LEERPLANDOELEN WONEN EN LEVEN IN INDIA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LEERPLANDOELEN WONEN EN LEVEN IN INDIA"

Transcriptie

1 LEERPLANDOELEN WONEN EN LEVEN IN INDIA Beste leerkracht, In dit document kunt u alle leerplandoelen voor alle vakken terugvinden die gelinkt zijn aan de hoofdstukken en activiteiten van de lesmap Wonen en Leven in India. De leerplandoelen werden voor de drie netten (VSKO GO! OVSG) afzonderlijk opgelijst. We hopen dat dit document een hulp voor u kan zijn. Met vriendelijke groeten, Het team van Studio Globo Roeselare

2 Leerplandoelen VSKO 5 de leerjaar / 6 de leerjaar Godsdienst Instap kennismaking met de Indiase kinderen ACT.2 Kennismaking met de Indiase kinderen kinderen verzamelen bouwstenen waarmee mensen hun leven mooier en gelukkiger willen maken. o Aan de hand van enkele voorbeelden zien hoe mensen in andere culturen geluk nastreven Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. o Ontdekken dat verschillen uitnodigen tot samenwerking o Aandacht hebben voor andere culturen/godsdiensten Kinderen voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. o Te midden van alle verschillen op zoek gaan naar elementen van overeenkomst. o De waarde en de waardigheid van elke mens erkennen. o Aanvoelen dat verscheidenheid een rijkdom met zich kan meebrengen Kinderen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. o Ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden, afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, Hoofdstuk 1 Met de trein door India ACT.2 Treinspel Kinderen ontdekken hoe een verscheidenheid aan godsdiensten en levensbeschouwingen aan het leven van mensen zin wil geven. o De beleving en enkele rituelen van godsdiensten verkennen. o Kritisch respect opbrengen voor de bewogenheid waarmee mensen hun godsdienst of levensbeschouwing beleven Kinderen ervaren wat het is te dragen en gedragen te worden. o Stilstaan bij wat ze dragen of met zich meedragen in verschillende betekenissen van het woord: voorwerpen, kledij, mensen,

3 Hoofdstuk 2 Een dag uit het leven van Nandini, Aiden en Cheyten ACT.1 Diversiteit in de eigen klas Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. o Ontdekken dat verschillen uitnodigen tot samenwerking. o Vormen van anders zijn van mensen verkennen waarmee zij geconfronteerd worden. o Ervaren dat ze zelf gelijken op anderen en verschillen van anderen. o Eigen gevoelens uitspreken bij de ervaring dat ze verschillen van anderen Kinderen voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. o Te midden van alle verschillen op zoek gaan naar elementen van overeenkomst. o De waarde en de waardigheid van elke mens erkennen. o Aanvoelen dat verscheidenheid een rijkdom met zich kan meebrengen. o Leren omgaan met de moeilijkheden die kunnen voorkomen bij verschillen tussen mensen Kinderen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. o Ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden, afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, ACT.2 Dagverloop van de Indiase kinderen Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. o Ontdekken dat verschillen uitnodigen tot samenwerking. o Aandacht hebben voor andere culturen/godsdiensten. o Ervaren dat ze zelf gelijken op anderen en verschillen van anderen. o Eigen gevoelens uitspreken bij de ervaring dat ze verschillen van anderen Kinderen voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. o Te midden van alle verschillen op zoek gaan naar elementen van overeenkomst. o De waarde en de waardigheid van elke mens erkennen. o Aanvoelen dat verscheidenheid een rijkdom met zich kan meebrengen. o Leren omgaan met de moeilijkheden die kunnen voorkomen bij verschillen tussen mensen.

4 Kinderen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. o Ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden, afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, ACT.3 Vijf thema s uit het dagelijkse leven 1. Ohm (godsdienst) Kinderen zien in dat mensen in hun verhaaltradities en heilige boeken een godsdienstige kijk op het leven verwoorden en doorgeven Kinderen ontdekken hoe een verscheidenheid aan godsdiensten en levensbeschouwingen aan het leven van mensen zin wil geven. o De beleving en enkele rituelen van godsdiensten verkennen. o Kritisch respect opbrengen voor de bewogenheid waarmee mensen hun godsdienst of levensbeschouwing beleven Kinderen verkennen symbolen in verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen. o Ontdekken dat symbolen een grote rol spelen bij gelovige en niet gelovige mensen. 2. Sapitacha (voedsel) Kinderen ervaren de veelzijdige wijzen waarop mensen samen maaltijd houden. o Ontdekken hoe mensen bij een maaltijd niet alleen voedsel delen, maar ook ervaringen en verbondenheid, en op die manier leefgemeenschappen vormen. o Verkennen hoe mensen uit andere culturen maaltijd houden. 3. Ek, do, teen (school) Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. o Ontdekken dat verschillen uitnodigen tot samenwerking. o Ervaren dat ze zelf gelijken op anderen en verschillen van anderen. o Eigen gevoelens uitspreken bij de ervaring dat ze verschillen van anderen Kinderen voelen zich uitgenodigd om zelf de verscheidenheid van mensen als een rijkdom te beleven. o Te midden van alle verschillen op zoek gaan naar elementen van overeenkomst. o Aanvoelen dat verscheidenheid een rijkdom met zich kan meebrengen.

5 4. Vaanka, vaanka (wonen) Gastvrijheid leren kennen als vorm van zorg dragen voor mensen in verschillende culturen en godsdiensten, via religieuze verhalen en gebruiken. 5. Kaam karna (beroepen) Kinderen ervaren wat het is te dragen en gedragen te worden. o Stilstaan bij wat ze dragen of met zich meedragen in verschillende betekenissen van het woord: voorwerpen, kledij, mensen, Kinderen ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. o Ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden, afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, Hoofdstuk 3 Het verhaal van Mani ACT.1 Mani raakt zijn grond kwijt Kinderen stellen vragen bij de vele manieren waarop mensen ook zijzelf in hun leven geluk nastreven. o Zien wat mensen rondom hen doen om gelukkig te zijn Kinderen verkennen hoe mensen zich aansluiten bij anderen tijdens hun zoektocht in deze wereld. o Via verhalen en getuigenissen beluisteren waarom mensen zich aansluiten bij een groep, gemeenschap, vereniging, o Verwoorden wat het behoren tot de groep hen bijbrengt en welke bijdrage zij de groep leveren. o Formuleren wanneer en waarom het goed of niet goed gaat in een groep. ACT.2 Gokken op water en ACT.3 Waterverbruik(t) Kinderen ervaren water als deugddoend en bedreigend. o Ervaren dat water levengevend en levensnoodzakelijk is voor elke mens: voedsel, groeikracht, reinigend, helend, o Beseffen dat water noodzakelijk is voor elk levend wezen Kinderen waarderen water als een kostbaar geschenk. o Er zich bewust van zijn dat niet ieder kind kan beschikken over water. o Hun waardering voor water uiten. o Weten wat de gevolgen zijn als mensen niet over voldoende water kunnen beschikken.

6 ACT.4 Het verhaal van Mani gaat verder Kinderen stellen vragen bij de vele manieren waarop mensen ook zijzelf in hun leven geluk nastreven. o Zien wat mensen rondom hen doen om gelukkig te zijn Kinderen confronteren zich ermee dat de weg naar geluk geen rechtlijnige vervulling kent Kinderen bespreken hoe mensen vanuit hun levens- of geloofsovertuiging zoeken om te gaan met grenzen. o Stilstaan bij levensgetuigenissen van mensen, bij wie grenservaringen soms leiden tot optimisme bij de enen en soms pessimisme bij anderen Kinderen verkennen hoe mensen zich aansluiten bij anderen tijdens hun zoektocht in deze wereld. o Via verhalen en getuigenissen beluisteren waarom mensen zich aansluiten bij een groep, gemeenschap, vereniging, o Verwoorden wat het behoren tot de groep hen bijbrengt en welke bijdrage zij de groep leveren. o Formuleren wanneer en waarom het goed of niet goed gaat in een groep Kinderen verkennen verschillende vormen van engagement in hun eigen leefwereld en in de grote wereld Kinderen herkennen in het engagement van mensen het antwoord op een uitdaging die van binnen en/of van buiten kan komen. o In getuigenissen van geëngageerde mensen lezen of horen wat hen beweegt: verontwaardiging, protest, gevoeligheid voor iets, innerlijke dwang, o Ontdekken dat engagement weerstand en ontgoocheling kan teweegbrengen, zowel bij zichzelf als bij anderen. ACT.5 work Kinderen stellen vragen bij de vele manieren waarop mensen ook zijzelf in hun leven geluk nastreven. o Zien wat mensen rondom hen doen om gelukkig te zijn Kinderen confronteren zich ermee dat de weg naar geluk geen rechtlijnige vervulling kent Kinderen bespreken hoe mensen vanuit hun levens- of geloofsovertuiging zoeken om te gaan met grenzen.

7 o Stilstaan bij levensgetuigenissen van mensen, bij wie grenservaringen soms leiden tot optimisme bij de enen en soms pessimisme bij anderen Kinderen ontdekken waardoor mensen bewogen worden en hoe ze in beweging komen. o Aan de hand van enkele voorbeelden vaststellen en onderkennen hoe mensen beïnvloed en bewogen worden Kinderen verkennen hoe mensen zich aansluiten bij anderen tijdens hun zoektocht in deze wereld. o Via verhalen en getuigenissen beluisteren waarom mensen zich aansluiten bij een groep, gemeenschap, vereniging, o Verwoorden wat het behoren tot de groep hen bijbrengt en welke bijdrage zij de groep leveren. o Formuleren wanneer en waarom het goed of niet goed gaat in een groep Kinderen verkennen verschillende vormen van engagement in hun eigen leefwereld en in de grote wereld Kinderen herkennen in het engagement van mensen het antwoord op een uitdaging die van binnen en/of van buiten kan komen. o In getuigenissen van geëngageerde mensen lezen of horen wat hen beweegt: verontwaardiging, protest, gevoeligheid voor iets, innerlijke dwang, o Ontdekken dat engagement weerstand en ontgoocheling kan teweegbrengen, zowel bij zichzelf als bij anderen. Hoofdstuk 4 Feesten ACT.2 Feestquiz Kinderen ontdekken dat er verschillen zijn tussen mensen. o Al spelend ontdekken dat verschillen uitnodigen tot samenwerking o Aandacht hebben voor andere culturen/godsdiensten Kinderen ontdekken hoe een verscheidenheid aan godsdiensten en levensbeschouwingen aan het leven van mensen zin wil geven. o De beleving en enkele rituelen van godsdiensten verkennen. o Kritisch respect opbrengen voor de bewogenheid waarmee mensen hun godsdienst of levensbeschouwing beleven Kinderen verkennen hoe kinderen in verschillende culturen vieren dat zij groeien en dat zij mogen deelnemen aan belangrijke gebeurtenissen in hun leefgemeenschap Kinderen gaan na welke belangrijke momenten in het (en hun) leven gevierd worden bv. geboorte, verjaardag, huwelijk,

8 Kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Hoofdstuk Kinderen gaan op weg om stilaan zelf vorm te geven aan hun eigen leven met bouwstenen die ze als zinvol en waardevol ontdekken. o Zien dat hun eigen leven vorm krijgt in relatie en confrontatie met andere mensen Kinderen ontdekken waardoor mensen bewogen worden en hoe ze in beweging komen. o Aan de hand van enkele voorbeelden vaststellen en onderkennen hoe mensen beïnvloed en bewogen worden Kinderen verkennen bij zichzelf en bij elkaar waardoor ze bewogen worden en hoe ze in beweging komen. o Kunnen en durven uitspreken of duidelijk maken aan elkaar waardoor ze persoonlijk en/of samen in beweging komen Kinderen kunnen de aard van relaties tussen mensen onderscheiden Kinderen vormen zich een beeld van de mensenwereld zoals ze die ervaren en dromen Kinderen gaan op zoek naar drijfveren en mechanismen die de samenleving maken tot wat ze is. o Aan de hand van concrete voorbeelden zoeken welke drijfveren het samenleven van mensen bevorderen, bv. solidariteit, respect, rechtvaardigheid, Kinderen begrijpen dat ook zij aangesproken worden om zich te engageren voor de samenleving. o Tot het inzicht komen dat welvaart tot welzijn kan worden, wanneer mensen solidair zijn. o Ontdekken dat de droom van een betere wereld maar werkelijkheid kan worden doorheen overleg, afspraken, wetgeving, instellingen en diensten, o In gezamenlijk overleg zoeken welke houding zij kunnen of moeten aannemen tegenover bepaalde maatschappelijke situaties in hun omgeving Kinderen verwonderen zich erover hoezeer natuur, wetenschap en techniek onze leefwereld tekenen. o Aan de hand van voorbeelden bespreken hoe wetenschap en techniek evolueren als een antwoord op menselijke problemen en behoeften Kinderen verkennen verschillende vormen van engagement in hun eigen leefwereld en in de grote wereld.

9 Kinderen herkennen in het engagement van mensen het antwoord op een uitdaging die van binnen en/of van buiten kan komen. o In getuigenissen van geëngageerde mensen lezen of horen wat hen beweegt: verontwaardiging, protest, gevoeligheid voor iets, innerlijke dwang, o Ontdekken dat engagement weerstand en ontgoocheling kan teweegbrengen, zowel bij zichzelf als bij anderen.

10 Wereldoriëntatie Leerplandoelen wereldoriëntatie die gelden voor de gehele lesmap. Leerplandoelen rond samenwerking, plannen en klasorde [1]: 0.5: Kinderen werken samen. 0.6: Kinderen drukken zich zo verstaanbaar mogelijk uit en benoemen waar mogelijk de dingen correct. 0.7: Kinderen kunnen en durven problemen aanpakken. 0.8: Kinderen ontwikkelen tot autonome leerders. 0.9: Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. 0.10: Kinderen kunnen vragen stellen waarvan de antwoorden onderzoekbaar of opzoekbaar zijn. 0.12: Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken. 0.13: Kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren. 4.2: Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. 4.5: Kinderen kunnen zich verplaatsen in de gedachten, gevoelens en waarnemingen van anderen en houden daar rekening mee. 4.7: Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen. 4.9: Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken. 4.10: Kinderen kunnen leiding geven. 4.11: Kinderen kunnen een ander helpen door zich dienstbaar op te stellen. 4.12: Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden. 4.13: Kinderen kunnen constructief kritisch zijn. 8.3: Kinderen kunnen de tijd die ze nodig hebben voor een voor hen bekende bezigheid, realistisch inschatten. 8.7: Kinderen kunnen een planning maken in de tijd en er zich aan houden. 9.3: Kinderen houden rekening met de persoonlijke ruimte van een ander. 9.4: Kinderen dragen mee zorg voor de ruimte waarin ze verblijven. Leerplandoelen rond diversiteit en het eigen leven vergelijken met dat van anderen [2]: 0.1: Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al z n dimensies, hier en elders, vroeger en nu. 0.2: Kinderen uiten hun verwondering over het (on)(be)grijpbare, het goede, het mooie, het mysterieuze, het verrassende, in de wereld. 0.3: Kinderen beleven en ervaren een intense verbondenheid met de wereld. 0.4: Kinderen leven waardegericht.

11 2.4: Kinderen kunnen illustreren dat mensen van elkaar verschillen op allerlei gebied. 2.6: Kinderen worden zich bewust van hun eigen levensverhaal en van de samenhang ervan met andere levensverhalen. 2.10: Kinderen denken na over de eigen mogelijkheden en keuzes. 4.1: Kinderen ontwikkelen een gedifferentieerd beeld van zichzelf. 5.4: Kinderen beseffen dat ze in een multiculturele samenleving leven. 5.5: Kinderen ontdekken dat groepen van mensen in een land van een ander cultuurgebied op een andere manier samenleven. Instap kennismaking met de Indiase kinderen ACT.1 Het postpakket [2] ACT.2 Kennismaking met de Indiase kinderen [1] & [2] 4.6: Kinderen kunnen zich als persoon presentstellen. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 8.5: Kinderen ervaren en uiten dat hun leven een opeenvolging van gebeurtenissen is. 8.6: Kinderen zien in dat hun tijdsbesteding gelijkenissen en verschillen vertoont met die van andere kinderen uit andere groepen of samenlevingen. ACT.3 Een blik op India [1] 9.22: Kinderen beseffen dat vervoermiddelen functioneel kunnen gebruikt worden. Hoofdstuk 1 Met de trein door India ACT.1 Speluitleg [1]

12 ACT.2 Treinspel [1] & [2] 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren en classificeren. 2.1: Kinderen zien in dat elk mens gelooft. 2.2: Kinderen zijn er zich van bewust dat veel mensen hun leven zin geven door hun geloof in een waardegeheel en/of in een persoonlijke God. 2.3: Kinderen ontdekken hoe mensen omgaan met grote momenten in het leven. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen en kentekens hanteren. 5.6: Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden. 7.24: Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. 7.25: Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt. 7.26: Kinderen zien in dat er verschillende klimaten zijn en kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. 8.6: Kinderen zien in dat hun tijdsbesteding gelijkenissen en verschillen vertoont met die van kinderen uit andere groepen of samenlevingen. 8.13: Kinderen zijn nieuwsgierig naar de historische ontwikkeling van planten, dieren, mensen, voorwerpen, systemen, actuele toestanden. 8.14: Kinderen beseffen dat er naast een heden, ook een verleden en een toekomst zijn. 8.15: Kinderen zien in dat er verbanden zijn tussen een historisch verschijnsel en de tijdsomstandigheden. 9.9: Kinderen kunnen gebruik maken van diverse voorstellingen van de ruimte. 9.14: Kinderen ervaren dat alles en iedereen zich in een of andere ruimte bevindt of beweegt. 9.15: Kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico s inhoudt. 9.16: Kinderen bewegen zich op een verantwoorde manier en dragen zo bij tot de eigen veiligheid en die van anderen. 9.17: Kinderen houden in hun gedrag rekening met andere gebruikers van dezelfde ruimte. 9.22: Kinderen beseffen dat vervoermiddelen functioneel kunnen gebruikt worden.

13 ACT.3 Evaluatie [2] 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meerdere groepen behoren. Hoofdstuk 2 Een dag uit het leven van Nandini, Aiden en Cheyten ACT.1 Diversiteit in de eigen klas [2] 2.7: Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 4.6: Kinderen kunnen zich als persoon presentstellen. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. ACT.2 Dagverloop van de Indiase kinderen [1] & [2] 2.1: Kinderen zien in dat elk mens gelooft. 2.7: Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 2.3: Kinderen ontdekken hoe mensen omgaan met grote momenten in het leven. 2.5: Kinderen zien in dat elk mens iemand is, iets betekent, en op de een of andere wijze blijft voortleven in de herinnering van anderen. 2.2: Kinderen zijn er zich van bewust dat veel mensen hun leven zin geven door hun geloof in een waardegeheel en/of in een persoonlijke God. 3.2: Kinderen zijn zich bewust van de gevoelens die schoonheidservaringen bij hen oproepen en durven die te uiten. 5.6: Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflictenkan leiden. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen en kentekens hanteren. 3.3: Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving.

14 8.6: Kinderen zien in dat hun tijdsbesteding gelijkenissen en verschillen vertoont met die van kinderen uit andere groepen of samenlevingen. ACT.3 Vijf thema s uit het dagelijkse leven 1. Ohm (godsdienst) [1] & [2] 0.11: Kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief vergelijken. 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 2.1: Kinderen zien in dat elk mens gelooft. 2.2: Kinderen zijn er zich van bewust dat veel mensen hun leven zin geven door hun geloof in een waardegeheel en/of in een persoonlijke God. 2.3: Kinderen ontdekken hoe mensen omgaan met grote momenten in het leven. 2.5: Kinderen zien in dat elk mens iemand is, iets betekent, en op de een of andere wijze blijft voortleven in de herinnering van anderen. 2.7: Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen en kentekens hanteren. 5.6: Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden. 8.6: Kinderen zien in dat hun tijdsbesteding gelijkenissen en verschillen vertoont met die van kinderen uit andere groepen of samenlevingen. 2. Sapitacha (voedsel) [1] & [2] 0.11: Kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief met elkaar vergelijken. 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren en classificeren. 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat menden bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen en kentekens hanteren. 6.1: Kinderen zien in dat courante producten gemaakt zijn uit welbepaalde materialen en/of grondstoffen.

15 6.2: Kinderen kennen verschillende energiebronnen. 6.15: Kinderen kijken kritisch naar een zelfgemaakt product of bereiding. 7.9: Kinderen ontdekken en zien in dat elke mens, elk dier en elke plant een ontwikkeling doormaakt. 7.10: Kinderen ontdekken en zien in dat veel mensen de aanwezigheid van planten en dieren in hun omgeving waarderen en/of beïnvloeden. 7.11: Kinderen ontdekken en zien in dat de mens afhankelijk is van planten en dieren voor voeding, kleding, gezondheid, constructiematerialen, 7.12: Kinderen kunnen illustreren dat er verschillende soorten relaties bestaan tussen mens, dier en plant. 7.17: Kinderen beseffen dat de aarde bron is van energie en van grondstoffen. 7.25: Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt. 7.26: Kinderen zien in dat er verschillende klimaten zijn en kunnen het verband illustreren tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. 3. Ek, do, teen (school) [1] & [2] 0.11: Kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief vergelijken. 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren en classificeren. 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.5: Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 1.6: Kinderen zien in wat werkloosheid betekent. 1.7: Kinderen zien in hoe een samenleving er voor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 1.9: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren welvaart of bezit verwerven en tonen aalleen respect voor de eerlijke manier. 1.10: Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart. 2.7: Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 2.8: Kinderen beseffen dat kennis belangrijk is voor mensen. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren.

16 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflictenkan leiden. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen en kentekens hanteren. 5.6: Kinderen zien in dat samenleven het naleven van allerhande omgangsvormen, leefregels en afspraken veronderstelt en kunnen zich daaraan houden. 9.1: Kinderen ervaren en uiten dat elke (open) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren daarbij een rol spelen. 9.2: Kinderen kunnen illustreren en herkennen dat de beleving van eenzelfde (meet)ruimte subjectief is. 4. Vaanka, vaanka (wonen) [1] & [2] 0.11: Kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief vergelijken. 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren en classificeren. 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. 9.1: Kinderen ervaren en uiten dat elke (open) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren daarbij een rol spelen. 9.2: Kinderen kunnen illustreren en herkennen dat de beleving van eenzelfde (meet)ruimte subjectief is. 9.6: Kinderen kunnen een omgeving typeren als overwegend landelijk, stedelijk, toeristisch en/of industrieel. 9.7: Kinderen zien in dat mensen vaak ruimten afbakenen en/of grenzen trekken. 9.8: Kinderen kunnen zich vlot in de ruimte oriënteren. 9.9: Kinderen kunnen gebruik maken van diverse voorstellingen van de ruimte. 9.10: Kinderen kunnen plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken vlot op een passende kaart of plattegrond terugvinden. 9.12: Kinderen herkennen en interpreteren op een daarvoor geschikte plattegrond en/of kaart typische patronen in ruimtelijke spreiding. 9.14: Kinderen ervaren dat alles en iedereen zich in een of andere ruimte bevindt of beweegt.

17 5. Kaam karna (beroepen) [1] & [2] 0.11: Kinderen kunnen kwalitatief en kwantitatief vergelijken. 0.14: Kinderen kunnen informatie ordenen, rubriceren en classificeren. 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.5: Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 1.6: Kinderen zien in wat werkloosheid betekent. 1.7: Kinderen zien in hoe een samenleving er voor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 1.9: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren welvaart of bezit verwerven en tonen alleen respect voor de eerlijke manier. 1.10: Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart. 1.11: Kinderen zien in dat de productie van goederen en diensten leidt tot ruilverkeer. 1.12: Kinderen zijn er zich van bewust dat consumptie wordt beïnvloed. 1.13: Kinderen zien in hoe je verantwoord omgaat met geld. 1.14: Kinderen beseffen dat niet voor alles betaald moet worden. 1.15: Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar voor hun levensonderhoud. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. ACT.4 Voorstelling in de klas [1] & [2] 0.15: Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen. 3.6: Kinderen combineren woord, beweging, beeld, drama, muziek, om de ervaringen rond een thema of project naar anderen te communiceren.

18 Hoofdstuk 3 Het verhaal van Mani ACT.1 Mani raakt zijn grond kwijt [2] 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.5: Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 1.6: Kinderen zien in wat werkloosheid betekent. 1.7: Kinderen zien in hoe een samenleving er voor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 1.9: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren welvaart of bezit verwerven en tonen alleen respect voor de eerlijke manier. 1.10: Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart. 1.15: Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar voor hun levensonderhoud. 6.7: Kinderen kunnen op hun niveau uitleggen hoe een aantal distributiesystemen in hun omgeving zorgen voor aanvoer van water, energie, 7.24: Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. 7.25: Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt. ACT.2 Gokken op water [2] 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal verschillen. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten.

19 6.7: Kinderen kunnen op hun niveau uitleggen hoe een aantal distributiesystemen in hun omgeving zorgen voor aanvoer van water, energie, 7.24: Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. 7.25: Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt. ACT.3 Waterverbruik(t) [2] 9.1: Kinderen ervaren en uiten dat elke (open) ruimte een indruk oproept of nalaat en dat verschillende factoren daarbij een rol spelen. ACT.4 Het verhaal van Mani gaat verder [2] 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.5: Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 1.6: Kinderen zien in wat werkloosheid betekent. 1.7: Kinderen zien in hoe een samenleving er voor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 1.9: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren welvaart of bezit verwerven en tonen alleen respect voor de eerlijke manier. 1.10: Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart. 1.15: Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar voor hun levensonderhoud. 6.7: Kinderen kunnen op hun niveau uitleggen hoe een aantal distributiesystemen in hun omgeving zorgen voor aanvoer van water, energie, 7.24: Kinderen ervaren en zien in dat het weer kan verschillen naar plaats en tijd. 7.25: Kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloedt.

20 ACT.5 work [1] & [2] 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.2: Kinderen zien in dat mensen arbeid verrichten om in hun levensonderhoud te voorzien. 1.3: Kinderen beseffen dat samenwerking met anderen nodig is om een aantal verschillen. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen arbeidstaken zo goed mogelijk te kunnen verrichten. 1.5: Kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep. 1.15: Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. Hoofdstuk 4 Feesten ACT.1 Speluitleg [1] ACT.2 Feestquiz [1] & [2] 2.1: Kinderen zien in dat elke mens gelooft. 2.3: Kinderen ontdekken hoe mensen omgaan met grote momenten in het leven. 2.7: Kinderen zien in dat iedereen zijn leven een stuk in handen neemt. 5.3: Kinderen zien in dat vele groepen en volkeren eigen symbolen of kentekens hanteren. Hoofdstuk 5 Even terugblikken ACT.1 Ik en de ander [1] & [2]

21 4.5: Kinderen kunnen zich verplaatsen in de gedachten, gevoelens en waarnemingen van anderen en houden daar rekening mee. 4.6: Kinderen kunnen zich als persoon present stellen. 4.7: Kinderen kunnen respect en waardering opbrengen. 5.1: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen bij één of meer groepen behoren. ACT.2 Hoe gaat het verder? [2] 1.1: Kinderen zien in dat mensen moeten zorgen voor hun dagelijks bestaan. 1.4: Kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen. 1.7: Kinderen zien in hoe een samenleving er voor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. 1.8: Kinderen beseffen dat welvaart ongelijk verdeeld is. 1.9: Kinderen zijn er zich van bewust dat mensen op verschillende manieren voor hun levensonderhoud. 1.10: Kinderen beseffen dat er een onderscheid is tussen welzijn en welvaart. 1.15: Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar welvaart of bezit verwerven en tonen alleen respect voor de eerlijke manier. 4.14: Kinderen kunnen zich op een passende manier weerbaar opstellen. 5.2: Kinderen zien in dat elke groep eigen doelen nastreeft, wat tot conflicten kan leiden. ACT.3 Ik en de wereld [1] & [2] 1.11: Kinderen zien in dat de productie van goederen en diensten leidt tot ruilverkeer. 1.12: Kinderen zijn er zich van bewust dat consumptie wordt beïnvloed. 1.13: Kinderen zien in hoe je verantwoord omgaat met geld.

22 Muzische opvoeding Instap kennismaking met de Indiase kinderen ACT.2 Kennismaking met de Indiase kinderen BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.1: Zien dat de wereld rondom ons in beelden spreekt. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). 2.6: Ervaren dat beelden, gekoppeld aan geluiden, een grotere invloed hebben dan beelden alleen. 2.7: Ervaren dat bewegende beelden veel invloed hebben. DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. MEDIA O1.3: Je ervan bewust zijn dat media je informeren en laten genieten en dat je via media met anderen in contact kunt komen. O2: Mediaboodschappen bewust waarnemen. (Ook alle doelen die onder punt O2 vallen, zijn van toepassing). O3.1: Weten dat beelden en geluiden vaak naar bepaalde gedachten of gevoelens verwijzen. O3.4: Wat in de mediaboodschap voor jou belangrijk lijkt, trachten te onthouden. O3.5: Aandacht schenken aan verbale, beeld-, klank- en bewegingsaspecten die zeggingskracht geven aan een mediaboodschap. O3.10: Je waarnemingen koppelen aan je eigen gedachten en gevoelens, aan je voorkennis, je voorstellingen en je fantasie. O4: Mediaboodschappen beoordelen en verwerken en ervan genieten. ACT.3 Een blik op India BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). 2.6: Ervaren dat beelden, gekoppeld aan geluiden, een grotere invloed hebben dan beelden alleen. 2.7: Ervaren dat bewegende beelden veel invloed hebben.

23 DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. Hoofdstuk 1 Met de trein door India ACT.2 Treinspel MUZIKALE OPVOEDING 12.2: De wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet treden. DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. Hoofdstuk 2 Een dag uit het leven van Nandini, Aiden en Cheyten ACT.2 Dagverloop van de Indiase kinderen BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). 2.6: Ervaren dat beelden, gekoppeld aan geluiden, een grotere invloed hebben dan beelden alleen. 2.7: Ervaren dat bewegende beelden veel invloed hebben. 3.10: Reflecteren over eigen kijkgedrag. DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. MEDIA O1.3: Je ervan bewust zijn dat media je informeren en laten genieten en dat je via media met anderen in contact kunt komen. O2: Mediaboodschappen bewust waarnemen. (Ook alle doelen die onder punt O2 vallen, zijn van toepassing). O3.1: Weten dat beelden en geluiden vaak naar bepaalde gedachten of gevoelens verwijzen. O3.4: Wat in de mediaboodschap voor jou belangrijk lijkt, trachten te onthouden.

24 O3.5: Aandacht schenken aan verbale, beeld-, klank- en bewegingsaspecten die zeggingskracht geven aan een mediaboodschap. O3.10: Je waarnemingen koppelen aan je eigen gedachten en gevoelens, aan je voorkennis, je voorstellingen en je fantasie. O4: Mediaboodschappen beoordelen en verwerken en ervan genieten. ACT.4 Voorstelling in de klas MUZIKALE OPVOEDING 1.1: De ademhaling bewust gebruiken en de lichaamshouding verzorgen. 1.2: Aandacht schenken aan een goede stemplaatsing en resonantie. 1.3: Een tekst of een lied uitvoeren met aandacht voor een correct stemgebruik en een goede stemexpressie. MUZISCH TAALGEBRUIK 1: Intensief gebruik maken van alle zintuigen. 4: Gevoelig zijn voor het overdrachtelijk of symbolisch karakter van een muzische expressievorm. 5: De ander in zijn expressie willen ontmoeten. 12: Erop gericht zijn de eigen ideeën, gevoelens, ervaringen en waardering in muzische taal uit te drukken. 14: Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen. 17: Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving. 18: Werken vanuit geloof in eigen kunnen. 19: Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. Hoofdstuk 3 Het verhaal van Mani ACT.1 Mani raakt zijn grond kwijt BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in.

25 ACT.2 Gokken op water BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden.2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. ACT.3 Waterverbruik(t) DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. ACT.4 Het verhaal van Mani gaat verder BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. ACT.5 work BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. Hoofdstuk 4 Feesten ACT.2 Feestquiz MUZIKALE OPVOEDING 1.1: De ademhaling bewust gebruiken en de lichaamshouding verzorgen. 1.2: Aandacht schenken aan een goede stemplaatsing en resonantie.

26 1.3: Een tekst of een lied uitvoeren met aandacht voor een correct stemgebruik en een goede stemexpressie. 11.2: Een eigen mening over de omgang met klank en muziek verwoorden. 12.2: De wereld van stilte, geluid en muziek verwonderd en aandachtig tegemoet treden. 12.3: Zich verbonden voelen met anderen tijdens een groepsgerichte omgang met klank en muziek. BEELDOPVOEDING 1: Openstaan voor beelden. 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). MUZISCH TAALGEBRUIK 1: Intensief gebruik maken van alle zintuigen. 4: Gevoelig zijn voor het overdrachtelijk of symbolisch karakter van een muzische expressievorm. 5: De ander in zijn expressie willen ontmoeten. 12: Erop gericht zijn de eigen ideeën, gevoelens, ervaringen en waardering in muzische taal uit te drukken. 14: Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen. 19: Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn. BEWEGINGSEXPRESSIE 1: Kinderen experimenteren met en bekwamen zich in de uitdrukkingsmogelijkheden van hun lichaam. 4: Kinderen worden zich bewust van hun identiteit en hun inlevingsvermogen. 5: Kinderen ervaren de mogelijkheden van de lichaamstaal om met zichzelf en met anderen te communiceren. MEDIA O1.3: Je ervan bewust zijn dat media je informeren en laten genieten en dat je via media met anderen in contact kunt komen. O2: Mediaboodschappen bewust waarnemen. (Ook alle doelen die onder punt O2 vallen, zijn van toepassing). O3.1: Weten dat beelden en geluiden vaak naar bepaalde gedachten of gevoelens verwijzen. O3.4: Wat in de mediaboodschap voor jou belangrijk lijkt, trachten te onthouden. O3.5: Aandacht schenken aan verbale, beeld-, klank- en bewegingsaspecten die zeggingskracht geven aan een mediaboodschap.

27 O3.10: Je waarnemingen koppelen aan je eigen gedachten en gevoelens, aan je voorkennis, je voorstellingen en je fantasie. O4: Mediaboodschappen beoordelen en verwerken en ervan genieten. Hoofdstuk 5 Even terugblikken ACT.1 Ik en de ander DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. MEDIA O3.10: Je waarnemingen koppelen aan je eigen gedachten en gevoelens, aan je voorkennis, je voorstellingen en je fantasie. O4: Mediaboodschappen beoordelen en verwerken en ervan genieten. ACT.2 Hoe gaat het verder? BEELDOPVOEDING 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ). 2.6: Ervaren dat beelden, gekoppeld aan geluiden, een grotere invloed hebben dan beelden alleen. 2.7: Ervaren dat bewegende beelden veel invloed hebben. 3.10: Reflecteren over eigen kijkgedrag. DRAMATISCH SPEL 6: Kinderen leven zich in een ding, een idee, een personage, een gebeurtenis of omstandigheid in. MEDIA O1.3: Je ervan bewust zijn dat media je informeren en laten genieten en dat je via media met anderen in contact kunt komen. O2: Mediaboodschappen bewust waarnemen. (Ook alle doelen die onder punt O2 vallen, zijn van toepassing). O3.1: Weten dat beelden en geluiden vaak naar bepaalde gedachten of gevoelens verwijzen. O3.4: Wat in de mediaboodschap voor jou belangrijk lijkt, trachten te onthouden. O3.5: Aandacht schenken aan verbale, beeld-, klank- en bewegingsaspecten die zeggingskracht geven aan een mediaboodschap.

28 O3.10: Je waarnemingen koppelen aan je eigen gedachten en gevoelens, aan je voorkennis, je voorstellingen en je fantasie. O4: Mediaboodschappen beoordelen en verwerken en ervan genieten. ACT.3 Ik en de wereld BEELDOPVOEDING 2.4: Informatie halen uit beelden (bijvoorbeeld foto s ).

29 Nederlands Leerplandoelen Nederlands die gelden voor de gehele lesmap. SCHRIJVEN 2.2: Een schrijfstrategie bepalen en volgen om visuele en schriftelijke boodschappen vorm te geven : materiaal verzamelen : materiaal selecteren : materiaal ordenen : teksten verzorgen, nalezen, herwerken. 4.1: Zo precies en nauwkeurig mogelijk formuleren. 4.2: Het belang van Algemeen Nederlands als schrijftaal beseffen. LEZEN 1.1: Niet-talige boodschappen waarnemen. 1.2: Talige boodschappen waarnemen. 1.3: Communicatieve elementen waarnemen. 2.1: Niet-talige boodschappen begrijpen en interpreteren. 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. 3.1: Boodschappen beoordelen. 3.2: Boodschappen integreren. LUISTEREN 1.2: Talige geluiden waarnemen. 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. 2.3: De communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. 3: Boodschappen verwerken: beoordelen en integreren. SPREKEN 1.2: Zo zelfstandig mogelijk het Standaardnederlands hanteren. 1.14: Spreken over gevoelens zoals blijheid, angst, verdriet, verwondering, eigen gevoelens verwoorden. 1.18: Vragen van de leerkracht beantwoorden in verband met een behandeld onderwerp. 1.20: Reageren in gesprekken met eenvoudige, maar relevante vragen of met commentaar. 1.21: Vragen stellen die de gewenste of ontbrekende informatie leveren. 1.22: De hulp of de medewerking van anderen inroepen.

30 1.31: In een gesprek, discussie met leeftijdsgenoten uitkomen voor zijn mening, zijn mening geven. 1.43: Gespreksregels respecteren. TAALBESCHOUWING 8.57: Spelling (woordtekens, leestekens, hoofdletters). Instap kennismaking met de Indiase kinderen ACT.1 Het postpakket LEZEN 1.3: Communicatieve elementen waarnemen. ACT.2 Kennismaking met de Indiase kinderen SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. SPREKEN 1.7: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over boodschappen van anderen. 1.8: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen of over boodschappen van anderen uit de ruimere omgeving. ACT.3 Een blik op India LEZEN 2.1: Niet-talige boodschappen begrijpen en interpreteren. Hoofdstuk 1 Met de trein door India ACT.1 Speluitleg LUISTEREN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren.

31 SPREKEN 1.5: Voor leerlingen bestemde zakelijke mededelingen en opdrachten herformuleren. 1.25: Uitleggen hoe in een activiteit gewerkt zal worden of gewerkt werd. ACT.2 Treinspel LUISTEREN 1.1.1: Niet-talige geluiden herkennen en onderscheiden : Niet-talige geluiden associëren, onderverdelen, rangschikken. Hoofdstuk 2 Een dag uit het leven van Nandini, Aiden en Cheyten ACT.1 Diversiteit in de eigen klas SPREKEN 1.7: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over boodschappen van anderen. 1.8: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen of over boodschappen van anderen uit de ruimere omgeving. ACT.2 Dagverloop van de Indiase kinderen SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. ACT.3 Vijf thema s uit het dagelijkse leven LEZEN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. SPREKEN 1.17: Gerichte vragen beantwoorden in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening, enz. in concrete situaties. ACT.4 Voorstelling in de klas SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken.

32 2.2: Een schrijfstrategie bepalen en volgen om visuele en schriftelijke boodschappen vorm te geven. (2.2.1 materiaal verzamelen, materiaal selecteren, materiaal ordenen, teksten verzorgen, nalezen en herwerken.) 4.1: Zo precies en nauwkeurig mogelijk formuleren. 4.2: Het belang van Algemeen Nederlands als schrijftaal beseffen. SPREKEN 1.8: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen of over boodschappen van anderen uit de ruimere omgeving. 1.11: Verslag uitbrengen aan leeftijdsgenoten en aan de leerkracht over onder meer waarnemingen, een op school behandeld onderwerp. 1.24: Vragen stellen bij een behandeld onderwerp, die begrepen en beantwoord kunnen worden door leeftijdsgenoten. 2: Spreektechnische vaardigheden ontwikkelen en beheersen. Hoofdstuk 3 Het verhaal van Mani ACT.1 Mani raakt zijn grond kwijt LEZEN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. 4.1: Zo precies en nauwkeurig mogelijk formuleren. ACT.2 Gokken op water SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. ACT.3 Waterverbruik(t) LEZEN 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren.

33 ACT.4 Het verhaal van Mani gaat verder LEZEN 3.1: Boodschappen beoordelen. 3.2: Boodschappen integreren. ACT.5 work LEZEN 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. 3.1: Boodschappen beoordelen. 3.2: Boodschappen integreren. Hoofdstuk 4 Feesten ACT. 1 Speluitleg LUISTEREN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. SPREKEN 1.5: Voor leerlingen bestemde zakelijke mededelingen en opdrachten herformuleren. 1.25: Uitleggen hoe in een activiteit gewerkt zal worden of gewerkt werd. ACT.2 Feestquiz SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. ACT.3 Voorbereiding op het atelier SPREKEN 1.5: Voor leerlingen bestemde zakelijke mededelingen en opdrachten herformuleren. 1.25: Uitleggen hoe in een activiteit gewerkt zal worden of gewerkt werd.

34 Hoofdstuk 5 Even terugblikken ACT.1 Ik en de ander LEZEN 3.1: Boodschappen beoordelen. 3.2: Boodschappen integreren. SPREKEN 1.7: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over boodschappen van anderen. 1.8: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen of over boodschappen van anderen uit de ruimere omgeving. 1.25: Uitleggen hoe in een activiteit gewerkt werd. ACT.2 Hoe gaat het verder? SCHRIJVEN 1.5: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit van visuele boodschappen en van teksten verbeterd kan worden door er met anderen over te spreken. SPREKEN 1.7: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over boodschappen van anderen. 1.8: Spreken over belevenissen, ervaringen, waarnemingen, gebeurtenissen of over boodschappen van anderen uit de ruimere omgeving. LUISTEREN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. ACT.3 Ik en de wereld LEZEN 2.2: Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren. 2.3: Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren. 3.1: Boodschappen beoordelen. 3.2: Boodschappen integreren.

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan VVKBaO. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan VVKBaO Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

leerplandoelen derde cyclus 1 Dit overzicht lijst alle leerplandoelen van de derde cyclus op.

leerplandoelen derde cyclus 1 Dit overzicht lijst alle leerplandoelen van de derde cyclus op. Dit overzicht lijst alle leerplandoelen van de derde cyclus op. Je kan dit overzicht gebruiken om je jaarplan godsdienst op te bouwen. Op de bijhorende gele blaadjes van het leerplan lees je concreet welke

Nadere informatie

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan OVSG. Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan OVSG Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

Beide vakken godsdienst en wereldoriëntatie handelen vaak over dezelfde thema s. Daardoor is het dikwijls aangewezen om projectmatig te werken.

Beide vakken godsdienst en wereldoriëntatie handelen vaak over dezelfde thema s. Daardoor is het dikwijls aangewezen om projectmatig te werken. Godsdienst en wereldoriëntatie Beide vakken godsdienst en wereldoriëntatie handelen vaak over dezelfde thema s. Daardoor is het dikwijls aangewezen om projectmatig te werken. Om dat mogelijk te maken worden

Nadere informatie

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Eindtermen Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Op de volgende bladzijden hebben we ook enkele

Nadere informatie

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen

Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden. Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen 2014 2015 Leerplan GO! Verbondenheid door middel van rituelen tijdens speciale gelegenheden Jenthé Adriaens, Elise Buts & Sharis Vertommen THOMAS MORE KEMPEN VORSELAAR INHOUDSOPGAVE 1 Wereldoriëntatie...

Nadere informatie

Catechese 1 ste leerjaar (Tuin van Heden.nu)

Catechese 1 ste leerjaar (Tuin van Heden.nu) Catechese 1 ste leerjaar (Tuin van Heden.nu) Mag ik zijn wie ik ben? De leerlingen uit welke thuis, cultuur of geloofsovertuiging ze ook komen voelen zich benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind als iemand

Nadere informatie

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester

ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester ATTITUDINALE DOELEN VOOR DE KLEUTERSCHOOL Klas : Schooljaar : Thema's I II III trimester 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Positieve ingesteldheid 1 zich emotioneel goed voelen 2 zich als persoon iets

Nadere informatie

Workshop. Het museum. Opzet: Aan de hand van een plan de maquette van het museum in elkaar knutselen.

Workshop. Het museum. Opzet: Aan de hand van een plan de maquette van het museum in elkaar knutselen. Workshop Het museum Opzet: Aan de hand van een plan de maquette van het museum in elkaar knutselen. Materiaal: Het maquettepakket van in het muzeeum. Doelen: Moedertaal: Lezen: Communicatieve elementen

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels

SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels SOCIALE VAARDIGHEDEN: contactsleutels We gebruiken op school voor het 4 de, 5 de en 6 de leerjaar de handleiding CONTACTSLEUTELS van uitgeverij De Sleutel. Kenmerken van Contactsleutels: Elk leerjaar beschikt

Nadere informatie

Muzische opvoeding. Muzikale opvoeding. klas: doelen deelleerplan VSKO 1999

Muzische opvoeding. Muzikale opvoeding. klas: doelen deelleerplan VSKO 1999 Muzische opvoeding Muzikale opvoeding klas: doelen deelleerplan VSKO 1999 1. Het kind musiceert met klank en muziek 3 1.1 Musiceren en experimenteren met de stem, met aandacht voor een goed stemgebruik

Nadere informatie

KOKEN IN DE KLAS. hoekenfiche. Algemeen: DOELEN en ASPECTEN

KOKEN IN DE KLAS. hoekenfiche. Algemeen: DOELEN en ASPECTEN KOKEN IN DE KLAS hoekenfiche In deze hoekenfiche vindt u de belangrijkste ontwikkelingsaspecten en de leerplandoelen van wereldoriëntatie en Nederlands. Die zijn geordend in drie groepen: algemeen bij

Nadere informatie

Onderwijskundige doelen

Onderwijskundige doelen Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan

Nadere informatie

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING In deze bijlage maken we de vergelijking tussen de Ontwikkelingsdoelen uit het Ontwikkelingsplan van de katholieke kleuterschool en de doelen

Nadere informatie

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN Mijn muzisch enthousiasme Mijn muzische durf en creativiteit Mijn relatie met en begrip van de kunsttalen Mijn muzische expressie

Nadere informatie

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar 5 e Leerjaar 6 e Leerjaar EINDTERMENTABEL OVERZICHT Flos en Bros werkboekjes Tandenmuzeum De mondgazt Dagboek v/e tandenborstel Gezonde start in de mond - Suiker Verzin een supersmoes Tanden de wereld

Nadere informatie

Doelen relationele vorming

Doelen relationele vorming Doelen relationele vorming RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf RV 1.1. Ontdekken dat ieder uniek is. RV 1.2. Zich bewust worden van hun eigen kwetsbaarheid en ermee kunnen omgaan. RV 1.3. Eigen

Nadere informatie

Workshop. Vogels in je tuin

Workshop. Vogels in je tuin Workshop Vogels in je tuin * Info rond vogels voederen in de winter. De leerlingen lezen deze tekst op voorhand, als voorbereiding! * Voederbal en voederfles maken. * Vogelquiz als afsluiter Voederflessen

Nadere informatie

Arrangement: Sport en spel

Arrangement: Sport en spel Rooms-katholieke Godsdienst RKgs RKgs Openkomen voor geloofstaal, symboliek en rituelen (RKgs) liggen en een nieuw begin maakt. Ontdekken wat verrijzenis kan betekenen in het leven van mensen en mogelijk

Nadere informatie

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur Rooms-katholieke Godsdienst RKve Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur voor de keuzes die men maakt. Verschillende vormen van verstilling, meditatie, KLEUTER: verbondenheid

Nadere informatie

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen RV 1 Kinderen hebben vertrouwen in zichzelf. RV1.1 RV1.2 RV1.3 RV1.4 Ontdekken dat iedereen uniek is. Ik heb door dat iedereen

Nadere informatie

Workshop. Timmeren. - de oppervlakte van de plank berekenen, en de oppervlakte van het binnenwerk berekenen: basis x hoogte

Workshop. Timmeren. - de oppervlakte van de plank berekenen, en de oppervlakte van het binnenwerk berekenen: basis x hoogte Workshop Timmeren Leerlingen krijgen als voortaak (thuis oplossen) het plan, en dan samen bespreken en controleren in de workshop: - ontbrekende getallen invullen. Hiervoor zetten ze eerst best alles in

Nadere informatie

Arrangement: Dag klas, dag school! Tot ziens!

Arrangement: Dag klas, dag school! Tot ziens! Rooms-katholieke Godsdienst RKve Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur (RKve) de andere. Zich laten inspireren door de wijze waarop Jezus met anderen omgaat en oproept

Nadere informatie

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Schuilt er een onderzoeker in jou? Schuilt er een onderzoeker in jou? Bijlage: Lesdoelen en leerplandoelen INHOUD 1 Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten... 3 1.1 Lesdoelen... 3 1.2 Leerplandoelen... 3 1.2.1 Leerplan wereldoriëntatie

Nadere informatie

BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP

BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN. Inleiding. verwijst naar ontwikkelingsaspecten uit het OWP BIJLAGE 2 RELATIONELE EN SEKSUELE VORMING IN DE LEERPLANNEN Inleiding In alle leerplannen en in het Ontwikkelingsplan voor de Katholieke Basisschool zitten aspecten van relationele vorming verwerkt. Soms

Nadere informatie

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.

ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. Wereldoriëntatie ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. NATUUR ET 1.6 De leerlingen kunnen illustreren dat de mens

Nadere informatie

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur

Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur Rooms-katholieke Godsdienst RKve Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur christelijke scheppingsspiritualtiteit betekent in het leven van mensen en. KLEUTER: verbondenheid

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

Cijfers en letters. Zelfstandig spelen. Ontmoeten

Cijfers en letters. Zelfstandig spelen. Ontmoeten Cijfers en letters Zelfstandig spelen Schrijfhoekje: ( MO ) 45 kleinmotorisch bewegen Met allerlei schrijfmaterialen experimenteren op verschillende soorten papier < een juiste pengreep nadoen bij het

Nadere informatie

eindtermen basisonderwijs

eindtermen basisonderwijs STAM op schoolmaat eindtermen basisonderwijs inhoudstafel 1. inleiding...3 2. leergebied overschrijdende eindtermen...3 2.1. ICT...3 2.2. sociale vaardigheden...3 3. eindtermen leergebieden...4 3.1. muzische

Nadere informatie

Eindtermen Wonen en leven in India

Eindtermen Wonen en leven in India Eindtermen Wonen en leven in India Leergebiedgebonden eindtermen Wereldoriëntatie Natuur ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waanemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze

Nadere informatie

Eén, twee, drie en rust.

Eén, twee, drie en rust. Rooms-katholieke Godsdienst RKve Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur voor de keuzes die men maakt. Verschillende vormen van verstilling, meditatie, KLEUTER: verbondenheid

Nadere informatie

Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs

Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs 1. Specifiek voor het kleuteronderwijs: (Ook de ander leerplannen gelden voor het kleuteronderwijs) November 2008 Ontwikkelingsplan nieuw

Nadere informatie

Uitbreiding: ingaan op een actueel conflict (uit de kleine of de grote wereld).

Uitbreiding: ingaan op een actueel conflict (uit de kleine of de grote wereld). Bi-ba-Bijbel-oe 8+ LEERPLANDOELEN Kaïn en Abel 5.2.2.1 Vergeving en verzoening, p. 138 kinderen ontdekken wat vergeving en verzoening in de Bijbel inhouden. zich inleven in andere verhalen over vergeving

Nadere informatie

Workshop. Vriendschapsbandjes

Workshop. Vriendschapsbandjes Workshop Vriendschapsbandjes Opzet: Vriendschapsbandjes in macramé met pareltjes aan. (Idee uit het boekje Eigentijds macramé, Margriet Kors en Gina Lambers, Cantecleer, 2002, ISBN 90 213 3201 9) pagina

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: 3 LEERPLANDOELEN Algemeen streefdoel De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: De leerlingen kunnen op een behendige, zelfredzame en kritische manier participeren

Nadere informatie

Overlegfiche: Onthaal

Overlegfiche: Onthaal Overlegfiche: Onthaal Klas: Laatste overleg: 14/09/2018 ONDERDELEN EN DOELEN Onderdeel Namen noteren Ontwikkelingsdomeinen Positieve ingesteldheid Ontwikkelings-aspecten + leerplandoelen 2,5-jarigen 3-jarigen

Nadere informatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie & Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie E HO DIT T RK AL E W ITA? G I D IER H CA mens & maatschappij specifieke visie van leerlijn naar methodiek van methodiek naar leerlijn

Nadere informatie

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Kids Adventure: - Kids-moeras, blote voetenpad, estafettes, kano s, lage tarzans, speleobox Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en

Nadere informatie

Sint-Nicolaas, de bisschop van Myra

Sint-Nicolaas, de bisschop van Myra Rooms-katholieke Godsdienst RKve Verbondenheid met zichzelf, anderen, gemeenschappen, natuur en cultuur Zich gedragen weten door, verbonden met en aangesproken door gemeenschappen dichtbij en veraf; ontdekken

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Doelen van de school Methoden / materialen Relatie met de kerndoelen. Constructiemateriaal. Poppenhoekmateriaal. Ongevormd materiaal.

Doelen van de school Methoden / materialen Relatie met de kerndoelen. Constructiemateriaal. Poppenhoekmateriaal. Ongevormd materiaal. Bijlage 2 Ordening van de inhoud van het onderwijs WERKEN MET ONTWIKKELINGSMATERIAAL Over een grote mate van begripsvorming en ruimtelijk inzicht beschikken en dit laatste ook in het platte vlak kunnen

Nadere informatie

leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

leerlijn muzische 2de, 3de en 4de leerjaar.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod 1. Intensief gebruik maken van alle zintuigen Ik kan geconcentreerd kijken, beluisteren, betasten, smaken, ruiken. Ik sta open voor muzische prikkels van buitenaf en neem de tijd om ze op mij te laten

Nadere informatie

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO:

Timing: 50 min. Graad: 1-2. Leerplandoelen: VVKBAO: Graad: 1-2 Timing: 50 min. Leerplandoelen: VVKBAO: WO TE 6.18 Kinderen kunnen met techniek omgaan in verschillende toepassingsgebieden. WO TE 6.18.1 Dat houdt in dat ze technische realisaties uit verschillende

Nadere informatie

Visie pastoraal in Monsheide

Visie pastoraal in Monsheide Visietekst pastoraal in Monsheide I. Inleiding Onze christelijke levensbeschouwing, ontleend aan de stichtende Congregatie Sint-Vincentius à Paulo, trachten wij een eigentijdse invulling te geven. Vanuit

Nadere informatie

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Teambuilders, Kajak & Kano, Laser battle Eindtermen wereldoriëntatie (WO) WO mens en maatschappij: ik en mezelf ik en de ander ik en

Nadere informatie

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter

Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter Klasbezoek bibliotheek 2de-3de kleuter De bib is een bos. In groep volgen we een spoor van blaadjes langs verschillende plaatsen in de bib. We leren het reglement kennen en aan de hand van voorwerpen ontdekken

Nadere informatie

Arrangement 1: Een steengoed schooljaar

Arrangement 1: Een steengoed schooljaar Arrangement : Een steengoed schooljaar Rooms-katholieke Godsdienst RKvm Vertrouwen en wantrouwen, mogelijkheden en beperkingen in ontmoeting treden met het christelijk geloven in een liefhebbende God.

Nadere informatie

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. OPVOEDEN en LEREN is gebaseerd op een draagvlak van STEUNEN, STUREN EN STIMULEREN: Om binnen de grenzen

Nadere informatie

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze.

WO-NAT De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze. Leerplandoelen OVSG Wereldoriëntatie Natuur WO-NAT-01.04 De leerlingen nemen gericht waar met al hun zintuigen. WO-NAT-01.06 De leerlingen noteren hun waarnemingen op een systematische wijze. WO-NAT-07.05

Nadere informatie

Eindtermen en leerdoelen WO

Eindtermen en leerdoelen WO Eindtermen en leerdoelen WO 1. Eindtermen In functie van gezondheidsopvoeding beoogt het project te werken aan verscheidene eindtermen: Eindtermen wereldoriëntatie (geldig vanaf 01/09/2010) Wereldoriëntatie

Nadere informatie

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. Kennis en Inzicht 1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader 1. verduidelijken de begrippen generatie, decennium, eeuw, millenium aan de hand van historische evoluties, vertrekkend

Nadere informatie

Korte inhoud van de thema s

Korte inhoud van de thema s Korte inhoud van de thema s 1. Sporen uit het verleden In dit thema stappen de leerlingen in een teletijdmachine en flitsen ze door tijd en ruimte naar verschillende historische periodes. In die periodes

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Workshop. Vlijmscherp!

Workshop. Vlijmscherp! Workshop Vlijmscherp! Opzet : Verschillend snijmateriaal leren kennen en verantwoord kunnen omgaan met een keukenmes, een aardappelmesje en een scherp mes met tandjes. (De leerlingen hebben vooraf reeds

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

Eindtermen Nederlands lager onderwijs Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling

Nadere informatie

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 Soorten gezinnen 1. Thema: Diversiteit 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst 3. Doelgroep Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 4. Duur: 50 min. 5. Doelen Eindtermen Wereldoriëntatie:

Nadere informatie

Elk onderdeel wordt in de klas geobserveerd en minstens tweemaal per jaar wordt dit geëvalueerd in het rapport..

Elk onderdeel wordt in de klas geobserveerd en minstens tweemaal per jaar wordt dit geëvalueerd in het rapport.. 2 Lijnen van houdingen, en in ons rapport. Elk onderdeel wordt in de klas geobserveerd en minstens tweemaal per jaar wordt dit geëvalueerd in het rapport.. 2.1 Moedertaal spreken: 1 ste lj Moedertaal spreken

Nadere informatie

De peuterklas van. Basisdoelstellingen en ontwikkelingsdoelen Gemeenschapsonderwijs

De peuterklas van. Basisdoelstellingen en ontwikkelingsdoelen Gemeenschapsonderwijs De peuterklas van A tot Z Basisdoelstellingen en ontwikkelingsdoelen DPKL00H_DOELLIJST-GO.indd 1 20-01-2010 09:16:59 DPKL00H_DOELLIJST-GO.indd 2 20-01-2010 09:16:59 De peuterklas van A tot Z Inleiding

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

Het leven leren. De theorie en visie achter het levo lesmateriaal

Het leven leren. De theorie en visie achter het levo lesmateriaal Het leven leren De theorie en visie achter het levo lesmateriaal Waar gaat kaderdocument Het leven leren (2003) over? De levensbeschouwelijke ontwikkeling èn beroepsethische vorming van onderwijsdeelnemers

Nadere informatie

Nederlands. Mondeling onderwijs

Nederlands. Mondeling onderwijs Nederlands Mondeling onderwijs - Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Gebruik

Nadere informatie

Leerplandoelen Drama (GO)

Leerplandoelen Drama (GO) Leerplandoelen Drama (GO) 1ste graad 3.1 De leerlingen kunnen door kijken naar, inspelen op en zelf spelen, plezier beleven aan eenvoudige dramatische situaties. a. toneelvoorstellingen of poppentheater

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

Overzicht rapportmodule

Overzicht rapportmodule Overzicht rapportmodule zoals steeds: alles is aanpasbaar in de maintenance module. Bepaal zelf Uw vakonderdelen - punten - periodes - maatregelen...enz. Zachte evaluatie: bepaal de leergebieden en vragen,

Nadere informatie

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen Eindtermen: Activiteiten + 10 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen 1. Junior Adventure: - Moeraspiste, blote voetenpad, hoge Tarzans, touwenparcours, waterplas (kajak), droge teambuilding Eindtermen wereldoriëntatie

Nadere informatie

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

Doelenlijst G-start voor VVKBaO 1 1. OVER -START -start is een CTO-uitgave over het stimuleren van geletterdheid bij jonge kinderen (2,5 tot 7 jaar). -start is een boek vol achtergrondinformatie en concreet uitgewerkte activiteiten.

Nadere informatie

maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen

maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen Dagplanning De Zonnegloed dierenavonturen 3-daagse maandag - dinsdag - woensdag of woensdag - donderdag - vrijdag Groep van ±25 leerlingen Dag 1: Maandag of woensdag Waar parkeren? TP werkt zoveel mogelijk

Nadere informatie

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders Deze bijlage hoort bij hoofdstuk 4.9 en 4.11. Dit zelfassessment is ontwikkeld door Barbara de Boer, adviseur bij CPS. Zij maakte daarbij gebruik

Nadere informatie

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN 2017-09-15 1 Zich engageren in vriendschap en relatie, daar deugd aan beleven en zich daarover uitdrukken. 2 De verscheidenheid van mensen als een rijkdom ervaren

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN

Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming Kristof Dupont kristof.dupont@vsko.be MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN 1 KRACHTLIJNEN Ontplooien unieke persoon

Nadere informatie

Algemene lessen. Les 6: Poppenkast

Algemene lessen. Les 6: Poppenkast Algemene lessen Les 6: Poppenkast Lestitel: Poppenkast Leerdomein: muzische opvoeding Lesduur: 50 minuten Leerplandoelen Leerplan wereldoriëntatie van het VVKBaO 8.14 Kinderen beseffen dat er naast een

Nadere informatie

leerlijn muzische kleuters en 1ste lj.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod

leerlijn muzische kleuters en 1ste lj.xls 1 van 10 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsaanbod 1. Intensief gebruik maken van alle zintuigen Wanneer ik ertoe word uitgenodigd, gebruik ik bepaalde zintuigen bij het waarnemen. Ik gebruik spontaan al mijn zintuigen bij het waarnemen. Ik weet al op

Nadere informatie

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten 1 CONCORDANTIETABEL Basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten Concordantie tussen: - de specifieke basiscompetenties voor

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT

DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT DOELSTELLINGEN BUURT IN ZICHT GEKOPPELD AAN DE EINDTERMEN 3 DE GRAAD BASISONDERWIJS Voor het bepalen van de doelstellingen hebben we ons gebaseerd op de eindtermen basisonderwijs. De volgende doelstellingen

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

VISIE PEDAGOGISCH PROJECT

VISIE PEDAGOGISCH PROJECT VISIE PEDAGOGISCH PROJECT van daltonschool De Kleine Icarus Algemene visie De opdracht van daltonschool De Kleine Icarus bevat naast het onderwijskundig eveneens een maatschappelijk aspect Wij brengen

Nadere informatie

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT - SCHOOLBROCHURE - Basisonderwijs DE LINDE, Overpelt ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT In ons Eigen opvoedingsproject (EOP) kan u lezen hoe wij als school onze opvoedingstaak zien.

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 3 e graad basisonderwijs Leervak: WO Technologie - Maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren

Nadere informatie

De Oude Kaasmakerij. Algemeen

De Oude Kaasmakerij. Algemeen Lesbrief De Oude Kaasmakerij Algemeen Deze lesbrief is opgemaakt voor het lager onderwijs. Voor leerlingen uit eerste, tweede en derde graad van het basisonderwijs werd een specifieke rondleiding uitgewerkt

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

De manus branding stichting

De manus branding stichting De manus branding stichting ontwikkelt programma s, die door lessen relationele en musische vorming sociale vaardigheden aanleren, waardoor jongeren beter in staat zijn op een, zowel voor hen zelf als

Nadere informatie

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN /KDR

PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN /KDR PERSOONSGEBONDEN ONTWIKKELING DOELENKAARTEN 2016-11-19/KDR 1 Zich engageren in vriendschap en relatie, daar deugd aan beleven en zich daarover uitdrukken. 2 De verscheidenheid van mensen als een rijkdom

Nadere informatie

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8

Boer in Beeld Ontwikkelingsdoelen voor type 8 Boer in Beeld Deze onderstaande ontwikkelingsdoelen gelden voor alle thema s. De meer specifieke ontwikkelingsdoelen per thema vind je onder de naam van het thema. Algemene ontwikkelingsdoelen. 2 Varkens

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de Lesvoorbereiding: Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier

Nadere informatie

Onderwerp. VVKBaO. Het verloop van een sessie Scratch Junior.

Onderwerp. VVKBaO. Het verloop van een sessie Scratch Junior. Onderwerp Het verloop van een sessie Scratch Junior. ICT 1 Hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. ICT 2 Gebruiken ICT op een veilige,

Nadere informatie

Deel 1 Opvoedingsproject

Deel 1 Opvoedingsproject Deel 1 Opvoedingsproject 1 Beste ouders, Welkom aan onze school. U kiest onze school voor het onderwijs en de opvoeding van uw kind. Wij zijn blij en dankbaar voor het vertrouwen in onze school. De directie

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, ) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector

Nadere informatie

Accent op improvisatie

Accent op improvisatie onderdeel: improvisatie Titel: Bij de dokter Graad: 2 Accent op improvisatie Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

Nadere informatie

Kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.

Kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen. Onderwerp Voorkennis Leerlingen maken grotere projecten in Scratch. Ze moeten creatief zijn om problemen op te lossen en hun project vorm te geven. Leerlingen kregen een introductie les en hebben reeds

Nadere informatie

Ik hoor, ik hoor, wat jij niet ziet

Ik hoor, ik hoor, wat jij niet ziet Rooms-katholieke Godsdienst RKvm Vertrouwen en wantrouwen, mogelijkheden en beperkingen liggen en een nieuw begin maakt. Ontdekken wat verrijzenis kan betekenen in het leven van mensen en mogelijk in het

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Onderwerp. VVKBaO. Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma.

Onderwerp. VVKBaO. Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma. Onderwerp Leerlingen maken een account, krijgen een rondleiding door Scratch en verkennen het programma. WO 2.13 een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren; ICT 1 Hebben een positieve

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Piramide 4: muzische vorming

Piramide 4: muzische vorming Piramide 4: muzische vorming Muziek 1. Welkom Kriebels - De kinderen kunnen spontaan vakantieherinneringen ophalen. - De kinderen kunnen herkenbare passages vergelijken met situaties uit hun leefwereld.

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die

Nadere informatie

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Inleiding 2 INLEIDING DANS Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang.

Nadere informatie