Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001. Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet"

Transcriptie

1 Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet Monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door gemeenten 2001 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

2 Auteur: Dhr. ir. J.C. van de Blankevoort R03/09, april 2003 ISSN ISBN Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

3 Voorwoord Wetshandhaving en bestrijding van fraude met bijstandsuitkeringen hebben de afgelopen jaren veel aandacht van de toezichthouder gehad. Deze rapportage is de laatste van een serie monitoren die inzicht geeft in gemeentelijk beleid en uitvoering op dit terrein, waarbij zowel preventie, controle, opsporing als afdoening van fraude aan bod komen. In de toekomst zal de inspectie zicht op de gemeentelijke handhaving houden door gebruik te maken van kerngegevens die gemeenten met de zogeheten Gemeentebarometer doorgeven, en waar mogelijk gebruik maken van gegevens die gemeenten aan het Centraal Bureau voor de Statistiek leveren. De Inspectie Werk en Inkomen wil vooral de vijftig gemeentebesturen die bij de monitor betrokken zijn van dienst zijn met de uitkomsten in dit rapport. Het rapport kan hen aanknopingspunten voor verbeteringen bieden. In dat verband wil ik hun bijzondere aandacht vragen voor de kwaliteit van het cijfermateriaal over fraudegevallen en fraudebestrijding, die nogal eens te wensen overlaat. Onvolledige registraties doen immers afbreuk aan hun eigen bewakings- en sturingsmogelijkheden. Ook gemeenten die niet aan de monitor hebben deelgenomen, kunnen de resultaten gebruiken om zichzelf een spiegel voor te houden en mogelijkheden tot verbetering van hun handhavingspraktijk te bezien. Die verbetering vindt de inspectie van des te meer belang, nu uit de verkregen gegevens blijkt dat op dit terrein vergeleken met een jaar eerder geen duidelijke vooruitgang is gemaakt. Mr. L.H.J. Kokhuis Inspecteur-generaal Werk en Inkomen 3 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

4

5 Inhoud Samenvatting 7 1 Doel en opzet van de monitor 9 2 Beleidsplannen en verslagen met betrekking tot handhaving 11 3 Voorlichting en preventie 13 4 Reguliere controle 15 5 Opsporing en geconstateerde fraude Werkvoorraden en achterstanden bij het verwerken van belastingsignalen De gebruikte kengetallen voor geconstateerde fraude Geconstateerde fraude De opsporingscapaciteit 19 6 Afhandeling van geconstateerde fraude Boeten en processen verbaal Terugvordering van ten onrechte ontvangen uitkeringen Afspraken met het Openbaar Ministerie 23 7 Vergelijking met de monitor over Aanwezigheid en kwaliteit van het cijfermateriaal Aanwezigheid van cijfers Kwaliteit van het cijfermateriaal 28 9 Dwarsverbanden en conclusies Dwarsverbanden Conclusies Reactie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten 33 Lijst van afkortingen 34 Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 35 5 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

6

7 Samenvatting De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) heeft bij vijftig gemeenten met meer dan twintigduizend inwoners gegevens verzameld over hun uitvoeringspraktijk op het terrein van handhaving van de Algemene bijstandswet (Abw). Deze monitor van bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik (MenO-monitor) 2001 is de laatste publicatie in een reeks van monitorverslagen waarmee de toezichthouder zicht heeft gehouden op de ontwikkelingen op dit terrein. Alle schakels van de handhavingsketen - preventie, controle, opsporing en afdoening - komen daarbij aan de orde. De verkregen gegevens zijn bewerkt tot kengetallen en indicatoren die een beeld geven van de doeltreffendheid van gemeenten op dit gebied, en van de onderlinge verschillen daarbij. De monitor is niet gericht op een diepgaande analyse van specifieke knelpunten. Met dit monitorverslag wil IWI gemeenten een spiegel voorhouden, waarin zij kunnen zien hoe hun uitvoering er, vergeleken met die van andere gemeenten, bijstaat. Zij kunnen daarin aanknopingspunten vinden om hun uitvoering te verbeteren. De gegevens zijn verzameld in de zomer van 2002, zodat gebruik kon worden gemaakt van gemeentelijke verslaglegging over Geen duidelijke vooruitgang Uit een vergelijking met de uitkomsten van de MenO-monitor 2000, die bij andere gemeenten is uitgevoerd, komen nauwelijks verbeteringen naar voren. Er is dus geen duidelijke vooruitgang. In beleidsplannen worden nu wat vaker dan in 2000 de in te zetten beleidsinstrumenten beschreven, maar kwantitatieve doelstellingen en benodigde financiële en personele middelen geven gemeenten niet vaker aan. In beleidsverslagen komen nu minder onderwerpen aan de orde. Er wordt niet intensiever voorlichting gegeven over misbruik en misbruikbestrijding. De frequentie van het heronderzoek is niet toegenomen. Wel is het aantal boeten gestegen. Verschillen tussen gemeenten Over de hele linie zijn de onderlinge verschillen tussen gemeenten aanzienlijk. Dat geldt zowel voor de detaillering van beleidsplannen en verslagen als voor de voorlichting over misbruik en misbruikbestrijding, voor de frequentie waarmee heronderzoeken worden gehouden én voor de opsporing en afdoening van fraude. Zo heeft de helft van de gemeenten met twintig- tot vijftigduizend inwoners in 2001 gemiddeld meer dan één heronderzoek per cliënt uitgevoerd. Bij grotere gemeenten is het uitzondering, als zo vaak heronderzoek wordt gedaan. De ene gemeente legt veel minder boeten op dan de andere. Bij een kwart van de gemeenten is het aantal boeten duidelijk kleiner dan het aantal gevallen van fraude. Gemeenten die meer boeten opleggen, proberen ook meer terug te vorderen van het totaalbedrag dat in 2001 met fraude was gemoeid. Meer dan bij voorgaande MenO-monitoren komt nu naar voren dat gemeenten die op bepaalde onderdelen van het handhavingsbeleid goed functioneren het ook op andere onderdelen goed doen. Gemeenten die in beleidsplannen gedetailleerder aangeven wat zij op het terrein van de handhaving willen bereiken en hoe zij dat willen doen, maken doorgaans ook meer werk van hun beleidsverslagen op dit terrein, geven langs meer kanalen voorlichting aan burgers en uitkeringsontvangers en sporen verhoudingsgewijs meer fraude op, met lagere gemiddelde fraudebedragen per geval. Cijfermateriaal met gebreken De door IWI verkregen cijfers weerspiegelen niet altijd het totaal aan fraudegevallen in een gemeente. De registratiegewoonten verschillen van gemeente tot gemeente. Sommige gemeenten registreren alleen onderzoeken waarbij de sociale recherche betrokken is, en de fraudeaantallen die daaruit voortvloeien. Bij het rechtstreeks opvragen van cijfermateriaal, zoals de inspectie bij deze monitor heeft gedaan, blijken gemeenten soms meer gevallen van fraude te hebben dan zij aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hebben doorgegeven. Het CBS heeft in 2001 bij gemeenten met meer dan twintigduizend inwoners gevallen van fraude geteld. Schattingen van IWI aan de hand van het verkregen cijfermateriaal komen veel hoger uit dan de CBS-cijfers. 7 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

8 IWI komt tot fraudegevallen in Daarmee vergeleken blijft de schatting van IWI van het totaalbedrag dat ten onrechte aan uitkering is verkregen, met 60 miljoen euro dichter bij het CBS-cijfer van 47 miljoen, ook al gaat het ook dan om een aanzienlijk verschil. Dit wijst erop dat vooral fraude van geringere omvang niet aan het CBS wordt gemeld. De onderlinge vergelijking van gemeenten wordt door de verschillen in registreren bemoeilijkt. Gemeenten die onvolledig registreren wordt in die vergelijking tekort gedaan. Door terugkoppeling van de monitoruitkomsten wil IWI deze gemeenten een impuls geven om completer te gaan registreren. Verschillen in mogelijkheden voor bewaking en sturing van werkprocessen Het sturen en bewaken van werkprocessen zal, zeker voor grotere gemeenten, moeilijk zijn, als cijfermateriaal ontbreekt of onvolledig is. Ruim eenderde van de onderzochte gemeenten heeft te weinig kwantitatieve informatie om de heronderzoeken goed te kunnen bewaken. Eveneens eenderde van de gemeenten kan de ontwikkeling van de werkvoorraad aan te onderzoeken fraudesignalen niet goed in het oog houden. Tekorten in de informatiehuishouding gaan nogal eens samen. De gebreken aan de gegevens zijn maar voor een klein deel het gevolg van tijdelijke verstoringen, bijvoorbeeld bij de overgang naar nieuwe software of bij een gemeentelijke herindeling. Conclusie De inspectie concludeert dat bij een vergelijking met de uitkomsten van de vorige monitor, bij andere gemeenten, geen duidelijke vooruitgang zichtbaar is op het handhavingsterrein. Daarnaast zijn de aangetroffen verschillen tussen gemeenten substantieel. Die verschillen betreffen zowel de resultaten van het beleid als de mate waarin gemeenten in de planfase van de beleidscyclus gericht sturing geven aan de uitvoering en in de evaluatiefase over gegevens over de uitvoering beschikken. Tegen deze achtergrond is volgens IWI kwaliteitsverbetering bij de handhaving van des te meer belang. Nu het Inlichtingenbureau (IB) de gegevensuitwisseling met de Belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) ondersteunt, kan daarvan een extra impuls uitgaan. Gemeenten kunnen de gelegenheid aangrijpen om hun hele handhavingspraktijk kritisch tegen het licht te houden. De inspectie waardeert het dat veel gemeenten zich in hun beleidsplannen voor 2002 op de komst van het IB hebben voorbereid. Zo zijn gemaakte keuzen voor toekomstige werkwijzen aan de gemeenteraad voorgelegd. 8 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

9 1 Doel en opzet van de monitor 1 Het meest recent is de monitor misbruik en oneigenlijk gebruik Algemene bijstandswet 2000, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, februari De MenO-monitor 2001 is een publicatie in een reeks van deze monitoren waarmee de toezichthouder zicht heeft gehouden op de handhavingspraktijk van gemeenten bij de uitvoering van de Abw. 1 Dit monitorverslag is het laatste in de reeks. Voortaan worden belangrijke kerngegevens over de gemeentelijke uitvoering uitgevraagd via internet met de zogenaamde Gemeentebarometer. Waar mogelijk zal de inspectie ook gebruik maken van gegevens die gemeenten aan het CBS leveren. IWI wil met de uitkomsten van dit onderzoek gemeenten een spiegel voorhouden waarin zij kunnen zien hoe hun uitvoering er, vergeleken met die van andere gemeenten, voorstaat. Met de monitor wil IWI ook bijdragen aan het landelijke beeld van de handhavingspraktijk bij gemeenten. De opzet van de vragenlijst is grotendeels gelijk aan de vraagstelling die bij de monitor 2000 is gebruikt. De gegevens zijn verzameld in de zomer van 2002, zodat gebruik kon worden gemaakt van gemeentelijke verslaglegging over De verkregen gegevens zijn bewerkt tot kengetallen en indicatoren die een beeld geven van de doeltreffendheid van gemeenten op het gebied van handhaving, en van de onderlinge verschillen daarbij. Juist de verschillen tussen gemeenten die op kwaliteitsverschillen in beleid en uitvoering kunnen wijzen, krijgen in dit rapport ruime aandacht. De monitor is uitgevoerd bij vijftig gemeenten. Daaronder zijn geen gemeenten met minder dan twintigduizend inwoners, omdat hun aandeel in de totale bijstandsfraude in Nederland heel beperkt is en statistische gegevens op jaarbasis te sterk door de toevallige uitkomst van de weinige gevallen worden bepaald. Van de 173 gemeenten met twintigduizend tot vijftigduizend inwoners zijn er 17 in de steekproef opgenomen; 19 van de 37 gemeenten met vijftigduizend tot honderdduizend inwoners zijn in de steekproef aanwezig, en 14 van de 25 gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners. De vier grootste gemeenten zijn alle in de steekproef opgenomen. Van de gemeenten met meer dan twintigduizend inwoners is in beginsel een representatief beeld verkregen; totaalcijfers in tabellen en grafieken zijn gecorrigeerd voor de specifieke samenstelling van de steekproef. De steekproef is echter te klein om de steekproefuitkomsten als representatief te beschouwen, zodra nogal wat gemeenten antwoorden schuldig moeten blijven, bijvoorbeeld omdat zij over onvoldoende cijfermateriaal beschikken. Bij elk opgevraagd cijfer zijn er tien tot twintig gemeenten die daarover niet beschikken. Alleen opgaven van het aantal bijzonder onderzoekers zijn van elke gemeente verkregen. Vooral het nevendoel van de monitor, het leveren van bijdragen aan een landelijk beeld van de uitvoering, heeft daaronder te lijden. Ook voor het hoofddoel, de onderlinge vergelijking van de kwaliteit van de handhaving bij afzonderlijke gemeenten, is het ontbreken van cijfermateriaal hinderlijk. Leeswijzer In hoofdstuk twee komen de beleidsplannen en verslagen van de vijftig gemeenten aan de orde. In hoofdstuk drie tot en met zes behandelen we de schakels in de handhavingsketen. Hierin komen voorlichting en preventie, reguliere controle, de opsporing en de geconstateerde fraude en als laatste de afdoening daarvan ter sprake. Hoofdstuk zeven geeft een beeld van verschillen met de MenO-monitor over 2000, die aanwijzingen kunnen geven van trends bij specifieke knelpunten in de uitvoering. In hoofdstuk acht komt de aanwezigheid en de kwaliteit van het cijfermateriaal van gemeenten aan de orde. Hoofdstuk negen geeft een overzicht van de dwarsverbanden die bij de analyse zijn gevonden en bevat conclusies. 9 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

10

11 2 Beleidsplannen en verslagen met betrekking tot handhaving 2 Volgens de accountants die bij gemeenten de rechtmatigheid van het gevoerde beleid en van de verstrekte uitkeringen onderzoeken, ontbreekt in 2001 bij 1,8 procent van de gemeenten een beleidsplan. Bij 8,3 procent bevat het beleidsplan niet alle voorgeschreven elementen. Bij een deel van deze gemeenten zal handhaving geheel onbesproken blijven. Een analyse van de tekortkomingen die de accountants hebben vastgesteld, wordt opgenomen in het jaarverslag 2002 van IWI. 3 Volgens de accountantsrapportages ontbreekt bij 3,2 procent van de gemeenten in 2001 een beleidsverslag. Beleidsplannen Volgens de Abw moeten gemeentebesturen jaarlijks een beleidsplan vaststellen, waarin onder andere het beleid bij de bestrijding van misbruik van bijstandsuitkeringen uiteen wordt gezet. Drie gemeenten in de steekproef blijken geen enkele schakel van de handhavingsketen te bespreken, twee kleinere en een middelgrote. 2 Een grote meerderheid van de gemeenten brengt alle vier schakels - preventie, controle, opsporing en afdoening - ter sprake, soms blijft één schakel onbesproken en incidenteel ontbreekt meer dan één schakel. Als een gemeente een schakel van de handhavingsketen in een beleidsplan bespreekt dan worden vaak de beleidsinstrumenten genoemd die een gemeente wil inzetten om de doelen op dit terrein te bereiken. Daar blijft het nogal eens bij. Kwantitatieve doelstellingen, de in te zetten financiële en personele middelen en een relatie met ervaringen in het verleden ontbreken meestal. Tegenover gemeenten die heel globale beleidsplannen uitbrengen staan gemeenten die veel concreter en gedetailleerder op hun voornemens ingaan. Als op een bepaald deelterrein het beleid verandert, dan maakt een dergelijk deelterrein meer kans om in het beleidsplan min of meer uitgebreid te worden besproken. In 2001 stellen gemeenten vooral de komst van het IB aan de orde. De meeste gemeenten die de implementatie van het IB bespreken, geven aan welke beleidsinstrumenten zij in gaan zetten voor de controle op lopende uitkeringen en voor de opsporing van fraude. Eén op de tien gemeenten heeft in 2001 meer financiële middelen voor het handhavingsbeleid uitgetrokken. Dit zijn vooral middelgrote en grote gemeenten. Verslaglegging Behalve een beleidsplan moeten gemeenten jaarlijks ook een beleidsverslag uitbrengen. 3 Vooral de grote gemeenten stellen bovendien een afzonderlijk jaarverslag over de verrichte opsporingsactiviteiten op. Een grote meerderheid van gemeenten doet zo verslag van de prestaties van de sociale recherche, en bespreekt vooral het opgespoorde totaalbedrag waarvoor ten onrechte uitkering is verkregen, de afhandeling van signalen uit bestandsvergelijking (zoals de signalen van de belastingdienst over inkomsten naast de uitkering) en de uitvoering van de Wet Boeten, maatregelen en terug- en invordering sociale zekerheid (Wet Boeten). Procesgegevens, zoals gemiddelde doorlooptijden van opsporingsonderzoeken, en een achtergrondgegeven als de herkomst van fraudesignalen komen veel minder vaak ter sprake. Ook gegevens vanuit andere werkprocessen dan de opsporing, zoals voorlichting en de uitvoering van heronderzoeken, zijn minder vaak aanwezig. Beleidscyclus Dezelfde gemeenten die uitgebreid ingaan op het te voeren handhavingsbeleid behandelen vaak ook meer onderwerpen in hun rapportage over de uitvoering ervan. De besproken verschillen tussen gemeenten kunnen worden samengevat in één indicator die aangeeft in welke mate gemeenten hun beleid in beleidsplannen en verslagen concretiseren en onderbouwen. Deze indicator geeft dus aan in welke mate gemeenten in de planfase van de beleidscyclus gericht sturing geven aan de uitvoering en in de evaluatiefase beschikken over gegevens om tegen het licht te houden wat is bereikt. Gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners verschillen daarin duidelijk van de andere gemeenten. Van hen heeft de helft op meer dan 20 punten (van de in de vraagstelling opgenomen 42) uitwerking gegeven aan beleidsplan en verslag. Van de gemeenten met minder dan honderdduizend inwoners gaat een kleine minderheid zover. De helft van hen werkt tien tot vijftien punten uit. Eén op de vijf gemeenten volstaat met summiere beleidsplannen en verslagen, waarin minder dan tien punten zijn uitgewerkt. Daarbij zijn er geen noemenswaardige verschillen tussen gemeenten van verschillende grootte. 11 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

12

13 3 Voorlichting en preventie Voorlichting Om inzicht te krijgen in de inspanningen van gemeenten op het gebied van voorlichting heeft de inspectie aan gemeenten gevraagd op welke manieren en bij welke gelegenheden uitkeringsgerechtigden voorlichting krijgen over misbruik en misbruikbestrijding. Naar hun aard laten de uitspraken van gemeenten zich door IWI moeilijk toetsen. Voorlichting speelt zich immers voor een belangrijk deel af in de spreekkamer bij de sociale dienst of op het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Mondelinge voorlichting wordt praktisch overal toegepast. Datzelfde is het geval met folders. Meer dan de helft van de gemeenten gebruikt ook de lokale media. Het aanschrijven van cliënten en het gebruik van nieuwsbrieven of bijstandskranten zijn minder gebruikelijk, zeker bij kleinere gemeenten. Vooral grotere gemeenten hebben een cliëntenraad. Als die er is, speelt voorlichting via (verslagen over) de cliëntenraad vrij vaak een rol, onder andere omdat zo het draagvlak voor misbruikbestrijding zichtbaar is te maken. Gemeenten die langs meer verschillende wegen voorlichting geven, zijn ook wat actiever als het gaat om de gelegenheden waarbij zij uitkeringsgerechtigden voorlichting geven. Andere vormen van preventie Voor de toepassing van preventieve methodieken blijkt de gemeentegrootte een grote rol te spelen. De meerderheid van gemeenten met meer dan vijftigduizend inwoners laat medewerkers deelnemen aan cursussen die zijn gericht op het vergroten van hun fraudealertheid. Bij kleinere gemeenten is dit bij een kleine minderheid het geval. De cursussen worden ook wel eens gegeven door externe partijen, maar vaker zijn het cursussen of voorlichtingssessies die door de sociale recherche van de gemeente worden gegeven. Uitgeschreven procedures voor aanvraagbehandeling op maat zijn er nauwelijks bij kleinere gemeenten, maar wel bij één op de drie gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners. Het gaat hier om een werkwijze die gemeenten inzetten als ze vermoeden dat regels overtreden worden. In het algemeen houden gemeenten niet bij hoe vaak ze een dergelijke procedure toepassen. In kleinere gemeenten zal het cliëntenbestand meestal te klein zijn om door eigen analyses risicoprofielen te ontwikkelen waarbij wordt onderzocht welke omstandigheden en gedragingen van cliënten verhoogde risico s indiceren. Echter, ook slechts enkele grote gemeenten zijn al bezig risicoprofielen te ontwikkelen. 13 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

14

15 4 Reguliere controle 4 Problematischer is de naleving van verificatieplannen. Bij het accountantsonderzoek zijn bij driekwart van de gemeenten in 2001 meer of minder ernstige tekortkomingen aangetroffen als het gaat om de juistheid en volledigheid van onderzoeken. Meestal zijn die tekortkomingen niet heel ernstig. In 2000 werd aan twee procent van de gemeenten om deze reden een deel van de rijksvergoeding geweigerd. 5 In 2000 ging het om 11,4 procent van de gemeenten. In het cijfermateriaal is geen samenhang zichtbaar van de frequentie en de tijdigheid van heronderzoek met andere indicatoren die op een goede uitvoering van de fraudebestrijding kunnen wijzen. De doelstellingen van heronderzoek zijn overigens breder. Verificatieplannen In een verificatieplan geven gemeenten aan welke gegevens die voor het bepalen van het recht op uitkering nodig zijn, door cliënten moeten worden geleverd, van welke bewijsstukken zij moeten zijn voorzien en hoe verstrekte gegevens aan andere gegevensbronnen worden getoetst. Negentig procent van de gemeenten blijkt over een dergelijk plan te beschikken. 4 Heronderzoek Artikel 66 van de Abw verplicht burgemeester en wethouders tot het uitvoeren van heronderzoeken. Daarbij wordt nagegaan of in de afgelopen periode aan alle voorwaarden voor het recht op uitkering is voldaan en of de hoogte van de uitkering nog goed is afgestemd op de omstandigheden, waaronder de ontvangen inkomsten, van de uitkeringsontvanger. Heronderzoeken moeten om de acht maanden plaatsvinden, tenzij de gemeente voor bepaalde categorieën cliënten een lagere frequentie heeft bepaald. Minimaal moeten zij eens in de achttien maanden worden gehouden. Gemeenten hebben er alle belang bij om de heronderzoekstermijnen goed te bewaken. Onder andere is te weinig heronderzoek een belangrijke reden waarom gemeenten een deel van de rijksvergoeding niet ontvangen. 5 In verband daarmee is van belang of gemeenten cijfers beschikbaar hebben over het aantal geplande heronderzoeken, het aantal uitgevoerde onderzoeken en het aantal onderzoeken dat bovendien op tijd is uitgevoerd. Door deze aan elkaar te relateren kan de gemeente eventuele achterstanden signaleren. In meer dan eenderde van de gemeenten is daarvoor onvoldoende cijfermateriaal aanwezig. Wel zijn dit vooral kleinere gemeenten, waar zonder systematisch bijgehouden kwantitatieve gegevens beter zicht op dreigende achterstanden te houden is. Het bewaken van heronderzoek wordt gecompliceerder, als ook minder volledige vormen van onderzoek, zoals bij contacten gericht op reïntegratie of bij melding van gewijzigde omstandigheden, in een en hetzelfde cijfer worden meegenomen. Ook dit is nogal eens aan de orde. Naarmate gemeenten kleiner zijn, vinden meer heronderzoeken plaats. Bij de gemeenten met twintig- tot vijftigduizend inwoners is het betrekkelijk uitzonderlijk als in 2001 minder dan tachtig heronderzoeken per honderd cliënten zijn gedaan. Bij de grotere gemeenten is het juist uitzonderlijk als bij een cliënt vaker dan één keer per jaar heronderzoek plaatsvindt. De gemiddelde Nederlandse gemeente met meer dan twintigduizend inwoners heeft in 2001 per uitkeringsgerechtigde ongeveer één heronderzoek per jaar uitgevoerd om diens recht op uitkering tegen het licht te houden. Afwijkingen van de heronderzoeksplanning Gemeenten plannen wat meer heronderzoeken dan ze feitelijk verrichten. Het aantal heronderzoeken dat tijdig is uitgevoerd, dat wil zeggen binnen de periode die volgens het door de gemeente opgestelde heronderzoeksplan geldt, is bijna negentig procent van het totale aantal uitgevoerde heronderzoeken. Als het aantal geplande heronderzoeken in verhouding tot het aantal cliënten groot is, wordt niet opvallend meer van de planning afgeweken en is het aandeel op tijd uitgevoerde heronderzoeken niet kleiner. Een hoog ambitieniveau op dit punt wordt dus even goed gerealiseerd als een lager ambitieniveau. 15 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

16

17 5 Opsporing en geconstateerde fraude 5.1 Werkvoorraden en achterstanden bij het verwerken van belastingsignalen 6 Gedetailleerde gegevens zullen naar voren komen uit het onderzoek naar de afhandeling van belastingsignalen dat bij IWI gaande is. De voorselectie bij het opnemen van fraudesignalen in de werkvoorraad loopt van gemeente tot gemeente zozeer uiteen, dat een onderlinge vergelijking van de ontwikkeling van werkvoorraden niet zinvol is. We moeten volstaan met een globale taxatie van het aantal sterk gedateerde signalen in de werkvoorraad aan de hand van het gegeven tot en met welk jaar elke gemeente belastingsignalen heeft verwerkt. De verschillen tussen de grootteklassen zijn daarbij klein. Bij gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners komt het vaakst voor dat belastingsignalen met betrekking tot het jaar 1997 of eerder nog niet zijn afgehandeld, namelijk bij een kwart daarvan. Het blijkt bij de steekproefgemeenten met meer dan honderdvijftigduizend inwoners nog sterker het geval te zijn. 6 Enkele kleinere gemeenten hebben 2000 al afgewerkt. Door betrokkenheid bij een proefproject voor het IB is één gemeente al klaar met De gebruikte kengetallen voor geconstateerde fraude Voor de cijfers over de opgespoorde fraude blijken de consequenties van verschillende registratiegewoonten minder ernstig dan voor cijfers over opsporingsonderzoeken. Vooral onderzoeken waarbij geen fraude wordt geconstateerd, registreert de ene gemeente wel en de andere niet. Daardoor is het niet zo dat meer fraude wordt geconstateerd naarmate het aantal geregistreerde fraudesignalen en het aantal verrichte onderzoeken groter is. Door het te vaak ontbreken van cijfermateriaal splitsen we kengetallen over de geconstateerde fraude niet uit naar witte fraude - die naar voren komt uit vergelijking met (inkomens-)gegevens uit officiële gegevensbestanden - en overige fraude. Als kengetallen om de effectiviteit van de opsporing te benaderen, heeft de inspectie het totale aantal gevallen van geconstateerde fraude per honderd bijstandsontvangers, het totaal van de daarmee gemoeide fraudebedragen per honderd bijstandsontvangers en het gemiddelde fraudebedrag per geval gebruikt. Dit gemiddelde fraudebedrag per geval is de meest interessante indicator voor de effectiviteit van de gemeentelijke fraudebestrijding. Als in verhouding tot het aantal cliënten weinig fraude wordt opgespoord, hoeft dit niet te betekenen dat de gemeente zich weinig inspant. Het kan theoretisch ook komen doordat, bijvoorbeeld als gevolg van effectieve preventie, weinig fraude aanwezig is. Echter, een laag gemiddeld fraudebedrag per geval wijst zowel op een doeltreffende opsporing als op een doeltreffende preventie. Preventie is immers doeltreffend te noemen als deze niet alleen meer cliënten van fraude weerhoudt, maar cliënten ook weerhoudt van langduriger en ernstiger fraude. Het gemiddelde fraudebedrag zal ook lager zijn bij een doeltreffende opsporing: hoe sneller een geval van fraude wordt opgespoord, des te lager zal het fraudebedrag immers gebleven zijn. Bovendien komt selectiviteit bij de opsporing, het ontbreken van aandacht voor minder ernstige gevallen, tot uitdrukking in een hoog gemiddeld fraudebedrag per geval. 17 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

18 5.3 Geconstateerde fraude 7 Bij de schatting is verondersteld dat gemeenten buiten de steekproef per honderd cliënten gemiddeld met evenveel fraude te maken hebben als de steekproefgemeenten van dezelfde grootte. Zo is rekening gehouden met de verhoudingen in het aantal cliënten van de verschillende gemeenten in elke grootteklasse en met het aandeel van de grootteklasse in het totaal aantal cliënten in Nederland. 8 Integrale Rapportage Handhaving 2001, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Met de verkregen gegevens is het totale aantal gevallen van geconstateerde fraude in Nederland in 2001 te schatten op circa , exclusief de gemeenten met minder dan twintigduizend inwoners (waarbij het in totaal om circa duizend gevallen zal gaan). 7 Het totale fraudebedrag komt uit op ongeveer zestig miljoen euro, ofwel ongeveer anderhalf procent van het in 2001 aan uitkeringen verstrekte bedrag. Het gemiddelde fraudebedrag per geval komt op circa euro. Vooral het aantal gevallen van fraude komt daarmee fors hoger uit dan het cijfer dat door het CBS en in de Integrale Rapportage Handhaving 2001 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is gepubliceerd. 8 Toch weerspiegelen ook de door IWI verkregen cijfers niet het totaal aan fraudegevallen in een gemeente, als die gemeente de gevonden fraude niet volledig registreert. Voor dergelijke gemeenten geven de cijfers die in tabel 1 zijn verwerkt, een onderschatting van wat feitelijk aan fraude is opgespoord. In hoofdstuk negen gaan we daar nader op in. Door terugkoppeling van het cijfermateriaal wil de inspectie deze gemeenten een impuls geven om vollediger te gaan registreren. Onmiskenbaar is niettemin dat het totaal aan geconstateerde (en geregistreerde) fraude oploopt met de gemeentegrootte, zowel gemeten in aantallen als in euro s per honderd cliënten. Het gemiddelde fraudebedrag per geval laat niet een dergelijke sterke en eenduidige samenhang met de gemeentegrootte zien. Tabel 1 Karakteristieken van geconstateerde fraude > alle gemeenten inwoners inwoners inwoners inwoners inwoners > inwoners aantal misbruikgevallen per 100 cliënten minder dan vier 67% 53% 33% 37% 61% vier tot acht 8% 34% 33% 20% 14% meer dan acht 25% 13% 33% 43% 25% geen gegevens benadelingsbedrag per 100 cliënten minder dan euro 64% 40% 0% 0% 52% tot euro 27% 20% 67% 57% 29% meer dan euro 9% 40% 33% 43% 19% geen gegevens gemiddeld benadelingsbedrag per geval minder dan euro 56% 33% 0% 23% 47% tot euro 11% 27% 67% 45% 19% meer dan euro 33% 40% 33% 32% 34% geen gegevens Als gemeenten per honderd cliënten veel gevallen van fraude opsporen, zijn uiteraard ook de fraudebedragen per honderd cliënten hoog. Echter in een gemeente waar twee keer zoveel gevallen worden geconstateerd als in een andere gemeente is het totale fraudebedrag minder dan twee keer zo hoog. Gemeenten met een relatief groot aantal gevallen van geconstateerde fraude worden namelijk in doorsnee gekenmerkt door lage gemiddelde fraudebedragen per geval. Het verband is sterker bij de gemeenten met meer dan vijftigduizend inwoners, waar uitschieters onder de geconstateerde fraudegevallen een geringere rol spelen. 18 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

19 Het aantal gevallen van opgespoorde fraude is groter en het fraudebedrag per geval kleiner naarmate gemeenten in beleidsplannen en beleidsverslagen meer in detail op handhaving ingaan. Ook gemeenten die langs meer kanalen voorlichting over misbruikbestrijding geven, sporen meer gevallen van fraude op, met een lager gemiddeld fraudebedrag per geval. Deze uitkomst geeft weinig steun aan de veronderstelling dat gemeenten die weinig fraude opsporen dit kunnen toeschrijven aan effectieve preventie, waardoor er onder hun bijstandsontvangers minder fraude voorkomt. Dergelijke gemeenten zijn in doorsnee juist minder actief met voorlichting. 5.4 De opsporingscapaciteit Voor het onderzoeken van fraudesignalen hebben gemeenten zelf of samen met andere gemeenten opsporingsfunctionarissen in dienst. Ruwweg tweederde van hen heeft als sociaal rechercheur opsporingsbevoegdheid, eenderde deel niet. Met de verkregen gegevens, die alle gemeenten konden leveren, is een schatting te maken van het totale aantal sociaal rechercheurs in Nederland. Deze komt uit op circa vierhonderd, een aantal dat niet sterk afwijkt van het aantal in Een wat minder nauwkeurige schatting van het landelijke totaal aan bijzondere onderzoekers komt uit op rond de 625, ofwel één opsporingsfunctionaris op vijfhonderd uitkeringsontvangers. Daarmee zou het totale aantal opsporingsfunctionarissen, na een voortdurende stijging vanaf 1997, zijn gedaald. De totale formatie aan functionarissen met en zonder opsporingsbevoegdheid geeft het meest complete beeld van de opsporingscapaciteit die bij gemeenten aanwezig is. Het kwart van de gemeenten die daarin het meest investeren, steekt bijna tweemaal zoveel menskracht in fraudeonderzoek als het kwart dat er de minste capaciteit in steekt, al zullen bij die laatste gemeenten misschien meer andere medewerkers bijdragen leveren aan het onderzoeken van fraudesignalen. Voor het onderling vergelijken van gemeenten is namelijk een probleem dat de taakverdeling tussen functionarissen zonder opsporingsbevoegdheid en andere medewerkers van een sociale dienst niet in elke gemeente dezelfde is. Ondanks deze vergelijkingsproblemen blijkt uit de gegevens dat in gemeenten van vergelijkbare grootte bij inzet van meer opsporingsfunctionarissen gemiddeld genomen wat meer fraude wordt opgespoord, vooral als dit in euro s wordt uitgedrukt. Het gemiddelde fraudebedrag per geval is niet lager bij inzet van meer bijzondere onderzoekers. 19 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

20 20 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

21 6 Afhandeling van geconstateerde fraude 6.1 Boeten en processen verbaal Volgens de Wet Boeten moet een gemeente bij het constateren van fraude ofwel aangifte doen zodat strafrechtelijke afdoening kan volgen ofwel een administratieve boete toepassen. In beginsel moet het aantal boeten en processen verbaal samen dan ook minstens gelijk zijn aan het aantal gevallen van geconstateerde fraude. De verhouding daartussen is dus een indicator voor de kwaliteit van de uitvoering op dit onderdeel. Zuiver is zij niet, omdat boeten ook opgelegd kunnen worden als cliënten niet of te laat inlichtingen verstrekken. Grafiek 1 laat zien dat vooral bij gemeenten met minder dan honderdduizend inwoners het aantal boeten groter is dan het aantal gevallen van fraude. Een berekening van het aantal boeten per honderd cliënten voor heel Nederland komt uit op ruim 6,5. Omdat rekening is gehouden met de verschillende aantallen cliënten in de verschillende grootteklassen komt vooral de uitvoeringspraktijk van de grote gemeenten in dit cijfer tot uitdrukking. Het aantal processen verbaal komt uit op circa zeven per duizend uitkeringsontvangers, zonder noemenswaardige verschillen tussen de gemeentegrootteklassen. Dit aantal is niet in de grafiek verwerkt. Grafiek 1 Het aantal boeten en gevallen van geconstateerde fraude per honderd uitkeringsontvangers 9 Volgens accountantsrapportages heeft in ,8 procent van de gemeenten ten onrechte boeten achterwege gelaten. Daarbij zou van een onderschatting sprake kunnen zijn, doordat van een beperkte definitie (en registratie) van fraude wordt uitgegaan en op basis daarvan een (toch al beperkt) aantal cliëntdossiers wordt bezien. Het validatieonderzoek dat IWI houdt, kan daar geen uitsluitsel over geven, omdat daarbij de steekproef van de accountant het vertrekpunt is. Het is niet waarschijnlijk dat de vertekening die kan optreden omdat een gemeente pas in 2002 boeten oplegt of aangifte doet bij fraudegevallen die in 2001 zijn geconstateerd zo groot is dat de discrepantie van onze uitkomsten met die van de accountants daaraan is toe te schrijven. 10 Indien daarvoor dringende redenen zijn, kunnen burgemeester en wethouders van het opleggen van een boete afzien inwoners inwoners aantal opgelegde boeten aantal gevallen van misbruik > inwoners alle gemeenten > inwoners De verschillen tussen afzonderlijke gemeenten bij het opleggen van boeten zijn bijzonder groot. Bij gemeenten die veel boeten opleggen, is de gemiddelde boete lager. Zij passen, met andere woorden, lage boeten toe bij onregelmatigheden die andere gemeenten zonder boete (bijvoorbeeld met een waarschuwing) laten passeren. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om reacties op het niet of te laat inleveren van inkomstenformulieren. Er zijn echter ook gemeenten die fraude constateren en het als zodanig registreren, maar dan niet altijd een boete opleggen (en ook geen aangifte doen). Door de onzuiverheid van de indicator kunnen zij ook vertegenwoordigd zijn onder de gemeenten waar het aantal boeten en processen verbaal samen groter is dan het aantal gevallen van fraude. Echter, het is zeker aan de orde bij het kwart van de gemeenten waar het aantal boeten en processen verbaal samen kleiner is dan het aantal fraudegevallen. 9 Op een enkel geval na gaat het daarbij zeker niet om het incidenteel achterwege laten van een boete. 10 Het achterblijven van het aantal boeten bij het aantal fraudegevallen is vaker aan de orde naarmate gemeenten groter zijn, zoals grafiek 2 laat zien. 21 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

22 Grafiek 2 Boeten en processen verbaal in verhouding tot het aantal gevallen van geconstateerde fraude 100% 80% 60% 40% 20% 0% inwoners inwoners > inwoners alle gemeenten > inwoners minder boeten en processen verbaal dan misbruik evenveel of meer boeten en processen verbaal dan misbruik Bijna de helft van de gemeenten met minder dan honderdduizend inwoners slaagt erin het saldo aan uitstaande vorderingen in verband met nog te innen boeten te laten dalen. Bij grotere gemeenten komt dat duidelijk minder vaak voor. 6.2 Terugvordering van ten onrechte ontvangen uitkeringen 11 Het totale debiteurensaldo is van 1997 tot en met 2000 licht teruggelopen. Debiteuren in de Algemene bijstandswet, Inspectie Werk en Inkomen, Een recenter cijfer is nu nog niet beschikbaar. Het aantal gemeenten met voldoende cijfermateriaal in onze steekproef is trouwens te klein om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen, of de ontwikkeling van het saldo aan nog terug te vorderen fraudeschulden afwijkt van die van het totale debiteurensaldo. Uitkeringen die als gevolg van fraude ten onrechte zijn ontvangen, moeten gemeenten terugvorderen. Dit is lastiger en neemt een langere periode in beslag dan het innen van boeten, omdat het gemiddeld om veel hogere bedragen gaat. Het saldo aan uitstaande vorderingen en de geïnde bedragen worden hier veel meer door in het verleden geconstateerde fraude bepaald. Dit saldo aan uitstaande vorderingen in verband met fraude is gedaald bij de helft van de gemeenten die hierover toereikende cijfers konden leveren, ook als afboekingen buiten beschouwing worden gelaten. Dit beeld is vrijwel geheel te danken aan gemeenten met minder dan honderdduizend inwoners. Bij de grote gemeenten groeien de saldi vaker, zij het bijna overal met minder dan een kwart van de stand aan het begin van het jaar. 11 Uit de verkregen cijfers is bovendien te berekenen hoe het bedrag dat een gemeente in 2001 voor terugvordering in aanmerking brengt, zich verhoudt tot het benadelingsbedrag dat met de in 2001 geconstateerde fraude gemoeid was. Een kwart van de gemeenten voert meer dan een tiende deel van het fraudebedrag niet voor terugvordering op. In middelgrote gemeenten doet dit zich het vaakst voor. Bij de meeste gemeenten is het bedrag dat voor terugvordering in aanmerking komt echter veel groter dan de bedragen waarvoor fraude is geconstateerd. De registratie van fraude dekt bij veel gemeenten namelijk niet het volledige aantal gevallen waarin uitkeringen worden teruggevorderd omdat verwijtbaar onjuiste inlichtingen zijn verstrekt - het aantal dat in de debiteurenstatistiek wordt bijgehouden. Bij gemeenten die meer proberen terug te vorderen van het totaalbedrag dat in 2001 met fraude was gemoeid, is ook het aantal boeten en processen verbaal in verhouding tot het aantal gevallen van geconstateerde fraude hoger. 22 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

23 Bijna de helft van de gemeenten in de steekproef geeft prioriteit aan het terugvorderen van fraudeschulden. Dat betekent onder meer dat als iemand meer dan één schuld aan de sociale dienst heeft, de van hem ontvangen bedragen eerst worden afgeboekt op zijn fraudeschuld. Pas als die is afgelost, worden andere schulden aan de sociale dienst weggewerkt. Gemiddeld sporen deze gemeenten wat meer fraude op, met lagere gemiddelde fraudebedragen per geval, en weten zij wat meer in te vorderen. Dit is echter vooral toe te schrijven aan enkele gemeenten met heel gunstige uitkomsten. De samenhang tussen het geven van prioriteit aan fraudeschulden en lage gemiddelde fraudebedragen is ook bij de vorige monitor gevonden, de andere samenhangen niet. Ook de helft van de steekproefgemeenten heeft een regeling om fraudeschulden af te kopen. Bij de vorige MenO-monitor bleek dat van dergelijke regelingen zo weinig gebruik wordt gemaakt dat het bestaan ervan op gegevens als de bovenstaande geen noemenswaardige invloed heeft. Gemeenten die prioriteit geven aan fraudeschulden zijn een fractie minder geneigd om een afkoopregeling in het leven te roepen. 6.3 Afspraken met het Openbaar Ministerie 12 Een vergelijkbare conclusie wordt getrokken voor het terrein van de sociale verzekeringen in Alles op tafel. De samenwerking tussen opsporingsdiensten voor de sociale verzekeringen en het Openbaar Ministerie, Inspectie Werk en Inkomen, Het Openbaar Ministerie is ervoor verantwoordelijk dat de opsporing van uitkeringsfraude door de sociale recherche volgens de regels van de rechtsstaat plaatsvindt. Ook als het om de strafrechtelijke afdoening gaat is het Openbaar Ministerie aan zet, nadat de sociale recherche (of bij ontbreken daarvan de reguliere politie) proces verbaal heeft opgemaakt. Met het oog op deze rolverdeling tussen gemeente en Openbaar Ministerie heeft IWI nagegaan of er tussen beide partijen afspraken zijn gemaakt over het opsporingsproces, het aantal voor strafrechtelijke aandoening aan te leveren zaken, onderling structureel overleg en het uitbrengen van afloopberichten. Die laatste moeten er voor zorgen dat in geval van seponeren alsnog administratiefrechtelijke afdoening volgt. Het ontbreken van afspraken is, ook bij de kleinere gemeenten, uitzondering. Alleen voor afspraken over het aantal zaken dat gemeenten zullen aanleveren voor strafrechtelijke vervolging geldt dit niet. Deze afspraken komen het meest voor bij gemeenten met meer dan inwoners. Met afspraken over aan te leveren zaken loopt het, als ze er zijn, nog wel eens mis. Acht van de negentien steekproefgemeenten met een afspraak hebben de geraamde aantallen niet gehaald. Ook andere afspraken worden soms niet volledig nagekomen. Uit de toelichting die gemeenten op aanwezige knelpunten hebben gegeven, blijkt echter dat de problemen zelden of nooit leiden tot ernstige verstoring van werkprocessen. 12 Er is geen samenhang tussen het aantal knelpunten in de relatie met het Openbaar Ministerie - opgevat als het ontbreken van een afspraak of het niet nakomen ervan - en andere indicatoren die op knelpunten in de handhaving kunnen wijzen. 23 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

24

25 7 Vergelijking met de monitor over Monitor misbruik en oneigenlijk gebruik Algemene bijstandswet 2000, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, februari Uit eerdere monitoren is een aantal knelpunten in de uitvoering van de Abw naar voren gekomen. We vergelijken de uitkomsten uit de MenO-monitor 2001 met die van iin 2000 betroffen het vrijwel in zijn geheel andere gemeenten. Gebrekkig cijfermateriaal Ten opzichte van de MenO-monitor 2000 is de beschikbaarheid van opgevraagde gegevens er niet op vooruitgegaan. Vooral de middelgrote gemeenten kunnen eerder minder dan meer van de gevraagde cijfers leveren. Ongeacht de gemeentegrootte zijn minder gegevens over aantallen boeten aanwezig. Door deze stand van zaken blijft de vergelijking van cijfermateriaal over 2000 en 2001 grotendeels buiten beschouwing. Een onvolledig ingerichte beleidscyclus Drie gemeenten in de steekproef besteden in hun beleidsplannen geen aandacht aan handhaving. Bij de vorige MenO-monitor kwam dat niet voor. Het werken met kwantitatieve doelstellingen heeft sinds de vorige meting niet meer ingang gevonden en blijft beperkt tot één op de vijf beleidsplannen. De inzet van personele en financiële middelen blijft in vrijwel alle beleidsplannen onbesproken. Beschrijvingen van de beleidsinstrumenten die gemeenten willen inzetten komen wel vaker aan de orde dan bij de vorige meting, vooral doordat de kleinere gemeenten hieraan meer aandacht besteden. Beleidsverslagen en andere rapportages bevatten in vergelijking met de vorige meting wat minder onderwerpen. 14 Kwaliteit in fraudebestrijding. Naar een integrale aanpak voor de lokale Abw-praktijk, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/TKB/RADAR, Een laag tempo bij het doorvoeren van innovaties Net als in 2000 heeft een kleine minderheid van kleinere en middelgrote gemeenten een specifieke procedure voor risicovolle gevallen, controle op maat, uitgeschreven. 14 Ook grote gemeenten maakten in 2001 niet vaker van deze methode gebruik. En net als in 2000 zijn slechts enkele gemeenten in de steekproef bezig risicoprofielen te ontwikkelen. Enig tegenwicht biedt de ruime mate waarin zeker grotere gemeenten in hun beleidsplannen voor 2001 de implementatie van het IB aan de orde hebben gesteld, en zich vrij vaak ook hebben beraden op de financiële middelen die dat zal vergen. Een weinig frequente preventieve voorlichting Betrekkelijk weinig gemeenten geven voorlichting over rechten en plichten van uitkeringsontvangers en over misbruikbestrijding bij wijziging van verplichtingen en bij het aanbieden van werk en van activeringstrajecten. In vergelijking met 2000 is geen toename te constateren, in het bijzonder niet bij de kleinere gemeenten. Weinig intensief heronderzoek De uitkomsten over de uitvoering van heronderzoeken wijken in 2001 niet sterk af van die in De frequentie is wat lager, en het aandeel tijdig uitgevoerde heronderzoeken ongunstiger. Daarmee blijft ook het patroon ongewijzigd dat gemeenten gemiddeld genomen minder heronderzoek doen naarmate zij groter zijn. De aandachtsverdeling tussen witte en overige fraude Door de gebrekkigheid van uitgesplitste cijfers kan IWI hier geen uitspraak over doen. Duidelijk is wel, ook uit de CBS-statistiek, dat witte fraude dan wel fraude die naar aanleiding van signalen van de Belastingdienst wordt opgespoord een groot aandeel blijft houden in het totaal aan fraude. Vergeleken met 2000 zijn in de achterstanden die bestaan bij het afhandelen van belastingsignalen geen noemenswaardige wijzigingen te constateren. Vooral bij grote gemeenten spelen deze een rol. 25 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

26 Een weinig doortastende afwikkeling van geconstateerde fraude Het aantal boeten is vergeleken met 2000 gestegen. De stijging doet zich in alle grootteklassen voor. Niettemin blijven de verschillen tussen gemeenten groot. Het aantal aangiften voor strafrechtelijke vervolging is praktisch constant. Het totaalbedrag aan uitstaande schulden als gevolg van fraude laat geen duidelijk dalende tendens zien, zoals ook uit de vorige meting bleek. 26 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

27 8 Aanwezigheid en kwaliteit van het cijfermateriaal 8.1 Aanwezigheid van cijfers 15 Enkele cijfers zijn slechts bij een beperkt aantal gemeenten aanwezig. Zij zijn buiten de analyse gehouden. De mate waarin de opgevraagde gegevens beschikbaar zijn, is te beschouwen als een goede indicatie voor de mate waarin gemeenten aan de opsporing en afdoening van fraude sturing kunnen geven. De cijfers kunnen bovendien worden gebruikt om de gemeenteraad inzicht te geven in de verrichte inspanningen en behaalde resultaten. Bij elk opgevraagd cijfer afzonderlijk blijkt dat tien tot twintig gemeenten er niet over beschikken. De aanwezigheid van cijfermatige gegevens over de verschillende deelterreinen blijkt sterk samen te hangen. Gemeenten die weinig cijfermateriaal over het aantal uitgevoerde fraudeonderzoeken en de geconstateerde fraude hebben, beschikken vaak ook over minder cijfermateriaal over bijvoorbeeld het terugvorderen en innen van fraudeschulden. Ook over de uitvoering van het heronderzoek zijn dan minder cijfers aanwezig, al is die samenhang wat minder sterk. Uit grafiek 3 blijkt dat de ruim veertig procent van de gemeenten die over het meeste cijfermateriaal beschikken, 25 of meer van de in totaal 29 opgevraagde cijfers kunnen leveren. 15 Dergelijke gemeenten komen in alle grootteklassen evenveel voor. Verschillen naar gemeentegrootte zijn er wel in het aandeel van gemeenten waar cijfermateriaal uitgesproken schaars is. Dit doet zich bij kleinere en grote gemeenten wat meer voor. In deze gemeenten biedt de informatiehuishouding bijzonder weinig mogelijkheden voor het bewaken en sturen van werkprocessen. Slechts enkele minder goede scores houden verband met tijdelijke situaties, zoals de overgang op nieuwe software en gemeentelijke herindelingen. Grafiek 3 Aanwezigheid van cijfermateriaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% inwoners inwoners > inwoners vijfentwintig cijfers of meer zestien tot vierentwintig cijfers vijftien cijfers of minder alle gemeenten > inwoners Voor zover dat bij het ontbreken van cijfers na te gaan is, blijkt de afwezigheid van cijfermateriaal niet rechtstreeks van invloed op de kwaliteit van het gemeentelijk presteren. 27 Inspectie Werk en Inkomen Facetten van handhaving van de Algemene bijstandswet

*Z037FAFAFFE* Handhavingsverordening sociale regelingen Goeree-Overflakkee 2015

*Z037FAFAFFE* Handhavingsverordening sociale regelingen Goeree-Overflakkee 2015 *Z037FAFAFFE* Registratienummer: Z -14-27454 / 29627 Handhavingsverordening sociale regelingen Goeree-Overflakkee 2015 De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017

Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 Verordening Handhaving Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Krimpen aan den IJssel 2017 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Deze verordening verstaat onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Gemeente Grave DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het

Nadere informatie

Fraudeverordening gemeente Lelystad 2004

Fraudeverordening gemeente Lelystad 2004 Fraudeverordening gemeente Lelystad 2004 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Fraudeverordening gemeente Lelystad 2004 Citeertitel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT gelet op de artikelen 7 en 8 en 10, tweede lid, van de

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 0 1 januari 1900 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Appingedam; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 15 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8b, van de Participatiewet

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

WET WERK EN BIJSTAND (WWB) KOMPAS

WET WERK EN BIJSTAND (WWB) KOMPAS BELEIDSREGELS FRAUDE WET WERK EN BIJSTAND (WWB) KOMPAS INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1.1 Ineiding 1.2 Wie doet wat 1. 1. 1.5 Inlichtingenbureau Vormen van fraude a. Identiteitsfraude b. Inkomstenfraude c.

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009 Gemeenteraad Onderwerp: Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn Registratienummer: 09.13039 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; Nummer: Onderwerp: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (Wwb). De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haaksbergen; gelet op de Wet werk en bijstand,

Nadere informatie

: 23 augustus 2011 : 5 september 2011. : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke

: 23 augustus 2011 : 5 september 2011. : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raad vergadering : 23 augustus 2011 : 5 september 2011 Documentnr. Zaaknummer : 598 : Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid

Nadere informatie

Antimisbruikverordening (geldig vanaf 01-01-2012)

Antimisbruikverordening (geldig vanaf 01-01-2012) Antimisbruikverordening (geldig vanaf 01-01-2012) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling Gemeente Dalfsen Antimisbruik verordening Wet werk

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019 gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen besluit

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen besluit Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Drimmelen (na vaststelling van de Wijzigingsverordening Sociale Zekerheid 2012, gemeente Drimmelen) De raad van de gemeente Drimmelen; gezien het

Nadere informatie

Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003. Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau

Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003. Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau Een onderzoek naar het gebruik van samenloopsignalen door gemeenten in 2003 Inspectie Werk en Inkomen Samenloopsignalen van het Inlichtingenbureau Aan deze

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Handhavingsverordening 2015 GR Ferm Werk

Handhavingsverordening 2015 GR Ferm Werk Handhavingsverordening 2015 GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet op: - artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015

Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015 Verordening handhaving Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Lingewaard 2015 Raadsbesluit 4 december 2014 Naam opsteller M. Huberts Datum vaststelling 4 december 2014 Afdeling Dienstverlening Vastgesteld

Nadere informatie

Fraude opsporen in het buitenland?

Fraude opsporen in het buitenland? Fraude opsporen in het buitenland? Grenzeloze samenwerking en handhaving door Internationaal Bureau Fraude-informatie VOOR RE-INTEGRATIE EN TIJDELIJK INKOMEN Waarom deze brochure? Het kabinet wil de internationale

Nadere informatie

van het raadslid dhr. M. Punte (VVD) over opsporing bijstandsfraude

van het raadslid dhr. M. Punte (VVD) over opsporing bijstandsfraude gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6334 Inboeknummer 15BST00606 Beslisdatum B&W 26 mei 2015 Dossiernummer 15.22.103(2.2.1) Raadsvragen van het raadslid dhr. M. Punte (VVD) over opsporing bijstandsfraude

Nadere informatie

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5

Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL. Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5 Beleidsregels Boete ISD BOL 2018 Het Dagelijks Bestuur van ISD BOL BESLUIT»» Vast te stellen de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 8 In te trekken de Beleidsregels Boete ISD BOL 201 5 Artikel 1 - Begripsbepalingen

Nadere informatie

17050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

17050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies 17050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Nr. 566 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 0710660 Ag nr. : Datum :20-12-07

Raadsvoorstel Reg. nr : 0710660 Ag nr. : Datum :20-12-07 Raadsvoorstel Reg. nr : 0710660 Ag nr. : Datum :20-12-07 Onderwerp Fraudeverordening Boxtel 2008 Status Besluitvormend Voorstel Vast te stellen de Fraudeverordening Boxtel 2008, onder gelijktijdige intrekking

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de algemene wet

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel. Strengere aanpak bijstandsfraude

Initiatiefvoorstel. Strengere aanpak bijstandsfraude Initiatiefvoorstel Strengere aanpak bijstandsfraude Gemeenteraadsfractie Rotterdam Maarten van de Donk 29 oktober 2013 Inleiding Wie kan werken, hoort niet van een uitkering afhankelijk te zijn. Wie buiten

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012 Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012 Handhaving verordening Gemeente Culemborg ex artikel 18 WWB en artikel 35 IOAW/Z Handhavingverordening Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van..., Gehoord de Raadscommissie Samenleving

Nadere informatie

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015.

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015. - 1 - Raadsvoorstel ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt Registratienummer 2014-000985/r Portefeuillehouder CT Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel nee ja, Concept besluit Begrotingswijziging

Nadere informatie

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 20 oktober 2014 Besluit nummer Onderwerp IOAW en IOAZ : RB14.0119 : Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, De raad van de gemeente

Nadere informatie

Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling

Beleidsartikelen. 7.1 Algemene beleidsdoelstelling BELEIDSARTIKEL 7 INKOMENSGARANTIE VOOR HERKEURDE ARBEIDSONGESCHIKTEN 7.1 Algemene beleidsdoelstelling Het bieden van een inkomensvoorziening aan oudere herkeurde arbeidsongeschikten die op basis van het

Nadere informatie

De meest recente cijfers van het CBS laten in Q een openstaand saldo van 1,44 miljard zien. 2

De meest recente cijfers van het CBS laten in Q een openstaand saldo van 1,44 miljard zien. 2 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN

MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN BENCHMARK WWB 2008 MANAGEMENTSAMENVATTING VIERDE KW ARTAAL GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN 1 MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN De benchmark maakt prestaties van sociale diensten zichtbaar door

Nadere informatie

HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010

HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010 Nr. XI / 7C HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND EN WET INVESTEREN IN JONGEREN DE WOLDEN 2010 De raad van de gemeente De Wolden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2010;

Nadere informatie

FRAUDEGEVALLEN IN WWB BOVEN DE AANGIFTEGRENS

FRAUDEGEVALLEN IN WWB BOVEN DE AANGIFTEGRENS FRAUDEGEVALLEN IN WWB BOVEN DE AANGIFTEGRENS Opdrachtgever Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Daan Ooms Marcel Spijkerman Rotterdam, 27 maart 2012 FRAUDEGEVALLEN IN WWB BOVEN DE AANGIFTEGRENS

Nadere informatie

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Den Helder Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. 17 december 2012 Besluit nummer : RB 12.0222 Onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 De raad

Nadere informatie

Beleidsregels bestuurlijke boete (Fraudewet) Ede 2017

Beleidsregels bestuurlijke boete (Fraudewet) Ede 2017 Beleidsregels bestuurlijke boete (Fraudewet) Ede 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van 20 juni 2017, zaaknummer 70366; besluit vast te stellen de:

Nadere informatie

Leidinggevende Datum Paraaf Registratienummer Victor Ledeboer. Portefeuillehouder Programmawethouder Paraaf deponeren

Leidinggevende Datum Paraaf Registratienummer Victor Ledeboer. Portefeuillehouder Programmawethouder Paraaf deponeren Collegevoorstel Onderbouwing Evelien Heisterkamp Collegevoorstel Auteur Datum Paraaf Leidinggevende Datum Paraaf Registratienummer Victor Ledeboer Directeur Datum Paraaf Datum T. Berben 27-02-2011 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ HANDHAVINGSVERORDENING WWB officiële titel Citeertitel Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ wettelijke grondslag Artikel 8a Wet Werk

Nadere informatie

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Belastingdienst Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Datum Convenant samenwerking 64 Suwt Pagina 1 van 5 Partijen: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheld handelend in

Nadere informatie

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren.

Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Beleidsregels Boete Participatiewet/Bbz, IOAW en IOAZ Sociale Dienst Oost Achterhoek 2015 en volgende jaren. Artikel 1. Gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid. 1. Het college maakt gebruik van de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/F&W/04/9756

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage SV/F&W/04/9756 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid H.M. Koppert (Leefbaar Rotterdam) over Basisregistratie Personen.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid H.M. Koppert (Leefbaar Rotterdam) over Basisregistratie Personen. Rotterdam, 26 maart 2013. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid H.M. Koppert (Leefbaar Rotterdam) over Basisregistratie Personen. Aan de Gemeenteraad. Op 8 januari 2013

Nadere informatie

Een signaal voor gemeenten. Onderzoek naar de bestrijding van witte fraude in de bijstand met behulp van belastingsignalen

Een signaal voor gemeenten. Onderzoek naar de bestrijding van witte fraude in de bijstand met behulp van belastingsignalen Een signaal voor gemeenten Onderzoek naar de bestrijding van witte fraude in de bijstand met behulp van belastingsignalen Inspectie Werk en Inkomen Een signaal voor gemeenten Aan deze rapportage werkten

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN De raad van de gemeente Buren, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, gelet op artikel 8a van de

Nadere informatie

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe

Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: Verordening Handhaving inkomensvoorzieningen Olst-Wijhe Olst-Wijhe, 10 maart 2015 doc. nr.: 15.013680 De raad van de gemeente Olst-Wijhe; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2015, nr. 2015/21; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018

Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018 Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2018 Het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân, gelet op art. 18a Participatiewet en art. 20a van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Aan welke eisen moet het beveiligingsplan voldoen?

Aan welke eisen moet het beveiligingsplan voldoen? Vragen en antwoorden n.a.v. brief aan colleges van B&W en gemeenteraden over verplichtingen Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), de Wet SUWI en de Wet Eenmalige Gegevensuitvraag. Aan welke eisen moet

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-12;

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Citeertitel

Nadere informatie

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 39 Besluit: Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad 6 E WIJZIGING MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-081 8 juli 2005 9.30 uur De in dit persbericht genoemde cijfers over de bijstandsuitkeringen zijn aangepast. Zie hiervoor de persmededeling van 11 augustus

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Definities Alle begrippen die verder in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven

Nadere informatie

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO) Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO) Fractie: Naam: Onderwerp: Beantwoording Datum indiening vragen: Datum beantwoording: VVD Noordoostpolder Willem Keur Fraudecijfers WWB x Ja, kan verspreid via

Nadere informatie

WAARDERINGSKAMER RAPPORT. Betreft: Datum: 1 februari 2012. Onderzoek invloed "no-cure-no-pay-bezwaren" op uitvoering Wet WOZ

WAARDERINGSKAMER RAPPORT. Betreft: Datum: 1 februari 2012. Onderzoek invloed no-cure-no-pay-bezwaren op uitvoering Wet WOZ WAARDERINGSKAMER RAPPORT Betreft: Onderzoek invloed "no-cure-no-pay-bezwaren" op uitvoering Wet WOZ Datum: 1 februari 2012 1 1. Inleiding De Waarderingskamer heeft in opdracht van de staatssecretaris van

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT

TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT TOEZICHT OP DE TAAKUITVOERING VAN TOEZICHT EN HANDHAVING DOOR DE GEMEENTE Roerdalen Gemeente: Roerdalen Gemeentenummer: 1669 Onderzoeksnummer: 292907 Datum onderzoek: 16 februari - 27 maart 2017 Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2097

ECLI:NL:CRVB:2016:2097 ECLI:NL:CRVB:2016:2097 Instantie Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 08-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-5893 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS Het college van de gemeente Hellevoetsluis B E S L U I T : Vast te stellen: De volgende beleidsregels terugvordering Participatiewet

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340

Rapport. Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340 Rapport Datum: 26 september 2003 Rapportnummer: 2003/340 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het UWV, kantoor Groningen, tot het moment dat hij laatstelijk contact had met de Nationale ombudsman (2 september

Nadere informatie

Visie op Hoogwaardig Handhaven

Visie op Hoogwaardig Handhaven Visie op Hoogwaardig Handhaven Fraudepreventie en repressie in balans Missie: Zakelijk, duidelijk en streng, om sociaal te kunnen zijn en blijven Gemeente Overbetuwe mei 2004 Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2009;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2009; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Vragen over de relatie tussen registraties van UWV en GBA Ons kenmerk: 2011Z09551/2011D26264

Vragen over de relatie tussen registraties van UWV en GBA Ons kenmerk: 2011Z09551/2011D26264 Commissie BiZa Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer mr. J.P.H. Donner de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer H.G.J. Kamp Plaats en datum: Den Haag, 25

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging

Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging Beleidsregels boeteoplegging Participatiewet,IOAW en IOAZ 2015 gemeente Heemskerk, eerste wijziging 1 december 2015 BIVO/2015/30166 *Z01AEE43B8E* Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Waarschuwing

Nadere informatie

Bestuursrechtelijke sancties en boetes bij fraude

Bestuursrechtelijke sancties en boetes bij fraude Bestuursrechtelijke sancties en boetes bij fraude Nota van bevindingen datum 18 maart 2013 status definitief Inhoud 1 Samenvatting en conclusie 3 2 Inleiding 7 2.1 Algemeen 7 2.2 Specifiek 9 2.2.1 Doelstelling

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag SV/UB/01/16871

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag SV/UB/01/16871 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN

SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN SPECIFIEK ONDERZOEK AAN- EN AFWEZIGHEIDSREGISTRATIE EN MELDING VERZUIM ZONDER GELDIGE REDEN Zadkine Logistiek medewerker Logistiek medewerker (Logistiek medewerker) Logistiek teamleider Logistiek supervisor

Nadere informatie

Invloed van WW-gerechtigden op hun reïntegratietraject

Invloed van WW-gerechtigden op hun reïntegratietraject Invloed van WW-gerechtigden op hun reïntegratietraject Inspectie Werk en Inkomen Invloed van WW-gerechtigden op hun reïntegratietraject R05/14, oktober 2005 ISSN 1383-8733 ISBN 90-5079-135-2 2 Inspectie

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

2018D04704 LIJST VAN VRAGEN

2018D04704 LIJST VAN VRAGEN 2018D04704 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de Beleidsdoorlichting artikel 1 Belastingdienst (Kamerstuk 31 935, nr. 44) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris

Nadere informatie

In dit informatiebulletin zal worden ingegaan op een specifiek onderdeel van de nieuwe fraudewet, namelijk het Frauderegister.

In dit informatiebulletin zal worden ingegaan op een specifiek onderdeel van de nieuwe fraudewet, namelijk het Frauderegister. Inleiding Nieuwe wet Per 1 januari 2013 is de invoering van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving in het kort de Fraudewet - een feit. Doel van deze wet is een hardere aanpak van

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeevang, Gelet op artikel 18a van de Wet werk en bijstand, artikel 20a van

Nadere informatie

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

Kengetallen op maat. Stimulansz

Kengetallen op maat. Stimulansz Kengetallen op maat Stimulansz 1 INLEIDING Voor u ligt de rapportage Kengetallen op maat. Kengetallen op maat is een product van Stimulansz, gemaakt voor de abonnees van Stimulansz. In de rapportage wordt

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Grave;

De Raad van de gemeente Grave; De Raad van de gemeente Grave; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2011, en gelet op de artikelen 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 12, eerste lid, sub c van de Wet

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Verordening fraudebeleid WWB en WIJ Afdeling Werk, Inkomen en Zorg September 2009 1 Gemeente Achtkarspelen en gemeente Kollumerland c.a. de Raad van de

Nadere informatie

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk Raadsvoorstel *Z00439FA3CD* Aan de raad Documentnummer : INT-13-02777 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk Inleiding In de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Ons kenmerk N800/ Aantal bijlagen

Ons kenmerk N800/ Aantal bijlagen Openingstijden: maandag t/m vrijdag 08.30-17.00 uur Leden van de gemeenteraad Nijmegen Mariënburg 30 6511 PS Nijmegen Telefoon (024) 329 92 22 Telefax (024) 329 25 11 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres

Nadere informatie

Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout

Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Besloten door Deze versie is geldig tot (als

Nadere informatie

Afdeling: Beleid & Projecten Leiderdorp, 3-11-2009. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009;

Afdeling: Beleid & Projecten Leiderdorp, 3-11-2009. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009; Pagina 1 van 5 Versie 2 Afdeling: Beleid & Projecten Leiderdorp, 3-11-2009 Onderwerp: vaststellen Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 De raad der gemeente Leiderdorp: gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Gemeente Achtkarspelen Gemeente Kollumerland c.a. Verordening fraudebeleid WWB Afdeling Sociale Zaken November 2006 1 Gemeente Achtkarspelen en gemeente Kollumerland c.a. de Raad van de gemeente Achtkarspelen;

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 30 september Door tussenkomst van : Raadscommissie van 17 september Nummer :

Voorstel aan : Gemeenteraad van 30 september Door tussenkomst van : Raadscommissie van 17 september Nummer : Voorstel aan : Gemeenteraad van 30 september 2013 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 17 september 2013 Nummer : Onderwerp : Verordeningen Fraudewet (WWB/IOAW/IOAZ en bestuurlijke boete bij recidive)

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 750 Ingangsdatum: 01-01-2013

Afdeling Samenleving Richtlijn 750 Ingangsdatum: 01-01-2013 Afdeling Samenleving Richtlijn 750 Ingangsdatum: 01-01-2013 Bestuurlijke boete Inleiding Invoering per 1 januari 2013 Vanouds kent artikel 18 WWB de mogelijkheid om de bijstand en de verplichtingen af

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Onderwerp: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 NR. 19b De Raad van de gemeente Overbetuwe gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Overbetuwe d.d. 31 augustus 2004

Nadere informatie