
Nadere informatieStad Hoogstraten. Vrijheid Hoogstraten. NIS code: 13014
Stad Hoogstraten Vrijheid 149 2320 Hoogstraten NIS code: 13014 Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2018 2 Inhoudsopgave Inleiding... 4 1. Kerncijfers... 5 2. Beleidsnota... 7 2.1. Doelstellingenrealisatie...
Nadere informatieJaarrekening GEMEENTE 2018
Jaarrekening GEMEENTE 218 2 Inhoud Beleidsnota... 5 De doestellingenrekening...7 De financiële toestand...1 De financiële nota... 13 De exploitatierekening...14 De investeringsrekening...16 De liquiditeitenrekening...
Nadere informatieTB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget MJP 2014 Geconsolideerd
TB5: Evolutie van het liquiditeitenbudget WERKDOC 2015: Initieel budget 2015 - MJP 2014 RESULTAAT OP KASBASIS I. Exploitatiebudget (B-A) 4.004.775 2.317.500 2.800.044 A. Uitgaven 20.985.676 22.302.537
Nadere informatieBudget 2019 Beleidsnota Financiële nota Toelichting
OCMW Zelzate Budget 2019 Beleidsnota Financiële nota Toelichting Algemeen directeur: Guy Verbuyst Financieel directeur: David Smet OCMW Zelzate 2 Budget 2019 BUDGET BELEIDSNOTA Doelstellingennota OCMW
Nadere informatieSchema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2015 Geconsolideerd
Schema TJ7: De toelichting bij de balans 2015 1. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Boekwaarde op 1/1 Investering Desinvestering Herwaarderinge n Waardevermind eringen Boekwaarde op 31/12 A. Extern
Nadere informatie9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2017
Boekdeel 1: Jaarrekening met toelichting. 1. Voorwoord van de financieel beheerder 2. Kerncijfers 3. Beleidsnota 4. Financiële nota (exploitatie-, investering- en liquiditeitenrekening) 5. Algemene boekhouding
Nadere informatieInhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget Financiële toestand Lijst overheidsopdrachten Lijst daden van
Budget OCMW 216 3 Inhoud Beleidsnota...5 Doelstellingennota... 7 Doelstellingenbudget... 11 Financiële toestand... 13 Lijst overheidsopdrachten... 16 Lijst daden van beschikking... 17 Lijst nominatieve
Nadere informatieBudget Toelichting
Budget 2017 - Toelichting (Raad van Bestuur 07/11/2016) (NIS-code: 72039 - ond.nr.: 898.822.982) Pastorijstraat 30 3530 Houthalen-Helchteren 1 Toelichting bij budget 2017 2 Inhoudsopgave Schema TB 1: Exploitatiebudget
Nadere informatieSchema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 Geconsolideerd
Schema TJ7: De toelichting bij de balans Jaarrekening 2013 1. Mutatiestaat van de financiële vaste activa Boekwaarde op 1/1 Investering Desinvestering Herwaarderinge n Waardevermind eringen Boekwaarde
Nadere informatieJaarrekening OCMW 2018
Jaarrekening OCMW 218 2 Inhoud Beleidsnota... 5 De doelstellingenrekening...7 De financiële toestand...1 De financiële nota... 13 De exploitatierekening...14 De investeringsrekening...15 De liquiditeitenrekening...
Nadere informatieBudgetwijziging. autonoom gemeentebedrijf. Secretaris: Steven Van de Velde Financieel beheerder: Jeffrey De Cock
Budgetwijziging 2016-2 Secretaris: Steven Van de Velde Financieel beheerder: Jeffrey De Cock autonoom gemeentebedrijf Dorp 1 9810 Nazareth www.nazareth.be Inhoudsopgave Budgetwijziging 2016-2 Verklarende
Nadere informatieAutofinanciering: vergelijking budget-rekening Jaarrekening 2013 Geconsolideerd AUTOFINANCIERINGSMARGE Jaarrekening Eindbudget Initieel budget
Autofinanciering: vergelijking budget-rekening Jaarrekening 2013 Geconsolideerd AUTOFINANCIERINGSMARGE Jaarrekening Eindbudget Initieel budget I. Financieel draagvlak (A-B) 4.016.232 1.584.369 1.713.702
Nadere informatieOCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: Turnhoutsebaan 67, 2970 Schilde. Budget december 2018
OCMW Schilde Budget 2019 NIS-code: 11039 Budget 2019 13 december 2018 Inhoud 1 Beleidsnota 1.1 Doelstellingennota 1.2 Doelstellingenbudget 2019 1.3 De financiële toestand 1.4 Lijst met opdrachten voor
Nadere informatieBeknopt financieel profiel van de gemeente: Baarle-Hertog
Beknopt financieel profiel van de gemeente: Baarle-Hertog In dit financieel profiel worden de gegevens van de gemeente vergeleken met: - het gemiddelde van de gemeenten die tot dezelfde cluster behoren
Nadere informatieMEERJARENPLAN
AGB Heist-op-den-Berg Btw nr.: BE 888.322.238 Tel. 15 22 86 5 E-mail: info@heist-op-den-berg.be MEERJARENPLAN 217-222 Financieel boekjaar 218 AGB Heist-op-den-Berg Btw nr.: BE 888.322.238 Tel. 15 22 86
Nadere informatieBeknopt financieel profiel van de gemeente: Geel
Beknopt financieel profiel van de gemeente: Geel In dit financieel profiel worden de gegevens van de gemeente vergeleken met: - het gemiddelde van de gemeenten die tot dezelfde cluster behoren - het gemiddelde
Nadere informatieSchema B1 : Het doelstellingenbudget
Schema B1 : Het doelstellingenbudget Uitgaven Ontvangst Saldo 00 - Algemene financiering 6.246.282 47.556.270 41.309.987 Overig beleid 6.246.282 47.556.270 41.309.987 Exploitatie 2.757.694 28.506.270 25.748.576
Nadere informatieToelichting Aanpassing Meerjarenplan n.a.v. budgetwijziging 2016/2
Toelichting Aanpassing Meerjarenplan 2014-2021 n.a.v. budgetwijziging 2016/2 Foto s: Roeselare Kiekt Inhoudsopgave aanpassing meerjarenplan 2014-2021 nav Budgetwijziging 2016/2 36015 Botermarkt 2 8800
Nadere informatieAGBM Markt MAASEIK NIS-code: AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK. Budget AGB Maaseik Voorzitter. Secretaris. Dirk Verlaak.
AGBM Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK Budget AGB Maaseik 219 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Maaseik Budget 219 1 Inhoudstafel budget 219 - AGB MAASEIK
Nadere informatieAUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MALDEGEM BUDGETWIJZIGING nr. 1 2016 - Beleidsnota Doelstellingennota Doelstellingenbudget Financiële toestand - Financiële nota Exploitatiebudget Investeringsbudget Liquiditeitenbudget
Nadere informatieLOKALE BESTUREN. Financiën 2015
LOKALE BESTUREN Financiën 2015 3 Lokale besturen Financiën 2015 Editoriaal Budget 2015: evolutie van personeels- en werkingsuitgaven onder controle, positief budgetresultaat, (nog) geen heropleving van
Nadere informatieBUDGET OCMW MAASEIK Toelichting
OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 OCMW-RAAD 18/12/218 BUDGET OCMW MAASEIK 219 - Toelichting Algemeen directeur Raymond Corstjens wnd. Financieel directeur Tom Huysmans
Nadere informatieBUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0)
BUDGET 2015 Toelichting Budget 2015 (BP2015-1_0) Burgemeester Heymansplein 14 3581 Beringen T 011 44 90 00 F 011 44 90 90 Secretaris: Luc Vrijdaghs Financieel beheerder: Dany Lemmens Exploitatiebudget
Nadere informatieAUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF NIJLEN BUDGET 215 Inhoudsopgave budget 215 1. Beleidsnota 1.1. Doelstellingennota 1.2. Schema B1: Het doelstellingenbudget 1.3. De financiële toestand 1.4. Lijst met opdrachten
Nadere informatieBudgetten wijzigen voor niet-specialisten
Budgetten wijzigen voor niet-specialisten Ben Gilot Stafmedewerker financiën VVSG 21.11.2014 Gemeenten en OCMW s 1 kennen specifieke regels voor de aanwending van publieke gelden. Deze regels met betrekking
Nadere informatieJaarrekeningen gemeenten
Jaarrekeningen gemeenten Rapport 38 gemeenten (+ districten) - 11 januari 216-15:49 Exploitatie I. Exploitatie-uitgaven 6 869 65 452 7 147 854 861 7 527 38 696 7 652 789 31 7 831 842 423 8 168 37 936 8
Nadere informatieToelichting bij het budget
Toelichting bij het budget Heirstraat 239 3630 Maasmechelen NIS-code: 73107 Toelichting bij het budget 2015 Gemeente Maasmechelen INHOUDSTABEL Toelichting Exploitatiebudget per beleidsdomein (TB 1) 1 Evolutie
Nadere informatieBudget AGB Maaseik Toelichting
AGBM Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK Budget AGB Maaseik 219 - Toelichting Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Maaseik Toelichting bij budget 219 1 Inhoudstafel
Nadere informatieBudget AGB Infrastructuur Maaseik 2019
AGB Infrastructuur Maaseik Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 MAASEIK Budget AGB Infrastructuur Maaseik 219 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Infrastructuur Maaseik Budget 219 1 Inhoudstafel
Nadere informatieGemeentefinanciën. Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016
Gemeentefinanciën Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016 Inhoud Enkele termen Algemene gemeentebegroting: waar op letten bij evaluatie? Herne als voorbeeld Impact van federale en Vlaamse beleidsmaatregelen
Nadere informatieBelfius-studie: Gemeentefinanciën 2014
Brussel, 24 juni 2014 Belfius-studie: Gemeentefinanciën 2014 Gemeenten slaan een nieuwe weg in Gebruik makend van zijn knowhow in het domein van de overheidsfinanciën heeft Belfius Bank een nieuwe exclusieve
Nadere informatieaanpassing meerjarenplan aanpassing BW2 2017
aanpassing meerjarenplan 214-219 aanpassing BW2 217 MEERJARENPLAN 214-219 Aanpassing voorafgaand aan de vaststelling van de tweede reeks wijzigingen aan het budget 217 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5
Nadere informatieProvinciale budgetten
Provinciale budgetten I. BUDGET 2018... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking
Nadere informatieOCMW Toelichting bij budget 2019
OCMW Toelichting bij budget 219 Algemeen directeur: Kathleen Bergoets Financieel directeur: Luc Vandijck Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur
Nadere informatie9. Inhoudelijke en financiële stand van zaken beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties 2018
Boekdeel 1: Jaarrekening met toelichting. 1. Voorwoord van de financieel directeur 2. Kerncijfers 3. Beleidsnota 4. Algemene boekhouding (balans en resultatenrekening) 5. Financiële nota (exploitatie-,
Nadere informatieAanpassing 5 van het meerjarenplan
Aanpassing 5 van het meerjarenplan 2014-2019 Inclusief budget 2018 AGB Westerlo Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo p. 2 van 23 Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo laatste budgettair Kasteelpark 6 journaalnummer:
Nadere informatieProvinciale budgetten
Provinciale budgetten I. BUDGET 2016... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking
Nadere informatieMeerjarenplan 2014-2019
Meerjarenplan 2014-2019 Deel 2 Financiële nota In dit tweede deel van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling gemaakt van het te voeren beleid voor de komende 6 jaren. Vanaf boekjaar 2014 wordt
Nadere informatieJAARREKENING 2013 A V E L G E M. Gemeente Avelgem (NIS 34003) Kortrijkstraat Avelgem
A V E L G E M JAARREKENING 2013 Gemeente Avelgem (NIS 34003) Kortrijkstraat 8 8580 Avelgem Secretaris: David Claus Financieel beheerder: Geert Boudrez De jaarrekening 1 De beleidsnota 1.1 De doelstellingenrealisatie
Nadere informatieRapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur :
Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur : Rapporteringsperiode : Laatste volgnummer budgettair dagboek : Wijziging Schema M2 : De staat van het financiële
Nadere informatieToelichting bij het budget
Toelichting bij het budget Schema TB1: exploitatiebudget per beleidsdomein... 45-47 Schema TB2: evolutie van het exploitatiebudget... 48-49 Schema TB3: transactiekredieten voor investeringsverrichtingen
Nadere informatieVerandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk!
in miljoen euro Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk! Sp.a analyseerde de jaarrekeningen van 2004 tot en met 2011 en de begrotingsvooruitzichten voor 2012, 2013 en 2014. Het
Nadere informatieBUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053
AGB PATRI Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Algemeen directeur : Kathleen Bergoets AGB PATRI - BUDGET 219 - Toelichting budget 1 AGB
Nadere informatieVerklarende nota met de wijzigingen: toelichting bij de meerjarenplanaanpassing 2015-2019
Verklarende nota met de wijzigingen: toelichting bij de meerjarenplanaanpassing 2015-2019 I. EXPLOITATIEBUDGET I.A. Uitgaven I.A.1. Goederen en diensten (werkingsuitgaven) Deze uitgaven worden in 2015
Nadere informatieOCMW Budget Beleidsnota
OCMW Budget Beleidsnota Algemeen directeur: Kathleen Bergoets Financieel directeur: Luc Vandijck Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur : Rapporteringsperiode
Nadere informatieRapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur :
Rapportgegevens : Titel : Type beleidsrapport : Naam bestuur : NIS-code bestuur : Adres bestuur : Rapporteringsperiode : Laatste volgnummer budgettair dagboek : INTERN DOCUMENT Wijziging Schema M2 : De
Nadere informatieAGB Herentals Augustijnenlaan Herentals NIS-code: Budget 2019
AGB Herentals Augustijnenlaan 3 22 Herentals NIS-code: 1311 Budget 219 Gemeenteraad 27 november 218 AGB Herentals Budget 219 NIS-code: 1311 Inleiding Het meerjarenplan is het document dat opgemaakt wordt
Nadere informatieBronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies)
Bronnen en overgang naar het ESR (Vlaamse provincies) Databronnen Door de lokale besturen geboekte ontvangsten en uitgaven die via de digitale rapportering verwerkt worden in de BBC-database van het Agentschap
Nadere informatieLokale financiën. Budget 2016
Lokale financiën Budget 2016 Een permanente evenwichtsoefening voor de lokale besturen Een beleid met een kwaliteitsvolle dienstverlening Financiën in evenwicht houden Financiën in evenwicht: geen stand
Nadere informatieProvinciale budgetten
Provinciale budgetten I. BUDGET 2015... 2 A. EXPLOITATIEBUDGET... 2 1. definitie... 2 2. vergelijking provincies totaal exploitatiebudget (incl. de intern verzelfstandigde agentschappen)... 2 3. vergelijking
Nadere informatiemeerjarenplan Aanpassing bw1-2016
meerjarenplan 214-219 Aanpassing bw1-216 2 AANPASSING MEERJARENPLAN 214 219 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5 FINANCIËLE NOTA Financieel doelstellingenplan 214 219 (schema M1) 11 Staat van het financiële
Nadere informatieHerziening meerjarenplan
Herziening meerjarenplan 2014 - OCMW Gingelom Secretaris: Marc Bovy Steenweg 111 Financieel beheerder: Frank Forier 3890 Gingelom Nis-code: 71017 Laatste budgettaire journaalnummer : 000273 Herziening
Nadere informatieTOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014
AG KINDEROPVANG ANTWERPEN TOELICHTING BIJ HET BUDGET 2014 AG Kinderopvang Antwerpen/ Toelichting bij het budget 2014 Toelichting bij budget 2014 toelichting bij budget 2014 van AG Kinderopvang Antwerpen,
Nadere informatieBUDGET AGOST Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053
AGOST Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Pascal Vossius Ondervoorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Secretaris : Ingrid Kempeneers AGOST / BUDGET
Nadere informatieMeerjarenplan Vic Deschryver
Meerjarenplan 2014-2019 Beheers- en beleidscyclus BBC is : De beleids- en beheerscyclus is één geïntegreerd instrumentarium voor gemeenten om hun beleid te plannen, de financiële vertaling daarvan te maken
Nadere informatieFinanciële nota. 1.2. Doelstellingenbudget B1. 1.3 Financiële toestand. 1.4 Lijsten. 1.5 Bijlagen. Schema B1 in bijlage
Budget 2014 Deel 2 Financiële nota 1.2. Doelstellingenbudget B1 Zoals gezegd valt de functionele indeling in activiteitencentra weg en wordt deze vervangen door een gestandaardiseerde indeling in beleidsvelden
Nadere informatieHet Budget 2015 past in het meerjarenplan 2014-2019 Aanpassing 2015 omdat aan volgende voorwaarden is voldaan:
BUDGET 2015 Situering Vanaf 1 januari 2013 is Sociaal Verhuurkantoor (SVK) Leie en Schelde gestart als pilootbestuur met de implementatie van de nieuwe regels van de Beleids- en Beheerscyclus (BBC). De
Nadere informatieZorgbedrijf Leuven Andreas Vesaliusstraat Leuven NIS- code: BUDGET 2018 BW2 Raad van Beheer
Zorgbedrijf Leuven Andreas Vesaliusstraat 47 NIS- code: 24062 BUDGET 2018 BW2 Raad van Beheer 05.07.2018 Zorgbedrijf Leuven Andreas Vesaliusstraat 47 NIS- code: 24062 INVENTARIS BUDGETWIJZIGING 2 2018
Nadere informatieBeleidsrapport Budget 2014 (BP2014-0_0) Periode: 2014 26/11/2013
Beleidsrapport Budget 2014 (BP2014-0_0) Periode: 2014 26/11/2013 Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem (NIS 44064) Dorp 1-9830 Sint-Martens-Latem Secr.: Jef Van den Heede Fin. beheerder: Annick De Smet Inleiding
Nadere informatieAANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET 2018
AGBM Markt 1 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MAASEIK AANGEPAST MEERJARENPLAN 214-22 IN FUNCTIE VAN BUDGET 218 Secretaris Peter Graux Voorzitter Dirk Verlaak AGB Maaseik Budget 218 en
Nadere informatieAgenda. Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën
Agenda Brussel, 27 juni 2017 Arnaud Dessoy, Anne-Leen Erauw, Geert Gielens Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën Vooruitzichten 2017: belangrijkste trends Lokale besturen
Nadere informatieMEERJARENPLAN Gemeente Kampenhout. Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat Kampenhout NIS code: 23038
Gemeentebestuur Kampenhout Gemeentehuisstraat 16 1910 Kampenhout NIS code: 23038 Rapporteringsperiode 2014-2019 MEERJARENPLAN 2014-2019 Meerjarenplan 2014-2019 De organieke decreten bepalen dat het meerjarenplan
Nadere informatieAanpassing meerjarenplanning 2014 2019 Budget 2015. Gemeenteraad 18 december 2014
Aanpassing meerjarenplanning 2014 2019 Budget 2015 Gemeenteraad 18 december 2014 Aanpassing meerjarenplan 2014-2019 Meerjarenplan 14-19: vastgesteld 19/12/2013 Jaarlijks te actualiseren in functie van
Nadere informatieaanpassing meerjarenplan aanpassing BW1 2018
aanpassing meerjarenplan 214-219 aanpassing BW1 218 1 2 MEERJARENPLAN 214-219 Aanpassing voorafgaand aan de vaststelling van de eerste reeks wijzigingen aan het budget 218 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN
Nadere informatieAlgemeen overzicht. Exploitatie
Algemeen overzicht Exploitatie Uitgaven 916.175.424 928.15.43 932.788.996 939.826.641 952.467.22 947.5.753 Algemene financiering 38.855.389 37.883.527 4.389.714 42.398.273 42.766.982 43.58.826 Algemeen
Nadere informatieBoekjaar 2017 in grafiek
Boekjaar 217 in grafiek OCMW Gingelom Sint-Pieterstraat 1, 389 Gingelom Nis-code: 7117 OCMW-raad: 3 mei 218 Laatste budgettaire journaalnummer: 217194 Secretaris: Marc Bovy Financieel directeur: Frank
Nadere informatieBudget Exemplaar voor: Rijksweg WIELSBEKE De Provinciegouverneur
1 Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Tielt Autonoom gemeentebedrijf WIELSBEKE Budget 2018 AGB WIELSBEKE Exemplaar voor: 056 67 32 00 8710 WIELSBEKE De Provinciegouverneur N.I.S. - nummer: 37017 De
Nadere informatietoelichting SECRETARIS LUC VRIJDAGHS FINANCIEEL BEHEERDER KOEN BERGHMANS OCMW BERINGEN BURG. HEYMANSPLEIN BERINGEN NIS-CODE: 71004
toelichting BUDGET 2017 SECRETARIS LUC VRIJDAGHS FINANCIEEL BEHEERDER KOEN BERGHMANS OCMW BERINGEN BURG. HEYMANSPLEIN 14 3581 BERINGEN NIS-CODE: 71004 INHOUDSTAFEL BUDGET TOELICHTING Toelichting bij de
Nadere informatieAlgemeen overzicht Gem of Prov
