Antwoorden 2/3 havo. Grammatica woordsoorten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoorden 2/3 havo. Grammatica woordsoorten"

Transcriptie

1 Antwoorden 2/3 havo Grammatica woordsoorten

2 Deel 1 H.1 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 Alpen binnenkort blijven de door etentje gedurende gezellige hier koperen Stijn naar vliegen wie zulke - zn - bw - ww - blw - zn - bn - bw - bn - zn - ww / zn (meerv) - vr.vnw Opdracht 2 1 De - blw Donau - zn stroomt - ww het - blw mooie - bn Boedapest - zn Hongarije - zn 2 Het - blw IJzeren - bn Gordijn - zn deelde - ww Europa - zn Een - olw rijk - bn arm - bn deel - zn 3 plastic - bn jas - zn liepen - ww verregende - bn de - blw stad - zn 4 Zou - ww Italiaanse - bn vulkaan - zn Etna - zn actief - bn worden - ww 5 een - olw glazen - bn woont - ww 2

3 moet stenen gooien - ww - zn - ww Opdracht 3 1 Het - lidwoord een - geen lidwoord 2 het - geen lidwoord een - geen lidwoord 3 Het - lidwoord het - geen lidwoord 4 het - geen lidwoord het - lidwoord het - geen lidwoord 5 Het - geen lidwoord een - geen lidwoord Opdracht 4 1 Wat - vr.vnw zulke eigenlijk - bw aan die 2 Tijdens zo n nauwelijks - bw 3 Welke - vr.vnw wie - vr.vnw dat van 4 Over dergelijk helaas - bw 5 Deze zojuist - bw wat voor - vr.vnw dit Opdracht 5 1 schijnt - zww 2 Heeft - hww genomen - zww 3 bouwt - zww 4 kan - hww wegen - zww 5 Zou - hww willen - hww uitleggen - zww 6 mag - hww schijnen - zww 7 hebben - hww bezocht - zww 8 Wil - hww laten - hww repareren - zww 9 heb - hww 3

4 kunnen - hww aanraden - zww 10 zou - hww kunnen - hww schijnen - zww Opdracht 6 1 Wie - vr.vnw wat - vr.vnw 3 Dit inderdaad - bw sinds 5 christelijke - bn 6 Bijbel - zn begint - zww die op Italiaans - zn 7 genoemd - zww 8 de - blw vergelijk - zww het - blw 9 beschouwd - zww 10 immers - bw 11 duidelijk - bw genoemd - zww naar belangrijk - bn 12 andere - bn dat 13 Franse - bn uit van H.2 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 Een hond en een gans uit China beste vrienden geworden, toen de hond de vogel had gered na een botsing met een auto. De eigenaar van de hond zag (1) hem de gans weg dragen. Ik dacht dat (2) hij de gans zou opeten of zo, maar (3) hij droeg de gewonde vogel naar de boerderij, legde (4) hem neer en begon (5) wonden te likken. Sindsdien (6) ze onafscheidelijk, zegt de eigenaar. De gans eet nu uit de kom van de hond en (7) hij slaapt zelfs in (8) hok. Opdracht 2 Bijvoorbeeld (er meer mogelijkheden): 1 Hé Bob, waar heeft je / jouw (pers.vnw) zus haar (bez.vnw) kappersopleiding gevolgd? 2 Omdat (bez.vnw) huis al erg oud is, moet Tarik het (pers.vnw) laten restaureren. 3 Als je / u (pers.vnw) lijdt aan Urbach-Wiethe, voelen je / uw (bez.vnw) hersens geen angst. 4 Een hond likt (bez.vnw) baas, omdat hij (pers.vnw) zo (bez.vnw) onderdanigheid toont. 4

5 5 Mijn / Jouw / Zijn / Haar / Onze / Jullie / Hun (bez.vnw) oude guldens omgesmolten en daarna ze (pers.vnw) verkocht. 6 Een kunstenaar wordt met (bez.vnw) werk nooit zo rijk als (bez.vnw) klanten. Opdracht 3 1 Jij jouw hem 2 ik uw ze mijn 3 Onze we 4 hij het 5 zij hen we 6 u me ik Opdracht 4 1 je hun hun 2 Jullie jullie 3 Je je hun 4 ik haar haar 5 je ons ons 6 jullie je haar 7 Ons ons 8 jullie ons ons Opdracht 5 1 is - hww vermoedelijk - bw afgeleid - zww 2 Dat zie - zww 5

6 3 menigeen - onbep.vnw (zie hoofdstuk 5) 4 Dit aan 5 hun naar 6 de - blw 7 vormen - zn kun - hww jij Romeinse - bn Mars - zn herkennen - zww 8 het - blw hij 9 die is iets - onbepaald voornaamwoord (zie hoofdstuk 5) herkenbaar - bn 10 Een - olw bijzondere - bn is carnaval - zn 11 wordt - hww gevierd - zww met verklede - bn H.3 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 a uitgevonden - zww b worden c bedreigd - zww d e rijden - zww f steken - zww g blijven h geproduceerd - zww 2 A hulpwerkwoord Opdracht 2 1 kunnen - hww geleiden - zww 2 moet - hww bevatten - zww 3 Wil - hww gaan - hww studeren - zww 4 heeft - hww kunnen - hww verwerken - zww 5 nestelt - zww 6 ligt - hww lezen - zww 6

7 7 zou - hww kunnen - hww uitroeien - zww 8 kunnen - hww vaststellen - zww 9 promoveerde - zww Opdracht 3 1 moeten - hww worden 2 schijnen - hww blijven 3 blijkt - hww 4 zal - hww blijven 5 is 6 zou - hww blijken 7 schijnt - hww 8 moet - hww 9 lijkt Opdracht 4 1 kunnen - hww verleiden - zww 2 woonden - zww 3 blijken - hww hebben - zww 4 zouden - hww mogen - hww worden 5 markeren - zww 6 waren - hww verkopen - zww 7 wordt - hww vertaald - zww 8 zou - hww gemaakt - zww hebben - hww 9 bleek - hww Opdracht 5 1 Die ons jou 2 Wie - vr.vnw hen dit 3 Het hem 7

8 zulke 4 Dergelijke we ons 5 je haar haar 6 ze zo n 7 U wat - vr.vnw uw 8 Ik deze jullie 9 Wij jouw dat je Opdracht 6 1 zondag - zn 2 Dat zie - zww het - blw Duitse - bn 3 Frans - zn herken - zww snelle - bn 4 bij deze 5 ons is - hww afgeleid - zww 6 kan - hww nog - bw herkennen - zww 7 Hij was 8 zaten - zww 9 Die overdag - bw over 10 Daar - bw gingen - hww verzamelen - zww 11 ze 12 tegen heug - zn ontleend - zww 8

9 H.4 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 de twaalf woorden uit de tekst die een hoeveelheid (jaren, keren, meters, mensen) aangeven: vet 2 de vijf woorden uit de tekst die een volgorde, een plaats in een rij/reeks, aangeven: onderstreept Franz Krienbühl ( ) was een Zwitserse schaatser. Hij deed negen keer mee aan het EK Allround en zeven keer aan de WK. Meestal eindigde hij op een van de laatste plaatsen, maar hij kwalificeerde zich toch enkele keren voor de vierde afstand, de meter. Eén keer eindigde hij zelfs als achtste. In 1984 pakte hij veertiende Zwitserse titel. Hij was toen 55 jaar. Krienbühl was de eerste schaatser die in een strak, aerodynamisch schaatspak reed. Aanvankelijk moesten maar weinig schaatsers daar iets van hebben, maar twee jaar later droeg vrijwel iedereen het pak. Franz Krienbühl had veel fans onder het Nederlandse publiek. Opdracht 2 1 enkele - onbep.hoofdtelw eerste - bep.rangtelw 2 hoeveelste - onbep.rangtelw 3 één - bep.hoofdtelw middelste - onbep.rangtelw 4 zoveelste - onbep.rangtelw laatste - onbep.rangtelw 5 wat - onbep.hoofdtelw twee - bep.hoofdtelw Opdracht 3 achtduizend - bep.hoofdtelw vijftig - bep.hoofdtelw eerste - bep.rangtelw bep.hoofdtelw enkele - onbep.hoofdtelw twee - bep.hoofdtelw vier - bep.hoofdtelw Veel - onbep.hoofdtelw bep.hoofdtelw zoveelste - onbep.rangtelw Enige - onbep.hoofdtelw tientallen - onbep.hoofdtelw bep.hoofdtelw zevenhonderd - bep.hoofdtelw laatste - onbep.rangtelw drie - bep.hoofdtelw bep.hoofdtelw één - bep.hoofdtelw Opdracht 4 Bijvoorbeeld (er meer mogelijkheden): 1 In 2010 (bep.hoofdtelw) kwamen er maar weinig (onbep.hoofdtelw) mensen naar dit evenement. 2 Zou Sven Kramer volgend jaar de vijf (bep.hoofdtelw) kilometer winnen? 9

10 3 Langs de vele (onbep.hoofdtelw) kraampjes liepen enkele (onbep.hoofdtelw) toeristen. 4 Hoeveel (onbep.hoofdtelw) geld verdienden jullie in het eerste (bep.rangtelw) / laatste (onbep.rangtelw) jaar bij AH? 5 Jet kon met drie (bep.hoofdtelw) jaar al enige (bep.hoofdtelw) letters van het alfabet opzeggen. Opdracht 5 Bijvoorbeeld (er vele mogelijkheden): 1 vz bep.hoofdtelw hww aanw.vnw bep.hoofdtelw zn zww vz zn vz blw zn. In 2001 werden deze twee schaatsers uitgeroepen tot sporter van het jaar. 2 hww bez.vnw bn zn bw bez.vnw bep.rangtelw zn zww? (vraagzin) Heeft jouw oudste zus gisteren haar eerste kindje gekregen? 3 zn vz bw kww bw bep.hoofdtelw zn bn vz zn. Jan van hiernaast is al drie jaar smoorverliefd op Jo-Anne. 4 bez.vnw bw bn zn hww pers.vnw bw bw onbep.hoofdtelw zn zww. Ons goed verzorgde werkstuk zal ons waarschijnlijk wel veel studiepunten opleveren. 5 aanw.vnw zn zww bw onbep.hoofdtelw zn vz bez.vnw bn zn. Die studenten hebben helaas weinig geld voor hun dagelijkse boodschappen. Opdracht 6 1 Word 2 hebben - hww bemest - zww 3 schijnen - hww gedood - zww worden - hww 4 gebeuren - zww 5 blijken - hww hebben - zww 6 is 7 wordt - hww gerecycled - zww Opdracht 7 1 vierde - bep.rangtelw hebben - hww we voor 2 De - blw nog - bw 4 Noorse - bn 5 Deze Engels - zn 6 Wat voor - vr.vnw was 7 sterk - bn 8 bleek opvoedbaar - bn 9 Daarom - bw werd - hww grootgebracht - zww twee - bep.hoofdtelw 10 Hij veel - onbep.hoofdtelw 10

11 enkele - onbep.hoofdtelw 11 Een - bep.hoofdtelw Mjöllnir - zn magische - bn door 12 zo n 13 Die was het - blw 14 Het 15 van afkomstig - bn H.5 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 Bijwoorden geven antwoord op vragen als waar?, wanneer?, hoe?, waarom?, waardoor?, waarheen?, waarlangs?, waarover? 2 a Waarom, telkens b Hier, binnenkort c ooit d zeker e Vaak 3 b bijzonder d enorm e zeer Opdracht 2 1 Morgen, buiten 2 chic, onmogelijk 3 enthousiast, kort 4 ontzettend, vrijwel 5 bijzonder, spannend 6 Wanneer, fraai 7 warrig, volstrekt 8 Laatst, zeer 9 te, laat 10 gisteren, zeker Opdracht 3 1 (een) zekere 2 wat 3 het, iedereen 4 Menigeen, niets 5 het, je, alles 6 men 7 het, iets Opdracht 4 1 welke - vr.vnw die jullie iets - onbep. vnw 11

12 2 iemand - onbep.vnw me wat - onbep.vnw Ik alles - onbep.vnw deze 3 Dat niets - onbep.vnw mijn zo n je 4 Wat - vr.vnw je - onbep.vnw je het - onbep.vnw 5 Het iedereen - onbep.vnw onze Opdracht 5 1 De - blw Scandinavische - bn 2 is bijzonder - bw 3 Men - onbep.vnw ze 4 kan - hww iedereen - onbep.vnw herkennen - zww 5 zeer - bw haar twee - bep.hoofdtelw 6 Die magie - zn 7 ene - bep.hoofdtelw zwart - bn 8 iets - onbep.vnw je - onbep.vnw / (pers.vnw) aan 9 ook - bw heel - bw serieuze - bn namelijk - bw 10 Freya - zn 11 is voor 12 ons vrijen - zww dat deze 12

13 H.6 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 Ik uw haar ze u mijn 2 We ons het 3 jij je je haar 4 je me jullie 5 hij hem 6 Onze ze hun 7 Het jullie mij Opdracht 2 1 Met rekenen vergis ik me eigenlijk nooit. 2 Hoe lang kennen jullie elkaar eigenlijk al? 3 Op vijfde heeft Remco zichzelf schaatsen geleerd. 4 Wij vragen ons al jaren af, wie de dader is. 5 Zo n luxe bootreis sta ik mezelf absoluut niet toe. 6 Schamen jullie je niet voor je onfatsoenlijke gedrag? 7 Herinnert u zich die aanslag op Koninginnedag nog? 8 Het faillissement van ons familiebedrijf hebben we ons erg aangetrokken. 9 Zij gunnen elkaar het licht in de ogen niet. 10 Ik wil mezelf niet voor de gek houden door te geloven dat het met mijn vriendin nog weer goed komt. Opdracht 3 1 je haar je je - wed.vnw je 2 ons wij ons - wed.vnw 3 me - wed.vnw me 4 haar haar 13

14 haar 5 jullie jullie jullie jullie 6 hun hun 7 Je je - wed.vnw je ons 8 jullie we ons - wed.vnw 9 ons je je - wed.vnw je 10 me ik me - wed.vnw Opdracht 4 Mystery Is goed in de zin Deze schrijver schrijft erg goed een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord? 1. In het Engels kun je de zin vertalen met This author writes very well en well is een bijwoord, want het bijvoeglijk naamwoord is good. 2. Van het woord goed kun je een vergrotende trap maken (beter), net zoals bij andere bijvoeglijke naamwoorden. 3. Het woord goed kun je uitbreiden met een versterkend voorvoegsel als super- (supergoed). 4. In plaats van het woord goed kun je veel andere woorden invullen die allemaal als bijvoeglijk naamwoord in het woordenboek staan (mooi, slecht, spannend). 5. Goed geeft een eigenschap aan. 6. Erg is een bijwoord dat vaak voor een bijvoeglijk naamwoord staat: erg ziek, erg moeilijk, erg ver. 7. Het woord goed zegt iets over deze schrijver, dus het is bijvoeglijk. 8. De zin zou naar het Frans vertaald kunnen worden met Cet écrivain écrit très bien en niet met très bon. Op die plaats hoort dus een bijwoord. 9. Goed is een antwoord op een van de vragen Wanneer, waar, waarom, hoe. 10. Van het woord goed kun je een overtreffende trap maken, het best. Dat kan alleen maar bij een bijvoeglijk naamwoord. 14

15 11. Het woord goed is subjectief: het is alleen maar een mening; iedereen heeft er een ander beeld bij. 12. Het woord goed kan in deze zin niet verbogen worden tot goede, dus het is geen bijvoeglijk naamwoord. 13. Je kunt in deze zin erg goed weglaten. Dat kan alleen met bijwoordelijke bepalingen. 14. Uit het bestaan van het woord goedheid blijkt dat goed een bijvoeglijk naamwoord is: alleen bijvoeglijke naamwoorden kunnen aangevuld worden met -heid (aardigheid, boosheid, schoonheid, vriendelijkheid) 15. Het woord goed kun je ook gebruiken vóór een zelfstandig naamwoord (een goed boek). 16. Goed is een kort woord, net als veel andere bijwoorden: heel, nogal, te, zeer. 17. In plaats van goed kun je hier ook invullen graag of vaak. En graag en vaak kunnen alleen maar bijwoord. 18. Het woord goed zegt hier iets van het werkwoord schrijft; daarom is het hier bijwoordelijk gebruikt. 19. In plaats van erg goed kun je ook bijwoorden invullen als altijd, dagelijks, vaak. 20. Goed geeft een graad aan, net als de bijwoorden erg, nogal, ontzettend, te, zeer. 21. Dit is een zin uit de spreektaal, en dus is de benoeming lastig. Het gaat erom dat je inziet dat voor de beide keuzes iets te zeggen valt. Bewering 1 wijst op bijwoord. Bewering 2 wijst op bijvoeglijk naamwoord. Een versterking kun je makkelijker maken bij een echt bijvoeglijk naamwoord (een supermooi (bn) meisje (zn); een supergezellig (bn) feest (zn); de jongen (zn) was superblij (bn) met cadeau) dan bij een echt bijwoord (*superimmers, *supergisteren, *supertoch). Bewering 3 wijst dus op bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor bewering 4 en 5 (De steen is hard (bn)). Hoewel, een eigenschap kan ook bij een werkwoord horen: Hij rijdt (ww) altijd hard. Ook bewering 6 wijst op bijvoeglijk naamwoord. Bewering 7 klopt misschien niet. Zegt goed iets over deze schrijver of over het werkwoord schrijven? Bewering 8 lijkt op bewering 1. In het Engels en het Frans kun je vaak aan de vorm van een woord zien of het bijvoeglijk naamwoord is of bijwoord. In het Nederlands zie je dat niet. Bewering 9 wijst erop dat goed en bijwoord is, bewering 10 echter wijst weer op bijvoeglijk naamwoord. Bewering 11 zegt op het eerste gezicht niet zoveel, maar wel als je bedenkt dat mensen vaak van mening verschillen over bijvoeglijke naamwoorden. Wat de een mooi vindt, kan de ander wel lelijk vinden. Bewering 12 is geen goed argument. Ook als een woord overduidelijk bijvoeglijk naamwoord is, kun je het lang niet altijd verbuigen door er een -e achter te plaatsen. Kijk maar: Ik heb een goed (bn) rapport. Ik heb een (*) goede rapport. (Kan niet). Jezus was goed (bn) voor medemensen. 15

16 Jezus was (*) goede voor medemensen. (Kan niet) Bewering 13 wijst er weer op dat (erg) goed een bijwoord is, maar bewering 14 wijst weer op bijvoeglijk naamwoord. Bij echte bijwoorden kun je geen - heid toevoegen: *immersheid, *namelijkheid. Bewering 15 pleit voor bijvoeglijk naamwoord. Bewering 16 zegt niets: er genoeg korte bijvoeglijke naamwoorden (blij, dom, gek, kort, lang, mooi, rijk) en er ook lange bijwoorden (overmorgen, tamelijk, ontiegelijk, waarschijnlijk). Bewering 17 pleit weer voor bijwoord. Dat geldt ook voor bewering 18, die aansluit bij bewering 1 en 8. Bewering 19 lijkt op bewering 17. Ook deze bewering wijst richting bijwoord evenals bewering 20. Bewering 21 is onzin. Ook zinnen uit de spreektaal kun je gewoon ontleden; die niet principieel anders dan geschreven zinnen. Wat is nu het goede antwoord? Eigenlijk is niet er slechts één antwoord goed. We hebben afgesproken dat we goed in Deze schrijver schrijft erg goed een bijwoord noemen, omdat goed hier bij een werkwoord (schrijft) hoort. In het Engels en het Frans zie je dat nog aan de vorm, in het Nederlands niet. Als goed bij een zelfstandig naamwoord had gehoord, hadden we het als bijvoeglijk naamwoord benoemd. Dat verschil komt bij meer woorden voor. Kijk maar: - De ramp (zn) was vreselijk (bn) voor de slachtoffers. - Ik vind Harry Potter een vreselijk (bw) eigenwijs (bn) mannetje. In de eerste is vreselijk een bijvoeglijk naamwoord, omdat het iets zegt over een zelfstandig naamwoord (ramp), in de tweede zin is vreselijk een versterking bij een bijvoeglijk naamwoord (en obwb) en daarom benomen we het daar als bijwoord. Opdracht 5 1 Welke - vr.vnw vroeger - bw laatste - onbep.rangtelw 3 volgt - zww 4 het - blw je - onbep.vnw / (pers.vnw) dat 5 Vergelijk - zww 6 Zuid-Europese - bn de - blw 7 volgens zevende - bep.rangtelw 8 Saturnus - zn 9 kun - hww je - wed.vnw 10 verwijst - zww een - olw traagste - bn 11 Hij tien - bep.hoofdtelw 12 Men - onbep.vnw ondermaanse - zn 13 onder 14 Die zouden - hww melancholisch - bn 16

17 15 ze zich - wed.vnw erg - bw hun meestal - bw 16 wordt - hww vaak - bw Deel 2 H.1 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 Eileen heeft haar kleine zusje beloofd dat ze straks een ijsje krijgt. 2 Kunnen jullie je indenken dat zo n topkeeper zomaar baan opzegt? 3 Schamen die jongens zich niet voor hun onfatsoenlijke gedrag? 4 Ik mag van mijn ouders niet roken, omdat het ongezond is. 5 Die twee hartsvriendinnen willen per se bij elkaar in de klas zitten. Opdracht 2 1 zich - wed.vnw hij 2 wij elkaar - wedig.vnw u mij uw 3 jouw mijn ik 4 We jij jezelf - wed.vnw 5 jou z n d r Opdracht 3 1 je je - wed.vnw je 2 we haar haar ze ons 3 hen jullie 4 Wij 17

18 ons - wed.vnw ons 5 Je het jullie elkaar - wedig.vnw hun Opdracht 4 1 mijn ik het 2 je je je jezelf - wed.vnw het 3 We ons - wed.vnw jullie ons 4 Jullie me ik me - wed.vnw m n 5 Hun het het Opdracht 5 1 iedere - onbep.vnw 2 ons uiterlijke - bn 3 Denk - zww dat 4 veel - onbep.hoofdtelw 5 afkomstig - bn uit 6 gebruikt - zww men - onbep.vnw het - blw 7 heel - bw bekende - bn 8 Over het - onbep.vnw deze laatste - onbep.rangtelw 18

19 H.2 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 Omdat, Daar, Aangezien 2 want 3 totdat, voordat, toen 4 Zodra, Toen, Als, Wanneer, Nadat 5 Of, dat 6 Hoewel, Ofschoon Opdracht 2 1 dat, tenzij 2 maar 3 Toen, dat 4 of, als 5 en, dus 6 Zodra, of, want Opdracht 3 1 welke - vr.vnw wanneer - vgw 2 waarom - bw waar - bw 3 Doordat - vgw wat - (betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (datgene wat); dat wordt in hoofdstuk 4 besproken) 4 over voordat - vgw 5 of - vgw wie - vr.vnw 6 Zodra - vgw dat - vgw Opdracht 4 1 Het - blw is 2 logisch - bn want - vgw je - onbep.vnw om een - bep.hoofdtelw 3 voorspelt - zww lang - bn 5 Als - vgw dit dat 6 brengt - zww echter - bw 7 Vervolgens - bw het je 8 Waarom - bw 9 we tiende-eeuwse - bn (10) Hij 19

20 was 10 (11) zekere - onbep.vnw hem en - vgw 11 (12) Dunstan - zn wie - vr.vnw zich - wed.vnw een - bep.hoofdtelw dat - vgw een - olw zou - hww waar - bw aanwezig - bn H.3 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 lijken hww, lijden zww 2 blijkt hww, kww 3 is kww 4 is hww, gezegd zww 5 draagt (bij) zww Opdracht 2 1 is hww, geworden kww, heeft hww, opgevolgd zww 2 had zww, kon hww, horen zww 3 Heeft hww, gevraagd zww, knabbelde zww 4 vroeg zww, wilde hww, passen zww 5 Is kww, weet zww, heet kww Opdracht 3 1 willen hww, krijgen zww, moeten hww, bespreken zww, moet hww, hebben zww 2 komt hww, trainen zww, moet hww, verwachten zww, staat zww 3 kww, vertrekken zww, moeten hww, halen zww 4 gebruikt zww, kan hww, worden kww 5 was kww, beloofde zww, zou hww, helpen zww 6 uitkomt zww, zouden hww, bespreken zww, behoort zww 7 gaat hww, aanpakken zww, blijft kww, gepubliceerd zww, heeft hww 8 veroorzaakt zww, mag hww, opleggen zww, rijdt zww 9 instortte zww, staat zww 10 wordt kww, moet hww, blijven kww, bent kww Opdracht 4 1 Onder hun 2 is zodat - vgw deze kunt - hww aantreffen - zww 3 een - olw 4 buurt - zn 20

21 wordt - hww aangegeven - zww dat - vgw kwebbelende - bn 5 werd - hww gezien - zww 6 Als - vgw haar gaat - hww voeden - zww tegen opdat - vgw zal - hww uitbraken - zww ze 7 echter - bw hen 8 Daardoor - bw 9 10 Meestal - bw die 11 zich - wed.vnw 12 sommige - onbep.hoofdtelw 13 is niets - onbep.vnw terwijl - vgw kunt - hww gaan - hww jagen - zww 14 dat - vgw veel - onbep.hoofdtelw H.4 Grammatica woordsoorten Opdracht 1 1 die Onze hut 2 wie De jongen 3 waarover het boek 4 dat het boekenpakket 5 wat Alles Opdracht 2 Let op: in de eerste druk wordt om veertien antwoorden gevraagd; dit moet dertien. 1 die de vulpen 2 wie uw roeipartner 3 wat het spectaculairste 4 die de opdracht wat de opdracht te maken die de lerares hun had gegeven 5 Wat betr.vnw. m.i.a. 6 Wie betr.vnw. m.i.a. dat een gezegde 7 dat het middel 21

22 wat betr.vnw. m.i.a. 8 die de agent 9 wat Alles 10 dat het meisje Opdracht 3 1 iemand - onbep.vnw die - betr.vnw de film 2 Men - onbep.vnw wie - betr.vnw. m.i.a. het - onbep.vnw deze 3 Menigeen - onbep.vnw iets - onbep.vnw 4 Ene - onbep.vnw wat - betr.vnw ons te betrekken bij drugssmokkel zo n 5 Wat - vr.vnw zulke iets - onbep.vnw 6 die - betr.vnw de weg 7 (een) zekere - onbep.vnw wat - vr.vnw die 8 Wat - betr.vnw. m.i.a. (je - onbep.vnw; je kan hier beter als pers.vnw gezien worden) dat - betr.vnw Wat (je zegt) (je - onbep.vnw; je kan hier beter als pers.vnw gezien worden) (zelf ) dat - betr.vnw het jongetje uit klas 1 9 Dergelijke niemand - onbep.vnw 10 die wie - betr.vnw de man 22

2 hv. 1

2 hv.  1 2 hv www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

1

1 3a www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

3 vwo. 1

3 vwo.  1 3 vwo www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Grammatica zinsdelen. Antwoorden 2h grammatica H4 + 5

Grammatica zinsdelen. Antwoorden 2h grammatica H4 + 5 Grammatica zinsdelen Opdracht 1 1 Deze Galliër / was / vroeger / koning. 2 Ooit / overwon / de krijger /de Romeinen. 3 Lang / duurde / het succes / echter / niet. Opdracht 2 1 chique 2 naar het buitenland

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL OEFENSITES WERKWOORDELIJK GEZEGDE ONTLEDEN ZIN OEFENSITES NAAMWOORDELIJK

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

Grammatica - Telwoorden vmbo-kgt34

Grammatica - Telwoorden vmbo-kgt34 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 13 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74598 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag

Grammatica. Op niveau onderbouw - Naslag Op niveau onderbouw - Naslag Grammatica In dit naslagdocument vind je de belangrijkste onderdelen van grammatica die in Op niveau onderbouw, leerjaar 1 t/m 3, worden behandeld. Als je wilt weten welke

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Nederlands C.T samenvatting

Nederlands C.T samenvatting Nederlands C.T samenvatting Wat te leren: Blok 4 + helft blok 5, op de leer s.o stof na. Blok 4 2.2 Chronologische tijdsvolgorde: de ene gebeurtenis na de andere Tijdsprong: het overslaan van een stuk

Nadere informatie

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 02 augustus 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74568 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Grammatica - Telwoorden vmbo-b34

Grammatica - Telwoorden vmbo-b34 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 08 september 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74511 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61710 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Pdf versie uitleg Grammatica

Pdf versie uitleg Grammatica Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Nederlands Grammatica Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1947 woorden 10 mei 2008 5,8 282 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Woordsoort, Afk., omschrijving,

Nadere informatie

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 06 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74568 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t. v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch

Nadere informatie

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm

Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm Aantekening Nederlands Grammatica: bedrijvende en de lijdende vorm Aantekening door Aafke 1003 woorden 12 maart 2018 0 keer beoordeeld Vak Nederlands 1.16 Bedrijvende en lijdende vorm In deze paragraaf

Nadere informatie

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is.

vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Toets grammatica hoofdstuk 1, 2+3 vraag 1 Geef aan of het onderstreepte werkwoord hulpwerkwoord, koppelwerkwoord of zelfstandig werkwoord is. Zou Zidane de beste voetballer van de wereld zijn? Bij iedere

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, het is al bijna 8 april, het is al bijna Pasen. Met Pasen vieren we feest, omdat Koning Jezus de dood overwint. Onze Koning is sterker dan de

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel. Lezen: Handelingen 18:24-19:7 Preek over doop met de heilige Geest (??) Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit Preek Zondag 6 maart 2016, 10.00 uur Jeugddienst Thema: @Home Voorganger: ds. Bert de Wit Schriftlezing: Lucas 15:11-32 Een vader had twee zonen zo begint het verhaal. Met de beschrijving van een gezin.

Nadere informatie

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica 2 Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Voegwoord 4 Telwoorden: hoofdtelwoorden 7 Telwoorden: rangtelwoorden 10 Telwoorden: hoofd- en rangtelwoorden 13 Persoonlijk voornaamwoord

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Grammatica in H3. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica in H3. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Otten Laatst gewijzigd 10 April 2012 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/37063 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende

Nadere informatie

Preek Genesis 31:13 17 januari 2016 Bevestiging ambtsdragers

Preek Genesis 31:13 17 januari 2016 Bevestiging ambtsdragers Preek Gemeente van Christus, Heilige onrust, weet je wat dat is? Je had het je anders voorgesteld: je huwelijk dat niet zo op rolletjes liep dan je had gedacht toen je trouwde. En je denkt: doe ik er wel

Nadere informatie

Grammatica - woordsoorten v3

Grammatica - woordsoorten v3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 june 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/80864 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Grammatica - Bijwoord HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Bijwoord HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52684 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Wat maakt jou sterk? Kun je dat oefenen?

Wat maakt jou sterk? Kun je dat oefenen? Kinder Woord Dienst van Oase Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, (Ze verschijnen ook op de Oase website.) Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel! Vastentijd Wat maakt jou sterk? Kun je

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Woordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek.

Woordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek. Woordsoorten bloemlezing uit het 40 bladzijden tellende boek. Inleiding Een boek samenstellen over woordsoorten. Dat betekent: keuzes maken. Wat overigens ook geldt voor het gebruiken ervan. Over de keuzes

Nadere informatie

Naam: En jij..? Esther durft! Kinderdienst 3 februari 2019 CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK NIEUWE PEKELA

Naam: En jij..? Esther durft! Kinderdienst 3 februari 2019 CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK NIEUWE PEKELA 3-2-2019 Esther durft! En jij..? Naam: Kinderdienst 3 februari 2019 CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERK NIEUWE PEKELA www.cgkpekela.nl www.facebook.com/cgkpekela www.freebibleimages.org 1 Koning Ahasveros

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 9: februari 2015 Thema 6: De last van het verleden

Deel het leven Johannes 9: februari 2015 Thema 6: De last van het verleden Preek Gemeente van Christus, Het is een vreemde vraag, die de discipelen stellen: Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders? Ze zien iemand aan de kant van de weg zitten. Iemand die al vanaf zijn geboorte

Nadere informatie

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit

Preekje - Gezinsdienst. Ik ben de goede herder. Jubilate - 22 april uur. Voorganger: ds. Bert de Wit Preekje - Gezinsdienst Jubilate - 22 april 2018-10.00 uur Ik ben de goede herder Voorganger: ds. Bert de Wit Schriftlezing: Johannes 10:11-16 (Bijbel in Gewone Taal) Gemeente van onze Heer, Jezus Christus,

Nadere informatie

Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord hv12

Grammatica - Aanwijzend voornaamwoord hv12 Auteurs VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52669 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

we willen ons kind olie meegeven?,

we willen ons kind olie meegeven?, Dienstnummer: 1260 zondag: 10 e zondag van de herfst / 3 e zondag van de voleinding datum: 26-11-2017 plaats: De Ontmoeting, Assen Schriftlezingen (onderstreept = hoofdlezing): Matteus 25: 1-13 liederen:

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2

Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2 Samenvatting Nederlands Grammatica en Spelling blok 2 Samenvatting door Babette 1149 woorden 23 juni 2016 9,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Grammatica Vaak zie je aan een zin of de

Nadere informatie

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president PrO -weekkrant Week 49 december 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 2-8 december 2013 Eenvoudig Communiceren Oekraïners boos op president Foto: ANP Foto: Shutterstock In Oekraïne protesteren inwoners

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2 Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker

Nadere informatie

De gebroeders Leeuwenhart

De gebroeders Leeuwenhart Astrid Lindgren De gebroeders Leeuwenhart vertaald door Rita Törnqvist-Verschuur met tekeningen van Ilon Wikland Uitgeverij Ploegsma Amsterdam Hoofdstuk 1 Wat ik nu ga vertellen gaat over mijn broer. Over

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Blok

Samenvatting Nederlands NL Blok Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

The Lake - augustus/september 2018

The Lake - augustus/september 2018 The Lake - augustus/september 2018 Lieve mensen, Wat een bijzondere tijd hebben we hier in Zambia. We gaan nog een aantal dagen genieten van het Zambiaanse leven en dan gaan we weer richting Zuid-Afrika.

Nadere informatie

H1 D-Toets Fictie en Grammatica

H1 D-Toets Fictie en Grammatica Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Merlijn Draisma 09 juni 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62569 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018

Paaswake voor kinderen 31 maart 2018 We luisteren: - Veldhuis & Kemper is het mooi Is het constant een zooi Er is lief Er is leed Er is zuinig of breed Er is kort Er is lang Vrolijk en bang Er is hoop Er is stil Er is zang Er is langzaam

Nadere informatie

Grammatica - Woordsoorten v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Woordsoorten v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 05 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/80864 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Werkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken.

Werkwoordelijk gezegde Dit zijn alle werkwoorden in een zin met alles wat bij deze werkwoorden hoort. 1. Francien stond maar te kijken. Ontleden Persoonsvorm 3 trucjes om de persoonsvorm te vinden zijn: 1. Maak van de zin een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan komt te staan is de persoonsvorm. 2. Zet de zin in een andere tijd, de persoonsvorm

Nadere informatie

Sínt Maarten, dat betekent toch dat ik heilig ben?

Sínt Maarten, dat betekent toch dat ik heilig ben? Dienstnummer: 1292 zondag: 8 e zondag van de herfst datum: 11-11-2018 plaats: De Ontmoeting, Assen Schriftlezingen (onderstreept = hoofdlezing): Matteus 25: 34-40 liederen: Opw 32; ELB 398:1,2,4; Opw 732;

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen!

Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen! Kinder Woord Dienst van Oase Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel! Op weg naar Pasen Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen! Eerste lezing:

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis Johan van Caeneghem Het Schemerhuis 4 Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen De nieuwe weg Hé, kijk daar eens, zegt Jay. Wat is dat?, vraagt Johanna. Dat is een weg, zegt Jay. Dat kan niet, zegt Johanna.

Nadere informatie

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus, Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10:38-42 Gemeente van Christus, Het gaat vanmorgen over Jezus. Dat zal je waarschijnlijk ook niet verrassen. Maar als het gaat over Jezus,

Nadere informatie

Gemeente van Jezus Christus,

Gemeente van Jezus Christus, Gemeente van Jezus Christus, Ik heb geen bedelaar in mijn kennissenkring. Wat zegt dat van mij? Maar ik heb er natuurlijk wel eens een gezien. In Utrecht, in Amsterdam, in steden in het buitenland Als

Nadere informatie

Ruimte voor God thema 2: Het raadsel van het ongeloof Preek over Matteüs 13:1-23 m.n. vers 4 & 19

Ruimte voor God thema 2: Het raadsel van het ongeloof Preek over Matteüs 13:1-23 m.n. vers 4 & 19 Ruimte voor God thema 2: Het raadsel van het ongeloof Preek over Matteüs 13:1-23 m.n. vers 4 & 19 Gemeente van Christus, Op de foto zie je een lachende man. Zwart wit. Lang geleden. Lange regenjas. Stropdas.

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 1 Je ouders zijn ook maar mensen 11 2 Eerst ruzies, nu ook nog de scheiding 21 3 Dit is niet eerlijk! 31 4 Wat cijfers ons leren 41 5 En toen veranderde mijn wereld 51 6 Bij wie

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus!

Bijbellezing: Johannes 4 vers Zit je in de put? Praat es met Jezus! Bijbellezing: Johannes 4 vers 7-27 Zit je in de put? Praat es met Jezus! Wij hadden vroeger een waterput Vroeger is meer dan 55 jaar geleden Naast ons huis aan de Kerkstraat in Harkema Ik weet nog hij

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Een stelletje mooie vrienden door Jacques Vriens

Boekverslag Nederlands Een stelletje mooie vrienden door Jacques Vriens Boekverslag Nederlands Een stelletje mooie vrienden door Jacques Vriens Boekverslag door C. 1236 woorden 29 augustus 2016 3,1 2 keer beoordeeld Auteur Genre Jacques Vriens Jeugdboek, Kinderboek Eerste

Nadere informatie

De boerderij naast de onze is van meneer en mevrouw Kreitjes. Ze hebben twee kinderen, twee jongens. Flip en Willem heten ze. Zo nu en dan ga ik bij

De boerderij naast de onze is van meneer en mevrouw Kreitjes. Ze hebben twee kinderen, twee jongens. Flip en Willem heten ze. Zo nu en dan ga ik bij De boerderij naast de onze is van meneer en mevrouw Kreitjes. Ze hebben twee kinderen, twee jongens. Flip en Willem heten ze. Zo nu en dan ga ik bij ze spelen op hun boerderij. Ik ben een meisje en ik

Nadere informatie

A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum

A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum 1. Wat voor rare mensen waren dat daarstraks? (zijn) 2. Zodra we de film, zullen we je vertellen wat we ervan vonden.

Nadere informatie

Niemand hoeft verlegen te zijn

Niemand hoeft verlegen te zijn Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Verlegen mensen Niemand hoeft verlegen te zijn Kleine kinderen zijn vaak verlegen. Dat vindt iedereen normaal. Maar ook 1 op 5 volwassenen

Nadere informatie

Kom op, Maarten, je moet naar school! Moeder geeft haar jongen een duwtje. Even later loopt Maarten door de straten van Mansfeld. Dat is de stad waar

Kom op, Maarten, je moet naar school! Moeder geeft haar jongen een duwtje. Even later loopt Maarten door de straten van Mansfeld. Dat is de stad waar 6 Het is een jongen! Blij kijkt vader Hans Luther naar zijn zoon. De kleine jongen ligt tevreden bij zijn moeder in de armen. Het is 10 november. Buiten is het koud, maar binnen is het warm. Dat is goed

Nadere informatie

Zinnen Woorden We gaan starten me de zinnen eigenlijk het moeilijkste kwa zinsverdeling maar ik vindt het het leukste!

Zinnen Woorden We gaan starten me de zinnen eigenlijk het moeilijkste kwa zinsverdeling maar ik vindt het het leukste! Taalbeschouwing Er zijn verschilende onderwerpen in taalbeschouwing ikzelf deel ze op in 2 groepen. Zinnen Woorden We gaan starten me de zinnen eigenlijk het moeilijkste kwa zinsverdeling maar ik vindt

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

6,3. Boekverslag door M woorden 9 maart keer beoordeeld

6,3. Boekverslag door M woorden 9 maart keer beoordeeld Boekverslag door M. 1754 woorden 9 maart 2013 6,3 137 keer beoordeeld Auteur Mel Wallis de Vries Genre Jeugdboek, Thriller & Detective Eerste uitgave 2011 Vak Nederlands Titel: Verstrikt Schrijver: Mel

Nadere informatie