INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. DE ORGANISATIE 4

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. DE ORGANISATIE het schoolplan en de missie de functionarissen de rol van de ouders en de leerlingen in de organisatie klachtenregeling, milieuzorg en sponsoring 7 3. HET ONDERWIJS EN DE BEGELEIDING kwaliteitszorg inschrijving nieuwe leerlingen op het Calandlyceum schooltypen het Calandlyceum en de onderwijsontwikkeling 9 -de basisvorming 9 -het vmbo 10 -de tweede fase rapportage de begeleiding 12 -de mentor 12 -de studieleider 12 -de vertrouwenspersoon 12 -huiswerkklas 12 -steun-uren en keuzewerktijd 13 -keuzebegeleiding en determinatie 13 -onderwijs aan zieke kinderen 13 -taalbeleid, taalbegeleiding 14 -remedial teacher leer- en hulpmiddelen het vervolgonderwijs DE REGELS lestijden lesuitval ziekmelding verlof aanvragen te laat komen gedragsregels uitstuurregeling kostbaarheden in het sportcentrum WAT HET CALANDLYCEUM BIJZONDER MAAKT cultuur het Calandlyceum als topsportschool overige bijzondere activiteiten 20 -excursies 20 -werkweken 20 -feesten 20 -buitenschoolse activiteiten Beginschool 20 1

2 6. FINANCIEN gevraagde bijdrage onderwijskaart en lesgeld tegemoetkoming studiekosten en studiefinanciering onderwijsnummer verzekering PRAKTISCHE INFORMATIE adres en bereikbaarheid bevoegd gezag leerplichtambtenaar inspectie gezondheidszorg vakanties rapporten ouderavonden BIJLAGEN urentabel stroomschema calandlyceum personeelslijst overzicht mentoren 32 2

3 1. INLEIDING Geachte ouders/verzorgers en leerlingen, Voor u ligt de schoolgids van het Calandlyceum. Wanneer u deze gids doorleest, krijgt u veel informatie over onze school. De gids bevat behalve praktische informatie over de dagelijkse zaken ook informatie over wat voor school we willen zijn, waar we voor staan en wat de resultaten zijn die we met ons onderwijs behalen. Wij zijn een school die kwalitatief goed onderwijs weet te combineren met persoonlijke aandacht voor leerlingen. Een school die spijbelen niet toelaat en tal van activiteiten in en buiten de lessen heeft op het gebied van kunst, cultuur en sport. Centraal staat het onderwijs, het leren van en met elkaar, maar wij vinden het ook belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen op onze school. De schoolgids, zoals hij nu voor u ligt, kan dienen als een handig naslagwerk voor ouders/ verzorgers en leerlingen van het Calandlyceum. In de loop van het schooljaar ontvangt u aanvullende informatie van en over de school onder andere op ouderavonden en via brieven van de schoolleiding. Wanneer u naar aanleiding van deze gids vragen heeft, kunt u te allen tijde contact opnemen met de schoolleiding. Ik wens u veel leesplezier. Drs. E.C.M. van Gils, rector 3

4 2. DE ORGANISATIE Het Calandlyceum is een grote school. In het schooljaar telt de school 1650 leerlingen. Zo n grote school verdient een goede organisatie. In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van hoe de organisatie van het Calandlyceum in elkaar zit, waarom dat zo isen op welke uitgangspunten de school haar beleid baseert. 2.1 HET SCHOOLPLAN EN DE MISSIE Het Calandlyceum is vernoemd naar ir. Pieter Caland. Deze heeft de Nieuwe Waterweg gegraven, waardoor Rotterdam kon uitgroeien tot 's werelds grootste haven. Caland was zeer ondernemend. De school wil dit in haar handelen en beleid ook zijn. De school werkt eraan haar organisatie en beleid zodanig vorm te geven, dat de school in deze moderne maatschappij een herkenbaar gezicht heeft. Dit is vastgelegd in het schoolplan. In het schoolplan wordt de missie van de school als volgt geformuleerd: het Calandlyceum is een in velerlei opzichten succesvolle school doordat leerlingen, personeel en directie samen werken aan een gemeenschappelijk doel in een sfeer en door een manier van met elkaar omgaan waaraan wij waarde hechten. Wij hebben het als volgt gedefinieerd: Het Calandlyceum schept een klimaat waarin: leerlingen en leraren een actieve rol moeten en kunnen vervullen recht wordt gedaan aan de verscheidenheid van leerling en leraar wij open met elkaar kunnen communiceren kunst en cultuur een belangrijke plaats heeft de sportieve capaciteiten van leerlingen tot ontplooiing kunnen komen wij de leerling die wij aannemen aan een diploma helpen, passend bij zijn capaciteiten De school richt zich op Gymnasium, Atheneum, HAVO en VMBO t. Bij het laatste schooltype richt de school zich op aansluiting op het hoogste niveau van het MBO, en de doorstroming naar de HAVO is open. 2.2 DE FUNCTIONARISSEN De directie bestaat uit de rector, mevrouw van Gils en twee conrectoren, de heren Gorter (tevens plaatsvervangend rector) en Oosterbaan. Op het Calandlyceum is het zo georganiseerd dat afdelingsleiders verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken in hun schooldeel. Hoewel leerlingen en hun ouders in de eerste plaats met de mentor te maken hebben, zal de afdelingsleider zich een aantal keren per jaar aan de ouders presenteren, bijvoorbeeld op ouderavonden. In de Beginschool is de leiding voor leerjaar 1 in handen van de heer Hellendoorn; voor leerjaar twee is dat de heer Heinemeyer. In de Eindschool is de leiding van de afdeling VMBO in handen van de heer Mulder; voor de afdelingen VWO (Gymnasium, Atheneum) is dat de heer Hollegien; voor HAVO de heer Vlakveld. Studieleiders zijn verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding in hun afdeling. Dit betreft zowel resultaat- en keuzebegeleiding als begeleiding bij persoonlijke problemen. Hoe deze begeleiding georganiseerd is leest u in hoofdstuk 3. De begeleiding in de Beginschool is in handen van drie studieleiders: mevrouw Noordhoek voor de afdelingen Atheneum/HAVO en Gymnasium, de heer Iedema voor HAVO/VMBO en de heer Graatsma voor VMBO. In de Eindschool zijn de heer Zantingh en mevrouw Jordaans de studieleiders voor de theoretische en kaderberoepsgerichte leerwegen in het VMBO; de heer Vonk voor VWO (Gymnasium en Atheneum) en HAVO. Om de Gymnasium-, Atheneum- en HAVO-leerlingen goed te kunnen begeleiden bij hun keuzes in de 2e fase is er een profielcoördinator: mevrouw van Reenen. 4

5 De leerlingenadministratrie houdt allerlei gegevens op het gebied van de aanwezigheid van leerlingen bij. Op de Beginschool doen dat de administratrices mevrouw J. de Jonge en mevrouw T. Krijnen. In de Eindschool voert mevrouw T. Pasma deze werkzaamheden uit. Deze mensen nemen bijvoorbeeld contact met de ouders op wanneer een leerling niet in de les verschijnt. Meer over de regeling rond absentie en spijbelen leest u in hoofdstuk 4. Naast directie, afdelingsleiding, studieleiding en leerlingadministratie werken er op school natuurlijk nog veel meer mensen. Over hun rol in de schoolorganisatie leest u in de rest van deze schoolgids. Een complete personeelslijst met functie vindt u achterin deze gids in de bijlage. Bijzondere vermelding wordt hier nog gemaakt van de mensen met een EHBO/BHVopleiding. Het is een prettig idee, dat op het Calandlyceum verscheidene mensen een EHBO-diploma hebben en dat met behulp van jaarlijks te volgen cursussen ook goed bijhouden. Sommigen hebben een cursus reanimatie gevolgd. Verder hebben 10 personeelsleden een diploma BHV (=BedrijfsHulpVerlening). Overal in de school zijn plattegronden opgehangen met daarop duidelijk vluchtroutes ingetekend. Bij brandalarm kan zo iedereen veilig het gebouw verlaten. Tenminste één maal per jaar wordt er een brandalarmoefening gehouden. De BHVers spelen daarbij een actieve rol. 2.3 DE ROL VAN OUDERS EN LEERLINGEN IN DE SCHOOL Op het Calandlyceum wordt inspraak door leerlingen en hun ouders belangrijk gevonden. Dagelijks worden er op school vele beslissingen genomen en het is van belang dat degene om wie het uiteindelijk gaat daar ook in gekend worden. Daarnaast worden er informatieavonden georganiseerd om ouders op de hoogte te houden. MEDEZEGGENSCHAPSRAAD, OUDERRAAD EN LEERLINGENRAAD De Medezeggenschapsraad bestaat uit vier ouders, drie leerlingen en zeven personeelsleden. Zij vergaderen ongeveer vijf keer per jaar gezamenlijk en hebben adviesen instemmingsrecht over een belangrijk deel van het schoolbeleid. Vrijwel ieder onderwerp kan besproken worden. Een paar voorbeelden zijn: werkweken, onderwijsontwikkelingen als Tweede Fase en Basisvorming, personeelsbeleid, de rol van sport en cultuur op school of bijvoorbeeld de huiswerkklas. Ook kent de Medezeggenschapsraad een aantal commissies. Zij houden zich bezig met bijvoorbeeld Taakbeleid, een onderwerp dat vooral het personeel betreft, maar ook bij sollicitaties of beroepsprocedures hebben zij een belangrijke rol. Voorzitter van de MR is de heer Siegman, secretaris is de heer Westenberg. U kunt hen via school bereiken. Leerlingen kunnen via hun mentor contact opnemen met een MR-lid, maar ze kunnen ook leerlingen uit de Leerlingraad benaderen. Ouders kunnen contact zoeken door één van de hierna vermelde leden van de Ouderraad te benaderen. De Ouderraad (OR) van het Calandlyceum bestaat uit twaalf vertegenwoordigers van de ouders. Zij worden voor twee jaar gekozen tijdens verkiezingen die ongeveer parallel lopen aan die van de Medezeggenschapsraad (MR). De OR vergadert zo'n vijf keer per jaar in aanwezigheid van de rector en de voorzitter van de MR over zaken als: een juiste besteding van de ouderbijdrage - ruim dertigduizend euro per jaar - bijvoorbeeld voor projecten op het gebied van sport, cultuur en bibliotheek, meedenken over onderwijskundige ontwikkelingen, zoals omgaan met dreigende docentenschaarste, keuzewerktijd en de overgang Beginschool - Eindschool; activiteiten stimuleren die bijdragen aan een goed schoolklimaat zoals festiviteiten. 5

6 Verder maakt de Ouderraad de uitgave van de schoolkrant en de eindexamenfoto's mogelijk en heeft zij twee vertegenwoordigers in het bestuur van het - nu afbouwende - Boekenfonds. Vier ouders uit de OR hebben ook zitting in de MR. Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat de Ouderraad invloed heeft en altijd goed geïnformeerd is. Ze wil die invloed en kennis graag delen met de andere ouders en inspelen op wensen die bij hen leven. Wij bieden daartoe verschillende mogelijkheden: wij sturen rond de zomervakantie een jaarverslag uit, we vullen een pagina in het Ouderbulletin, u kunt onze webpagina raadplegen (via de schoolsite wij staan open voor vragen en suggesties (mailen, schrijven of bellen via de school), we houden (internet-)enquêtes om onze standpunten te verbreden, we willen thema-avonden gaan organiseren, onze vergaderingen zijn openbaar. Vergaderdata in dit schooljaar worden opgenomen in het eerste ouderbulletin, dat verschijnt in de eerste week van september. Ook staan de data genoemd op de website van de ouderraad. Daar vindt u ook altijd de agenda. In 2004 kunnen ouders zich weer verkiesbaar stellen. Er zijn echter ook af en toe tussentijdse vacatures, bijvoorbeeld wanneer een kind slaagt en van school af gaat. Vanaf de zomer van 2003 is er één plek vrij. Op dit moment zijn de ouders van VMBO-leerlingen ondervertegenwoordigt. Belangstellenden kunnen altijd contact opnemen met de voorzitter of de secretaris. Ouderraadsleden telefoon adres Saskia Cloosterman pasen@xs4all.nl Loes Dehne loesdehne@hotmail.com Henk Fritz (penningmeester, ook in MR) Frank de Graaf (lid bestuur Boekenfonds) graaf39@zonnet.nl Agnes Hartog (ook in MR) agneshartog@hotmail.com Wouter Looman (voorzitter) wlooman@xs4all.nl Henny van der Neut (secretaris) hennyvanderneut@hetnet.nl Pascale Nicolini (lid bestuur Boekenfonds) p.nicolini@wolmail.nl Bert Stamkot (ook in MR) b.stamkot-map@wxs.nl Jay Tetar tetar08@planet.nl Elli Venhorst De Leerlingenraad is in schooljaar opgericht. Dhr. Bakker, docent geschiedenis en maatschappijleer, heeft als extra taak het begeleiden van de Leerlingenraad. De eerste resultaten zijn geboekt. In schooljaar zal enthousiast verder gegaan worden. Meer informatie op OUDERAVONDEN Niet alleen door de tamelijk officiële inspraak via ouderraad en medezeggenschapsraad, maar ook door de ouderavonden hebben ouders de mogelijkheid zich betrokken te voelen bij de gang van zaken op school. Er zijn vier soorten ouderavonden: Algemene ouderavonden: Er wordt kennis gemaakt met de afdelingsleider, de studieleider en de mentor. Speciale ouderavonden: Er staat een bepaald thema centraal, bijv. de keuze voor een volgend leerjaar. Memo-uitreikingen: Er vindt een gesprek tussen ouders, leerling en mentor plaats. Telefonische ouderspreekavonden: Ouders kunnen een aantal vakleraren telefonisch te spreken krijgen. U krijgt van elke voor u van belang zijnde ouderavond tijdig bericht. 6

7 Buiten de ouderavonden om is het altijd mogelijk met een personeelslid van het Calandlyceum telefonisch een afspraak te maken. De aangewezen tussenpersoon is de mentor. 2.4 KLACHTENREGELING, MILIEUZORG EN SPONSORING KLACHTENREGELING Waar zoveel mensen (1650 leerlingen, 160 personeelsleden) de gehele dag samen werken, gaat ook wel eens iets fout. Dat is vervelend, maar bij een goede afhandeling van een eventuele klacht behoeft dat niet noodzakelijkerwijs als vervelend ervaren te worden. In het hoofdstuk over DE REGELS (hoofdstuk 4) wordt uiteengezet op welke wijze er op het Calandlyceum met klachten wordt omgegaan. MILIEUZORG Het Calandlyceum is een moderne school en dat uit zich ook in de zorg voor het milieu. Zo wordt het papier gescheiden opgehaald en wordt het chemisch afval (bijv. van de practicumlessen scheikunde) op een verantwoorde wijze afgevoerd. Het stadsdeel Osdorp heeft onze school op het milieuaspect laten doorlichten. Dat heeft geresulteerd in een milieunota met allerlei adviezen over bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen, afvalscheiding, recycling, gebruik schoonmaakmiddelen, etc. Elke twee jaar wordt door de milieudienst Amsterdam gecontroleerd of wij ons aan de richtlijnen houden. SPONSORING Het Calandlyceum heeft in het schooljaar een begin gemaakt met het werven van sponsors. Alle toeleveranciers zijn aangeschreven en gevraagd of ze als partner van het Calandlyceum de samenwerking willen versterken. Het Calandlyceum garandeert brancheexclusiviteit en beperkte mogelijkheden voor naamsprofilering. De sponsoren storten via nacalculatie een bedrag terug naar het Calandlyceum. Dit alles gebeurt tegen een vooraf vastgesteld percentage. Op onze website kunt u onze partners terugvinden. Daarnaast is er sinds januari 2003 een overeenkomst met de RABObank. De RABObank heeft een projectenfonds in het leven geroepen. Dit projectenfonds ondersteunt initiatieven van docenten, ten behoeve van leerlingen, financieel. 7

8 3. HET ONDERWIJS EN DE BEGELEIDING Het Calandlyceum is een kwaliteitsschool. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet op welke wijze leerlingen op het Calandlyceum terechtkomen, hoe het onderwijs op het Calandlyceum georganiseerd is en op welke wijze leerlingen verder begeleid worden. Maar allereerst wordt kort ingegaan op de kwaliteitszorg. 3.1 KWALITEITSZORG Op vele terreinen komt kwaliteitszorg tot uiting. Op het gebied van het contact met de ouders, op de manier waarop we met leerlingen omgaan, op de manier waarop wij lesgeven en natuurlijk in de resultaten die de school behaalt. Resultaten bestaan niet alleen uit het percentage leerlingen dat in een bepaald leerjaar bevorderd wordt, maar bijv. ook uit het aantal leerlingen dat zonder vertraging een diploma behaalt, het aantal leerlingen dat tussentijds de school verlaat, de slagingspercentages, het niveau waarop leerlingen examen doen, het aantal leerlingen dat in een extra vak examen doet of hoe de leerlingen doorstromen naar het vervolgonderwijs. In Nederland houdt de inspectie als onafhankelijk instituut de kwaliteit van scholen in de gaten: zij publiceert jaarlijks een zg. kwaliteitskaart. U kunt deze kaart bekijken op Ook via de ouderpagina van de website van de school is de kwaliteitskaart te bekijken. In aanvulling op bovenvermelde kaart nog de slagingspercentages voor de examens 2001, 2002 en 2003 voor de verschillende afdelingen: VBO-Adm 100% 97% MAVO 86% 95% VMBO G/T 92% HAVO 83% 91% 78% VWO 98% 80% 92% 3.2 INSCHRIJVING VAN NIEUWE LEERLINGEN OP HET CALANDLYCEUM In de maanden januari, februari en maart kunnen de ouders van leerlingen van de achtste groep van de Basisschool zich oriënteren op het Calandlyceum en hun zoon of dochter aanmelden. Wij nemen vervolgens contact op met de basisschool. Wij vragen daar informatie op over prestaties, gedrag en werkhouding. Verder vragen wij naar het schooladvies dat de basisschool geeft en de uitslag van de CITO-toets. Leerlingen die minimaal een VMBO-t advies en een daarbij passende toetsuitslag hebben, én die geschikt zijn voor het Calandlyceum, worden toegelaten. Het Calandlyceum houdt zich aan de door de Gemeente Amsterdam vastgestelde wijze van inschrijving: de Kernprocedure. Leerlingen die serieus aan sport doen, kunnen zich voor het eerste leerjaar aanmelden voor een sportklas van de Gymnasium, Atheneum/HAVO-, HAVO/VMBO-t of VMBO t afdeling. Zij worden dan getest op motorische vaardigheden. Op grond van de uitslag van de test worden leerlingen geplaatst in een sportklas dan wel in een andere klas. 8

9 3.3 SCHOOLTYPEN Bij aanneming op onze school wordt de leerling geplaatst in een klas voor Gymnasium, Atheneum/HAVO, HAVO/VMBO-t of VMBO-t. De leerlingen van het eerste leerjaar gaan vanaf de tweede klas verder met het Gymnasium, Atheneum, HAVO of VMBO t. De VMBO t leerlingen kiezen aan het eind van de tweede klas één van de leerwegen in het VMBO. Alle schooltypen binnen het Calandlyceum sluiten goed op elkaar aan. Daardoor zijn er voldoende doorstroommogelijkheden. Doorstromen naar een hoger schooltype is echter niet vanzelfsprekend, maar is gekoppeld aan strenge eisen. De Studieleider heeft hierover alle informatie. In hoofdstuk 8 is een overzicht opgenomen waarin bovenstaande schematisch weergegeven wordt. Ook kunt u daar de aansluiting op het vervolgonderwijs zien. Het Calandlyceum heeft een aantal bijzondere keuzes gemaakt wat betreft de inrichting van het onderwijs. Deze keuzes blijken uit de urentabellen voor de verschillende schooltypes. Deze zijn in de bijlagen in hoofdstuk 8 weergegeven. In de urentabel valt op dat leerlingen in de sportklassen van het 1 e en 2 e leerjaar 2 uur extra lichamelijke opvoeding hebben. In het 3 e leerjaar is voor de leerlingen van het Gymnasium en Atheneum een extra uur ingeruimd voor dans/drama en muziek. Hier wordt een uitvoering voorbereid van een theaterproductie. De uitvoering zelf is gepland in mei/juni De leerlingen van het 3 e leerjaar Havo hebben een uur muziek extra op de urentabel. Leerlingen in de tweede fase kunnen in alle gevallen een expressievak, Tekenen of Handvaardigheid, kiezen. Bovendien kunnen zij in de vrije ruimte ook een keus maken uit de vakken Management&Organisatie (niet in alle profielen), LO2 en Informatica. 3.4 HET CALANDLYCEUM EN ONDERWIJSONTWIKKELING De laatste jaren is er veel gebeurd in het voortgezet onderwijs in Nederland. Het Calandlyceum heeft de onderwijsontwikkelingen uiteraard gevolgd en heeft haar eigen invulling eraan gegeven. Hieronder wordt uiteengezet op welke wijze het Calandlyceum de ontwikkelingen op het gebied van de basisvorming, het VMBO en de Tweede Fase heeft verwerkt. DE BASISVORMING In de onderbouw volgen alle leerlingen de Basisvorming. Zeer algemeen geformuleerd gaat het er bij de Basisvorming om dat leerlingen basisvaardigheden verwerven op allerlei gebied, die onontbeerlijk zijn voor hun latere functioneren in de maatschappij. Het niveau van deze vaardigheden is omschreven in de zogenaamde kerndoelen voor de vijftien verplichte vakken. De basisvorming is geen opleiding op zich: de huidige schooltypen Gymnasium, Atheneum, HAVO, VMBO-t en VMBO-k administratie blijven bestaan. De exameneisen van die opleidingen blijven bepalend voor het onderbouwprogramma. Alle leerlingen krijgen dezelfde vakken met uitzondering van de Gymnasiumleerlingen die in het eerste leerjaar ook Klassieke Cultuur/Latijn krijgen. In Atheneum / HAVO-klassen ligt het tempo hoger en wordt dieper op de leerstof ingegaan. In de Gymnasiumklassen geldt dit overigens nog sterker. Naast de vakken in het eerste leerjaar krijgen alle leerlingen in het tweede leerjaar Duits en Natuurkunde/Scheikunde; de Gymnasiumleerlingen bovendien het vak Grieks; in de tweede klas VMBO, wordt ook het vak economie gegeven. Voor de Gymnasium- en Atheneum/HAVO-leerlingen is de Basisvorming grotendeels aan het eind van het tweede leerjaar afgerond. In het VMBO wordt ook een deel van het derde leerjaar nog aan de basisvorming besteed. 9

10 Vanaf het eerste leerjaar wennen de leerlingen aan zelfstandig leren en werken. Dat is een belangrijke vaardigheid voor alle leerjaren en het vervolgonderwijs. In dit kader werken de leerlingen in het eerste drie leerjaren bij veel vakken met de zg. Studiewijzers. Hierin wordt de leerstof voor een langere periode aangegeven; zo kunnen de leerlingen o.a. leren plannen. Daarnaast wordt in de mentorlessen gebruik gemaakt van een methode waarmee leerlingen stapsgewijs getraind worden in o.a. het zelfstandig leren en werken. Leerlingen leren wat er allemaal bij het leerproces komt kijken. Hierbij horen: een aanpak kiezen, jezelf vragen stellen, leren wat je goede en minder goede kanten zijn en jezelf verbeteren. De mentor heeft hierin een begeleidende rol. HET VMBO In de loop van het derde leerjaar VMBO wordt de Basisvorming afgerond. De exameneisen behorend bij het vernieuwde examen van het VMBO zijn verwerkt in een PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) dat reeds in het derde leerjaar begint. Elke leerling die nu in het derde leerjaar zit zal in één van de leerwegen de schoolloopbaan afsluiten. Binnen het VMBO is een aantal elementen vernieuwend: De leerwegen Het Calandlyceum biedt twee leerwegen aan: de theoretische- en de kaderberoepsgerichte leerweg (VMBO-t en VMBO-k). Het examendossier Vanaf het begin van het derde leerjaar bouwt een leerling cijfers op, die meetellen voor het Schoolexamen (SE). Deze cijfers tellen dus mee in de definitieve bepaling van het cijfer op de cijferlijst van het eindexamen. Het sectorwerkstuk De VMBO-t-leerling maakt, afhankelijk van de gekozen sector, een werkstuk in het vierde leerjaar. De praktische opdracht De VMBO-t-leerling maakt twee grote praktische opdrachten (elk 10 uur), meetellend voor het eindexamen. De CIE De Centraal Integratieve Eindtoets wordt afgelegd door VMBO-k-leerlingen als onderdeel van het afdelingsvak administratie. Het handelingsdeel Elke leerling moet een aantal vakken volgen, die moeten worden afgesloten met een voldoende. Dit geldt voor CKV, LO en Oriëntatie op de toekomst. Een voldoende voor deze vakken is noodzakelijk om aan het Centraal Examen mee te mogen doen. Het Studiehuis Van de leerlingen wordt verwacht dat zij zelf verantwoordelijker worden voor hun eigen leertraject. Zo is er veel aandacht voor het zelfstandig werken. DE TWEEDE FASE De Tweede Fase is een ontwikkeling in het onderwijs die gezien kan worden als een onderwijslijn die wordt doorgetrokken van de basisvorming naar de bovenbouw van de afdeling HAVO en VWO (Gymnasium/Atheneum). In de Tweede Fase gaat het om de aandacht voor actief leren en zelfstandig werken. Er wordt rekening gehouden met verschillen wat betreft interesse, werktempo, werkvormen van leerlingen en diverse vormen van kennisverwerving. De rol van leraar verandert: minder frontaal lesgeven en meer begeleiding en individuele aandacht. De Tweede Fase op het Calandlyceum omvat het 4 e, 5 e en 6 e leerjaar Gymnasium / Atheneum en het 4 e en 5 e leerjaar HAVO. In de Tweede Fase is een aantal elementen vernieuwend: Het Studiehuis 10

11 Van leerlingen wordt verwacht dat zij zelf meer verantwoordelijk worden voor hun eigen leertraject. Zij zullen minder klassikaal les krijgen en bijvoorbeeld dezelfde informatie in eigen tempo uit de bibliotheek of computer halen. De leerstof Op het Calandlyceum worden alle vier profielen aangeboden. Ieder profiel bestaat uit een gemeenschappelijk en een profielgebonden gedeelte. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om niet-profielgebonden vakken te kiezen. Studielast Elk vak heeft zijn eigen studielast gekregen, gebaseerd op een 40-urige werkweek. In deze studielast is het totaal aantal uren verwerkt dat een leerling nodig heeft om het vak af te ronden. Binnen deze studielast vallen alle lessen, practica, huiswerk, toetsen, examens, excursies en ook het maken van werkstukken. Keuzewerktijd (KWT) Op een aantal, door de school aan te wijzen, tijdstippen hebben de leerlingen een keuze uit verschillende vakken of activiteiten onder verantwoordelijkheid van de school. De leerling maakt zelfstandig een keuze. Het examendossier Vanaf het 4 e leerjaar bouwt de leerling cijfers op, die meetellen voor het Schoolexamen (SE). Deze cijfers tellen dus mee in de definitieve bepaling van het cijfer op de cijferlijst van het eindexamen. De inhoud, de vorm en het gewicht van iedere SE toets wordt vastgelegd in het Programma van Toetsing en afsluiting (PTA) dat in het begin van het vierde leerjaar wordt uitgereikt. Het profielwerkstuk Elke leerling maakt, afhankelijk van het profiel, een werkstuk. Dit werkstuk beslaat tenminste een vak binnen een profiel. Samenwerking met andere scholen Landelijk zijn verschillende netwerken opgericht om al deze vernieuwingen in goede banen te leiden. Ook het Calandlyceum neemt aan een dergelijk netwerk deel. 3.5 RAPPORTAGE In hoofdstuk 7.9 staat vermeld wanneer leerlingen een rapport krijgen. In de onderbouw bij elk rapport en in de overige niet-examenklassen bij de rapporten na het 1 e en 2 e trimester nodigt de mentor de ouders en de leerling uit voor een gesprek. Hierin komen de resultaten, de werkhouding en het gedrag en, na het 2 e trimester ook de verwachtingen voor het komend leerjaar aan de orde. Als de studieleider, de mentor of een leraar signaleert dat een leerling moeite heeft met de lesstof, krijgt de leerling als ondersteuning bijles. Wie moeite heeft met het maken van huiswerk, wordt daarbij geholpen. (zie ook de tekst over de huiswerkklas in 3.6 DE BEGELEIDING) Voor het opgeven van proefwerken en toetsen zijn duidelijke afspraken gemaakt: in het algemeen geldt dat leerlingen maximaal één proefwerk of tentamen per dag hebben. In uitzonderingsgevallen kan in 2 e fase-klassen daarvan worden afgeweken. In proefwerk- en tentamenweken is het maximum in principe twee per dag; de leerlingen volgen dan echter daarnaast geen lessen. Aan het begin van het cursusjaar brengt de mentor de leerlingen op de hoogte van de voor hen geldende regeling. Aan het einde van de niet-examenklassen krijgen leerlingen een eindrapport. Onder andere op basis van dat eindrapport wordt besloten of een leerling bevorderd wordt of doubleert. Voor alle leerjaren zijn aparte overgangsnormen opgesteld. De mentor bespreekt de overgangsnormen met zijn of haar klas. Deze normen dienen slechts als voorstructurering van de rapportvergaderingen; er kunnen door leerling of ouders geen rechten aan worden ontleend. Een overgangsbesluit is een besluit van de lerarenvergadering en wordt voor elke leerling individueel genomen. Bij dit besluit spelen, naast de cijfers, verschillende zaken een 11

12 rol: werkhouding, werkinstelling, reeds behaalde resultaten voor het schoolexamen en inzicht maar ook sociale omstandigheden en de beperkte verblijfsduur voor VMBO-leerlingen worden altijd meegewogen en kunnen doorslaggevend zijn. Op de vergadering kan, in het belang van de leerling, door de school voor het volgend cursusjaar dwingend een ander schooltype worden voorgeschreven. 3.6 DE BEGELEIDING De begeleiding van leerlingen op het Calandlyceum valt in verschillende onderwerpen uiteen en wordt ook door verschillende personen verzorgd. DE MENTOR Iedere leerling heeft een mentor. Deze draagt zorg voor de leerlingen en voor de sfeer in de klas. De mentor volgt aan de hand van cijferoverzichten de resultaten van de leerlingen en grijpt zonodig in. Bij onvoldoende resultaten zal de mentor de leerling motiveren, informatie vragen bij andere leraren, contact met ouders opnemen, naar de studieleider verwijzen, enzovoort. Ook bij persoonlijke problemen zal de mentor de leerlingen zo goed mogelijk bijstaan en zal deze zonodig de studieleider inschakelen. De mentor in de eerste drie leerjaren verzorgt, naast de gewone vakles, ook de studieles. In dit ingeroosterde uur wordt ook aandacht gegeven aan voorlichting en begeleiding. In klas 1, 2 en 3 wordt drie maal per jaar (in alle andere niet-examenklassen twee maal) het rapport tijdens een gesprek uitgereikt aan de leerling en zijn ouders. Bij het rapport ontvangt de leerling ook de memo, waarin de mening van de leraren over de leerling kort verwoord is. Verder draagt de mentor zorg voor de organisatie van klassenavonden en andere sociale activiteiten. Zie ook het overzicht van alle mentoren hoofdstuk 8. DE STUDIELEIDER De studieleider is eindverantwoordelijke voor de leerlingbegeleiding van zijn afdeling. Samen met de mentor bewaakt deze de resultaten van de leerlingen. Verder geeft de studieleider informatie over studie- en beroepskeuze aan de leerlingen. Zowel de mentor als de studieleider voeren gesprekken met de leerling over zijn profiel, sector, schooltype of vervolgopleiding. De behaalde resultaten spelen hierbij naast de wens van leerling en ouders een belangrijke rol. Een ander aandachtspunt van de studieleider betreft het welzijn van de leerling, zowel op school als daarbuiten. Bij sociaal-emotionele problemen of langdurige ziekte zal de leerling zo veel mogelijk ondersteund worden. Doorverwijzing naar externe instanties kan daarvan een onderdeel zijn. Ook kunnen schoolarts, onderwijshulpverlener of leerplichtambtenaar betrokken worden. DE VERTROUWENSPERSOON De studieleider is de vertrouwenspersoon voor de leerlingen van de betreffende afdeling. Bij ongewenste intimiteiten, intimidatie of andere handeling die inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een leerling, kan deze terecht bij de studieleider van zijn afdeling. HUISWERKKLAS Voor het eerste en tweede leerjaar kent het Calandlyceum een huiswerkklas, en wel op maandag-, dinsdag-, woensdag- en donderdagmiddag. Als een leerling moeite heeft bij het plannen of het maken van het huiswerk of zich thuis slecht kan concentreren, kan hij naar de huiswerkklas verwezen worden. Hij gaat dan minimaal 2 dagen per week na zijn laatste lesuur naar het huiswerklokaal en maakt daar zijn huiswerk. Hij zal vooral leren structuur en organisatie in zijn werk aan te brengen. Een leerling kan zich, na overleg met de mentor, ook 12

13 vrijwillig opgeven voor de huiswerkklas. De huiswerkklas wordt geleid door de heer Appelo. Aan de huiswerkklas zijn geen extra kosten verbonden. STEUN-UREN EN KEUZEWERKTIJD In een Steun-uur kan een leerling bijles volgen. Tijdens dit uur krijgt de leerling in kleine groepjes extra hulp van een docent.in het 1 e leerjaar betreft het de vakken Engels en Frans, in het 2 e leerjaar Engels, Frans, Duits en Wiskunde. Bovendien wordt er in beide leerjaren taalgerichte ondersteuning gegeven bij de vakken Geschiedenis, Aardrijkskunde en Biologie. In het 3 e leerjaar taal is er het steunuur Taal. Hierbij ligt het accent op vergroting van de woordenschat en een beter tekstbegrip. Deze kennis en vaardigheden moet de leerling ook bij andere vakken kunnen toepassen. In de derde klassen en hoger zijn er KWT-uren in het rooster opgenomen. De leerlingen kunnen dan aan hun opdrachten en (profiel-)werkstukken werken of begeleiding vragen bij moeilijkheden met een vak. Ook is er gelegenheid om met een mentor te overleggen of om zelfstandig te werken in de studieruimten. Indien de vakdocent of de mentor het nodig acht, kan een leerling verplicht naar een steunuur of een KWT uur worden verwezen. KEUZEBEGELEIDING EN DETERMINATIE Het proces om een leerling het voor hem of haar geschikte schooltype te laten volgen noemen we determinatie. Keuzebegeleiding gaat over het proces van kiezen van vakkenpakketten, schooltypen en vervolgopleidingen door de leerling, onder de verantwoordelijkheid van de studieleider. De mentor heeft een belangrijke rol in dit proces. De voorlichting wordt klassikaal gegeven en kan de leerling aanleiding geven tot een gesprek met de studieleider. Leerlingen worden gewezen op de mogelijkheid voorlichtingsavonden en open dagen te bezoeken. Wij organiseren in dit kader de volgende ouderavonden: In september voor alle 1 e klassen. Het doel van deze avonden is de ouders informatie te verschaffen over de schoolorganisatie en over het determinatieproces in het eerste leerjaar. In november voor de 2 MAVO-klassen met voorlichting over het VMBO en vakkenpakketten. In oktober voor de 2 Gymnasium- de 2 Atheneum- en de 2 HAVO-klassen. Het thema op deze avonden is voorlichting over de bovenbouw van Gymnasium, Atheneum en HAVO, naast de informatie over het determinatieproces zoals dat in het 2 e leerjaar plaatsvindt. In oktober en in februari voor de klassen 3G, 3A en 3H met voorlichting over de profielen in de tweede fase. De profielcoördinator zal dan voorlichting geven over de inhoud van de verschillende profielen en de keuzemogelijkheden binnen ieder profiel. Zij laat de samenhang tussen de verschillende vakken binnen het profiel zien. In oktober voor de 3 VMBO-klassen met informatie over sectoren, leerwegen en het examen-dossier in het VMBO. In januari is er bovendien nog een profielkeuzemiddag voor de 3G, 3A en 3H klassen. Samen met de studieleiding verzorgt de profielcoördinator de oriëntatie op studie- en beroepskeuze. In de Tweede Fase heet dit LOB, dat betekent Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding. Het LOB is opgenomen in de Studielasttabel; dat geeft al aan, dat het een onderdeel is van het reguliere programma. In het kader van de keuzebegeleiding worden in het tweede en derde leerjaar enkele tests afgenomen. Deze tests vergroten het inzicht in de interesses van de leerling. ONDERWIJS AAN ZIEKE KINDEREN Als een leerling wegens ziekte thuis moet blijven kan er een beroep worden gedaan op de Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen voor begeleiding aan huis. Er moet een medische indicatie zijn met de verwachting dat de leerling tenminste drie weken niet naar school kan. De lessen worden in overleg met de leraren van het Calandlyceum gegeven. Het is 13

14 raadzaam bij een ziekte die langer dan een paar dagen duurt, naast de gebruikelijke ziekmelding, contact met de mentor op te nemen. TAALBELEID, TAALBEGELEIDING Op het Calandlyceum krijgt taal reeds jaren extra aandacht. Schoolsucces begint met een goede beheersing van het Nederlands. Een goede beheersing van het Nederlands is niet alleen nodig bij de lessen Nederlands, maar ook bij alle andere vakken. Wij benadrukken in alle lessen het verschil tussen ons dagelijks taalgebruik en de taal die in schoolboeken wordt gebruikt. In schoolboeken staan vaak woorden waarvan de betekenis niet iedere leerling duidelijk is. Echter deze schoolboeken-woorden moeten de leerlingen wel kennen om de vakken goed te kunnen volgen. Op het Calandlyceum zorgen wij ervoor dat de "schoolboeken-woordenschat" groter wordt. Ook letten wij erop dat bij alle vakken teksten op een goede manier worden gelezen. We noemen dat met een mooi woord "leesstrategie". Hoe een tekst gelezen moet worden is afhankelijk van het doel dat bereikt moet worden. Is het doel bijvoorbeeld "iets onthouden" dan moet de tekst intensief gelezen worden. Zo hoort bij ieder doel een speciale manier van lezen. Een leerling die dit geleerd heeft zal betere resultaten behalen. Alle eerste klassen worden aan het begin van het schooljaar getest op hun tekstbegrip en woordenschat. Op basis van deze test en informatie van de basisschool worden leerlingen die dit nodig hebben naar steunuur-taal verwezen. Dit is een wekelijks extra lesuur waarin in kleine groepjes aan de taalbeheersing wordt gewerkt. Leerlingen die individueel hulp nodig hebben worden doorverwezen naar onze remedial teacher. De coördinatie van het taalbeleid is in handen van mevr. Broshuis. Zij werkt intensief samen met de remedial teacher, studieleiders, afdelingsleiders, mentoren, docenten en directie. REMEDIAL TEACHER Het toetsen van de leesvaardigheid en de woordenschat bij alle brugklasleerlingen wordt uitgevoerd door de remedial teacher. Daarnaast houdt zij zich bezig met het begeleiden van dyslectische leerlingen. Meestal gaat het om leerlingen die al met een dyslexieverklaring de school binnen komen. Ook is het mogelijk dat dyslexie pas wordt vastgesteld als leerlingen al enige tijd op het Calandlyceum verblijven. De remedial teacher kan in zo n geval een kort vooronderzoek doen alvorens te verwijzen naar een buitenschoolse instelling voor een volledig dyslexie-onderzoek. De begeleiding kan bestaan uit het voeren van gesprekken met de leerlingen en hun ouders en het geven van adviezen. Ook doet zij aanbevelingen aan de docenten van dyslectische leerlingen om zo goed mogelijk rekening te kunnen houden met hun lees- en/of spellingproblemen. Dat kan variëren van meer tijd geven voor het maken van toetsen, mondeling overhoren in plaats van schriftelijk, het aanvragen van boeken op band (of op cd-rom) enzovoorts. Ook beschikt de school over elektronische trainingsprogramma s voor de vreemde talen, waarmee dyslectische leerlingen de spelling kunnen oefenen. 3.7 LEER- EN HULPMIDDELEN Ouders kunnen de benodigde boeken huren en/of kopen via Van Dijk Studieboeken (VDS) In de lessen wordt gebruik gemaakt van moderne audio-visuele hulpmiddelen, zoals videorecorders, cassetterecorders, overheadprojectoren en vooral computers. Zowel in de Beginschool als in de Eindschool is een bibliotheek aanwezig, waar boeken worden uitgeleend. Daarnaast is er in de Eindschool een studiehuis waar leerlingen kunnen studeren en waar verscheidene computers staan, waarvan de meeste met internetaansluiting. Verder is in de Begin- en Eindschool een uitgebreid computerlokaal met elk 30 computers aanwezig. Al deze computers zijn voorzien van een internetaansluiting. Drie 14

15 lokaalassistenten zorgen o.a. voor een goed verloop van de lessen. Ook zijn er in de school diverse kleinere computerruimtes in gebruik: direct bij een groep van vakken (natuurkunde, scheikunde en biologie) of in het lokaal. Voor het afdelingsvak administratie zijn twee lokalen beschikbaar met moderne apparatuur. De school investeert jaarlijks een groot bedrag in uitbreiding van de automatisering. De ICT-coördinator, de heer Speelman, adviseert op dit gebied de directie, in nauwe samenwerking met de systeembeheerder, de heer Van Heusden. Een groeiend aantal docenten heeft scholing als ICT-contactdocent gevolgd, met als doel het gebruik van ICT in de lessen te coördineren en te stimuleren. 3.8 HET VERVOLGONDERWIJS Het onderwijs op het Calandlyceum sluit goed aan op diverse vormen van het vervolgonderwijs. Om de aansluiting ook in de toekomst te verzekeren neemt het Calandlyceum deel aan samenwerkingsprojecten met de Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam. De aansluiting van VMBO op MBO wordt via regelmatige contacten zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Zo werkt het MBO sinds enige tijd met 4 instapniveaus, waarbij niveau 1 het laagste en niveau 4 het hoogste is. Het instapniveau van het MBO is afhankelijk van het gevolgde examenprogramma. Voor Calandleerlingen betekent dat in de praktijk vrijwel altijd niveau 3 of 4. 15

16 4. DE REGELS 4.1 LESTIJDEN De roostertijden lopen van uur. Dat wil zeggen, dat binnen deze tijdstippen een leerling voor de school beschikbaar moet zijn. Per dag zullen de aanwezigheidstijden in het algemeen korter zijn. De lestijden zijn als volgt: pauze minuten pauze minuten pauze minuten pauze minuten LESUITVAL De school streeft er naar lesuitval zoveel mogelijk te beperken. Enerzijds wordt lesuitval veroorzaakt door ziekte van een personeelslid, anderzijds door bijscholing van personeel of andere oorzaken, bijv. verhuizing of familieomstandigheden. Vooral de onderwijskundige veranderingen maken dat er veel bijscholing van leraren nodig is. Bij afwezigheid van een leraar worden de lessen in de eerste drie leerjaren zo veel mogelijk vervangen. Vervanging wegens langdurige ziekte geschiedt in alle leerjaren. Een leraar die ziek wordt, gebruikt voor het eerste lesuur van een klas de telefoonketen. Dan hoeven de leerlingen niet voor niets op school te komen. 4.3 ZIEKMELDING Voor alle leerjaren is het verplicht een leerling telefonisch ziek te melden tussen en uur 's morgens. In uitzonderingsgevallen kan dat door de leerling zelf gebeuren. Als een leerling afwezig is zonder dat er een ziekmelding is geweest, wordt er door de administratie direct naar huis gebeld. Zo wordt spijbelen voorkómen. Op de dag dat de leerling weer naar school komt, levert hij een speciaal daarvoor bestemd briefje in bij de leerlingenbalie. 4.4 VERLOF AANVRAGEN Als van tevoren bekend is dat een leerling voor één of meer uren/dagen de school niet kan bezoeken, moet ruim van tevoren een verlofbriefje worden ingeleverd; bij het inleveren ontvangt de leerling een nieuw exemplaar. Een verlofbriefje wordt bijvoorbeeld gebruikt bij (tand)artsbezoek of een bruiloft. Verlof moet zo veel mogelijk buiten proefwerken om worden aangevraagd. 16

17 Voor langer verlof, bijv. extra vakantie, gelden zeer strenge voorwaarden, waarbij de school niet zelf beslist, maar de leerplichtambtenaar. Formulieren en informatie kunt u krijgen bij de studieleiding. 4.5 TE LAAT KOMEN Een leerling die te laat komt, meldt zich bij de leerlingbalie. Daar krijgt hij een briefje (Beginschool) of een stempel op zijn stempelkaart (Eindschool). Zonder briefje of stempel wordt een leerling niet tot de les toegelaten. Een leerling die zonder geldige reden te laat komt krijgt een taakstraf. Bij herhaaldelijk te laat komen gelden strengere regels. Zo wordt één en ander in ieder geval gemeld aan het LAS (Leerling Administratie Systeem) en aan de leerplichtambtenaar. 4.6 GEDRAGSREGELS Orde en rust op school vinden wij zeer belangrijk. Direct aan het begin van het schooljaar krijgen Begin- en Eindschoolleerlingen een aantal regels te horen. Deze regels hebben betrekking op hoe je met elkaar en met het gebouw omgaat. Ze staan op schrift in de z.g. INFO voor leerlingen voor de Eindschool en in de Schoolregels Beginschool, en worden met alle leerlingen besproken. Ouders wordt aangeraden de INFO of de Schoolregels eens door te lezen. Enkele regels lichten wij eruit: Roken mag in school absoluut niet. ES-leerlingen mogen buiten wel roken. BS-leerlingen mogen ook op het schoolplein niet roken. Tijdens de pauzes wordt er door leraren en de conciërges gesurveilleerd. Het gebruik van drugs is absoluut verboden. Bij overtreding volgt schorsing; bij herhaling volgt verwijdering van school. In overleg met de politie is er tussen alle scholen in Amsterdam-West de afspraak gemaakt om bij overtreding van gedrags- of wetsregels aangifte te doen. Algemeen kan gezegd worden dat bij een overtreding van welke regel dan ook er altijd actie volgt. Deze actie kan door de docent worden uitgevoerd, maar ook door de mentor, afdelingsleider of de studieleider. Dit is afhankelijk van de noodzaak van de te ondernemen actie en afhankelijk van de situatie. Bijna altijd wordt er contact gezocht met de ouders om helderheid te krijgen. In speciale gevallen kan de conrector worden ingeschakeld om de situatie op te lossen, waarbij vooral de procedure die is gevolgd van belang is. 4.7 UITSTUURREGELING Mocht het vóórkomen, dat een leerling door zijn gedrag niet meer in de les te handhaven is, dan treedt de uitstuurregeling in werking. Die komt er in het kort op neer, dat nog dezelfde dag het conflict opgelost moet worden d.m.v. contact tussen leraar en leerling. De leraar bepaalt een eventuele straf. 4.8 KOSTBAARHEDEN IN HET SPORTCENTRUM Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding (gymnastiek) is het in verband met het daaraan verbonden gevaar niet toegestaan sieraden te dragen. Om zoekraken te voorkomen wordt de leerlingen op de dag van de gymnastieklessen verzocht sieraden e.d. thuis te laten. Mochten leerlingen dit vergeten, dan kunnen zij die in hun opbergkastje doen. Slechts in uitzonderingsgevallen kan de leerling aan het begin van de les kostbaarheden in een kistje leggen. Het kistje staat in de ruimte waar de leerlingen les hebben. De leerling is er zelf verantwoordelijk voor om na de les zijn spullen uit het kistje te pakken. 17

18 Hoewel de kleedkamers tijdens de lessen afgesloten zijn, kan de school geen aansprakelijkheid aanvaarden voor zaken die in de kleedkamer worden achtergelaten. In het algemeen geldt, dat de school ervan uitgaat dat spullen van waarde niet mee naar school worden genomen. Zie voor eventuele schade ook 6.5. Tijdens het Centraal Examen, dat in het sportcentrum plaatsvindt, geldt ook de regeling dat waardevolle goederen thuis moeten blijven. Daarnaast is het meenemen van een mobiele telefoon tijdens het examen om begrijpelijke redenen verboden. 4.9 KLACHTENREGELING Waar zoveel mensen (1650 leerlingen, 160 personeelsleden) de gehele dag samen werken, gaat ook wel eens iets fout. Dat is vervelend, maar bij een goede afhandeling van een eventuele klacht behoeft dat niet noodzakelijkerwijs als vervelend ervaren te worden. Afhankelijk van de aard van de klacht zijn er verschillende mogelijkheden. Men kan: -direct contact opnemen met de betrokkene -contact opnemen met de mentor -contact opnemen met de betreffende afdelingsleider -na voorafgaande raadpleging van de mentor of de afdelingsleider de Arbitragecommissie inschakelen (zie de tekst in 2.3 over de Medezeggenschapsraad) -na voorafgaande raadpleging van de mentor of de afdelingsleider, als de klacht het examen betreft de Interne Beroepscommissie inschakelen; de precieze regeling is te vinden in het Programma van Toetsing en Afsluiting dat examenkandidaten voor 1 oktober 2003 uitgereikt krijgen. Als de klacht van zeer ernstige aard is, bijvoorbeeld als er sprake is van geweld of bij seksuele intimidatie kan een beroep gedaan worden op: -de vertrouwenspersoon, dat is de betreffende studieleider (zie 3.6) -de vertrouwensarts of vertrouwensinspecteur (zie 7.4 en 7.5) 18

19 5. WAT HET CALANDLYCEUM BIJZONDER MAAKT Op alle scholen wordt lesgegeven, op alle scholen worden leerlingen begeleid. Dat is op het Calandlyceum dus niet bijzonder. Een aantal zaken is echter wel kenmerkend voor het Calandlyceum. Deze worden hieronder beschreven. 5.1 CULTUUR Op onze school komen goed onderwijs en het behalen van een zo hoog mogelijk diploma op de eerste plaats. Daarnaast biedt het Calandlyceum volop de gelegenheid om binnen en buiten de lessen aan bijzondere activiteiten mee te doen. Zo besteden wij veel aandacht aan de culturele vorming. Behalve de muzieklessen in het eerste en tweede leerjaar worden in samenwerking met docenten van de Muziekschool Amsterdam workshops georganiseerd: instrumentaal, vocaal, dans en drama; en is er een schoolband. De leerlingen van 3G en 3A verzorgen aan het eind van het cursusjaar een zelf geproduceerde voorstelling in theater Bellevue. In een aantal gevallen kunnen leerlingen tegen een sterk gereduceerd tarief les krijgen op de Amsterdamse Muziekschool. Ook is er de gelegenheid op school de Popleiding te volgen: muziekles in bandvorm; ook tegen gereduceerd tarief. Daarnaast besteedt de school aandacht aan toneel. Behalve schouwburgbezoek in de hogere klassen, komen ook toneelgroepen op school om in het eerste leerjaar de kinderen van dichtbij kennis te laten maken met toneel en ze zelf te laten ervaren hoe het is om mee te spelen. In het eerste leerjaar is er een toneelgroep o.l.v. een leraar. Aan het eind van het schooljaar is er een aantal voorstellingen. Er is ook een schoolbrede toneelgroep, olv een aantal leraren. Verder is er een samenwerkingsverband met theatercombinatie Bellevue/Nieuwe de la Mar. Leerlingen en personeel krijgen op vertoon van hun Calandpas 50% korting op voorstellingen in beide theaters. De coördinatie is in handen van de kunstcoördinator, mevrouw F. Visser. 5.2 HET CALANDLYCEUM ALS TOPSPORTSCHOOL Het Calandlyceum kent speciale klassen voor leerlingen die intensief aan sport doen, de zg. sportklassen. Deze klassen krijgen extra lessen lichamelijke opvoeding en hebben in principe een docent lichamelijke opvoeding als mentor. Daarnaast is er een sportcoördinator, de heer J. Heinemeyer, die ook afdelingsleider is. Ook zijn er op het Calandlyceum leerlingen die aan topsport doen of zich kunnen ontwikkelen tot topsportleerling. Deze leerlingen komen onder de hoede van één van de drie sportbegeleiders: mevrouw Meijer, de heer Van Nuland of de heer Hilberts. Deze sportbegeleiders voeren gesprekken met de leerling en onderhouden regelmatig contact met de ouders en de trainer van de sportvereniging. Voor deze leerlingen is het mogelijk rekening te houden met speciale wensen: een aangepast rooster, het maken van proefwerken en tentamens op andere tijden en in overleg met de mentor het geven van verlof om aan wedstrijden deel te nemen. Gedurende de gehele schoolloopbaan van de leerling worden de studieresultaten gevolgd, zodat de leerling de schoolopleiding binnen de gestelde tijd kan afronden met een diploma. Het Calandlyceum is één van de, door het Ministerie erkende, veertien landelijke LOOTscholen. LOOT staat voor Stichting "Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport". Het is een stichting die nauw samenwerkt met het NOC*NSF (zie ook: 19

20 De LOOT-scholen hebben als enige toestemming gekregen om de topsporters vrijstellingen te verlenen en (indien nodig) het examen gespreid over twee jaar af te laten leggen. De beslissing, welke leerlingen daarvoor in aanmerking komen, wordt door het NOC*NSF, in samenspraak met de sportbegeleiders, genomen. Het Calandlyceum maakt deel uit van het de Stichting Topsport Amsterdam. Dit samenwerkingsverband met onder meer de Amsterdamse Sportraad en het Sportmedisch Adviescentrum regio Amsterdam moet een verantwoorde en kwalitatief hoogwaardige begeleiding in de directe woon-, leef- en trainomgeving van topsporters realiseren. 5.3 OVERIGE BIJZONDERE ACTIVITEITEN EXCURSIES Op verschillende tijdstippen in het jaar zijn er excursies. Deze zijn zoveel mogelijk ingepast in het lesprogramma. Leren gaat dan op een andere manier: leraren en leerlingen leren elkaar op een andere manier kennen.. In het bijzonder voor de leerlingen in de Tweede Fase geldt dat deelname aan deze activiteiten verplicht is en het resultaat meetelt bij het examendossier. Door de Beginschool wordt er voor de eerste en tweede klassen een dagexcursie binnen Amsterdam georganiseerd. Deze excursie vindt plaats in het kader van één of meerdere vakken, zoals aardrijkskunde, natuurkunde, geschiedenis of biologie. De gymnasiumklassen hebben in het kader van hun klassieke opleiding extra-excursies. Zo bezoekt het eerste leerjaar het Archeon en het tweede leerjaar het Allard Piersonmuseum in Amsterdam en/of het Oudheidkundig museum in Leiden. Op enkele kleine uitzonderingen na worden alle kosten voor excursies e.d. betaald uit de ouderbijdrage en de schoolmiddelen. WERKWEKEN Deelname aan de werkweken in de Tweede Fase is verplicht. Binnen het kader van deze werkweken kunnen opdrachten voor het examendossier worden uitgevoerd. Voor de overige werkweken geldt, dat de school er vanuit gaat dat iedereen meegaat. Voor deze cursus staan de volgende werkweken op het programma: Ardennen, 4 VMBO, in september 2003; eigen bijdrage 30,-. Rome, Gymnasiumleerlingen 5V, in maart 2004; spaarregeling Gezien de steeds groter wordende groepen in 4H en 5V worden de leerlingen verdeeld over verschillende (internationale) bestemmingen. Dit is ondermeer afhankelijk van het gekozen profiel. Alle werkweken worden gehouden in maart Eigen bijdrage voor 4H is 85,- en voor 5V 95,-. FEESTEN Ieder jaar worden er verschillende feesten georganiseerd. Iedere leerling heeft tenminste één schoolfeest. Schoolfeesten zijn niet toegankelijk voor alle leerlingen. Er zijn de volgende feesten: een feest voor de eersteklassers een feest voor de tweedeklassers twee feesten voor de gehele Eindschool een eindexamenfeest BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN BEGINSCHOOL In de Beginschool zijn er buitenschoolse activiteiten waar leerlingen gratis of tegen een geringe vergoeding aan mee kunnen doen: popleiding en andere muziekactiviteiten (in 20