Themarapport: Zorg op maat in privaat hulpaanbod

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Themarapport: Zorg op maat in privaat hulpaanbod"

Transcriptie

1 Themarapport: Zorg op maat in privaat hulpaanbod Statuut van de tekst. De voorbije maanden vonden per thema drie vergaderingen plaats waarbij verschillende experten aan tafel zaten om van gedachten te wisselen omtrent verscheidene onderwerpen. De tekst bevat een bundeling van hun inbreng en vormt de inspiratie voor het verdere proces van deze Staten-Generaal. We wensen alvast de deelnemers en de voorzitter te bedanken voor hun engagement en expertise. De lezer wordt uiteraard uitgenodigd om bedenkingen en reacties aan te geven: Dat iedereen het erover eens is dat de weg van op maat geboden hulp moet worden ingeslagen, staat buiten kijf. Het algemene streefdoel is dat élke hulpvraag een gepast antwoord kent op maat van de minderjarige en zijn context. We moeten dus afstappen van de aanbodgestuurde aanpak waarbij de minderjarige en zijn context in een bepaald model wordt binnengeloodst en de vraag bijgevolg wordt ingepast in het aanbod. De evolutie naar een vraaggerichte aanpak, waarbij wordt gezocht naar een adequate oplossing voor de vraag, wordt pas mogelijk door het voorzien van een gedifferentieerd en flexibel aanbod met mogelijkheden tot samenwerking. Het huidige model wordt ontoereikend bevonden. Ondanks de bemoedigende pogingen wordt flexibiliteit beter verankerd in een duurzaam model. De hulpvrager, de hulpaanbieder en de samenleving hebben nood aan een nieuw kader dat zorg op maat faciliteert én mogelijk maakt. Vertrekpunt is het formuleren van werkprincipes voor de professionele hulpverleners en organisaties die binnen dit te creëren kader ontegensprekelijk aanwezig moeten zijn om verandering te bewerkstelligen. Het formuleren van heldere, gedragen werkprincipes is tevens een opportuniteit om de veelheid aan regelgeving en bepalingen te vereenvoudigen. Dergelijke omslag richting een volwaardig vraaggericht model waarbij gedifferentieerde modules flexibel worden ingezet, gaat gepaard met een grondige wijziging van het werkingsklimaat. Het huidige gesloten organisatiemodel laat onvoldoende toe om op-maat-trajecten te organiseren. Een verandering in een nieuw organisatiemodel is dus aangewezen. Uitgangspunt hierbij is het tegemoet komen aan de behoeften van de jongere en zijn context, dit door het mogelijk maken van gepaste interventies en relevante ondersteuning. Strevend naar de organisatie van flexibele hulptrajecten heeft een nieuw organisatiemodel natuurlijk ook impact op de huidige financieringsvormen. We gaan daarom op zoek naar een nieuw financieringsmodel dat binnen het vernieuwde kader toepasbaar is. p1

2 Strevend naar een optimaal klimaat, organisatiemodel en bijhorende financiering, wordt vastgesteld dat het huidige categoriaal en sectoraal benaderen afremmend werkt. Daarom moet gestreefd worden naar een verregaande beleidsafstemming wat zich uiteindelijk vertaalt in één geheel: één jeugdzorg. Om deze reden moet de tekst gelezen worden als het streven naar en het positioneren binnen één geheel aan jeugdhulpvoorzieningen. Doelstelling: We organiseren 1 jeugdzorg met gedeelde werkprincipes: -Contextgerichtheid -Vraaggerichtheid - Toegankelijkheid -Multimodaal werken - Versterkte regie - Actieve bundeling van Expertise - Zo vrijwillig waar mogelijk, dwang waar nodig. - Kwaliteitsgericht en wetenschappelijk onderbouwd werken - Participatie - Kwaliteitsgericht en wetenschappelijk onderbouwd werken Contextgerichtheid: - continuïteit en stabiliteit - perspectiefzoekend en perspectiefbiedend - ouders/ opvoedingsverantwoorde-lijken als actieve dragers - versterking sociaal netwerk - gezins- en maatschappelijke context 1. Werkprincipes binnen zorg op maat: Bij het creëren van een nieuw kader is het belangrijk om een aantal werkprincipes naar voor te schuiven die richting geven aan het streven naar een kwaliteitsvol zorg-op-maatbeleid en het professioneel handelen gaan ondersteunen/sturen. Deze principes moeten algemeen gedragen en gevolgd worden. Ze hangen sterk samen, soms impliceren ze mekaar zelfs. Sommige principes zullen uitgebreider behandeld worden dan andere aangezien bepaalde principes al sterk doorwerken, ze vragen nog weinig duiding. Het werken volgens deze principes heeft gevolgen voor de jongere en zijn context, de voorzieningen, het beleid en hun relatie onderling. - Principe 1. Contextgericht Het begrip contextgerichtheid kan niet los gezien worden van het streven naar een continuïteit en stabiliteit voor de jongere én zijn context. Vanuit de feitelijke leefsituatie bekeken is het belangrijk om stil te staan bij de concrete perspectiefzoekende en het perspectiefbiedende mogelijkheden. De jeugdhulpverlening moet bekeken worden vanuit het perspectief van de hulpvrager. Uitzonderlijk zal zelfs een levenslange ondersteuning nodig zijn. Contextgerichtheid mag dus niet geïnterpreteerd worden als het per sé terugkeren naar de oorspronkelijke context. Elk kind is existentieel verbonden met een context. Meer en meer krijgt de context van het gezin en de jongere dus een centrale rol in de begeleiding. Een culpabiliserende houding en gedecontextualiseerde werkwijze hebben veelal een averechts effect had ten aanzien van de context en de jongere. Er moet gestreefd worden naar flexibele hulptrajecten met aandacht voor contextbegeleiding en bijkomende ondersteuning. Het is belangrijk dat de ouders of opvoedingsverantwoordelijken zo veel als mogelijk actieve dragers zijn van het hulpverleningsproces en ze moeten aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid. Ook ruimer moet het sociale netwerk rond het gezin zoveel mogelijk versterkt worden om te kunnen helpen. Met zorg op maat, en het dynamisch ondersteunen, versterken en het actief aanspreken van de mogelijkheden van de hulpvrager, moet bovendien rekening gehouden worden met de gezinscontext en de maatschappelijke context. Elk gezin verschilt namelijk naar bv. samenstelling, cohesie of vangnet. p2

3 - Principe 2. Vraaggerichtheid Vraaggerichtheid : - vertrekpunt: hulpvraag - gebruikersgericht - emanciperen - participeren - diagnostiek: statisch en dynamisch - vraagverheldeing - belang van ontmoeten Dit principe stelt dat de jeugdhulp vertrekt van de vraag/en of behoefte van de personen tot wie zij zich richt en het sluit hier maximaal bij aan. Om zorg op maat aan te bieden moet een ruime differentiatie van maatregelen en voorzieningen een gepast antwoord mogelijk maken voor de hulpvrager. Een gebruikersgericht denken beoogt een afstemming met de specifieke behoeften van de jongere en zijn context Ook het emanciperen van de hulpvrager is in dit kader een belangrijke hefboom. Hulpverlening kan en mag niet meer gekenmerkt worden door passieve en afhankelijke consumenten. In dialoog met de hulpaanbieder moet de kennis en vaardigheden van de hulpvrager verhoogd worden om tot een optimale zorg op maat te komen. Er mag tenslotte niet vergeten worden dat een hulpvraag een dynamisch en evoluerend begrip is. De vraagstelling is vaak onkenbaar, verdoken of niet geweten en kent meestal diverse perspectieven. We moeten overdiagnosticering en stigmatisering vermijden maar in de toekomst zal het toch noodzakelijk blijven om waar nodig aan diagnostiek te doen. Deze stellingname brengt ons onmiddellijk binnen het statisch- dynamische spanningsveld. Zo kan diagnostiek beschouwd worden als het maken van een foto. Deze foto moet echter gezien worden als een momentopname. We beseffen dat er meerdere foto s gemaakt moeten worden. Interpretatie en dialoog zijn in dat kader aandachtspunten. Diagnostiek wordt gekenmerkt door meersporigheid en moet proportioneel worden ingezet. Vraaggericht werken is geen exacte wetenschap en is een heel moeilijke oefening. Dat leert ons de ervaring binnen de multifunctionele centra (MFC). Idealiter wordt aan handelingsgerichte vraagverheldering gedaan. Zo wordt het hulpaanbod gerealiseerd en zal het hulpverleningsproces herbekeken en eventueel bijgestuurd worden wanneer in het gedrag van de hulpvragers verandering wordt vastgesteld die de hulpverleners noodzaakt om het proces te evalueren. Bij het proces van constante vraagverheldering is het verder belangrijk dat de ontmoeting tussen hulpvrager en hulpaanbieder in open dialoog plaatsvindt. De interpersoonlijke benadering mag niet verwaarloosd worden. - Principe 3. Toegankelijkheid Toegankelijkheid: - kwaliteitstoets - bekendheid - bereikbaarheid/ betrouwbaarheid Het begrip toegankelijkheid als werkprincipe gaat over een kwaliteitstoets/kwaliteitseis voor degelijke hulpverlening. Het mag dus niet verward worden met de toegankelijkheid zoals opgevat in de integrale jeugdhulp. Om de hulpverlening voor de minderjarige en zijn context vlot toegankelijk te maken, moet op verschillende niveaus worden nagedacht hoe de drempels voor de toegang op zorg op maat weggewerkt kunnen worden. Deze - beschikbaarheid - begrijpbaarheid - betaalbaarheid p3

4 drempels worden benoemd onder volgende noties: bekendheid; bereikbaarheid/betrouwbaarheid, beschikbaarheid, begrijpbaarheid en betaalbaarheid. - Principe 4. Multimodaal werken Multimodaal werken: - meersporig - modulair - flexibel schakelen Hulpvragen die voortvloeien uit problematische opvoedingssituaties en/of ernstige gedragsproblemen kunnen maar begrepen worden vanuit complexe multifactoriële, ecologische of cumulatieve risicomodellen wat zich vertaalt in een meersporige aanpak: we gaan aan de slag op meerdere levensdomeinen met meerdere actoren. Effectonderzoek toont aan dat dit de effectiviteit positief beïnvloedt. Vandaag is multimodaal werken reeds in de hulpverlening doordrongen. Het is evenwel verre van eenvoudig,maar leidt tot het afstappen van de of-of benadering. Dit heeft heel wat gevolgen voor de hulpverleners, de voorzieningen en de hulpverlening zelf. Waar de hulpverlening nu nog vaak te statisch is, zal op termijn steeds meer modulair gewerkt worden. Een module is een pakket van jeugdhulp dat een jeugdhulpaanbieder aan een jongere en zijn context kan aanbieden. Deze modules kunnen doorgaans ook gecombineerd worden ingezet. Door het moduleren wordt aan zorgprogrammering gedaan waardoor meer en betere vraaggerichte hulp kan geschieden. Om tot dergelijke kwaliteitsvolle zorg te komen, is het belangrijk dat er flexibel kan geschakeld worden tussen de verschillende modules. - Principe 5. Versterkte regie Versterkte regie: - versterking interne regie - versterking externe regie - Consulent - Facultatief - herformuleren/ verduidelijken rollen De keuze voor het flexibel schakelen binnen de hulpverlening kan ervoor zorgen dat de hulpverlening onoverzichtelijk wordt. Daarom is het belangrijk om een krachtige regie te bewerkstelligen gedurende het hulpverleningstraject om zo de richting van het traject mee te helpen bepalen, op te volgen en bij te sturen. Zowel de interne als de externe regie moet versterkt worden. Regie gaat over het geheel van de hulpverlening aan de hulpvrager en het bewaken en monitoren van het ganse traject over modules en voorzieningen heen. Interne regie moet zich vooral afspelen tussen hulpverlener, minderjarige en diens ouders. Waar nodig kan men beroep doen op externe regie. Soms is er ook nood aan externe regie die best door een aangeduide consulent wordt opgenomen. Doordat zo'n consulent slecht facultatief moet tussenkomen, blijft de hulpvrager zoveel mogelijk toezichthouder op zijn eigen traject. In sommige hulpverleningssituaties zal deze derde partner overbodig zijn vanwege een vlotte hulpverlening maar het is goed dat er steeds iemand ter beschikking staat met informatie, advies of sturing. Versterking van de regie noodzaakt het herformuleren en herpositioneren van de rollen van de verschillende actoren binnen de hulpverlening. p4

5 - Principe 6. Actieve bundeling van expertise Actieve bundeling en expertise - multidisciplinariteit - belang hulpcontinuïteit - complementaire trajecten - jeugdzorg: generalistisch Vanwege de complexe problematiek van de doelgroep is een multidisciplinaire aanpak vaak aangewezen. Hiervoor kunnen organisaties beroep doen op de eigen expertise of op de specialisatie van andere voorzieningen. Bij het flexibel samenwerken tussen verschillende organisaties is het belangrijk dat continuïteit wordt gerespecteerd en dat de hulp- en dienstverlening dus ononderbroken en in samenhang wordt aangeboden. Hoewel jongeren in een problematische opvoedingssituatie en jongeren die een als misdrijf omschreven feit een verschillende kwalificatie kennen, komen ze toch in gemengde trajecten terecht. Beide groepen hebben vaak een gedeelde problematiek en hebben overlappende noden. Het valt aan te raden dat beide sporen een zichtbaar gescheiden traject lopen en complementair zijn. De jeugdzorg blijft een generalistisch aanbod verzorgen. Hulpvragers worden niet uitgesloten van hulpverlening. Om de hulpvrager de zorg op maat te kunnen bieden die hij verdient, zelfs al is de hulpvraag heel complex, is het belangrijk dat trajecten waar nodig versterkt kunnen worden (bv. inzake geestelijke gezondheidszorg, diversiteitsvraagstukken, druggerelateerde problematieken, etc.). Dit kan georganiseerd worden door een actieve bundeling van expertise (in expertisecentra/-fora en functionele samenwerkingsverbanden). - Principe 7. Zo vrijwillig waar mogelijk, dwang waar nodig. Zo vrijwillig waar mogelijk, dwang waar nodig - multidisciplinariteit - subsidiariteit - vrijwillig boven dwang - acceptatie Het subsidiariteitsprincipe wordt expliciet uitgedragen: indien nodig moet de meest geschikte en gespecialiseerde hulp ingezet worden, waarbij steeds de minder ingrijpende hulp de voorrang geniet als die even effectief is. Hulp op maat moet zo licht mogelijk zijn en zo zwaar als noodzakelijk. Voortvloeiend uit het subsidiariteitsprincipe moet vrijwilligheid de voorkeur blijven hebben op dwang. Acceptatie door de betrokkenen én een kwaliteitsvolle diagnostiek en indicatiestelling blijven belangrijke voorwaarden om tot goede jeugdhulp te komen. - Principe 8. Kwaliteitsgericht en wetenschappelijk onderbouwd werken Kwaliteitsgericht en wetenschappelijk onderbouwd werken - competentieverhoging Waar voorheen de hulpverlening geënt was op deficitmodellen, is het beter om de kaart te blijven trekken van competentieverhogende hulpverleningsvormen. Het is belangrijk dat bepaalde vaardigheden worden ontwikkeld om zo eigen keuzes te kunnen maken, - lerende organisatie - effectiviteit - efficiëntie - registratie p5

6 zelfstandig beslissingen te nemen en deze zo competent mogelijk uit te voeren. Dit hangt nauw samen met emancipatorisch werken. Gerichte diagnostiek is hierbij heel belangrijk. Wetenschappelijk onderbouwd werken moet zoveel als mogelijk nagestreefd worden om tot een effectieve hulpverlening te komen. Tot dusver is er in Vlaanderen weinig of geen ervaring in onderzoek naar evidence based practices en practice based evidence in de jeugdzorg. Goede praktijkvoorbeelden zijn wel gangbaar maar het omzetten van deze voorbeelden in een geijkte procedure is een zeldzaamheid. De in dit themarapport vooropgestelde principes zijn trouwens ook voorbeelden van het wetenschappelijk onderbouwd werken. Wetenschappelijk werken gaat niet zozeer, of enkel om, het voeren van onderzoek. Het draait hem vooral ook rond de lerende organisatie en het documenteren van redeneer -en denkprocessen. Het is belangrijk om hierbij als hulpaanbieder te streven naar het transparant maken van de methodieken en zich zoveel als mogelijk te baseren op wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk werken kan ruimer gekaderd worden onder de notie professioneel werken waarbij het bovendien draait rond het versterken van de competenties van hulpverleners om op een adequate manier werk te kunnen leveren. De professionele hulpverlener doet aan zelfreflectie en staat open voor intervisie en supervisie. Kwaliteitsvol werken houdt verder in dat voorzieningen voortdurend moeten streven naar het bereiken van de vooropgezette doelen. De middelen die hiervoor worden ingezet moeten ook op een efficiëntie manier worden ingezet. Door een veelvoud aan modules, de flexibele trajecten en de combinatie van verschillende vormen van hulpverlening is het geen evidentie om het overzicht te bewaren, om de hulpverlening op te volgen en om conclusies te trekken. Kwaliteitsvol werken vereist ook een goede registratie waarbij alle stappen in het traject binnen voorziening, werkvorm, of zorgprogramma worden bijgehouden. - Principe 9. Participatief werken Participatief werken - open dialoog - microniveau - mesoniveau - macroniveau - drempels wegwerken Uiteraard moet de jongere en zijn context volwaardig kunnen participeren via een open dialoog en een sterk partnerschap. Participatie situeert zich op verschillende niveaus. Participatie op microniveau situeert zich binnen de relatie tussen de jeugdhulpverlener en de minderjarige en zijn context. Wat mesoniveau betreft, situeert participatie zich op het niveau van de voorziening/organisatie die de hulp aanbiedt. Op het macroniveau gaat participatie over de organisaties heen of gaat over participatie aan het overheidsbeleid. Het is belangrijk om deze verschillende niveaus niet los van elkaar te zien. Op elk niveau zou rekening gehouden moeten worden dat het voor de minderjarige en zijn context niet altijd evident is om te kunnen participeren. Er kunnen hierin verschillende drempels onderscheiden worden op vlak van taalvaardigheid, op vlak van imago, cultuur, financiële mogelijkheden, p6

7 Het spreekt uiteraard voor zich dat dergelijke drempels zoveel mogelijk weggewerkt moeten worden. 2. Sociaal ondernemerschap Omschrijving en kenmerken van sociaal ondernemerschap De uitdaging om tot een optimale zorg op maat te komen vereist een daadkrachtige, creatieve en innovatieve aanpak. We willen de jeugdzorg kaderen in een sociaal ondernemerschap, met de regisserende overheid in een meer faciliterende en ondersteunende rol. Het is belangrijk dat de hulpaanbieders en de regisserende overheid een gemeenschappelijke visie hebben op sociaal ondernemerschap. Naast dit gemeenschappelijk engagement kent elke partner ook afzonderlijke engagementen. Wat is hierbij het engagement van de overheid? Wat is dan het engagement van de sociaal ondernemer? De term sociaal ondernemerschap of sociale ondernemer kent verschillende definities en omschrijvingen, al dan niet afhankelijk van invalshoeken en uitgangspunten. Er bestaan in de praktijk en in het wetenschappelijke discours verschillende interpretaties van deze term. Om deze reden wordt voor dit rapport gekozen om het begrip te duiden aan de hand van kenmerken. Onderstaande kenmerken geven ongeveer weer wat in dit document onder sociaal ondernemerschap wordt verstaan. Deze kenmerken zouden toepasbaar moeten zijn op alle hulpaanbieders binnen de jeugdzorg. Sociaal ondernemers zijn organisaties die volgende kenmerken vertonen: - Ze hebben een sociaal doel en de doelstelling van de ondernemer is het aanpakken van een sociaal probleem. - Ze willen een maatschappelijke meerwaarde genereren. - Ze hebben een vitale, innovatieve en transformerende rol. De focus van hun werk ligt op de ontwikkeling van gezondheid, educatie, omgeving, arbeidsomstandigheden en mensenrechten. - Ze distilleren kansen uit de veranderende omgeving en kenmerken zich door hun kunde om deze veranderingen waar te nemen. - Ze tonen grote verantwoordelijkheid aan de stakeholders met continue adaptatie, innovatie en lerend gedrag. - Ze laten sociaal nut primeren boven winst. Winst als doelstelling naar voor schuiven kan niet. - Ze herinvesteren overschotten om het maatschappelijke doel te bereiken. - Ze trachten een innovatief antwoord te bieden bij financieringsproblemen (werven van donaties, overheidssubsidies of subsidies van fondsen). p7

8 - Ze zijn kostenbewust, aangezien ze met maatschappelijke middelen werken. - Ze gaan om met toenemende flexibiliteit. - Sociaal ondernemende activiteiten trekken weinig grenzen tussen de publieke, private en non-profit sector. - Er wordt een netwerk gemaakt en het belang van samenwerking wordt onderstreept. Sociaal ondernemers zijn partners van elkaar en treden in dialoog met elkaar. - Ze zijn klantgericht door bijvoorbeeld voldoende bereikbaar te zijn. Doelstelling: We streven ernaar dat de private voorzieningen en dienstverlenende overheid zich sociaal ondernemend opstellen. Wederzijdse engagementen en verwachtingen tot sociaal ondernemerschap binnen de jeugdzorg Sociaal ondernemerschap heeft zowel betrekking op de private als op de publieke dienstverleners. De overheid als publieke dienstverlener (verwijzers en gemeenschapsinstellingen) mag niet verward worden met de regisserende rol van de overheid. Ondanks de specificiteit van de publieke hulpverleners, zal men zich best engageren en organiseren in de richting van het sociaal ondernemerschap. Daarom wordt gepleit voor het onderzoeken naar mogelijkheden en begrenzingen voor sociaal ondernemerschap binnen de dienstverlenende overheid. - Engagement van de sociale ondernemer Engagementen van de sociale ondernemer: - werken vanuit een missie - kwaliteitsvol werken - efficiënt / effectief werken - aandacht voor participatie - zorg voor personeel - ethisch omgaan middelen - creatief en innovatief - uitbouw kennismanagement - netwerking en positionering - ook hulp aan meest complexe hulpvragers - transparantie Vertrekkend van een duidelijk geformuleerde missie neemt de initiatiefnemer, als moderne ondernemer, de verantwoordelijkheid op om de eigen organisatie te sturen en het aanbod op een kwaliteitsvolle, efficiënte en effectieve manier vorm te geven in functie van de noden van de jongere en zijn context cliënt en met participatie van de hulpvrager en het personeel. De sociale ondernemer engageert zich tot een gedegen personeelsbeleid en draagt zorg voor het personeel. Hij stelt zich flexibel, beschikbaar en bereikbaar op en is de eigenaar van de processen. Hij ontwikkelt en beschikt over de nodige instrumenten om de doelstellingen te bereiken, evalueert de resultaten en werkt op basis hiervan de nodige verbeteracties uit. De sociale ondernemer engageert zich op die manier tot het ethisch omgaan met middelen. Hij geeft op een creatieve manier vorm aan zijn hulpaanbod, waarbij hij voldoende aandacht heeft voor innovatie. De sociale ondernemer streeft naar een volwaardige uitbouw van kennismanagement in zijn organisatie. Verder kent hij de uitdrukkelijke wil om tot netwerking te gaan en hij positioneert zich hierbij binnen het hulpverleningslandschap. Hij maakt actief verbindingen met de maatschappij op verschillende domeinen en benut strategische en subsidiërende allianties. Verder helpt hij mee een draagvlak te creëren en werkt hij mee aan beeldvorming. Hij kent zichzelf een maatschappelijk verantwoord loon toe en neemt engagementen op tot regionale p8

9 begeleiding waarbij er voldoende aandacht is voor continuïteit en integratie. De sociale ondernemer laat de cliënt niet vallen en hij engageert zich tot het bieden van hulp aan de meest complexe doelgroepen, al dan niet in de vorm van regionale begeleidingsengagementen tussen zijn collega s -sociale ondernemers. Tenslotte legt de sociale ondernemer op een transparante en open manier verantwoording af aan de overheid en de hulpvrager over de inzet van de middelen en de bereikte resultaten. - Engagement van de regisserende overheid Engagementen regisserende overheid: - faciliteren en ondersteunen - zorgen voor eenvoud, draagvlak, werkbaarheid - heldere programmatie - zorgen voor voldoende aanbod - zorgen voor voldoende financiële middelen - zorgen voor ruimte tot onderhandeling - controle op effectiviteit en efficiëntie - sturen binnen regelluw kader - streven naar duurzaamheid Doelstelling: deregulering Binnen het nieuwe sociaal ondernemende klimaat neemt de overheid een faciliterende rol aan en heeft het grote aandacht voor het installeren van eenvoud, draagvlak en werkbaarheid. Hierbij wordt gelijkheid tussen hulpaanbieders benadrukt. De overheid als regisseur engageert zich op die manier als ondersteuner van de sociale ondernemer; het gaat dus verder dan enkel responsabilisering. De sociale ondernemer krijgt de nodige inhoudelijke en methodische autonomie. De overheid engageert zich hierbij tot een heldere programmatie van het aanbod. De verdeling van het aanbod geschiedt vanuit een samenwerking met de toekomstige sociale ondernemers. De overheid engageert zich via regie en toezicht dat er in de regio s voldoende sociaal ondernemingsaanbod aanwezig is, ook voor de complexe doelgroepen. De overheid zorgt voor een duidelijk begrenzend kader waarbinnen de voorzieningen zelf hun beleid kunnen bepalen. Hierbij worden voldoende financiële en personele middelen voorzien en wordt ruimte geboden tot onderhandeling. De overheid engageert zich wel tot controle op de effectiviteit en de doelmatige inzet van deze middelen. De faciliterende overheid biedt de voorzieningen ruimte tot innovatie en laat hen op een creatieve en flexibele manier hulp aanbieden. Er word sturend opgetreden op output en resultaat door middel van een reggelluw kader. De overheid engageert zich echter wel dat de Vlaamse regelgeving toelaat dat bovenstaande engagementen in het kader van zorg op maat mogelijk kunnen worden gemaakt. Tenslotte zorgt de overheid ervoor dat dit nieuwe sociaal ondernemend klimaat gekenmerkt wordt door duurzaamheid. We staan dus voor de uitdaging tot een aanpassing van de huidige regelgevende en organisatorische kaders, procedures en vormen van samenwerking. De hierboven weergegeven engagementen van de sociale ondernemers en de overheid en de nieuwe rolverdeling tussen beide partners vormen samen een optimale basis om met deze uitdagingen van start te gaan. Het spanningsveld tussen het verzekeren van autonomie en het sturend optreden kan via langdurige beleidsplannen en resultaatsverbintenissen worden opgevangen. Zo ontstaat er een nieuwe, op vertrouwen gebaseerde relatie tussen de sociale ondernemers en de overheid. Er kan een spanningsveld ontstaan tussen de overheid als dienstverlenende sociale ondernemer en de overheid als sturende, regisserende instantie. p9

10 Om tot een gedegen sociaal ondernemerschap te komen, zal aandacht besteed moeten worden aan een aantal valkuilen, randvoorwaarden en opportuniteiten. Aandachtspunten Aandachtspunten: - beperkte impact instroom - schaalbreedte als hefboom - installeren van flexibiliteit Vergeleken met de pure economische ondernemers hebben voorzieningen binnen de jeugdzorg vanwege programmatie een beperktere impact op de eigen capaciteit en op de instroom. Veel lijkt af te hangen van de mate waarin het systeem van indicatiestelling en toewijzing door de intersectorale toegangspoort een stabiel model is. Schaalbreedte kan een belangrijke hefboom zijn om sociaal te kunnen ondernemen. Het gaat hierbij over het mogelijk maken van een sterk gedifferentieerd hulpaanbod. Dit wil evenwel niet zeggen dat er mastodonten in het hulpverleningsaanbod moeten komen. Organisaties hebben een overslagpunt naar beheersbaarheid. In die zin mag schaalbreedte niet opgevat worden als schaalgrootte. Schaalbreedte brengt ons bij programmatie. Binnen de nieuwe context ontstaat de opportuniteit om een gedecentraliseerd model te hanteren waarbij overheid en private partners samen zorgvragen en zorgaanbod gaan installeren. Met het ministerieel besluit van april 2011 betreffende de programmatie van de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand werd reeds een stap in de goede richting gezet. Flexibiliteit kan niet alleen beschouwd worden als een kenmerk of werkvorm van de sociale ondernemer, het is een essentiële stap om een sociaal ondernemingsklimaat te bewerkstellingen. De sociale ondernemer moet de mogelijkheid krijgen om zijn aanbod flexibel om te schakelen. Er moet een context gecreëerd worden met flexibiliteit waarbij voorzieningen de ruimte en de instrumenten moeten kunnen krijgen om sociale ondernemers te worden. Tenslotte valt nog op te merken dat flexibiliteit van organisaties niet oneindig is: de aandacht voor het personeel moet hierbij meegenomen worden. Leidt sociaal ondernemen tot vermarkting van de jeugdzorg? Het is duidelijk dat het onderscheid binnen het drieluik overheid- non profit- commerciële onderneming aan het vervagen is. Vanwege duidelijke verschillen met de gebruikelijke markt wordt beter gesproken over de quasi markt. De weg inslaan richting marktwerking zou volgens de voorstanders een uitbreiding en flexibilisering van het aanbod teweegbrengen. Het grootste probleem van marktwerking in de zorg zou de toegangsselectie zijn waarbij complexe zorgvragers in de kou zouden komen te staan. Het is daarom belangrijk om vast te leggen welke zorg gewenst is en wat marktwerking hierbij teweeg kan brengen, zowel in positieve als in negatieve zin. p10

11 In het verlengde van marktwerking komen we bij privaat publieke samenwerking (PPS). Het is duidelijk dat privaat publieke samenwerking binnen de jeugdhulpverlening een beperkte uitbouw kent, weinig bekend is of weinig werd onderzocht. Sociaal ondernemers kunnen hierin echter een hefboom zien richting optimale hulpverlening. Het moet evenwel duidelijk zijn dat de contouren duidelijk moeten zijn waarbinnen PPS ontsproten kunnen worden. Dergelijke samenwerking zou tevens de nodige transparantie moeten kennen en er is duidelijkheid vereist omtrent financiering en kwaliteitswaarborgen. 3. Organisatiemodel Doelstelling: We organiseren een organisatiemodel dat cliënttrajecten mogelijk maakt. Deze trajecten moeten gekenmerkt worden door: - Flexibiliteit -Modulair werken -Constante, handelingsgerichte vraagverheldering -Combinaties van modules - Hulpcontinuïteit -Hulpcoördinatie Voor de private voorzieningen, blijkt het huidige hulpaanbod en de organisatie ervan te weinig mogelijkheden te bieden in het streven naar zorg op maat waarbij samenwerking en flexibele cliënttrajecten duidelijke kernopdrachten zijn. De nood aan een nieuw regelgevend kader en een grondige gedifferentieerde wijziging van de organisatie van het aanbod lijken onvermijdelijk. Deze ingrijpende veranderingen zouden vorm moeten krijgen binnen het hierboven geschetste klimaat van sociaal ondernemerschap. Vanuit de wederzijdse engagementen wordt getracht een aanbod te realiseren dat nauw aansluit bij de behoefte van de jongere en zijn context. Het aanbod moet relevant en kwaliteitsvol zijn voor deze hulpvrager. flexibele cliënttrajecten impliceren niet zomaar een loutere aaneenschakeling van (kortdurende) interventies. Een open organisatiemodel heeft namelijk ook aandacht voor continuïteit en stabiliteit, dit ten behoeve van de cliënt en binnen een perspectief van intense samenwerking. Het hertekende hulpaanbod zou transparant, beheersbaar, tijdig inzetbaar en onbureaucratisch moeten zijn. Het bevat idealiter positieve incentives en is gekoppeld aan prestatie-indicatoren. Krachtlijnen Krachtlijnen nieuw organisatiemodel: - contextbegeleiding als basis - flexibel verblijfsfunctie - dagbegeleiding - nieuw begrippenkader - richting MFC Het nieuwe organisatiemodel moet dus een optimale zorg op maat voor de jongere en zijn context mogelijk maken. Trajectmatige hulpverlening en samenwerking met aandacht voor continuïteit en flexibiliteit zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. Het nieuwe model voorziet contextbegeleiding als basis voor elke interventie binnen de bijzondere jeugdzorg. Afhankelijk van de noden kunnen andere zorgvormen worden ingezet. Bovenop deze contextbegeleiding, die varieert naar intensiteit en finaliteit, kan flexibel een verblijfsfunctie worden ingezet. Ook dit past binnen het op maat werken met flexibele cliënttrajecten door het differentiëren naar finaliteit (gezinsondersteunend - gezinsvervangend). Het inzetten van de verblijfsfunctie kan niet losgezien worden van de ontwikkeling binnen pleegzorg. Het decreet pleegzorg stemt trajecten van pleegzorg en p11

12 het andere aanbod volledig op elkaar af opdat we effectief kunnen werken aan cliënttrajecten met gecombineerde zorgtrajecten (pleegzorg en andere hulpverlening. Tenslotte kan dagbegeleiding ingezet worden voor jongeren die gedurende de dag begeleiding nodig hebben. Afstappend van de erkenningscategorieën richting trajectmatig werken, zorgt deze wijziging voor het ontstaan van een nieuw begrippenkader. Het huidige aanbod wordt gemoduleerd en de verbinding tussen deze modules vindt plaats volgens de spelregels en modaliteiten afkomstig uit het experiment van de MFC s. Grosso modo kan gesteld worden dat het volledige aanbod binnen de bijzondere jeugdzorg idealiter migreert naar de organisatievorm van een multifunctioneel centrum. Aandachtspunten Aandachtspunten nieuw organisatiemodel: - nood aan nieuwe spelregels - uniformisering begrippen - linken met algemeen sociaal beleid/ volwassenen - nood aan nieuwe en gedecentraliseerde organisatiecultuur - veelzijdig én samenwerking Om het nieuwe meer open organisatiemodel volwaardig te kunnen implementeren, moeten een aantal drempels weggewerkt en sleutels benoemd worden die de slaagkans verhogen. Om tot een gedifferentieerde flexibele bijzondere jeugdzorg te komen, zijn nieuwe spelregels, vervat in minimale erkennings- en subsidiëringsregels, noodzakelijk om volwaardige combinaties van zorg op cliëntniveau op te zetten. Bovendien zou de opsomming van de maatregelen en de randvoorwaarden decretaal gewijzigd en afgestemd moeten worden. Ook maatregelen voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit pleegden moeten in deze aanpassing een plaats krijgen opdat ook door hen gedifferentieerde flexibele trajecten gelopen kunnen worden. Binnen de hertekening van het aanbod met de aangepaste regelgeving zou aandacht besteed moeten worden aan de radicale uniformisering van het begrippenkader. vereenvoudiging en duidelijkheid voor de partners is aangewezen. We moeten realistisch zijn: een multimodaal aanbod zal geen grip krijgen op sociaaleconomische problemen en/ouderproblematieken. Het linken van het begrip problematische opvoedingssituatie aan sociaal beleid en volwassenhulp is daarom noodzakelijk. Het nieuwe organisatiemodel gedijt het best binnen een gedecentraliseerde en actuele organisatiecultuur. Regionale actoren treden op de voorgrond. Het hierboven aangehaalde hernieuwde programmatiebesluit maakt een betere matching mogelijk van de regionale zorgbehoeften met het aanbod. Zo gaat meer autonomie in de afstemming en inzet van het zorgaanbod naar de verwijzers, de voorzieningen en de overlegorganen. Door de flexibele en gedifferentieerde inzet van het hulpaanbod is het mogelijk om snel in te spelen op regionale zorgbehoeften. Vooral de organisatie van verblijven is een belangrijke p12

13 factor. Op regionaal vlak moet hierbij aandachtig gekeken worden naar infrastructuur, personeel, grootte Wat de grootte van de organisaties betreft, is het onhaalbaar dat organisaties alles zouden kunnen of alle expertise in huis zouden hebben. Hierboven werd reeds afgestapt van het omschakelen naar mastodonten. Organisaties zouden evenwel een breed pallet aan modules moeten hebben. Toch wordt het kunnen samenwerken met organisaties als positief ervaren. In dat geval moet er wel voldoende aandacht besteed worden aan opvolging, coördinatie en duidelijkheid. Met het evolueren naar een nieuw organisatiemodel ligt een opportuniteit om een open model te creëren waar de belemmering door het sectoraal werken verdwijnt. Het is onmogelijk om uitspraken te doen over organisatiemodellen van andere sectoren, laat staan hen te beïnvloeden. Toch wordt getracht om de politieke en administratieve besluitvormers een open kader en werkbare principes aan te bieden als handvat tot een volwaardige samenwerking. p13

14 . 4. Financiering Doelstelling : We streven naar een nieuw financieringsmodel dat binnen het nieuwe flexibele kader levensvatbaar is Door het evolueren naar een ander organisatiemodel waarbij hulptrajecten georganiseerd worden door gebruik te maken van flexibel in te zetten modules, is er ook een aanpassing vereist van het huidige financieringsmodel. Transparante, aangepaste financiering is aangewezen en responsabilisering zou mogelijk gemaakt moeten worden. Krachtlijnen Krachtlijnen financiering: - enveloppefinanciering - incentives - dialoog - alternatieven? Door enveloppenfinanciering te koppelen aan de ingezette module, en dus ook aan de intensiteit van die inzet, worden belemmerende factoren weggewerkt. Spilcapaciteiten, erkenningsvoorwaarden, maximum-en minimumcapaciteiten, vormen hindernissen voor de groei en creativiteit van organisaties en belemmeren hulpverleningsvormen. Door het koppelen van forfaitaire bijdragen aan de eenheden van hulp wordt vertrokken van een herschikking van het huidige aanbod. Vanuit een gedifferentieerde zorg kan een onderscheid gemaakt worden naar meer en minder intensieve (bv. personeelsinput) interventies. Er wordt gekozen voor het introduceren van een incentivegedachte met prestatie-indicatoren. Net zoals het opstellen en implementeren van een nieuw organisatiemodel in dialoog moet geschieden, is het ook hier evident dat dit nieuwe financieringsmodel samen met de partners onderbouwd en in dialoog moet worden uitgewerkt. Hierbij zou uiteraard een afweging gemaakt moeten worden van de voor-en nadelen en zou er vergeleken moeten worden met alternatieve financieringsvormen. Aandachtspunten Aandachtspunten financiering: - overheid financiert kernopdracht - basisfinanciering/ prestatiefinanciering - onderhandelingsruimte innovatie - vergunning en subsidiëring Het is belangrijk dat de kernopdracht door de overheid wordt gefinancierd. Als er opportuniteiten zouden zijn, moet het voor de sociale ondernemer mogelijk zijn om zelf op zoek te gaan naar bijkomende financiering, hetzij bij de jongere en diens context, hetzij bij de maatschappij. De corebusiness van de ondernemer mag echter niet in het gedrang komen door het steeds op zoek moeten gaan naar extra financiële werkingsmiddelen. Voorzieningen zouden dus sowieso basisfinanciering moeten verkrijgen van de overheid zodat de organisatiestabiliteit en continuïteit niet in het gedrang komt. Aan deze basisfinanciering zou consequent kwaliteit en controle op de opdracht geïnstalleerd kunnen worden. De sociale ondernemer heeft hierbij wel nog steeds de taak om efficiënt om te gaan met deze voorziene middelen. Er zou gestreefd moeten worden naar het drukken van de kostprijs. Van de sociaal ondernemer mag en kan immers verwacht worden dat hij p14

15 als een goede huisvader omgaat met de door de overheid aangereikte financiële middelen. Aanvullend op deze basisfinanciering zou nagedacht moeten kunnen worden over prestatiefinanciering. Momenteel zijn er wel een aantal hidden persuaders voorhanden maar van positieve incentives is er weinig sprake. Momenteel wordt weliswaar een bepaalde vorm van extra financiering voorzien voor organisaties die met bepaalde moeilijk te behandelen hulpvragers werken. Idealiter zou het voor de sociaal ondernemer mogelijk moeten zijn om te kunnen kiezen voor welke jongeren hij een aanbod voorziet, wetende dat er dan een verschil bestaat in financiering afhankelijk van de complexiteit van de hulpvrager. Intensiteit van de hulpverlening mag echter niet zomaar gekoppeld worden aan de verblijfsfunctie. Er zou bovendien nagedacht moeten worden over een systeem waarbij incentives in beide richtingen zouden moeten werken. Nu nemen de sociaal ondernemers volop hun verantwoordelijkheid om extra jongeren op te nemen maar de garantie is er niet dat dit in 2020 nog steeds zo zal zijn. Er is dus nood aan een flexibele regelgeving en een in dialoog opgebouwd afsprakenkader met aandacht voor deze bemerkingen. Tenslotte zou nog gekeken moeten worden waar de prestatiefinanciering vandaan zou moeten komen. Komt ook deze enkel en alleen vanuit de overheid? Wat innovatie betreft, zou de sociaal ondernemer moeten kunnen onderhandelen binnen zijn opdracht om zo de financiële middelen in te kunnen inzetten voor zijn projecten. Een bepaald deeltje van de voorziene middelen wordt dan specifiek voorbehouden voor innovatie. Momenteel is deze onderhandelingsruimte er niet. Een iets meer pragmatische en concrete invulling zou al een grote stap betekenen. Verder zou nagedacht moeten worden in welke mate incentives/waardering naar de creatieve innovatieve ondernemer zouden moeten gaan. Naast de hierboven reeds aangehaalde hindernissen (spilcapaciteiten, ) zijn er nog een aantal zaken die het installeren van nieuwe financieringsvormen bemoeilijken: zo worden momenteel erkenningselementen en financieringselementen door elkaar gehaald. Voorzieningen worden erkend en krijgen subsidies waarna de kwaliteit wordt beoordeeld. Er komen echter meer en meer gaten in het erkenningssysteem waarbij hulpaanbieders geen kwaliteitstoets meer ondergaan omdat ze werkzaam zijn zonder subsidies. Het is daarom belangrijk om het bestaande erkennings-en financieringssysteem goed te evalueren om zo de kwaliteit van het hulpaanbod te waarborgen. Aan te raden valt dat alle voorzieningen vergund moeten worden waarbij de band met subsidiering wordt herbekeken. Die subsidiering moet in functie van het sociaal doel staan waarbij de kernopdracht wordt nageleefd. Tenslotte moet de sociale ondernemer zich inhoudelijk en organisato- p15

16 risch schikken naar de arbeidswetgeving. In hoeverre dit het toekomstige financieringsmodel beknot, moet nog onderzocht worden. Rekening houdende met de huidige en toekomstige organisatie van de jeugdzorg is er tenslotte nood aan een doorgedreven beleidsafstemming /herschikking van programmatie, financiering, transparantie om tot een zo optimaal mogelijke samenwerking te komen. p16

nota nota aan themagroep zorg op maat private hulpaanbod datum oktober 2011 onderwerp startnota Staten-Generaal voor Bijzondere Jeugdzorg

nota nota aan themagroep zorg op maat private hulpaanbod datum oktober 2011 onderwerp startnota Staten-Generaal voor Bijzondere Jeugdzorg nota nota aan themagroep zorg op maat private hulpaanbod datum oktober 2011 onderwerp startnota Staten-Generaal voor Bijzondere Jeugdzorg In een evoluerend Vlaanderen heeft elke jongere het recht om kansrijk

Nadere informatie

Themarapport: Positie van bijzondere jeugdzorg binnen integrale jeugdhulp en samenwerking

Themarapport: Positie van bijzondere jeugdzorg binnen integrale jeugdhulp en samenwerking Themarapport: Positie van bijzondere jeugdzorg binnen integrale jeugdhulp en samenwerking STATUUT van deze tekst: De voorbije maanden vonden per thema drie vergaderingen plaats waarbij verschillende experten

Nadere informatie

Met de kracht van de jeugd!

Met de kracht van de jeugd! Met de kracht van de jeugd! Programma Waar staat de jeugd in 2020? Hoe ziet de jeugd de jeugdhulp in 2020? De visie op de jeugdhulp in 2020 Parcours van de Staten-Generaal Visie op jeugdhulp 2020 Toespraak

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

Begeleiding in haar context

Begeleiding in haar context Begeleiding in haar context Contextbegeleiding: Krachtlijnen vanuit de overheid Brussel, 16 september 2014 Openness and participation are antidotes to surveillance and control. (Howard Rheingold) WWW.JONGERENWELZIJN.BE

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016 Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen Ronde van Vlaanderen 2016 2 - VVSG - Ronde van Vlaanderen maart 2016 Inhoud Op Vlaamse regering (18 december 2015) goedgekeurde

Nadere informatie

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Eén gezin één plan Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Inhoud De oproep Context en beleidskeuzes Finaliteit van de oproep: één gezin, één plan Samenstelling en uitbouw

Nadere informatie

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Bisconceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering 1.1. Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen 40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP Crisisteam De Schelp Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen Crisishulp in CAW Oost-Vlaanderen CAW Oost-Vlaanderen biedt professionele hulp voor elke hulpvrager in een

Nadere informatie

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen

40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP. Crisisteam De Schelp. Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen 40 JAAR CRISISTEAM DE SCHELP Crisisteam De Schelp Crisishulp binnen/vanuit CAW Oost-Vlaanderen Visie op crisishulp binnen CAW Oost-Vlaanderen Crisishulp in CAW Oost-Vlaanderen CAW Oost-Vlaanderen biedt

Nadere informatie

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder Open oproep Pionieren in samenwerking Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder INLEIDING Vlaams minister Jo Vandeurzen streeft naar een sterkere samenwerking

Nadere informatie

Reflectie op besluitvorming en handelen

Reflectie op besluitvorming en handelen Reflectie op besluitvorming en handelen Methodiek Omschrijving: De kwaliteit van besluitvorming heeft een invloed op de kwaliteit van de hulpverlening en het gevoel van effectiviteit. Dit is een belangrijk

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN WERKINGSPRINCIPES

ONTWIKKELINGSSCHALEN WERKINGSPRINCIPES ONTWIKKELINGSSCHALEN WERKINGSPRINCIPES CLB 1. Toelichting bij de ontwikkelingsschalen De onderwijsinspectie situeert de kwaliteit binnen ontwikkelingsschalen, die bestaan uit vier ontwikkelingsniveaus.

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Waarom? Daarom! Goed uitgebouwde basisondersteuning voor alle kinderen en gezinnen Aanvullende en specifieke opdracht voor jeugdhulp wanneer ontwikkeling vast loopt

Nadere informatie

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht Huizen van het Kind Gezinnen ondersteunen in hun kracht Een noodzakelijke, natuurlijke evolutie ondersteund door een nieuwe regelgeving www.huizenvanhetkind.be Doelstelling Hoe Regels Doelstelling Hoe

Nadere informatie

Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen

Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen Werken aan diversiteit Visie en missie van de stad Mechelen 1 1. Aanleiding Een aantal bovenlokale processen en gebeurtenissen maken het aanzicht van en het leven in onze stad heel divers. Migratiestromen,

Nadere informatie

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG Stefaan VIAENE Johan PEETERS 30 maart 2007 1 A. CONTEXT VAN HET PROJECT - Doelstelling 32 van het Globaal Plan bepaalt: We geven

Nadere informatie

Evoluties binnen zorgvernieuwing

Evoluties binnen zorgvernieuwing Evoluties binnen zorgvernieuwing 9 januari 2014 JOS THEUNIS AFDELINGSHOOFD ZORG VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 Multifunctionele centra (MFC) en Flexibel Aanbod Meerderjarigen (FAM)

Nadere informatie

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

Beleidsvisie Sociaal Werk

Beleidsvisie Sociaal Werk Beleidsvisie Sociaal Werk Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Het momentum Groot enthousiasme voor deelname aan werkgroepen Sociaal werkers uit verschillende sectoren en

Nadere informatie

C modulair kader doc02 nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els

C modulair kader doc02 nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els Meert onderwerp Opstart traject: reflectie op bezetting 1. Huidige regelgeving Het besluit

Nadere informatie

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak Document opgesteld door: vzw de Keeting vzw Recht-Op Kroonstraat 64/66 Lange Lobroekstraat 34 2800 Mechelen 2060 Antwerpen email: info@dekeeting.be

Nadere informatie

Uithuisplaatsing jonge kinderen in Vlaanderen

Uithuisplaatsing jonge kinderen in Vlaanderen Uithuisplaatsing jonge kinderen in Vlaanderen Een zoektocht naar uitgangspunten, krachtlijnen en verbetermogelijkheden Vlaamse uitgangspunten, krachtlijnen en verbetermogelijkheden Beleidsnota WVG 2014-2019

Nadere informatie

Wat willen we in Pegode VZW bereiken?

Wat willen we in Pegode VZW bereiken? Niel, 15 november 2012 Wat willen we in Pegode VZW bereiken? Doelstelling Pegode VZW zoals vermeld in de statuten: De vereniging heeft als doel, met uitsluiting van elk winstoogmerk, de maatschappelijke

Nadere informatie

C Zorgvernieuwing minderjarigen doc01 Sterrenkundelaan Brussel T F Element

C Zorgvernieuwing minderjarigen doc01 Sterrenkundelaan Brussel T F Element Sterrenkundelaan 30 1210 Brussel T 02 225 84 11 F 02 225 84 05 informatie@vaph.be www.vaph.be Elementen voor advies PVF minderjarigen na traject JW/ITP NOTA 20 maart 2016 Gericht aan De leden van de Taskforce

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg.

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg info@osbj.be - www.osbj.be Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Deel 2: aandachtspunten voor organisaties Naar aanleiding van het

Nadere informatie

enter MultiFunctioneel Centrum Meetjesland Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. Een initiatief van VZW Blij Leven tel...

enter MultiFunctioneel Centrum Meetjesland Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. Een initiatief van VZW Blij Leven tel... Mijn contactgegevens Mijn zorgentiteit: Mijn contextbegeleider:. MultiFunctioneel Centrum Meetjesland. tel.... Email :. tel leefgroep verblijf:.. Een initiatief van VZW Blij Leven Nieuwe Boekhoutestraat

Nadere informatie

Regie van het lokaal sociaal beleid

Regie van het lokaal sociaal beleid Regie van het lokaal sociaal beleid Bram Verschuere Universiteit Gent Bram.Verschuere@Ugent.be @VerschuereBram - Beleidsopties Vlaamse regering - Een toekomstig kader? - Mogelijke modellen? - Aandachtspunten?

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Handvatten voor samenwerkingsafspraken en inrichting van werkprocessen. Voor scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulporganisaties

Nadere informatie

Centra voor Integrale Gezinszorg

Centra voor Integrale Gezinszorg Centra voor Integrale Gezinszorg Regelgeving: 1. Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg (B.S.27.XI.1997)

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN VOOR DE WERKINGSPRINCIPES

ONTWIKKELINGSSCHALEN VOOR DE WERKINGSPRINCIPES ONTWIKKELINGSSCHALEN VOOR DE WERKINGSPRINCIPES CLB 1.1 W1. Multidisciplinariteit 1.1.1 Ontwikkelingsschaal W1 De medewerkers respecteren onvoldoende een integrale, multidisciplinaire aanpak. Ze starten

Nadere informatie

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014 Doel en opzet Basisprincipes Voorbereidende werkgroepen Resultaat van de Staten-Generaal Vooraf

Nadere informatie

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO De wettelijke basis voor het samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal wordt gelegd binnen het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid. In uitvoering

Nadere informatie

Strategisch bedrijfsplan 2013-2016. Het Algemeen Maatschappelijk Werk werkt voor mens en maatschappij

Strategisch bedrijfsplan 2013-2016. Het Algemeen Maatschappelijk Werk werkt voor mens en maatschappij Strategisch bedrijfsplan 2013-2016 Het Algemeen Maatschappelijk Werk werkt voor mens en maatschappij 1 2013-2016 Maatschappelijk werk beweegt zich van oudsher tussen de vragen van de lokale maatschappij

Nadere informatie

Themarapport: Kwaliteit, effectiviteit, efficiëntie en participatie

Themarapport: Kwaliteit, effectiviteit, efficiëntie en participatie Themarapport: Kwaliteit, effectiviteit, efficiëntie en participatie Statuut van de tekst. De voorbije maanden vonden per thema drie vergaderingen plaats waarbij verschillende experten aan tafel zaten om

Nadere informatie

Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224

Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224 Integraal Kwaliteitsmanagement Gezondheidszorg Zorgkwaliteit, risicobeheersing, veiligheid en efficiency volgens NEN EN 15224 Version 1/2013 Uitdagingen in de gezondheidszorg Als professionele zorgaanbieder

Nadere informatie

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen Telefoon Bijlagen 3

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen  Telefoon Bijlagen 3 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH-diensten) 8 mei 2019 INF/19/38 Contactpersoon Team vergunningen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het lokaal sociaal beleid, vermeld in artikels 2, 9 tot en met 11, 17, 19 en 26 van het decreet van 9 februari 2018 betreffende het lokaal sociaal beleid DE

Nadere informatie

Coördinatie van de hulp. Workshop 4

Coördinatie van de hulp. Workshop 4 Coördinatie van de hulp Workshop 4 Voorstellingsrondje Maatschappelijke evoluties Perspectief van de cliënt Casusoverleg Cliëntoverleg met externe voorzitter Bemiddeling Vertrouwenspersoon vragen Wie is

Nadere informatie

MISSIE EN VISIE ZORG Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen

MISSIE EN VISIE ZORG Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen De manier om succes te bereiken is op de eerste plaats een definitief, duidelijk, praktisch ideaal te hebben een doel, een doelstelling. Ten tweede moet men over de noodzakelijke middelen beschikken om

Nadere informatie

Opleidingsprogramma het keukentafelgesprek

Opleidingsprogramma het keukentafelgesprek Kennis van de Overheid Opleidingsprogramma het keukentafelgesprek Zorg voor Zorgen dat! Leren gekanteld werken Het werk van de professional in de frontlinie van zorg en welzijn verandert ingrijpend. Niet

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag

Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Gestichtstraat 4 9000 Gent 09/2401325 Ambulante begeleidingsdienst ZigZag Binnen ambulante begeleidingsdienst ZigZag onderscheiden wij twee types van ondersteuning in

Nadere informatie

TERUGKOMDAG. 15 november 2016

TERUGKOMDAG. 15 november 2016 TERUGKOMDAG 15 november 2016 PROGRAMMA TERUGKOMDAG 9u00-10u30: Integrale Jeugdhulp. En wat met de school? 10u30 11u00 pauze (lokaal A03.03) 11u00-12u00: Trajectgroepen. Groepen trajectcoachen Isabelle

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE CENTRA. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1

MULTIFUNCTIONELE CENTRA. Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 MULTIFUNCTIONELE CENTRA Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap 1 MULTIFUNCTIONELE CENTRA Multifunctionele Centra binnen het Perspectiefplan 2020 Jos Theunis Afdelingshoofd Zorg Vlaams Agentschap

Nadere informatie

Kwaliteitszorg en/of het beleidsvoerend vermogen van scholen!? Jan Vanhoof SOK-studiedag 10 december 2010

Kwaliteitszorg en/of het beleidsvoerend vermogen van scholen!? Jan Vanhoof SOK-studiedag 10 december 2010 Kwaliteitszorg en/of het beleidsvoerend vermogen van scholen!? Jan Vanhoof SOK-studiedag 10 december 2010 1 Wat verwacht men van een top - school? Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs Art 4.

Nadere informatie

Samenwerkingsverklaring. In Rivierenland werken gemeenten en Aanbieders samen

Samenwerkingsverklaring. In Rivierenland werken gemeenten en Aanbieders samen Samenwerkingsverklaring In Rivierenland werken gemeenten en Aanbieders samen Versie 15 september 2015 Uitgangspunt Gemeenten als formeel verantwoordelijke partij en Opdrachtgever, en Aanbieders als uitvoerende

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Aanzet > Bijdrage regeerakkoord voor aantredende regering na 7 juni > Horizontale thema

Nadere informatie

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK Bij het begin van de jaren 70 zoeken enkele ouders een dagcentrum voor hun volwassen gehandicapt kind. Voordien was het bijna evident

Nadere informatie

Functiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie

Functiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie Bijlage 2 Functiekaart dementie-experten van de regionale expertisecentra dementie 1. Algemene inlichtingen Functienaam: Rapporteert aan: Diens/afdeling: Hiërarchische overste: Functionele afstemming,

Nadere informatie

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg'

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Voorstel vanuit de Ronde Tafel Arbeidszorg 1 Achtergrond Het decreet 'Werk- en zorgtrajecten' van 23 april 2014 wil een structureel

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

nota Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T F

nota Koning Albert II-laan 35, bus 32, 1030 Brussel T F nota nota aan themagroep kwaliteit, effectiviteit, efficiëntie en participatie datum oktober 2011 onderwerp startnota Staten-Generaal voor Bijzondere Jeugdzorg In een evoluerend Vlaanderen heeft elke jongere

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam Overzicht basisprincipes Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam De klant staat centraal in alles wat we doen. We zijn betrouwbaar voor

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017 Ann Lobijn Diensthoofd Kinderopvang VVSG 02 211 55 73 Ann.lobijn@vvsg.be Leen Walravens Stafmedewerker

Nadere informatie

Contextbegeleiding laagintensief

Contextbegeleiding laagintensief Contextbegeleiding laagintensief Functie Omschrijving Status Code Begeleiding De laagdrempelige, laagintensieve, mobiele begeleiding van de minderjarige en alle relevante betrokkenen uit zijn gezins en

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Opleidingsprogramma De Wmo-professional Kennis van de Overheid Opleidingsprogramma De Wmo-professional Gekanteld werken Leren gekanteld werken Het werk van de professional in de frontlinie van zorg en welzijn verandert ingrijpend. Niet helpen

Nadere informatie

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen)

Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Van Exclusie naar Inclusie (springen of stappen) Vragen samenlevingsverbanden (en handicap) naadloos samenwerken hulpcoördinatie Exclusie(f) Inclusie(f) De insluiting in de samenleving van achtergestelde

Nadere informatie

PVF EN MINDERJARIGEN : een eerste aanzet tot discussie.

PVF EN MINDERJARIGEN : een eerste aanzet tot discussie. PVF EN MINDERJARIGEN : een eerste aanzet tot discussie. De persoonsvolgende financiering voor volwassenen heeft ondertussen vorm gekregen en het decreet werd verder geconcretiseerd door uitvoeringsbesluiten.

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Accenten: Een nieuw decreet Jeugdhulp Vermaatschappelijking van de jeugdhulp Tijdige toegang tot de jeugdhulp Rechtstreeks en niet rechtstreeks

Nadere informatie

NOTA. Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel.: Fax: Situering

NOTA. Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel.: Fax: Situering Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus 32 1030 Brussel Tel.: 02 553 33 00 - Fax: 02 553 34 19 NOTA Betreft: Kader voor verwijzers in het experiment multifunctionele centra (13/07/07)

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Het Geïntegreerd Breed Onthaal Een beschrijvend en evaluerend onderzoek Wie-is-wie? Didier Boost (onderzoeker) Universiteit Antwerpen, OASeS, Master Sociaal Werk Sara Elloukmani (onderzoeker) Universiteit

Nadere informatie

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk VLAAMS PARLEMENT DECREET betreffende het algemeen welzijnswerk HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Artikel 2 In dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking Prof. Dr. Bea Maes K.U.Leuven Inhoud Wat is vraagverduidelijking? Wat is kwaliteitsvolle vraagverduidelijking? Wat zijn de ervaringen van personen met een handicap

Nadere informatie

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster

WIE? Aanmelden bij de toegangspoort. Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen. Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster Aanmelden bij de toegangspoort WIE? Iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen Eén voorwaarde: registratie in E-Healthkadaster 3 type aanmelders: jeugdhulpaanbieders uit RTJ of NRTJ jeugdhulpaanbieders buiten

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Chauffeur

Functiebeschrijving: Chauffeur Functiebeschrijving: Chauffeur Graad: Technisch Hoofdassistent (D2) Functiefamilie Praktisch uitvoerende functies 1. Context van de functie 1.1. Waarden van de Vlaamse overheid De Vlaamse overheid is een

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe in Vlaanderen Het vernieuwde landschap aan de hand van casussen Hulpvrager Minderjarige-ouders-contexT BREDE INSTAP Rechtstreeks toegankelijke Jeugdhulp buiten toep.

Nadere informatie

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL

Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015. Mia Claes UCLL Studiedag Rechten in de jeugdhulp 6 maart 2015 Mia Claes UCLL Hulp continuïteit waarborgen Op een gepaste wijze omgaan met verontrusting Tijdige toegang tot de jeugdhulp Voorzien in een aanbod crisisjeugd

Nadere informatie

Werken met indicatoren Van impliciet naar expliciet beleid

Werken met indicatoren Van impliciet naar expliciet beleid Werken met indicatoren Van impliciet naar expliciet beleid https://www.youtube.com/results?sear ch_query=393qptfvpfk 5-12-2018 Jeugdzorg Emmaüs 2 Een lerende ontwikkelende organisatie Visie, missie, waarden

Nadere informatie

OPERATIONELE DOELSTELLING 1

OPERATIONELE DOELSTELLING 1 SD 1: Binnen het GGZ-landschap versterkt OPZC Rekem zijn forensisch psychiatrische werking, het forensisch zorgaanbod en het forensisch wetenschappelijk onderzoek. Iedere medewerker van het cluster forensische

Nadere informatie

VR DOC.1168/1BIS

VR DOC.1168/1BIS VR 2018 1910 DOC.1168/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit houdende de wijziging van diverse bepalingen van

Nadere informatie

Themasessie Organisatie en continuïteit van zorg. Woensdag 24 april 2019 Conferentie Opgroeien en Ontwikkelingstrajecten

Themasessie Organisatie en continuïteit van zorg. Woensdag 24 april 2019 Conferentie Opgroeien en Ontwikkelingstrajecten Themasessie Organisatie en continuïteit van zorg Woensdag 24 april 2019 Conferentie Opgroeien en Ontwikkelingstrajecten Inleiding Welkom Achtergrond en situering Werkwijze Aankondiging 4 deelthema s Aan

Nadere informatie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg 2018-2021 Inleiding Het meerjarenplan 2016-2018 eindigt dit jaar, dat vraagt om een vervolg met inzicht naar een zeer dynamisch zorglandschap in een samenleving

Nadere informatie

1. PRINCIPE ACTIEPLAN JONGVOLWASSENEN

1. PRINCIPE ACTIEPLAN JONGVOLWASSENEN PROCEDUREFLOW VOOR AANVRAGEN VOORTGEZETTE JEUGDHULP TOT 25 JAAR. Dit document schetst het kader waarin voortgezette jeugdhulp mogelijk is en licht de procedure toe die gevolgd moet worden bij een aanvraag

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

CONFERENTIE OPGROEIEN & ONTWIKKELINGSTRAJECTEN

CONFERENTIE OPGROEIEN & ONTWIKKELINGSTRAJECTEN CONFERENTIE OPGROEIEN & ONTWIKKELINGSTRAJECTEN JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN OPGROEIEN & ONTWIKKELING: NAAR EEN JEUGDHULPORGANISATIE VAN DE TOEKOMST WAAROM DEZE VERBETERNOTA,

Nadere informatie

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen

Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen Met vereende kracht naar een nieuwe in Vlaanderen Een woordje geschiedenis 1998: commissie ad hoc Bijzondere Jeugdzorg 1999: maatschappelijke beleidsnota BJZ 1999-2004: experimentele pilootregio s 2004:

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

Methodisch werken in een weerbarstige praktijk. Prof. dr. Koen Hermans

Methodisch werken in een weerbarstige praktijk. Prof. dr. Koen Hermans Methodisch werken in een weerbarstige praktijk Prof. dr. Koen Hermans Vertrekpunt: vraag Context : beleidsaandacht voor evidence-based practice JE: tweevoudige vraag IPT wetenschappelijk onderbouwen Effectiviteit

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden

INHOUD. Woord vooraf 11. Inleiding 15. Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden Woord vooraf 11 Inleiding 15 Hoofdstuk 1: Orthopedagogische werkvelden in beweging: nieuwe uitdagingen vragen aangepaste antwoorden 19 1. Inleiding 19 2. De organisatie van de zorg onder vuur 21 3. Het

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie. BEOORDELINGSELEMENTEN, BEOORDELINGSCRITERIA EN EVALUATIECRITERIA VAN DE SOCIAAL- CULTURELE ORGANISATIES MET EEN WERKING BINNEN SPECIFIEKE REGIO DECREET EN MEMORIE VAN TOELICHTING ARTIKEL 35, UITVOERINGSBESLUIT

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie