Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=bq8751&u_ljn=bq8751"

Transcriptie

1 pagina 1 van 8 LJN: BQ8751, Rechtbank 's-gravenhage, / HA ZA Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:Verhoging BTW op podiumkunsten van 6% naar 19%. Het beginsel van de fiscale neutraliteit wordt niet geschonden op het moment dat op het verlenen van toegang tot de podiumkunsten een tarief van 19% wordt geheven. Het verlenen van toegang tot de podiumkunsten kan worden onderscheiden van het verlenen van toegang tot de andere vormen van vrijetijdsbesteding circussen, dierentuinen, openbare musea of verzamelingen, bioscopen, sportwedstrijden en attractieparken waarop het verlaagde tarief van 6% ook na invoering van het Belastingplan 2011 van toepassing blijft. Uitspraak vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis van 22 juni 2011 in de zaak van de verenigingen met rechtspersoonlijkheid 1. VERENIGING VRIJE THEATERPRODUCENTEN, gevestigd te Amsterdam, 2. VERENIGING NEDERLANDSE POPPODIA EN -FESTIVALS, gevestigd te Haarlem, 3. VERENIGING VAN EVENEMENTEN MAKERS, gevestigd te Utrecht, 4. VERENIGING VAN SCHOUWBURG- EN CONCERTGEBOUWDIRECTIES IN NEDERLAND, gevestigd te Amsterdam, eiseressen, advocaat mr. drs. R.M. Hermans te Amsterdam, tegen DE STAAT DER NEDERLANDEN (MINISTERIE VAN FINANCIËN), zetelend te 's-gravenhage, gedaagde, advocaat mr. G.J.H. Houtzagers te 's-gravenhage. Eiseressen zullen hierna gezamenlijk de belangenverenigingen worden genoemd en ieder afzonderlijk respectievelijk VVTP, VNPF, VVEM en VSCD. Gedaagde zal de Staat worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 8 maart 2011, met producties; - de conclusie van antwoord van 27 april 2011, met producties; - de pleitnota aan de zijde van de belangenverenigingen, van 16 mei 2011; - de pleitnota aan de zijde van de Staat van 16 mei 2011;

2 pagina 2 van 8 - het proces-verbaal van de zitting van 16 mei Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1 Alle vier de belangenverenigingen hebben in hun statuten onder meer als doel opgenomen het behartigen van de belangen van hun leden. Leden van de VVTP zijn 18 niet-gesubsidieerde theater- en muziekproducenten. De VNPF is de branchevereniging van de poppodia en popfestivals. Haar leden zijn vijfenvijftig podia en zevenentwintig festivals. De VVEM heeft ongeveer honderd leden in de evenementenbranche. Bij haar zijn aangesloten organisatoren van festivals, vrijwel alle organisatoren van dance-evenementen, beveiligersorganisaties voor horeca en evenementen en toeleveranciers van tenten, elektra en licht en geluid. Leden van de VSCD zijn rechtspersonen die een (concert)gebouw of een festival exploiteren Op 1 januari 2011 is de wet van 23 december 2010 (Stb. 872) tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011) in werking getreden (hierna "Belastingplan 2011"). Onderdeel van het Belastingplan 2011 is de beëindiging van de toepassing van het verlaagd BTW-tarief voor het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, alsmede het optreden van uitvoerend kunstenaars (hierna: "de podiumkunsten"), waardoor de toe te passen BTW feitelijk stijgt van 6% naar 19%. Deze wijziging volgt uit artikel XIX, B onder 2 en 3 van het Belastingplan De feitelijke beëindiging van de toepassing van het verlaagde tarief is op grond van het besluit van de staatssecretaris van Financiën van 21 december 2010 (Stcrt ) uitgesteld tot 1 juli Het geschil 3.1. De belangenverenigingen vorderen, kort samengevat, dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: A voor recht verklaart dat artikel XIX, B, onder 2 en 3 van het Belastingplan 2011 onverbindend is en nooit verbindend is geweest; B voor recht verklaart dat artikel XIX, B, onder 2 en 3 van het Belastingplan 2011 (onmiskenbaar) onrechtmatig is jegens de belangenverenigingen en hun leden; C de Staat verbiedt om uitvoering en toepassing te geven aan artikel XIX, B, onder 2 en 3, zolang voor het verlenen van toegang tot met name genoemde en tot andere primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen het lage BTW-tarief van 6% geldt. Tevens vorderen de belangenverenigingen dat de rechtbank de Staat zal veroordelen in de kosten van het geding De belangenverenigingen leggen het volgende aan hun vordering ten grondslag. De Nederlandse BTW-wetgeving is gebaseerd op de Europese BTW-richtlijn (2006/112/EG), (hierna de BTW-richtlijn). Stijging van het BTW-tarief voor de podiumkunsten is strijdig met de BTW-richtlijn en het daarin besloten liggende beginsel van fiscale neutraliteit, omdat diensten die soortgelijk zijn aan het verlenen van toegang tot de podiumkunsten en die daarmee concurreren, gunstiger worden behandeld nu daarvoor het lage BTW-tarief van 6% geldt. Dat sprake is van soortgelijke diensten volgt volgens de belangenverenigingen niet alleen uit de tekst van categorie 7 van bijlage III bij de BTW-richtlijn, maar ook uit het feit dat het steeds gaat om één belastbare handeling, namelijk het verlenen van toegang tot culturele evenementen en voorzieningen. Bovendien zijn podiumkunsten substitueerbaar met bioscopen, musea, circussen, kermissen, attractieparken, dierentuinen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele evenementen en sportevenementen, waardoor deze diensten met elkaar concurreren en derhalve soortgelijk zijn Aan hun vordering sub C leggen de belangenverenigingen ten grondslag dat zij belang hebben bij een verbod op het treffen van uitvoeringsmaatregelen van de BTW-verhoging op de podiumkunsten, zolang de podiumkunsten en de daarmee concurrerende evenementen en voorzieningen niet zijn onderworpen aan het hoge BTW-tarief De Staat voert gemotiveerd verweer. Op stellingen van partijen wordt hierna, waar nodig, nader ingegaan.

3 pagina 3 van 8 4. Relevante regelgeving 4.1. BTW wordt geheven op grond van de Wet OB, die is gebaseerd op Europese BTW-richtlijnen, voorheen de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) en met ingang van 1 januari 2007 de BTW-richtlijn. Materieel is er weinig verschil tussen de Zesde Richtlijn en de BTW-richtlijn. Wel zijn de artikelen van de Zesde Richtlijn vernummerd De considerans van de BTW-richtlijn onder 4 en 7 luidt: "Het verwezenlijken van de doelstelling een interne markt in te stellen vooronderstelt dat in de lidstaten wetgevingen inzake omzetbelasting worden toegepast die de mededingingsvoorwaarden niet vervalsen en het vrije verkeer van goederen en diensten niet belemmeren. Het is derhalve noodzakelijk om door middel van een stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (BTW) een harmonisatie van de wetgevingen inzake omzetbelasting tot stand te brengen die ten doel heeft, de factoren die de mededingingsvoorwaarden op nationaal of op communautair niveau zouden kunnen vervalsen, zoveel mogelijk uit te schakelen. (...) " Het gemeenschappelijk BTW-stelsel moet -zelfs indien de tarieven en vrijstellingen niet volledig worden geharmoniseerd- uiteindelijk mededigingsneutraal zijn in die zin dat op het grondgebied van elke lidstaat op soortgelijke goederen en diensten dezelfde belastingdruk rust (...)." 4.3. Artikel 96 van de BTW-richtlijn luidt als volgt: "De lidstaten passen een normaal BTW-tarief toe, dat door elke lidstaat wordt vastgesteld op een percentage van de maatstaf van heffing, dat voor goederenleveringen en voor diensten gelijk is De BTW-richtlijn voorziet in de mogelijkheid om één of twee verlaagde tarieven toe te passen. Artikel 98 van de BTW-richtlijn (artikel 12 lid 3, onderdeel a, van de Zesde Richtlijn) luidt op dit punt als volgt: "1. De lidstaten kunnen een of twee verlaagde tarieven toepassen. 2. De verlaagde tarieven zijn uitsluitend van toepassing op de goederenleveringen en de diensten die tot de in bijlage III genoemde categorieën behoren. (...) Onder meer de volgende categorieën zijn in bijlage III opgenomen: "7) Het verlenen van toegang tot shows, schouwburgen, circussen, kermissen, amusementsparken, concerten, musea, dierentuinen, bioscopen, tentoonstellingen en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen; (...) 9) diensten door en auteursrechten voor schrijvers, componisten en uitvoerende kunstenaars; (...) 13) het verlenen van toegang tot sportevenementen;" In bijlage H van de Zesde Richtlijn waren dezelfde categorieën opgenomen maar in deze richtlijn waren ze respectievelijk genummerd als categorie 7, 8 en Artikel 9 lid 1 van de Wet OB bepaalt dat de BTW 19% bedraagt. Artikel 9 lid 2 sub a luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting: a. 6 percent voor leveringen van goederen en diensten, genoemd in de bij deze wet behorende tabel I;" Tot 1 januari 2011 waren in tabel I onder meer de volgende goederen en diensten opgenomen: "b. 14. het verlenen van toegang tot: a. circussen;

4 pagina 4 van 8 b. dierentuinen; c. openbare musea of verzamelingen, (...); d. muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera's, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen (...); e. bioscopen; f. sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke; g. attractieparken, speel- en siertuinen, en andere dergelijke primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen. [...] 17. het optreden door uitvoerende kunstenaars. In het Belastingplan 2011 is tabel I gewijzigd en zijn de diensten genoemd in tabel I sub b. onder 14d en onder 17 geschrapt. 5. De beoordeling Ontvankelijkheid 5.1. Tussen partijen is niet in geschil dat (i) de belangenverenigingen verenigingen zijn met rechtsbevoegdheid, die krachtens hun statuten optreden ter bescherming van de belangen van hen die betrokken zijn bij de podiumkunsten in de ruimste zin van het woord, (ii) de belangenverenigingen op het gebied van de podiumkunsten in de praktijk activiteiten hebben ontplooid en (iii) de belangenverenigingen voldoende hebben getracht het gevorderde door het voeren van overleg te bereiken. Ook overigens is niet gebleken dat niet aan de eisen van artikel 3:305a BW is voldaan, zodat de rechtbank uitgaat van de ontvankelijkheid van de belangenverenigingen. Inhoudelijke beoordeling 5.2. In dit geschil ligt de vraag voor of met de beëindiging van de toepassing van een verlaagd BTWtarief en daarmee de feitelijke invoering van een BTW-tarief van 19% voor het verlenen van toegang tot de podiumkunsten het beginsel van fiscale neutraliteit is geschonden. De belangenverenigingen hebben voor het overige immers niet betwist dat de Staat bevoegd is de toepassing van het verlaagde tarief voor de podiumkunsten te beëindigen De rechtbank stelt voorop dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van de BTW-richtlijn blijkt dat het weliswaar enerzijds de bedoeling is geweest om zoveel mogelijk te komen tot een harmonisatie van de wetgevingen op het gebied van de omzetbelasting, maar dat lidstaten anderzijds de vrijheid is gelaten hun eigen definitie te gebruiken van de verschillende categorieën waarop een verlaagd BTWtarief van toepassing is, afhankelijk van de vraag welke groep producten of diensten zij tegen het verlaagde tarief wensen te belasten. De Staat heeft in dit verband terecht verwezen naar het Verslag van de Europese Commissie van 13 december 1994, waarin dit uitgangspunt is opgenomen. Daarmee is gegeven dat de BTW-richtlijn de lidstaten een zekere vrijheid laat om te besluiten ten aanzien van welke goederen en diensten van het algemene BTW-tarief wordt afgeweken. De rechtbank komt niet een oordeel toe over de wenselijkheid van een bepaalde keuze, maar zij kan slechts toetsen of de keuze om een verlaagd tarief (niet meer) toe te passen, in strijd komt met het aan het gemeenschappelijke BTW-stelsel inherente fiscale neutraliteitsbeginsel. Dit beginsel verzet zich ertegen dat soortgelijke goederen en diensten, die dus met elkaar concurreren, uit het oogpunt van de BTW verschillend worden behandeld De rechtbank neemt bij beoordeling van de vordering verder tot uitgangspunt dat bij de interpretatie van de BTW-richtlijn, zoals ook de Staat betoogt, niet alleen rekening moet worden gehouden met de letterlijke bewoordingen van een bepaling, maar ook met context en doelstellingen, zoals de hierboven besproken keuzevrijheid van de lidstaten. Ten slotte heeft te gelden dat volgens vaste rechtspraak bepalingen die een uitzondering of afwijking vormen op een beginsel strikt moeten worden uitgelegd. Deze laatstgenoemde regel geldt ook voor afwijkingen op het normale BTW-tarief als bedoeld in artikel 96 van de BTW-richtlijn Uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie volgt voorts dat selectieve toepassing van het verlaagd tarief voor slechts een aantal concrete en specifieke aspecten of onderdelen van een in een post vermelde categorie goederen en diensten tot de mogelijkheden behoort, (opnieuw) mits het aan het aan het gemeenschappelijke BTW-stelsel inherente beginsel van fiscale neutraliteit wordt

5 pagina 5 van 8 geëerbiedigd. Voorts leidt de rechtbank uit de jurisprudentie van het HvJ af dat van soortgelijkheid als bedoeld in het kader van het fiscale neutraliteitsbeginsel, hoewel daarvoor niet vereist is dat het gaat om identieke handelingen, niet snel sprake is. De rechtbank wijst bijvoorbeeld op het geneesmiddelenarrest (HvJ 3 mei 2001, C-481/98) waarin geneesmiddelen met dezelfde therapeutische of preventieve werking niet soortgelijk worden geacht, slechts vanwege het verschil dat het ene medicijn voor vergoeding in aanmerking komt en het andere niet. Meer recent heeft het HvJ bijvoorbeeld geoordeeld dat slachtpaarden, wedstrijdpaarden en gezelschapspaarden geen soortgelijke paarden zijn wanneer deze paarden voor hun specifieke respectieve gebruik worden verkocht (HvJ 3 maart 2011, C-41/09). De rechtbank maakt voorts met name uit het recente Lijkbezorgersarrest (HvJ 6 mei 2010, C-94/09, r.o. 41) op dat de vraag of sprake is van soortgelijke goederen en diensten zich met name toespitst op de vraag of de in het geding zijnde goederen of diensten van elkaar kunnen worden onderscheiden. Indien de goederen of diensten van elkaar kunnen worden onderscheiden, betreft het niet soortgelijke goederen of diensten die met elkaar concurreren De rechtbank ziet zich in deze zaak dus met name gesteld voor de vraag of de kenmerkende diensten die de podiumkunstenaars leveren enerzijds kunnen worden onderscheiden van de kenmerkende diensten die in de circussen, dierentuinen, musea, bioscopen, attractieparken, siertuinen en sportwedstrijdorganisatoren worden geleverd anderzijds. Voor wat betreft de dierentuinen, musea, bioscopen, attractieparken, siertuinen en sportwedstrijden acht de rechtbank dit, overigens door de belangenverenigingen ook niet (voldoende) betwiste, onderscheid evident; het is lastiger overeenkomsten te benoemen dan verschillen. Feitelijk hebben de in categorie 7 genoemde evenementen en voorzieningen niet meer gemeen dan dat ze voor het publiek toegankelijk zijn tegen voorafgaande betaling van een toegangsrecht, zodat al wie dit toegangsrecht betaalt, het recht krijgt (gezamenlijk) hiervan gebruik te maken. Dit gemeenschappelijke aspect betreft echter allerminst het kenmerkende aspect van de verschillende in categorie 7 opgesomde evenementen en voorzieningen. Ook wat betreft de circussen kan in het algemeen eenvoudig onderscheid worden gemaakt ten opzichte van de podiumkunsten. De omstandigheid dat het door de belangenverenigingen genoemde Cirque du soleil aan het circus ontleende elementen in haar voorstellingen verwerkt, leidt er niet toe dat het onderscheid tussen circussen en podiumkunsten verdwijnt. Dit gegeven werpt slechts een afbakeningsvraag op. De omstandigheid dat er een kennelijk grensgeval valt aan te wijzen, lijkt eerder te wijzen op het bestaan van een onderscheidende grens Nu er gezien het voorgaande in het onderhavige geval geen sprake is van soortgelijke diensten, is een schending van het beginsel van fiscale neutraliteit niet aan de orde. De rechtbank is, zoals hieronder zal worden toegelicht, namelijk ook van oordeel dat (i) aan de zinsnede "en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen" in categorie 7 niet de betekenis moet worden gehecht die de belangenverenigingen daaraan hechten, (ii) dat de onder categorie 7 opgesomde evenementen en voorzieningen niet als één en dezelfde belastbare handeling moeten worden beschouwd en (iii) dat de stelling inhoudende dat indien diensten concurreren zij enkel al om die reden soortgelijk zijn, niet opgaat. (i) Betekenis "en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen" in categorie De belangenverenigingen betogen dat de letterlijke tekst van categorie 7 van Bijlage III geen andere conclusie toelaat dan dat alle in de categorie genoemde diensten soortgelijk zijn en dus dat de differentiatie tussen de daar genoemde diensten inbreuk maakt op het beginsel van fiscale neutraliteit. Weliswaar is door het HvJ geoordeeld dat het de lidstaten vrij staat om het verlaagde BTW-tarief toe te passen op concrete en specifieke aspecten van de verschillende categorieën opgenomen in bijlage III bij de BTW-richtlijn, dit uitgangspunt geldt volgens de belangenverenigingen echter niet voor categorie 7. Daarin is namelijk - anders dan in alle andere categorieën - aan het einde van de opsomming opgenomen de zinsnede : "en soortgelijke culturele evenementen en voorzieningen". Ter ondersteuning van deze stelling beroepen de belangenverenigingen zich op de omstandigheid dat alle gewezen arresten waarin differentiatie werd toestaan betrekking hebben op andere categorieën dan categorie De rechtbank ziet, mede vanwege de in 5.3. en 5.4. genoemde uitgangspunten, in de door de belangenverenigingen benadrukte zinsnede in categorie 7 onvoldoende grond om van de vaste rechtspraak van het HvJ, inhoudende dat binnen een categorie mag worden gedifferentieerd, af te wijken. Weliswaar heeft de jurisprudentie in algemene zin betrekking op differentiatie binnen een dienst van een bepaalde categorie van bijlage III bij de BTW-richtlijn (dus bijvoorbeeld differentiatie

6 pagina 6 van 8 binnen de dienst "lijkbezorgers" van categorie 16), maar voor de conclusie dat deze regel niet ook zou gelden voor differentiatie binnen de categorieën als zodanig zijn geen aanwijzingen. Ook de omstandigheid dat het HvJ zich over categorie 7 niet expliciet in deze zin heeft uitgesproken, overtuigt niet, zeker niet nu in de rechtspraak geen (concrete) aanwijzing te vinden valt voor de aanname dat categorie 7 wat dit betreft een bijzondere positie inneemt. De rechtbank hecht daarbij groot belang aan de omstandigheid dat de uitleg die de belangenverenigingen voorstaan, tot een (zeer) ruime toepassing van categorie 7 leidt, omdat in die uitleg alle in die categorie genoemde culturele evenementen en bovendien alle soortgelijke evenementen of tezamen wel of tezamen niet onder het verlaagde tarief dienen te worden gebracht. Dit strookt niet met de onder punt 5.3. en 5.4. geformuleerde uitgangspunten en kan er bovendien toe leiden dat lidstaten ervan zullen afzien het verlaagde tarief toe te passen voor een enkele in categorie 7 genoemde dienst omdat zij dan gehouden zouden zijn dat lage tarief voor alle diensten toe te passen De rechtbank is daarbij van oordeel dat er onvoldoende aanleiding is (gesteld) het arrest van de Hoge Raad van 30 juni 1999 (LJN AA2816), waarin wordt overwogen dat het uitgangspunt dat lidstaten binnen categorieën mogen differentiëren ook geldt voor de diensten opgenomen in categorie 7, als achterhaald of onjuist te beschouwen. De rechtbank wijst er in dit verband op dat ook het arrest van het HvJ van 23 oktober 2003 (Commissie / Duitsland, C-109/02) een aanwijzing vormt dat binnen categorie 7 wel kan worden gedifferentieerd, zodat (onverminderd) moet worden aangenomen dat het arrest van de Hoge Raad in lijn is met de jurisprudentie van het HvJ. (ii) Verlenen van toegang is één belastbare handeling De belangenverenigingen stellen voorts dat in categorie 7 sprake is van één belastbare handeling met verschillende varianten daarvan, namelijk het verlenen van toegang tot een cultureel evenement, waardoor het maken van onderscheid niet mogelijk is De rechtbank is van oordeel dat het feit dat de belastbare handeling - het heffen van toegang - een gemeenschappelijk aspect is van de evenementen en voorzieningen die onder categorie 7 vallen niet tot gevolg heeft dat deze evenementen en voorzieningen om die enkele reden soortgelijk zijn. Het betreft zoals hiervoor opgemerkt niet het kenmerkende aspect van deze evenementen en voorzieningen. Een andersluidend oordeel zou als consequentie hebben dat bijvoorbeeld een grote diversiteit aan goederen als soortgelijk beschouwd dient te worden, enkel en alleen omdat het gemeenschappelijke aspect wordt gevormd door de omstandigheid dat de belastbare handeling het leveren van dat goed is. Dit laatste kan niet volgehouden worden De belangenverenigingen betogen subsidiair dat een vermoeden van gelijksoortigheid moet worden aangenomen indien het bij de betrokken handelingen gaat om verschillende varianten van één en dezelfde belastbare handeling van één categorie. Ook aan dit argument gaat de rechtbank voorbij, nu zij onder 5.12 al heeft overwogen van oordeel te zijn dat het verlenen van toegang tot de verschillenden evenementen even zoveel belastbare handelingen zijn. De feitelijke veelsoortigheid van evenementen waartoe toegang wordt verleend ontkracht aldus een eventueel bewijsvermoeden. (iii) Concurrentie-argument De belangenverenigingen stellen zich voorts op het standpunt dat indien diensten met elkaar concurreren zij om die reden soortgelijk zijn in de zin van het beginsel van fiscale neutraliteit en dat die diensten derhalve niet aan een verschillend BTW-tarief onderworpen mogen zijn. Nu economisch onderzoek heeft uitgewezen dat de podiumkunsten enerzijds en andere in de onder 4.5. weergegeven tabel I sub b onder 14 opgenomen evenementen en voorzieningen anderzijds in een kruislings elastische verhouding tot elkaar staan, is het verlenen van toegang tot de podiumkunsten substitueerbaar met het verlenen van toegang tot die andere evenementen, zodat sprake is van concurrentie met deze evenementen en derhalve van soortgelijkheid als bedoeld in het fiscale neutraliteitsbeginsel De rechtbank volgt de belangenverenigingen niet in hun betoog op dit punt. De achtste overweging van de considerans van de Eerste richtlijn (67/227/EEG) van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgeving der lidstaten betreffende omzetbelasting (PB 1967, 71, blz.1301; hierna Eerste richtlijn) luidt als volgt:

7 pagina 7 van 8 "dat de vervanging van de in het merendeel der lidstaten geldende cumulatieve cascadestelsels door het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde zelfs indien de tarieven en vrijstellingen niet tegelijkertijd worden geharmoniseerd moet leiden tot neutraliteit ten aanzien van de mededinging in die zin, dat binnen elk land op soortgelijke goederen dezelfde belastingdruk zal rusten (...)". Hieruit volgt al dat de voorwaarde van de soortgelijkheid leidend is bij het antwoord op de vraag of de fiscale neutraliteit is geschonden De rechtbank wijst voorts op de omschrijving van het begrip fiscale neutraliteit: Het beginsel van de fiscale neutraliteit verzet zich ertegen dat soortgelijke goederen, die dus met elkaar concurreren, uit het oogpunt van de BTW ongelijk worden behandeld (cursivering rechtbank). In de Duitse vertaling is voor het woord dus het woord deshalb gebruikt, in de Franse donc en in de Spaanse de woorden por tanto. De volgorde van de gebruikte woorden (soortgelijke goederen, die dus met elkaar concurreren) duidt op een volgtijdelijkheid in beoordeling: in de eerste plaats moet worden beoordeeld of sprake is van soortgelijke goederen of diensten en pas wanneer dat het geval is moet worden beoordeeld of deze goederen ook met elkaar concurreren. De rechtbank leidt dus ook uit deze bewoordingen af dat beoordeeld moet worden of goederen soortgelijk zijn, omdat soortgelijke goederen met elkaar concurreren. En niet, zoals de belangenverenigingen stellen, dat beoordeeld moet worden of goederen met elkaar concurreren en uit dien hoofde soortgelijk zijn als bedoeld in het begrip fiscale neutraliteit Voorts geldt dat indien het betoog van de belangenverenigingen zou worden gevolgd, dit tot een ruime toepassing zou moeten leiden van de afwijkingen van de algemene BTW-regel hetgeen strijdig is met de eerder aangehaalde uitgangspunten betreffende de vrijheid van de lidstaten ten aanzien van de nationale invulling van het verlaagde tarief en de strikte uitleg van bepalingen die een uitzondering of afwijking vormen. Immers alle goederen of diensten die concurreren met een goed of dienst waarop het verlaagde tarief van toepassing is zouden dan aanspraak op het verlaagde tarief kunnen maken, hetgeen het toepassingsgebied van een verlaagde BTW-tarief aanzienlijk zou kunnen uitbreiden, zeker als daarbij ook nog een ruime definitie van de markt zou worden gehanteerd, zoals de markt voor vrijetijdsbestedingen De belangenverenigingen hebben in dit kader met name gewezen op de letterlijke tekst van rechtsoverweging 47 uit het JP-Morgan arrest (HvJ 28 juni 2007, C-363/05). Deze overweging luidt: "Het beginsel van fiscale neutraliteit omvat tevens het beginsel van het opheffen van concurrentievervalsingen die voortvloeien uit een verschillende behandeling vanuit het oogpunt van de btw (zie in die zin arrest van 3 mei 2001, Commissie / Frankrijk, C-481/98, Jurispr. blz. I-3369, punt 22). De vervalsing is dan ook aangetoond zodra wordt vastgesteld dat diensten met elkaar concurreren en ongelijk worden behandeld vanuit het oogpunt van de btw (zie in die zin arrest van 29 maart 2001, Commissie / Frankrijk, C-404/99, Jurispr. blz. I-2667, punten 45-47). Het is in dat opzicht irrelevant of de vervalsing die daaruit voortvloeit, aanmerkelijk is". De rechtbank volgt de letterlijke lezing van de belangenverenigingen niet, aangezien het Hof de vaststelling inhoudende dat de vervalsing is aangetoond zodra wordt vastgesteld dat diensten met elkaar concurreren en ongelijk worden behandeld duidelijk ontleent aan de rechtsoverwegingen 45 tot en met 47 van het arrest van 29 maart 2001, waarin expliciet sprake is van "ondernemers die dezelfde handelingen verrichten" en "ondernemers die voor dezelfde totaalprijs dezelfde prestatie bieden". Uit genoemde rechtsoverweging 47 van het JP-Morgan arrest mag naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet worden afgeleid dat de enkele omstandigheid dat diensten concurreren met zich brengt dat (al) deze diensten als soortgelijk moeten worden beschouwd. De rechtbank vindt ook steun voor deze conclusie in rechtsoverweging 46 van het arrest JP-Morgan zelf, waarin het Hof (ook) spreekt van "soortgelijke diensten, die dus met elkaar concurreren" Dat de Nederlandse regering in het verleden het concurrentieargument heeft gebruikt om bepaalde diensten naar een lager BTW-tarief te brengen, zoals de belangenverenigingen naar voren hebben gebracht, acht de rechtbank evenmin van belang. Hierdoor heeft zij niet het recht verspeeld om diensten en goederen die niet soortgelijk zijn verschillend te behandelen, ook al is er sprake van concurrentie tussen deze goederen en diensten De belangenverenigingen verwijzen nog naar de fusiecontrolemeldingen waarbij het verlenen van toegang tot de verschillende in categorie 7 genoemde culturele evenementen en voorzieningen als soortgelijk wordt aangemerkt en naar de beoordeling van toelaatbaarheid van staatssteun. De

8 pagina 8 van 8 rechtbank acht deze verwijzingen niet relevant omdat deze zijn gebaseerd op de verkeerde vooronderstelling dat het antwoord op de vraag of diensten en goederen met elkaar concurreren doorslaggevend is voor het oordeel of diensten en goederen soortgelijk zijn. De rechtbank gaat dan ook hieraan voorbij Gelet op dit een en ander concludeert de rechtbank dat het bij het begrip fiscale neutraliteit daadwerkelijk moet gaan om soortgelijke producten en diensten, waarbij het begrip soortgelijk beperkt moet worden uitgelegd. Of producten concurreren is een overweging bij de beoordeling van de vraag of producten soortgelijk zijn. Hieruit kan echter niet een regel worden afgeleid dat producten die met elkaar concurreren altijd soortgelijk zijn in de zin van het beginsel van fiscale neutraliteit. Een andersluidend oordeel zou waarschijnlijk tot gevolg hebben dat elke uitzondering op de hoofdregel dat belast wordt tegen het hoge tarief een te ruime strekking zou krijgen, aangezien - zoals de Staat naar voren heeft gebracht - heel veel goederen en diensten met elkaar zullen blijken te concurreren alleen al omdat consumenten tijd en geld maar éénmaal kunnen besteden Aan de behandeling van de door de belangenverenigingen overgelegde rapporten waaruit zou blijken dat het verlenen van toegang tot de verschillende culturele evenementen substitueerbaar is, komt de rechtbank derhalve niet toe. Hetzelfde geldt voor de vordering van de belangenverenigingen sub c. Slotsom De rechtbank is van oordeel dat het verlenen van toegang tot de podiumkunsten kan worden onderscheiden van het verlenen van toegang tot de andere door de belangenverenigingen genoemde vormen van vrijetijdsbesteding - circussen, dierentuinen, openbare musea of verzamelingen, bioscopen, sportwedstrijden en attractieparken - waarop het verlaagde tarief van 6% ook na invoering van het Belastingplan 2011 van toepassing blijft. Van soortgelijke diensten is geen sprake zodat het beginsel van de fiscale neutraliteit niet wordt geschonden op het moment dat op het verlenen van toegang tot de podiumkunsten een tarief van 19% wordt geheven De belangenverenigingen zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Staat worden begroot op griffierechten 568,00 en salaris advocaat 1.356,- (3 punten tarief 452), totaal 1.924,-. 6. De beslissing De rechtbank: - wijst de vorderingen af; - veroordeelt de belangenverenigingen hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de Staat tot op heden begroot op 1.924,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling; - verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. van der Helm, mr. W.A.G.J. Ferenschild en mr. D.R. Glass en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2011.

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 19 juni 2012

uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 19 juni 2012 LJN: BW8439, Rechtbank Arnhem, AWB 11/4264 Datum uitspraak: 19-06-2012 Datum publicatie: 19-06-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Verweerder na

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 oktober 2003 (1)

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 oktober 2003 (1) Downloaded via the EU tax law app / web Arrêt de la Cour Zaak C-109/02 Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Bondsrepubliek Duitsland «Niet-nakoming Zesde BTW-richtlijn Nationale wettelijke regeling

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hoge Raad / Belastingrecht. Cassatie Prejudicieel verzoek

Hoge Raad / Belastingrecht. Cassatie Prejudicieel verzoek ECLI:NL:HR:2016:1866 Permanente http://deeplink. Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 12-08-2016 12-08-2016

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551

ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551 ECLI:NL:RBSGR:2010:BO3551 Instantie Datum uitspraak 27-10-2010 Datum publicatie 10-11-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 343076 - HA ZA 09-2395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2014 F.12.0203.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0203.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776 ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 16-06-2006 Zaaknummer 124519 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 ECLI:NL:RBAMS:2013:6267 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11092013 Datum publicatie 27092013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/539534 Civiel recht Eerste

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 348952 / KG ZA 09-1325 Vonnis in kort geding van in de zaak van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid KONINKLIJK INSTITUUT

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BP2860, Rechtbank 's-gravenhage, 366594 - HA ZA 10-1807 Datum uitspraak: 02-02-2011 Datum publicatie: 02-02-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769

ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891

zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 371238 / KG ZA 10-891 Vonnis in kort geding van 17 november 2010 in de zaak van 1. de vennootschap onder firma DIGI-D, gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012 vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van in de zaak van de vennootschap onder firma VAN HOOF VOF, gevestigd te Asten,

Nadere informatie

2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.

2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker. Caesar Capital Todays Vermogensbeheer DomJur 2011-679 Rechtbank Amsterdam, Sector civiel recht Zaaknummer/rolnummer: 483704 / KG ZA 11-314 P/PV Datum: 14 april 2011 Vonnis in kort geding van 14 april 2011

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 Vonnis van 25 februari 2015 in de zaak van maatschap [naam maatschap], gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van NMLK Didio DomJur 2013-971 Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013 In de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NMLK B.V. h.o.d.n.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBNHO:2015:6063 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Rechtbank Noord-Holland

Nadere informatie

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67

In naam des Konings! vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07042017 Datum publicatie 02052017 Zaaknummer C/05/315845/KG ZA 1789 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBOVE:2016:286 ECLI:NL:RBOVE:2016:286 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18012016 Datum publicatie 29012016 Zaaknummer C/08/179852 / KG ZA 15391 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak Datum uitspraak: 06-07-2007 Datum publicatie: 06-07-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Eiseres

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 362303 / KG ZA 10-384

zaaknummer / rolnummer: 362303 / KG ZA 10-384 vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 362303 / KG ZA 10-384 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KROON

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905 ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 25-11-2003 Datum publicatie 25-11-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 168101/KGZA 03-969/EV Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Vonnis van 23 november 2016 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C / HA ZA van

vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Vonnis van 23 november 2016 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C / HA ZA van vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Vonnis van 23 november 2016 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C10915 07759 / HA ZA 16-329 van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EUREST SERVICES

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520

zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 387525 / HA ZA 11-520 Vonnis in incident van in de zaak van 1. de rechtspersoon naar vreemd recht BJÖRN BORG BRANDS AB, gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 04-02-2011 Zaaknummer 119974 - HA ZA 10-474 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576

ECLI:NL:RBGEL:2017:1576 ECLI:NL:RBGEL:2017:1576 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 3281182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685

ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING DE THUISKOPIE, gevestigd te

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 Instantie Datum uitspraak 20-11-2013 Datum publicatie 09-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85770 / HA ZA 12-259 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079 ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Zaaknummer 93461 / KG ZA 08-415 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

King Cuisine [gedaagde] DomJur

King Cuisine [gedaagde] DomJur King Cuisine [gedaagde] DomJur 2014-1088 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaak-/rolnummer: C/02/286367 / KG ZA 14-554 ECLI:NL:RBZWB:2014:7297 Datum: 21 oktober 2014 Vonnis in kort geding van in de zaak van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:5084

ECLI:NL:RBROT:2017:5084 ECLI:NL:RBROT:2017:5084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer C/10/511503 HA ZA 16-981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-05-2009 Datum publicatie 25-06-2009 Zaaknummer 315275 / HA ZA 08-2278 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624

ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624 ECLI:NL:RBARN:2012:BX0624 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 20-06-2012 Datum publicatie 06-07-2012 Zaaknummer 216937 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie