ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS Resultaten uit de Omnibusenquête 2003

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS 2003. Resultaten uit de Omnibusenquête 2003"

Transcriptie

1 ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS 2003 Resultaten uit de Omnibusenquête 2003 Projectnummer drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Mei 2003 In opdracht van de Afdeling Informatiebeleid van de Bestuursdienst Rotterdam.

2 Prijs: 12,50 Gegevens mogen worden overgenomen, mits met bronvermelding. Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik toegestaan.

3 INHOUD Voorwoord 5 Noten 6 Samenvatting en conclusies 7 1. Computerbezit en -gebruik Computerbezit en -gebruik thuis Internet thuis Internet elders Vergelijking met het landelijke beeld 18 Noten Gemeentelijke informatie en dienstverlening op Internet Bekendheid, bezoek en waardering gemeentelijke websites Gemeentelijke dienstverlening via het Internet Politieke onderwerpen via het Internet 32 Noten 33 Bijlage I: Respons en representativiteit 35 I.1 Geslacht en leeftijd 35 I.2 Etniciteit 36 I.3 Deelgemeente 37 I.4 Conclusie 37 Noten 38 Bijlage II: De vragen in de vragenlijst 39 Bijlage III: Via Internet af te handelen zaken met de gemeente 43 Bijlage IV: De betekenis van de percentages; significantie 45 IV.1 Percentages 45 3

4 IV.2 Vergelijkingen 46 IV.3 Gemiddelden 46 Noten 46 Publicatie-overzicht Centrum voor Onderzoek en Statistiek 47 4

5 VOORWOORD Op verzoek van diverse afdelingen en diensten van de gemeente Rotterdam voert het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) jaarlijks in februari een Omnibusenquête uit onder Rotterdammers van 16 tot en met 75 jaar. Sinds 2002 is de doelgroep van deze enquête uitgebreid tot alle Rotterdammers van 16 jaar of ouder. Dit jaar is op verzoek van de Afdeling Informatiebeleid van de Directie Sociaal Economische Zaken van de Bestuursdienst ook een aantal vragen opgenomen over het bezit en gebruik van pc s, Internet en en over gemeentelijke informatievoorziening en dienstverlening op Internet. Deze vragen komen grotendeels overeen met vragen die hierover in de Omnibusenquête van 2002 en 2001 ook al waren gesteld; over het bezit en gebruik van pc s, Internet en waren zelfs in de Omnibusenquêtes van 2000 en 1999 ook al vragen gesteld. De voorliggende rapportage handelt over de beantwoording van deze vragen; voor een deel als vervolg op de rapportage over de vergelijkbare vragen in de Omnibusenquêtes van , , en De enquête Zoals gezegd, stammen de gegevens voor dit onderzoek uit de in het voorjaar van 2003 gehouden Omnibusenquête. Als gevolg van het grote aantal opdrachtgevers aan, en onderwerpen in de Omnibusenquête is de enquête dit jaar wederom opgesplitst in twee vragenlijsten: een aantal onderwerpen kwam slechts op de zogenoemde A-lijst aan de orde, een aantal alleen op de B-lijst, en sommige op beide lijsten. De vragenlijsten van de enquête zijn op basis van twee aselecte steekproeven verspreid onder twee keer inwoners van Rotterdam. De respons op deze enquête bedroeg in totaal 53%: bij de A-lijst 52% (1.813 respondenten), en bij de B-lijst 54% (1.875 respondenten). Daarmee is de respons dit jaar hoger dan vorig jaar, toen zij bij beide lijsten 50% bedroeg. Voor zo ver op verifieerbare kenmerken valt na te gaan, is ook dit jaar de respons op de Omnibusenquête voldoende representatief voor de totale Rotterdamse bevolking van 16 jaar en ouder, al zijn mannen, de jongere helft van de bevolking en allochtonen wat ondervertegenwoordigd. De afwijkingen zijn echter iets minder groot dan in de afgelopen jaren. Zie hierover uitgebreider in Bijlage I. De vragen over het bezit en gebruik van pc s, Internet en en over gemeentelijke informatievoorziening en dienstverlening op Internet waren opgenomen in Vragenlijst B; zie Bijlage II. Opbouw van deze rapportage Deze rapportage is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt het bezit en gebruik van pc s, Internet en (thuis en elders, zoals op het werk) besproken, waarbij ook een vergelijking wordt gemaakt met landelijke gegevens. Hoofdstuk 2 gaat over bekendheid, bezoek en de waardering van de Rotterdamse gemeentelijke website(s), en over waardering en gebruik van gemeentelijke dienstverlening via Internet. Deze rapportage kent tevens vier bijlagen. In Bijlage I worden respons en representativiteit van de Omnibusenquête 2003 besproken aan de hand van de achtergrondkenmerken van de respondenten. 5

6 In Bijlage II zijn de hier behandelde vragen uit de enquête letterlijk van de vragenlijst overgenomen, en in Bijlage III is een overzicht opgenomen van zaken met de gemeente die de Rotterdammers via Internet zouden willen afhandelen (blijkens de beantwoording van vraag 35). Bijlage IV tenslotte wordt een korte toelichting gegeven op de statistische interpretatie van de in deze rapportage weergegeven percentages en over de significantie van verschillen. De boodschap uit deze bijlage moge zijn, dat in het algemeen verschillen of afwijkingen van 1- à 2% niet als verschillen mogen worden beschouwd, maar evengoed door het toevalskarakter van de steekproeven kunnen zijn veroorzaakt. Als bijvoorbeeld iets het ene jaar 14% was, en het volgende jaar 15%, dan is daarmee dus nog geen toename aangetoond. Dit alles wordt voorafgegaan door enkele gekleurde pagina s met samenvattende conclusies. Noten in de tekst zijn te vinden aan het eind van het betreffende hoofdstuk c.q. de betreffende bijlage. Tot slot van deze inleiding zij er op gewezen, dat overal waar in deze rapportage gesproken wordt over de Rotterdammers, de Rotterdammers van 16 jaar en ouder bedoeld worden. Op 1 januari 2003 waren dat er (van de in totaal ). Voorts zij er wellicht ten overvloede op gewezen, dat de Omnibusenquête een personenenquête is, zodat de hier gepresenteerde uitkomsten in eerste instantie gelden voor personen, en niet voor huishoudens. Met andere woorden: als een bepaald percentage Rotterdammers iets vindt of heeft, zegt dat nog niets over het precieze percentage Rotterdamse huishoudens dat dat vindt of heeft. Resultaten uit een personenenquête kunnen echter wel worden omgerekend naar resultaten in termen van huishoudens; op sommige plaatsen in deze rapportage is dat ook gedaan, en worden tevens uitspraken gedaan over de Rotterdamse huishoudens. Noten 1. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (P.A. de Graaf): Rotterdammers en computers. Resultaten uit de Omnibusenquête 99; Rotterdam, oktober Centrum voor Onderzoek en Statistiek (P.A. de Graaf): Rotterdammers en computers Resultaten uit de Omnibusenquête 2000; Rotterdam, september Centrum voor Onderzoek en Statistiek (P.A. de Graaf): Rotterdammers en computers Resultaten uit de Omnibusenquête 2001; Rotterdam, juli Centrum voor Onderzoek en Statistiek (P.A. de Graaf): Rotterdammers en computers Resultaten uit de Omnibusenquête 2002; Rotterdam, juli

7 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Bezit en gebruik van pc s, Internet en Bij 65% van de Rotterdammers van 16 jaar en ouder ( personen) is er een pc thuis aanwezig. Omgerekend in aantallen huishoudens komt dit neer op huishoudens: 58% van alle Rotterdamse huishoudens. In 14% van de gevallen gebruiken alleen anderen (zoals partner, kinderen en ouders) de pc. Blijven over: Rotterdammers die een pc in huis hebben en die pc ook daadwerkelijk zelf gebruiken. De Rotterdamse pc-gebruiker is jong hoog opgeleid, heeft een baan of studeert nog, heeft een hoog inkomen, en is wat vaker autochtoon. De Rotterdamse digibeet is oud, en heeft een lage opleiding en een laag inkomen. Het computerbezit en -gebruik in Rotterdam neemt steeds verder toe: personen met een pc in het huishouden 52% 53% 58% 61% 64% huishoudens met een pc 47% 48% 53% 55% 58% personen die een pc thuis hebben en die ook zelf gebruiken 43% 41% 49% 50% 54% Van een inhaalslag door de digitale achterstandsgroepen is nog steeds geen sprake; alleen is het verschil tussen mannen en vrouwen het afgelopen jaar wat kleiner geworden. Het pc-bezit van de Rotterdammers loopt nog altijd flink achter bij het landelijke, en ook bij dat in Amsterdam, Den Haag en (vooral) Utrecht. Die achterstand is echter niet zo vreemd, gezien de verschillen in bevolkingssamenstelling (opleiding; inkomen). 83% van de Rotterdammers met een pc thuis, heeft thuis ook toegang tot het Internet; dat zijn personen ( huishoudens). 12% daarvan maakt echter zelf geen gebruik van die Internet-aansluiting; blijven over: Rotterdammers die thuis wel eens het net op gaan. In totaal maakt 47% van de Rotterdammers thuis gebruik van een Internet-aansluiting, heeft 6% thuis wel zo n aansluiting maar gebruikt m niet, heeft 11% niet zo n aansluiting maar wel een pc thuis, en heeft 36% niet eens een pc thuis. Internet-gebruikers en -niet-gebruikers hebben het zelfde profiel als pc-bezitters en -niet-bezitters. Het bezit van een Internet-aansluiting nam de afgelopen jaren zelfs nog in een sneller tempo toe dan het pc-bezit, omdat steeds meer Rotterdamse pc s ook een Internet-aansluiting hadden. Het afgelopen jaar is het percentage Internet-aansluitingen op pc s echter nauwelijks meer verder toegenomen, en nam de Internet-penetratie ongeveer even snel toe als de pc-penetratie: % pc-bezitters 52% 53% 59% 61% 64% % daarvan met een Internet-aansluiting 40% 59% 74% 82% 83% pc-bezitters die een Internet-aansluiting hebben als percentage van alle Rotterdammers van 16 jaar en ouder 21% 31% 43% 50% 53% % pc-bezittende huishoudens 47% 48% 53% 55% 58% % daarvan met een Internet-aansluiting 39% 58% 74% 82% 82% huishoudens die een Internet-aansluiting hebben als percentage van alle Rotterdamse huishoudens 18% 28% 39% 45% 48% aantal gebruikers van een Internet-aansluiting thuis x als percentage van alle Rotterdammers van 16 jaar en ouder x 26% 37% 42% 47% 7

8 44% van de Rotterdammers met Internet thuis heeft een aansluiting via een (inbel-)modem, 10% heeft een ISDN-aansluiting, 16% een ADSL-aansluiting en 29% een aansluiting via de kabel. 17% zegt te overwegen, om binnen een jaar een andere Internet-aansluiting te nemen, en nog eens 14% weet dit niet. Het merendeel van hen (58%) denkt daarbij aan ADSL, 23% aan een kabelaansluiting, 6% aan ISDN, 2% aan een (inbel-)modem en eveneens 2% aan glasvezel. (De overige 9% weet nog niet, wat voor soort.) De argumenten om over te willen gaan op ADSL of kabel komen aardig overeen met de argumenten die Rotterdammers noemen die dat nu al hebben: vooral de snelheid, en ook de kostenbeheersing en de vrije telefoonlijn. Zo n beetje iedereen gebruikt Internet om informatie te zoeken (surfen, browsen; 96%) en om te e- mailen (93%); daarnaast noemt 46% telebankieren en/of verzekeren, 30% chatten, 29% films en/of muziek, eveneens 29% games (spelletjes), 22% het kopen van producten en 11% nieuws- en discussiegroepen. 35% van de Rotterdammers heeft op het werk toegang tot Internet; wederom een toename vergeleken met het vorige jaar. Daarnaast wordt ook wel eens gebruik van Internet-voorzieningen elders gemaakt; vooral bij familie of vrienden. Als de Rotterdammers die op hun werk of elders wel eens gebruik maken van Internet-voorzieningen ook worden meegeteld, blijkt in totaal 61% van de Rotterdammers wel eens gebruik te maken van Internet-voorzieningen, hetgeen eveneens wederom een toename betekent: Internetgebruiker (thuis dan wel op het werk dan wel elders) x 38% 52% 55% 61% heeft thuis wel een Internet-aansluiting x 5% 6% 7% 5% heeft thuis wel een pc x 17% 10% 6% 5% heeft thuis ook geen pc x 41% 32% 33% 28% Ook als Internetgebruik op het werk of elders meegeteld wordt, verandert het profiel van de Rotterdamse Internetgebruiker niet. Net als het pc-bezit en -gebruik, loopt ook het Internetbezit en -gebruik in Rotterdam flink achter bij het landelijke en bij dat in de andere drie grote steden. Gemeentelijke informatie op het Internet 54% van de Rotterdammers zegt te weten dat de gemeente Rotterdam allerlei informatie op het Internet publiceert. De bekendheid met deze informatieverstrekking via Internet hangt samen met de mate van interesse in de plaatselijke politiek en met de vraag of men zelf ook Internetgebruiker is. De afgelopen jaren is de bekendheid van de publicatie van gemeentelijke informatie op Internet flink toegenomen. Zelfs van de Rotterdammers die beweren te weten van gemeentelijke websites heeft echter de helft zo n site nog nooit bezocht: slechts 3% van hen bezoekt de gemeentelijke website(s) vaak (minstens eens per week), 12% soms (meer dan eens per maand), 35% zelden (minder dan eens per maand) en 51% nooit. Van alle Rotterdammers bezoekt dus 2% de gemeentelijke website(s) vaak, 6% soms, 18% zelden en de resterende 74% (inclusief wie had gezegd ze niet eens te kennen) nooit. Van de Rotterdammers die thuis wel eens gebruik maken van Internet, komt in totaal 12% meer dan eens per maand op een gemeentelijke website langs, en 58% nooit. 8

9 Vergeleken met vorig jaar is het aantal Rotterdammers dat wel al eens een bezoek aan gemeentelijke websites heeft gebracht flink toegenomen: bij de Rotterdammers die zeggen ze te kennen liep dit percentage op van 38% tot 49%, en bij alle Rotterdammers van 18% naar 26%, maar van frequent gebruik is nog steeds overal zelden sprake. Zowel bekendheid als gebruik liggen in Rotterdam ook lager dan in de andere drie grote steden. De meest genoemde benaming van de bezochte gemeentelijke website is of rotterdam.nl : door 34% van de bezoekers letterlijk zo genoemd (of gegokt). Alle overige mogelijkheden werden veel minder vaak genoemd, en dan nog meestal ook niet met de precieze paginanaam. Meer dan de helft van de bezoekers (60%) was tevreden over de inhoud van de bezochte site(s), 19% was niet helemaal tevreden, en een enkeling helemaal niet. De rest (19%!) wist het niet meer. Vergeleken met vorig jaar is de tevredenheid van de gebruikers wederom toegenomen. 19% van de Rotterdammers beweert te weten van het bestaan van de sites van de burgemeester en de wethouders. Van hen heeft echter slechts 14% ooit zo n site bezocht - 3% van alle Rotterdammers. De bekendheid is daarmee sinds vorig jaar met 4%-punt toegenomen; het bezoek nam echter slechts marginaal toe. Ruim drie-kwart van de Rotterdammers vindt het een goed idee dat de gemeente informatie publiceert via Internet, en slechts 4% vindt van niet. Relatief veel mensen (17%) hebben hierover echter geen mening. De meeste huiver bestaat bij ouderen en Rotterdammers die zelf geen pc hebben. Rotterdammers die zo n site al eens bezocht hebben, vinden het bijna allemaal een goed idee; de spaarzame tegenstanders en de twijfelaars hebben bijna allemaal nog nooit zo n site bezocht. De afgelopen jaren lijkt er weinig veranderd in de waardering voor het idee dat de gemeente informatie via Internet publiceert. Gemeentelijke dienstverlening via het Internet 30% van de Rotterdammers zegt te weten dat de gemeente Rotterdam ook dienstverlening aanbiedt via Internet, zoals de mogelijkheid om een verhuizing te melden, of om kaartjes voor theaters te bestellen. Zelfs van de Rotterdammers die thuis niet eens een pc hebben, zegt nog 18% dit te weten. Van de Rotterdammers die van deze mogelijkheden op de hoogte zeggen te zijn, heeft 14% hier ook wel eens gebruik van gemaakt; van alle Rotterdammers is dit 4%. Onder de Rotterdammers die thuis Internet gebruiken is dit 7%. Vergeleken met de peiling van vorig jaar is de beweerde bekendheid praktisch onveranderd, en lijkt het gebruik marginaal afgenomen. Evenals vorig jaar, was de meest genoemde reden van de gebruikers het gemak, en daarnaast ook wel de snelheid. De Rotterdammers die deze mogelijkheden zeggen te kennen, maar er nog nooit gebruik van hebben gemaakt, geven daarvoor als reden in overgrote meerderheid: (nog) niet nodig gehad of niet van toepassing. In veel mindere mate wordt ook wel het niet beschikken over een computer en/of Internet genoemd. Niet aan gedacht wordt weinig genoemd, en ik zou niet weten Net als gemeentelijke informatie, wordt ook gemeentelijke dienstverlening via Internet door ruim driekwart van de Rotterdammers een goed idee gevonden. 6% vindt het géén goed idee, en 17% heeft hierover geen mening. Ook hier bestaat de meeste tegenstand en huiver bij ouderen en Rotterdammers die zelf geen pc hebben. Deze waardering is niet anders dan vorig jaar. 9

10 16% van de Rotterdammers zou (als dat zou kunnen) ook andere contacten bij voorkeur via Internet willen afhandelen, en 19% wil dit wel, maar zal dat dan waarschijnlijk niet altijd doen. 16% zou dit misschien willen doen, en 26% niet. De resterende 23% weet het (nog) niet. Daarmee lijkt toch een groot del van de Rotterdammers huiverig te staan tegenover gebruikmaking van (verdere) mogelijkheden voor dergelijke dienstverlening. Het meest enthousiast is de jongere, hoger opgeleide, rijkere en Internet-gebruikende helft van de stad. Ouderen, laag-opgeleiden, huismannen en -vrouwen en Rotterdammers die zelf geen Internet gebruiken weten het vaak (nog) niet. Geen behoefte bestaat vooral in sterke mate vaker naarmate men ouder is, lager opgeleid is en een lager inkomen heeft. En tenslotte spelen hier ook de eigen vorderingen in de digitale wereld een sterke rol: van de Internetgebruikers heeft maar 15% geen behoefte aan digitale contacten met de gemeente, terwijl dat van de Rotterdammers die zelf geen pc hebben 41% is. De Rotterdammers die hier positief tegenover staan, noemen vooral de mogelijkheid om zaken te regelen op het terrein van de Dienst Burgerzaken. Voorts noemt 14% in algemene termen informatie, formulieren, documenten of vragen stellen. Ook voor elektronische klachten, meldingen en aangiften bestaat interesse bij de Rotterdammer (bij politie dan wel met betrekking tot de kwaliteit van de woonomgeving); in totaal noemde bijna één op de vijf iets dat daar onder te rangschikken valt. Een vergelijking met de uitkomsten van vorig jaar is niet helemaal zuiver, omdat deze vraag dit jaar niet met verdere voorbeelden van de mogelijkheden was geïllustreerd. Niettemin lijkt de Rotterdammer huiveriger geworden. Politieke onderwerpen via het Internet 61% van de Rotterdammers vindt het een goed idee dat de gemeente probeert ook politieke onderwerpen via Internet aan de orde te stellen, en burgers daar actief bij te betrekken. 10% vindt dat niet, en 29% heeft hierover geen mening. Ook hier weer het vertrouwde beeld: hoe jonger en hoe hoger opgeleid, des te vaker enthousiast; en hoe ouder en hoe lager opgeleid, des te vaker negatief of geen mening. Van de Rotterdammers die thuis Internet gebruiken is bijna drie-kwart positief, maar ook hier heeft nog een-vijfde geen mening. En interesse in de plaatselijke politiek tenslotte speelt haar te verwachten rol: van de Rotterdammers met veel interesse vindt bijna drie-kwart het een goed idee, terwijl van de Rotterdammers die geen interesse hebben bijna de helft hierover geen mening heeft. Nawoord: Geen mening langs de digitale snelweg Opvallend grote aantallen Rotterdammers zeggen geen mening te hebben over de aantrekkelijkheid van gemeentelijke informatie, dienstverlening en politieke discussie via Internet. Veelal zijn dat ook telkens de zelfde mensen, en veelal zijn dat ook de (soorten) mensen die het verst af wonen van de digitale snelweg. Waarschijnlijk is hier vooral ook sprake van niet weten en zich er te weinig bij voor kunnen stellen. 10

11 1. COMPUTERBEZIT EN -GEBRUIK 1.1 Computerbezit en -gebruik thuis Bij 65% van de Rotterdammers van 16 jaar en ouder is er een computer in het huishouden aanwezig. Als de huishoudens waarin alleen een spelcomputer is daar van af worden getrokken, blijkt er bij 64% van deze Rotterdammers een pc in het huishouden aanwezig. Dit komt overeen met Rotterdammers. Omgerekend in aantallen huishoudens komt dit neer op 58% van de huishoudens, oftewel huishoudens. Niet alle Rotterdammers met een pc in huis gebruiken het ding ook zèlf: in 14% van de gevallen gebruiken alleen anderen (partner, kinderen, ouders) de pc. Blijven over: Rotterdammers die een pc in huis hebben en die pc ook daadwerkelijk zèlf gebruiken. Figuur 1.1 geeft een beeld van de aanwezigheid en het gebruik van computers in de huishoudens van de Rotterdamse bevolking. Daarbij is ook onderscheid gemaakt naar geslacht, leeftijd 1, etniciteit 2, opleiding 3 en sociaal-economische situatie van de ondervraagde 4, naar de hoogte van het huishoudensinkomen 5 en naar de mate van achterstand van de buurt 6. Figuur 1.1: Aanwezigheid en gebruik pc in het huishouden. ja; gebruikt m ook ja; gebruikt m niet geen pc in huis ja; gebruikt m ook ja; gebruikt m niet geen pc in huis Aanwezigheid pc Totaal Geslacht: Leeftijd: Etniciteit: man vrouw 16 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Nederlands allochtoon ja; gebruikt m ook ja; gebruikt m niet geen pc in huis 54% 9% 36% 56% 6% 38% 53% 12% 35% 75% 2% 23% 66% 13% 21% 51% 13% 36% 13% 5% 81% 58% 7% 35% 46% 13% 41% Respons Hoogst voltooide opleiding: Sociaal-economische situatie: bo/vbo mavo/ havo/ hbo/wo scholier/ betaald in eigen arb.ong./ gepensioneerd mbo vwo student werk huish. werkloos 29% 59% 80% 85% 85% 74% 36% 33% 19% 15% 9% 4% 2% 1% 7% 25% 14% 6% 56% 32% 16% 13% 14% 19% 40% 53% 76% Huishoudensinkomen: minima tot modaal tot 2x 2x modaal modaal en meer 32% 40% 69% 85% 10% 10% 10% 5% 58% 49% 21% 10% Achterstandsscore buurt: hoge lage enige hoge achterst. achterst. welstand welstand 39% 55% 56% 66% 12% 9% 10% 5% 49% 37% 33% 29% % van de Rotterdamse mannen heeft een pc thuis en gebruikt die zelf ook wel eens; bij de vrouwen is dit 53%. 12% van de Rotterdamse vrouwen heeft wel een pc in huis, maar gebruikt deze nooit; dat is twee keer zo vaak als bij de mannen. Bij het onderscheid naar leeftijd zijn flinke verschillen te zien. Bij de in bovenstaande figuur gehanteerde leeftijdsklassen heeft onder de 50 meer dan drie-kwart een pc in huis. Tussen de 50 en 65 is dit iets minder dan twee-derde, en boven de 65 iets minder dan een-vijfde. Ook het gebruik neemt sterk af met de leeftijd. Percentages over leeftijdsklassen geven echter niet alle facetten van de relatie tussen leeftijd en pcbezit en -gebruik weer. Een illustratiever en gedetailleerder beeld van bezit en gebruik van pc naar 11

12 leeftijd wordt gegeven in figuur 1.2. Figuur 1.2: Aanwezigheid en gebruik pc in het huishouden naar leeftijd. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% gebruikt pc pc aanwezig 30% 20% 10% 0% Bij de allerjongsten, die ook veelal nog thuis wonen en/of een opleiding volgen, heeft meer dan driekwart een pc in huis, en gebruikt ook bijna iedereen m die ook zelf. Daarna nemen pc-bezit en -gebruik iets af met de leeftijd. Dit kan met het inmiddels niet meer volgen van een opleiding te maken hebben, en wellicht is dit deels ook een financiële kwestie. Bij 25-jarigen bedraagt het bezit ongeveer 75%, en het gebruik ongeveer 70%. Boven de 25 jaar neemt het bezit weer iets toe; waarschijnlijk door de aanwezigheid van kinderen in het huishouden. Vanaf 40 à 45 jaar neemt het bezit weer af met de leeftijd. Het gebruik neemt continu af met de leeftijd, al is de daling tussen 25 en 40 jaar slechts gering. Bij 50 jaar zakt het gebruik onder de 50%, en bij 60 jaar ook het bezit; van de alleroudsten bezit of gebruikt nog maar een enkeling een pc. Terug naar de tabel in figuur 1.1. Nederlanders hebben en gebruiken vaker een pc thuis dan allochtonen: van de Nederlanders gebruikt 58% thuis een pc, en van de allochtonen maar 46%. Net als met de leeftijd, bestaat ook met het opleidingsniveau een duidelijk verband: hoe hoger de opleiding, hoe vaker men thuis een pc heeft; en dat geldt voor het gebruik zelfs in nog sterkere mate. Van de laagst-opgeleiden gebruikt 29% thuis een pc, en dat loopt met de opleiding op tot 85% bij HBO-ers en universitair geschoolden. Van die laatsten heeft ook maar 2% thuis een pc zonder die zelf te gebruiken. Vooral mensen die voornamelijk werkzaam zijn in eigen huishouden ( huismannen en -vrouwen ) maken vaak geen gebruik van een pc hoewel er wel één aanwezig is. Scholieren/studenten daarentegen maken vrijwel allemaal gebruik van een pc als er één thuis aanwezig is - en dat is ook heel vaak het geval. Ook bij werkenden is er vaak een pc in huis. Daarmee resulteert een duidelijke tweedeling: studerenden en werkenden gebruiken vaak pc s thuis (86% respectievelijk 74%), en mensen buiten het opleidings- of arbeidsproces maar weinig (34% van de huismannen en -vrouwen, 33% van de arbeidsongeschikten, werklozen en bijstandsontvangers, en 19% van de gepensioneerden). De verschillen in opleidingsniveau en sociaal-economische situatie weerspiegelen zich ook in het 12

13 huishoudensinkomen. Van de minima heeft maar 42% een pc in huis, en gebruikt zelfs maar 32% thuis een pc. Vervolgens loopt dit met het huishoudensinkomen op tot 90% bezit en 85% gebruik bij Rotterdammers boven twee keer modaal. De achterstandsscore van de buurt waarin men woont zegt op zich natuurlijk niet direct iets over de persoon of het huishouden. Toch weerspiegelt het wel wat van wat we al eerder (bij opleiding, werk en inkomen) zagen: het pc-bezit loopt op van 51% in de buurten met de hoogste achterstand, tot 71% in de buurten met de hoogste welstand, en het pc-gebruik van 39% tot 66%. De Rotterdamse pc-gebruiker is daarmee jong, hoog opgeleid, heeft een baan of studeert nog, heeft een hoog inkomen, en is wat vaker autochtoon. De Rotterdamse digibeet is oud, staat buiten het arbeidsproces, en heeft een lage opleiding en een laag inkomen. Vergelijking met vorige jaren De afgelopen jaren is het computerbezit en -gebruik in Rotterdam steeds verder toegenomen 7 : personen met een computer in het huishouden 54% 55% 59% 63% 65% idem exclusief spelcomputers (dus: met een pc thuis) 52% 53% 59% 61% 64% huishoudens met een pc 47% 48% 53% 55% 58% personen die een pc thuis hebben en die ook zelf gebruiken 43% 41% 49% 50% 54% Voor afzonderlijke bevolkingsgroepen en in de verschillen daartussen lijkt niet veel veranderd, en de toename van pc-bezit en -gebruik vindt ook overal in ruwweg vergelijkbare mate plaats; alleen is het verschil tussen mannen en vrouwen het afgelopen jaar wat kleiner geworden 8. De profielen van de Rotterdamse pc-bezitter, de Rotterdamse pc-gebruiker en de Rotterdamse digibeet zien er dan ook nog praktisch net zo uit als de afgelopen vier jaar: van een inhaalslag door digitale achterstandsgroepen is nog steeds geen sprake - afgezien van die door vrouwen. 1.2 Internet thuis Toegang en gebruik 83% van de Rotterdammers met een pc thuis, heeft thuis ook toegang tot het Internet; dat zijn Rotterdammers ( huishoudens). 12% daarvan maakt echter zelf geen gebruik van die Internet-aansluiting; blijven over: Rotterdammers die thuis wel eens het net op gaan. (Naar de gebruiksfrequentie is niet gevraagd.) In totaal maakt 47% van de Rotterdammers thuis gebruik van een Internet-aansluiting, heeft 6% thuis wel zo n aansluiting maar gebruikt m niet, heeft 11% niet zo n aansluiting maar wel een pc thuis, en heeft 36% niet eens een pc thuis. 13

14 Figuur 1.3: Thuis toegang tot Internet. ja; gebruikt ja; gebruikt niet nee; wel pc thuis geen pc thuis ja; gebruikt ja; gebruikt niet nee; wel pc thuis geen pc thuis Internet thuis Totaal Geslacht: Leeftijd: Etniciteit: man vrouw 16 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Nederlands allochtoon ja; gebruikt ja; gebruikt niet nee; wel pc thuis geen pc thuis 47% 6% 11% 36% 48% 4% 9% 38% 46% 8% 11% 35% 63% 6% 13% 23% 59% 8% 11% 21% 42% 9% 12% 36% 10% 3% 5% 81% 51% 5% 9% 35% 38% 8% 14% 41% Respons Hoogst voltooide opleiding: Sociaal-economische situatie: bo/vbo mavo/ havo/ hbo/wo scholier/ betaald in eigen arb.ong./ gepensioneerd mbo vwo student werk huish. werkloos 24% 50% 68% 76% 73% 65% 32% 27% 14% 9% 5% 4% 2% 1% 6% 13% 8% 4% 10% 13% 12% 8% 12% 10% 16% 13% 6% 56% 32% 16% 13% 14% 19% 40% 53% 76% Huishoudensinkomen: minima tot modaal tot 2x 2x modaal modaal en meer 23% 31% 61% 82% 6% 6% 7% 5% 14% 13% 11% 4% 58% 49% 21% 10% Achterstandsscore buurt: hoge lage enige hoge achterst. achterst. welstand welstand 29% 47% 49% 58% 7% 6% 7% 4% 15% 10% 11% 8% 49% 37% 33% 29% De Internet-gebruikers zijn weer jonger, vaker Nederlander, hoog opgeleid en welvarend. Dit geldt zowel voor het gebruik àls er een aansluiting thuis is, als voor het gebruik in het algemeen. Wederom is er een sterk aflopend verband met de leeftijd: van 63% bij Rotterdammers onder de 30 jaar, tot 10% bij de 65-plussers (en boven de 75 zelfs nog maar een enkeling). Voorts gebruiken mannen thuis iets vaker Internet dan vrouwen, autochtonen vaker dan allochtonen, en loopt het Internetgebruik op van een kwart bij de laagst-opgeleiden tot drie-kwart bij de hoog-opgeleiden, en van 23% bij de minima tot 82% bij de hoogste inkomens. Het bezit van een Internet-aansluiting nam de afgelopen jaren zelfs nog in een sneller tempo toe dan het pc-bezit, omdat steeds meer Rotterdamse pc s ook een Internet-aansluiting hadden. Het afgelopen jaar is het percentage Internet-aansluitingen op pc s echter nauwelijks meer verder toegenomen, en nam de Internet-penetratie ongeveer even snel toe als de pc-penetratie: % pc-bezitters 52% 53% 59% 61% 64% % daarvan met een Internet-aansluiting 40% 59% 74% 82% 83% pc-bezitters die een Internet-aansluiting hebben als percentage van alle Rotterdammers van 16 jaar en ouder 21% 31% 43% 50% 53% % pc-bezittende huishoudens 47% 48% 53% 55% 58% % daarvan met een Internet-aansluiting 39% 58% 74% 82% 82% huishoudens die een Internet-aansluiting hebben als percentage van alle Rotterdamse huishoudens 18% 28% 39% 45% 48% aantal gebruikers van een Internet-aansluiting thuis x als percentage van alle Rotterdammers van 16 jaar en ouder x 26% 37% 42% 47% 14

15 De Internet-penetratiegraad is in vier jaar twee-en-een-half keer zo groot geworden, en het gebruik van Internet-aansluitingen thuis waarschijnlijk ook. (Met het Rotterdamse Internet-gebruik in 1999 is geen exacte vergelijking mogelijk, omdat daar toen niet naar gevraagd is, maar gezien de overige ontwikkelingen zal het aantal gebruikers in 1999 waarschijnlijk ruwweg zo n zijn geweest.) Net als bij het pc-bezit en -gebruik geldt ook voor het Internet-bezit en -gebruik, dat de verschillen tussen de diverse bevolkingsgroepen het afgelopen jaar niet wezenlijk zijn veranderd, behalve dat de vrouwen een flink deel van hun achterstand op de mannen lijken te hebben ingelopen. Dit is frappant, omdat uit onlangs gepubliceerd landelijk onderzoek van onderzoeksbureau NFO Trendbox zou zijn gebleken dat de stijging van het Internetgebruik het laatste half jaar juist bij mannen plaats zou hebben gevonden. (Voor een vergelijking met het landelijke beeld zij verder verwezen naar paragaaf 1.4.) Soort aansluiting Aan de Rotterdammers die thuis toegang tot het Internet hebben is ook gevraagd, wat voor soort aansluiting ze hebben. 44% heeft een verbinding via een (inbel-)modem, 10% een ISDN-aansluiting, 16% een ADSL-aansluiting en 29% een aansluiting via de kabel. Eén op de zes (17%) zegt te overwegen om binnen een jaar een andere Internet-aansluiting te nemen, en nog eens 14% weet dit niet. De overige 70% is niet van plan, op korte termijn een ander soort aansluiting te nemen. Het merendeel van hen (58%) denkt daarbij aan ADSL, 23% aan een kabel-aansluiting, 6% aan ISDN, 2% aan een (inbel-)modem en eveneens 2% aan glasvezel. 9% wil wel een ander soort aansluiting, maar weet nog niet wat voor soort. De behoefte aan een ander soort Internet-aansluiting is in de enquête slechts door 150 respondenten geuit; door dit bescheiden aantal is enige omzichtigheid bij de interpretatie geboden. En dat geldt zeker voor de beantwoording van de vraag waarom men dan zou willen wat men aangaf te willen: de antwoorden van slechts 84 respondenten die ADSL willen, 35 respondenten die kabel willen en 3 respondenten die glasvezel willen, zijn niet meer dan indicatief: - Het belangrijkste argumenten om over te gaan op ADSL zijn de snelheid (88%) en beheersing van de kosten (58%). 46% noemt het argument dat dan de telefoonlijn vrijgehouden kan worden. Voorts noemt 40% de mogelijkheid om altijd on line te zijn en 39% het kunnen downloaden van grote bestanden. Studie (12%), telewerken (7%), sociale contacten (6%), hogere beeldkwaliteit (5%) en andere argumenten (eveneens 5%) scoren aanmerkelijk lager. - Voor de argumenten om over te gaan op een kabelaansluiting geldt een vergelijkbaar beeld: vooral de snelheid (74%) en de vrije telefoonlijn (57%), terwijl 49% de kostenbeheersing noemt, eveneens 49% het kunnen downloaden van grote bestanden en 46% de mogelijkheid om altijd on line te zijn. Van de rest scoort studie (14%) nog het hoogst. De argumenten om over te willen gaan op ADSL of kabel komen aardig overeen met de argumenten die Rotterdammers noemen die dat nu al hebben: vooral de snelheid, en ook de kostenbeheersing en de vrije telefoonlijn. 15

16 Figuur 1.4: Argumenten voor gebruik van ADSL en kabel. Argumenten meer snelheid beheersing van de kosten dan houd ik mijn telefoonlijn vrij mogelijkheid om altijd on line te zijn kunnen downloaden van grote bestanden studie sociale contacten hogere beeldkwaliteit telewerken anders ADSL Kabel gebruikers overwegers gebruikers overwegers 81% 88% 58% 74% 68% 58% 66% 49% 70% 46% 49% 57% 56% 40% 49% 46% 45% 39% 33% 49% 19% 12% 17% 14% 19% 6% 8% 9% 14% 5% 5% 9% 9% 7% 4% 9% 3% 5% 3% 9% Respons Soort gebruik En tenslotte is ook gevraagd, waarvóór men Internet gebruikt. 96% van de gebruikers gebruikt Internet om informatie te zoeken (surfen, browsen) en 93% voor . Daarnaast noemt 46% telebankieren en/of verzekeren, 30% chatten, 29% films en/of muziek, eveneens 29% games (spelletjes), 22% het kopen van producten en 11% nieuws- en discussiegroepen. 1.3 Internet elders Op het werk 35% van de Rotterdammers (van 16 jaar en ouder!) heeft op het werk toegang tot Internet: 4% alleen om te en en 31% om te en èn te surfen. Van diegenen die op hun werk kunnen en èn surfen, maakt 12% nooit gebruik van de mogelijkheden om te surfen. 33% doet dit soms (minder dan eens per week), 27% regelmatig (minstens eens per week) en 28% vaak (vrijwel dagelijks). Van diegenen die kunnen en, doet 16% dat nooit, 21% soms (minder dan eens per week), 16% regelmatig (minstens eens per week) en 47% vaak (vrijwel dagelijks). Daarmee is ook de beschikbaarheid en het gebruik van Internet en op de werkplek wederom toegenomen, al lijkt het gebruik op het werk een beetje een verzadigingspunt bereikt te hebben 9 : surfen èn x 19% 22% 28% 31% alleen x 5% 5% 5% 4% niet x 76% 72% 67% 65% surfers: vaak (vrijwel dagelijks) x 23% 30% 24% 28% regelmatig (minstens eens per week) x 24% 25% 28% 27% soms (minder dan eens per week) x 33% 33% 32% 33% nooit x 20% 12% 15% 12% ers: vaak (vrijwel dagelijks) x 41% 51% 49% 47% regelmatig (minstens eens per w eek) x 19% 18% 17% 16% soms (minder dan eens per week) x 18% 17% 16% 21% nooit x 22% 14% 18% 16% 16

17 Op andere plaatsen Ook is gevraagd, of men wel eens gebruik maakt van Internet-voorzieningen op andere plaatsen dan thuis of op het werk. 31% van de Rotterdammers doet dit wel eens: 18% bij familie of vrienden, 8% op school of universiteit, 5% in Internetcafés, 3% in de openbare bibliotheek 10, 1% in e-centra en 2% elders. De openbare bibliotheek scoort relatief hoger bij jongeren c.q. scholieren en studenten; van die laatste categorie maakt 10% wel eens gebruik van de Internet-voorzieningen in de bibliotheek. Een vergelijking van deze cijfers met die in voorgaande rapportages is niet helemaal zuiver, omdat dit jaar een aantal mogelijkheden méér waren aangegeven. Niettemin lijkt het gebruik van Internetcafés wat toegenomen, en dat van de openbare bibliotheek gelijk gebleven. In totaal In het begin van deze paragraaf bleek, dat 47% van de Rotterdammers thuis wel eens gebruik maakt van een Internet-aansluiting. Als de mensen die op hun werk of elders wel eens gebruik maken van Internet-voorzieningen daar bij op worden geteld, blijkt in totaal 61% van de Rotterdammers wel eens gebruik te maken van Internet-voorzieningen. Verdere groei van dit percentage zou met name moeten kunnen komen van de 5% die thuis wel al een Internet-aansluiting heeft en van de 5% die thuis wel al een pc heeft. De overige 28% zit voorlopig nog een eind van het Internet verwijderd. Figuur 1.5 toont het totale Internetgebruik - thuis dan wel op het werk dan wel elders. Figuur 1.5: Totaal Internet-gebruik (thuis dan wel op het werk dan wel elders). ja, totaal thuis wel Internet thuis wel een pc thuis geen pc ja, totaal thuis wel Internet thuis wel een pc thuis geen pc Internetgebruik Totaal Geslacht: Leeftijd: Etniciteit: man vrouw 16 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Nederlands allochtoon ja, totaal thuis wel Internet thuis wel een pc thuis geen pc 61% 5% 5% 28% 63% 3% 5% 29% 60% 7% 6% 28% 92% 1% 1% 7% 73% 7% 6% 14% 52% 8% 9% 31% 13% 3% 5% 79% 63% 4% 4% 28% 58% 7% 7% 28% Respons Hoogst voltooide opleiding: Sociaal-economische situatie: bo/vbo mavo/ havo/ hbo/wo scholier/ betaald in eigen arb.ong./ gepensioneerd mbo vwo student werk huish. werkloos 36% 66% 86% 90% 99% 82% 40% 46% 17% 9% 4% 3% 1% 0% 5% 11% 7% 3% 7% 7% 3% 2% 0% 4% 13% 7% 6% 48% 23% 9% 7% 1% 9% 36% 40% 73% Huishoudensinkomen: minima tot modaal tot 2x 2x modaal modaal en meer 42% 48% 74% 88% 5% 5% 6% 4% 6% 8% 5% 2% 46% 39% 15% 6% Achterstandsscore buurt: hoge lage enige hoge achterst. achterst. welstand welstand 52% 62% 62% 68% 6% 5% 6% 4% 6% 5% 6% 4% 36% 28% 26% 24%

18 Ook als Internetgebruik op het werk of elders meegeteld wordt, blijft de Rotterdamse Internetgebruiker jong, hoog opgeleid en met een hoog inkomen. 92% van de jongeren, 90% van de hoogopgeleiden, 99% van de studerenden en 88% van de hoogste inkomens maakt ergens wel eens gebruik van Internet. Anderzijds maakt 87% van de bejaarden, 64% van de laagst-opgeleiden, 60% van de huismannen en -vrouwen, 54% van de arbeidsongeschikten en werklozen, 83% van de gepensioneerden en 48% van de minima nergens gebruik van Internet. Net als het Internetgebruik thuis, nam ook totale Internetgebruik in 2002 weer verder toe 11 : Internetgebruiker (thuis dan wel op het werk dan wel elders) x 38% 52% 55% 61% heeft thuis wel een Internet-aansluiting x 5% 6% 7% 5% heeft thuis wel een pc x 17% 10% 6% 5% heeft thuis ook geen pc x 41% 32% 33% 28% 1.4 Vergelijking met het landelijke beeld Pc s Sommige Omnibusvragen over pc- en Internetpenetratie zijn ook op ongeveer vergelijkbare wijze gesteld in dit voorjaar door het COS georganiseerde analoge enquêtes in Amsterdam, Den Haag en Utrecht in het kader van de zogeheten G4-peiling 12. Bij de vraag naar computerbezit is daarbij evenwel geen onderscheid gemaakt tussen pc s en spelcomputers: gevraagd is slechts, of er een - en ook niet, of men die zelf ook gebruikt. Vergeleken met Rotterdam ligt het computerbezit in de andere drie grote steden iets hoger; vooral in Utrecht. Amsterdam Den Haag Utrecht Rotterdam personen met een computer1 in het huishouden 69% 67% 78% 65% huishoudens met een computer1 67% 66% 74% 59% 1 ): Inclusief spelcomputers. Het pc-bezit zal overal zo n 0- tot 2%-punt lager liggen: in Rotterdam bedragen deze percentages exclusief spelcomputers immers 64% respectievelijk 58%. Landelijke gegevens van het CBS betreffen tot op heden nog slechts de jaren tot en met 2001, toen volgens het Permanent Onderzoek Leefsituatie van het CBS bij 74% van alle Nederlanders één of meer pc s in huis stonden. Landelijk nam het computerbezit tussen 1998 en 2001 toe van 60% tot 74%. Dat is aanmerkelijk meer dan volgens de Omnibusenquête in Rotterdam (begin %, begin % en inmiddels 64%). Ook lijkt de toename van het pc-bezit in die tijd landelijk sneller te zijn gegaan dan in Rotterdam 13. Het profiel van de landelijke pc-bezitter komt goed overeen met dat van de Rotterdamse, zoals uit CBS-onderzoek uit 2001 bleek: hoog inkomen (of student), hoge opleiding, vaker man dan vrouw, en vooral van middelbare leeftijd of jonger 14. Voor een deel zit daar natuurlijk ook de verklaring in van de Rotterdamse achterstand: de bevolkingsgroepen met het laagste pc-bezit (met name: lager opgeleiden en lagere inkomens) zijn in Rotterdam immers oververtegenwoordigd. Internet Ook de Internet-penetratie is dit voorjaar in het kader van de G4-peiling tevens in Amsterdam, Den 18

19 Haag en Utrecht op een ongeveer vergelijkbare wijze gemeten: Amsterdam Den Haag Utrecht Rotterdam personen die thuis Internet gebruiken 53% 52% 63% 47% thuis wel Internet, maar gebruiken t niet zelf 2% 3% 3% 6% thuis geen Internet, wel een computer1 14% 11% 11% 12% thuis geen computer1 31% 33% 22% 35% huishoudens met een Internet-aansluiting 55% 54% 63% 48% 1 ): Computers is hier inclusief spelcomputers. Het pc-bezit zal overal zo n 0- tot 2%-punt lager liggen: in Rotterdam bedragen het derde en het vierde percentages exclusief spelcomputers immers 11% respectievelijk 36%. Net als het pc-bezit, is ook het Internetbezit en -gebruik in Rotterdam lager dan in de andere drie grote steden, en dat geldt ook ten opzichte van de rest van Nederland. De meest recente bij het COS bekende landelijke gegevens over het landelijke Internetbezit en -gebruik komen van het onderzoeksbureau NFO Trendbox, dat sinds 1994 ieder kwartaal het Internetgebruik in Nederland meet. Volgens hun metingen had in het eerste kwartaal van % van alle Nederlanders van 16 jaar en ouder ooit wel eens gebruik gemaakt van Internet, en was 57% minstens één keer per week on line 15. Dat lijkt veel meer dan de 47% thuis-gebruikers en 61% gebruikers in totaal volgens deze Omnibusenquête. Wel is de toename van het Internetgebruik in Rotterdam in het afgelopen jaar even sterk geweest als landelijk: in beide gevallen +5%-punt. Net als bij het pc-bezit geldt ook hier echter, dat een achterstand natuurlijk niet zo vreemd is als bedacht wordt dat de bevolkingsgroepen die meer dan gemiddeld Internet gebruiken in Rotterdam ondervertegenwoordigd zijn. Noten 1. Voor een zo goed mogelijke vergelijkbaarheid met de gegevens in de rapportage over vorig jaar zijn in deze rapportage de zelfde leeftijdsgrenzen gehanteerd als vorig jaar, maar dergelijke grenzen zijn altijd enigszins arbitrair; zeker gezien het in de praktijk geconstateerde verband van pc-bezit en -gebruik met de leeftijd. Daarom wordt hier bij de bespreking van het pc-bezit en -gebruik ook gedetailleerder stilgestaan bij het verband met de precieze leeftijd. 2. Bij het begrip etniciteit wordt onderscheid gemaakt tussen autochtonen ( Nederlanders ) en allochtonen. Autochtonen ( Nederlanders ) zijn mensen die zelf in Nederland geboren zijn, en wier ouders ook allebei in Nederlander geboren zijn. Alle anderen worden tot de allochtonen gerekend. Een verdere onderverdeling van allochtonen naar de diverse etnische groepen is in deze rapportage niet gemaakt, omdat daarvoor de aantallen respondenten snel te klein w orden. 3. Bij het begrip hoogst voltooide opleiding wordt onderscheid gemaakt tussen - bo/vbo : niet meer dan lager onderwijs of lager of voorbereidend beroepsonderwijs; - mavo/mbo : middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderw ijs; - havo/vwo : hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; en - hbo/wo : hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs ( universitair ). 4. Bij het begrip sociaal-economische situatie wordt op basis van wat de ondervraagden zelf het meest kenmerkend vonden voor hun situatie onderscheid gemaakt tussen - scholieren/studenten ( studerenden ); - betaald-werkenden (inclusief zelfstandigen en hun meewerkende gezinsleden); - mensen die werkzaam zijn in eigen huishouden ( huismannen en -vrouwen ); - mensen met een arbeidsongeschiktheids-, werkloosheids- of bijstandsuitkering; en - gepensioneerden (inclusief vervroegd gepensioneerden). In de praktijk zal dit waarschijnlijk samenvallen met de aard van de voornaamste inkomstenbron. Er zij overigens op gewezen, dat ook anderen dan mensen uit de tweede categorie betaald werk kunnen hebben; alleen achten zij dan het hebben van dat werk kennelijk niet het meest kenmerkend voor hun situatie. 19

20 5. Bij het begrip huishoudensinkomen wordt onderscheid gemaakt tussen - minima : mensen met een huishoudensinkomen tot iets boven het voor hun huishoudenstype relevante sociale minimum: tot 850 netto per maand voor eenpersoonshuishoudens, en tot netto per maand voor meerpersoonshuishoudens; - tot modaal : mensen met een huishoudensinkomen vanaf de vorige grens, maar onder het netto inkomen van een kostwinner met een zogeheten modaal inkomen ( bruto per jaar): tot netto per maand; - tot 2x modaal : mensen met een huishoudensinkomen vanaf de vorige grens, maar onder het netto inkomen van een kostwinner met twee-keer-modaal (bruto per jaar): tot netto per maand; en - 2x modaal en meer : mensen met een huishoudensinkomen van of meer netto per maand. 6. Bij het begrip achterstandsscore buurt wordt onderscheid gemaakt tussen - hoge achterstand : mensen in een buurt met een achterstandsscore van -1 of lager; - lage achterstand : mensen in een buurt met een achterstandsscore tussen -1 en 0; - enige welstand : mensen in een buurt met een achterstandsscore van 0 tot +1; en - hoge welstand : mensen in een buurt met een achterstandsscore van +1 of hoger. Deze indeling is gebaseerd op de achterstandsscores zoals die voor Rotterdamse buurten door het COS worden berekend als gewogen gemiddelde van verschillende indicatoren voor achterstand zoals inkomen, opleiding, huisvesting en dergelijke. De achterstandsscores zijn zo gestandaardiseerd, dat het gemiddelde nul is: half Rotterdam woont in een buurt met achterstand, en half Rotterdam in een buurt met welstand. Zie hierover uitgebreider in: Centrum voor Onderzoek en Statistiek (P. Das, H.C. van Lith en C. Stolk): Achterstandsscores van Rotterdam 1998 en ; Rotterdam, De bezit- en gebruikspercentages voor eerdere jaren komen niet overeen met in 2001 en eerder gepubliceerde gegevens, omdat in de Omnibusenquête tot en met 2001 Rotterdammers boven de 75 jaar ontbraken. De oude percentages zijn in 2002 schattenderwijs omgerekend tot percentages voor alle Rotterdammers van 16 jaar en ouder. 8. Voor dit soort vergelijkingen zij verder eenvoudhalve verwezen naar de overeenkomstige tabellen in de rapportages uit de voorgaande jaren. 9. Als noot Anderzijds zegt 16% van de Rotterdammers elders in de enquête, bij een blok vragen over de gemeentebibliotheek, wel eens in de bibliotheek informatie op Internet te hebben gezocht. Wellicht heeft een deel van die 16% daarbij hulp gehad en derhalve niet zèlf gezocht, en kennelijk vinden sommigen het incidenteel zoeken van informatie iets anders dan gebruik maken van voorzieningen in een wat algemener gesuggereerde Internetgebruikscontext. En overigens bleek in de Omnibusenquêtes van 2002 en 2001 precies het zelfde. 11. Als noot De (kleinschaligere) enquêtes in Amsterdam, Den Haag en Utrecht bevatten 338 respectievelijk 282 respectievelijk 412 respondenten, en zijn met name ook georganiseerd om vergelijkingsmateriaal te leveren voor een aantal Omnibusvragen ten behoeve van de pilot van het project De Staat van Rotterdam. De hier weergegeven resultaten wijken om technische redenen heel licht af van de voorlopige cijfers die onlangs werden gepubliceerd in: Centrum voor Onderzoek en Statistiek (M. van Rhee en A.L. Roode): De Staat van Rotterdam 2003; een pilot; Rotterdam, mei 2003: blz. 63. De onderlinge verhoudingen, en daarmee ook de conclusies, zijn evenwel niet anders. 13. Zie: Centraal Bureau voor de Statistiek: Meer mannen, jongeren en hoger opgeleiden op het internet; Persbericht PB02-132; Voorburg, 28 juni V. Fructuoso van der Veen: Profiel van de e-shopper; in: CBS: Index nr. 3; maart 2001: blz Zie: NFO Trendbox: Veel Nederlanders ooit getroffen door computervirus; persbericht; Amsterdam, 1 mei

21 2. GEMEENTELIJKE INFORMATIE EN DIENSTVERLENING OP INTERNET 2.1 Bekendheid, bezoek en waardering gemeentelijke websites Bekendheid 54% van de Rotterdammers zegt te weten dat de gemeente Rotterdam allerlei informatie op het Internet publiceert. Nederlanders zeggen dit een stuk vaker te weten dan allochtonen, en bejaarden een stuk minder vaak dan niet-bejaarden. Scholieren, studenten en werkenden zeggen dit het meest vaak te weten; huismannen en -vrouwen en gepensioneerden het minst vaak. En verder loopt deze kennis op met het opleidingsniveau en met het inkomen. Figuur 2.1: Bekendheid publicatie informatie gemeente op Internet. ja, weet ik nee, wist ik niet ja, weet ik nee, wist ik niet ja, weet ik nee, wist ik niet Bekendheid Totaal Geslacht: Leeftijd: Etniciteit: man vrouw 16 tot 30 jaar 30 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar en ouder Nederlands allochtoon ja, weet ik nee, wist ik niet 54% 46% 55% 45% 53% 47% 56% 44% 60% 40% 54% 46% 37% 63% 60% 40% 41% 59% Respons Hoogst voltooide opleiding: Sociaal-economische situatie: bo/vbo mavo/ havo/ hbo/w o scholier/ betaald in eigen arb.ong./ gepensioneerd mbo vwo student werk huish. werkloos 37% 59% 68% 76% 55% 64% 40% 44% 40% 63% 41% 32% 24% 45% 36% 60% 56% 60% Huishoudensinkomen: Achterstandsscore buurt: minima tot modaal tot 2x 2x modaal hoge lage enige hoge modaal en meer achterst. achterst. welstand welstand 38% 48% 61% 74% 36% 55% 58% 62% 62% 52% 39% 26% 64% 45% 42% 38% Interesse in plaatselijke politiek: Gebruik Internet thuis: veel enige geen ja nee; wel geen pc interesse interesse interesse pc thuis thuis 70% 60% 35% 69% 41% 34% 30% 40% 65% 31% 59% 66% Daarnaast zijn hier nog twee andere invalshoeken interessant en logischerwijs ook relevant. De bekendheid met de informatieverstrekking via Internet hangt ook sterk samen met de mate van interesse in de plaatselijke politiek. Van de Rotterdammers met veel interesse zegt 70% te weten dat de gemeente Rotterdam allerlei informatie op het Internet publiceert; van de Rotterdammers met enige interesse zegt 60% dit, en van de Rotterdammers die daar geen interesse in hebben maar 35%. In vergelijkbare mate is er ook een verband met het Internetgebruik. Van de Rotterdammers die thuis wel eens gebruik van Internet maken, zegt 69% op de hoogte te zijn; van de Rotterdammers die zelf thuis nooit gebruik maken van Internet maar wel een pc thuis hebben 41%, en van de pclozen 34%. 21

ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS 2001. Resultaten uit de Omnibusenquête 2001 O-1667. drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Juli 2001

ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS 2001. Resultaten uit de Omnibusenquête 2001 O-1667. drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Juli 2001 ROTTERDAMMERS EN COMPUTERS 2001 Resultaten uit de Omnibusenquête 2001 O-1667 drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Juli 2001 In opdracht Afdeling Informatiebeleid van de Bestuursdienst

Nadere informatie

centrum voor onderzoek en statistiek

centrum voor onderzoek en statistiek centrum voor onderzoek en statistiek WONEN, LEVEN EN UITGAAN IN ROTTERDAM 1999 Resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 1999 Projectnummer: 99-1412 drs. S.G. Rijpma, drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website Samenvatting Het percentage Leidenaren dat thuis kan beschikken over internet is, na een snelle toename in eerdere jaren, dit jaar vrijwel gestabiliseerd tot op 77%.

Nadere informatie

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website Hoofdstuk 15. Gemeentelijke website Samenvatting Van alle Leidenaren heeft 88% de beschikking over internet: 85% beschikt ook thuis over internet, alleen elders. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. De

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2006 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Rotterdammers over de gemeentelijke dienstverlening Resultaten uit de Omnibusenquête 2009

Rotterdammers over de gemeentelijke dienstverlening Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 Resultaten uit de Omnibusenquête 2009 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2009 In opdracht van Publiekszaken Rotterdam Centrum voor

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Hoofdstuk 14. Gemeentelijke website

Hoofdstuk 14. Gemeentelijke website Hoofdstuk 14. Gemeentelijke website Samenvatting Van alle Leidenaren heeft 87% de beschikking over internet: 84% beschikt ook thuis over internet, 3% alleen elders. De beschikking over internet is hiermee

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Samenvatting Van de Leidenaren heeft inmiddels 95% de beschikking over internet. Ruwweg betekent dit dat vrijwel alle Leidenaren tot 65 jaar over internet

Nadere informatie

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk)

Feitenkaart. Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2012 (februari 2015, 2e druk) Ed 2014 zijn de komensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2012 van

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Vrijwilligers en informele hulp in Rotterdam 2011. Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2011

Vrijwilligers en informele hulp in Rotterdam 2011. Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2011 Vrijwilligers en informele hulp in Rotterdam 2011 Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2011 Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2011 Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2011 Projectnummer

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-068 27 oktober 2009 9.30 uur www.cbs.nl Consument koopt graag via internet Driekwart internetgebruikers koopt online Gemak en flexibiliteit belangrijkste

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Rotterdammers over gemeente en deelgemeente 2014

Rotterdammers over gemeente en deelgemeente 2014 rotterdam.nl/onderzoek mers over gemeente en deelgemeente 2014 Resultaten uit de Omnibusenquête 2014 voor de Evaluatie BmR14+ Onderzoek en Business Intelligence mers over gemeente en deelgemeente 2014

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning? 5 Het energielabel In het tweede kwartaal van 2008 is een aantal aanvullende vragen gesteld aan de respondenten. Deze vragen gingen over het energielabel. De resultaten van deze vragen worden in dit hoofdstuk

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten Rotterdam, februari 2013 Onderzoek uitgevoerd door studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam Contacten: Professor Luit Kloosterman, Bart van Putten, Tim

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? ONDERZOEKSRAPPORT November 2018 20845 INHOUDSOPGAVE GESCHREVEN DOOR 1. INLEIDING P AGINA 3 2. CONCLUSIES P AGINA 5 3. RESULTATEN P AGINA 7 BERTINA RANSIJN

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Elektronische dienstverlening

Hoofdstuk 13. Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 13. Elektronische dienstverlening Samenvatting Over de afgelopen 5 jaar is er een gestage groei te zien van het aantal Leidenaren dat over internet kan beschikken, dit jaar negen op de tien.

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

Belevingsonderzoek Arbeidsmigranten

Belevingsonderzoek Arbeidsmigranten Belevingsonderzoek Arbeidsmigranten Provincie, 2013 2 Belevingsonderzoek Arbeidsmigranten Inhoud Inhoud 3 Inleiding 4 Aanleiding...4 Leeswijzer...4 Conclusies 5 1. se samenleving 6 1.1 Aanwezigheid arbeidsmigranten...6

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Omnibusenquête 2015 Bekendheid Alarmnummer Publicatienummer: 1790 Datum: december 2015 In opdracht van: Kabinet van de Burgemeester Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden telt begin januari 2001 ruim 117 duizend inwoners en bestaat uit vier stadsdelen, die samen weer zijn op te delen in tien districten. Eén op de drie (volwassen)

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Feitenkaart Verhuizingen naar inkomen in Rotterdam op gebiedsniveau in 2010 en 2011

Feitenkaart Verhuizingen naar inkomen in Rotterdam op gebiedsniveau in 2010 en 2011 Feitenkaart Verhuizingen naar inkomen in Rotterdam op gebiedsniveau in 2010 en 2011 Op verzoek van een aantal gemeenten, waaronder Rotterdam, heeft het CBS berekeningen verricht over de inkomenskenmerken

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

DE ROTTERDAMSE MARKTBEZOEKER 2007

DE ROTTERDAMSE MARKTBEZOEKER 2007 DE ROTTERDAMSE MARKTBEZOEKER 2007 Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juli 2007 In opdracht van Stadstoezicht Centrum voor Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2013 Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2013

Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2013 Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2013 rotterdam.nl/onderzoek Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2013 Resultaten uit het Vrijetijdsonderzoek 2013 Onderzoek en Business Intelligence Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007

ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007. Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 ROTTERDAMMERS OVER BURGERPARTICIPATIE 2007 Resultaten uit de Omnibusenquête 2007 Projectnummer 07-2673 E. Mertens Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Juli 2007 In opdracht van de Afdeling Organisatie

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

Evenementen in Hoek van Holland - 2009

Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2009 In opdracht van deelgemeente Hoek

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Samenvatting Van alle volwassen Leidenaren bezoekt vier op de tien respondenten wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek. De meeste bezoekers zeggen over

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

De Rotterdamse marktbezoeker. Resultaten uit de Omnibusenquête 2011

De Rotterdamse marktbezoeker. Resultaten uit de Omnibusenquête 2011 De Rotterdamse marktbezoeker Resultaten uit de Omnibusenquête 2011 De Rotterdamse marktbezoeker Resultaten uit de Omnibusenquête 2011 G.H. van der Wilt Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 31 mei

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Consumentenvertrouwen in Amsterdam

Consumentenvertrouwen in Amsterdam Consumentenvertrouwen in Amsterdam Hoe wordt het vakantiegeld dit jaar besteed? In opdracht van: Het Parool Projectnummer: 14054-2 Carine van Oosteren Merel van der Wouden Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen

Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen Ger Sleijpen beschikken over iets meer internetvaardigheden dan autochtonen. Dit verschil wordt voor een groot deel verklaard doordat jongeren bij niet-westerse

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie