1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT"

Transcriptie

1 1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT 6 Z WANGERSCHAP EN SPOEDBEVALLING 7 H ULPVERLENING AAN KINDEREN 8 U RGENTIES DOOR OMGEVINGSFACTOREN 9 P SYCHIATRISCHE URGENTIES 10 V ERPLAATSEN VAN DE PATIËNT 11 R AMPENGENEESKUNDE 12 O RGANISATIE 13 T ECHNIEKEN 14 A ANVULLINGEN 15 WOORDENLIJST

2 12 ORGANISATIE VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING INHOUD 12.1 Wetgeving 12.2 Het hulpcentrum Het vervoer naar het ziekenhuis 12.4 De verhouding ambulancier-mug 12.5 De ambulancier en de huisarts 12.6 Beroepsgeheim 12.7 Het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening 12.8 De opleiding van een hulpverlener-ambulancier

3 Hoofdstuk 12 Organisatie Wetgeving Dit hoofdstuk valt uiteen in twee afdelingen. De eerste afdeling gaat nader in op de wetgeving betreffende de organisatie van de dringende geneeskundige hulpverlening zoals voorzien in de wet van 8 juli 1964 en zijn uitvoeringsbesluiten. De tweede afdeling handelt over de bijzondere wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de uitoefening van de functie van hulpverlenerambulancier. I. De wetgeving op de dringende geneeskundige hulpverlening 1. Wat is dringende geneeskundige hulpverlening? Als we er een woordenboek op naslaan dan is hulpverlening het optreden ten gunste van een persoon waarbij men zich samen met de andere inzet om iets te doen. Hulpverlening is ook synoniem voor bijstand, m.a.w. alles wat wordt gedaan om iemand anders uit een moeilijke situatie te helpen En hulpverlening is ook iemand helpen om aan een gevaar te ontkomen. In deze context is hulpverlening geneeskundig, m.a.w. zij betreft de geneeskunde. Dat is de wetenschap die het behoud en het herstel van de gezondheid tot voorwerp heeft. Het betreft hier niet alleen geneeskundige hulpverlening, maar ook dringende hulpverlening. Dringend is alles wat men onmiddellijk moet doen. Dringendheid of urgentie impliceert dus een noodzaak om snel te handelen. Zo worden respectievelijk de begrippen hulpverlening, geneeskundig en dringend verklaard. En als we deze definities samen leggen dan kunnen we dringende geneeskundige hulpverlening omschrijven als het inzetten van alles wat dient om iemand te onttrekken aan een gevaar dat zijn gezondheid bedreigt, en dit door zo snel mogelijk te handelen.

4 Hoofdstuk 12 Organisatie 12.2 Het eerste artikel van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening omschrijft haar toepassingsgebied, en wijkt niet veel van deze definitie af. Zo moet men onder dringende geneeskundige hulpverlening verstaan : het onmiddellijk verstrekken van aangepaste hulp aan alle personen van wie de gezondheidstoestand ten gevolge van een ongeval, een plotse aandoening of een plotse verwikkeling van een ziekte een dringende tussenkomst vereist na een oproep via het eenvormig oproepstelsel waardoor de hulpverlening, het vervoer en de opvang in een aangepaste ziekenhuisdienst worden verzekerd. We onthouden dat het instellen van het stelsel wordt verantwoord door het vitale risico dat de aanvrager, in casu een patiënt, loopt. De wet van 8 juli 1964 stelt een oproepsysteem in dat toelaat alle aangepaste middelen in te schakelen om de bevolking toegang te verschaffen tot zorgverstrekking in noodgevallen. Het nummer 100 is het oproepnummer voor dringende geneeskundige hulpverlening. 2. De historische context. Om de context en de redenen te situeren die in 1964 aanleiding hebben gegeven tot de uitvaardiging van de wet, moeten we weten dat tot dan toe de Commissies van openbare onderstand verplicht waren om elke persoon te helpen die zich op het grondgebied van de gemeente bevond en die onmiddellijk zorgbehoevend was, en dit nog vooraleer zijn behoeftige toestand op welke wijze dan ook werd onderzocht. Enkel de ziekenhuizen uitgebaat door deze commissies waren verplicht om slachtoffers van een ongeval of een ziekte op de spoeddienst op te nemen. In die periode zijn er zich nieuwe aspecten in spoedsituaties gaan voordoen. Bij wijze van voorbeeld kunnen we verwijzen naar de toename van het aantal verkeersongevallen, die voortvloeide uit de toename van het wegverkeer, en naar de ademhalingsstoornissen van patiënten met longcomplicaties veroorzaakt door kinderverlamming, een ziekte die meermaals in zeer epidemische proporties ons land had geteisterd. Een wetgevend optreden was dus nodig om te zorgen dat deze patiënten minder aan het toeval waren overgeleverd want de wet op de Commissies van openbare onderstand

5 Hoofdstuk 12 Organisatie 12.3 was het enige beschikbare rechtsmiddel. De geografische inplanting van de ziekenhuizen die van deze Commissies afhingen was vaak ontoereikend om, tenminste binnen een tijdspanne die verenigbaar was met de overlevingskansen van patiënten in kritieke toestand, te voldoen aan de behoeften van het grondgebied. Ons land was tussen 1958 en 1963 het eerste ter wereld dat beschikte over een eenvormig oproepstelsel dat heel het grondgebied besloeg met een eenvoudig en gemakkelijk te onthouden oproepnummer : nummer 900, dat in 1987 werd gewijzigd in nummer 100. Het stelsel steunde tot voor kort op 16 centra, in 16 brandweerdiensten die toen het voordeel hadden om een dienstpermanentie van 24 uur per dag te verzekeren, en die geografisch zodanig waren gespreid dat ze de alle oproepen op het hele grondgebied konden behandelen. 3. De middelen van de dringende geneeskundige hulpverlening De dringende geneeskundige hulpverlening beschikt over vier middelen : - de aangestelde die bij de oproep de aanvraag moet behandelen, - de ambulancediensten, - de artsen of de mobiele urgentiegroepen - het ziekenhuis van bestemming van de patiënt. Om al deze actoren te coördineren onthouden we ook de belangrijke rol van de commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening die in elke provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad zijn opgericht Het opvorderingsrecht van de aangestelde De wet van 8 juli 1964 organiseert de verplichte hulpverlening door de aangestelde een opvorderingsrecht te verlenen zodanig dat kan gezorgd worden voor : - De hulpverlening, - Het transport - Het onthaal in een aangepaste ziekenhuisdienst. Dit opvorderingsrecht vormt een belangrijke afwijking van de vrijheid van iedereen, zowel ten aanzien van de patiënt als ten aanzien van de hulpverleners. Wanneer iemand de 100 belt dan vordert de aangestelde namelijk

6 Hoofdstuk 12 Organisatie 12.4 de dichtstbijzijnde arts, ambulancedienst, mobiele urgentiegroep of ziekenhuisdienst op. De patiënt mag dus niet eisen naar het ziekenhuis van zijn keuze te worden gebracht, en ook de arts mag in principe de patiënt niet naar een ander ziekenhuis sturen dan het ziekenhuis dat door de aangestelde is opgevorderd. In 1964 wordt het doel van de wet bereikt dank zij de snelheid waarmee de patiënt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis wordt vervoerd. Zoals reeds gezegd ontvangen en behandelen 16 brandweercentra alle oproepen. De aangestelden zijn dus brandweermannen die daar tot voor kort geen reglementaire opleiding voor hadden genoten, of die niet beschikken over een specifieke geneeskundige omkadering. Dit werd toen niet ervaren als een gebrek want hun functie was vrij eenvoudig, nl. het inschakelen van welbepaalde hulpmiddelen op basis van één enkel criterium : hun nabijheid ten aanzien van het voorval. Hierbij komt nog dat in 1964, hoewel de tussenkomst van de arts is beschreven in de wet, de arts nauwelijks betrokken is bij de dringende geneeskundige hulpverlening De mobiele urgentiegroepen (MUG) Omschrijving en rol De mobiele urgentiegroep is een medisch team (arts, verpleger) dat kan tussenkomen dank zij een voertuig dat is uitgerust met reanimatiemateriaal. De mobiele urgentiegroep komt slechts tussen op vraag van de dienst 100. Zijn tussenkomst laat toe de «vrije medische interval» te beperken (dat is de tijdspanne tussen het moment van het voorval en het moment dat de patiënt in handen van een gespecialiseerd medisch team terechtkomt). Indien de hulpverlener-ambulancier bij zijn eerste evaluatie vaststelt dat de tussenkomst van de MUG vereist is, dan meldt hij dat aan de dienst 100, die de tussenkomst zal vragen. Bij voorbeeld : - aantasting van het bewustzijn - verstikking, verdrinking, verhanging, choc, - schedelletsel - vergiftiging (geneesmiddelen, CO, ) - hartdecompensatie, - polytrauma, - bevalling, - val van grote hoogte, -

7 Hoofdstuk 12 Organisatie 12.5 Valt nog op te merken dat bij voorvallen met vele gewonden de versterking van de MUG moet worden gevraagd. De aanwezigheid van de arts is noodzakelijk om de slachtoffers te kunnen schiften. De tussenkomst van de MUG moet ook worden gevraagd aan de dienst 100 als dat verantwoord is wegens de evolutie van de toestand van de patiënt tijdens het transport. In afwachting van de komst van de MUG moeten de hulpverleners-ambulanciers de patiënt blijven bewaken. Bij de aankomst van de MUG moeten zij verslag uitbrengen aan de arts, die de zorg over de patiënt overneemt Reglementering De reglementering op de mobiele urgentiegroepen omvat twee juridische instrumenten die het geheel van de bevolking een gelijke toegang tot de zorg moet waarborgen : - de programmatie in het kader van de ziekenhuiswet ; - de afbakening van een interventiezone in uitvoering van de wet op de dringende geneeskundige hulpverlening. De programmatie en de afbakening van een interventiezone zijn gebaseerd op objectieve criteria, zodat de hele bevolking van het Rijk toegang krijgt tot de mobiele urgentiegroepen. Om het doel van de aangepaste hulp te bereiken heeft de wetgever de uitoefening van de activiteit van de mobiele urgentiegroepen tevens gekoppeld aan het naleven van zogenaamde erkenningsnormen. De ervaring had aangetoond dat een ziekenhuisbasis belangrijk was (voldoende activiteitsniveau voor het personeel, omkadering van het personeel en snelheid van tussenkomst). Het vastleggen van erkenningsnormen voor deze diensten in het kader van de ziekenhuiswetgeving lijkt dan ook vanzelfsprekend. Op die manier is de mobiele urgentiegroep een ziekenhuisfunctie geworden 1 die moet beantwoorden aan de vereisten bepaald door het koninklijk besluit van 10 augustus Koninklijk besluit van 10 april 1995 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie «mobiele urgentiegroep» B.S Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie «mobiele urgentiegroep» (MUG) moet voldoen om te worden erkend. B.S

8 Hoofdstuk 12 Organisatie De ambulancediensten In het kader van de wet op de dringende geneeskundige hulpverlening moet de patiënt worden vervoerd naar het dichtstbijzijnde 100-ziekenhuis. Het transport van de patiënt wordt verzekerd door de ambulancediensten erkend in het kader van de wet. Ofwel gaat het over openbare diensten, meer bepaald de brandweerdiensten, ofwel over privé-diensten die een overeenkomst met de Staat afsluiten. Artikel 6bis van de wet van 8 juli 1964 schrijft voor dat men drager moet zijn van het brevet om de functie van hulpverlenerambulancier in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening te mogen uitoefenen De vorming van de hulpverleners-ambulanciers wordt gegeven door de opleidingscentra erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers. Buiten de bepalingen over de vorming van de hulpverleners-ambulanciers bestaat er geen enkele wettelijke of reglementaire bepaling die de normen voor programmatie of erkenning van deze diensten vastlegt. Deze materie wordt hoofdzakelijk geregeld door ministeriële of administratieve omzendbrieven Het ziekenhuis van bestemming Er is sinds 1964 dus al heel wat gesleuteld aan het basisprincipe van de wet waardoor de nabijheid als eerste criterium wordt gehanteerd omwille van de noodzaak om snel tussen te komen. Zo moet de aangestelde het dichtstbijzijnde ziekenhuis aanwijzen dat beschikt over een aangepaste dienst. Dat is het ziekenhuis dat op het ogenblik van de oproep het snelst kan worden bereikt vanaf de plaats waar het slachtoffer of de zieke zich bevindt, en dat beschikt over een erkende functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg opgenomen in de werking van de dringende geneeskundige hulpverlening 3. De wettelijke bepalingen voorzien dat van dit principe mag worden afgeweken : 1 / op vraag van de arts van de mobiele urgentiegroep en rekening houdend met de toestand van de patiënt, in drie limitatief opgesomde gevallen. De arts van de mobiele urgentiegroep deelt aan de aangestelde het meest aangewezen ziekenhuis mee : Ministerieel besluit van 19 januari 2000 tot opname van de erkende functies «gespecialiseerde spoedgevallenzorg «in de dringende geneeskundige hulpverlening, B.S , p

9 Hoofdstuk 12 Organisatie in een collectieve noodsituatie; - wanneer het slachtoffer of de zieke omwille van zijn gezondheidstoestand specifieke diagnostische of therapeutische middelen nodig heeft in toepassing van het protocol afgesloten op het niveau van de commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening; - indien de behandelende arts, aanwezig bij de zieke, bevestigt dat deze met betrekking tot de betreffende specifieke pathologieën een medisch dossier heeft in een ander ziekenhuis, voor zover deze afwijking overeenstemt met het protocol afgesloten op het niveau van de commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening en mits het akkoord van de aangestelde indien het ziekenhuis van bestemming zich buiten de interventiezone van de mobiele urgentiegroep bevindt. 2 / in afwezigheid van de mobiele urgentiegroep, mag de aangestelde ingaan op de vraag van de behandelende arts om het meest aangewezen ziekenhuis aan te wijzen dat beschikt over een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg : - wanneer het slachtoffer of de zieke omwille van zijn gezondheidstoestand specifieke diagnostische of therapeutische middelen nodig heeft in toepassing van het protocol afgesloten op het niveau van de commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening; - indien zijn patiënt met betrekking tot de betreffende specifieke pathologieën een medisch dossier heeft in een ander ziekenhuis, in toepassing van het protocol afgesloten op het niveau van de commissie voor dringende geneeskundige hulpverlening; voor zover : - de arts aanwezig is en aan de hulpverleners-ambulanciers een gemotiveerd attest aflevert; - de aangestelde vaststelt dat de goede werking van het systeem van de dringende geneeskundige hulpverlening gewaarborgd is. De uitzonderingen toegestaan op het nabijheidsprincipe illustreren goed hoe moeilijk het is om de beginselen van een systeem dat voorrang geeft aan het algemeen belang, te verzoenen met de beginselen van de individuele vrijheid waarop onze samenleving stoelt. 4 Arrêté royal du 10 août 1998 instituant les Commissions d aide médicale urgente, M.B., , p

10 Hoofdstuk 12 Organisatie De commissies voor de dringende geneeskundige hulpverlening De dringende geneeskundige hulpverlening beschikt niet over een hiërarchisch opgebouwd korps zoals dat het geval is bij de brandweer of bij de civiele bescherming. De verschillende actoren zijn evenveel individu s, die niet in functioneel verband tot elkaar staan. Zo zijn er de hulpverleners-ambulanciers die ofwel afhangen van de brandweerdiensten, ofwel tewerkgesteld zijn in privé ambulancediensten, de huisartsen, de artsen van openbare of privé ziekenhuizen, de verplegers, de aangestelden. Om aan deze structurele moeilijkheid te verhelpen werden bij koninklijk besluit 4 in elke provincie en in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening opgericht. Zij bestaan uit alle actoren bedoeld in de wet van 8 juli Zij zijn een forum waarop de specifieke samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld die nodig zijn om op de meest adequate manier in te spelen op lokale noden, en ze zijn tevens een coördinatie-instrument tussen alle betrokken instanties. II. De verantwoordelijkheid van de hulpverlener-ambulancier in de uitoefening van zijn functie 1. De verplichting om bijstand te verlenen aan personen in nood. In de vervulling van zijn opdracht is de hulpverlenerambulancier verplicht gevolg te geven aan de opvordering van de aangestelde. Wie weigert of nalaat er gevolg aan te geven zonder daar een reden voor te hebben die bij wet is voorzien, stelt zich bloot aan strafrechtelijke vervolging, en dit niet enkel krachtens de wet van 8 juli 1964 maar ook in toepassing van het artikel 422 van het Strafwetboek. Artikel 422 van het Strafwetboek voorziet strafsancties voor hij die, hoewel hij in staat is het te doen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen, weigert of nalaat aan iemand die in gevaar verkeert, de hulp te bieden waartoe hij wettelijk wordt opgevorderd. 2. Nalatigheid of onachtzaamheid Er is sprake van onvrijwillige slagen en verwondingen of van onopzettelijke doding indien iemand door nalatigheid of door onachtzaamheid een bepaalde daad stelt die schade toebrengt (slagen, verwonding, dood) of nalaat

11 Hoofdstuk 12 Organisatie 12.9 een bepaalde daad te stellen (nalaten een voorzorgs- een preventie- of een bewakingsmaatregel te nemen) Het vergrijp veronderstelt dat de hulpverlener-ambulancier het gevaar van een situatie had kunnen voorzien en er de schadelijke gevolgen had kunnen van afwenden, rekening houdend met de situatie en met zijn kennis en kunde als beoefenaar van een gezondheidsberoep. 3. Het respecteren van het beroepsgeheim. Welke houding moet de hulpverlener-ambulancier aannemen wat betreft het mededelen van informatie die hij in het kader van de uitoefening van zijn beroep heeft ontvangen, in het licht van de relaties die hij moet onderhouden met : 1 / enerzijds de andere actoren betrokken bij de dringende geneeskundige hulpverlening, en 2 / anderzijds, derden betrokken bij de dringende geneeskundige hulpverlening, met name : - De rijkspolitie en de ordehandhavers ; - De gerechtelijke overheden ; - De pers De relaties die de hulpverlener-ambulancier onderhoudt met de andere actoren betrokken bij de dringende geneeskundige hulpverlening en derden, zijn gebonden aan de rechten en plichten die elkeen in de uitoefening van zijn beroep heeft, en aan de belangenconflicten die hieruit kunnen voortvloeien. Zo komt het «medisch» geheim bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek en waaraan de actoren betrokken bij de dringende geneeskundige hulpverlening gehouden zijn, in strijd met de bekendmakings- of aangifteplicht die door andere wetten wordt voorgeschreven. Wat is het medisch geheim? Artikel 458 van het Strafwetboek bestraft geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken.

12 Hoofdstuk 12 Organisatie Elkeen die beroepsmatig een functie in de gezondheidssector vervult is dus gebonden aan dit artikel, wat betekent dat deze bepaling ook van toepassing is op alle actoren bedoeld in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. Drie voorwaarden moeten vervuld zijn : 1. De informatie moet ontvangen zijn omwille van het beroep of naar aanleiding van zijn uitoefening. - Mededelingen gedaan buiten de uitoefening van het beroep als kennis, vriend of collega, vallen hier dus niet onder. - Ook materiële feiten waarvan men getuige is naar aanleiding van een interventie blijven buiten beschouwing. Bij voorbeeld : iemand zien weglopen, iemand iets zien gooien, een voorwerp op de rijweg, enz 2. De informatie moet een geheim karakter hebben. Aangezien er geen precieze definitie van het begrip geheim bestaat, geeft dit aanleiding tot interpretatieproblemen. Het begrip wordt ingeschat volgens de context en volgens de afweging van de aanwezige belangen zoals de bescherming van de persoonlijke levenssfeer of het algemeen belang. Voorbeelden : 1. Het meedelen van de bloedgroep van een persoon heeft nauwelijks een vertrouwelijk karakter, tenzij het gaat over een vaderschapsonderzoek. 2. De arts van een treinbestuurder die aan epilepsie lijdt en die deze informatie doorspeelt aan zijn werkgever, kan hiervoor niet strafrechterlijk worden vervolgd want de bescherming van honderden treinreizigers vertegenwoordigt een hoger belang. 3. De informatie moet toevertrouwd geweest zijn. Dat betekent dat een geheim nooit op zich staat, maar dat gegevens geheim worden omdat ze zijn medegedeeld. Artikel 458 van het Strafwetboek bestraft de bekendmaking, de verspreiding van de informatie in een ruimere kring.

13 Hoofdstuk 12 Organisatie Beroepsgeheim en mededeling van gegevens Mededeling van gegevens tussen de hulpverleners bedoeld in de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. In de gezondheidssector is er niets dat verbiedt dat onder collega s gegevens worden uitgewisseld over patiënten, als het doel erin bestaat zorgen te verstrekken. Onder beoefenaars moet de vlotte communicatie van gegevens verzekerd zijn. Het gaat hier dus niet over een strafbare verspreiding Mededeling van gegevens aan andere personen dan de hulpverleners bedoeld in de wet van 8 juli 1964, of de uitzonderingen op het beroepsgeheim. We spreken over uitzonderingen op het beroepsgeheim als personen die gebonden zijn door artikel 458 van het Strafwetboek desgevallend niet kunnen worden vervolgd omwille van openbaarmakingen die hen worden gevraagd. Als we deze bijzondere situaties nader bestuderen dan zien we een aantal concrete gevallen waarin hulpverlenersambulanciers worden geconfronteerd met de problematiek van het vrijgeven van gegevens aan derden die buiten de dringende geneeskundige hulpverlening staan zoals de rijkspolitie, andere politiediensten, gerechtelijke overheden of de pers. Welke uitzondering we ook voor ogen hebben, de situaties waarin het toegelaten is het geheim prijs te geven moeten altijd geval per geval worden beoordeeld. Er bestaat met andere woorden geen enkele wet die op een exhaustieve wijze de gevallen opsomt waarin men met zekerheid kan uitmaken of men «moet zwijgen of mag spreken». De hulpverlener-ambulancier moet dus zelf de context en de belangen die op het spel staan inschatten. a. De getuigenis in rechte Onder getuigenis in rechte verstaan we een mondelinge of schriftelijke verklaring voor een burgerlijk rechter, een strafrechter of een onderzoeksrechter. (Cass., 12 april 1976, tijdschrift voor strafrecht, , p. 917) Hier wordt dus niet de medewerking met de politie bedoeld.

14 Hoofdstuk 12 Organisatie b. Melding van een misdrijf Artikel 30 van het Wetboek van strafvordering omvat een algemene verplichting voor alle burgers die getuige zijn van een aanslag, hetzij tegen de openbare veiligheid, hetzij op iemands leven of eigendom, om dat te melden. Ook een hulpverlener-ambulancier kan gelijk wanneer met deze situatie geconfronteerd worden. In dit geval kan de dwingende noodzaak worden ingeroepen. Dit wordt omschreven als een situatie waarin de schending van strafrechtelijke bepalingen en van waarden en juridische belangen die strafrechtelijk beschermd zijn, de enige manier is om andere waarden en juridische belangen die belangrijker zijn te vrijwaren. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een patiënt of de vertrouwensrelatie tussen de zorgverstrekkers en de patiënt zijn dan ook geen absolute waarde of belang. De bescherming ervan kan immers in strijd zijn met de bescherming van andere waarden zoals het opsporen van misdadigers, de bescherming van minderjarigen tegen mishandeling enz Voorbeeld : 1. het theoretische geval van de epileptische treinbestuurder wiens arts hiervan melding maakt bij de werkgever. In dit geval kan de arts, met het oog op het beschermen van mensenlevens, de werkgever van de conducteur hiervan inlichten zonder dat de arts ervan kan worden beschuldigd artikel 458 van het Strafwetboek te hebben overtreden. 2. Delicater is het aangeven van een misdrijf gepleegd door een patiënt die bij een arts of in een ziekenhuis komt aankloppen om te worden verzorgd. a) De patiënt heeft zelf het misdrijf gepleegd In zijn arrest van 9 februari 1988 heeft het Hof van Cassatie het klassieke standpunt gevolgd, dat zegt dat wie een misdrijf pleegt onder geen enkel beding mag worden aangegeven. Artikel 458 van het strafwetboek verbiedt het bekendmaken van feiten die gedekt zijn door het beroepsgeheim en die aanleiding kunnen geven tot strafrechterlijke vervolgingen ten laste van de patiënt. Maar als het vergrijp waaraan de patiënt zich schuldig heeft gemaakt en de omstandigheden waarin het werd gepleegd doen vermoeden dat er nog andere aanslagen op de lichamelijke integriteit of andere aanslagen op het leven dreigen te worden gepleegd, dan kan een beroep op de dwingende noodzaak zich opdringen en in dat geval is het bekendmaken van de informatie verantwoord.

15 Hoofdstuk 12 Organisatie Met andere woorden : een schending van artikel 458 van het Strafwetboek is verantwoord indien daarmee een groot en dreigend gevaar voor anderen kan worden afgewend (verplichting tot bijstand aan personen in nood). b) De patiënt is het slachtoffer Het arrest van het Hof van Cassatie van 9 februari 1988 is niet van toepassing op feiten waarvan de patiënt het slachtoffer is. Hier dient opgemerkt dat er in dit geval geen dilemma kan bestaan tussen het aangeven van de feiten en hun geheimhouding, omdat artikel 458 van het Strafwetboek niet van toepassing is. Het medisch geheim gaat inderdaad over de relatie tussen de patiënt en de zorgverstrekkers. Zo zal, bij zware mishandelingen die van aard zijn de integriteit van een kind ernstig in het gedrang te brengen, het medisch geheim geen reden zijn om het vergrijp niet aan de bevoegde overheden te melden. 4. De burgerlijke aansprakelijkheid Binnen de dringende geneeskundige hulpverlening kan een fout vaak een lichamelijk letsel of het overlijden voor gevolg hebben, wat een strafrechtelijke overtreding inhoudt. (Zie hoger : II, 2, blz. 8). Het slachtoffer of zijn erfgenamen kunnen dan ook vervolging instellen op basis van de artikels 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek. Meestal zijn hulpverleners-ambulanciers contractueel of statutair tewerkgesteld. In het eerste geval geniet de hulpverlener-ambulancier die optreedt in het kader van een arbeidsovereenkomst, de burgerlijke immuniteit die is ingesteld door de wet op de arbeidsovereenkomst. Hij is dus niet burgerlijk aansprakelijk voor de gevolgen van zijn daden en het is de werkgever die opdraait voor de schadeloosstelling die aan het slachtoffer verschuldigd is, behalve als het gaat om frauduleus optreden, voor zware fouten of voor lichte fouten die bij herhaling worden begaan. Indien de hulpverlener-ambulancier statutair tewerkgesteld is dan is hij deel van de instelling die hem tewerkstelt en als hij een fout begaat dan staat zijn eigen verantwoordelijkheid samen met die van de instelling op het spel. Hij gaat enkel vrijuit wanneer hij slechts een lichte en fout heeft begaan, of wanneer er geen sprake is van herhaaldelijke fout of recidive. Hoe wordt de fout van de hulpverlener-ambulancier concreet ingeschat? De hulpverlener-ambulancier moet in de uitoefening van zijn functie de patiënt helpen op een zorgvuldige en toegewijde manier, conform de opleiding die hij heeft genoten.

16 Hoofdstuk 12 Organisatie Wie zich in de uitoefening van zijn functie als hulpverlenerambulancier niet heeft gedragen zoals een normale, zorgvuldige hulpverlener-ambulancier dat zou doen in dezelfde omstandigheden, begaat een fout. De primaire evaluatie van de toestand van de patiënt is van cruciaal belang. In welke staat van bewustzijn is de patiënt? Hoe gaat het met zijn ademhaling en zijn bloedsomloop? Telkens er een vitaal risico bestaat, of een evoluerend risico dat vitaal kan worden, is het verantwoord de tussenkomst van de MUG te vragen via de dienst 100. Als het tot een geschil komt moet het slachtoffer bewijzen dat de geleden schade het rechtstreeks gevolg is van de begane fout. De hulpverlener-ambulancier die nalaat een primaire balans op te maken begaat een fout. Sommige foutieve handelingen kunnen begaan zijn door meerdere personen. In dat geval begaan al diegenen die voorzorgen hadden kunnen en moeten nemen om de schade te voorkomen, en die deze voorzorgen niet hebben genomen, allemaal een fout zonder dewelke het schadegeval zich niet had voorgedaan. Concreet geval van weigering van transport Begaat de hulpverlener-ambulancier die geconfronteerd wordt met een weigering van de patiënt om zich te laten vervoeren, een fout als hij de patiënt zijn zin geeft? Buiten de gevallen van dwingende noodzaak moet een hulpverlener-ambulancier de vrije en geïnformeerde toestemming van de patiënt hebben (wat betekent dat de toestemming wordt gegeven op basis van volledige en correcte informatie). De hulpverlener-ambulancier moet de patiënt dan ook alle nuttige informatie over zijn toestand verschaffen opdat deze ten volle zou inzien welke gevolgen zijn weigering kan hebben. Desgevallend moet de hulpverlener-ambulancier trouwens een arts of een mobiele urgentiegroep inroepen indien de toestand van de patiënt dit vereist (primaire evaluatie), en indien die tussenkomst invloed kan hebben op de beslissing van de patiënt die reëel gevaar loopt. Volgens de rechtspraak van de rechtbanken moet de zieke bewijzen dat hij geen toestemming heeft gegeven, of dat het geen geïnformeerde toestemming betrof. In dergelijke situaties heeft de décharge die men de patiënt laat ondertekenen op zich geen juridische waarde. Hoe meer elementen het document bevat die de rechter

17 Hoofdstuk 12 Organisatie toelaten te concluderen dat de betrokken persoon zich ten volle rekenschap kon geven van zijn toestand, hoe meer het document in aanmerking zal worden genomen. In die zin is een document dat helemaal van de hand van de patiënt is, waardevoller dan een voorgedrukt formulier dat enkel door de patiënt is ondertekend. De hulpverlener-ambulancier die burgerlijk aansprakelijk is, moet de schade vergoeden door betaling van een schadeloosstelling.

18 Organisatie Het hulpcentrum 100 Het eenvormige oproepnummer dat werd toegekend aan de dringende geneeskundige hulpverlening is het nummer 100. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de inrichting en de werking van de hulpcentra 100. Het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu is verantwoordelijk voor de organisatie, de geneeskundige toestellen en de vorming van de hulpverleners die werken in het kader van de dringende geneeskundige hulpverlening. Alle telefonische zones van België zijn samengebracht in 16 hulpcentra 100 die meestal in kazernes van de brandweer ondergebracht zijn. De gemeenten tot dewelke de brandweerdiensten behoren, moeten waken over het naleven van de richtlijnen die door de twee bevoegde ministeries aan de centralist, dit is de wettelijke term van de aangestelde voor het eenvormig oproepstelsel, worden verstrekt. De oproepen en de gesprekken die zich in dit kader voordoen worden opgenomen op magnetische banden die automatisch voorzien worden van datum en uur. Het stelsel RINSIS-NATINUL Momenteel worden de 16 hulpcentra 100 geleidelijk aan gebundeld tot 10 centra van het nationaal informaticanet van de hulpdiensten RINSIS- NATINUL. Deze 10 hulpcentra 100 zijn onderling verbonden en behandelen de oproepen die een tussenkomst van de brandweer, de dringende geneeskundige hulpverlening en de Civiele Bescherming noodzaken. Hoe reageert de aangestelde voor het hulpcentrum 100? Wanneer een persoon het nummer 100 draait of intoetst, kan de aangestelde onmiddellijk de plaats van waaruit de oproep geschiedt vaststellen doordat hij automatisch het oproepnummer van deze persoon op zijn scherm ziet. Bovendien wordt heel het gesprek opgenomen. Op basis van een grondige terreinkennis en een uitgebreide documentatie kan de centralist naar het ongevalsgebeuren of de zieke volgende middelen sturen: ofwel de dichtstbijzijnde ambulance 100 die beschikbaar is: in dit geval betreft het jouw tussenkomst ofwel een ambulance 100 en een MUG, voor zover deze beschikbaar zijn ofwel een huisarts van wacht ofwel een arts die voor dit geval opgevorderd wordt.

19 Organisatie De aangestelde voor het hulpcentrum 100 kan onmiddellijk verbonden worden met het nummer 101 (politie, rijkswacht). Hij kan eventueel ook een beroep doen op een priester of lekenhulp. De verschillende vervoermiddelen van de dringende geneeskundige hulpverlening zijn: ambulance, Mobiele Urgentie Groep (MUG), reanimatiewagen, helicopter,... Welke middelen worden ingezet, wordt bepaald door de aangestelde van het hulpcentrum 100. Enkele bijzonderheden over het antwoord dat de aangestelde voor het hulpcentrum 100 kan organiseren 1. DE AMBULANCE 100 Dit is het voertuig waarin je je als ambulancier meestal zal verplaatsen. Het beantwoordt aan nauwkeurige voorwaarden, bevat een inrichting die aan deze normen moet beantwoorden en wordt bestuurd door een ploeg die wettelijk is samengesteld uit een chauffeur en een begeleider die beantwoorden aan nauwkeurige wettelijke bepalingen. Men noemt dit voertuig 100 omdat het onderhevig is aan een conventie of een concessie met het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. De aangestelde voor het hulpcentrum 100 is verplicht een beroep te doen op een ambulance 100 die zich het dichtst bij het ongevalsgebeuren bevindt. 2. DE MOBIELE URGENTIE GROEP (MUG) Een Mobiele Urgentie Groep is samengesteld uit een mobiele geneeskundige ploeg die zich verplaatst in een voertuig dat reanimatiemateriaal bevat. Een Mobiele Urgentie Groep vervoert nooit een patiënt, maar vervoert naar het ongevalsgebeuren een geneeskundige ploeg die kan beschikken over reanimatiemateriaal. Een Mobiele Urgentie Groep is steeds verbonden aan een ziekenhuis WAT IS EEN REANIMATIEWAGEN? WAT VERSTAAT MEN ONDER GENEESKUNDIG TRANSPORT? Momenteel bestaat er in België geen technische bepaling van een reanimatie-ambulance. Dit kan tot verwarring leiden. Men beschouwt momenteel een reanimatie-ambulance als een voertuig dat groot genoeg is om te kunnen vervoeren: een patiënt, een arts, een verpleegkundige, een ambulancier. Bovendien moet het voorzien zijn van toestellen die gebruikt worden bij een klassieke reanimatie (monitoring, beademingstoestel, defibrillator, perfusiepomp,...). In werkelijkheid is een reanimatie-ambulance een reanimatie-eenheid die zich over de weg kan verplaatsen. Het vervoer wordt als geneeskundig bestempeld wanneer een arts fysiek aanwezig is gedurende het transport per ambulance.

20 Organisatie OPVORDEREN VAN EEN ARTS OF EEN HUISARTS VAN WACHT De aangestelde voor het hulpcentrum 100 kan een beroep doen op een arts en deze opvorderen. Deze geneesheer is verplicht om zich ter plaatse te begeven behalve in geval van overmacht. Dan moet hij deze redenen telefonisch meedelen aan de aangestelde van het hulpcentrum 100. Deze mogelijkheid tot opvordering wordt in werkelijkheid slechts zelden gebruikt. Normalerwijze werkt het hulpcentrum 100 samen met de lokale wachtdiensten en met de Mobiele Urgentie Groepen van de ziekenhuizen.

21 Organisatie Het vervoer naar het ziekenhuis In het kader van de wet op de dringende geneeskundige hulpverlening moet de patiënt vervoerd worden naar het ziekenhuis 100 dat het dichtstbij gelegen is. Opdat een ziekenhuis deel zou uitmaken van het stelsel moet het voldoen aan de normen die gesteld worden door het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Je bent dus verplicht de patiënt te vervoeren naar een ziekenhuis dat aan deze normen voldoet en dat je wordt aangewezen door het hulpcentrum 100. Indien een arts ter plaatse je vraagt om een andere bestemming te kiezen, dan moet hij de patiënt in de sanitaire cabine van de ambulance vergezellen en ben je verplicht het hulpcentrum 100 op de hoogte te brengen van je nieuwe bestemming.

22 Organisatie De verhouding ambulancier-mug Zoals hiervoor vermeld bevat een Mobiele Urgentie Groep (MUG) een geneeskundige ploeg (arts, verpleegkundige en chauffeur) die bekwaam is om tussenbeide te komen door middel van een voertuig met aangepast materiaal. We herhalen dat een MUG nooit een patiënt noch familie van een patiënt vervoert. Een MUG komt slechts tussenbeide op vraag van een hulpcentrum 100. Een MUG ondersteunt dus de normale ambulance-diensten en zal derhalve het vrije geneeskundige interval verkleinen. Het vrije geneeskundige interval is de tijd die verloopt tussen het ongevalsgebeuren en de verzorging door een gespecialiseerd geneeskundig team. De rol van de verschillende leden van de MUG De arts De verpleegkundige De chauffeur Deze arts moet een bijzondere bekwaamheid verworven hebben zoals bepaald door het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu. Hij is de verantwoordelijke van de ploeg. Deze verpleegkundige maakt deel uit van een afdeling spoedgevallen of intensieve zorgen en moet een bijzondere bekwaamheid hebben verworven in de dringende geneeskundige hulpverlening. Momenteel wordt de bekwaamheid van de chauffeur niet bepaald door wetteksten maar het spreekt vanzelf dat hij tijdens een tussenkomst ook van groot nut kan zijn. Soms is de chauffeur een ambulancier. Geneeskundig materiaal Een Mobiele Urgentie Groep (MUG) vervoert eigenlijk reanimatiemateriaal. Dit bevat, zonder dat de lijst beperkend zou zijn: een monitor met defibrillator materiaal voor zuurstoftoediening materiaal voor aspiratie materiaal voor intubatie dringende geneesmiddelen perfusiemateriaal materiaal voor bevalling,...

23 Organisatie Niet-geneeskundig materiaal De MUG verplaatst zich in een prioritair voertuig (sirene en blauw zwaailicht). Het bevat een radioverbinding en soms een mobiele telefoon, en minimale voorzieningen voor het beschermen van hulpverleners (helm, handschoenen, materiaal om af te bakenen,...). De MUG vervoert een minimum aan materiaal dat nodig zou kunnen zijn in rampsituaties, evenals materiaal dat noodzakelijk is voor het verlenen van dringende geneeskundige hulp: kaarten van de streek verlichting,... Hoe wordt het vertrek van een MUG georganiseerd? Op vraag van het hulpcentrum 100 moet de MUG zijn standplaats in het ziekenhuis binnen de twee minuten na een oproep verlaten. Het hulpcentrum 100 geeft aan de MUG de inlichtingen door die de juiste plaats voor interventie aanduiden. Soms wordt de MUG per radio begeleid naar de plaats van het ongeval, omdat de streken waar hij diensten moet verstrekken vrij uitgebreid zijn en hij derhalve niet beschikt over de terreinkennis, eigen aan de locale ambulancediensten. De MUG zal zich dan naar een afspraakpunt begeven. In ideale omstandigheden is dit de juiste plaats van het ongeval. Soms, in streken waar grote afstanden dienen overbrugd te worden, zal de MUG naar de plaats van het ongeval begeleid worden door de ordediensten. Wie kan een tussenkomst van de MUG vragen? Slechts de aangestelde van het hulpcentrum 100 beschikt over de bevoegdheid om een tussenkomst van de MUG te starten. Wanneer je in aanraking komt met een omstandigheid met levensgevaar voor de patiënt, kan je als ambulancier aan het hulpcentrum 100 een tussenkomst van de MUG aanvragen. Een huisarts of andere geneeskundige hulpverstrekkers kunnen aan een hulpcentrum 100 bijkomende geneeskundige hulp van een MUG en een ambulance vragen. Het is dus uitgesloten dat een MUG tussenkomt op vraag van een privé-persoon.

24 Organisatie Wanneer moet de ambulancier bijkomende geneeskundige hulp van een MUG vragen aan het hulpcentrum 100? In de voorgaande hoofdstukken heb je kunnen lezen welke de indicaties zijn voor de tussenkomst van een MUG. Toch wordt de tussenkomst van een MUG steeds bepaald door overleg met de aangestelde van het hulpcentrum 100, de Mobiele Urgentie Groep zelf, de ambulanciers van de streek en de betrokken hospitalen. In werkelijkheid heeft elke streek zijn eigen gebruiken en eigenschappen (afstand, toegankelijkheid, verkeershinder,...). Deze omstandigheden kunnen een aanpassing van het stelsel aan de lokale toestand met zich meebrengen. Je hebt als ambulancier de belangrijke taak inlichtingen te verstrekken die de werking van het stelsel kunnen verbeteren. De volgende vragen zijn belangrijk bij het daadwerkelijk organiseren van een MUG-tussenkomst. 2.2 Hoe is de toestand van de patiënt? De eerste beoordeling van de toestand van een patiënt is zeer belangrijk: hoe is de toestand van het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop. Deze gegevens werden uitvoerig besproken in hoofdstuk 2. Elke omstandigheid waarbij levensgevaar wordt opgemerkt of waarbij levensgevaar voorzien wordt, verantwoordt een poging om het vrije geneeskundige interval te beperken en derhalve een tussenkomst van de MUG te vragen aan het hulpcentrum 100. Ten titel van voorbeeld geven wij hier enkele mogelijkheden: patiënt met een gedaald bewustzijn verstikking, verdrinking, verhanging, shock schedeltrauma intoxicatie (CO, medicamenten,...) hartfalen polytrauma bevalling val van grote hoogte. Hoe uitgebreid is het probleem? Indien er talrijke gekwetsten zijn, dient de MUG ter versterking gevraagd te worden. Vanaf het ogenblik dat er een triage nodig is, zal de aanwezigheid van de arts van de Mobiele Urgentie Groep noodzakelijk zijn. In bepaalde omstandigheden zal het rampenplan de aanwezigheid van verschillende MUG s vereisen. Vereist een bepaalde omstandigheid de aanwezigheid van een arts? Sommige dramatische ongevallen die een of meer overlijdens veroorzaken, kunnen de aanwezigheid van een Mobiele Urgentie Groep vergen om hulp te bieden aan de overlevenden of omstanders die met het gebeuren geconfronteerd werden. In andere gevallen, zoals huisbrand, is een preventieve tussenkomst van de MUG aangewezen voor mogelijke geneeskundige bijstand aan de hulpverleners.

25 Organisatie Hoe moet het vervoer naar het ziekenhuis geschieden? Moeilijke verkeers- of weersomstandigheden bepalen het antwoord op deze vraag. In deze omstandigheden is het van belang een voorzichtige beslissing te nemen. De afstand van het ongevalsgebeuren naar het ziekenhuis is een belangrijke factor. Een vermindering van het vrije geneeskundige interval kan aangewezen zijn. Verkeersmoeilijkheden kunnen de duur van het vervoer naar het ziekenhuis verlengen. Besluit: In het algemeen mag men stellen dat de oproep van een MUG beter te vroeg gebeurt dan te laat. Hoe moet je een MUG-interventie aan het hulpcentrum 100 vragen? De werkwijze van je oproep moet zeer eenvoudig zijn. Na een korte beoordeling van de gegevens vraag je duidelijk over de radio de interventie van de MUG en leg je uit waarom je deze oproep doet. Probeer zo nauwkeurig mogelijk de plaats van de tussenkomst te bepalen. Wat moet je doen in afwachting van de MUG? Behandel de patiënt verder en blijf hem bewaken. Indien mogelijk moet je aan de patiënt en aan de omstanders uitleggen dat een geneeskundig hulpteam opgeroepen werd en onderweg is naar het ongevalsgebeuren. Op zulke momenten zal je als ambulancier dikwijls onderworpen worden aan de druk van de omstanders of de familie om de patiënt zo snel mogelijk te vervoeren. In deze omstandigheden is het vooral belangrijk dat je je kalmte bewaart. In sommige gevallen moet je een rendez-vous-systeem plannen met de MUG. Wat doe je bij de aankomst van de MUG? Bij aankomst van de MUG breng je verslag uit aan de arts die verder verantwoordelijk zal zijn. Geef hem de nodige inlichtingen door, zoals: verwijsbriefje van de huisarts, geneesmiddelen, gegevens over de plaats van het onheil,...). Vanaf het ogenblik dat de MUG ter plaatse is, maak je als ambulancier deel uit van de Mobiele Urgentie Groep. Je kan helpen bij de voorbereiding van het materiaal voor de geneeskundige behandelingen, zoals bij voorbeeld: intubatie, perfusievloeistof, monitoring, defibrillatie,... Indien de toestand van de patiënt het toelaat, moet je hem naar het ziekenhuis vervoeren in jouw ambulance, vergezeld van de arts en de verpleegkundige. Vanaf dat ogenblik zal de MUG de ambulance volgen. Alvorens te vertrekken, geef je instructies aan de MUG naar welk ziekenhuis de ambulance zal rijden.

26 Organisatie De ambulancier en de huisarts Dikwijls zal je ten huize van de patiënt de huisarts aantreffen; soms is het deze arts die je opgeroepen heeft via het hulpcentrum 100. Een perfecte samenwerking is aangewezen, voor het heil van de patiënt. Je moet jezelf als een helper van deze arts beschouwen. De kunde van de arts en de technische begaafdheid van de ambulancier vullen elkaar aan. Mocht het toch voorkomen dat je niet akkoord bent met de visie van de huisarts (oproep van de MUG, hospitalisatie), dan weze het duidelijk dat het advies van de arts die ter plaatse is het verdere verloop van de interventie bepaalt. Openbare discussies verhogen slechts de angst van de patiënt, de familie en de omstanders. De verantwoordelijkheid van de geneeskundige beslissingen berust volledig bij de arts ter plaatse. Wens je echter nadere inlichtingen in verband met bepaalde beslissingen, dan verdient het aanbeveling om dit na de interventie te vragen aan de betreffende arts. Deze dialoog voorkomt meestal misverstanden en kan leerrijk zijn voor beide partijen.

27 Organisatie Beroepsgeheim Wat ook je beroep is (brandweerman, personeel van een privé-onderneming), je hebt het recht en de verplichting niets bekend te maken dat schade zou kunnen toebrengen aan de personen die je verzorgt of aan hun omgeving. De wet voorziet specifiek in deze gevallen. Artikel 458 van het strafwetboek zegt dat... de geneesheren, chirurgen, gezondheidsofficieren, apothekers, vroedvrouwen en elke andere persoon welke door zijn hoedanigheid of zijn beroep kennis neemt van geheimen welke hen toevertrouwd worden, die buiten de gevallen waarin zij in recht getuigenis moeten afleggen en de gevallen waar de wet hen verplicht geheimen kenbaar te maken die deze hebben bekend gemaakt, zullen gestraft worden... De Belgische jurisprudentie is op dit gebied zeer duidelijk. Als hulpverlener van de gezondheidsdienst ben je gebonden aan het beroepsgeheim. Nochtans kan je door het gezag gevorderd worden om te getuigen: na een verkeersongeval op de openbare weg indien een derde per vergissing het nummer 100 heeft gevormd in geval van betrokkenheid bij een misdaad (bij voorbeeld: je bent getuige van slagen en verwondingen). Momenteel is het duidelijk dat, in de dagelijkse praktijk en volgens de Belgische jurisprudentie, de telefonist van het hulpcentrum 100 en de ambulanciers gebonden zijn door het beroepsgeheim en dus geen informatie mogen doorspelen aan de media. Zij kunnen derhalve slechts inlichtingen verstrekken wanneer zij moeten getuigen en dienen in deze gevallen hun overste hiervan op de hoogte te brengen. Het beroepsgeheim beschermt steeds de patiënt en niet de hulpverlener. Bijzonderheden in geval van minderjarigheid Je moet weten dat minderjarigen onder jouw bescherming vallen indien je vermoedt dat zij mishandeld of bedreigd worden. Wanneer je in aanraking komt met een probleem van kindermishandeling of kinderverwaarlozing, moet je de behandelende arts hiervan discreet verwittigen. In deze gevallen kan afgeweken worden van het beroepsgeheim. Indien een hulpverlener dit niet doet, kan hij vervolgd worden voor het niet bijstaan van een persoon in gevaar.

28 Organisatie Bijzonderheden in verband met een overleden patiënt In principe mag je per ambulance geen lijk vervoeren. Wanneer je echter een overleden patiënt aantreft, moet je de volgende verplichtingen naleven: je moet het lijk aan het zicht van het publiek onttrekken, door het te bedekken of het naar een afgesloten ruimte te verplaatsen je moet zo snel mogelijk de familie laten verwittigen je mag eventuele bewijzen voor het gerecht niet vernietigen (wapen...) je mag nooit vergeten dat de diagnose van het overlijden een geneeskundige diagnose is en derhalve slechts afgeleverd kan worden door een geneesheer. Behoudens uitzonderlijke omstandigheden waarin het overlijden duidelijk is (bij voorbeeld: onthoofding), moet je dus steeds aandringen op een diagnose door een arts. In uitzonderlijke omstandigheden kan, op verzoek van de politiediensten of de rijkswacht of na vordering van de gerechterlijke overheid, de ambulance toegewezen worden voor het vervoer van een lijk. Deze omstandigheden zijn weliswaar zeldzaam en de overheid zal slechts een beroep doen op deze oplossing om het herstel van de publieke en sociale orde te bevorderen (bij voorbeeld: ramp met talrijke slachtoffers die vervoerd moeten worden naar een voorlopig lijkenhuis). Bijzondere richtlijnen bij een arbeidsongeval Arbeidsongevallen kunnen worden beschouwd als ongevallen op een openbare plaats. Derhalve zal men dikwijls een beroep doen op een hulpdienst 100 ter evacuatie van een slachtoffer. In principe dient de patiënt vervoerd te worden naar het ziekenhuis 100 dat het dichtstbij gelegen is. Nochtans, volgens de huidige jurisprudentie en de gebruiken, zal het hulpcentrum 100 proberen om de akkoorden die bestaan tussen bedrijven en ziekenhuizen te respecteren. Wanneer een ziekenhuis en een bedrijf contractueel verbonden zijn in het kader van de verzorging van arbeidsongevallen, worden de slachtoffers van zulk een ongeval meestal gebracht naar het ziekenhuis dat hiervoor voorzien werd. Deze regels gelden evenwel niet wanneer: het ongeval zich heeft voorgedaan op de weg van of naar het werk door het ongeval de vitale functies van het slachtoffer bedreigd worden en derhalve het vervoer van de patiënt naar een spoedgevallendienst 100 en/of tussenkomst van de MUG verantwoord is.

29 Organisatie Het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening Wanneer de tussenkomst kadert in de Dringende Geneeskundige Hulpverlening waarborgt het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, bij afwezigheid van betaling, de regeling van de kosten die voortvloeien uit de tussenkomst van de vervoerder, en dit op forfaitaire basis. De modaliteiten zijn echter heel precies en je moet in deze gevallen een geëigende procedure volgen (KB van 22 mei 1965).

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

[Artikel 1. K.B. van 10 augustus 1998, art. 2 (inw. 1 januari 1999) (B.S ) - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 APRIL 1965 HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE MODALITEITEN TOT INRICHTING VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING EN HOUDENDE AANWIJZING VAN DE GEMEENTEN ALS CENTRA VAN HET EENVORMIG

Nadere informatie

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112

Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112 1 Dringende Geneeskundige Hulpverlening - Hulpcentrum 112 Dr. F. Gijsenbergh Med. Directeur HC 100 Antwerpen Marc Van Bouwelen Verpl.Spoed, adj. med. directeur 2 GDA 2013 HC112 Antwerpen Systeem DGH en

Nadere informatie

WETGEVING DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 100 SYSTEEM. Dr. Koen Bronselaer. Dienst Urgentiegeneeskunde Universitaire Ziekenhuizen K. U.

WETGEVING DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 100 SYSTEEM. Dr. Koen Bronselaer. Dienst Urgentiegeneeskunde Universitaire Ziekenhuizen K. U. WETGEVING DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 100 SYSTEEM Dr. Koen Bronselaer Dienst Urgentiegeneeskunde Universitaire Ziekenhuizen K. U. Leuven Inhoud Ontstaan Wet 08-06-1964 en verfijningen Mobiele

Nadere informatie

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen 12 NOVEMBER 1993. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren - specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de URGENTIEGENEESKUNDE, alsook

Nadere informatie

Op 21 september 1992 trad artikel 95 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in werking.

Op 21 september 1992 trad artikel 95 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in werking. Landverzekeringsovereenkomst Doc: a074010 Tijdschrift: 74 p. 25 Datum: 16/11/1996 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Verzekeringen van de patiënt Landverzekeringsovereenkomst ADVIES OVER ARTIKEL 95 VAN

Nadere informatie

Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten

Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten Medische wacht- en hulpdiensten zijn er steeds voor mensen die medische zorgen nodig hebben. De realiteit leert echter dat men vaak niet

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S. 02.09.1998) Gelet

Nadere informatie

Zeg ik het of zeg ik het niet?

Zeg ik het of zeg ik het niet? Zeg ik het of zeg ik het niet? De praktijk van het beroepsgeheim Vijand of bondgenoot van de triade? Prof. Frank Hutsebaut Ter inleiding Kernvraag: hoe zorgvuldig communiceren in het kader van de triade

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. BEGRIPSOMSCHRIJVING. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :

HOOFDSTUK I. BEGRIPSOMSCHRIJVING. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE NORMEN WAARAAN EEN FUNCTIE MOBIELE URGENTIEGROEP (MUG) MOET VOLDOEN OM TE

Nadere informatie

Dringende Medische Hulpverlening

Dringende Medische Hulpverlening Versie nr: 1 Laatste wijziging: 30-06-2007 1. Waartoe dient deze fiche? 2. Wat is dringende medische hulp? 3. Wie heeft recht op dringende medische hulp? 4. Aan welke voorwaarden moet ik voldoen om aanspraak

Nadere informatie

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim

Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Gedrag bij een ongeval, vluchtmisdrijf en schuldig verzuim Juli 10 Hilde Peeters Jaarlijks worden duizenden mensen geconfronteerd met een verkeersongeval, soms ook een ongeval met zware gevolgen. Hoe reageer

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. 14 FEBRUARI 2005. Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, van geneesherenspecialisten

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw. Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012. Jan Vande Moortel Lector en advocaat

Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw. Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012. Jan Vande Moortel Lector en advocaat Aansprakelijkheid en bevoegdheid van de vroedvrouw Bornem 18 oktober 2012 20 oktober 2012 Jan Vande Moortel Lector en advocaat 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten

Nadere informatie

MP: Code 20. Het uitsturen van een MUG (volgens regulatieniveau 1) is NIET nodig in de context van:

MP: Code 20. Het uitsturen van een MUG (volgens regulatieniveau 1) is NIET nodig in de context van: 1 MP: Code 20 Het vaststellen en attesteren van een overlijden Conform het BHMR 3.0 wordt in elke situatie van vermoedelijk overlijden gestart met Phone CPR (cf. MP Phone CPR) en worden een MUG en een

Nadere informatie

Kaas met gaten of gaten met kaas

Kaas met gaten of gaten met kaas Kaas met gaten of gaten met kaas Wat blijft nog over van het beroepsgeheim? Sofie Royer Instituut voor strafrecht 19 februari 2018 De Morgen De Standaard De Standaard Art. 458 Sw. Geneesheren, heelkundigen,

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

8 JULI Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening.

8 JULI Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. 8 JULI 1964. - Wet betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening. BS 25/07/1964 in voege 01/07/1964 Gewijzigd door: WET 22/02/1994 BS. 28/05/1994 WET 22/02/1998 BS 03/03/1998 WET 14/01/2002 BS.

Nadere informatie

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving?

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving? Lucie Guillemyn Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk Regionale Directie Toezicht

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen

Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Juridische aspecten van verpleegkundige handelingen Gent, 1 oktober 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

ORGANISATIE VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING

ORGANISATIE VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING 12 ORGANISATIE VAN DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING INHOUD PAGINA 12.1 Inleiding 12.3 12.1.1 doelstellingen 12.3 12.2 De wetgeving op de dringende geneeskundige 12.4 hulpverlening 12.2.1 de historische

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 27 oktober 2014 ADVIES 2014-83 met betrekking tot de weigering om een kopie te verstrekken van het

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt

Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Hoe omgaan met zorgkundigen en vertegenwoordigers op ok. Een standpunt Blankenberge 27 maart 2009 Jan Vande Moortel Lector en advocaat AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals

Nadere informatie

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID Gouverneur Roppesingel 15 bus 1.2 (B) 3500 Hasselt T +32 11 36 09 71 F +32 11 36 08 15 steven.renette@mploy.be ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL 1. ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL Arbeidsongeval:

Nadere informatie

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten

Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten STORME, LEROY, VAN PARYS Advocatenassociatie cvba Analyse, gegevensverzameling en promotie Medicolegale rechten en plichten Christiaan Beyaert c.beyaert@storme-law.be Kristiaan Vandenbussche k.vandenbussche@storme-law.be

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

22/03/2018 BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING CASE HOE WETEN WE WANNEER WE GOED HANDELEN? Ellen Milants

22/03/2018 BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING CASE HOE WETEN WE WANNEER WE GOED HANDELEN? Ellen Milants BEROEPSGEHEIM EN DEONTOLOGIE EEN PRAKTISCHE BENADERING Ellen Milants 1 CASE Ann, vroedvrouw, komt op bezoek bij een jong gezin. Nele is 18 jaar en pas bevallen van haar eerste kindje Elise. Nele is samen

Nadere informatie

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 #vvsgbwcongres Aansprakelijkheid van zonepersoneel Geert Vandenwijngaert #vvsgbwcongres De aansprakelijkheid van en voor de personeelsleden

Nadere informatie

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986;

2 dienst medische beeldvorming : een dienst erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 november 1986; 25 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantie tomograaf wordt opgesteld, moet voldoen om te worden erkend BS 11/12/2006

Nadere informatie

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE BETREFFENDE DE BIJSTANDSREGELING Art. 1. Het VSOA - Politie, hierna de organisatie genoemd, verdedigt de belangen

Nadere informatie

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24

RECHT OP BIJSTAND. Artikel 24 RECHT OP BIJSTAND Artikel 24 1. De minderjarige heeft het recht om zich in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort en de trajectbegeleiding en in de uitoefening van zijn rechten, opgesomd

Nadere informatie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Versie 10-05-2007 Boek 2 Hoofdstuk 6.12 : Terugbetaling van de verplaatsingskosten die het gevolg zijn van een erkend arbeidsongeval of een erkende

Nadere informatie

Reglementering over defibrillatoren

Reglementering over defibrillatoren Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Dienst Veiligheid van de Consumenten Reglementering over defibrillatoren Versie 23/05/07 Referenties : Koninklijk besluit houdende veiligheids- en andere voorwaarden

Nadere informatie

Eerste hulp aan werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval. - of die onwel worden. K.B. van 15 december 2010 11/12/12

Eerste hulp aan werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval. - of die onwel worden. K.B. van 15 december 2010 11/12/12 Eerste hulp aan werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel worden Dr. Maurits De Ridder Humanisering van de arbeid, FOD WASO Arbeidsgezondheidkunde, Universiteit Gent K.B. van 15 december

Nadere informatie

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen

medische verzekeringen sinds 1944 AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen AMMA VERZEKERINGEN Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid loontrekkende verpleegkundigen medische verzekeringen sinds 1944 onderlinge verzekeringsonderneming toegelaten door de Commissie voor het Bank-,

Nadere informatie

Dringende medische hulpverlening

Dringende medische hulpverlening Dringende medische hulpverlening Versie nr: 2 Laatste wijziging: 8-2018 1. Waartoe dient deze fiche? 2. Wat is dringende medische hulp? 3. Wie heeft recht op dringende medische hulp? 4. Aan welke voorwaarden

Nadere informatie

4. Toestemming in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar

4. Toestemming in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar Welke zijn de rechten van de patiënt? De wet betreffende de rechten van de patiënt voorziet in: 1. Kwaliteitsvolle dienstverstrekking 2. De vrije keuze van een beroepsbeoefenaar 3. Informatie over de persoonlijke

Nadere informatie

WET VAN 8 JULI 1964 BETREFFENDE DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S ) 1

WET VAN 8 JULI 1964 BETREFFENDE DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S ) 1 WET VAN 8 JULI 1964 BETREFFENDE DE DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S. 25.07.1964) 1 Artikel 1. [Wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen, art. 251 (inw. 1 januari 1998) (B.S. 03.03.1998)

Nadere informatie

HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN. Benoit Dejemeppe 16 november 2018

HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN. Benoit Dejemeppe 16 november 2018 HET MEDISCH GEHEIM EN ZIJN ALSMAAR VAGERE CONTOUREN Benoit Dejemeppe 16 november 2018 WAAROM MEDISCH GEHEIM? Individueel belang : de patiënt moet zich in vertrouwen tot de arts kunnen wenden Bescherming

Nadere informatie

RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD

RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD RECHTSBIJSTANDVERZEKERING VOERTUIG STANDAARD ARTIKEL 1 Wat verstaat men onder? 1) Familie a) Uzelf; b) Uw samenwonende echtgenoot of de persoon met wie u samenwoont, hierna begrepen in de term echtgenoot

Nadere informatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Mechelen 4 oktober 2012 Jan Vande Moortel Advocaat en lector www.advamo.com Ethische aspecten Verhouding recht en ethiek Is recht een belemmering bij zorgethiek?

Nadere informatie

KANKER HAIR PROFESSIONAL BEROEPSGEHEIM. Omgaan met vertrouwelijke informatie

KANKER HAIR PROFESSIONAL BEROEPSGEHEIM. Omgaan met vertrouwelijke informatie KANKER HAIR PROFESSIONAL 2016-2017 BEROEPSGEHEIM Omgaan met vertrouwelijke informatie AANDACHT VOOR DE PRIVACY Als Kanker Hair Professional kom je veel van mensen te weten Je ziet veel, hoort veel, leest

Nadere informatie

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5 Infofiche J010 04/2017 Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1 Inleiding Deze fiche is bedoeld om de (wettelijke) taken van zowel de bevoegde persoon die wordt aangewezen door de werkgever die de

Nadere informatie

HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER?

HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER? HEB JE NOOD AAN ZIEKENVERVOER? Wij voorzien een tegemoetkoming in de kostprijs! 3 Wij zijn echt met je gezondheid bezig! Wie komt in aanmerking voor deze tegemoetkoming? Alle leden die al 6 maanden bijdragen

Nadere informatie

Trends binnen de verschillende pijlers van diabeteszorg = prikkels tot gedeelde kwaliteitszorg

Trends binnen de verschillende pijlers van diabeteszorg = prikkels tot gedeelde kwaliteitszorg Trends binnen de verschillende pijlers van diabeteszorg = prikkels tot gedeelde kwaliteitszorg Gent, 8 november 2011 Jan Vande Moortel Advocaat Lector recht en ethiek Wie is verantwoordelijk en waarvoor?

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T

MP: OVERMACHT. MP Overmacht _final Hulpcentrum 112/100 Oost-Vlaanderen Medische Directie T 1 MP: OVERMACHT OVERMACHT is een juridisch begrip dat een niet-toerekenbare onmogelijkheid om een verplichting na te komen aanduidt, waardoor de rechtspersoon in kwestie van deze verplichting bevrijd wordt.

Nadere informatie

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67)

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van 03.07.67) 1. Welk ongeval moet aangegeven worden? Elk feit overkomen tijdens de uitoefening van de arbeidsovereenkomst of op de arbeidsweg

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 - Toepassingsgebied en terminologie 1. Dit reglement is van toepassing op de werknemers

Nadere informatie

De nieuwe W.C.O. regels

De nieuwe W.C.O. regels De nieuwe W.C.O. regels Luc Sterkens 1 Agenda - Situering - Belangrijke wijzigingen - Bijkomende aansprakelijkheid voor de cijferberoeper - Bedenkingen - Vragen 2 Opmerking - Seminarie voor cijferberoepers

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling Aangenomen door de algemene vergadering op 7 oktober 2003 Gewijzigd door de algemene vergadering op 24 oktober 2006) Art.

Nadere informatie

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging.

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging. INFORMATIENOTA 1. Organisatie Adres Tel.nr e-mail Sociale doelstelling Juridisch statuut Voorbeelden: VZW-IVZW (internationaal) Gemeente, OCMW, gemeentelijke VZW Stichting/Instelling van Openbaar Nut Intercommunale:

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Juridische aspecten ivm geld en genot

Juridische aspecten ivm geld en genot TABOES IN DE OUDERENZORG Juridische aspecten ivm geld en genot AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn Structuur wetgeving VERDRAG GRONDWET KB nummer =

Nadere informatie

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling (Aangenomen door de A.V. op 7 oktober 2003; gewijzigd door de A.V. op 24 oktober 2006 en gewijzigd door de A.V. van 22 oktober

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE 112-CENTRA EN

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Dat de diensten op gelijkaardige wijze worden georganiseerd in Luxemburg en in België. I. Algemeen

Dat de diensten op gelijkaardige wijze worden georganiseerd in Luxemburg en in België. I. Algemeen BESCHIKKING VAN 20 JULI 2012 VAN HET BENELUX COMITÉ VAN MINISTERS MET BETREKKING TOT HET GRENSOVERSCHRIJDEND SPOEDEISEND AMBULANCEVERVOER MET MUG, SAMU EN AMBULANCE TUSSEN LUXEMBURG EN BELGIË. M (2012)

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

VERPLICHTINGEN van de wegens ziekte afwezige bediende

VERPLICHTINGEN van de wegens ziekte afwezige bediende VERPLICHTINGEN van de wegens ziekte afwezige bediende Versie 1.0 augustus 2013 Fontainasplein 9-11 - 1000 Brussel - www.acod-spoor.be TEL. 02 508 59 18 - FAX 02 508 58 18 - BINNENLIJN 911/58225 - e-mail:

Nadere informatie

Uw rechten en plichten als 18-jarige

Uw rechten en plichten als 18-jarige Uw rechten en plichten als 18-jarige Hoofdstuk 5 Een 18 de verjaardag is vaak een mijlpaal waarop men zelfstandiger en onafhankelijker wordt, maar het is ook het moment van wettelijke meerderjarigheid.

Nadere informatie

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn

WONDZORG. Wetgeving: verpleging en wondzorg AXIOMA S. 1. We leven in een rechtsstaat. 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn WONDZORG AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat Wetgeving: verpleging en wondzorg 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We leven in een rechtsstaat Bescherming van de titel Bescherming van

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN Gelet op artikel 2 en artikel 42 van het Provinciedecreet; Overwegende

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2012 ADVIES 2012-8 met betrekking tot de openbaarheid van voorbereidende documenten

Nadere informatie

Medisch beroepsgeheim. Artikel 458 Strafwetboek. Art. 458 Sw.: medisch beroepsgeheim

Medisch beroepsgeheim. Artikel 458 Strafwetboek. Art. 458 Sw.: medisch beroepsgeheim Medisch beroepsgeheim René Heylen, M.D., Ph.D. Licentiaat in de Rechten Medisch Coördinator Urgentiegeneeskunde Ziekenhuis Oost-Limburg Artikel 458 Strafwetboek Geneesheren, heelkundigen, officieren van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Hoe vul ik een schadeaangifte in?

Hoe vul ik een schadeaangifte in? Hoe vul ik een schadeaangifte in? Inhoud Wat te doen bij een schadegeval?... 2 Algemene richtlijnen... 2 Aangifte doen bij KLJ Nationaal... 2 Richtlijnen van KBC-verzekeringen... 2 Enkele belangrijke tips...

Nadere informatie

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd

15 DECEMBER Koninklijk besluit. houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17. van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd 15 DECEMBER 1987. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de artikels 13 tot en met 17 van de wet op de ziekenhuizen, zoals gecoördineerd door het koninklijk besluit van 7 augustus 1987. BS 25/12/1987in

Nadere informatie

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS

HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS HET BIJZONDER SOLIDARITEITSFONDS Viviane Gendreike Anne-Marie Van Campenhout 11 december 2007 1 PROGRAMMA 1. Het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF): wat, voor wie? 2. In welke gevallen kunt u een beroep

Nadere informatie

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN DEFINITIE art 7 DEFINITIE ERNSTIG Welzijnswet 1996 art 94bis, 1 Codex art I.6-2 DEFINITIE ARBEIDSWEGONGEVAL Een ongeval van een werknemer is een arbeidsongeval (AO) als volgende voorwaarden zijn vervuld:

Nadere informatie

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS

CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS CLAUSULE 108: BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID VAN DE NIET DOOR DE BIV ERKENDE SYNDICUS De bepalingen die hierna zijn voorzien vullen het lexicon, het hoofdstuk "B.A. Uitbating" en het hoofdstuk "Gemeenschappelijke

Nadere informatie

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving VL/NB Brussel, woensdag 23 april 2014 LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in de reglementering betreffende arbeidsongevallen,

Nadere informatie

HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER AMBULANCIER. campus VESTA. augustus 2010. multidisciplinair opleidingscentrum provincie Antwerpen. versie augustus 2010

HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER AMBULANCIER. campus VESTA. augustus 2010. multidisciplinair opleidingscentrum provincie Antwerpen. versie augustus 2010 HANDBOEK VOOR DE HULPVERLENER AMBULANCIER campus VESTA. augustus 2010 versie augustus 2010 multidisciplinair opleidingscentrum provincie Antwerpen Colofon Verantwoordelijke uitgever Redactiesecretarissen

Nadere informatie

schuldig? De grenzen van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid binnen goede zorg medisch-ethisch colloquium 07/12/2016 Emmaüs vzw

schuldig? De grenzen van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid binnen goede zorg medisch-ethisch colloquium 07/12/2016 Emmaüs vzw schuldig? De grenzen van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid binnen goede zorg medisch-ethisch colloquium 07/12/2016 Emmaüs vzw Luc Baetens bedrijfsjurist-coördinator AANSPRAKELIJKHEID Zorg voor

Nadere informatie

MEDISCH HANDELINGSPROTOCOL

MEDISCH HANDELINGSPROTOCOL MEDISCH HANDELINGSPROTOCOL Stichting ROC WEST-BRABANT 1 maart 2015 Versie 14.07.2014 ROCwb MEDISCH HANDELINGSPROTOCOL INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding over medicijnverstrekking en medisch handelen 2 1.1. Algemeen

Nadere informatie

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. U bent getuige Inleiding U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. Deze brochure informeert u in grote lijnen over wat van u

Nadere informatie

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer Nr. 910 Brussel, 12 januari 2010 BETREFT: MOGELIJKHEID VOOR MEERDERE WERKGEVERS TOT OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (GIDPBW). 1. Wetgeving

Nadere informatie

B.A. Beroep Ongevalsaangifte

B.A. Beroep Ongevalsaangifte B.A. Beroep Ongevalsaangifte AMMA VERZEKERINGEN o.v. Vereniging voor onderlinge verzekeringen met vaste en onveranderlijke bijdragen krachtens artikel 2, 2 van de wet van 25.06.1992 (B.S. 20.08.1992) toegelaten

Nadere informatie

KB 15/12/2008 BS 23/12/2008 in voege vanaf 02/02/2009 (blz. 12) KB 27/01/2012 BS 28/02/2012 in voege vanaf 09/03/2012 (blz. 6)

KB 15/12/2008 BS 23/12/2008 in voege vanaf 02/02/2009 (blz. 12) KB 27/01/2012 BS 28/02/2012 in voege vanaf 09/03/2012 (blz. 6) 27 APRIL 1998. Koninklijk besluit houdende vaststelling van de NORMEN waaraan een functie gespecialiseerde spoedgevallenzorg moet voldoen om erkend te worden BS 19/06/1998 Gewijzigd door: KB 26/03/1999

Nadere informatie

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon

ADVIES Aanwijzing van de vertrouwenspersoon FOD VOLKSGEZONDHEID, 23/06/2006 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU --- DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN --- FEDERALE COMMISSIE RECHTEN VAN DE PATIËNT --- Ref. : FCRP/6

Nadere informatie

Strafrecht in de zorg / Preventie

Strafrecht in de zorg / Preventie Strafrecht in de zorg / Preventie 7 oktober 2013 Mr. Marcel Smit en mr. Tina Sandrk Onderwerpen Inleiding Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) Openbaar Ministerie (OM) Gegevensuitwisseling IGZ en OM

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 februari 2016 ADVIES 2016-07 met betrekking tot de weigering om toegang te geven tot het volledige

Nadere informatie

Een arbeidsongeval in uw onderneming? Wat moet u doen?

Een arbeidsongeval in uw onderneming? Wat moet u doen? Een arbeidsongeval in uw onderneming? Wat moet u doen? 1. Geef het schadegeval aan, zodat u aanspraak kunt maken op een schadevergoeding Ieder arbeidsongeval moet worden aangegeven. Aan wie moet u een

Nadere informatie

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer Het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie,

Nadere informatie

BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR

BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR SECTIE 1: AANSTELLING VAN DE BEMIDDELAAR ARTIKEL 1 Bij vrijwillige bemiddeling wijzen de partijen in onderlinge overeenstemming

Nadere informatie

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel

WONDZORG. Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde. Jan Vande Moortel WONDZORG Aansprakelijkheid bij het ontstaan van een decubituswonde Jan Vande Moortel AXIOMA S 1. We leven in een rechtsstaat 2. De wet is niet altijd zoals ze zou moeten zijn We leven in een rechtsstaat

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING HOOFDSTUK 1 - TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1. Het doel van dit reglement is de kwalitatieve ondersteuning

Nadere informatie

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN De Polis Handel en diensten beschermt de verzekerde(n) tegen allerlei risico s in zijn beroepsleven. De verzekering is bestemd voor kleinhandelszaken. Verzekeringen Wat kan

Nadere informatie