Algemeen overzicht Gem of Prov Exploitatie I. Exploitatie-uitgaven 8.925.526.38 8.945.695.29 9.95.673.32 9.234.28.172 9.396.588.173 9.551.96.395 I.A. Operationele uitgaven 8.62.38.96 8.61.965.857 8.748.242.251
Nadere informatieEXPLOITATIEBUDGET PER BELEIDSDOMEIN
NIEL GEMEENTEBESTUUR Ridder Berthoutlaan 1 2845 NIEL NIS-code : 113 Laatste budgettaire journaalnummer : 214731 EXPLOITATIEBUDGET PER BELEIDSDOMEIN Secretaris Vermeiren Eric Financieel beheerder Van Doorslaer
Nadere informatieBoekjaar 2015 in grafiek
Boekjaar 215 in grafiek OCMW Gingelom Sint-Pieterstraat 1 Secretaris: Marc Bovy 389 Gingelom Financieel beheerder: Frank Forier Nis-code: 7117 OCMW Raad: 25 mei 216 Laatste budgettaire journaalnummer:
Nadere informatieBUDGET AGB PATRI Kazernestraat SINT-TRUIDEN NIS-code : 71053
AGB PATRI Kazernestraat 13 38 SINT-TRUIDEN NIS-code : 7153 BUDGET 219 Voorzitter Raad van Bestuur : Veerle Heeren Algemeen directeur : Kathleen Bergoets AGB PATRI / BUDGET 219 - Beleidsnota 1 AGB PATRI
Nadere informatieAANGEPAST MEERJARENPLAN IN FUNCTIE VAN BUDGET
OCMW Maaseik Monseigneur Koningsstraat 8 368 MAASEIK NIS-code: 7221 AANGEPAST MEERJARENPLAN 214-22 IN FUNCTIE VAN BUDGET 218 Secretaris Raymond Corstjens wnd. Financieel beheerder Inge Hawinkel OCMW Maaseik
Nadere informatieAanpassing 3 van het meerjarenplan
Aanpassing 3 van het meerjarenplan 2014-2019 inclusief budgetwijziging 1/2016 AGB Westerlo Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo p. 2 van 28 Meerjarenplan 2014-2019 AGB Westerlo Kasteelpark 6 laatste budgettair
Nadere informatieProvincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk. OCMW AVELGEM Leopoldstraat Avelgem Tel: 056/
Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Kortrijk OCMW AVELGEM Leopoldstraat 66 8580 Avelgem Tel: 056/65.07.70 Rekeningnummer Belfius: BE03 0910-0090-7684 BUDGET 2017 Secretaris: Mevr. Debeurme Christine
Nadere informatiemeerjarenplan Aanpassing bw1-2015
meerjarenplan 214-219 Aanpassing bw1-215 AANPASSING MEERJARENPLAN 214 219 MOTIVERING VAN DE AANPASSINGEN 5 FINANCIËLE NOTA Financieel doelstellingenplan 215 219 (schema M1) 9 Staat van het financiële
Nadere informatieDe jaarrekeningen 2007-2014 van de Vlaamse gemeenten
De jaarrekeningen 2007-2014 van de Vlaamse gemeenten Analyse van de evoluties Versie 1.0-22 oktober 2015 binnenland.vlaanderen.be Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Exploitatie 3 2.1 Exploitatie-uitgaven 3 2.2
Nadere informatieOverzicht beleidsdomeinen en beleidsvelden
Gemeente en OCMW Wevelgem (NIS 34041) Vanackerestraat 16 Deken Jonckheerestraat 9 8560 Wevelgem 8560 Wevelgem BE 0207 488 641 BE 0212 182 748 Rapporteringsperiode : 2019 Overzicht beleidsdomeinen en beleidsvelden
Nadere informatieLokale financiën. Budget De lokale financiën in 10 thema s
Lokale financiën Budget 2015 De lokale financiën in 10 thema s Geert Gielens Chief economist Arnaud Dessoy Research Public finance & Social profit Anne-Leen Erauw - Research Public finance 1 Nieuw bij
Nadere informatiemeerjarenplan Aanpassing 1
meerjarenplan 2014-2019 anpassing 1 NPSSING MEERJRENPLN 2014 2019 MOTIVERING VN DE NPSSINGEN FINNCIËLE NOT Financieel doelstellingenplan 2014 2019 (schema M1) Staat van het financiële evenwicht 2014 2019
Nadere informatieStudie Belfius. Gemeentefinanciën 2013: onzekerheid en financiële uitdagingen aan het begin van de nieuwe bestuursperiode
Brussel, 26 juni 2013 Studie Belfius Gemeentefinanciën 2013: onzekerheid en financiële uitdagingen aan het begin van de nieuwe bestuursperiode 2013 is voor de nieuwe gemeentelijke meerderheden het eerste
Nadere informatieJaarrekening 2016 RAADSCOMMISSIE VAN 02/05/2017
Jaarrekening 2016 RAADSCOMMISSIE VAN 02/05/2017 Vertrekpunt = BW I 2016 zoals voorzien in SMJP 7 Pro Memorie : BW I SMJP 7 Stadsfinanciën in evenwicht Financieel orde op zaken stellen: a) Correcte nieuwe
Nadere informatie