Orde van dienst voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar

Transcriptie

1 Orde van dienst voor de laatste zondag van het kerkelijk jaar Woord van welkom We zingen staande Psalm 89: 1 Stil gebed Votum en groet 25 november 2018 om uur Maranathakerk te Werkendam Voorganger: Organist: Ds. R.R. Maathuis en ds. M.P. Vis Bert Kruis 2

2 Klein Gloria: Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan. Gij zijt zo mens'lijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan. Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt. Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd. U mag gaan zitten Gebed Genadeverkondiging We zingen Lied 275 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn. Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn. De kinderen komen naar voren voor de kindernevendienst Gedicht door de kinderen (Hanna Lam) wij noemen ze hier samen. wij noemen ze bij namen. Zo vlinderen zij binnen in woorden en in zinnen en zijn wij even bij elkaar aan t einde van het jaar. zij blijven met ons leven. ze zijn met ons verweven 3 4

3 in liefde, in verhalen, die wij zo graag herhalen, in bloemengeuren, in een lied dat opklinkt uit verdriet. zij worden niet vergeten. zijn in een ander weten. Bij God mogen ze wonen, daar waar geen pijn kan komen. zijn in het licht, zijn vrij. tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. 16 Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, 17 en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn. 18 Troost elkaar met deze woorden. We zingen lied 758: 1, 2 en 3 We zingen het uitzinglied: We lezen 1 Tessalonicenzen 4: (NBG) 13 Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. 14 Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf. 15 Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven 5 6

4 Als de bazuinen blazen Gods allerlaatst appèl, dan vaart een groot verbazen door hemel, aard' en hel, dan rijzen in het licht de doden, die nu slapen en voor Gods aangezicht worden ook wij herschapen. Dit broze mensenleven, verloren in de tijd, zal God een lichaam geven van onvergank'lijkheid. Dan is geheel geschied het woord van den beginne: het doodsrijk zinkt in 't niet; Gods rijk zal overwinnen. Van die dag kan niemand weten, maar het woord drijft aan tot spoed, zouden wij niet haastig eten, gaandeweg Hem tegemoet, Jezus Christus, gist'ren, heden, komt voor eens en komt voor goed! De kinderen komen terug uit de kindernevendienst We zingen het kinderlied: Lied 564: 1, 2, 3 en 5 (HH) Verkondiging We zingen Lied 769: 1 en 6 Voor uw Woord van genade, dank U wel. Voor uw Woord van genade, dank U wel. Heer, U maakte ons vrij. In uw kracht overwinnen wij. O, Heer, wij prijzen uw naam! 7 8

5 Wij aanbidden U, Jezus, Zoon van God. Wij aanbidden U, Jezus, Zoon van God. Vul ons hart voor altijd, met uw liefd' en heerlijkheid. O, Heer, wij prijzen uw naam! Maranatha, Heer Jezus, kom terug. Maranatha, Heer Jezus, kom terug. Wij verwachten U, Heer. Hoor wij bidden: 'Kom haastig weer!' O, Heer, wij prijzen uw naam! We noemen de namen (staande) Moment van stilte We zingen Lied 727: 1, 2, 4, 8 en 10 Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht; Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht; Gij hebt uw pelgrims veilig thuisgebracht. Hun is de prijs, de lauwerkrans, de kroon, toch zijn wij één, zij zingend voor de troon, wij in de wereld, wachtend op Gods Zoon. Maar een oneindig glorierijker dag staat nog te wachten als op uw gezag heel 't heir der heil'gen tot U nad'ren mag. Van alle einders, van de verste kust zullen zij vinden vrede, feest en rust, U lovend, Vader, Zoon, heilige Geest! U mag gaan zitten Gebeden Collecte We zingen staande ons slotlied, Lied 416 Tijdens het zingen van het slotlied mag u naar voren komen om de gedenksteen op te halen. De gemeente zingt u toe: 9 10

6 Zegen, gevolgd door gezongen Amen Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. U/jij, wordt van harte uitgenodigd om nog even samen te zijn onderin de kerk

7 Uitleg bij de schikking voor deze zondag De witte rozen verbeelden de overledenen; voor elk is er één. Wit is de kleur van de reinheid en de verlossing. Daar bovenuit zijn lindetakken te zien. De knoppen zitten al vol met nieuw leven. De rode rozen zijn degenen die achterbleven en die van hen hielden. Rood is de kleur van liefde, maar ook van lijden. Om het geheel staan twee beschermende bogen. Dat stelt de gemeente voor, die meeleeft en steunt. De bogen zijn begroeid met klimop, symbool van Gods trouw, die we allemaal mogen ervaren. 13