Haalbaarheid Groen Gas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Haalbaarheid Groen Gas"

Transcriptie

1 Haalbaarheid Groen Gas Casus Sint-Oedenrode ir. J.R.M.M. de Veth i.s.m. ing. J.H. Uenk MAB, Dofco BV December 2008 Uitgevoerd in opdracht van SenterNovem Ubbergseveldweg HC Nijmegen telefoon: internet:

2 2

3 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode Samenvatting In deze haarbaarheidsstudie staat een biogasproject in Sint-Oedenrode centraal waarbij het de vraag is of, en zo ja op welke wijze en in welke mate de opwaardering van biogas tot Groen Gas toegevoegde waarde heeft in termen van financieel rendement en CO 2 -reductie. Het gaat om een veehouder die op eigen grond en pal aan de A50 gelegen een biogasinstallatie wil realiseren met een capaciteit van ton biomassa per jaar, samen met andere veehouders in een straal van 3 km en een glastuinbouwbedrijf met warmtebehoefte op nog geen 300 meter afstand. Zowel de initiatiefnemende veehouder als de tuinder hebben in 2008 subsidies voor het project aangevraagd en toegewezen gekregen (SDE en MEI). Het initiatief is aangemerkt als één van in totaal drie pilots voor de NZO en LTO in een streven naar een energieneutrale zuivelketen. De studie zet drie investeringsvarianten naast elkaar en geeft inzicht in de haalbaarheid van deze varianten voor twee biomassamenu s. De basisvariant bestaat uit een situatie waarbij zowel bij de biogasinstallatie als bij de tuinder een WKK wordt opgesteld, waarvan de warmte respectievelijk wordt benut voor droging van de dikke fractie van het digestaat en voor verwarming van de kassen. Deze variant is vergeleken met twee alternatieve investeringsvarianten waarbij het biogas is opgewerkt tot Groen Gas. Het eerste alternatief gaat uit van invoeding van Groen Gas in het lokale aardgasnet van gasnetbeheerder Obragas Net. De tweede gaat uit van opwerking tot 98% methaan en benutting in de mobiliteit als Groen CNG, zonder tussenkomst van het aardgasnet. Het eerste biomassamenu waarvoor de analyse van de haalbaarheid is uitgevoerd betreft een menu dat is voorgesteld door een leverancier van biogasinstallaties met als doel een gasproductie van 7,2 miljoen kubieke meter biogas per jaar, voldoende voor een elektrisch vermogen van 2 MW. Dit is het hoog energetisch menu genoemd. Het tweede menu is bepaald vanuit de gedachte van een energieneutrale rundveehouderij en bestaat daarom voornamelijk uit rundveemest en reststromen van Campina, aangevuld met een beperkte hoeveelheid snijmaïs en glycerine. Voor elke investeringsvariant is in combinatie met beide biomassamenu s de terugverdientijd bepaald onder de huidige financiële randvoorwaarden en enkele beredeneerde aannamen. Terugverdientijden investeringsvarianten (in jaren) 1. WKK Kas 2. Groen Gas 3. Mobiliteit Hoog energetisch menu 6,0 9,0 7,4 Op basis van Campina-mix 18,1 / 8,6* > 30 >30 * Inclusief 40% MEI-subsidie op investering Op basis van het hoog energetisch menu kan geconcludeerd worden dat alle varianten kans van slagen hebben. De terugverdientijd ligt daar onder de subsidietermijn van 12 jaar zoals die gold voor co-vergistingsprojecten in de SDE-regeling van Dit biomassamenu is echter beperkt realistisch, omdat genoemde producten niet onbeperkt verkrijgbaar of over langere termijn gegarandeerd contracteerbaar zijn. Het biomassamenu op basis van Campina-mix geeft veel betere garanties op langdurige beschikbaarheid tegen stabiele prijzen en past volgens betrokken partijen goed bij het beeld van de rundveehouderijsector, maar is in de investeringsvaranten niet of nauwelijks haalbaar te maken. Uitzondering hierop is de variant WKK Kas indien benutting van de MEI-subsidie geen gevolgen zou hebben voor de hoogte of duur van de SDE-subsidie. Op basis van het Milieusteunkader is dit niet waarschijnlijk. De Groen Gas varianten scoren in deze casus vooral minder hoog door hogere exploitatiekosten en de kosten voor externe infrastructuur. In de tweede investeringsvariant moet bijvoorbeeld geïnvesteerd worden in de koppeling van regionale gasnetten, omdat het lokale gasnet in Sint-Oedenrode in de zomerperiode minder gas kan afvoeren dan er volgens planning aan Groen Gas wordt aangeboden. De terugverdientijd van de variant Groen Gas wordt in combinatie met het hoog energetisch biomassamenu 1,6 jaar lager indien de investering in 3

4 extra netcapaciteit ( euro) niet nodig is of niet door de initiatiefnemer hoeft te worden gefinancierd. In de variant Mobiliteit zijn tenopzichte van de basisvariant extra investeringen nodig in compressie en opslag. Ondanks de verschillen is in deze fase geen van de investeringsvarianten volledig uitgesloten. Belangrijkste variabelen zijn het biomassamenu en de financiële randvoorwaarden. In combinatie met een realistisch biomassamenu wordt de variant Groen Gas haalbaar indien het SDE-tarief 15 tot 30% hoger zou zijn dan het niveau in

5 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode Inhoudsopgave 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond Probleemstelling Aanpak 8 2. Casus beschrijving Initiatiefnemers Biogasinstallatie Biomassamenu en biogasproductie Investeringsvaranten Groen Gas Definitie van Groen Gas Opwerking van biogas Benutting Groen Gas via het gasnet Benutting Groen Gas voor mobiliteit Relevante stimuleringsinstrumenten Investeringsvarianten haalbaarheidsstudie Broeikasgasbalans Mineralenmanagement Inleiding Algemene uitgangspunten voor mineralenmanagement en kosten Co-vergisting van ongescheiden rundveemest Scheiden van rundveemest vooraf en aanvoer rundveemest van derden Eigen dikke fractie vergisten met co-producten Conclusies mineralenmanagement Financiële haalbaarheid Opzet en methode Investeringen Aanvoer co-producten Financiële vergoeding energielevering Berekeningsresultaten TVT Opmerkingen bij de TVT Conclusies en aanbevelingen 35 Bijlage 1: Berekeningsschema s haalbaarheid 37 Bijlage 2: Biogasproductie Campina-mix 39 Bijlage 3: Positieve lijst co-vergisting per juli

6 6

7 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en achtergrond De Nederlandse overheid heeft een doelstelling voor duurzame energie geformuleerd van 20% in In het rapport van de energietransitiewerkgroep Groen Gas: "Vol gas vooruit!" wordt een ambitie neergelegd voor 2020 van aardgasvervanging door Groen Gas tussen de 8% en 12%. Hiermee zou 25% van de overheidsdoelstelling voor duurzame energie in 2020 ingevuld kunnen worden. Onder Groen Gas wordt in deze studie verstaan opgewerkt en geconditioneerd biogas uit co-vergisting dat gebruikt kan worden als alternatief voor aardgas, zowel voor wat betreft de verbrandingseigenschappen als de wijze van transport en distributie. In Sint-Oedenrode is een ambitieus collectief gevormd tussen een 10-tal veehouders en een glastuinder die een biogasproject hebben ontwikkeld op basis van co-vergisting. Via dit project zou op korte termijn Groen Gas geproduceerd kunnen worden voor invoeding in het lokale gasdistributienet. Met het betreffende netwerkbedrijf in de regio, Obragas Net, zijn de mogelijkheden verkend voor invoeding van opgewerkt biogas in de nabijgelegen 8 bar distributieleiding waarop het glastuinbouwbedrijf is aangesloten. Op basis daarvan ontstond de behoefte om, daartoe gefaciliteerd door SenterNovem, de optie van Groen Gas levering beter in beeld te brengen voor wat betreft de technische en financiële consequenties voor het biogasproject. Daarnaast zou een nadere analyse van de plannen aanleiding kunnen zijn voor vervolgacties om de ontwikkeling van Groen Gas te versnellen door knelpunten effectief aan te pakken in samenspraak met betrokken partijen. 1.2 Probleemstelling Het biogasinitiatief in Sint-Oedenrode is een concrete casus met een hoog representatief gehalte, omdat het voor wat betreft aard en omvang veel gelijkenis vertoont met andere biogasprojecten in Nederland. Het gaat om een veehouder die op eigen grond een biogasinstallatie wil realiseren samen met andere veehouders en een glastuinbouwbedrijf in de buurt. Een deel van de biomassa (mest, gras en snijmaïs) is afkomstig van de deelnemende veehouders in een straal van ongeveer 3 km. Campina is bij het project betrokken vanwege de mogelijkheid bijproducten uit de verwerking van zuivel te kunnen benutten voor energieopwekking. Het tuindersbedrijf is gelegen op een afstand van 300 meter en ziet mogelijkheden voor de benutting van warmte uit WKK. De benodigde biomassastromen zijn deels in kaart gebracht. Het gaat onder andere om mest van een 10-tal veehouders, reststromen van Campina (positieve lijst), maïs en gras. De milieu- en bouwvergunning zijn verleend voor een installatie met een aanvoer van maximaal ton biomassa per jaar. De vraag is of, en zo ja op welke wijze en in welke mate de opwaardering van biogas tot Groen Gas toegevoegde waarde heeft voor het biogasproject in Sint-Oedenrode in termen van financieel rendement en CO 2 -reductie en zo nee, wat de belemmerende factoren zijn. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende onderliggende onderzoeksvragen relevant: Wat zijn de technische mogelijkheden voor Groen Gas? Welke investeringsvarianten zijn in deze casus perspectiefrijk en waarom? Hoe scoren de investeringsvarianten in termen van financieel rendement en CO 2 - reductie? Welke organisatorische aspecten zijn van belang voor de haalbaarheid van Groen Gas en welke rol spelen de diverse stakeholders daarbij? Welke knelpunten zijn er voor de benutting van Groen Gas in deze casus? Op voorhand is bij de uitwerking van deze vragen de rol van de gasnetwerkbeheerder van groot belang. Obragas Net heeft intern studie verricht naar de mogelijkheden van invoeding van Groen Gas op locatie en de resultaten daarvan zijn deels gebruikt voor deze haalbaarheidsstudie. Daarnaast is er al langer een discussie over het gebruik van Groen Gas in de 7

8 mobiliteit, zowel in het personen- als beroepsvervoer. Ook deze optie is nadrukkelijk in de haalbaarheidsstudie betrokken. 1.3 Aanpak Voor de benutting van het biogas zijn diverse scenario s denkbaar. Om dat in beeld te brengen wordt eerst een probleemanalyse gemaakt waarin de belangen van de betrokken partijen en hun rol in vraag en aanbod van energie centraal staan. Vervolgens is een inventarisatie gemaakt van de toepassingsmogelijkheden van Groen Gas die passen bij de aard en omvang van het initiatief. Op basis hiervan is een aantal investeringsvarianten opgesteld die integraal worden beoordeeld op financieel rendement en reductie van de directe CO 2 -emissie. Het 0- alternatief, biogas met behulp van WKK direct omzetten in elektriciteit en warmte, wordt daarbij meegenomen als referentie. Met integraal wordt bedoeld dat ook het mineralenmanagement bij de analyse van de haalbaarheid wordt betrokken. De aard van de gebruikte mest en de afzetmogelijkheden van het digestaat (vergiste biomassa) zijn in hoge mate bepalend voor de exploitatiekosten en kunnen voor een integrale beoordeling van de haalbaarheid niet buiten beschouwing worden gelaten. Dit geldt te meer omdat de beschikbaarheid van voldoende warmte extra opties geeft voor de afzet of verwerking van het digestaat. De financieringsconstructie is in deze fase van het project niet nader uitgewerkt. Daar waar financieringsaspecten van belang zijn voor de slaagkans van een investeringsvariant, zijn deze in meer kwalitatieve zin nadrukkelijk wel meegenomen. Omdat het begrip haalbaarheid altijd een bandbreedte heeft, is voor alle investeringsvarianten een gevoeligheidsanalyse gemaakt door variatie van de belangrijkste variabelen. Tot slot is voor alle varianten integraal aandacht besteed aan de organisatorische aspecten en is hieraan vooral in de conclusies en aanbevelingen veel aandacht geschonken. 8

9 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode 2. Casus beschrijving 2.1 Initiatiefnemers Het biogasproject is een initiatief van Mts Van Genugten, een veehouderijbedrijf in Sint- Oedenrode aan de Wolvensteeg bij de aansluiting met de Veghelseweg. De Veghelseweg loopt parallel naast de A50 richting Eindhoven. Het melkveebedrijf van Van Genugten telt ongeveer 60 melkkoeien en levert jaarlijks liter melk aan Campina. Naast de melkveestal is op eigen grond ruimte voor een biogasinstallatie met een maximale capaciteit van ton biomassa per jaar, waarvoor inmiddels vergunning is afgegeven. Deze maximale capaciteit is gekozen omdat een hogere capaciteit een aanzienlijke verzwaring van de vergunningprocedure zou inhouden. Buiten het bedrijf van Van Genugten zijn er nog 9 andere veehouderijbedrijven betrokken bij dit initiatief via de levering van mest. Deze bedrijven liggen in een straal van maximaal 3 km van de beoogde locatie. De deelnemende melkveebedrijven beschikken zelf over 360 ha grond voor de afzet van het digestaat. Het initiatief is aangemerkt als één van in totaal drie pilots voor de NZO en LTO als een concrete invulling van het streven naar een energieneutrale zuivelketen. 1 In dat verband wordt ook gestreefd naar energetisch hergebruik van restproducten uit de zuivelindustrie. Het initiatief zoekt voor de verwerving van energierijke coproducten nadrukkelijk de samenwerking met Campina, waaraan de 10 deelnemende melkveehouders tevens hun melk leveren. Ongeveer 300 meter van het bedrijf van Van Genugten aan de Fitselsteeg liggen de kassen van Handelskwekerij Van der Velden. De omvang van de kassen op deze lokatie is ongeveer 3,4 hectare en het bedrijf heeft een gasketel op aardgas om in de warmte te voorzien. De afgelopen jaren bedroeg het gasgebruik gemiddeld Nm 3 per jaar. Hierin wordt voorzien door een 8 bar gasdistributieleiding van netbeheerder Obragas Net. 2 Met het oog op benutting van restwarmte heeft Van Genugten de samenwerking gezocht met Van der Velden. Het veehouderijbedrijf heeft zelf een relatief laag energieverbruik, waardoor eigen benutting van de energieproductie nauwelijks aan de orde is. Wel wordt overwogen een deel van de warmteproductie in te zetten voor droging van (een deel van) het digestaat. In de navolgende grafiek is het aardgasverbruik van Van der Velden over 2007 weergegeven in Nm 3 per dag. De rode lijn geeft aan welk deel van het huidige aardgasverbruik voor verwarming van de kassen zou kunnen worden vervangen bij toepassing van een WKKinstallatie met een thermisch vermogen van 800 kw. In 2007 had een dergelijk WKK de warmtevraag van april t/m medio oktober volledig kunnen afdekken en zou over het gehele jaar gezien ongeveer 55% van de warmtevraag zijn afgedekt. In periodes dat de warmtevraag groter is dan 800 kw zou een pieklastvoorziening moeten worden bijgeschakeld. In het geval van Van der Velden zou dat de bestaande gasketel zijn, die dan tevens dienst doet als backup. Het jaarlijkse aandeel van de WKK in de warmtevoorziening zal verschillen vertonen, afhankelijk van de weersomstandigheden in het betreffende jaar. 1 Zie voor meer informatie: 2 Obragas Net beheert en onderhoudt het gasnetwerk in Asten, Deurne, Gemert/Bakel, Helmond, Laarbeek, Mierlo, Someren, Son en Breugel, Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill c.a., Schijndel, Sint-Oedenrode, St. Anthonis, Uden, Veghel en Vught. 9

10 Aardgasverbruik Van der Velden Nm3/dag P th = 800 kw jan-07 feb-07 mrt-07 apr-07 mei-07 jun-07 jul-07 aug-07 sep-07 okt-07 nov-07 dec-07 Van Genugten en Van der Velden gaan vooralsnog uit van een investeringsvariant waarbij een deel van het biogas via een eigen transportleiding van de biogasinstallatie naar de kassen wordt gebracht om daar via een WKK de kassen te voorzien van warmte en eventueel CO 2. 3 De rest van het biogas wordt bij de biogasinstallatie omgezet via een tweede WKK, waarvan de restwarmte benut zou kunnen worden voor nabehandeling van het digestaat in de vorm van hygiënisering of droging. Deze variant is in de haalbaarheidsstudie beschouwd als de referentievariant, waartegen Groen Gas varianten zullen moeten concurreren. 2.2 Biogasinstallatie De basis van de geplande vergistinginstallatie in Sint-Oedenrode bestaat uit zes silo s waarin de mest vermengd met co-producten meer dan 100 dagen kan verblijven om de bruikbare organische stof om te zetten in voornamelijk methaangas en kooldioxide. Van de zes silo s worder er drie als hoofdvergister, twee als navergister en een als naopslag van digestaat gebruikt. Er is gekozen voor een langere verblijftijd om ook moeilijker afbreekbare organische stof te kunnen vergisten met een voldoende hoge biogasopbrengst per ton organische stof. Biogas is het resultaat van een bacterieel proces waarbij organische stof onder zuurstofloze condities wordt omgezet in methaan en kooldioxide. Daarvoor wordt biomassa, zoals dierlijke mest en plantaardig (rest)materiaal, in een of meer gasdicht gesloten silo s gebracht en op een bepaalde temperatuur gehouden. De productie van biogas is een complex biologisch proces, waaraan de nodige voorwaarden zijn verbonden. 4 Belangrijkste randvoorwaarden voor het proces zijn de temperatuur van de biomassa, het percentage organische stof in de biomassa, de stikstofconcentratie en de mate waarin per tijdseenheid verse biomassa wordt toegevoegd (organische stof belasting). Deze factoren hebben invloed op de hoeveelheid biogas die per tijdseenheid wordt geproduceerd, maar ook op de kwaliteit van het biogas in termen van % methaan. Een goede procesbeheersing is gericht op een zo groot mogelijke, stabiele biogasproductie met een zo hoog mogelijk percentage methaan. De capaciteit van maximaal ton biomassa per jaar maakt het volgens opgaven van fabrikanten mogelijk om onder optimale omstandigheden en met een zorgvuldig gekozen biomassamenu ongeveer 7,2 miljoen Nm 3 biogas te produceren. Mest alleen heeft een te lage biogasopbrengst en daarom is het nodig om energierijke producten toe te voegen. Omdat 3 In de huidige bedrijfsvoering van Van der Velden is er weinig behoefte aan CO 2-bemesting, maar dit kan in de toekomst veranderen. 4 Het rapport Kennisbundeling co-vergisting (2005), biedt een gedetailleerd overzicht van relevante aspecten van covergisting en is te downloaden via SenterNovem. In dit rapport is tevens veel informatie opgenomen over biogasopbrengsten van diverse mestsoorten en co-producten. 10

11 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode bacteriën zich instellen op een bepaald menu, is het nodig voldoende zekerheid te hebben over langjarige beschikbaarheid en kwaliteit van de aangeboden biomassa. Kleine variaties in het menu zijn mogelijk, maar zelfs dan wordt afgeraden om dit abrupt te doen. Eenvoudig schema van een biogasinstallatie op een veehouderij (Bron: FNR) In bovenstaande figuur zijn de diverse onderdelen van een biogasinstallatie weergegeven. Dierlijke mest en ander organisch materiaal wordt in een afgesloten ruimte gebracht, waarna bepaalde bacteriestammen ervoor zorgen dat de zuurstof in het materiaal snel wordt verbruikt en de organische massa wordt voorverteerd. Daarna kunnen andere bacteriën de zo ontstane massa omzetten in hoofdzakelijk methaan (50-70%) en CO 2. Dit bacteriologische proces kan men continu synchroon laten verlopen, maar ook in afzonderlijke stappen of batchgewijs. Na een verblijftijd van twee tot vijf weken is het merendeel van de organische stof omgezet in biogas en resteert de droge stof die niet of slechts moeizaam kan worden omgezet. Omdat de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de omzetting van organisch materiaal in biogas niet alle organische verbindingen kunnen kraken en omdat er sprake is van een waterig milieu, blijft er na vergisting altijd een restant over: het digestaat. Hoeveel digestaat er over blijft hangt af van de aard van de toegevoerde biomassa. Water, zouten en sporenelementen verdwijnen niet en blijven in het digestaat achter, alsmede de onverteerbare organische stof. Lignineverbindingen verteren bijvoorbeeld slecht. Digestaat wordt meestal afgezet in de landbouw maar kan ook gezuiverd worden, zoals bijvoorbeeld gebeurt na de vergisting van rioolslib. 2.3 Biomassamenu en biogasproductie Zolang de bacteriepopulatie de organische stof in biomassa op een redelijke manier kan omzetten in biogas, zijn allerlei organische reststromen alsmede speciaal daarvoor geteelde gewassen geschikt voor toepassing in een biogasinstallatie. In de landbouw is het gebruikelijk biogas te produceren met een mengsel van hoofdzakelijk mest (>50%). De aan mest toegevoegde producten worden dan co-producten genoemd en het proces co-vergisting. De huidige regelgeving is zodanig dat het digestaat bij een minimaal aandeel van 50% dierlijke mest volledig als co-vergiste mest wordt gezien en dan voor 100% als dierlijke mest in de landbouw kan worden afgezet. 11

12 Een andere belangrijke voorwaarde voor co-vergiste mest is dat de toegediende coproducten vermeld staan op de positieve lijst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Dit houdt in dat deze coproducten zowel landbouwkundig als milieukundig geen risico s opleveren. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de huidige positieve lijst van co-producten. Initiatiefnemer Van Genugten heeft tijdens de planvorming voor de vergunningaanvraag contact gezocht met enkele leveranciers van biogasinstallaties en op basis van door hen verstrekte gegevens het plan verder uitgewerkt. Er is een ontwerp gemaakt van de biogasinstallatie en een voorstel gedaan voor een biomassamenu van maximaal ton per jaar waarmee naar verwachting ongeveer 7,2 miljoen kubieke meter biogas geproduceerd kan worden, voldoende om een WKK-installatie met een vermogen van 2,1 MWe tenminste 8000 uur per jaar te laten draaien. Het genoemde biomassamenu zou dan moeten bestaan uit rundveemest, kippenmest, maïs, koolzaadschroot, gras, glycerine 90% en groente afval. Door één van de leveranciers is berekend dat het doel van 2,1 MWe met dit biomassamenu gehaald kan worden. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat tenminste 50% van het totale menu moet bestaan uit dierlijke mest om in aanmerking te komen voor de SDE-subsidie en het digestaat voor 100% te mogen afzetten als dierlijke mest. In deze haalbaarheidsstudie wordt in ieder geval een scenario beschouwd op basis van dit hoogenergetisch biomassamenu, zonder nadere analyse over de verkrijgbaarheid van genoemde coproducten. Wel moet worden opgemerkt dat genoemde coproducten voor iedere biogasinstallatie zeer interessant zijn en dat de markt voor deze producten nu al schaarste vertoont. Er kunnen daarom wel de nodige vraagtekens worden gezet bij de mate waarin deze producten duurzaam contracteerbaar zijn tegen acceptabele prijzen. Er is echter ook een ander scenario waarbij naast mest vooral coproducten van Campina worden toegevoegd. In het kader van het streven naar een energieneutrale zuivelketen heeft dit de voorkeur van de initiatiefnemers. In de regio Eindhoven verwerkt Campina melk tot diverse zuivelproducten en daarbij komen een tweetal restproducten vrij die geschikt zouden zijn als coproduct. Een van deze producten betreft uitgepakte zuivelproducten. Daarbij gaat het om reeds verpakte producten die om wat voor reden dan ook niet langer geschikt zijn voor consumptie. Het andere restproduct betreft slib dat vrijkomt in het productieproces. De twee soorten restproducten zijn getest op biogasproductie en de resultaten daarvan zijn samengevat in bijlage 2. Uitgangspunt voor dit scenario is dat alleen rundveemest wordt gebruikt en geen andere soorten dierlijke mest. Het menu wordt aangevuld met een bepekte hoeveelheid snijmaïs en glycerine met een zuiverheid van 60% als bijproduct van de biodieselproductie. Bij glycerine is de eventuele methanolconcentratie wel een aandachtspunt. In de volgende tabel is aangegeven wat de voorgestelde hoeveelheden zijn op basis van een verkenning van de beschikbare Campina-mix, het 50%-criterium (mest) en de geschatte hoeveelheid snijmaïs die kan worden geteeld zonder grote impact op de locale markt voor diervoeders. Samenstelling biomassamenu en biogasproductie met Campina-mix Nm 3 CH 4/ton Rundveemest ton/jaar Campina-mix ton/jaar Snijmaïs ton/jaar Glycerine 60% ton/jaar Totaal mest & coproduct ton/jaar Biogasproductie (60% CH 4 in biogas) Nm 3 /jaar Methaanproductie Nm 3 /jaar Groen Gas equivalenten (89% CH 4) Nm 3 /jaar De conclusie is dat het biomassamenu op basis van Campina-mix ten opzichte van het eerdergenoemde hoog energetische biomassamenu ongeveer de helft van de hoeveelheid biogas oplevert. Dit zal zeker consequenties hebben voor de economische haalbaarheid. Die haalbaarheid en de prijsvorming van bovengenoemde coproducten is verder uitgewerkt in hoofdstuk 5. Aandachtspunt is dat de coproducten afkomstig van Campina zogenaamde categorie 3 pro- 12

13 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode ducten zijn volgens de Europese Verordening dierlijke bijproducten (1774/2002). Dit betekent dat de biogasinstallatie bij gebruik van deze coproducten een erkenning nodig heeft ( Erkende biogasinstallatie ) van de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA). De VWA zorgt voor gezondheidsbescherming voor mens en dier. 13

14 14

15 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode 3. Investeringsvaranten Groen Gas 3.1 Definitie van Groen Gas Groen Gas is de groene equivalent van aardgas. Het is een verzamelnaam voor alle brandbare gassen verkregen uit hernieuwbare bronnen die in het gebruik als brandstof dezelfde kenmerken vertonen als aardgas. Aardgas uit het Slochteren veld in Groningen bestaat voor 81% uit methaan, voor 3,6% uit hogere gasvormige koolwaterstoffen, voor 0,4% uit zwavelwaterstof en voor de rest uit stikstof en kooldioxide (Bron: Gasterra). Aardgas dat op andere plekken gevonden wordt bevat soms een andere hoeveelheid methaan of meer zwavelwaterstof. Een voorbeeld daarvan is Russisch aardgas, dat tot 98% methaan kan bevatten. Conform richtlijn 2003/55/EG van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas dienen EU-lidstaten rekening houdend met de nodige kwaliteitseisen te waarborgen dat biogas en gas uit biomassa en andere soorten gas een nietdiscriminerende toegang tot het gassysteem krijgen, op voorwaarde dat deze toegang permanent verenigbaar is met de desbetreffende technische regels en veiligheidsnormen. Deze regels en normen moeten het technisch mogelijk en veilig maken dat deze gassen worden ingevoerd in en getransporteerd door het aardgassysteem, en dienen ook rekening te houden met de chemische kenmerken van deze gassen. Een groen equivalent van aardgas moet niet alleen een vergelijkbare verbrandingswaarde hebben maar ook een vergelijkbare relatieve dichtheid. Dit laatste wordt uitgedrukt door de Wobbe-index. Voor deze relatieve dichtheid geldt een bandbreedte, de Wobbe-band, waarbinnen een gasbrander naar ontwerpspecificatie zal functioneren. Groen Gas met een percentage methaan van 89%, en zonder hogere gasvormige koolwaterstoffen, heeft een vergelijkbare verbrandingswaarde als Gronings aardgas. De overige 11% (inerte gassen) bepaald in belangrijke mate de relatieve dichtheid en dus de Wobbe-index. Biogas bestaat bij co-vergisting in de praktijk voor 55 tot hooguit 65% uit methaan, de rest is CO 2 en minder dan 1% bestaat uit zwavelwaterstof en andere gasvormige verontreinigingen als siloxanen. Bij de opwerking van biogas tot Groen Gas is het van belang dat ongewenste gassen worden afgescheiden van het methaan. De vraag is echter wat de samenstelling van de 11% inerte gassen moet zijn om te voldoen aan de specificaties van aardgas. In de aansluit- en transportvoorwaarden die door de Energiekamer in november 2006 zijn gepubliceerd wordt een eerste indicatie gegeven van de kwaliteitseisen die aan gas worden gesteld dat in het regionale gasdistributiesysteem wordt geïnjecteerd. 5 Hierin is opgenomen dat regionale netwerkbedrijven aanvullende eisen kunnen stellen. Deze aanvullende eisen zijn inmiddels door de netwerkbedrijven uitgewerkt. In deze studie wordt Groen Gas als equivalent van Gronings aardgas vooralsnog gedefinieerd als een mensel van 89% methaan, 6% CO 2 en 5% N 2. De concentratie zwavelwaterstof is lager dan 5 mg/nm 3 en ook andere verontreinigingen zoals siloxanen zijn nagenoeg verwijderd. Voor andere toepassingen kan het methaanpercentage verschillen. 3.2 Opwerking van biogas De opwerking van biogas tot pseudo-aardgas is mogelijk met behulp van diverse technieken. Bij al deze technieken maakt men voor de afscheiding van methaan en CO 2 gebruik van de verschillen tussen fysische en/of chemische eigenschappen van de diverse gassen in biogas. Deze technieken scoren verschillend op methaanverlies in het proces en in de mate waarin ongewenste gassen in het biogas worden afgescheiden. Naast de verwijdering van ongewenste gassen is het voor de productie van Groen Gas nodig dat het gas ook op alle andere aspecten voldoet aan de normen. 5 Zie (Aansluit- en transportvoorwaarden Gas RNB per 21 november 2006, paragraaf 3.3) 15

16 Feitelijk is de route van biogas tot Groen Gas de volgende: Biogas reiniging en opwerking (drogen, zuiveren, concentreren) Biogas conditionering (Wobbe, odorisatie) Biogas invoeding (druk, meting, veiligheid) Reiniging van biogas is nodig voor de verwijdering van bijvoorbeeld H 2 S en waterdamp. Maar ook siloxanen, siliciumverbindingen met een polymeerstructuur, zijn stoffen die ongewenst zijn in Groen Gas, omdat siloxaanverbindingen in benuttingsapparatuur, zoals ketels, gasmotoren en (micro)turbines worden omgezet in een schadelijk wit corrosief poeder, dat de werking van de apparatuur nadeling beïnvloedt. Na reiniging moet het gas de juiste relatieve dichtheid krijgen (Wobbe-index) en moet er een sterk geurend gas worden toegevoegd om detectie van een gaslek op basis van reuk mogelijk te maken. Tenslotte is het voor invoeding in het gasnet noodzakelijk dat het gas op de juiste werkdruk wordt gebracht en dat er een deugdelijke meetinrichting is. Voor wat betreft de diverse meetfuncties gaat het zowel om monitoring van kwantiteit als kwaliteit. Op dit moment zijn voor de reiniging en opwerking de volgende technieken in de markt verkrijgbaar (bron: SenterNovem): Gaswassing (water of andere vloeistof neemt CO 2 op) Cryogene techniek (scheiding door diepkoeling en afscheiding vloeibare CO 2 ) Pressure Swing Adsorbtion (actieve kool adsorbeert CO 2 ) Membraanfiltratie (afscheiding CO 2 door membraan) In deze haalbaarheidsstudie is gebruik gemaakt van de gegevens van twee verschillende opwerkingssystemen, met het laagste methaanverlies als criterium. De eerste is de LP Cooab technologie van Cirmac op basis van chemische absorptie van CO 2 door een absorptievloeistof en met een methaanverlies van minder dan 0,1%. De tweede is de cryogene technologie van GTS met een maximaal methaanverlies van 0,5%. Een HEPA-filter (High Efficiency Particulate Air) wordt toegepast voor de verwijdering van eventuele pathogenen en andere nog zwevende deeltjes in het gas. De vraag is hoeveel Groen Gas er in de casus Sint-Oedenrode geproduceerd kan worden uit de hoeveelheid biogas die op basis van beide biomassamenu s wordt verwacht. Dit is weergegeven in de volgende tabel uitgaande van 60% methaan in het biogas en 89% methaan in het Groen Gas. Bovendien is rekening gehouden met het feit dat de biogasinstallatie zelf warmte en elektriciteit nodig heeft om te kunnen werken. Berekend is dat voor de installatie van Van Genugten een kleine WKK van 265 kw voldoende zou moeten zijn. 6 Energieverbruik installaties (kw) Elektrisch vermogen biogasinstallatie 150 Gasopwerking 85 Gascompressie tot 8 bar 30 Totaal E 265 Thermisch vermogen biogasinstallatie 300 Gasopwerking 19 Totaal W 319 Een dergelijke WKK zou jaarlijks ongeveer 1,1 miljoen kubieke meter biogas verbruiken voor de energievoorziening van de biogasinstallatie. Deze hoeveelheid is dan niet meer beschikbaar voor de productie van Groen Gas. De productie van Groen Gas is daardoor minder dan op grond van de bruto biogasproductie verwacht mag worden en is bovendien gevoelig voor de efficiëntie van de biogasinstallatie, zowel voor wat betreft de benutting van het biogaspotentieel van de toegevoerde biomassa als het energieverbruik van de installaties. 6 Een WKK-installatie van 265 kwe verbruikt jaarlijks kubieke meter biogas, uitgaande van een effectief elektrisch rendement van 35%, een methaanpercentage in het biogas van 60% en een bedrijfstijd van 8736 uur. 16

17 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode De verwachte productie van Groen Gas voor beide biomassamenu s is weergegeven in de volgende tabel. Biomassamenu Bruto productie biogas per jaar Biogas beschikbaar voor opwerking Groen Gas productie per uur Hoog energetisch 7,20 mln Nm 3 6,08 mln Nm Nm 3 Op basis van Campina-mix 3,57 mln Nm 3 2,45 mln Nm Nm Benutting Groen Gas via het gasnet Groen Gas van aardgaskwaliteit kan benut worden zoals aardgas van fossiele oorsprong. Nagenoeg alle toestellen en toepassingen die bestaan voor aardgas zijn dan ook geschikt voor Groen Gas. Het is dan ook geschikt voor invoeding in het aardgasnetwerk. In theorie is door koppeling aan het openbare netwerk vraag en aanbod van Groen Gas ontkoppeld en kan het gas door een verbruiker op grotere afstand worden gecontracteerd. Dit hoeft niet gepaard te gaan met een 100% fysieke gasstroom van de biogasinstallatie naar de verbruiker, maar zal in voorkomende gevallen vooral contractueel worden bepaald. Op dit moment is er nog geen certificatensysteem voor Groen Gas met een transparante meerprijs, maar op basis van contracten kan uiteraard wel een directe relatie worden gelegd tussen vraag en aanbod van Groen Gas. Of een dergelijk contract op afstand zich vertaald in een financieel voordeel voor de biogasinstallatie, hangt af van de prijs die de afnemende partij bereid is te betalen voor Groen Gas. Een complicerende factor is dat zo n contract door de aard van het energiesysteem en geldende wetgeving moet verlopen via een erkent energiebedrijf. Een biogasinstallatie levert bij normaal functioneren uur per jaar dezelfde hoeveelheid biogas. Bij invoeding in het locale aardgasnetwerk moet de daarvan afgeleide hoeveelheid Groen Gas dus te allen tijde via dat netwerk kunnen worden afgevoerd. Bij aardgasnetten doet zich wat dat betreft een beperking voor ten opzichte van elektriciteitsnetten. Waar in een elektriciteitsnet een energiestroom relatief eenvoudig naar een spanningsniveau van een hoger net kan worden gebracht door middel van een transformator, is dit bij een gasnet een ander verhaal. Gasnetten worden bedreven op verschillende werkdrukken. Hoe hoger in de hiërarchie van een gasnet, hoe hoger de werkdruk. De kassen van Van der Velden zijn bijvoorbeeld aangesloten op een werkdruk van 8 bar, terwijl de hoofdtransportleiding van GasUnie naar het Gas Ontvangst Station (GOS) Sint-Oedenrode een druk heeft van rond de 40 bar. Dit betekent dat wanneer Groen Gas bij Van der Velden in het gasnet wordt gebracht op een druk van 8 bar, dit gas lokaal moet worden benut. Voor verder transport op een druk van 40 bar zou een energie-intensieve compressiestap nodig zijn op het moment dat het lokale gasnet de aangeboden hoeveelheid Groen Gas niet zou kunnen verwerken. Samengevat is het in het geval van invoeding van Groen Gas in een lokaal gasdistributienet zo, dat het aangeboden gas in fysieke zin volledig door de aan dat net verbonden afnemers verbruikt moet worden. Voor transformatie naar een hoger drukniveau zijn lokaal geen voorzieningen in het gasnet aanwezig, zowel niet in de zin van compressie als in de zin van een adequate meetinrichting. Deze beperking houdt in dat het aanbod van Groen Gas op geen enkel moment groter kan zijn dan het totale afnamedebiet van het lokale aardgasnet. Het afnamedebiet van alle afnemers die zijn aangesloten op het GOS Sint-Oedenrode is weergegeven in de volgende grafiek. 17

18 Afnamedebiet GOS Sint-Oedenrode (1 jan 07 t/m 23 sept 08) Uren Zoals te verwachten volgt het afnamedebiet de seizoenen: veel afname in de winter en weinig in de zomer. In december 2007 steeg het verbruik op een zeker moment tot boven 8000 Nm 3 per uur, terwijl de afname op 1 augustus 2008 een minimum bereikte van 106 Nm 3 per uur. Het afnamedebiet is dus tevens het plafond van de Groen Gas invoeding. In de vorige paragraaf is aangegeven dat de productie in deze casus tussen de 235 en 469 kubieke meter Groen Gas per uur zal liggen. Omdat deze hoeveelheid groter is dan het minimum afnamedebiet gedurende de zomerperiode, is in overleg met gasnetwerkbeheerder Obragas Net gekeken naar mogelijkheden om de lokale afvoercapaciteit van Groen Gas te verhogen. Een theoretische mogelijkheid is het gas op een hogere druk in te voeden in het transportnet van GasUnie. Bij deze optie gaat energie verloren door extra compressie en bovendien verwacht Obragas Net dat zeer hoge eisen zullen worden gesteld aan de gaskwaliteit. Een andere mogelijkheid is om het GOS Sint-Oedenrode te koppelen met een ander naburig gasnet, waardoor de afvoercapaciteit wordt verhoogd. Na intern onderzoek is de conclusie van Obragas Net dat de minimale investering in netuitbreiding om het invoeden van 1000 Nm 3 Groen Gas per uur in Sint-Oedenrode in alle jaargetijden mogelijk te maken euro bedraagt. Obragas Net concludeert ook dat een goede waarborging van de kwaliteit van het pseudoaardgas nodig is, zodanig dat de risico s voor de netbeheerder niet of nauwelijks groter zijn dan bij het transporteren van echt aardgas. 3.4 Benutting Groen Gas voor mobiliteit Aardgas is reeds een volwaardig alternatief voor transport op benzine of diesel. Diverse automobielfabrikanten hebben aardgasvoertuigen in het assortiment, zowel voor het personenals het vrachtvervoer. In Nederland is reeds een aantal aardgastankstations in bedrijf en dit aantal is groeiend. Vreemd genoeg loopt Nederland als typisch aardgasland op het gebied van transport op aardgas achter bij enkele andere Europese landen. Bijvoorbeeld in Duitsland is transport op aardgas met ongeveer 800 tankstations verder ontwikkeld dan in Nederland. Voor transport op aardgas is het nodig dat het gas gecomprimeerd wordt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld LPG wordt methaan niet vloeibaar bij hoge druk. Zelfs bij werkdrukken van 200 en 350 bar blijft methaan gasvormig, maar is het volume zodanig verkleind dat met een aanvaardbare tankomvang een behoorlijk actieradius wordt gehaald. Deze aanpak wordt gevolgd bij de CNG-tankstastions (CNG = Compressed Natural Gas) op een werkdruk van 200 bar. Het is ook mogelijk methaan te koelen tot LNG met een temperatuur van -162 C, waarbij het wel vloeibaar wordt (LNG = Liquid Natural Gas) en het volume ongeveer 600 keer minder is dan bij omgevingstemperatuur. Maar LNG is in het personenvervoer in veel gevallen geen praktische optie, omdat het niet eenvoudig is het gas voor langere tijd gekoeld te houden. Zelfs in een zeer goed geïsoleerde tank, zou het gas langzaam maar zeker opwarmen en door de hoge druk leeg moeten lopen. Bij kortcyclisch gebruik, bijvoorbeeld in het vrachtvervoer, kan LNG wel werkbaar zijn. Een voordeel van CNG is dat het gas bij 18

19 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode omgevingstemperatuur in de tank zit en dus niet langzaam zal leegstromen door opwarming, wat dus wel het geval is bij LNG indien de tanklading niet snel genoeg verbruikt wordt. Het geproduceerde Groen Gas kan dus worden gecomprimeerd tot 200 bar en getankt door aardgasvoertuigen. Men kan dan spreken van Compressed Green Gas (CGG). Het is mogelijk een aardgastankstation te realiseren in de buurt van de biogasinstallatie. In dat geval zal een CGG-buffer op locatie aanwezig moeten zijn, wat complicaties geeft in de vergunning. In technische zin zijn er nauwelijks drempels om dit te realiseren, op voorwaarde dat het geproduceerde biogas te allen tijde wordt afgenomen. De buffercapaciteit en de CGG-afname moeten daarvoor in evenwicht zijn met de biogasproductie. Dit vereist een nauwkeurige planning en kan een optie zijn in samenwerking met Campina. De ligging van de installatie aan de A50 maakt het ideaal voor transport van bijvoorbeeld Campina om CGG te tanken. Hiervoor is het noodzakelijk dat er voldoende voertuigen zijn die het gas afnemen en dit moet tevens voor langere tijd gegarandeerd zijn. Op 14 januari 2009 golden aan de pomp de volgende gemiddelde prijzen voor diverse brandstoffen: 7 Aardgas 0,69 Euro/kg Biogas 0,99 Euro/kg Bio-ethanol 1,283 Euro/liter Bio-diesel 1,503 Euro/liter Euro 95 1,283 Euro/liter Diesel 1,024 Euro/liter Biogas kan vooralsnog slechts op één locatie getankt worden en de prijs van bio-ethanol is door samenwerking van Tamoil en Volvo op het niveau van Euro 95 gebracht. De dichtheid van aardgas is 0,833 kg/m 3, wat betekent dat 1 kg aardgas onder normaalcondities een volume heeft van 1,2 m 3 en een energie-inhoud van 38 MJ (onderwaarde). Ter vergelijking: diesel heeft een energie-inhoud van ongeveer 36 MJ per liter of 44 MJ per kg. Daarmee is aardgas per eenheid energie-inhoud goedkoper dan benzine of diesel. De omvang van de aardgastank ligt bij de huidige personenauto s op aardgas tussen 12 en 26 kg en daarmee kan bij de diverse modellen tussen de 170 en 400 km gereden worden. Ook in het beroepsgoederenvervoer zijn diverse CNG-modellen verkrijgbaar, zoals van Iveco, Mercedes en Volkswagen. 8 MAN Rollo produceert inmiddels standaard aardgasmotoren voor het zwaardere vrachtvervoer. Als aardgaskwaliteit ook voor CGG de norm is, dan zal 11% inert gas moeten worden meegecomprimeerd tot 200 bar of hoger, zonder dat deze inerte fractie bijdraagt aan de geleverde energie. Deze inefficiëntie kan worden voorkomen als men kiest voor een gas met 98% methaan. Dit percentage kan door de meeste gangbare opwerkingstechnieken gehaald worden. Een verdere efficiëntieslag is mogelijk door gebruik te maken van voertuigen die de hoge klopvastheid van methaan benutten en daardoor motorrendementen behalen die vergelijkbaar zijn met die van dieselmotoren (Direct Injection Natural Gas engine). In dat geval heeft CNG ten opzichte van diesel niet alleen het voordeel van een minimale roetuitstoot, maar ook in absolute zin een significante daling van de CO 2 -uitstoot tot 20%. 9 Voor CGG zou in dat geval vooral de rendementsverhoging en stijging van de actieradius ten opzichte van de huidige generatie gasmotoren een voordeel zijn. In combinatie met mobiliteit kan het aardgasnetwerk ook als buffer of transportleiding naar een CGG-tankstation gebruikt worden. In dat geval werkt het netwerk als een ontkoppelaar van vraag en aanbod. Als het tankstation niet is aangesloten op het lokale netwerk, vindt er virtuele levering van Groen Gas plaats. Het tankstation kan dan variabele hoeveelheden van het aardgasnetwerk betrekken en de operationele risico s voor zowel tankstation als biogasinstallatie worden verkleind. Zowel bij een bufferfunctie om vraag en aanbod in de tijd te scheiden, als bij een functie als transportleiding, zal het gasnet op invoeding van de maximale 7 Zie een initiatief van de provincie Gelderland i.s.m. SenterNovem 8 Zie bijvoorbeeld een initiatief van de provincie Utrecht 9 Zie (CNG-DI) 19

20 capaciteit Groen Gas berekend moeten zijn. Het kan namelijk in beide gevallen voorkomen dat door marktomstandigheden, afnemersgedrag of technische calamiteit een langere tijd geen CGG wordt afgenomen. Gevolg is dat bij netgekoppelde toepassing in de mobiliteit zowel in een compressie- en tankinstallatie als in voldoende netwerkcapaciteit geïnvesteerd moet worden. Vervolgens is het de vraag hoe een aan het aardgasnetwerk gekoppelde aanbieder van CGG aantoont dat het voor 100% groen is. Een systeem van verhandelbare groencertificaten voor Groen Gas kan hiervoor een oplossing zijn. Dit systeem wordt op dit moment ontwikkeld door Gasunie en zal in de zomer van 2009 in de markt worden geïntroduceerd. 3.5 Relevante stimuleringsinstrumenten SDE-regeling Vanaf 1 april 2008 is voor co-vergistingsinstallaties de SDE-regeling van kracht, als opvolger van de MEP-regeling. Onder de nieuwe SDE-regeling is bepaald dat installaties die aan de voorwaarden voldoen op dit moment kunnen rekenen op een subsidie per kwh duurzaam opgewekte elektriciteit of Nm 3 groen gas. De regeling is zo vormgegeven dat een maximum bedrag is bepaald voor de som van de vergoeding uit de markt en de subsidie van de overheid. Voor met biogas uit covergisting opgewekte elektriciteit was het maximumbedrag bij openstelling in ct/kwh aan het net geleverde elektriciteit en 44 ct/nm 3 voor aan het net geleverd groen gas op aardgaskwaliteit. Op het moment dat de vergoeding uit de markt stijgt, daalt de subsidie. De vergoeding uit de markt wordt vastgesteld door het gemiddelde te nemen van de APX Next Day tarieven voor het betreffende jaar. Er wordt dus niet gekeken naar de daadwerkelijke vergoeding die door producenten is ontvangen. De regeling bepaalt verder dat subsidie kan worden verkregen voor maximaal 8000 vollasturen. Als een project nog in aanmerking komt voor andere subsidies dan de SDE, kan dat betekenen dat de uitkeringstermijn van de SDE wordt gekort. Bepalend hiervoor zijn de uitgangspunten van het Europese Milieusteunkader. Het Milieusteunkader bepaalt dat niet meer dan de onrendabele top mag worden gesubsidieerd. Een eventuele korting op de termijn van de SDE wordt bepaald op basis van een MSK-toets. De basis van de SDE-regeling is neergelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (SDE- Besluit). Daarin is bijvoorbeeld bepaald dat alle vergunningen in het kader van de ruimtelijke ordening verleend moeten zijn voordat een subsidiebeschikking kan worden afgegeven. Een beroep doen op de SDE zonder dat de benodigde vergunningen door het bevoegd gezag zijn afgegeven is dus zinloos. Daarnaast is er een algemene uitvoeringsregeling en een regeling die de diverse duurzame energie-opties definieert en de daarvoor geldende tarieven vaststelt. Ieder jaar worden de tarieven opnieuw vastgesteld en kan tevens bepaald worden dat in plaats van een open regeling (first come, first serve) gebruik wordt gemaakt van een tenderprocedure. Naast de tarieven wordt per SDE-categorie ook een maximaal budget vastgesteld. De uitvoering van de regeling is in handen van SenterNovem. Mts. Van Genugten heeft in september 2008 een beschikking ontvangen voor de SDE. Deze is gebaseerd op een scenario waarbij elektriciteit aan het net wordt geleverd en is vooralsnog niet van toepassing op Groen Gas MEI en EIA Naast de SDE spelen in deze casus nog twee andere regelingen een rol: de MEI en de EIA. De regeling Marktintroductie energie-innovaties (MEI) is bedoeld voor glastuinders die investeren in energie-innovaties waarmee het energieverbruik en de uitstoot van CO 2 fors omlaag gaan. De MEI valt onder de Regeling LNV-subsidies en werd opengesteld in februari De maximale subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten. Biovergisting was subsidiabel onder de MEI en Van der Velden heeft hierop een aanvraag ingediend. Medio 2008 is een beschikking afgegeven voor maximaal 1,7 mln. Een generieke subsidieregeling die loopt via de fiscaliteit is de Energie-investeringsaftrek (EIA). De EIA is een regeling die het op dit moment mogelijk maakt om 44% van de investeringen, zoals omschreven in de EIA-regeling en bijbehorende energielijst, extra in aftrek te brengen in het jaar van investeren. De EIA levert een netto voordeel dat gelijk is aan het van 20

21 Haalbaarheid Groen Gas casus Sint-Oedenrode toepassing zijnde belastingpercentage van die extra aftrek. Bij een BV is het netto voordeel zo maximaal 14%. Echter, er moet dan wel sprake zijn van voldoende winst uit onderneming bij de eigenaar van de investering om dit voordeel ook in de praktijk te kunnen behalen. Daarmee is het netto effect van de EIA zeer gevoelig voor de wijze waarop een investering is gefinancierd en de winstpositie van de investerende rechtspersoon. 3.6 Investeringsvarianten haalbaarheidsstudie Samengevat zijn er in de casus mogelijkheden voor directe levering van biogas aan de kassen van Van der Velden, is het mogelijk om Groen Gas te leveren aan het aardgasnet door netkoppeling van het GOS Sint-Oedenrode met een met een ander lokaal netwerk en zijn er eventuel in combinatie met invoeding in het aardgasnetwerk mogelijkheden voor benutting van Groen gas in de mobiliteit. Dit heeft geleid tot de volgende drie investeringsvarianten die aan een nadere haalbaarheidsanalyse zijn onderworpen. Naam variant 1. WKK Kas (referentie) 2. Groen Gas 3. Mobiliteit Energieconcept 1,2 + 0,8 MWe WKK GG kwe WKK CGG kwe WKK Toelichting WKK 40% v/d gasproductie ten behoeve van WKK kassen; koppeling via eigen gasleiding (240m) WKK ten behoeve van eigen energievoorziening biogasinstallatie en Groen Gas productie WKK ten behoeve van eigen energievoorziening biogasinstallatie en Groen Gas productie Overige kenmerken Warmte-overschot bij biogasinstallatie t.b.v. droging dikke fractie digestaat Invoeden op regionaal gasnet na koppeling met ander gasnet Tanken 98% CH 4 bij biogasinstallatie De eerste variant is de zogenaamde referentievariant van de initiatiefnemers. In die variant gaat men uit van voldoende biogasproductie voor een equivalent elektrisch WKK-vermogen van 2 MW, waarvan 1,2 MW wordt opgesteld bij de biogasinstallatie voor eigen energievoorziening en droging van de dikke fractie van het digestaat. Het digestaat wordt daarvoor mechanisch gescheiden in een dikke en dunne fractie. De overige 0,8 MW wordt opgesteld bij Van der Velden voor verwarming van de kassen en daarvoor wordt een biogasleiding van de biogasinstallatie naar de kassen gelegd. Voor wat betreft de stimuleringsinstrumenten is in deze variant de SDE voor duurzaam opgewekte elektriciteit van voor het gehele WKKvermogen van toepassing en kan Van der Velden gebruik maken van de MEI-subsidie, waarbij moet worden aangetekend dat daarbij door SenterNovem getoetst zal worden op cumulatie van subsidies op basis van het Milieusteunkader. In de tweede variant staat er een kleine WKK van 280 kwe bij de voor de eigen energievoorziening biogasinstallatie (elektriciteit en warmte) en wordt het restant biogas opgewerkt tot Groen Gas en ingevoed in het lokale gasnet nadat door gasnetwerkbeheerder Obragas Net de nodige voorzieningen zijn getroffen voor voldoende afvoercapaciteit in de zomerperiode. Het gas zal dan regionaal benut worden, maar kan virtueel via contracten op grote afstand worden benut, bijvoorbeeld ook voor mobiliteit. In principe zou ook Van der Velden een deel van het gas kunnen afnemen voor de kassen, maar dat geeft geen specifieke bedrijfseconomische voordelen ten opzichte van rechtstreeks biogas afnemen voor een WKK. Waarom het gas eerst opwerken als rechtstreekse levering tegen geringe kosten mogelijk is? Bovendien is Van der Velden gebaat bij een zo laag mogelijke gasprijs en geldt voor de biogasinstallatie juist het tegengestelde. Daarom wordt er in deze variant van uit gegaan dat Van der Velden niet direct in het project participeert. In dat geval kan in deze variant wel een beroep worden gedaan op de SDE voor Groen Gas terwijl de MEI-subsidie van Van der Velden zal komen te vervallen. In de derde variant wordt gecomprimeerd Groen Gas geproduceerd (CGG = Compressed Green Gas) met 98% methaan voor de mobiliteit en wordt vanwege het afwijkend methaanpercentage noodzakelijkerwijs afgezien van een verbinding met het aardgasnetwerk. Ook in deze variant is een kleine WKK van 280 kwe opgevoerd voor de energievoorziening van de biogasinstallatie. Het gas moet net als in de vorige variant worden opgewerkt. Voordelen van deze variant zijn dat weinig of zelfs geen inert gas hoeft te worden meegecomprimeerd en dat een tankvulling door het ontbreken van een aandeel inert gas ook meer brandstof kan bevatten per eenheid volume. Dit resultert in een grotere actieradius bij eenzelfde tankgrootte in vergelijking met gecomprimeerd aardgas. In deze variant wordt uitgegaan van een situatie waarbij een beperkte hoeveelheid CNG op locatie wordt opgeslagen, voldoende voor over- 21

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw Hoe maak je biogas? Inhoud presentatie Wie en wat is Biogas Plus? Hoe werkt een biogasinstallatie? Voor wie is een biogasinstallatie interessant? Is een biogasinstallatie duurzaam? Zijn subsidies nodig?

Nadere informatie

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman

Verkenning mogelijkheden invoeding groengas. Johan Jonkman Verkenning mogelijkheden invoeding groengas Johan Jonkman Verkenning mogelijkheden invoedinggroengas op het aardgasnetwerk van NV RENDO In opdracht van: Agentschap NL Ministerie van EL&I Contactpersoon:

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010 Aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten Afdeling Ruimtelijk Ordening T.a.v. de heer S. Olschewsky Postbus 290 5720 AG Asten Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 100486-002-verzoek

Nadere informatie

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net 3 juli 2010, De Ruijter Energy Consult Energie- en CO 2 -emissieprestatie van verschillende energievoorzieningsconcepten voor Biologisch Tuinbouwbedrijf gebroeders Verbeek in Velden Gebroeders Verbeek

Nadere informatie

Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden. 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen

Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden. 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen 2004 Doelstelling Initiatiefnemers 2004 Doelstelling Initiatiefnemers Rendement

Nadere informatie

NEW BUSINESS. Guy Konings

NEW BUSINESS. Guy Konings 2015 Guy Konings Stedin is verantwoordelijk voor transport van gas en elektriciteit in West Nederland Onze missie: Altijd energie voor onze klanten, vandaag en morgen. Simpel, betaalbaar en duurzaam KERNGETALLEN

Nadere informatie

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh. Regeling van de Minister van Economische Zaken van.., nr. WJZ, houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2005

Nadere informatie

Opwaarderen tot aardgaskwaliteit Van biogas naar groen gas

Opwaarderen tot aardgaskwaliteit Van biogas naar groen gas Opwaarderen tot aardgaskwaliteit Van biogas naar groen gas Biogas wordt geproduceerd door het vergisten van onder meer gewasresten, vloeibare reststromen en maïs, vaak in combinatie met dierlijke mest.

Nadere informatie

Definitielijst HG- Certificatensysteem

Definitielijst HG- Certificatensysteem Definitielijst HG- Certificatensysteem versie 2.0 december 2009 1 In de in de Overeenkomst HG-Certificatensysteem hebben de met een hoofdletter aangeduide begrippen de betekenis als hieronder beschreven:

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in Calorische Waarde van Groen Gas en aardgas

Omgaan met verschillen in Calorische Waarde van Groen Gas en aardgas Omgaan met verschillen in Calorische Waarde van Groen Gas en aardgas 11 April 2012 Achtergrond De Calorische Waarde van aardgas varieert per locatie en seizoen tussen 35 en 36 MJ/Nm 3 Netgebied Haarlem

Nadere informatie

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden

Nadere informatie

Biobased economy in het Groene Hart

Biobased economy in het Groene Hart Biobased economy in het Groene Hart Energie & Bio/Groen Gas 27 juni 2013, Langeraar, Michiel van Galen Inhoud Landelijke doelen energie en beleid Stimuleringsbeleid Groen Gas Het proces Stand van zaken

Nadere informatie

GroenGas InOpwerking. Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up. Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015

GroenGas InOpwerking. Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up. Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015 GroenGas InOpwerking Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015 Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up Inhoudsopgave CCS Inleiding Situatie kleinschalige vergisting

Nadere informatie

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes Green Gas Technology Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar Shared Succes Imtech en Green Gas Technology Imtech is de technologie partner voor bedrijven die biogas willen opwaarderen naar aardgaskwaliteit.

Nadere informatie

Innovatieve mestverwerking op de boerderij

Innovatieve mestverwerking op de boerderij Innovatieve mestverwerking op de boerderij Groen gas productie en nutriëntenterugwinning René Cornelissen (CCS) 7 juni 2017 Inhoudsopgave CCS Mest Kleinschalige mono-mestvergisting Bio-Up, Groen Gas op

Nadere informatie

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas 1--1 Ongeveer 7 deelnemende organisaties Promotie van optimale benutting van biomassa Kennisoverdracht door workshops, excursies, nieuwsbrief en artikelen in vakbladen Vergelijking opties voor benutting

Nadere informatie

Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen

Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen Energie verduurzamen maar: Nationaal landschap leent zich minder voor zonne- en windenergie; Ondergrond minder geschikt voor WKO en geothermie; Inzet hout: beperkt

Nadere informatie

HR WKK met CO 2 winning

HR WKK met CO 2 winning HR WKK met CO 2 winning Door: Herman Klein Teeselink HoSt Sheet 1 of 22 Inhoud HoSt HoSt ImtechVonkV.O.F. - Reinigen van rookgassen - Rookgascondensor / Scrubber - Nat elektrostatisch filter - Waterbehandeling

Nadere informatie

Melkveebedrijf Familie Prinsen

Melkveebedrijf Familie Prinsen Project mestwaardering Open dag 4 maart 2015 Melkveebedrijf Familie Prinsen Mestvergistingsinstallatie Fermtec Systems Locatie KTC de Marke Het bedrijf Biomassa voor vergisting In de vergister wordt jaarlijks

Nadere informatie

Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU

Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU Presentatie HoSt Microferm voor CLM/NMU 25-11-2010 Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Agenda Introductie HoSt B.V. Waarom Microferm? Het Microferm concept Beschrijving installatie Voordelen Economie Vragen

Nadere informatie

CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw. Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009

CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw. Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009 CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009 CO2 uit biogas - Inleiding - GPP -systeem - Kwaliteitseisen CO 2 voor glastuinbouw - Toepasbaarheid

Nadere informatie

ESSENT MILIEU Energiek met afval. Biogas seminar Werlte, 22 september 2009

ESSENT MILIEU Energiek met afval. Biogas seminar Werlte, 22 september 2009 ESSENT MILIEU Energiek met afval Biogas seminar Werlte, 22 september 2009 1 Ervaring met en ontwikkeling van Groen Gas productie vanaf 1989 M. Sanders, Energie Manager Essent Milieu 2 Essent Milieu: overzicht

Nadere informatie

Het gebruik van biogas als transportbrandstof

Het gebruik van biogas als transportbrandstof Dr. Ir. René Cornelissen - Ing. A.F.B ter Braack partners Tractor op Het gebruik van als transportbrandstof 1 LTO Noord partners Tractor op 22.236 leden - Ruim 12.500 veehouders - 500 miljoen kuub uit

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Gas 1. Scope/afbakening De productgroep Gas omvat alle gas die van het openbare gasnet en via transport over de weg betrokken wordt door

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Mono vergisting in Wijnjewoude?!

Mono vergisting in Wijnjewoude?! Mono vergisting in Wijnjewoude?! Jan Willem Bijnagte bijnagte@cocos.nl www.cocos.nl 06 82404591 Inhoud CCS Mono mestvergisting Gasverwaarding Noord Deurningen Bio-Up Kansen Wijnjewoude Mono mestvergisting

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015 Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Gas 1. Scope/afbakening De productgroep Gas omvat alle gas die van het openbare gasnet en via transport over de weg betrokken wordt door

Nadere informatie

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage vestiging Drachten behorende bij onderbouwing Knarweg 14, Lelystad. Op het gebied van schoon en zuinig produceren, heeft de agrarische sector nog een aantal belangrijke doelstellingen te behalen. Belangrijkste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68 68 88april 2009 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 27 maart 2009, nr. WJZ/9058635, houdende vaststelling

Nadere informatie

Artikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006. Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ..., houdende vaststelling van de vaste bedragen per kwh ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie voor het jaar 2006

Nadere informatie

2016-04-15 H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling

2016-04-15 H2ECOb/Blm HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling HOE KAN DE ENERGIETRANSITIE WORDEN GEREALISEERD? Probleemstelling Op de internationale milieuconferentie in december 2015 in Parijs is door de deelnemende landen afgesproken, dat de uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Resultaten en bevindingen van project Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus

Nadere informatie

Project omschrijving Groen gas Hub Ameland

Project omschrijving Groen gas Hub Ameland Project omschrijving Groen gas Hub Ameland Vertrouwelijk Datum: 19 maart 2010 Pagina: 1 van 9 1 Introductie Eneco heeft in 2007 een convenant ondertekend, samen met de Gemeente Ameland, Gasterra en de

Nadere informatie

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Biogas: In 2011 startte het samenwerkingsverband. Het doel van het project was Biogas

Biogas: In 2011 startte het samenwerkingsverband. Het doel van het project was Biogas Resultaten: Project Besloten kringloop door kleinschalig mestvergisting in de veehouderij. Biogas: In 2011 startte het samenwerkingsverband. Het doel van het project was Biogas produceren met betaalbare

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Clean fuel. LNG Facts & Figures

Clean fuel. LNG Facts & Figures 1 LNG Facts & Figures Waarom LNG Schoon Zonder nabehandeling voldoen aan emissie standaarden Veilig Lichter dan lucht als het verdampt Moeilijk ontsteekbaar Enorme voorraden Past in Europese doelstelling

Nadere informatie

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu houdende omzetting van Europese richtlijnen en andere diverse wijzigingen Bijlage 1.2.2bis bij het

Nadere informatie

All-electric voorbij, op weg naar 0 CO 2

All-electric voorbij, op weg naar 0 CO 2 All-electric voorbij, op weg naar 0 CO 2 2050 alles duurzaam Ing. Marco J. Bijkerk Manager innovative technologies New Business Development Remeha 24-1-2017 remeha.nl ALL GAS Nul op de meter PV Groen Gas

Nadere informatie

Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm

Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm Presentatie voor Agrivaknet Kleinschalig mest vergisten met Microferm Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Kleinschalige mestvergisting met Microferm Staatssecretaris Joop Atsma en gedeputeerde Theo Rietkerk

Nadere informatie

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving Kees Kwant Inhoud Doelstellingen duurzaam energiebeleid Energiesituatie in Nederland Ondersteuning vanuit SenterNovem (SDE, EOS, EIA, DEN-B)

Nadere informatie

Biogas inzetten voor duurzame mobiliteit. technische en financiële haalbaarheid

Biogas inzetten voor duurzame mobiliteit. technische en financiële haalbaarheid Biogas inzetten voor duurzame mobiliteit technische en financiële haalbaarheid Drivers voor duurzame mobiliteit Milieuvoordelen (luchtkwaliteit) Geluidsreductie Sociale drive Congestieproblematiek Beleidskeuze

Nadere informatie

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum. 25 maart 2017

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE) Groen Gas Burgum. 25 maart 2017 TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum 25 maart 2017 Centrale Bergum: zonnepanelen park Realisatie medio 2017 5 MW Ontwikkeling drijvende zonnepanelen

Nadere informatie

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit DE RYCK Klima LUWAGAM : pomp lucht-water aangedreven met gasmotor PAUL DE RYCK Werking op laag niveau (buitenlucht min. 0 C) omzetten naar warmte op hoog niveau (buiswater max. 50 C) Serreverwarming buis

Nadere informatie

Mestverwaarding middels monovergisting en digestaatverwerking

Mestverwaarding middels monovergisting en digestaatverwerking Mestverwaarding middels monovergisting en digestaatverwerking Uitwerking business case in opdracht van: IGEV - Regio Noord-Veluwe Door: Kroes Kringloopoptimalisatie en DOFCO BV in samenwerking met Hellebrekers

Nadere informatie

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek Waterschap De Dommel Het idee + Afvalwater zuiveringsslib = Waarom RWZI Tilburg? RWZI Tilburg (cap. 350.000 i.e.; 8.000 ton d.s.) alleen aanpassingen in de

Nadere informatie

CONCEPT 30 januari 2008

CONCEPT 30 januari 2008 CONCEPT 30 januari 2008 Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende vaststelling van correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie

Nadere informatie

Boeren met energie. 11 November 2010

Boeren met energie. 11 November 2010 Boeren met energie 11 November 2010 Wat doen wij? Ontwikkelen projecten energie uit biomassa Opzetten expertisecentrum energie uit hout droogtechnieken stookgedrag rookgasmetingen rookgasreiniging Ontwikkelen

Nadere informatie

Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins

Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins Presentatie Microferm studiegroep Westhoek Holsteins Door Bart Brouwer Sheet 1 of 26 Agenda Introductie HoSt B.V. Waarom Microferm? Het Microferm concept Beschrijving installatie Voordelen Economie Vragen

Nadere informatie

Quickscan energie uit champost

Quickscan energie uit champost Quickscan energie uit champost Paddenstoelenpact 27 juni 2018 Stijn Schlatmann en Erik Kosse Achtergrond Wekelijks 16.000 ton champost Strengere regelgeving in Duitsland Kosten voor afvoer ca 15 per ton

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Serieproductie groen aardgas bij Waternet en gebruik ervan

Serieproductie groen aardgas bij Waternet en gebruik ervan Resultaten en bevindingen van project Serieproductie groen aardgas bij Waternet en gebruik ervan Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus energie-innovatie. Tussen 2005 en 2011 kregen ruim 1000

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Ing. Marco J. Bijkerk, Manager innovative technologies Business development Remeha NWE

Ing. Marco J. Bijkerk, Manager innovative technologies Business development Remeha NWE Ing. Marco J. Bijkerk, Manager innovative technologies Business development Remeha NWE 2050 alles duurzaam CO 2 Brandstof gebruik en CO2 in centraal vermogen 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000

Nadere informatie

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS

(potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS (potentiele) knelpunten wet- en regelgeving op het gebied van waterstof voor GTS Seminar HyLaw/NEN, Ministerie I&W 9 november 2018 René van der Haar - GTS #2 Algemeen GTS is de landelijk netbeheerder gas

Nadere informatie

De doelstelling van het project Duurzame Energie Noordoostpolder (DE NOP) is de duurzame

De doelstelling van het project Duurzame Energie Noordoostpolder (DE NOP) is de duurzame Nieuwsbrief Duurzame Energie in de Noordoostpolder (DE NOP) Duurzaamheid voor de glastuinbouwgebieden Luttelgeest en Ens In deze nieuwsbrief brengen wij u op de hoogte van de resultaten uit het project

Nadere informatie

SDE Projectgroep Biomassa & WKK. Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos. 20 februari 2018

SDE Projectgroep Biomassa & WKK. Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos. 20 februari 2018 SDE+ 2018 Projectgroep Biomassa & WKK Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos 20 februari 2018 Inhoud: SDE+ algemeen SDE+ 2017 SDE+ 2018 voorjaar, wijzigingen Succesvol aanvragen SDE+ SDE+ algemeen https://www.rvo.nl/actueel/videos/voorlichtingsfilm-sde

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010 Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank Groep Maatwerk Sustainability naast Food

Nadere informatie

MIC / LEI. 15 augustus 2007. Maarten Bouwer

MIC / LEI. 15 augustus 2007. Maarten Bouwer MIC / LEI 15 augustus 2007 Maarten Bouwer inhoud Inleiding BioGast Gasmarkt Wat is BioGast Historie en HHNK project Techniek Vragen en lunch Bezichtiging verwachting fossiel aardgas Groningen heeft nog

Nadere informatie

certificeert duurzame energie

certificeert duurzame energie certificeert duurzame energie Met het certificeren van duurzame energie voorzien we deze energieproductie van een echtheidscertificaat. Dit draagt wezenlijk bij aan het goed functioneren van de groeneenergiemarkt.

Nadere informatie

Eindrapport. Energie-efficiënte CO2-verwijdering uit biogas

Eindrapport. Energie-efficiënte CO2-verwijdering uit biogas Eindrapport Energie-efficiënte CO2-verwijdering uit biogas December 2017 Inhoud 1. Gegevens project... 3 2. Samenvatting... 4 3. Technologie... 5 4. Resultaat... 7 5. Conclusie... 10 2 1. Gegevens project

Nadere informatie

Opwaarderingstechnieken en leveranciers

Opwaarderingstechnieken en leveranciers VAN BIOGAS NAAR GROEN GAS Opwaarderingstechnieken en leveranciers Biogas wordt geproduceerd door het vergisten van onder meer gewasresten, vloeibare reststromen en maïs, vaak in combinatie met dierlijke

Nadere informatie

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties

Ontwerpregeling mep-subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties Regeling van de Minister van Economische Zaken van., nr..., houdende wijziging van de Regeling subsidiebedragen milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006 (periode 1 juli tot en met 31 december) en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 410 Besluit van 16 oktober 2007, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van de productie van hernieuwbare elektriciteit,

Nadere informatie

Rijden op groen gas Feiten en cijfers

Rijden op groen gas Feiten en cijfers Rijden op groen gas Feiten en cijfers Rijden op groen gas Transporteurs, bedrijven en particulieren rijden steeds vaker op groen gas. Er komt meer groen gas beschikbaar en het aantal auto s dat op groen

Nadere informatie

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies Workshop mestvergisting Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies Bijnagte@cocos.nl BioEnergy Farm 2 Project beschrijving Europees project Markt ontwikkeling mono-mestvergisting Verspreiden onafhankelijke

Nadere informatie

In het hol van de leeuw?

In het hol van de leeuw? In het hol van de leeuw? Ing. Ruud Brunst Manager Applications 5-10-2016 remeha.nl We horen vaak Gas raakt op of fosiele brandstoffen worden schaars maar is dat wel zo? remeha.nl Gas zal nog lang beschikbaar

Nadere informatie

Biomassa WKK in de glastuinbouw

Biomassa WKK in de glastuinbouw Management samenvatting Biomassa WKK in de glastuinbouw Evaluatie van transitieroutes Februari 2005 Auteurs Opdrachtgevers : Ir. Joep Coenen, Cogen Projects Ir. Stijn Schlatmann, Cogen Projects : Productschap

Nadere informatie

aardgas tank ik bij DATS 24 www.dats24.be CNG aardgas voor voertuigen De slimme ecomobiele toekomst is vandaag Transitiebrandstof

aardgas tank ik bij DATS 24 www.dats24.be CNG aardgas voor voertuigen De slimme ecomobiele toekomst is vandaag Transitiebrandstof CNG aardgas voor voertuigen CNG betekent letterlijk samengeperst natuurlijk gas en is eenvoudigweg de samengeperste variant van het aardgas dat we kennen voor huishoudelijk gebruik. CNG is al een tijdje

Nadere informatie

Introductie HoSt B.V.

Introductie HoSt B.V. HR Hout WKK (Vink Sion) voor glastuinbouw en stadverwarming door HoSt Imtech Vonk vof door H. Klein Teeselink info@host.nl Introductie HoSt B.V. Inhoud: Waarom biomassa WKK, belang van warmte? Wie zijn

Nadere informatie

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Jennie van der Kolk, Alterra Helmond, 22-02-13 Nico Verdoes, Livestock Research Inhoud presentatie Wetenschapswinkel

Nadere informatie

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw

Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Brandstofcel in Woning- en Utiliteitsbouw Leo de Ruijsscher Algemeen directeur De Blaay-Van den Bogaard Raadgevende Ingenieurs Docent TU Delft faculteit Bouwkunde Inleiding Nu de brandstofcel langzaam

Nadere informatie

Bio-energie. van de Boer. www.host.nl

Bio-energie. van de Boer. www.host.nl NL Bio-energie van de Boer www.host.nl HoSt Microferm: duurzame energie uit mest Het Microferm concept is ontwikkeld voor boeren die de eigen mest verwerken. De Microferm is uitermate geschikt voor agrarische

Nadere informatie

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012

Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012 Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Warmtekrachtkoppeling Wat, waarom en wanneer? Tine Stevens COGEN Vlaanderen Studiedag Slimme netten en WKK 29 februari 2012 1 COGEN Vlaanderen Doelstelling:

Nadere informatie

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Agenda Cryo Advise Aardgas - eigenschappen Voordelen Uitdagingen Cryo Advise advies voor LNG systemen

Nadere informatie

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector Groeiplan voor warmte een initiatief van provincies, gemeenten en sector 27 november 2015 De Provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, en Limburg, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Gemeenten

Nadere informatie

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014 Symposium De Groene Delta van Nijmegen Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014 Noodzaak tot veranderen 13-10-2014 2 En toen was daar... http://www.energieakkoordser.nl/ https://energiekgelderland.nl/paginas/default.aspx

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Transportovereenkomst Gas van de regionale netbeheerder en de afnemer indien de. op deze voorwaarden worden ook van toepassing op reeds gesloten

Transportovereenkomst Gas van de regionale netbeheerder en de afnemer indien de. op deze voorwaarden worden ook van toepassing op reeds gesloten Aanvullende Voorwaarden RNB Groen Gas Invoeders versie aangemaakt door aard wijziging kenmerk status D14.0 I. Schoemaker Inhoud 1 Algemeen... 3 2 Definities... 3 3 Invoedingsinstallatie... 5 4 De RNB Meet-

Nadere informatie

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE TEO/WKO WARMTE EN KOUDE BEDRIJVENTERREIN MARSLANDEN Op het bedrijventerrein de Marslanden in Zwolle zijn bedrijven gevestigd, met uiteenlopende behoefte aan warmte en koeling. Vanuit gegevens over het

Nadere informatie

Modelberekening ECOFERM

Modelberekening ECOFERM Modelberekening ECOFERM Een financiële en ecologische vergelijking 10 maart 2016, Chris de Visser Inhoud Werkwijze en methode Resultaten Rantsoen kalveren Mest- en mestverwerking Eendenkroos Broeikasgasemissies

Nadere informatie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Doelstelling thema bijeenkomst: Inzicht in ontwikkelingen bij overheid, industrie en agrarische sector Inzicht in kansen voor synergie

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen

Arnold Maassen Holding BV. Verslag energieaudit. Verslag over het jaar 2014. G.R.M. Maassen Arnold Maassen Holding BV Verslag energieaudit Verslag over het jaar 2014 G.R.M. Maassen Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Inventarisatie van energieverbruik en emissiebronnen... 3 3 Energieverbruik en CO 2 Footprint...

Nadere informatie

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

De afvalwaterzuivering als energiefabriek De afvalwaterzuivering als energiefabriek Joop Colsen Energiebesparing op RWZI s anno 2010 www.colsen.nl info@colsen.nl Introductie (1) Afvalwaterzuivering levert energie op: Door vergisting van biomassa

Nadere informatie

All-electric, al achterhaald voordat we begonnen zijn?

All-electric, al achterhaald voordat we begonnen zijn? All-electric, al achterhaald voordat we begonnen zijn? 2050 alles duurzaam Ing. Marco J. Bijkerk Manager innovative technologies New Business Development Remeha 17-3-2016 remeha.nl ALL GAS Groen Gas ALL

Nadere informatie

Circulaire economie en duurzaamheid bij Waterschappen. Douwe Jan Tilkema directeur. Innovatie en Ondernemerschap bij Waterschappen

Circulaire economie en duurzaamheid bij Waterschappen. Douwe Jan Tilkema directeur. Innovatie en Ondernemerschap bij Waterschappen Circulaire economie en duurzaamheid bij Waterschappen Douwe Jan Tilkema directeur Innovatie en Ondernemerschap bij Waterschappen Definitie van de competentie ondernemerschap Signaleren van kansen in de

Nadere informatie

Harry Roetert, Stimuland / Provincie. Themadag bio-energie 27 februari 2013

Harry Roetert, Stimuland / Provincie. Themadag bio-energie 27 februari 2013 Harry Roetert, Stimuland / Provincie Themadag bio-energie 27 februari 2013 Bio-energieconsulenten: - Sinds 2006, in opdracht van de Provincie Overijssel - Voorlichting, loket voor boeren, bedrijven en

Nadere informatie

1.5 Alternatieve en gasvormige brandsstoffen

1.5 Alternatieve en gasvormige brandsstoffen 1.5 Alternatieve en gasvormige brandsstoffen Vooreerst worden de gasvormige brandstoffen uiteengezet. Vervolgens worden de verschillende alternatieve brandstoffen. 1.5.1 Gasvormige brandstoffen Aardgas

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

BioNet Zwammerdam: Verkenning kansen biogas als alternatief voor aardgas in Alphen aan den Rijn

BioNet Zwammerdam: Verkenning kansen biogas als alternatief voor aardgas in Alphen aan den Rijn BioNet Zwammerdam: Verkenning kansen biogas als alternatief voor aardgas in Alphen aan den Rijn Auteur: Stijn Hemel In opdracht van de Provincie Zuid Holland 1 Inhoud 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 3 3.

Nadere informatie

Bijlage 6 behorende bij artikel 7e, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.

Bijlage 6 behorende bij artikel 7e, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie. Verzoek tot vaststelling van de geschiktheid van een productieinstallatie voor de opwekking van hernieuwbare warmte en mededeling van meetgegevens van hernieuwbare warmte Bijlage 5 behorende bij artikel

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie