AFF Student Manual Gebaseerd op ASC AFF Student Manual Vertaald en bewerkt door Timmy & Mike De Smet

Transcriptie

1 AFF Student Manual Gebaseerd op ASC AFF Student Manual Vertaald en bewerkt door Timmy & Mike De Smet

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Lijst van afbeeldingen... 3 De Theorie rond de Accelerated FreeFall Cursus... 4 AFF Levels... 5 PROGRAMMA EERSTE DAG... 5 BASIS VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 5 GEBRUIKELIJKE AFF PROCEDURES BIJ 4XTREMETIME... 5 Hoofdstuk 1 Materiaal... 6 OPENINGSSEQUENTIE... 9 Hoofdstuk 2 Vliegtuig procedures STANDAARD PROCEDURES: BESCHERMING MATERIAAL (VOORKOMEN VROEGTIJDIGE OPENING): VLIEGTUIG NOODPROCEDURES: Hoofdstuk 3 Exit Procedures Hoofdstuk 4 Lichaamshouding & Welven Hoofdstuk 5 De Level 1 Skydive DIVEFLOW EXIT PROBLEMEN Hoofdstuk 6 Tekens Hoofdstuk 7 Malfuncties HIGH SPEED MALFUNCTIES LOW SPEED MALFUNCTIES Hoofdstuk 8 Koepelcontrole VISUEEL STUURBAAR CONTROLEER LUCHTRUIM ZOEK DE DROPZONE EN JE JUMPMASTERS LUISTER NAAR DE RADIO DEFINITIES BETREFFENDE KOEPELCONTROLE LANDINGSPATROON Hoofdstuk 9 Landingen LANDING HOGE WINDSNELHEDEN (15-21 km/u) BUITENLANDINGEN FIELDPACKING Hoofdstuk 10 Gevaarlijke Landingen LANDEN IN BOMEN WATERLANDINGEN HOOGSPANNINGSLIJNEN: TE VERMIJDEN OMHEININGEN GEBOUWEN RUNWAY TURBULENTIE XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 2 van 28

3 Lijst van afbeeldingen Figuur 1: RSL & 3-Ring systeem... 7 Figuur 2: Harnas en Container... 8 Figuur 3: Openingssequentie... 9 Figuur 4: BOX positie Figuur 5: Tekens Figuur 6: Voorbeelden van High Speed Malfuncties Figuur 7: Low Speed Malfuncties Figuur 8: Landingspatroon Figuur 9: Parachute Landing Fall XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 3 van 28

4 De Theorie rond de Accelerated FreeFall Cursus Deze cursus wordt Accelerated FreeFall (AFF) of Versnelde Vrije Val genoemd omdat het leerproces versneld is tegenover de traditionele skydiving cursussen (automatische opening/vrije val), en alle sprongen in deze cursus zijn VRIJE VAL SKYDIVES. De AFF is ontworpen om een semi-privé instructie te kunnen geven voor leerlingen die serieus geïnteresseerd zijn in het worden van een skydiver, vergelijkbaar met privé-lessen voor tennis of skiën. Gedurende de eerste drie levels van de AFF spring je uit het vliegtuig begeleid door twee instructeurs die je harnas vast hebben om je stabiel te houden gedurende 60 seconden vrije val. De volgende vier levels spring je met slechts één instructeur. Dit programma is voorzichtig en systematisch ontworpen gedurende verschillende jaren en is volledig goedgekeurd door de United States Parachute Association (USPA). Alle AFF-instructeurs bij 4XtremeTime zijn erkende en gebrevetteerde AFF Jumpmasters. Deze cursus kan aangepast worden en op maat gemaakt worden voor iedere individuele leerling. Het gebeurt wel eens dat een leerling een level opnieuw moet doen, of er zelfs één overslaat. Uw progressie gedurende deze cursus is gebasseerd op uw kunnen in een skydive, zowel in vrije val als onder parachute. Succes! Blijf positief en welkom in de wereld van het skydiven! 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 4 van 28

5 AFF Levels Level 1: Eerste gewaarwording Level 2: Kennismaking met draaien Level 3: De solo sprong (beide instructeurs laten je volledig los) Level 4: 90 draaien Level 5: 360 draaien Level 6: Eerste solo exit, achterwaartse salto, terug stabiliteit zoeken en tracking Level 7: Solo exit en herhaling van alle geziene oefeningen PROGRAMMA EERSTE DAG Voorstelling van de instructeurs Papierwerk (verzekering,...) Rondleiding Kennismaking materiaal Pauze Begin theoretische lessen Middagpauze Afwerken theoretische lessen Oefenen voor Level 1 sprong SKYDIVE! BASIS VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Maximum grondwind: 21 km/u. Minimum exit hoogte: 9000 voet Maximum tijd tussen AFF sprongen: 30 dagen. Zolang wachten wordt NIET aangeraden. Minimum openingshoogte: 3000 voet. Eveneens NIET aangeraden. GEBRUIKELIJKE AFF PROCEDURES BIJ 4XTREMETIME AFF exithoogte: voet Vliegtuig: Pilatus Porter (plaats voor 10 springers) Video van iedere sprong (gefilmd door een van de instructeurs) Bij vervollediging van de AFF cursus betaalt de ex-leerling 2.5m bier (de fameuse deux mètre cinquante ). Maak deel uit van de hechte vriendschap onder de skydivers. Verkoop je auto, huis en boot, en verlaat uw wederhelft om je eigen materiaal te kunnen kopen. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 5 van 28

6 Hoofdstuk 1 Materiaal 1. Harnas: Aanpasbare webbing die de container en parachutes op de skydiver zijn rug houdt. 2. Container: Vastgemaakt aan harnas, bevindt zich op de rug van de skydiver, bevat hoofd- en reservevalscherm. 3. Main Pilot Chute: Openingssysteem bestaande uit een kleine parachute met een diameter van ongeveer cm. Wanneer je deze in de wind gooit zal deze via de bridle aan de pin trekken waardoor vervolgens de main container zich zal openen en de POD de container verlaat. De pilot chute bevindt zich rechts onder de container en is meestal een leren bolleke of een klein stuk PVC buis. 4. Bridle: Stuk zwart lint dat de pilot chute verbindt met de POD. Op de bridle is een pin vastgestikt die via het blokkeren van de loop de container gesloten houdt. Wanneer de pin uit de closing loop wordt getrokken kunnen de vier flappen van de container zich openen en wordt de POD uit de container gelift. Zie Figuur 3: Openingssequentie (pagina 9). 5. Pilot Chute met veer: Een kleine parachute dat vrijkomt wanneer je aan het reserve handvat trekt. Zorgt voor de opening van de reserveparachute. 6. Hoofdvalscherm: Bevindt zich in de onderste container en is aan het harnas verbonden door middel van risers (hangriemen) aan de schouders met een 3-Ring systeem. Deze parachute is rechthoekig van vorm. 7. Risers: Hangriemen. Webbing dat hoofd- en reservevalscherm vanuit het harnas verbindt met de connector links. Er is een front (voorste) en back riser (achterste hangriem) aan elke zijde van de parachute. 8. Connector Links: Metalen schakels die de lijnen van de parachute met de risers verbinden. 9. Cutaway handvat: Afwerpkussentje. Dit handvat werpt het hoofdvalscherm af d.m.v. het 3-Ring systeem wanneer je eraan trekt. Deze bevindt zich aan de rechterkant van het harnas onder de borstriem. Het wordt op zijn plaats gehouden d.m.v. Velcro. 10. Reserve Static Line: RSL. Een back-up systeem dat de risers van het hoofdvalscherm verbindt met de pin van het reservevalscherm. Wanneer je aan het afwerpkussentje trekt, terwijl je hoofvalscherm wordt afgesmeten, zal de pin van het reservevalscherm worden getrokken uit de closing loop. Dit systeem is verplicht voor elke leerling. 11. Reserve handvat: Dit handvat opent het reservevalscherm wanneer je eraan trekt. Het is een metalen D-ring dat zich bevindt aan de linkerkant van het harnas onder de borstriem. Het wordt op zijn plaats gehouden d.m.v. Velcro. 12. Reservevalscherm: Bevindt zich in de bovenste container en is zo bevestigd aan het harnas dat je het niet kan afsmijten (hoofdvalscherm kan je wel afsmijten). Deze is ook rechthoekig van vorm. Op sommige dropzones is het echter mogelijk dat de reserve een ronde bol is. 13. Stuurtoggles: Ofwel remmen. Zachte handvaten die ervoor zorgen dat je kunt sturen met de parachute en kunt remmen ( flaren ) om zacht kunt landen. De toggles hangen vast aan de achterste hangriemen d.m.v. Velcro of tabs. 14. Automatic Activation Device: AAD. Elektronisch of mechanisch apparaat ontworpen om het reservevalscherm te openen in noodgeval op een voorgeprogrammeerde valsnelheid en hoogte. Het is een elektronisch apparaat, dus niet onfeilbaar. Dit is dus een laatste reddingsmiddel waar nooit mag worden op gerekend ter vervanging van de normale procedures. De AAD is verplicht voor elke springer in deze club. 4XtremeTime gebruikt Vigil & Cypress AADs. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 6 van 28

7 Figuur 1: 3-Ring systeem & RSL 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 7 van 28

8 Figuur 2: Harnas en Container 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 8 van 28

9 OPENINGSSEQUENTIE De springer gooit zijn pilot chute in de wind waarna deze via de bridle de pin van de main container uit de closing loop zal trekken. De main container opent en de bridle trekt de Parachute Openings Device (POD), waarin het hoofdvalscherm zit, uit de container. De pilot chute zorgt ervoor dat de lijnen volledig gestrekt worden, waarna de POD opent. Zo kan de parachute uit de POD komen en kan deze beginnen opblazen. Terwijl het hoofdvalscherm opblaast, zakt de slider langs de lijnen tot aan de connector links. Eens de parachute volledig is opgeblazen zal de springer zijn stuurtoggles lostrekken en een koepelcontrole uitvoeren. Daarna zal de springer zijn parachute op een veilige plaats landen. Figuur 3: Openingssequentie 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 9 van 28

10 Hoofdstuk 2 Vliegtuig procedures STANDAARD PROCEDURES: Altijd een volledige gear check vragen. Vliegtuig steeds langs achteren benaderen om de propeller te vermijden. Word steeds begeleid door minstens één instructeur bij het instappen. Gebruik de vlucht tot hoogte om te relaxen en de sprong mentaal te herhalen. Je kan eveneens eens de dropzone van bovenaf zien. Aarzel niet om je jumpmaster(s) bijkomende vragen te stellen. Blijf op je plaats zitten tot een instructeur je zegt iets anders te doen. BESCHERMING MATERIAAL (VOORKOMEN VROEGTIJDIGE OPENING): Bescherm je handvaten ten alle tijde. Beweeg zo weinig mogelijk in het vliegtuig om te vermijden dat je handvaten ergens vast komen te zitten. Wanneer je parachute mocht openen in het vliegtuig, zorg ervoor dat deze niet kan ontsnappen. Wanneer je parachute door de deur ontsnapt, volg deze onmiddelijk, check de parachute en wees voorbereid om de noodprocedures toe te passen. VLIEGTUIG NOODPROCEDURES: Helm wordt gedragen tijdens het opstijgen tot 1000 voet. In geval van ELKE emergency zal de leerling luisteren naar de jumpmaster en doen wat deze zegt. Onder 1000 voet: Noodlanding. Helm aan en crashhouding aannemen voet: Bail Out. Exit gevolgd door opening reservevalscherm voet: Poised Exit. Gewone exit zoals gebriefd, maar geen oefeningen doen en jumpmaster zal het valscherm opentrekken. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 10 van 28

11 Hoofdstuk 3 Exit Procedures Jumpmaster 1 klimt uit de deur. Leerling zet zich in positie, begeleid door jumpmaster 2 wanneer hij teken heeft gegeven. Leerling zegt: CHECK IN en kijkt in de ogen van JM2. Hij KIJKT NIET WEG voordat JM2 een OK geeft. CHECK OUT. Kijk JM1 in de ogen en KIJK NIET WEG voor een OK. Leerling legt beide handen op knieën en ademt diep in en uit. OUT (Leerling brengt armen naar voor), IN (Armen weer naar binnen), OUT (Springen richting vleugel, hoofd omhoog en welven). 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 11 van 28

12 Hoofdstuk 4 Lichaamshouding & Welven Vanaf de exit tot het einde van de vrije val is het jouw verantwoordelijkheid om te WELVEN. Deze stabiele lichaamshouding wordt ook BOX Position genoemd. Goed welven zal steeds resulteren in een goede, stabiele belly-to-earth positie en zal je helpen om van een onstabiele positie terug te keren naar een stabiele positie. Figuur 4: BOX positie 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 12 van 28

13 Hoofdstuk 5 De Level 1 Skydive DIVEFLOW Exit WELVEN Hoogte checken 3 x oefenpulls (PRCP Practise RipCord Pull) Hoogte checken Free Time houding + hoogte checken 6000 voet blijven kijken naar hoogtemeter 5500 voet afzwaaien en parachute openen Tijdens de sprong zal waarschijnlijk JM2 voor je komen liggen en je tekens geven betreffende jouw lichaamshouding (zie Figuur 5: Tekens, op pagina 15 voor verklaring tekens). Deze hoor je rustig op te volgen totdat het teken verdwijnt. De tekens kunnen ook van JM1 komen. Bij de hoogte checks is het de bedoeling dat je de hoogte die je afleest tevens luidop zegt. Bij Free Time denk je steeds aan je positie, controleer je de hoogte en reageer je correct op de tekens die je gegeven worden. Bij de pull is het belangrijk dat je je houding niet verwaarloost. Om een mooie, correcte en zachte opening te garanderen is het zeer belangrijk dat je stabiel ligt. Dus bij de pull welf je nog eens extra door, grijp je rustig en gecontroleerd naar de pilot chute met je rechter hand, terwijl je je linkerhand naar voren brengt boven of ter hoogte van je hoofd. De pilot chute smijt je weg met ongeveer een hoek van 45, daarna keer je terug naar de basis BOXpositie en welf je goed door Parachute. Tegen dat je dit gezegd hebt, zou je parachute open moeten zijn. Zoniet heb je een high-speed-malfunctie. Zie Hoofdstuk 7 Malfuncties op pagina 16. Leerling en instructeur zullen deze sequentie en alle procedures oefenen tot deze vlot worden uitgevoerd. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 13 van 28

14 EXIT PROBLEMEN Wanneer je overkop of onstabiel gaat bij exit WELVEN! 1 JM kwijt gewoon verder doen met de andere JM. 2 JMs kwijt GOED WELVEN, 5 seconden wachten, wanneer geen jumpmaster bij je is ZELF trekken. Onstabiel tijdens pull time TOCH TREKKEN 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 14 van 28

15 Hoofdstuk 6 Tekens Tijdens de vrije val zijn verbale communicaties onmogelijk. Vrije val communicatie gebeurt door middel van handsignalen door de jumpmaster(s). Volgende tekens kunnen worden gegeven wanneer nodig. Bekken naar beneden (Welven) Benen strekken Benen plooien Check positie armen Vingers en duim tegen elkaar tikken ONMIDDELIJK TREKKEN! Vuist Check hoogte Heelclick / benen smaller PRCP Figuur 5: Tekens Oké 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 15 van 28

16 Hoofdstuk 7 Malfuncties Na de theoretische les zal er een video getoond worden van alle mogelijke malfuncties en hoe je ze moet oplossen. Malfuncties kunnen opgesplitst worden in twee categorieën high speed en low speed malfuncties. Wanneer we spreken over het uitvoeren van de noodprocedure, bedoelen we het volgende: Goed welven Kijk naar beneden zodat je beide handvaten kunt herkennen Grijp beide handvaten Trek aan de rechter (cutaway) MET GESTREKTE ARM Trek aan de linker (reserve) MET GESTREKTE ARM Pak de stuurtoggles, trek eraan zodanig dat ze vrij komen en stuur naar de landingsplaats Deze noodprocedure zal voldoende geoefend worden op de grond alvorens je eerste sprong te maken. BESLISSINGSHOOGTE IS 2000 VOET! Dit wil zeggen dat je de beslissing moet nemen om je hoofdvalscherm te houden of deze af te smijten voor 2000 voet. Wanneer je niet zeker bent is het beter om een cutaway uit te voeren dan later vast te stellen dat je toch een malfunctie hebt. Een cutaway te laag uitvoeren kan de doodelijke gevolgen hebben! Het is dan mogelijk dat je reservevalscherm niet voldoende tijd heeft om op te blazen. HIGH SPEED MALFUNCTIES Bij high speed malfuncties verlies je heel snel hoogte. Dus is het zeer belangrijk om SNEL te reageren. 1. TOTAL: Container blijft gesloten. (NIKS GETROKKEN, NIKS OPEN) Na twee pogingen om de pilot chute te vinden of te trekken. Voer NOODPROCEDURE uit! 2. PILOT CHUTE IN TOW: Wanneer enkel de pilot chute wind pakt, maar verder niks gebeurd. Kijk over je schouder. Sla met je elleboog op de main container. Wanneer de parachute niet opent, NOODPROCEDURE! 3. BAGLOCK: De POD is uit de container, maar opent zich niet. NOODPROCEDURE! 4. HORSESHOE: De pilot chute hangt vast aan je been of arm. Tracht de pilot chute vrij te krijgen alvorens noodprocedure uit te voeren. Wanneer men de noodprocedure uitvoert alvorens de pilot chute vrij te krijgen is het goed mogelijk dat het reservevalscherm in de POD en lijnen terecht komt, waardoor deze niet naar behoren zal opblazen en vliegen. Wanneer pilot chute is bevrijd en er geen goede koepel boven je hoofd staat, NOODPROCEDURE! 5. STREAMER: Het valscherm blaast helemaal niet op. Met deze malfunctie haal je hoge snelheden, dus verlies je snel hoogte! NOODPROCEDURE! 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 16 van 28

17 Figuur 6: Voorbeelden van High Speed Malfuncties 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 17 van 28

18 LOW SPEED MALFUNCTIES Bij deze malfuncties heb je al een (gedeeltelijk) open valscherm boven je hoofd. Je verliest dus minder snel hoogte, maar nog steeds te snel om een veilige landing te maken. Dus reageer snel genoeg op zo n situatie! Meestal hoef je geen cutaway uit te voeren, zolang na koepelcontrole het valscherm als controleerbaar wordt bevonden. De koepelcontrole wordt beschreven in het volgende hoofdstuk. 1. LINE TWIST: Lijnen zijn gedraaid. Probeer niet je stuurlijnen te pakken in deze situatie. Duw de risers van elkaar weg en fiets met je benen in de juiste richting om de twist eruit te krijgen. Eens de twist is opgelost voer een KOEPELCONTROLE uit. 2. GESLOTEN END CELLS, SLIDER OMHOOG: De koepel is niet opgeblazen tot de uiteinden. Drie maal pompen met je stuurtoggles. Dit zorgt ervoor dat de koepel onder druk komt, zal de end cells opblazen en de slider naar beneden trekken tot aan de risers. 3. PILOT CHUTE OVER DE NEUS Voer KOEPELCONTROLE uit. Wanneer het valscherm controleerbaar is, vlieg deze terug naar de landingsplaats. Geen radicale manoeuvres uitvoeren! 4. STUURTOGGLES KOMEN VROEGTIJDIG LOS Wanneer er één van de stuurtoggles loskomt bij opening, zal de koepel lichtjes beginnen draaien. Pak de stuurtoggles en trek ze in halve rem en laat ze dan weer volledig op (zonder de toggles zelf los te laten). De koepel zou weer recht moeten vliegen. 5. GEBROKEN LIJN Voer een KOEPELCONTROLE uit met de ACHTERSTE HANGRIEMEN. Bij het remmen voor de landing, eveneens ACHTERSTE HANGRIEMEN gebruiken. Voer een goede PLF uit (zie Hoofdstuk 9 Landingen). 6. GESCHEURDE STOF Scheuren en gaten zijn een probleem als ze groot genoeg zijn om de koepel oncontroleerbaar te maken of de daalsnelheid te hoog wordt. Voer een KOEPELCONTROLE uit en beslis of je met de koepel kunt landen. 7. BEIDE PARACHUTES OPEN: Zowel hoofd- als reservevalscherm zijn volledig opgeblazen. Side-by-side en niet in elkaar getwist: cutaway en landen met reservevalscherm. In elkaar getwist: de remmen niet lossen en met beide parachutes vliegen en landen, gebruik makend van de ACHTERSTE HANGRIEMEN. Klaar zijn voor PLF. Downplane: de koepels vliegen van elkaar weg en zorgen dat je draaiend snel hoogte verliest. CUTAWAY en landen met reserve. Bi-Plane: de ene koepel vliegt voor de andere. Vliegen en landen met VOORSTE koepel. Geen radicale manoeuvres maken en landen zonder te remmen. Voer PLF uit. HIER OOK BESLISSINGSHOOGTE VAN 2000 VOET! Bij twijfel NOODPROCEDURES. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 18 van 28

19 Figuur 7: Low Speed Malfuncties 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 19 van 28

20 Hoofdstuk 8 Koepelcontrole Eens je koepel open is moet je de koepelcontrole uitvoeren om er zeker van te zijn dat je de koepel veilig kunt landen. VISUEEL Square (rechthoekig) Stable (stabiel) Steerable (stuurbaar) STUURBAAR Trek remmen los Drie maal pompen Draai 90 naar links Draai 90 naar rechts. Wanneer de koepel slaagt voor deze tests, is hij landbaar. Maak je laatste beslissing voor 2000 voet. CONTROLEER LUCHTRUIM Vermijd botsingen met andere koepels en eventueel vliegtuigen. Om een botsing te vermijden moet men naar RECHTS draaien. Op iedere dropzone geldt dezelfde regel. Wanneer je twijfelt of een andere springer je gezien heeft, geef teken met je benen. ZOEK DE DROPZONE EN JE JUMPMASTERS Oriënteer jezelf om de dropzone te vinden en bepaal je landingspatroon om op de landingsplaats te komen. Zoek rustig de belangrijkste kenmerken die je gezien hebt op de luchtfoto om de dropzone te vinden (autosnelweg, bos, kanaal,...). Lokaliseer de windzak, vlaggen of zelfs rook om te weten uit welke richting de wind komt. Let echter op wanneer deze achter of dicht bij een gebouw of object staan. LUISTER NAAR DE RADIO Je krijgt bij je eerste sprongen een radio mee. Hierdoor kan je instructeur je begeleiden om een veilige landing te maken. Luister dan ook naar de instructies die je krijgt en volg deze op. Radio s zijn elektronische apparaten en kunnen dus falen. Als een radio niet werkt, denk aan wat je is aangeleerd in de les. Let op! De radio is slechts een hulpmiddel, jij hebt de touwtjes (letterlijk) in handen! 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 20 van 28

21 DEFINITIES BETREFFENDE KOEPELCONTROLE 1. WINDLINE: Denkbeeldige lijn dat vanaf een punt direct tegenwind de cible (witte cirkel) in het midden snijdt. Dit concept begrijpen en hoe op deze lijn te blijven zal het je makkelijker maken om in de cible te landen. 2. EXIT POINT: De plaats waar je het vliegtuig verlaat ten opzichte van de grond. (Afh. v/d wind) 3. HOLDING AREA: Meewind t.o.v. de cible op de windlijn. Hier kunt je spelen met je parachute, zijn vluchtkarakteristieken leren kennen en beginnen met de downwind (meewind), base leg en final approach (finale) naar de cible. 4. HOLDING: Wanneer je tegenwind bent. Dit zal je grondsnelheid vertragen. 5. RUNNING: Wanneer je meewind bent. Dit zal je grondsnelheid verhogen. 6. CRABBING: Krabben. Wanneer je de wind van opzij krijgt. Hierdoor vlieg je zowel voorwaarts als zijwaarts. 7. GROUNDSPEED: Grondsnelheid. De snelheid dat de koepel vliegt t.o.v. de grond. 8. AIRSPEED: Luchtsnelheid. De snelheid dat de koepel door de lucht vliegt. 9. HALF BRAKES TURNS: Draaien in halve rem. De stuurtoggles worden tot borsthoogte getrokken, dan een bocht maken vanuit deze positie. Zorgt ervoor dat je kunt draaien zonder te veel hoogte te verliezen. 10. DEEP BRAKES TURNS: Draaien in volle rem. De stuurtoggles worden tot heuphoogte getrokken, dan een bocht maken vanuit deze positie. Zorgt ervoor dat je kunt draaien met een minimaal verlies van hoogte. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 21 van 28

22 LANDINGSPATROON Het aangeraden landingspatroon is vergelijkbaar met dat van een vliegtuig. Het bestaat uit een downwind approach, een base leg en een final upwind approach naar de landingsplaats. Vooraleer een sprong te maken kijk naar een luchtfoto van de dropzone en omliggende omgeving en bepaal je landingspatroon. 1. DOWNWIND APPROACH: Meewind richting dropzone vliegen. Gevlogen langs de windlijn op ongeveer 1000 voet. Vlieg ongeveer 75 à 150 meter meewind (hangt van de windsterkte af) rechts van de cible. Hou de cible steeds in zicht. 2. BASE LEG: Hier ben je ongeveer 150 meter voorbij de cible op een hoogte van ongeveer 500 voet. Draai 90 naar LINKS en vlieg tot je parallel t.o.v. de cible bent. Wanneer je op gelijke hoogte bent met de cible, draai 90 om naar de cible te vliegen op een hoogte van voet. 3. FINAL APPROACH: Finale. Hier vlieg je recht op de cible af. Wanneer je dreigt over de cible te vliegen kan je hoogte verliezen door rustige S-bewegingen te maken. Maak geen bochten te laag bij de grond. Het is geen ramp als je iets voorbij je doelwit landt. Op deze dropzone geldt de regel dat de laatste bocht steeds LINKS moet worden genomen. Dit kan verschillen op andere dropzones. Vraag dus naar de regel als je op een andere dropzone gaat springen. OPGELET!!! IN GEEN GEVAL MAAK JE EEN SCHERPE BOCHT BIJ JE FINALE OF PROBEER JE NOG TEGENWIND TE LANDEN WANNEER JE TE LAAG BENT. SCHERPE BOCHTEN RESULTEREN IN SNEL HOOGTEVERLIES, EN KUNNEN ERVOOR ZORGEN DAT JE ZWAAR GEKWETST GERAAKT OF ERGER! DESNOODS LAND JE MEE- OF CROSSWIND. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 22 van 28

23 Figuur 8: Landingspatroon 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 23 van 28

24 Hoofdstuk 9 Landingen Het is tijd voor een veilige landing. Je hebt net een gecontroleerde vrije val gedaan en een gecontroleerde vlucht naar de dropzone, maar de skydive eindigt pas wanneer je veilig bent geland. LANDING 1. FINALE: Vlieg tegenwind, enkel kleine correcties mogen worden gemaakt om obstakels te vermijden. 2. BEREID JE VOOR OM TE LANDEN: Voeten en knieën samen brengen en benen lichtjes gebogen. 3. TOGGLES: Stuurtoggles zijn volledig omhoog en je kijkt onder een hoek van 45 naar de horizon voor je. 4. FLARE: In één vlotte beweging rem je je parachute af om een rustige, gecontroleerde landing te maken. Je trekt je toggles tot op heuphoogte en houdt ze daar tot je de grond raakt. Zelfs al zie je dat je wat te hoog zit, hou je ze daar en bereid je een PLF voor. De remmen weer oplaten resulteert in een duikvlucht en dus een harde landing. Het moment van flaren is een kwestie van gevoel. Je leert dit echter snel aanvoelen. Wanneer je geland bent, blijf steeds goed rondkijken wie waar land. 5. PLF: Parachute Landing Fall. De beste manier om de kracht van een harde landing te verdelen over het lichaam zonder zich te bezeren. Voeten en knieën tegen elkaar gehouden met de benen lichtjes gebogen. De PLF contactpunten zijn: De ballen van je voeten De zijkant van de kuitspieren De zijkant van de dijspieren Het achterwerk De bovenrug 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 24 van 28

25 Figuur 9: Parachute Landing Fall 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 25 van 28

26 HOGE WINDSNELHEDEN (15-21 km/u) Vermijd om meegesleurd te worden door je parachute. Wanneer je geland bent, laat één stuurtoggle los en trek aan de andere totdat de parachute volledig op de grond ligt en geen wind meer vangt. Wanneer je meegesleurd wordt, rol op je rug en trek aan één toggle totdat de parachute geen wind meer vangt. Wanneer de parachute op de grond ligt, sta recht en loop rond de parachute en ga er achter staan om te vermijden dat ie weer opblaast. BUITENLANDINGEN Beslis voor 2000 voet of je al dan niet nog op het plein geraakt. Doe een windcheck. Zoek een geschikt plein. Baken grenzen af (plaatsen waar je niet over wilt vliegen). Maak een virtuele aanvliegroute. FIELDPACKING Steek de toggles weg. Pak de lijnen bijeen in grote lussen, terwijl je naar de koepel stapt. Wanneer je bij de koepel bent, pak de POD en de pilot chute. Pak eveneens de staart van de koepel. Leg alles over je schouder en stap naar de plooizaal. Zorg ervoor dat er niks op de grond sleept! Zorg ervoor dat je je materiaal uit de zon en droog legt. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 26 van 28

27 Hoofdstuk 10 Gevaarlijke Landingen Je kan een gevaarlijke landing minder erg maken door de procedures te volgen die voorgeschreven zijn voor deze gevaarlijke landingen. In bijna iedere omstandigheid kan ieder obstakel vermeden worden door deze simpele regels te volgen. KIJK WEG STUUR WEG!!! Het is beter om crosswind (wind van opzij) of zelfs meewind te landen dan een gevaarlijke landing tegenwind te maken. Je moet vroeg genoeg beslissen wanneer je een landing gaat maken die niet tegenwind is. Je moet voldoende hoogte hebben om veilige bochten te maken in de finale. MAAK NOOIT RADICALE BOCHTEN IN DE FINALE OM EEN OBSTAKEL TE VERMIJDEN. OP 1000 VOET MOET REEDS DE LANDINGSPLAATS GEWETEN ZIJN! LANDEN IN BOMEN Ga tegenwind en in halve rem hangen om de parachute te vertragen. Mik voor de kruin van de boom. Voeten op elkaar en knieën samen om kwetsuren te vermijden op een zeer pijnlijke plaats... Ellebogen naar binnen en bescherm je nek en gezicht met de bovenarmen. De toggles heb je nog steeds in de handen. Bereid een goede PLF voor moest je nog aan de grond geraken. Wanneer je vasthangt in een boom, beweeg niet en doe geen cutaway. Indien mogelijk, tracht naar de stam te klimmen, maak dat je goed vasthangt en wacht op hulp. WATERLANDINGEN Ga tegenwind hangen. Maak je RSL en borstriem los. Ga in halve rem hangen en breng je voeten en knieën samen. GEEN CUTAWAY BOVEN WATER! Neem goed adem en bereid je voor voor een PLF. Het is immers moeilijk om de diepte van het water in te schatten. Eens je in het water bent, smijt je hoofdvalscherm af, kruip uit het harnas en zwem naar de oever. Wanneer de koepel boven op jou valt, PANIKEER NIET. Zoek een lijn, volg het tot aan een naad en volg de naad totdat je aan de rand van de koepel komt. HOOGSPANNINGSLIJNEN: TE VERMIJDEN Probeer parallel met de draden te vliegen. Vlieg in halve rem en breng voeten en knieën tesamen om te vermijden dat je de draden raakt. Hou ellbogen naar binnen. Gebruik je voeten om je van een paal af te stoten of draden kapot te stampen. Bereid een PLF voor. Wanneer je op de grond komt en je parachute hangt vast aan de draden, doe een cutaway en ga voorzichtig weg (vermijd mogelijk gebroken draden). Wanneer onder reserve, kruip traag en voorzichtig uit het harnas. Wanneer je vasthangt, beweeg niet en tracht niet de grond te bereiken. Wacht op je jumpmaster om je te helpen. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 27 van 28

28 OMHEININGEN De draden kun je moeilijk zien, maar je kan omheiningen wel herkennen door hun palen die de draden verbinden. Wanneer je er tegen dreigt te landen, tracht eventueel de draden kapot te stampen door je benen vooruit te steken. GEBOUWEN Wanneer op een dak, ontkoppel je RSL, maak een gewone landing en doe een cutaway. Wanneer tegen een muur, ga in halve rem en steek je armen en benen naar voor om je van de muur weg te duwen. RUNWAY Wanneer je op een runway of taxiweg bent geland, zorg er eerst voor dat je van de runway of taxiweg weg bent alvorens fieldpacking te doen. Kijk steeds goed rond je! TURBULENTIE Kan je makkelijk herkennen door aan een steen te denken in een rivier of beekje (kolkend water juist achter de steen). Juist voor en achter een obstakel is er turbulentie. Hoe harder de wind blaast, hoe verder de turbulentie reikt achter een obstakel. Denk hier ook aan wanneer je de windrichting zoek aan de hand van vlaggen e.d.! STUUR HOOG GENOEG OM EEN OBSTAKEL TE VERMIJDEN. VLIEG NIET OVER IETS WAAR JE NIET WIL LANDEN ONDER 200 VOET. 4XtremeTime Skydiving Center AFF Student Manual Pagina 28 van 28