Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Vluchtelingenbeleid Nr. 72 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 4 oktober 1990 De vaste Commissies voor Welzijn en Cultuur 1 en voor Justitie 2 hebben op 12 september 1990 mondeling overleg gevoerd met de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de staatssecretaris van Justitie over recente ontwikkelingen in het vluchtelingenbeleid. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Dees (VVD), Hermans (VVD), Niessen (PvdA), De Pree (PvdA), Lankhorst (Groen Links), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van der Heijden (CDA), Dijkstal (VVD), Nuis (D66), voorzitter, Doelman-Pel (CDA), Lilipaly (PvdA), Frissen (CDA), ondervoorzitter, Esselink (CDA), Koetje (CDA), Vliegenthart (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Versnel-Schmitz (D66), Van Middelkoop (GPV), Beijlen-Geerts (PvdA), Middel (PvdA), Valk (PvdA). Plv. leden: Laning-Boersema (CDA), Wiebenga (VVD), E. G. Terpstra (VVD), De Cloe (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Rosenmöller (Groen Links), Van Otterloo (PvdA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Eisma (D66), Janmaat-Abee (CDA), Jurgens (PvdA), Tuinslra (CDA), Krajenbrink (CDA), Vriens-Auerbach (CDA), Schoots (PvdA), Gerritse (CDA), Wolffensperger (D66), Van der Vlies (SGP), Huibers (CDA), Leerling (RPF), Ruigrok-Verreijt (PvdA), Verspaget (PvdA). De heer Krajenbrink (C.D.A.) was enigszins verrast door de zeer recentelijk binnengekomen notitie over het verwijderingsbeleid, waarop hij dan ook zeer globaal kon reageren. De aanhoudende stroom asielzoekers noopt tot een fundamentele bezinning op de (veel te lange) asielprocedure. Omdat de commissie-mulder rond de jaarwisseling zal rapporteren, zullen eventuele beleidsmaatregelen pas in het voorjaar van 1991 kunnen worden genomen. Daarop kan echter niet worden gewacht omdat de opvang grote zorgen baart. Daarom ook had de heer Krajenbrink waardering voor de pogingen van de staatssecretaris om te komen tot een verkorting van de asielprocedure. Het is verheugend dat er kennelijk onderscheid kan worden gemaakt tussen evident ongegronde verzoeken en gegronde verzoeken. Levert die schifting ook sneller duidelijkheid op voor de laatste categorie? De heer Krajenbrink was van mening dat de spoedprocedure niet categoriaal maar generaal moet worden toegepast en zeker niet specifiek voor de Roemenen omdat bij de situatie in dat land nog steeds de nodige vraagtekens kunnen worden geplaatst. De vraag is ook in hoeverre bij de 2 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA,) Stoffelen (PvdA), Gualthérie van Weezel (CDA), V. A M van der Burg (CDA), Schutte (GPV), Krajenbrink (CDA) Van Es (Groen Links), Korthals (VVD), Wiebenga (VVD), Laning Boersema (CDA), Vermeend (PvdA), Kohnstamm (D66), Wolffensperger (D66), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van Traa (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Korthals Altes (VVD), Koffeman (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), M. Zijlstra (PvdA), M. M. van der Burg (PvdA). Plv. leden: Stemerdink (PvdA), Apostolou (PvdA), Tegelaar-Boonacker (CDA), De Hoop Scheffer (CDA), J. T. van den Berg (SGP), Koetje (CDA), Brouwer (Groen Links), öijkstal (VVD), Koning (VVD), Van der Heijden (CDA), Schoots (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Groenman (D66), Van der Vaart (PvdA), Middel (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Doelman-Pel (CDA), Hillen (CDA), Rempt-Halmmans de Jongh (VVD), Vreugdenhil (CDA), Leerling (RPF), Van Nieuwenhoven (PvdA), Jurgens (PvdA) F ISSN SDU uitgeverij 's Gravenhage 1990 Tweede Kamer, vergaderjaar , 19637, nr. 72

2 spoedprocedure de individuele beoordeling in gevaar komt. Hij achtte het onjuist dat er kennelijk is gedreigd met inbewaringstelling op grond van artikel 26 van de Vreemdelingenwet. Dat artikel mag slechts worden toegepast als daarvoor aanleiding is. Welke criteria hanteert de staatsse cretaris overigens bij de toepassing? Het C.D.A. staat welwillend tegenover de door de staatssecretaris voorgestelde maatregelen omdat mensen ervan moeten worden weerhouden ten onrechte een beroep op de Nederlandse asielwetgeving te doen. Wanneer kunnen de betreffende wetsvoorstellen worden verwacht? Met het oog op een zorgvuldige en snelle procedure is een concen tratie van handelingen nodig in de AZC's. Te denken valt aan een verplichte aanmelding, gecontroleerd verblijf en afhandeling van de spoedprocedures. Waar mogelijk zou ook het kort geding in de AZC's moeten plaatsvinden en waar nodig moet enigerlei vorm van inbewa ringstelling niet uit de weg worden gegaan. De gedoogdenproblematiek is zeer dringend. Als volstrekt duidelijk is dat betrokkene niet terug kan naar het land van herkomst ware te overwegen een tijdelijke verblijfsvergunning te verstrekken onder zekere beperkingen. Daarbij zou kunnen worden gedacht aan het niet verlenen van de mogelijkheid tot gezinshereniging. Van groot belang is in ieder geval dat er een beslissing wordt genomen. Wordt de illegaliteit nu al krachtig aangepakt of wordt gewacht op het rapport van de commissie-zeevalking? Kan het uitzettingsbeleid effectief worden genoemd? De heer Krajenbrink was verheugd dat er thans serieus wordt gewerkt aan het installeren van een terugkeerbureau. Kunnen hieromtrent voorstellen tegemoet worden gezien of wordt dat langs andere weg geregeld? Overweegt de minister, de druk op de gemeenten te vergroten teneinde de opvangproblemen te verminderen? Hoe is thans de finan ciële stand van zaken? De heer Krajenbrink zou het onjuist vinden als de huidige AZC's werden omgebouwd tot besloten inrichtingen. Dat zou zeker leiden tot problemen met de betreffende gemeenten. Gemeenten hanteren vaak het argument dat zij te klein zijn om een AZC te herbergen. Is dat in het algemeen een valabel argument? Kan de minister ook meedelen hoe de stand van zaken is met betrekking tot het verrichten van zinvolle activi teiten in de AZC's? De heer Krajenbrink hoopte dat op korte termijn de acute problemen het hoofd kunnen worden geboden. Een meer fundamentele discussie zal moeten worden gevoerd aan de hand van het rapport van de commissie-mulder en de herziening van de Vreemdelingenwet. Ten slotte vroeg hij de staatssecretaris naar de uitvoering van de motie-van Traa/De Hoop Scheffer over de handhaving van het UNHCR-kantoor. De heer Middel (P.v.d.A.) merkte op dat er geen enkele reden is voor paniek omdat in het begin van dit jaar al is voorzien dat er zulke grote aantallen asielzoekers het land zouden binnenkomen. Duidelijk is wel dat er maatregelen moeten worden genomen op het gebied van de asielpro cedure en de bijna vastgelopen opvang. Er zal serieus moeten worden nagegaan of het mogelijk is aan gedoogden, waarvan duidelijk is dat zij echt niet terug kunnen naar het land van herkomst, een verblijfsver gunning te verstrekken. Dat is niet alleen goed voor henzelf maar ook voor de Nederlandse samenleving als zij hun tijd goed kunnen besteden. De heer Middel meende dat het dienstig is, meer aandacht te besteden aan de instroom. De ROA kent een open-eind-financiering, want asiel zoekers moet in een land als Nederland een bestaansminimum worden gegarandeerd. Tegen de achtergrond van de wenselijkheid, het accent te leggen op de instroom vroeg hij de staatssecretaris hoeveel extra forma tieplaatsen bij de contactambtenaren, de vreemdelingenpolitie en de

3 rechterlijke macht nodig zijn als de asielprocedure wordt verkort. Een verkorte asielprocedure leidt tot ontlasting van de ROA; ook het gebruik maken van de 5%-regeling in het kader van de volkshuisvesting ten bate van mensen met een tijdelijke vergunning zou daartoe kunnen leiden. Voor de fractie van de P.v.d.A. staan de volgende twee uitgangspunten centraal: 1. Aan de beginselen van de rechtszekerheid mag onder geen enkele omstandigheid worden getornd. Elke asielzoeker heeft recht op een individuele beoordeling waartegen beroep moet kunnen worden aangetekend. 2. Het vluchtelingenbeleid moet gericht blijven op degenen die werkelijk in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus. Dat betekent datten aanzien van economische vluchtelingen een ontmoedigingsbeleid moet worden gevoerd. De heer Middel keerde zich op grond van de volgende argumenten tegen het hanteren van het instrument van de inbewaringstelling: er zijn juridische bezwaren tegen aan te voeren; het is de vraag of het beleids matig gezien wel kan; het is in vergelijking met andere maatregelen duur en ten slotte is het uit een oogpunt van medemenselijkheid ongewenst. Wel moet een verkorte procedure worden gevolgd ten aanzien van asiel zoekers waarvan vrijwel zeker is dat economische motieven hen ertoe hebben gebracht naar Nederland te komen. Er zal voor economische vluchtelingen een opvang moeten worden geconstrueerd waarbij de bewegingsvrijheid van betrokkenen formeel niet wordt belemmerd, maar waarbij het hen moeilijk wordt gemaakt in de illegaliteit te verdwijnen. Daartoe zullen enkele centra moeten worden ingericht waarin zij gedurende korte tijd kunnen verblijven. Er zou daarbij gewerkt moeten worden met een pasjessysteem, hetgeen mogelijk is op basis van artikel 18 van de Vreemdelingenwet. Ten slotte vroeg de heer Middel aandacht voor het geven van voorlichting in de Nederlandse ambassades in de Oosteuropese landen en sloot hij zich aan bij de vraag van de heer Krajenbrink over handhaving van het bureau van de UNHCR in Den Haag. De heer Wiebenga (V.V.D.) constateerde dat het opvangbeleid is vastgelopen. De minister toonde zich tijdens het mondelinge overleg in februari nogal optimistisch over de opvangmogelijkheden, maar nu logenstraffen de cijfers haar optimisme. De belangrijkste vraag is derhalve welke maatregelen de minister zal nemen om haar beleid om te buigen. Is de staatssecretaris voornemens de behandelcapaciteit voor de verwerking van asielaanvragen uit te breiden? Zijn daarvoor gelden op de begroting voor 1991 opgebracht en waarom zijn niet reeds in het kader van de Voorjaarsnota extra gelden bedongen? De heer Wiebenga kon instemmen met de proefprocedure voor kansloze asielzoekers, maar wees erop dat daarmee te laat is begonnen. Waarom is men zo selectief te werk gegaan? Er zal op dit punt een generaal beleid moeten worden gevoerd. Ook plaatste hij vraagtekens bij de organisatie van de proef omdat er niet voor gezorgd is dat de rechter binnen 24 uur een oordeel kan vellen. Met het nemen van noodmaatregelen kan niet worden gewacht op de rapporten van de commissies-mulder en Zeevalking. Omdat er sprake is van een noodsituatie is een verscherping van het uitzettingsbeleid nodig. De heer Wiebenga kon zich voorshands vinden in de voorstellen van de staatssecretaris met betrekklng tot het inrichten van een gesloten AZC, maar was wel van mening dat een en ander op wettelijke bepalingen moet worden gebaseerd. Asielzoekers die bij voorbeeld reisdocumenten hebben vernietigd of valse documentenhanteren zouden in aanmerking moeten komen voor inbewaringstelling. Dit is ook mogelijk op grond van b.v. conclusie 44-XXXVII-1986 van de Executive Committee van de Tweede Kamer, vergaderjaar , 19637, nr. 72

4 UNHCR en een bepaling van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens. Desgevraagd merkte de heer Wiebenga op dat de staatssecre taris uiteraard zal moeten aantonen dat de door hem voorgestane maatregelen niet vreemd zijn aan de Nederlandse rechtsstaat. Wanneer kan het benodigde voorstel tot wetswijziging worden verwacht? Ook de opzet van het kort geding dient in het geval van kansloze asiel zoekers te worden gewijzigd, wellicht naar analogie van de «Einzelent scheider» in de BRD die zeer snel een oordeel velt. Is het niet zinvol de visumplicht voor Roemenen en wellicht ook voor inwoners uit andere Oosteuropese landen aan te scherpen? Ten slotte merkte de heer Wiebenga op dat het kabinet ten spoedigste de reeds in februari bepleite maatregelen moet nemen. De heer Wolffensperger (D66) vond dat in de notitie over het verwij dermgsbeleid heldere en duidelijke keuzemogelijkheden worden voorgelegd. Er valt inderdaad niet te ontkomen aan een eenduidig en herkenbaar asielbeieid. Een dergelijk beleid moet het mogelijk maken de afloop van individuele asielverzoeken te voorspellen. De door de staats secretaris voorgestane inbewaringstelling in het kader van de spoedpro cedure staat echter op gespannen voet met artikel 26 van de Vreemde lingenwet omdat een dergelijke inbewaringstelling niet op groepen kan worden toegepast en omdat niet goed is aan te tonen dat sprake is van strijd met de openbare orde of de nationale veiligheid. Welk beleid wordt thans gevoerd? De heer Wolffensperger had echter oog voor de door de staatssecre taris gesignaleerde problemen. De situatie begint zo langzamerhand voor alle partijen onhoudbaar te worden. Er is (gelukkig) nog steeds sprake van een tolerante samenleving; de overheid heeft er echter tegen te waken dat die tolerantie te veel op de proef wordt gesteld. Als het maatschappelijk draagvlak afbrokkelt, heeft dat ook negatieve gevolgen voor de «echte» vluchtelingen. Daarnaast moet bedacht worden dat het probleem waarschijnlijk alleen maar groter zal worden. Het afschaffen van de enige rechtsgang - het kort geding - leek de heer Wolffensperger ongewenst; Nederland is een rechtsstaat en in het verleden zijn welbewust garanties in dit opzicht gegeven. Een andere mogelijkheid is het handhaven van de individuele beoordeling en het zo kort mogelijk laten zijn van de kort-geding-procedure in combinatie met het vasthouden van asielzoekers op een bekende plaats. Deze mogelijkheid zal bij gebrek aan alternatieven bij het zoeken naar oplos singen moeten worden betrokken. De heer Wolffensperger achtte de huidige situatie dermate ernstig dat overwogen moet worden de Vreemdelingenwet aan te passen. De staats secretaris zal dan ook met voorstellen bij de Kamer moeten komen die zich daarover zeer kritisch zal moeten buigen. Hij sloot zich aan bij vragen over de positie van gedoogden in relatie tot de overbevolkte ROA-centra. Duidelijk is wel dat de uitstroom uit die centra zal moeten worden vergroot. Ten slotte merkte hij op, voorshands in te kunnen stemmen met de suggestie met betrekking tot een terugkeerbureau. De heer Lankhorst (Groen Links) wees erop dat in het beleid rekening zal moeten worden gehouden met een groeiende stroom asielzoekers. Ook meende hij dat het probleem van de asielzoekers in Nederland enige relativering verdient tegen de achtergrond van de immense vluchtelin genproblemen elders in de wereld. Wat zich in Nederland aan problemen voordoet op dit gebied, wordt geconfronteerd met een afnemend maatschappelijk draagvlak. Uit niets blijkt dat het kabinet bezig is het publiek uit te leggen dat het om rechtvaardige eisen en wensen van asielzoekers gaat. Ligt hier niet een fantastische taak voor het maatschappelijk middenveld waar sommige politici de mond vol van hebben?

5 Elke asielzoeker heeft recht op een eerlijke afweging van feiten en omstandigheden die aan het vluchtverhaal ten grondslag liggen. Er is principieel gekozen voor een open-eind-regeling met alle financiële gevolgen vandien. Gezien de mondiale omstandigheden is de instroom niet of nauwelijks te beïnvloeden; daarom zal het Nederlandse beleid moeten zijn gericht op doorstroming naar normale huisvesting. De ROA-opvang moet zo snel mogelijk worden ontlast en dat houdt in dat de gemeenten op hun verantwoordelijkheid moet worden gewezen. Het rijk zal gebruik moeten maken van zijn bevoegdheden op dit punt. Heeft het kabinet wat dit betreft ook de grote beleggingsmaatschappijen op hun verantwoordelijkheden gewezen in de sector van de premiehuurwo ningen? De fractie van Groen Links is het volstrekt oneens met de in het kader van de spoedprocedure gehanteerde inbewaringstelling. De staatssecre taris zet de zaak op zijn kop door als volgt te redeneren: omdat er zo weinig menswaardige opvang is, is het een zaak van de openbare orde en moet de vreemdeling worden opgesloten. De heer Lankhorst kon nu reeds meedelen, niet akkoord te zullen gaan met een wijziging van de Vreemdelingenwet die het door de staatssecretaris voorgestane beleid terzake mogelijk maakt. Hij ging ervan uit dat het experiment met betrekking tot de spoedprocedure zal worden beëindigd nu de staatsse cretaris in zijn notitie kenbaar heeft gemaakt dat wetswijziging nodig is. Er is op zich weinig in te brengen tegen snellere procedures als er maar voor wordt gezorgd dat er geen intimidatie plaatsvindt en alle benodigde rechtshulp wordt verstrekt. Het antwoord van de regering De Minister merkte op dat het in februari getoonde optimisme was gebaseerd op bepaalde verwachtingen met betrekking tot de instroom, de termijnen van de asielprocedure en een zekere doorstroom naar normale huisvesting. Nu moet echter geconstateerd worden dat die verwachtingen niet zijn uitgekomen. De prognose behelsde asiel zoekers terwijl het eerste halfjaar al asielzoekers het land zijn binnengekomen. Het afgelopen halfjaar is veel werk verricht om die stroom op te vangen; vele ambtenaren lopen zich het vuur uit de sloffen om gemeenten te overtuigen van de noodzaak van een adequate opvang. In augustus is aan 25 middelgrote gemeenten een brandbrief geschreven. Helaas moet worden geconstateerd dat tal van gemeenten niet bereid zijn, mee te werken. De doelstellingen in het kader van de 2 promille-regeling worden niet gehaald, terwijl er bijna geen gemeente meer is die bereid is, een lokatie voor een AZC beschikbaar te stellen. De uitgangspunten van het opvangbeleid, gebaseerd op vrijwillige medewerking van gemeenten, is al met al onder zware druk komen te staan. Jaarlijks krijgen zo'n 2000 asielzoekers een A-status en 1500 een verblijfsvergunning. Het is erg moeilijk voor deze mensen woonruimte te vinden; zij blijven dus noodgedwongen in de ROA-woningen zitten. De aanwezigheid van de niet verwijderbare asielzoekers - ongeveer 5000 mensen - maakt het probleem alleen maar groter. Daarnaast speelt de lengte van de asielprocedure een belangrijke rol. Indien niet op korte termijn de behandeling van asielverzoeken wordt versneld, zal dat probleem alleen maar groter worden. Ten koste van alles moet worden voorkomen dat teruggekeerd moet worden naar de situatie van voor de RAO. Op grond van dit alles is door de ministerraad besloten dat onder leiding van de minister-president de betrokken bewindslieden zich zullen buigen over de vraag welke maatregelen op korte en lange termijn nodig zijn. Het betreft hier de bewindslieden van Justitie, Binnenlandse Zaken, VROM en de ministers van WVC, Financiën en Buitenlandse Zaken. Het huidige asielbeleid leidt tot een min of meer permanente immigratie van

6 50% van de instroom. Dat is veel meer dan waarop het kabinetsbeleid is afgestemd en daarom zal het verwijderingsbeleid moeten worden aangepast ten behoeve van een fatsoenlijk opvangbeleid. Naar aanleiding van het rapport van de commissie-mulder, dat nog dit jaar zal verschijnen, zal de regering met voorstellen komen ter verbetering en versnelling van de asielprocedure. Ook het opvangbeleid zal zodanig moeten worden aangepast dat een snelle afhandeling van asielverzoeken kan worden bewerkstelligd. Vervolgens moet worden nagegaan in hoeverre door gerichte voorlichting met name Oosteuropeanen ervan kunnen worden overtuigd dat er slechts beperkte mogelijkheden zijn om in Nederland als politiek vluchteling te worden erkend. Eenzelfde gerichte informatie aan asielzoekers in Nederland kan ertoe bijdragen dat zij van hun asielverzoek afzien. Tenslotte zal samen met de bewindslieden van VROM worden nagegaan hoe de huisvestingsproblemen van ex-asiel zoekers kunnen worden opgelost. Om op korte termijn de noodsituatie te verlichten zijn alreeds bepaalde acties ondernomen. Zo is een departementaal telefoonteam bezig hotels en pensions te benaderen en dat heeft zoveel plaatsen opgeleverd dat een einde kon worden gemaakt aan de situatie dat asielzoekers zelf voor hun onderdak moeten zorgen. Deze noodmaatregel biedt in ieder geval de mogelijkheid, na te denken over oplossingen op middellange en lange termijn. Tegelijkertijd wordt actie ondernomen om gemeenten, waar sprake is van leegstand, te wijzen op de 2 promille-regeling. De staatsse cretaris van VROM verleent zijn volle medewerking aan deze actie. De minister benadrukte dat het niet alleen gaat om een kwantitatief probleem. Zij achtte een fundamentele discussie over ook de kwalitatieve aspecten van het asielbeleid noodzakelijk. De Staatssecretaris merkte op dat het Vluchtelingenverdrag van Geneve en ook de Vreemdelingenwet tot stand zijn gekomen in een tijd waarin de huidige omvangrijke vluchtelingenstromen nog niet aan de orde waren. Nederland voert een ruimhartig en humaan vluchtelingen beleid, maar mensen waarvan duidelijk is dat zij echt niet in aanmerking kunnen komen voor de vluchtelingenstatus zullen Nederland weer moeten verlaten. De Kamer heeft in het verleden terecht aangedrongen op een snelle schifting tussen flinterdunne vluchtelingenverhalen en de gegronde gevallen. Die wens kon echter door een gebrek aan menskracht op het departement niet worden gerealiseerd. De Dienst Vreemdelingenzaken was in 1989 toegerust voor het behandelen van 8000 gevallen, terwijl aan het einde van dat jaar bleek dat er asielzoekers het land waren binnengekomen. De ministerraad heeft daarom in februari 1990 besloten, de capaciteit van de dienst zodanig uit te breiden dat zaken kunnen worden behandeld. Na een afname van de instroom in het voorjaar - afgezet tegen de verwachting dat, als de trend van januari 1990 zich doorzet, er in asielzoekers het land binnenkomen - zwol in juli de stroom asielzoekers weer aan, met name uit landen uit Oost-Europa. Uit allerlei informaties bleek dat in die landen en dan met name Roemenië - de mare rondging dat het heel gemakkelijk binnenkomen was in Nederland. De staatssecretaris verwierp de suggestie dat Nederland vervolgens een beleid van intimidatie heeft gevoerd. Hij betoonde zich fel tegenstander van vrijheidsbeneming, maar in deze situatie moest nu eenmaal duidelijk worden gemaakt dat het verkrijgen van de vluchtelingenstatus niet zo gemakkelijk is als wel werd verondersteld. De mensen moest duidelijk worden gemaakt wat een asielprocedure nu precies inhoudt. Tussen 13 augustus en 6 september is gesproken met Roemenen, Polen, Bulgaren en een Ghanees die voornemens waren een asielverzoek in te dienen. Het beleid was in ieder geval niet gericht op een bepaalde categorie vluchtelingen. Van de 128 personen hebben 74 besloten geen asielverzoek in te dienen. 29 personen zijn een kort-geding-procedure aangegaan, terwijl 21 personen

7 - waaronder 20 Roemenen - in de gelegenheid zijn gesteld een herzie ningsverzoek in te dienen. 57 mensen zijn op eigen gelegenheid vertrokken, terwijl 11 personen zijn uitgezet. Er zit nu nog 1 persoon in de gevangenis. Van groot belang is dat al deze mensen met hulpver leners en advocaten hebben kunnen spreken. Thans wordt nagegaan welke mogelijkheden de Vreemdelingenwet biedt om de huidige situatie het hoofd te bieden. Dat betreft dan ook artikel 18 van de wet die een zekere vrijheidsbeperking toestaat. De staatssecretaris wees erop dat de verruiming van de Dienst vreem delingenzaken ertoe leidt dat andere dossiers blijven liggen. In februari is afgesproken dat een substantiële toename van de aantallen asielzoekers een uitbreiding van de Dienst vreemdelingenzaken opnieuw bespreekbaar maakt. Er zijn thans 60 contactambtenaren werkzaam; 45 ambtenaren extra zou heel mooi zijn maar 20 erbij zou ook al leiden tot een aanzienlijke versnelling van de afhandeling van dossiers. Het zogenoemde «concentratiewetje» heeft ertoe geleid dat wachttijden van 9 maanden tot 1 jaar zijn teruggebracht tot 1 a 2 maanden, althans voordat de aantallen asielzoekers weer toenamen. Met het oog op de noodzakelijke rechtsbescherming en de verkorting van de termijnen moet ook de mogelijkheid rechters in AZC's te laten functioneren niet onbespreekbaar blijven. Ingaande op de noodzaak, een effectief uitzet tingsbeleid te voeren wees de bewindsman erop dat er honderden vacatures bestaan bij de voor dit beleid belangrijke corpsen die zo ook hun eigen prioriteiten stellen. Toch zal met de leiding van die corpsen overleg worden gevoerd over de mogelijkheid het uitzettingsbeleid effec tiever te maken. Indertijd had de bewindsman al kenbaar gemaakt te zullen pleiten voor de aanwezigheid van een Nederlandse delegatie in het UNHCR-kantoor te Brussel indien de noodzaak zou blijken de Haagse dependance te sluiten. Dat pleidooi is gevoerd. In juli schijnt formeel besloten te zijn het Haagse bureau te sluiten; de door de Kamer aangenomen motie terzake is door de minister van Buitenlandse Zaken ter kennis gebracht van de hoofdzetel te Genéve. De regering kan uiteraard de UNHCR niet dwingen het bureau te Den Haag te handhaven. Nadere gedachtenwisseling De heer Krajenbrink vroeg of ook de minister voor Ontwikkelingssa menwerking deel uitmaakt van het ministeriële comité dat zich buigt over de problemen die samenhangen met de grote aantallen asielzoekers. Hoe is de financiële stand van zaken op dit moment? Hij wees er voorts op dat het van groot belang is voortgang te boeken met het zinvol maken van allerlei activiteiten in de AZC's. Hoe valabel is het argument van sommige gemeenten dat zij te klein zijn om een AZC te herbergen? Kan de minister nader ingaan op de vraag in hoeverre de positie van gedoogden kan worden gewijzigd opdat de ROA-opvangcapaciteit wordt verruimd? Moet gevreesd worden dat hierbij in enigerlei mate sprake is van wrijvingen tussen departementale competenties? Ten slotte vroeg de heer Krajenbrink aandacht voor de gegronde gevallen; deze categorie dreigt zo langzamerhand ondergesneeuwd te raken in de discussie over de vraag hoe te handelen met de ongegronde gevallen. De heer Middel sprak zijn waardering uit voor het werk van de ambte naren tijdens de gesprekken met gemeenten en hun inwoners. Overdui delijk is immers dat tijdens die bijeenkomsten niet altijd het beste in de mens naar boven komt. Hij vroeg of minister Alders niet alleen bij de decentrale invulling van de ROA maar ook bij de eerste opvang in AZC's kan worden betrokken. De heer Middel begreep dat de staatssecretaris is gestopt met de

8 inbewaringstelling van asielzoekers Hij herhaalde dat zijn fractie niet akkoord kan gaan met welke vorm van detentie dan ook, ook al is het juridisch gezien mogelijk. Voorts drong hij aan op meer afstemming tussen de activiteiten van de ministeries van Justitie, WVC en Financiën opdat meer prioriteit wordt gegeven aan de eerste opvang. Als het goed is, betekent dat een verlichting van de ROA-opvang, vooral als voor de gedoogden een oplossing wordt gevonden. Ten slotte merkte de heer Middel op niet te kunnen wachten op de adviezen van de commissie-mulder en hij verzocht de staatssecretaris op zeer korte termijn met nadere voorstellen te komen. De heer Wiebenga waardeerde het positief dat er thans op regerings niveau gecoördineerde actie wordt ondernomen, maar meende wel dat de aangekondigde maatregelen erg vaag blijven. Zo is nog niet duidelijk of het kabinet extra geld wil uittrekken voor het opvangbeleid. Voorts is een termijn van 1 a 2 maanden waarbinnen de kort-geding-rechter uitspraak doet nog veel te lang. De staatssecretaris heeft uitgesproken de mogelijkheden van de Vreemdelingenwet te willen onderzoeken, maar hoe verhoudt zich dat tot het gestelde in de notitie dat een inbewaring stelling van asielzoekers wetswijziging nodig maakt? De heer Wiebenga stond in beginsel positief tegenover een dergelijke wetswijziging, maar was wel van mening dat wat dit betreft niet gewacht moet worden op de commissies die zich bezighouden met de problemen op middellange termijn. Hetzelfde geldt voor maatregelen met betrekking tot de financiën en de de benodigde ambtenaren. De heer Wolffensperger merkte op dat het kennelijk niet anders kan dan dat oude instrumenten worden opgepoetst en moeizaam verder wordt gegaan op een lange weg. Duidelijk is wel dat gemeenten moeten worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden in dezen. Hij vroeg of de minister alsnog wilde ingaan op mogelijkheden de ROA-opvang te ontlasten. Als de staatssecretaris meent dat wijziging van de Vreemdelingenwet nodig is, moet hij er direct bij zeggen dat zijn interpretatie van de wet niet deugt als het gaat om de inbewaringstelling van asielzoekers. De heer Wolffensperger wees er ten slotte op dat het moeilijk is om iemand tegen zijn wil op één plaats vast te houden zonder hem op te sluiten. De heer Lankhorst vroeg zich af of het maatschappelijk draagvlak wel wordt versterkt nu de minister-president de coördinatie van het opvang beleid op zich heeft genomen. Hij herinnerde in dit verband aan bepaalde uitspraken van de minister-president over het vluchtelingen en vreemde lingenbeleid. Als ontmoedigingsbeleid centraal komt te staan, zal het moeilijk zijn gemeenten ervan te overtuigen dat ze meer moeten doen dan thans het geval is. De heer Lankhorst was verheugd over de activiteiten die de laatste tijd door het ministerie van WVC worden ontplooid. Hij drong erop aan zo spoedig mogelijk de problematiek van de gedoogden aan te pakken; kortere procedures zullen immers leiden tot een vergroting van dit bestand. Ten slotte vroeg de heer Lankhorst of het gestelde in de notitie over het verwijderingsbeleid inhoudt dat het experiment met betrekking tot de inbewaringstelling is gestopt in afwachting van de vraag of wetswijziging nodig is. Hij herhaalde dat zijn fractie zich keert tegen maatregelen die leiden tot vrijheidsbeperking. De Minister stelde het op prijs dat van diverse kanten waardering is uitgesproken voor het werk van WVC-ambtenaren. De bewindsvrouwe zelf had diverse malen vrijwilligers toegesproken die zich bezighouden 8

9 met het creëren van zinvolle activiteiten voor asielzoekers. Thans worden alle projecten die in de verschillende AZC's plaatsvinden in kaart gebracht; het is de bedoeling dat op basis van dit onderzoek richtlijnen worden ontwikkeld voor de gemeenten. Zeer recent is in een gesprek met Vluchtelingenwerk Nederland de bereidheid uitgesproken zo nodig meer geld beschikbaar te stellen voor de coördinatoren voor het vrijwilli gerswerk.!n het algemeen bereiden de projecten in de AZC's voor op een verblijf in de decentrale opvang. Als een gemeente geen AZC wil, kan elk argument worden aangevoerd om dat duidelijk te maken, dus ook het argument dat de gemeente te klein is. Het wordt overigens ontkracht door de situatie in gemeenten die wel bereid waren een AZC op te nemen. De minister vond het buitengewoon nuttig en noodzakelijk dat de minister-president het vluchtelingenbeleid coördineert omdat diverse collega's betrokken zijn bij de uitvoering van dat beleid. Zo heeft ook de minister van Defensie personeel en materieel ter beschikking gesteld voor tijdelijke opvang. Ook de minister voor Ontwikkelingssamenwerking zal deel uitmaken van het ministerieel comité. Omdat de aantallen asiel zoekers de ramingen overtreffen, worden meerdere ministeries gecon fronteerd met hogere financiële lasten. Er bestaat thans nog geen duidelijk inzicht in de meerkosten. Ook de minister was van mening dat het uiterste moet worden gedaan om de gedoogdenproblematiek op te lossen. De commissie-mulder zal worden gevraagd, eerder dan voorzien te rapporteren. Voor de formu lering van een fundamentele aanpak is meer tijd nodig; voor wat betreft het beleid op de zeer korte termijn zijn reeds de nodige maatregelen genomen terwijl bedoelde commissie eind dit jaar waarschijnlijk met haar rapport over maatregelen op de middellange termijn zal kunnen komen. De Staatssecretaris merkte nog op dat in januari 1991 op initatief van Oostenrijk een vergadering in Wenen zal plaatsvinden van West en Oosteuropese landen over de vluchtelingenproblematiek in Europa. In de notitie betreffende het verwijderingsbeleid worden enkele gedachten geponeerd met betrekking tot een wettelijke verankering van een dergelijk beleid. Thans wordt nagegaan welke mogelijkheden artikel 26 van de Vreemdelingenwet biedt. Bij de Raad van State ligt momenteel een wetsvoorstel dat zich richt op artikel 26a van de Vreem delingenwet. Wellicht kan bij dit wetsvoorstel worden aangehaakt. De bewindsman stelde vast dat bij een meerderheid van de commissie begrip bestaat voor de noodzaak, maatregelen te nemen. Het spreekt vanzelf dat de Kamer te zijner tijd het wetsvoorstel op eigen merites zal beoordelen. Duidelijk is wel dat het instrument van de inbewaringstelling niet kan worden gemist bij een adequate uitvoering van het vreemdelin genbeleid en ook dat de voorkeur uitgaat naar een ander instrument dat dan wel hetzelfde effect moet hebben. Men moet zich realiseren dat het met name wordt gehanteerd als duidelijk is dat het gaat om volstrekt ongegronde asielverzoeken. Het betreft dan mensen die zich waarschijnlijk zullen onttrekken aan de last tot uitzetting of die criminele antecedenten hebben. Ook gaat het om vreemdelingen die illegaal zijn binnengekomen en zich onttrekken aan het toezicht van de betreffende diensten of die misbruik maken van de asielprocedure. Welnu, omdat de Vreemdelingenwet wat dit betreft niet eenduidig wordt geïnterpreteerd is waarschijnlijk wetswijziging nodig. De staatssecretaris kon niet toezeggen in de tussentijd het beleidsinstrument van de inbewaring stelling niet meer te hanteren, ook al zal dat zo weinig mogelijk gebeuren.

10 Ten slotte merkte de staatssecretaris op zich te zullen inzetten voor het tot stand brengen van een zo effectief mogelijk vreemdelingenbeleid. Hij wees er daarbij wel op dat hij gegeven de externe omstandigheden geen concrete resultaten kon beloven. De voorzitter van de Commissie voor Welzijn en Cultuur, Nuis De voorzitter van de Commissie voor Justitie, Swildens-Rozendaal De griffier van de commissie voor Justitie, Coenen 10

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 19637 Vluchtelingenbeleid Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20436 Schijnerkenningen IMr. 3 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 31 augustus 1988 De vaste Commissie voor Justitie' heeft op 9 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Nr. 8 ' Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), V. A. M. van der Burg (CDA), Vacature VVD, Schutte (GPV), Krajenbrink (CDA), Korthals (VVD),

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met de regeling van een procedure voor de voorbereiding en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische-opdracht door een scholier 2035 woorden 28 januari 2002 7,1 133 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Analyse-schema Asielbeleid Wat is het probleem?

Nadere informatie

In bezwaar of beroep

In bezwaar of beroep In bezwaar of beroep Wanneer u het niet eens bent met een beslissing van de Nederlandse overheid op grond van de Vreemdelingenwet, dan kunt u hiertegen juridische stappen ondernemen. Dit informatieblad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Ingekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2

Ingekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2 Directie Inwoners Ingekomen stuk D7 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 8 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077

Rapport. Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 Rapport Datum: 2 maart 2000 Rapportnummer: 2000/077 2 Klacht Op 14 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Assen, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Vragen gesteld door de leden der Kamer 2019Z11922 Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de problemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23258 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht alsmede nadere aanpassing van een aantal wetten aan de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 547 Adoptie anders dan door een echtpaar Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 21 juli 1988 De vaste Commissie voor Justitie' heeft over de notitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21452 Jeugdbeleid en Onderwijsbeleid Nr. 3 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 15 mei 1990 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid 1 en de

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23401 Beleidsvoornemens Politie 1994 IMr. 4 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 2 november 1993 De vaste Commissie voor Politie 1 heeft

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Uitspraak 201103208/1/V1. Datum uitspraak: 10 april 2012 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

6,1. Wetten: Werkstuk door een scholier 1662 woorden 29 december keer beoordeeld. Maatschappijleer. In-uitstroom van asielzoekers:

6,1. Wetten: Werkstuk door een scholier 1662 woorden 29 december keer beoordeeld. Maatschappijleer. In-uitstroom van asielzoekers: Werkstuk door een scholier 1662 woorden 29 december 2001 6,1 58 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer In-uitstroom van asielzoekers: Instroom uitstroom Van 1994 tot 1 septemer 2000 Van 1994 tot 1 september

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12001023 200905925/1/V3 en 201108673/1/V3. Datum uitspraak: 13 april 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op de hoger beroepen van: [ ], appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank

Nadere informatie

7,7. Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Wat is het probleem?

7,7. Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Wat is het probleem? Werkstuk door een scholier 2122 woorden 23 maart 2002 7,7 35 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Wat is het probleem? We hebben dit onderwerp gekozen omdat dit ons het meest aansprak en omdat niemand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Vragen gesteld door de leden der Kamer 2016Z04252 Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Van Haersma Buma (CDA) en Pechtold (D66) aan de Minister-President

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22152 Voorlichtingscampagnes van het Rijk Nr. 3 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 1991 De Commissie voor de Rijksuitgaven 1 legt over dit rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 636 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2014 J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

U vraagt asiel aan in Nederland. Waarom is het belangrijk dat u de brochure goed doorleest?

U vraagt asiel aan in Nederland. Waarom is het belangrijk dat u de brochure goed doorleest? asiel nederlands 22-03-2001 15:15 Pagina 1 U vraagt asiel aan in Nederland U heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend. Met uw asielaanvraag verzoekt u de Nederlandse regering om een verblijfsvergunning

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 29 juni 1999 De vaste commissie voor Justitie 1 heeft op 17 juni

Nadere informatie

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.

3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in. Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen over de door de staatsecretaris van Justitie gevolgde intrekkingsprocedure van de aan hen verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd. Met name klagen

Nadere informatie

Ik wil van deze gelegenheid graag gebruik maken om u mee te nemen met een worsteling die niet alleen de DT&V raakt, maar de hele vreemdelingenketen;

Ik wil van deze gelegenheid graag gebruik maken om u mee te nemen met een worsteling die niet alleen de DT&V raakt, maar de hele vreemdelingenketen; Ik wil van deze gelegenheid graag gebruik maken om u mee te nemen met een worsteling die niet alleen de DT&V raakt, maar de hele vreemdelingenketen; die van draagvlak en beeldvorming. De afgelopen jaren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1991-199 300 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor het jaar199

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23400 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Datum 22 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek meteen gearresteerd

Datum 22 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek meteen gearresteerd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie beleid Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Toelichting op het voorstel

Toelichting op het voorstel Besluit De huidige DATO-regeling (Dakloze Asielzoekers; Tijdelijke Opvang) uit te breiden voor de duur van maximaal 2 jaar met als doel tijdelijke opvang te bieden aan: - Zwolse asielzoekers die geen recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18039 Sportbeleid Nr.7 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1982-1983 en in het vergaderjaar 1983-1984 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 19504 Overheidsbeleid en homoseksualiteit Nr. 20 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 12 maart 1992 De vaste Commissie voor welzijn en cultuur 1 heeft ter

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295

Rapport. Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295 Rapport Datum: 30 juni 1999 Rapportnummer: 1999/295 2 Klacht Op 17 juli 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer M. te Breda, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

De heer dr. K.H.D.M. Dijkhoff Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG. Geachte heer Dijkhoff,

De heer dr. K.H.D.M. Dijkhoff Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG. Geachte heer Dijkhoff, De heer dr. K.H.D.M. Dijkhoff Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Geachte heer Dijkhoff, In 2014 ontving de Nationale ombudsman 36.278 verzoeken van burgers en bedrijven,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218 Rapport Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218 2 Klacht Verzoekers klagen over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de Immigratie-

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319

Rapport. Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 Rapport Datum: 18 september 2003 Rapportnummer: 2003/319 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): - niet tijdig heeft gereageerd op haar brief van 22 oktober

Nadere informatie

Homohuwelijk haalt de eindstreep

Homohuwelijk haalt de eindstreep Opgave 3 Politieke besluitvorming: openstelling huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht tekst 7 Homohuwelijk haalt de eindstreep Het homohuwelijk mag rekenen op een breed draagvlak in de samenleving

Nadere informatie

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.

Het onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft. Sociale kaart en sociale zekerheid Samenvatting door Sharon.D 20-10-16 Lesstof samengevat uit 24Boost.nl H5 Asielzoekers Asielzoekers/vluchtelingen zijn vreemdelingen die toelating tot ons land vragen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk 2017Z03035 Datum 4 april

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 21980 Justitiële jeugdbescherming Nr. 10 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 15 oktober 1992 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 415 Dwang en drang en de hulpverlening aan verslaafden Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Nypels (D66), Haas-Berger (PvdA), voorzitter, Müller-van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Datum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: I. Raad vanstate 201205209/1/V3. Datum uitspraak: 18 juli 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Datum: 8 juli 2015 Rapportnummer: 2015/114 2 Aanleiding Verzoeker zat in vreemdelingenbewaring

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 317 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet werk en bijstand in verband met het verstrekken van een uitkering aan mantelzorgers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 215 EU-voorstel: Europese Migratieagenda COM(2015)240 J VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 december 2015 De vaste commissie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 26 816 Voortgangsrapportage Beleidskader Jeugdzorg 2000 2003 Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN DE STAATSSECRE- TARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 581 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22011 Hoofdlijnen van een nieuwe uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen Nr. 15 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 3 september

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110274/1 NA. Datum uitspraak: 20 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen 111:111 INíl III III

Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen 111:111 INíl III III Gemeente Bladel Economisch hart van de Kempen 111:111 INíl III III Nummer : R2015.151 Onderwerp : Huisvesten vluchtelingen Aan de raad Samenvatting In reactie op uw motie van 5 november 2015 stellen wij

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: ? Raad vanstate 201111356/1/V4. Datum uitspraak: 19 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Spreekbeurt door een scholier 1994 woorden 24 november keer beoordeeld. Nederlands. Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen?

Spreekbeurt door een scholier 1994 woorden 24 november keer beoordeeld. Nederlands. Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen? Spreekbeurt door een scholier 1994 woorden 24 november 2002 6 113 keer beoordeeld Vak Nederlands Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen? Het leek me ook wel een interessant onderwerp omdat het een onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XVI (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

B 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3. Inleidinq

B 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3. Inleidinq B 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3 Inleidinq Dit hoofdstuk heeft, wat de wijze van behandeling van asielverzoeken, in eerste aanleg betreft, met name betrekking op die gevallen, waarin een vreemdeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1889 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Datum 25 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Bijna 40 procent van de uitzettingen mislukt

Datum 25 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Bijna 40 procent van de uitzettingen mislukt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 18174 Verslavingsproblematiek in de inrichtingen en het gevangeniswezen 19938 Ontvluchting uit het penitentiair complex op 22 augustus 1986 Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Aantal asielaanvragen

Aantal asielaanvragen Wist u dat... 60 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht zijn 95% in eigen regio blijft 4 miljoen hiervan zijn Syriërs 3,5 miljoen van deze Syriërs in Jordanië, Turkije en Libanon verblijven T/m juli 2015

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 19637 Vluchtelingenbeleid Nr. 64 1 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Gualthérie van Weezel (CDA), V.A.M. van der Burg

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie