TOYOTA montagehandleiding

Transcriptie

1 Type model: TOYOTA MR (REV-02) Type alarm: COBRA 3868 klasse 2 en 3 Bestelnummers: voor klasse 2 - Cobra CO5452 of M1603 voor klasse 3 bijbestellen. Verwijder voor aanvang van de inbouw: Afdekplaat links onder stuurkolom Linker schoppaneel Afdekkap linker dorpel Afdekkap linker veiligheidsgordel Accu Reservewiel en reservewielbak voor onder de kap Plastic afdekplaat voor onder de kap Sirene en massaschakelaar in de bagageruimte voor onder de kap; Plaats de sirene aan de onderkant van de metalen balk onder de reservewielbak. De steun kan hierop vastgezet worden met twee m6 boutjes op de bestaande draadgaten dit past precies. Voer de bedrading van de sirene door het originele doorvoerrubber. Sirene 1

2 Plaats de massaschakelaar boven de rechter koplamp. Hiervoor kan het gat van de plastic clip gebruikt worden, opboren naar 10mm. Het gat in de plastic afdekkap ook opboren zodat de schakelaar hier doorheen valt. Boor 2 gaatjes en schroef de motorkapschakelaar met 2 RVSplaatschroeven (met een beetje kopervet) vast.sluit hierop de losse BLAUWE draad met ZWARTE huls van de sirenekabelboom aan. Massaschakelaar voor onder de kap Kabelboomdoorvoer 2

3 Motorkapschakelaar: Trek een losse draad vanaf de motorruimte naar binnen toe. Voer de draad langs de linker dorpel naar achter. De draad kan via het originele doorvoerrubber achter de accu naar de motorruimte doorgevoerd worden. Het makkelijkste is vanaf de motorruimte een doorvoerpees door het rubber te steken en deze achter de linker veiligheidsgordel op te pakken. Plaats de motorkapschakelaar in het bestaande gat bij het linker achterlicht boven het linker achterwiel. Boor 2 gaatjes en schroef de motorkapschakelaar met 2 RVS-plaatschroeven (met een beetje kopervet) vast. Sluit hierop de losse draad aan. Het gedeelte van deze draad dat door de motorruimte loopt moet met zwarte tape ingetaped worden. Motorkapschakelaar Radarsensor CO5462 en hellingshoeksensor CO5452 / M1603: De radarsensor CO5462 kan geplaatst worden onder het tapijt tussen de asbak en de versnellingspook. Stel de gevoeligheid in op ~1/4 en regel zonodig bij na controle (een goede manier om de gevoeligheid te testen is met een kenteken plaat langs de ramen en het dak van de afgesloten auto te bewegen, de sensor mag hierop niet reageren). De hellingshoeksensor CO5452 / M1603 kan geplaatst worden op de vloer achter de asbak. Let op dat deze zo vlak mogelijk en met de tekst naar boven gemonteerd wordt. 3

4 Sluit de bedrading van de CO 5462 en de CO 5452 als volgt aan: Sluit de bedrading van de CO 5462 als volgt aan: ROOD; aan de RODE draad van het alarmsysteem verbinden (+30) GRIJS; aan de BLAUW-ROZE draad van het alarmsysteem verbinden wel tussen de centrale en de diodes plaatsen die naar de binnen verlichting en de kofferbak verlichting gaan(detectie draad) BRUIN; aan de BRUINE draad van het alarmsysteem verbinden (massa bij ingeschakeld alarm) Radarsensor Sluit de bedrading van de Cobra 5452 als volgt aan: ROOD; aan de RODE draad van het alarmsysteem verbinden (+30) GRIJS; aan de BLAUW-ROZE draad van het alarmsysteem verbinden wel tussen de centrale en de diodes plaatsen van de binnen verlichting en kofferverlichting.(detectie draad) BRUIN; aan de BRUINE draad van het alarmsysteem verbinden (massa bij ingeschakeld alarm) Hellingshoeksensor De M1603 sluit u als volgt aan: ROOD; met de RODE draad van het alarmsysteem verbinden (+30) BLAUW; met de BLAUW-ROZE draad van het alarmsysteem verbinden. BRUIN; aansluiten op de 2 diodes waarmee u de deurkontakten en kofferbakschakelaar koppelt. (detectie draad) ZWART; MASSA LED-KNOP: led en programmeerschakelaar De LED met programmeerknop (LED-KNOP) kan worden weggebouwd achter het linker schoppaneel. Laat voldoende draadlengte toe om in geval van nood deze LED-KNOP achter het schoppaneel vandaan te halen. Verbind de stekker met het contrastekkertje in de alarmkabelboom. 4

5 Aansluiten van de bedrading alarmcentrale CO3868: Alarm kleur Functie Verbinden met locatie ZWART Massa -31 Massa. Chassis. ROOD Voeding +30 BLAUW-ZWART 4mm In de kabelboom vanaf de zekeringkast naar de linker dorpel (plaats een zekering 15 Amp). GROEN-ROOD Voeding +15 ROOD-ZWART 1mm Pos. 5 van de 10-polige WITTE stekker achter het linker schoppaneel (rechtsonder) BLAUW-ROZE Ingang deurcontacten + motorkap en externe sensoren. ROOD-WIT 1mm + draad vanaf motorkap In ZWARTE kous links onder dashboard boven de ijzeren buis (komt uit de a-stijl naar beneden) + draad die getrokken is vanaf motorkap. Splitsen met diodes zie schema hellingshoek en radarsensor. Bij inbouw klasse 3Z, onderbreek ROOD Pos. 7 van de 10-polige WITTE stekker achter 1mm het linker schoppaneel (rechtsonder). 2 x GROEN Startmotor onderbreking GRIJS-ZWART In- uitschakel draad. BLAUW-ROOD Pos.11 van de 12 polige BRUINE stekker achter het linker schoppaneel (rechtsonder) GEEL-ZWART In- uitschakel draad BLAUW-ZWART Pos.12 van de 12 polige BRUINE stekker achter het linker schoppaneel (rechtsonder) PAARS-WIT In- uitschakel draad Massa. Chassis. ORANJE In- uitschakel draad Massa Chassis. PAARS In- uitschakel draad GROEN-ZWART Pos. 3 van de 8-polige ZWARTE stekker op het knipperlichtrelais links naast de stuurkolom. Onderbreek de GROEN-ZWARTE draad, plaats diode 1N5406 met sperzijde naar de knipperlichtunit. Soldeer de PAARSE draad van de alarmunit op de anode (diode) of op de draadverbinding tussen de diode en de ZWARTe stekker op het knipperlichtrelais.. SCHEMA [A} ORANJE-WIT In- uitschakel draad Massa Chassis. 2 x GEEL Knipperlichten GROEN-ZWART en GROEN-GEEL 1.5mm Overige draden niet aansluiten (afisoleren) Pos. 2 en 3 van de 8-polige ZWARTE stekker op het knipperlichtrelais links naast de stuurkolom. Aansluitingen achter linker schoppaneel Schema [A] 5

6 Programmeren van de alarmunit: Noodzakelijk omdat anders het systeem NIET zal inschakelen. Ga nadat alle verbindingen zijn aangebracht voor het programmeren als volgt te werk: De unit staat uit fabriek klaar om ingeleerd te worden, en kan men meteen met de procedure beginnen. Om het in- en uitschakelsignaal in te leren dient u als volgt te handelen: 1. Het systeem moet uit staan. 2. Open het portier en de motorkap. 3. Draai de contactsleutel op ON(+15). 4. Geef de PIN-code in (fabriekssetting 1111). 5. Als pincode is ingevoerd zullen de richtingaanwijzers 1x knipperen, u bent dan in de programmeerprocedure. 6. Draai de contactsleutel op OFF en daarna direct weer op ON, de richtingaanwijzers zullen 2 maal knipperen om te bevestigen dat u in de basis functie tabel bent. 7. Houdt nu de knop op het noodpaneeltje minimaal 2 sec. ingedrukt, de LED gaat knipperen om de inleerfunctie te activeren. 8. Sluit de deur en wacht tot de binnenverlichting uit is en draai de contactsleutel(+15) op OFF, de LED gaat nu snel knipperen om aan te geven dat het systeem klaar is om de controlesignalen in te leren. 9. Druk nu op de knop van de ORGINELE handzender om het sluiten te activeren. De LED zal 2 seconden constant branden om aan te geven dat het sluitcommando ingeleerd is. Het knippersignaal wordt langzamer wat aangeeft dat het systeem klaar is om het open signaal in te leren. 10. Druk nu op de knop van de ORIGINELE handzender voor het open commando. De LED gaat uit en een lang knippersignaal van de richtingaanwijzers bevestigt de juiste handeling. LET OP!! De volgende stap is ZEER belangrijk, om te voldoen aan de SCM richtlijnen: -1- Als alles naar behoren werkt moet de persoonlijke PIN-CODE nog veranderd worden: Individuele PIN Code Het is belangrijk een eigen PIN code in te voeren. Het systeem wordt afgeleverd met de code 1111 (fabriekscode) en dient vervangen te worden door een vier-cijferige code, het cijfer 0 uitgezonderd. Om deze code eenvoudig te onthouden kan men een cijfercode nemen die men meer gebruikt ( GSM, Credit Card, etc) Schakel het systeem uit en ga als volgt te werk: 1. Open een deur 2. Draai de contactsleutel op ON 3. Druk een aantal keer op de knop op het nood knoppaneeltje wat overeenkomt met het eerste cijfer van de oude PIN code. Elke druk op de knop wordt weergegeven door een snel knippersignaal van de LED. Een langere pauze zal door het systeem worden geïnterpreteerd als de afsluiting van het eerste cijfer en indien juist, zal een lang signaal volgen. Herhaal het voorgaande voor de overige drie cijfers. Wanneer de code correct is zullen de richtingaanwijzers één maal knipperen. 4. U heeft 20 seconden om de oude PIN code in te voeren: Druk een aantal keer op de knop op het nood knoppaneeltje wat overeenkomt met het eerste cijfer van de oude PIN code. Elke druk op de knop wordt weergegeven door een snel knippersignaal van de LED. Een langere pauze zal door het systeem worden geïnterpreteerd als de afsluiting van het eerste cijfer en indien juist, zal een lang signaal zal volgen. Herhaal het voorafgaande voor de overige drie cijfers. Wanneer de code wordt herkend zal de LED drie seconden lang constant gaan branden en wanneer de LED uitgaat kunt u een nieuw PIN code ingeven., 5. Druk een aantal keer op de knop op het nood knoppaneeltje wat overeenkomt met het eerste cijfer van de nieuwe PIN code. Elke druk op de knop wordt weergegeven door een snel knippersignaal van de LED. Een langere pauze zal door het systeem worden geïnterpreteerd als de afsluiting van het eerste cijfer en indien juist, zal een lang signaal zal volgen. Herhaal het voorgaande voor de overige drie cijfers. 6. Draai de contactsleutel op OFF. 6

7 7. Herhaal de nieuwe code: Druk een aantal keer op de knop op het nood knoppaneeltje wat overeen komt met het eerste cijfer van de nieuwe PIN code. Elke druk op de knop wordt weergegeven door een snel knippersignaal van de LED. Een langere pauze zal door het systeem worden geïnterpreteerd als de afsluiting van het eerste cijfer en indien juist, zal een lang signaal volgen. Herhaal het voorafgaande voor de overige drie cijfers. De code wordt opgeslagen wanneer het systeem de overeenkomst tussen de ingetoetste code en de geprogrammeerde code herkent en wordt weergegeven door een knippersignaal van 3 seconden van de richtingaanwijzers en de led. Om te allen tijde uit de PIN code procedure te gaan hoeft men alleen maar de deur te sluiten. Verlies van de individuele PIN code: In geval van verlies van de PIN code kan men op geen enkele wijze meer in de programmeerstand komen en de unit opnieuw programmeren. In dit geval dient u de unit opgestuurd te worden naar importeur / fabrikant. Alarmgeheugen: Als het alarm is afgegaan geven de knipperlichten en eventueel de buzzer extra signalen. De LED op het dashboard geeft een foutcode totdat het contactslot aan gezet wordt. 1maal knipperen deuren/kofferbak interieur+hellingshoeksensor. 2maal knipperen Ultrasoon sensoren. 3maal knipperen Motorkap. 4maal knipperen Startpoging. 5maal knipperen Speedpuls. 6maal knipperen Sabotage. Verlijmen van het binnenwerk (transponderdeel) van de originele sleutel Het transponderdeel moet in de sleutelbehuizing gelijmd worden, zodat de transponder niet verwijderd kan worden. Dit kan het beste gebeuren met cyanoacrylaat (seconde) lijm. Let op dat de lijm niet in de buurt komt van de bedieningsknopjes, anders worden de bedieningsknopjes ook verlijmd en is de sleutel onbruikbaar. LET OP: U DIENT HET ALARM AAN TE MELDEN MET HET NUMMER WAT OP DE UNIT GEPLAKT ZIT. TYPE GOEDKEURINGSNUMMER IS AA Gemiddelde inbouwtijd is 4 uur CAR SYSTEMS BENELUX B.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van onvolledigheid of onjuistheid hiervan. Autofabrikanten kunnen zonder opgave kleurcodes of stekkers en posities veranderen. Alle informatie moet derhalve vooraf door middel van testapparatuur worden gecontroleerd, voordat er iets wordt aangesloten. 7

8 Algemene informatie Cobra alarm ECU / CO 3868 ; Penbezetting 1 zwart us sensor wit 2 zwart us sensor wit 3 blauw motokapcontact 4 geel/zwart in-uitschakeldraad 5 oranje in-uitschakeldraad 6 paars in-uitschakeldraad 7 groen startmotoronderbreking 8 groen startmotoronderbreking 9 geel knipperlichten 10 geel knipperlichten 11 rood voeding bruin negatieve uitgang bij ingeschakeld alarm 13 - (indien van toepassing, antenne, hier dus niet gebruikt) 14 zwart-wit uitgang LED 15 zwart-roze snelheidssignaal of poitief deurcontact 16 blauw-roze portier / koffercontacten (massaschakelend) 17 grijs-zwart in-uitschakeldraad 18 paars-wit in-uitschakeldraad 19 oranje-wit in-uitschakeldraad 20 zwart us sensor rood 21 rood us sensor rood 22 rood uitgang LED 23 zwart massa groen-rood contact spanning +15 8

9 Aandachtspunten voor de gebruiker Bijlage instructieboekje Het alarmsysteem: Het alarmsysteem op uw auto wordt ingeschakeld met de originele sleutelhandzender. Het alarmsysteem bestaat uit : De originele (af fabriek) startblokkering Het toegevoegde alarmsysteem met noodstroomsirene, omtrekbeveiliging, hellingshoek- en volumetrische sensor (radarsensor). Noodprocedure:.. weet u de pincode van het alarmsysteem? Indien het alarmsysteem niet uitgeschakeld kan worden door de originele afstandbediening volgt u de volgende procedure. Aller eerst dient u te weten waar de LED-KNOP kunt vinden. Het LED-KNOP bedieningspaneeltje treft u verborgen achter het linker schoppaneeltje, dit is het paneelt links onder het dashboard dat dikwijls van de dorpel overgaat naar het dashboard. Ontgrendel uw portier met de sleutel, indien de originele handzender niet reageert. Een alarmmelding volgt, u opent tenslotte een portier. negeer het sirene geluid Schakel het contactslot in De pincode gaat u nu invoeren met het LED-KNOP bedieningspaneeltje.. Druk snel achter elkaar het aantal keer op het knopje dat overeenkomt met het eerste cijfer van de PIN code. Een kort LED signaal zal iedere indruk bevestigen. Wacht even, een lang LED signaal volgt dat aangeeft het ingevoerde getal is geaccepteerd. Herhaal deze handeling voor de volgende drie cijfers van de PIN code. Het systeem zal uitschakelen wanneer het laatste cijfer heeft ingevoerd. LED-KNOP Verlies van de individuele PIN code: In geval van verlies van de PIN code kan men op geen enkele wijze in de programmeerstand komen en de unit opnieuw programmeren. Alarmgeheugen: Als het alarm is afgegaan geven de knipperlichten en eventueel de buzzer extra signalen. De LED op het dashboard geeft een foutcode totdat het contactslot aan gezet wordt. 1maal knipperen deuren en kofferbak. 2maal knipperen Ultrasoon sensoren. 3maal knipperen Motorkap. 4maal knipperen Startpoging. 5maal knipperen Speedpuls. 6 maal knipperen Sabotage 9